NL2015051B1

NL2015051B1 - Transport device of the vibration type for food products.

Info

Publication number: NL2015051B1
Application number: NL2015051A
Authority: NL
Inventors: Franciscus Adrianus Johannes Wijdeven Freddie; Johannis Maria Van Oorschot Hendrikus
Original assignee: Kiremko Bv; Vdl Systems B V
Priority date: 2015-06-30
Filing date: 2015-06-30
Publication date: 2017-01-24

Abstract

De uitvinding verschaft een transportinrichting van het tril type voor het in een horizontale transportrichting transporteren van voedingsproducten. De transportinrichting omvat een transportorgaan met een transportvlak voor ondersteuning van het te transporteren voedingsproduct en bewegingsmiddelen voor het evenwijdig aan de transportrichting asymmetrisch trillend heen en weer bewegen van het transportorgaan voor het vanwege massatraagheidseffecten schoksgewijs in de transportrichting doen bewegen van het voedingsproduct. De bewegingsmiddelen omvatten een aandrijfmotor, een via een uitgaande as van de aandrijfmotor aangedreven excenterorgaan dat is gekoppeld met het transportorgaan voor de trillende aandrijving daarvan, waarbij de aandrijfmotor een servomotor is, en verder een aanstuureenheid die is ingericht voor het afgeven van stuursignalen aan de servomotor dusdanig dat de uitgaande as van de servomotor een niet-eenparige hoeksnelheidsprotiel heeft.The invention provides a vibration-type conveying device for conveying food products in a horizontal conveying direction. The conveying device comprises a conveying member with a conveying surface for supporting the food product to be transported and moving means for vibrating the conveying member asymmetrically vibrating back and forth parallel to the conveying direction for causing the food product to shake in the conveying direction due to mass inertia effects. The moving means comprise a drive motor, an eccentric member driven via an output shaft of the drive motor and coupled to the conveyor for its vibrating drive, the drive motor being a servo motor, and furthermore a control unit adapted to send control signals to the servo motor such that the output shaft of the servomotor has a non-uniform angular velocity profile.

Description

Korte aanduiding: Transportinrichting van het tril type voor voedingsproducten. BeschrijvingBrief indication: Vibratory type transport device for food products. Description

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting van het tril type voor het in een horizontale transportrichting transporteren van voedingsproducten. Dergelijke transportinrichtingen, waarbij een ondersteunend transportorgaan trilt, vinden met name toepassing in de voedingsindustrie, voor het transporteren van voedingsproducten zoals friet, wortels, erwten, chips, gepaneerde vleesproducten, etc.... Het voordeel van de betreffende trillende transportinrichtingen ten opzichte van transportbandsystemen is gelegen in het feit dat het reinigen en desinfecteren van het betreffend systeem dat bij trillende transportinrichtingen typisch minder tijd vergt. Dit voordeel is met name aan de orde indien er vaak wisselingen plaats vinden voor wat betreft het type voedingsproduct dat dient te worden getransporteerd. Een nadeel van een trillende transportinrichting is dat er een verhoogd risico bestaat op beschadiging van het te transporteren voedingsproduct omdat het transport schoksgewijs plaats vindt. Dit risico kan worden beperkt door het bewegingsprofiel van het transportorgaan aan te passen aan de aard van het te transporteren voedingsproduct. Bij bekende systemen zijn de mogelijkheden hiervoor niet, of slechts op omslachtige wijze, beschikbaar. Hiertoe is het bijvoorbeeld noodzakelijk om tandwielschijven of poelies te vervangen. Daardoor worden trillende transportinrichtingen in de praktijk veelal slechts gebruikt voor één type voedingsproduct of voor een smalle range aan voedingsproducten. In de praktijk ziet men dat er een grotere behoefte ontstaat om verschillende type voedingsproducten met een zelfde trillende transportinrichting te transporteren. De onderhavige uitvinding beoogt in deze behoefte te voorzien en een constructief eenvoudige transportinrichting volgens de aanhef te verschaffen die een oplossing of althans verbetering biedt voor bovengenoemde problematiek. Hiertoe verschaft de uitvinding een transportinrichting van het tril type voor het in een horizontale transportrichting transporteren van voedingsproducten, omvattende een transportorgaan met een transportvlak voor ondersteuning van het te transporteren voedingsproduct, bewegingsmiddelen voor het evenwijdig aan de transportrichting asymmetrisch trillend heen en weer bewegen van het transportorgaan voor het vanwege massatraagheidseffecten schoksgewijs in de transportrichting doen bewegen van het voedingsproduct, de bewegingsmiddelen omvattende een aandrijfmotor, een via een uitgaande as van de aandrijfmotor aangedreven excenterorgaan dat is gekoppeld met het transportorgaan voor de trillende aandrijving daarvan, waarbij de aandrijfmotor een servomotor is, en verder een aanstuureenheid die is ingericht voor het afgeven van stuursignalen aan de servomotor dusdanig dat de uitgaande as van de servomotor een niet-eenparige hoeksnelheidsprofiel heeft.The present invention relates to a vibrating-type conveying device for conveying food products in a horizontal conveying direction. Such transport devices, in which a supporting transport member vibrates, find particular application in the food industry, for transporting food products such as fries, carrots, peas, chips, breaded meat products, etc. The advantage of the vibrating transport devices in question compared to conveyor belt systems lies in the fact that the cleaning and disinfecting of the system in question, which typically takes less time with vibrating transport devices. This advantage is particularly relevant if there are often changes with regard to the type of food product to be transported. A disadvantage of a vibrating transport device is that there is an increased risk of damage to the food product to be transported because the transport takes place in jerks. This risk can be limited by adapting the movement profile of the transport member to the nature of the food product to be transported. With known systems, the possibilities for this are not available, or only in a cumbersome way. For this purpose it is, for example, necessary to replace gear discs or pulleys. As a result, vibrating transport devices are in practice often only used for one type of food product or for a narrow range of food products. In practice it is seen that there is a greater need to transport different types of food products with the same vibrating transport device. The present invention has for its object to provide for this need and to provide a constructionally simple transport device according to the preamble which offers a solution or at least an improvement for the above-mentioned problems. To this end, the invention provides a vibrating type transport device for transporting food products in a horizontal transport direction, comprising a transport member with a transport surface for supporting the food product to be transported, moving means for moving the transport member asymmetrically vibrating back and forth parallel to the transport direction. for causing the food product to move jerky in the conveying direction due to mass inertia effects, the moving means comprising a drive motor, an eccentric member driven via an output shaft of the drive motor and coupled to the conveyor for its vibrating drive, the drive motor being a servomotor, and furthermore a control unit which is adapted to provide control signals to the servomotor such that the output shaft of the servomotor has a non-uniform angular velocity profile.

Met de woorden “asymmetrisch trillend heen en weer bewegen van het transportorgaan” wordt die situatie bedoeld waarbij in absolute zin het snelheidsprofiel van het transportorgaan (en van het transportvlak) tijdens de heengaande beweging afwijkt van het snelheidsprofiel van het transportvlak tijdens de teruggaande beweging. Met de woorden “niet-eenparige hoeksnelheidsprofiel” wordt die situatie bedoeld waarbij tijdens één volledige omwenteling er geen sprake is van een constante hoeksnelheid, in dit geval van de uitgaande as van de servomotor. In plaats daarvan varieert de hoeksnelheid dus binnen één volledige omwenteling en is in de praktijk het hoeksnelheidsprofiel voor achtereenvolgende omwentelingen gelijk, behalve als de transportinrichting anders wordt ingesteld.By the words "asymmetrically vibrating back and forth of the transport member" is meant that situation in which in absolute sense the speed profile of the transport member (and of the transport surface) during the forward movement deviates from the speed profile of the transport surface during the return movement. By the words "non-uniform angular velocity profile" is meant that situation where during one complete revolution there is no question of a constant angular velocity, in this case of the output shaft of the servomotor. Instead, the angular velocity varies within one complete revolution and, in practice, the angular velocity profile for successive revolutions is the same, unless the transport device is set differently.

De transportinrichting volgens de uitvinding verschaft een verhoogd gebruiksgemak doordat zeer snel de transportinrichting kan worden ingesteld op verschillende typen voedingsproducten. De snelheid waarmee dit transport plaatsvindt kan niet alleen worden gevarieerd door de frequentie waarmee de uitgaande as rond draait te verhogen, maar ook door het snelheidsprofiel op geschikte wijze aan te passen, bijvoorbeeld dusdanig dat de verhouding tussen de absolute snelheid van de trilgoot tijdens de teruggaande slag en de absolute snelheid van de trilgoot tijdens de heengaande slag groter wordt, zonder dat daarbij noodzakelijkerwijs de bovengenoemde frequentie toeneemt. Het verhoogde gebruiksgemak leidt ook tot kortere omsteltijden en een verhoogde efficiency waarmee de transportinrichting kan worden toegepast.The transport device according to the invention provides an increased ease of use because the transport device can be adjusted very quickly to different types of food products. The speed at which this transport takes place can not only be varied by increasing the frequency at which the output shaft rotates, but also by adapting the speed profile in a suitable manner, for example such that the ratio between the absolute speed of the vibrating trough during the return stroke and the absolute speed of the vibrating trough during the forward stroke, without necessarily increasing the above-mentioned frequency. The increased ease of use also leads to shorter changeover times and an increased efficiency with which the transport device can be used.

Alhoewel het binnen het kader van de uitvinding mogelijk is dat de aanstuureenheid zelf door een hoger besturingssysteem wordt aangestuurd, kan het voor verschillende toepassingen de voorkeur genieten dat de aanstuureenheid een door een persoon te bedienen invoereenheid via welke de persoon een gewenst hoeksnelheidsprofiel voor de uitgaande as kan invoeren waarbij de aanstuureenheid is ingericht voor het op basis van een door de persoon gemaakte keuze afgeven van stuursignalen aan de servomotor.Although within the scope of the invention it is possible for the control unit itself to be controlled by a higher control system, for different applications it may be preferable for the control unit to be an input unit to be operated by a person via which the person has a desired angular velocity profile for the output shaft can input wherein the control unit is adapted to supply control signals to the servomotor on the basis of a choice made by the person.

Het bedieningsgemak kan worden verhoogd indien de aanstuureenheid is ingericht voor het aanbieden van een aantal mogelijke hoeksnelheidsprofielen voor de uitgaande as aan de persoon waaruit de persoon via de invoereenheid een keuze kan maken voor een gewenst hoeksnelheidsprofiel voor de uitgaande as. Hierdoor worden nog lagere eisen gesteld aan het opleidingsniveau van de betreffende persoon.The ease of operation can be increased if the control unit is adapted to offer a number of possible angular velocity profiles for the output shaft to the person from which the person can make a choice via the input unit for a desired angular velocity profile for the output shaft. As a result, even lower requirements are set for the level of education of the person concerned.

Een constructief eenvoudige uitvoeringsvorm kan worden verkregen indien de inrichting een, trillend heen en weer om een zwenkas zwenkbaar, zwenkorgaan omvat via welke het excenterorgaan en het transportorgaan onderling zijn gekoppeld.A constructionally simple embodiment can be obtained if the device comprises a pivoting member pivotable to and fro vibrating back and forth about a pivot axis, via which the eccentric member and the transport member are mutually coupled.

Indien de koppeling tussen het excenterorgaan en het zwenkorgaan dichter bij de zwenkas is gelegen dan de koppeling tussen het transportorgaan en het zwenkorgaan kan de transportinrichting compact worden ontworpen.If the coupling between the eccentric member and the pivoting member is closer to the pivot axis than the coupling between the conveying member and the pivoting member, the conveying device can be designed compactly.

Eenzelfde voordeel is aan de orde indien de koppeling tussen het transportorgaan en het zwenkorgaan aan het van de zwenkas afgekeerde uiteinde van het zwenkorgaan is gelegen.The same advantage applies if the coupling between the transport member and the pivot member is located at the end of the pivot member remote from the pivot axis.

Uit oogpunt van veiligheid geniet het de voorkeur dat de inrichting een behuizing omvat in welke behuizing ten minste het grootste deel van het zwenkorgaan is opgenomen. De behuizing is bij voorkeur onder het transportorgaan voorzien welke ruimte daardoor efficiënt wordt benut.From the point of view of safety, it is preferred that the device comprises a housing in which housing at least the major part of the pivoting member is accommodated. The housing is preferably provided underneath the conveyor, which space is thereby efficiently utilized.

Daarbij geniet het de verdere voorkeur dat het zwenkorgaan zich aan de bovenzijde daarvan uitstrekt door ten minste één doorgang aan de bovenzijde van de behuizing, welke ten minste ene doorgang een bovenste omtreksrand heeft en waarbij de inrichting een afschermorgaan omvat dat met het zwenkorgaan is verbonden en daar gezamenlijk mee beweegt en een neerwaarts gerichte omtreksrand omvat dat de bovenste omtreksrand omgeeft en waarvan de onderzijde zich op een lager niveau bevindt dan de bovenzijde van de bovenste omtreksrand. Aldus kan het risico dat verontreinigingen en/of vocht in het inwendige van de behuizing terecht komen, via de ten minste ene doorgang worden beperkt of zelfs welhaast worden uitgesloten.It is furthermore preferred here that the pivoting member extends on its top through at least one passage on the top of the housing, which at least one passage has an upper peripheral edge and wherein the device comprises a screening member which is connected to the pivoting member and moves jointly therewith and comprises a downwardly directed peripheral edge which surrounds the upper peripheral edge and the lower side of which is at a lower level than the upper side of the upper peripheral edge. Thus, the risk that contaminants and / or moisture end up in the interior of the housing can be limited via the at least one passage or can even be virtually excluded.

Een spelingsvrije en daardoor zeer onderhoudsvriendelijke uitvoeringsvorm van de Inrichting volgens de uitvinding kan worden verkregen indien de inrichting een bladveerorgaan omvat via welke het excenterorgaan en het transportorgaan onderling zijn gekoppeld en dat tijdens iedere slag van het excenterorgaan in twee tegengestelde richtingen op buiging wordt belast.A play-free and therefore very maintenance-friendly embodiment of the device according to the invention can be obtained if the device comprises a leaf spring member via which the eccentric member and the transport member are mutually coupled and which is flexed in two opposite directions during each stroke of the eccentric member.

In het geval de inrichting een trillend heen en weer om een zwenkas zwenkbaar, zwenkorgaan omvat via welke het excenterorgaan en het transportorgaan onderling zijn gekoppeld, overeenkomstig een voorgaand aan de orde gekomen mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, geniet het dan de voorkeur dat het bladveerorgaan het excenterorgaan en het zwenkorgaan onderling koppelt, en bij verdere voorkeur dat het bladveerorgaan loodrecht is georiënteerd op de zwenkarm.In the case where the device comprises a vibrating pivoting member pivoting to and fro about a pivot axis, via which the eccentric member and the transport member are mutually coupled, in accordance with a possible embodiment of the invention previously discussed, it is then preferred that the leaf spring member eccentric member and pivot member mutually, and further preferably, the leaf spring member is oriented perpendicularly to the pivot arm.

Met eenvoudige middelen kan een eenduidige heen en weer gaande beweging van de trilgoot worden verkregen indien de inrichting ten minste één combinatie van een geleidingsorgaan en een geleide-orgaan omvat waarbij het geleidingsorgaan een geleidingsbaan, bij voorkeur met een gebogen verloop, omvat en vast is opgesteld en waarbij het geleide-orgaan in bedrijf heen en weer langs de geleidingsbaan beweegt en is verbonden met het transportorgaan.A simple reciprocating movement of the vibrating trough can be obtained with simple means if the device comprises at least one combination of a guide member and a guide member, wherein the guide member comprises a guide track, preferably with a curved course, and is fixedly arranged and wherein in operation the guide member moves back and forth along the guide track and is connected to the conveyor member.

Een goede mechanische stabiliteit van de inrichting in bedrijf kan worden verkregen indien de inrichting een door de aandrijfmotor aangedreven verder excenterorgaan omvat dat tijdens aandrijving in een richting beweegt die tegengesteld is aan de bewegingsrichting van het excenterorgaan en dat is gekoppeld met een contragewichtorgaan.Good mechanical stability of the device in operation can be obtained if the device comprises a further eccentric member driven by the drive motor which, during drive, moves in a direction that is opposite to the direction of movement of the eccentric member and which is coupled to a counterweight member.

Een spelingsvrije en daardoor onderhoudsvriendelijke situatie kan daarbij worden gecreëerd indien de inrichting ten minste één verder bladveerorgaan omvat via welk verder bladveerorgaan het contragewichtorgaan en het verder excenterorgaan onderling zijn gekoppeld, welk verdere bladveerorgaan tijdens iedere slag van het verdere excenterorgaan in twee tegengestelde richtingen op buiging wordt belast.A play-free and therefore maintenance-friendly situation can thereby be created if the device comprises at least one further leaf spring member via which further the leaf weight member and the further eccentric member are mutually coupled, which further leaf spring member is flexed in two opposite directions during each stroke of the further eccentric member charge.

Dat verdere bladveerorgaan strekt zich uit oogpunt van het streven naar efficiënt ruimtegebruik bij verdere voorkeur althans in hoofdzaak verticaal uit.That further leaf spring member preferably extends at least substantially vertically from the point of view of striving for efficient use of space.

Bij verdere voorkeur omvat de inrichting ten minste twee serieel opgestelde verdere bladveerorganen die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken en via welke het contragewichtorgaan en het verder excenterorgaan onderling zijn gekoppeld.The device preferably further comprises at least two serially arranged further leaf spring members which extend parallel to each other and via which the counterweight member and the further eccentric member are mutually coupled.

Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een, niet beperkend voor de uitvinding te interpreteren, mogelijke uitvoeringsvorm van een transportinrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren:In the following, the invention will be further elucidated on the basis of a possible embodiment of a transport device according to the invention to be interpreted, not being restrictive of the invention, with reference to the following figures:

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een transportinrichting volgens de uitvinding;Figure 1 shows a perspective view of a transport device according to the invention;

Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht de transportinrichting volgens figuur 1 in gedeeltelijke verticale langsdoorsnede;Figure 2 shows a perspective view of the transport device according to Figure 1 in partial vertical longitudinal section;

Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht eveneens in gedeeltelijke verticale langsdoorsnede het binnenwerk van de behuizing van de transportinrichting, zoals ook weergegeven in figuur 2;Figure 3 shows a perspective view, also in partial vertical longitudinal section, of the interior of the housing of the transport device, as also shown in Figure 2;

Figuur 4 toont in ander perspectivisch aanzicht een gedeelte van het binnenwerk volgens figuur 3;Figure 4 shows in a different perspective view a part of the interior according to Figure 3;

Figuur 5 toont in verticale dwarsdoorsnede het bovenste uiteinde van een zwenkarm deel uitmakend van de transportinrichting volgens de figuren 1 tot en met 4Figure 5 shows in vertical cross-section the upper end of a pivotal arm forming part of the transport device according to Figures 1 to 4

Figuur 6 toont een snelheidsprofiel voor trilgoot 2 zoals deze kan worden toegepast met de transportinrichting volgens voornoemde figuren.Figure 6 shows a speed profile for vibrating trough 2 as it can be used with the transport device according to the aforementioned figures.

De transportinrichting 1 omvat een trilgoot 2 die in gebruik in trilling wordt gebracht door bewegingsmiddelen 3 die zijn ondergebracht in behuizing 4 van transportinrichting 1. Behuizing 4 rust met poten 5 op een ondergrond, zoals typisch een vloer.The transport device 1 comprises a vibrating gutter 2 which is put into use by vibrating means 3 which are accommodated in housing 4 of transport device 1. Housing 4 rests with legs 5 on a surface, such as typically a floor.

Trilgoot 2 heeft een transportvlak 6 dat zich uitstrekt over vrijwel de volledige lengte van trilgoot 2. Trilgoot 2 heeft een toevoerzijde 7 en een afvoerzijde 8. Op de omtrek van transportvlak 6 trekt zich een opstaande rand 9 uit met uitzondering van aan de afvoerzijde 8. Daardoor kunnen in gebruik voedingsproducten aan de zijde van afvoerzijde 8 van het transportvlak 6 afschuiven. In gebruik worden te transporteren voedingsproducten aan de toevoerzijde 7 van trilgoot 2 vanaf de bovenzijde daarvan gedoseerd toegevoerd, bijvoorbeeld vanuit een niet nader getoonde trechter. Door de trilgoot 2 in de lengterichting ervan met een asymmetrisch snelheidsprofiel, zoals is weergegeven in figuur 6, te laten trillen worden de voedingsproducten die aan de toevoerzijde 7 worden toegevoerd schoksgewijs, vanwege massatraagheidseffecten, over het transportvlak 6 in de richting van de afvoerzijde 8 getransporteerd alwaar zij over de rand van transportvlak 6 zullen vallen. Figuur 6 toont ruim twee volledige trillingen waarbij horizontaal de tijd in milliseconde is uitgezet en verticaal de (horizontale) snelheid van de trilgoot 2 in meters per seconde waarbij de snelheid positief is wanneer de trilgoot 2 van de toevoerzijde 7 in de richting van de afvoerzijde 8 beweegt. Meer specifiek betreft het asymmetrisch snelheidsprofiel de situatie waarbij de voedingsproducten tijdens de heengaande slag (gedurende circa 230 ms) van trilgoot 2 (dus in de richting van afvoerzijde 8; de snelheid is positief) althans grotendeels op het transportvlak 6 blijven rusten waarna de trilgoot 2 relatief snel (gedurende circa 130 ms) terug beweegt. De cyclustijd is 360 ms en de frequentie waarmee de trilgoot 2 in dit voorbeeld trilt is dus afgerond 2,78 Hz. Zowel aan het einde van de heengaande slag als met name aan het begin van de teruggaande slag zullen de voedingsproducten een kleine verplaatsing ondergaan in de richting van afvoerzijde 8 op trilgoot 2. Aldus worden de voedingsproducten schoksgewijs door transportinrichting 1 getransporteerd. Het zal de vakman duidelijk zijn dat figuur 6 slechts een voorbeeld weergeeft en dat talloze variaties zowel voor wat betreft de frequentie als het profiel mogelijk zijn.Vibrating gutter 2 has a conveying surface 6 which extends over almost the full length of vibrating gutter 2. Vibrating gutter 2 has a supply side 7 and a discharge side 8. A raised edge 9 extends on the circumference of conveying surface 6, with the exception of the discharge side 8. As a result, in use, food products on the side of discharge side 8 can slide off of the conveying surface 6. In use, food products to be transported are metered in at the supply side 7 of vibrating trough 2 from the top thereof, for example from a funnel (not shown). By vibrating the vibrating trough 2 in its longitudinal direction with an asymmetrical speed profile, as shown in Fig. 6, the food products which are supplied on the supply side 7 are jerked, because of mass inertia effects, over the conveying surface 6 in the direction of the discharge side 8 where they will fall over the edge of transport surface 6. Figure 6 shows more than two complete vibrations with the time plotted horizontally in milliseconds and vertically the (horizontal) speed of the vibrating trough 2 in meters per second with the speed being positive when the vibrating trough 2 from the supply side 7 in the direction of the discharge side 8 moves. More specifically, the asymmetrical speed profile relates to the situation in which the food products during the forward stroke (during approximately 230 ms) of vibrating trough 2 (i.e. in the direction of discharge side 8; the speed is positive) remain at least largely on the transport surface 6, after which the vibrating trough 2 moves back relatively quickly (for approximately 130 ms). The cycle time is 360 ms and the frequency with which the vibrating trough 2 vibrates in this example is therefore 2.78 Hz rounded. Both at the end of the forward stroke and in particular at the start of the return stroke, the food products will undergo a small displacement in the direction of discharge side 8 on vibrating gutter 2. Thus, the food products are transported in a jerky manner by conveyor device 1. It will be apparent to those skilled in the art that Figure 6 only shows one example and that countless variations are possible both in terms of frequency and profile.

Behuizing 4 strekt zich onder trilgoot 2 uit over ongeveer de helft van de lengte van trilgoot 2, meer specifiek de helft die aan de toevoerzijde 7 is gelegen. Figuren 2, 3, en 4 tonen de bewegingsmiddelen 3 in het inwendige van behuizing 4 zijn opgenomen. De bewegingsmiddelen 3 zijn ingericht om trilgoot 2 op een gewenste wijze te laten trillen. De trillende beweging wordt aan de trilgoot 2 opgelegd via zwenkorgaan 21 dat heen en weer zwenkbaar is om zwenkas 22. In de figuren 2 en 3 is zwenkorgaan 21 in een neutrale stand weergegeven. Zwenkorgaan 21 omvat twee stripvormige zwenkarmen 23 die zich in de neutrale stand verticaal, evenwijdig aan elkaar uitstrekken en onderling zijn verbonden via zich horizontaal uitstrekkende verbindingsbalk 24 die kort boven de helft van de lengte van de zwenkarmen 23 is voorzien, via schuin verlopende verbindingsbuizen 25 die respectievelijk onder en boven verbindingsbalk 24 zijn voorzien en via aslichaam 26 aan de onderzijde van zwenkorgaan 21. Aslichaam 26 is heen en weer zwenkbaar opgenomen in lagerblokken 27 die star zijn verbonden met behuizing 4 in een verdiept gedeelte 11 daarvan.Housing 4 extends below vibrating trough 2 for about half the length of vibrating trough 2, more specifically half that is located on the supply side 7. Figures 2, 3 and 4 show the moving means 3 being incorporated in the interior of housing 4. The moving means 3 are adapted to cause vibrating trough 2 to vibrate in a desired manner. The vibrating movement is imposed on the vibrating trough 2 via pivot member 21 which is pivotable to and fro about pivot axis 22. In figures 2 and 3, pivot member 21 is shown in a neutral position. Pivoting member 21 comprises two strip-shaped pivot arms 23 which, in the neutral position, extend vertically, parallel to each other and are mutually connected via horizontally extending connecting beam 24 which is provided just above half the length of the pivoting arms 23, via sloping connecting tubes 25 which respectively below and above connecting beam 24 are provided and via axle body 26 on the underside of pivot member 21. Axle body 26 is pivotally received reciprocally in bearing blocks 27 which are rigidly connected to housing 4 in a recessed portion 11 thereof.

In de bovenste uiteinden van zwenkarmen 23 zijn gaten 28 voorzien welke zich uitstrekken tussen twee respectievelijke verbindingsplaten 29 waarin eveneens gaten zijn voorzien in lijn met het bijbehorend gat 28. Door ieder van de gaten 28 en de bijbehorende gaten in verbindingsplaten 29 strekt zich een zwenkpen 30 uit welke een beperkte heen en weer gaande zwenking van zwenkarmen 23 ten opzichte van trilgoot 2 toestaat. Kort onder gaten 28 is in de bovenwand 32 van behuizing 4 voor ieder van de zwenkarmen 23 een sleufvormige doorgang 31 voorzien (figuur 5) waardoorheen de zwenkarm 23 zich uitstrekt en waarvan de lengte het heen en weer zwenken van de zwenkarmen 23 juist mogelijk maakt. Deze doorgang 31 zet zich boven de bovenwand 32 uit in doorgang 33 van een afschermlichaam 34 dat op de bovenwand 32 is aangebracht. Doorgang 33 wordt aan de bovenzijde daarvan omgeven door een omtrekrand 35 deel uitmakend van afschermlichaam 34. Vanaf de onderzijde van de omtrekrand 35 heeft het afschermlichaam 34 zich vanaf omtrekrand 35 naar buiten toe neerwaarts hellend uitstrekkende flanken 36. leder van de zwenkarmen 23 is voorzien van een tweede afschermlichaam 37 dat op nokjes 38, die zijn aangebracht in de omtrekrand van zwenkarmen 23, rusten en welke afschermlichamen 37 gezamenlijk met de bijbehorende zwenkarm 23 heen en weer zwenken. Het tweede afschermlichaam 37 heeft centraal een doorgang voor zwenkarm 23 welke centrale doorgang is voorzien in een licht neerwaarts gebogen bovenvlak 39 langs de omtrek waarvan een neerwaarts gerichte omtrekrand 40 is voorzien. De onderzijde van omtrekrand 40 bevindt zich op een lager niveau dan de bovenzijde van omtrekrand 35. De voorgaand aan de hand van figuur 5 omschreven configuratie maakt het welhaast onmogelijk dat onbedoeld vocht/vloeistof, via de op zich noodzakelijke doorgang 31, in het inwendige van behuizing 4 kan komen hetgeen met name uit reinigingsoogpunt uitermate voordelig is.Holes 28 are provided in the upper ends of pivot arms 23 which extend between two respective connecting plates 29 in which also holes are provided in line with the associated hole 28. A pivot pin 30 extends through each of the holes 28 and the associated holes in connecting plates 29. from which a limited reciprocating pivoting of pivot arms 23 relative to vibrating trough 2 allows. Shortly below holes 28, a slit-shaped passage 31 is provided in the upper wall 32 of housing 4 for each of the pivot arms 23 (Figure 5) through which the pivot arm 23 extends and the length of which makes it possible to pivot the pivot arms 23 back and forth. This passage 31 extends above the upper wall 32 into passage 33 of a shielding body 34 which is arranged on the upper wall 32. Passage 33 is surrounded at its top by a peripheral edge 35 forming part of screening body 34. From the bottom of the peripheral edge 35, the screening body 34 has flanks 36 extending downwardly from peripheral edge 35. Each of the pivot arms 23 is provided with a second shielding body 37 which rests on lugs 38 which are arranged in the peripheral edge of swinging arms 23 and which shielding bodies 37 swing back and forth together with the associated swinging arm 23. The second shielding body 37 has a central passage for pivotal arm 23, which central passage is provided with a slightly downwardly curved upper surface 39 along the circumference of which a downwardly directed circumferential edge 40 is provided. The lower side of peripheral edge 40 is at a lower level than the upper side of peripheral edge 35. The configuration described above with reference to Figure 5 makes it almost impossible for unintended moisture / liquid, via the passage 31 per se necessary, to enter the interior of housing 4 can come, which is extremely advantageous, in particular from a cleaning point of view.

Op de bovenwand 32 van behuizing 4 is aan de naar afvoerzijde 8 gekeerde zijde van behuizing 4 tegenover elkaar een tweetal geleidingsblokken 41 voorzien. In de naar elkaar gerichte verticale zijden van deze geleidingsblokken 41 zijn geleidingsgroeven 42 voorzien die een gebogen verloop hebben. Het hartpunt van dit gebogen verloop is op hetzelfde verticale niveau gelegen als zwenkas 22. Binnen de geleidingsgroeven 42 strekken zich respectievelijke geleideblokken 43 uit waarbinnen een zwenkpen 44 zwenkbaar is opgenomen. De zwenkpen 44 is vast verbonden met een verbindingsplaat 45 die met de onderzijde van trilgoot 2 is verbonden. Vanwege de toepassing van geleidingsblokken 41 met geleideblokken 43 volgt de trilgoot 2 ter plaatse van verbindingsplaat 45 de beweging van trilgoot 2 ter plaatse van verbindingsplaten 29 waardoor trilgoot 2 een zuiver horizontale oriëntatie behoudt tijdens het trillen van trilgoot 2, tijdens welke trilling, trilgoot 2 tevens een, zij het zeer beperkte, verticale op en neer gaande beweging maakt.On the upper wall 32 of housing 4, on the side of housing 4 facing the discharge side 8, two guide blocks 41 are provided opposite each other. In the vertical sides of these guide blocks 41 facing each other, guide grooves 42 are provided which have a curved course. The center point of this curved course is at the same vertical level as pivot axis 22. Within the guide grooves 42, respective guide blocks 43 extend, within which a pivot pin 44 is pivotally received. The pivot pin 44 is fixedly connected to a connecting plate 45 which is connected to the underside of vibrating trough 2. Because of the use of guide blocks 41 with guide blocks 43, the vibrating gutter 2 at the location of the connecting plate 45 follows the movement of the vibrating gutter 2 at the location of the connecting plates 29, whereby the vibrating gutter 2 retains a purely horizontal orientation during the vibrating of the vibrating gutter 2, during which vibration, vibrating gutter 2 also makes a vertical movement, albeit very limited, up and down.

De bewegingsmiddelen 3 omvatten verder een servomotor 51 met een zich horizontaal uitstrekkende uitgaande as 58, die zich evenwijdig aan aslichaam 26 uitstrekt. De servomotor 51 is bevestigd aan de buitenzijde van een staande poot 52 van een, althans in lengterichting van trilgoot 2 gezien, U-vormige beugel 53. De uitgaande as 58 is eveneens in de tegenover gelegen staande poot 54 gelagerd opgenomen. Beugel 53 is met het liggend deel 55 van de U-vorm vast gebout aan ondersteuningsorgaan 56 die is opgebouwd uit een aantal, in casu vier, aan elkaar vast geboute platen 57 die op de bodem 33 van behuizing 4 afsteunt.The moving means 3 further comprise a servomotor 51 with a horizontally extending output shaft 58, which extends parallel to the shaft body 26. The servomotor 51 is mounted on the outside of a standing leg 52 of a U-shaped bracket 53, viewed at least in the longitudinal direction of vibrating trough 2. The output shaft 58 is also mounted in the opposite standing leg 54. Bracket 53 is bolted, with the U-shaped lying part 55, to support member 56 which is made up of a number of, in this case four, bolted together plates 57 which are supported on the bottom 33 of housing 4.

De bewegingsmiddelen 3 omvatten verder een excenterorgaan 61 dat, althans in hoofdzaak, bestaat uit een excenterschijf 62 en een excenterarm 63. De excenterarm 63 bestaat uit een ringdeel 63a dat concentrisch is met de excenterschijf 62 en ten opzichte daarvan is gelagerd, en een op ringdeel 63a aansluitend armdeel 63b dat aan de van ringdeel 63a afgekeerde zijde is gericht naar zwenkorgaan 21. De excenterschijf 62 van excenterorgaan 61 strekt zich excentrisch uit ten opzichte van uitgaande as 58 en is daarmee gekoppeld voor gezamenlijke rotatie.The moving means 3 further comprise an eccentric member 61 which, at least substantially, consists of an eccentric disk 62 and an eccentric arm 63. The eccentric arm 63 consists of a ring part 63a that is concentric with the eccentric disk 62 and is mounted relative to it, and 63a connecting arm part 63b which on the side remote from ring part 63a is directed towards pivot member 21. The eccentric disk 62 of eccentric member 61 extends eccentrically with respect to output shaft 58 and is coupled thereto for joint rotation.

Excenterarm 63 is met zwenkorgaan 21 gekoppeld via bladveer 64. Hiertoe is bladveer 64 aan één uiteinde ingeklemd tussen twee klembekken 65a, 65b die aan het zwenkorgaan 21 gerichte uiteinde van armdeel 63b zijn voorzien, en aan het tegenover gelegen uiteinde zijn ingeklemd tussen klembeken 66a, 66b die vast zijn verbonden met verbindingsbalk 24 van zwenkorgaan 21.Eccentric arm 63 is coupled to pivot member 21 via leaf spring 64. For this purpose, leaf spring 64 is clamped at one end between two clamping jaws 65a, 65b which are provided with arm part 63b directed at pivot member 21, and are clamped at the opposite end between clamping jaws 66a, 66b fixedly connected to connecting bar 24 of pivot member 21.

Vanwege de omschreven aandrijving zal bekrachtiging van servomotor 51, en daardoor rotatie van uitgaande as 58, ertoe leiden dat zwenkorgaan 21 trillend heen en weer zal zwenken om zwenkas 22. Daarbij zal bladveer 64, die loodrecht is georiënteerd op zwenkarmen 23, per omwenteling van uitgaande as 58 in twee tegenover gestelde richtingen op buiging worden belast. Bij een constante omwentelings- oftewel hoeksnelheid van uitgaande as 58 zal daarbij het snelheidsprofiel tijdens de heengaande slag van trilgoot 2, (althans in absolute zin) gelijk zijn aan die van de teruggaande slag waardoor geen transport zal plaatsvinden van voedingsproducten die zich op trilgoot 2 bevinden. Indien de omwentelingssnelheid van uitgaande as 58 een bepaalde drempelwaarde overschrijdt zal het bij een constante omwentelingssnelheid van uitgaande as 58 wel zo zijn, dat de voedingsproducten op de trilgoot 2 de trillende beweging van de trilgoot 2 niet kunnen volgen en daar steeds van loskomen. Aldus kan bijvoorbeeld het aanvriezen van bevroren voedingsproducten worden voorkomen. Een dergelijke bedrijfstoestand kan wenselijk zijn indien de verwerking van de voedingsproducten stroomafwaarts van de afvoerzijde 8 zou stokken.Because of the described drive, actuation of servomotor 51, and thereby rotation of output shaft 58, will cause pivot member 21 to pivot vibrating to and fro about pivot axis 22. Thereby leaf spring 64, which is perpendicular to pivot arms 23, will per rotation of output shaft axis 58 is flexed in two opposite directions. With a constant rotation or angular velocity of outgoing shaft 58, the speed profile during the forward stroke of vibrating trough 2 (at least in an absolute sense) will be equal to that of the return stroke, as a result of which no transport of food products located on vibrating trough 2 will take place. . If the speed of rotation of outgoing shaft 58 exceeds a certain threshold value, it will be that with a constant speed of rotation of outgoing shaft 58 the food products on the vibrating trough 2 cannot follow the vibrating movement of the vibrating trough 2 and always separate from it. Thus, for example, the freezing of frozen food products can be prevented. Such an operating condition may be desirable if the processing of the food products would stop downstream of the discharge side 8.

De bewegingsmiddelen 3 omvatten verder een contragewicht 61 aan de van zwenkorgaan 21 afgekeerde zijde van uitgaande as 58. Het contragewicht 61 is opgebouwd uit een aantal aan elkaar geboute stalen platen 62. Door het aantal platen 62 en eventueel de vorm daarvan te variëren kan het gewicht van het contragewicht 61 worden beïnvloed. Het contragewicht 61 is opgehangen aan het uiteinde van een excenterarm 73. Excenterarm 73 strekt zich vanuit uitgaande as 58 in een richting tegengesteld aan die van excenterarm 63 uit. Excenterarm 73 is althans in hoofdzaak opgebouwd uit een ringdeel 73a en een armdeel 73b. Excenterarm 73 maakt samen met een excenterschijf, die niet nader in de figuren zichtbaar is, deel uit van een excenterorgaan 74. De excenterschijf van excenterorgaan 74 is over 180° verdraaid ten opzichte van excenterschijf 62, verbonden met uitgaande as 58 en roteert daar in bedrijf gezamenlijk mee. Het einddeel 73a van excenterarm 73 is gelagerd ten opzichte van de excenterschijf van excenterorgaan 74. Armdeel 73b is aan het uiteinde daarvan opgehangen aan beugel 75 die deel uitmaakt van behuizing 2. Deze ophanging vindt plaats via twee serieel opgestelde maar evenwijdig voorziene bladveren 76, 77. leder van de bladveren 76, 77 wordt in twee tegengestelde richtingen op buiging belast bij een rotatie van uitgaande as 58. Deze vervorming is toereikend om excenterarm 73 ruimte te bieden om de horizontale excentrische slag te maken.The moving means 3 further comprise a counterweight 61 on the side of output shaft 58 remote from pivot member 21. The counterweight 61 is made up of a number of steel plates 62 bolted together. By varying the number of plates 62 and optionally the shape thereof, the weight can of the counterweight 61 are affected. The counterweight 61 is suspended at the end of an eccentric arm 73. Eccentric arm 73 extends from output shaft 58 in a direction opposite to that of eccentric arm 63. Eccentric arm 73 is at least substantially composed of a ring part 73a and an arm part 73b. Eccentric arm 73 forms part of an eccentric member 74 together with an eccentric disk, which is not further shown in the figures. The eccentric disk of eccentric member 74 is rotated through 180 ° relative to eccentric disk 62, connected to output shaft 58 and rotates there in operation together. The end part 73a of eccentric arm 73 is journalled with respect to the eccentric disc of eccentric member 74. Arm part 73b is suspended at its end from bracket 75 which forms part of housing 2. This suspension takes place via two serially arranged but parallel provided leaf springs 76, 77 Each of the leaf springs 76, 77 is flexed in two opposite directions with rotation of output shaft 58. This deformation is sufficient to allow eccentric arm 73 to make room for the horizontal eccentric stroke.

De omschreven configuratie draagt er zorg voor dat excenterarmen 63 en 73 in tegengestelde richting zullen beweging bij rotatie van uitgaande as 58 waardoor ongewenste trillingen en daarmee samenhangende slijtage van transportinrichting 1 of althans delen daarvan, kunnen worden voorkomen.The described configuration ensures that eccentric arms 63 and 73 will move in the opposite direction upon rotation of output shaft 58, whereby undesired vibrations and associated wear of conveyor device 1 or at least parts thereof can be prevented.

Voor de aansturing van de servomotor omvat transportinrichting 1 een niet nader getoonde aanstuureenheid. De aanstuureenheid omvat een invoereenheid, zoals een touch-screen of een toetsenbord, en een verwerkingseenheid zoals een computer of PLC. De verwerkingseenheid is in staat om signalen afkomstig van de invoereenheid te vertalen naar stuursignalen voor de servomotor. In het geval van bijvoorbeeld een touch-screen kunnen op het scherm daarvan een aantal niet-eenparige hoeksnelheidsprofielen worden getoond waartussen een persoon een keuze kan maken, afhankelijk van de aard van de te verwerken voedingsproducten. Alternatief kunnen op het scherm bijvoorbeeld ook foto’s worden getoond van te transporteren voedingsproducten waarbij de verwerkingseenheid vervolgens een koppeling maakt met het daarbij behorende wenselijke niet-eenparig hoeksnelheidsprofiel voor uitgaande as 52, hetgeen resulteert in een asymmetrisch snelheidsprofiel voor trilgoot 2. Figuur 6 toont een dergelijk hoeksnelheidsprofiel.For controlling the servomotor, transport device 1 comprises a control unit (not shown). The control unit comprises an input unit, such as a touch screen or keyboard, and a processing unit such as a computer or PLC. The processing unit is capable of translating signals from the input unit into control signals for the servomotor. In the case of a touch screen, for example, a number of non-uniform angular velocity profiles can be displayed on the screen between which a person can make a choice, depending on the nature of the food products to be processed. Alternatively, for example, photos can also be shown on the screen of food products to be transported, the processing unit subsequently making a coupling with the associated desirable non-uniform angular velocity profile for outgoing shaft 52, which results in an asymmetrical speed profile for vibrating trough 2. Figure 6 shows such a angular velocity profile.

Volgens een verder belangrijk alternatief is het ook denkbaar dat de aanstuureenheid geen door een persoon te bedienen invoereenheid omvat maar dat de aanstuureenheid zelf wordt aangestuurd door een hoger besturingssysteem dat bijvoorbeeld een complete productielijn aanstuurt.According to a further important alternative, it is also conceivable that the control unit does not comprise an input unit to be operated by a person, but that the control unit itself is controlled by a higher control system which, for example, controls a complete production line.

Claims

A vibrating type transport device for transporting food products in a horizontal transport direction, comprising a transport member with a transport surface for supporting the food product to be transported, moving means for vibrating back and forth asymmetrically vibrating the transport member parallel to the transport direction for cause mass inertia effects of the food product to move jerky in the conveying direction, the moving means comprising a drive motor, an eccentric member driven via an output shaft of the drive motor, which eccentric is coupled to the transport member for its vibrating drive, the drive motor being a servomotor, and further a control unit which is arranged for outputting control signals to the servo motor such that the output shaft of the servo motor has a non-uniform angular velocity profile.

2. Transporting device as claimed in claim 1, characterized in that the control unit has an input unit to be operated by a person via which the person can input a desired angular velocity profile for the output shaft, the control unit being adapted for providing a choice of control signals to the servomotor.

3. Transport device as claimed in claim 2, characterized in that the control unit is adapted to offer a number of possible angular velocity profiles for the output shaft to the person from which the person can make a choice via the input unit for a desired angular velocity profile for the output shaft.

4. Transporting device as claimed in claim 3, characterized in that the device comprises a pivoting member pivotally vibrating back and forth about a pivot axis, via which the eccentric member and the transport member are mutually coupled.

Transporting device as claimed in claim 4, characterized in that the coupling between the eccentric member and the pivoting member is located closer to the pivot axis than the coupling between the transporting member and the pivoting member.

6. Transporting device as claimed in claim 4 or 5, characterized in that the coupling between the transporting member and the pivoting member is located at the end of the pivoting member remote from the pivot axis.

7. Device as claimed in claim 4, 5 or 6, characterized in that the device comprises a housing under the transporting member, in which housing at least the major part of the pivoting member is accommodated.

Device as claimed in claim 7, characterized in that the pivoting member extends on its upper side through at least one passage on the upper side of the housing, which at least one passage has an upper peripheral edge and wherein the device comprises a screening member which the pivot member is connected and jointly moved therewith and comprises a downwardly directed peripheral edge which surrounds the upper peripheral edge and whose bottom side is at a lower level than the top side of the upper peripheral edge.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the device comprises a leaf spring member via which the eccentric member and the transport member are mutually coupled and that bending is applied in two opposite directions during each stroke of the eccentric member.

Device as claimed in claim 9 and as claimed in claim 4 or a claim dependent thereon, characterized in that the leaf spring member couples the eccentric member and the pivot member. Device as claimed in claim 10, characterized in that the leaf spring member is oriented perpendicularly to the swiveling arm.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the device comprises at least one combination of a guide member and a guide member, wherein the guide member comprises a guide track and is fixedly arranged and wherein the guide member goes into operation and moves again along the guide track and is connected to the conveyor.

Device as claimed in claim 12, characterized in that the guide track has a curved course.

Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the device comprises a further eccentric member driven by the drive motor which, during drive, moves in a direction which is opposite to the direction of movement of the eccentric member and which is coupled to a counterweight member.

Device as claimed in claim 14, characterized in that the device comprises at least one further leaf spring member via which the counterweight member and the further eccentric member are mutually coupled, which further leaf spring member is subjected to bending in two opposite directions during each stroke of the further eccentric member .

Device as claimed in claim 15, characterized in that the further leaf spring member extends at least substantially vertically.

17. Device as claimed in claim 15 or 16, characterized in that the device comprises at least two serially arranged further leaf spring members, which extend parallel to each other and via which the counterweight member and the further eccentric member are mutually coupled.