NL2014906B1 - Method for applying fibers to a substrate. - Google Patents

Method for applying fibers to a substrate. Download PDF

Info

Publication number
NL2014906B1
NL2014906B1 NL2014906A NL2014906A NL2014906B1 NL 2014906 B1 NL2014906 B1 NL 2014906B1 NL 2014906 A NL2014906 A NL 2014906A NL 2014906 A NL2014906 A NL 2014906A NL 2014906 B1 NL2014906 B1 NL 2014906B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
substrate
fibers
fiber
tread
steps
Prior art date
Application number
NL2014906A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2014906A (en
Inventor
Van Reijen Peter
Jozef Maria De Bruijn Jeroen
Original Assignee
Desso Sports B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL2014906A priority Critical patent/NL2014906B1/en
Application filed by Desso Sports B V filed Critical Desso Sports B V
Priority to PCT/NL2015/050687 priority patent/WO2016053102A1/en
Priority to AU2015324745A priority patent/AU2015324745B2/en
Priority to CN201580065434.2A priority patent/CN107109812A/en
Priority to PL15818080T priority patent/PL3201398T3/en
Priority to PT15818080T priority patent/PT3201398T/en
Priority to US15/516,341 priority patent/US10246842B2/en
Priority to JP2017537882A priority patent/JP6694889B2/en
Priority to EP15818080.2A priority patent/EP3201398B8/en
Priority to DK15818080.2T priority patent/DK3201398T3/en
Priority to ES15818080.2T priority patent/ES2692836T3/en
Priority to EP16730513.5A priority patent/EP3303708A1/en
Priority to PCT/NL2016/050221 priority patent/WO2016195481A1/en
Publication of NL2014906A publication Critical patent/NL2014906A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2014906B1 publication Critical patent/NL2014906B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/10Dams; Dykes; Sluice ways or other structures for dykes, dams, or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/08Surfaces simulating grass ; Grass-grown sports grounds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C13/00Pavings or foundations specially adapted for playgrounds or sports grounds; Drainage, irrigation or heating of sports grounds
    • E01C13/08Surfaces simulating grass ; Grass-grown sports grounds
    • E01C2013/086Combination of synthetic and natural grass
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D17/00Excavations; Bordering of excavations; Making embankments
    • E02D17/20Securing of slopes or inclines

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Revetment (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in een ondergrond aanbrengen van vezels, waarbij de vezels onder toepassing van een in een nagenoeg verticale richting op- en neer beweegbare pin in de ondergrond worden aangebracht. Verder ziet de onderhavige uitvinding toe op een natuurlijke ondergrond voorzien van vezels aangebracht volgens een dergelijke werkwijze.The present invention relates to a method for applying fibers into a substrate, wherein the fibers are applied to the substrate using a pin which can be moved up and down in a substantially vertical direction. Furthermore, the present invention relates to a natural substrate provided with fibers applied according to such a method.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het in een ondergrond aanbrengen van vezels.Short description: Method for applying fibers to a substrate.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het in een ondergrond aanbrengen van vezels, alsmede op een natuurlijke ondergrond voorzien van dergelijke vezels.The present invention relates to a method for applying fibers to a substrate, as well as to a natural substrate provided with such fibers.

Het in een ondergrond aanbrengen van vezels is op zich bekend uit het ten name van de onderhavige aanvrager verleend Europees octrooi EP 0 554 330. Uit voornoemd octrooi is een kunstgrasveld bekend, bestaande uit een onderbouwconstructie en een daarop aangebrachte toplaag, waarbij de toplaag vezels bevat die op regelmatige afstand van elkaar zijn aangebracht, die in de lengterichting van de vezel gezien dieper in de grond steken dan boven de grond uitkomen, met tussen de vezels ingezaaid natuurlijk gras, in een voedingsbodem op de onderbouw. Andere systemen voor kunstgrasvelden zijn geopenbaard in bijvoorbeeld EP0724825, EP2626468, NL1004656, W02006008579, W09400639, W09956523 en DE7702392.The laying of fibers in a substrate is known per se from European patent EP 0 554 330 granted in the name of the present applicant. From said patent a synthetic turf field is known, consisting of a substructure construction and a top layer applied thereto, the top layer comprising fibers which are arranged at a regular distance from each other, which, viewed in the longitudinal direction of the fiber, protrude deeper into the ground than rise above the ground, with natural grass sown between the fibers, in a nutrient medium on the substructure. Other systems for artificial grass pitches are disclosed in, for example, EP0724825, EP2626468, NL1004656, WO2006008579, WO9400639, WO9956523 and DE7702392.

In bijvoorbeeld EP 0 554 330 steken de vezels, die op regelmatige plaatsen in het uit natuurlijke grasvezels bestaande grasveld zijn aangebracht, voor een relatief klein deel uit boven de voedingsbodem en zijn voor het grootste gedeelte van de lengte aangebracht in de toplaag en onderbouw. Dergelijke vezels zijn te beschouwen als afzonderlijke vezels omdat de in de ondergrond aangebrachte vezels geen fysieke verbinding met elkaar bezitten. Tijdens het in de ondergrond aanbrengen van de vezels vindt steeds een snijhandeling plaats waarbij de vezel tot de gewenste lengte wordt afgesneden.For example, in EP 0 554 330 the fibers, which are arranged at regular places in the grass field consisting of natural grass fibers, protrude for a relatively small part above the nutrient medium and are arranged for the greater part of the length in the top layer and substructure. Such fibers can be considered as separate fibers because the fibers arranged in the substrate have no physical connection with each other. During the application of the fibers into the substrate, a cutting operation always takes place in which the fiber is cut to the desired length.

Het Amerikaans octrooi US 6,094,860 heeft betrekking op een gestabiliseerde natuurlijke grasmat bestaande uit een onderbouw, een mat die op de onderbouw is gelegen, welke mat een horizontaal georiënteerde drager en een aantal hieruit in verticale richting uitstrekkende vezels omvat, en een laag groeimedium gelegen boven de mat, waarbij de wortels van natuurlijke grasplantjes zich door de drager heen in de onderbouw uitstrekken en de andere uiteinden daarvan zich in verticale richting boven het groeimedium uitstrekken.U.S. Pat. No. 6,094,860 relates to a stabilized natural turf consisting of a substructure, a mat located on the substructure, which mat comprises a horizontally oriented support and a number of fibers extending therefrom in a vertical direction, and a low growth medium located above the mat, wherein the roots of natural grass plants extend through the support in the substructure and the other ends thereof extend vertically above the growing medium.

Het Nederlands octrooi 1007279 ten name van de onderhavige aanvrager heeft betrekking op een inrichting voor het in de grond inbrengen van langgestrekte, van draadvormig materiaal afgesneden kunstgrassprieten voorzien van een over de grond verplaatsbaar gestel dat is voorzien van een ringvormig orgaan, dat om een horizontale draaiingsas draaibaar in het gestel is ondersteund alsmede van een steunorgaan voor het zodanig ondersteunen van een spoel met draadvormig materiaal, dat de spoel om het ringvormige orgaan kan worden gedraaid voor het om het ringvormige orgaan wikkelen van het draadvormig materiaal.The Dutch patent 1007279 in the name of the present applicant relates to a device for introducing elongated artificial grass blades cut off from wire-shaped material into the ground and provided with a frame displaceable over the ground and provided with an annular member arranged about a horizontal axis of rotation. is rotatably supported in the frame as well as a support member for supporting a spool of filamentary material such that the spool can be rotated about the annular member for winding the filamentary material around the annular member.

Het Duitse Gebrauchsmuster DE 20 2008 005 223 heeft betrekking op een kunstgrasbaan voor het vormen van een kunstgrasveldlijn op een ondergrond, bij voorkeur een grasmat voor sportvelden.The German Gebrauchsmuster DE 20 2008 005 223 relates to an artificial grass court for forming an artificial grass field line on a substrate, preferably a grass pitch for sports fields.

Kunststofvezels worden niet alleen toegepast in sportvelden maar ook bijvoorbeeld bij particulieren thuis, hoofdzakelijk als vervanging van natuurlijk gras. Daarnaast worden kunststofvezels ook voor kleding en beschermende pakken, bijvoorbeeld brandwerende pakken, maar ook voor het vervaardigen van licht gewicht fietsen en bepaalde auto-onderdelen, zoals motorkappen en autodaken, toegepast. Een belangrijk voordeel is dat kunststofvezels eenvoudig te verwerken zijn, licht van gewicht en niet onderhevig aan corrosieverschijnselen zijn.Plastic fibers are not only used in sports fields, but also at home, for example, mainly as a substitute for natural grass. In addition, plastic fibers are also used for clothing and protective suits, for example fire-resistant suits, but also for the manufacture of lightweight bicycles and certain car parts, such as bonnets and car roofs. An important advantage is that plastic fibers are easy to process, are lightweight and are not subject to corrosion phenomena.

Gras dat als een natuurlijke begroeiing voorkomt, maakt in vele gevallen een belangrijk onderdeel uit van civiele constructies waarbij bijvoorbeeld aan dijken moet worden gedacht. Dergelijke dijken worden sinds mensenheugenis langs bijvoorbeeld rivieren of andere al dan niet stromende waterlichamen met wisselende waterstand toegepast. Bij een bijzonder hoge waterstand kan de dijk onstabiel worden en bezwijken. Dit kan het gevolg zijn van een stijging van de waterspanning in en onder de dijk. Dit gaat ten koste van de effectieve grondspanning met als gevolg verlies van schuifsterkte waardoor de stabiliteit afneemt. De dijk kan daardoor aan de achterzijde (d.w.z. de van het te keren water afgekeerde zijde, ook wel stabiliteitszone genaamd) afbrokkelen en verschuiven of langs een diep glijvlak bezwijken. Daarop kan een dijkdoorbraak volgen.Grass that appears as natural vegetation is in many cases an important part of civil constructions where, for example, dikes must be considered. Such dikes have been used since time immemorial along, for example, rivers or other water bodies, whether or not flowing, with varying water levels. With a particularly high water level, the dike can become unstable and collapse. This may be the result of an increase in water pressure in and under the dike. This is at the expense of the effective soil stress, resulting in a loss of shear strength, thereby reducing stability. As a result, the dike can crumble and shift at the rear (i.e. the side remote from the water to be turned, also known as the stability zone) or collapse along a deep sliding surface. A dyke breach can follow.

Vanwege de opwarming van de aarde (’’global warming”), in het bijzonder door de uitstoot van broeikasgassen, wordt verwacht dat de zeespiegel de komende decennia zal stijgen. Dit betekent dat voor bepaalde gebieden de bestaande dijken moeten worden aangepast. Met name voor Nederland, waarvan een deel zich bevindt onder de waterspiegel, is het probleem van (te lage) dijken hoog op de agenda van de Nederlandse overheid geplaatst.Due to global warming ("global warming"), in particular due to greenhouse gas emissions, sea levels are expected to rise in the coming decades. This means that the existing dikes must be adapted for certain areas. For the Netherlands in particular, part of which is located below the water level, the problem of (too low) dikes has been placed high on the agenda of the Dutch government.

Om dijken bestand te maken tegen hoge waterstanden worden dijken traditioneel versterkt of verzwaard. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een stabiliteitsberm en/of pipingberm in de stabiliteitszone van de dijk. Of door toepassen van ruimtebesparende, zgn. constructieve elementen, zoals damwanden, diepwanden en dergelijke. Wanneer een dijk niet voldoende stevigheid heeft om de druk van het water te weerstaan dan kan deze door civiel technische ingrepen verstevigd worden. Een manier is het aanbrengen van een binnenberm zoals bij een zeedijk. Daarnaast kan een dijk verstevigd worden of er kan een ander materiaal gebruikt worden voor de afdeklaag. Bij het verbreden wordt er van meerdere materialen gebruikgemaakt zoals kleikorrels, schuimbeton, polystyreenschuim, en flugzand.To make dikes resistant to high water levels, dikes are traditionally reinforced or reinforced. For example by placing a stability barrier and / or piping barrier in the stability zone of the dike. Or by applying space-saving, so-called structural elements, such as sheet piles, deep walls and the like. If a dyke does not have sufficient strength to withstand the pressure of the water, it can be strengthened by civil engineering interventions. One way is to apply an inner reservation like a seawall. In addition, a dyke can be reinforced or a different material can be used for the cover layer. When widening, several materials are used such as clay pellets, foamed concrete, polystyrene foam, and fluff sand.

Een recente ontwikkeling betreft een zogenaamde ‘JLD-dijkstabilisator’, te weten een kunststof pin die dijken versterkt zodat ze weer aan de veiligheidseisen voldoen. Door de stabilisator wordt een dijk aan de binnenkant versterkt. De pin wordt binnen een paar minuten ingebracht met een kleine machine en is gemaakt van een speciaal soort flexibele kunststof.A recent development concerns a so-called "JLD dyke stabilizer", namely a plastic pin that reinforces dikes so that they again meet the safety requirements. A dyke on the inside is reinforced by the stabilizer. The pin is inserted within a few minutes with a small machine and is made of a special type of flexible plastic.

Op een dijk zelf wordt veelal een bekleding aangebracht. Deze bekleding kan natuurlijk zijn in de vorm van gras maar ook uit kunstmatige materialen bestaan. Dijken worden bekleed om meerdere redenen maar de belangrijkste functie van het bekleden is het tegengaan van erosie door golfoverslag. Bovendien vergroot het de waterdichtheid. Daarnaast zorgt de bekleding van een dijk ervoor dat deze gebruikt kan worden voor overige functies en kan het een beperking in het onderhoud opleveren. Ook kan de bekleding een rol spelen in de esthetische waardering van een dijk, zoals de inpassing in het landschap. Dijken die niet intensief gebruikt/belast worden, worden in de meeste gevallen bekleed met gras.A covering is often applied to a dyke itself. This coating can be natural in the form of grass, but can also consist of artificial materials. Dykes are clad for several reasons, but the most important function of cladding is to prevent erosion due to wave overtopping. Moreover, it increases the water resistance. In addition, the covering of a dyke ensures that it can be used for other functions and can result in a maintenance limitation. The cladding can also play a role in the aesthetic appreciation of a dike, such as the integration into the landscape. In most cases, dikes that are not used / loaded intensively are covered with grass.

Wanneer het van nature aanwezige gras niet genoeg bescherming biedt, wordt er gebruikgemaakt van andere materialen zoals stenen, puin, asfalt, gabions en speciale kunststofmatten (geotextiel). De keuze van het materiaal hangt onder meer af van het overstromingsrisico, het soort dijk, de kosten en het uiterlijk van het afdekmateriaal. Wanneer één materiaal niet voldoende functievervulling geeft kan er een combinatie van materialen gebruikt worden om de dijk aan de functie te laten voldoen.When the naturally present grass does not offer enough protection, other materials such as stones, rubble, asphalt, gabions and special plastic mats (geotextiles) are used. The choice of material depends, among other things, on the risk of flooding, the type of dike, the costs and the appearance of the covering material. When one material does not provide sufficient function, a combination of materials can be used to make the dike fulfill the function.

Verder is bekend dat de stabiliteit van dijken kan worden ondermijnd door de aanwezigheid van bepaalde dieren, zoals mollen. Mollen graven onderaardse gangenstelsels die een nadelige invloed op de dijkstabiliteit uitoefenen.Furthermore, it is known that the stability of dikes can be undermined by the presence of certain animals, such as moles. Moles dig underground tunnels that exert a negative influence on dyke stability.

Uit de Nederlandse octrooipublicaties NL1023362 en NL1003138 is een element voor het bekleden van een oever of een dijk bekend. Verder is uit NL 1009578 een uitvoeringsmethode voor het aanbrengen van een doek of folie op een talud of dijk bekend.From the Dutch patent publications NL1023362 and NL1003138 an element for covering a bank or dyke is known. Furthermore, an embodiment method for applying a cloth or foil to a bank or embankment is known from NL 1009578.

Een aspect van de onderhavige vinding is het verschaffen van een werkwijze voor het in een ondergrond aanbrengen van vezels waarbij het aantal handelingen om de vezel in de grond aan te brengen tot een minimum is beperkt.An aspect of the present invention is to provide a method for applying fibers to a substrate wherein the number of operations to apply the fiber to the soil is reduced to a minimum.

Een ander aspect van de onderhavige vinding is het verschaffen van een werkwijze voor het in een bijzondere ondergrond aanbrengen van vezels, waarbij aan de van nature aanwezige begroeiing een stabiliteit verhogende werking wordt verleend.Another aspect of the present invention is to provide a method for applying fibers to a particular substrate, whereby the naturally present vegetation is given a stability-enhancing effect.

De onderhavige uitvinding heeft aldus betrekking op een werkwijze voor het in een ondergrond aanbrengen van vezels, waarbij de vezels onder toepassing van een in een nagenoeg verticale richting op- en neer beweegbare pin in de ondergrond worden aangebracht, gekenmerkt doordat de werkwijze de volgende stappen omvat: i) het verschaffen van een oneindige vezel, ii) het verbinden van een uiteinde van voornoemde pin met de vezel volgens i), iii) het in verticale richting tot een gewenste diepte in de ondergrond bewegen van het uiteinde van voornoemde pin verbonden met de vezel volgens ii), iv) het uit de ondergrond wegnemen van voornoemde pin onder achterlating van de vezel in de ondergrond, v) het opnieuw verbinden van een uiteinde van voornoemde pin met de vezel volgens i), vi) het in verticale richting tot een gewenste diepte in de ondergrond bewegen van het uiteinde van voornoemde pin verbonden met de vezel volgens v), waarbij de positie van de in de ondergrond volgens iii) aangebrachte vezel verschilt van de positie van de in de ondergrond volgens vi) aangebrachte vezel.The present invention thus relates to a method for applying fibers into a substrate, wherein the fibers are applied to the substrate using a pin which can be moved up and down in a substantially vertical direction, characterized in that the method comprises the following steps i) providing an infinite fiber, ii) connecting an end of said pin to the fiber of i), iii) moving the end of said pin connected to the ground vertically to a desired depth in the substrate fiber according to ii), iv) removing said pin from the substrate while leaving the fiber in the substrate, v) reconnecting one end of said pin with the fiber according to i), vi) vertically forming a moving the desired depth into the subsurface of the end of said pin connected to the fiber according to v), wherein the position of the fiber differs from the position of the fiber provided in the substrate according to vi).

Het aldus inbrengen van vezels heeft tot gevolg dat aan of meer van voornoemde aspecten wordt voldaan, in het bijzonder dat de vezel, die door de ondergrond loopt, dient om de wortels van de natuurlijke begroeiing, in het bijzonder het gras, hieraan te fixeren, hetgeen een extra versteviging geeft van zowel het gras als van de vezels. Onder de term “ondergrond” dient een natuurlijke bodem of een stuk land te worden verstaan, bijvoorbeeld een grasland of -veld, een dijklichaam, een akker en dergelijke, waarbij op het loopvlak van de ondergrond een menselijke activiteit kan worden uitgeoefend, bijvoorbeeld het rijden met een voertuig maar ook lopen en wandelen. De hier toegepaste term “ondergrond” dient in geen geval als een gebruiksvoorwerp, bijvoorbeeld een kledingstuk, te worden opgevat. Onder de term “verticale richting” moet een richting worden verstaan die tot doel heeft de vezel in de ondergrond aan te brengen. Een dergelijke richting kan dus onder een bepaalde hoek met het loopvlak geschieden, maar ook nagenoeg loodrecht. Ook kan de keuze van de hoek gedurende het uitvoeren van de onderhavige werkwijze al naar gelang de behoefte worden aangepast. Hoewel hier wordt gesproken van gras is de onderhavige uitvinding niet beperkt tot een specifiek type dijkvegetatie. Gebruikelijke dijkvegetatie bestaat voor het grootste deel uit verschillende grassoorten en voor een kleiner deel uit allerlei soorten kruiden, afhankelijk van onder meer de ligging ten opzichte van de zon (de zuidzijde van de dijk is warmer en droger dan de noordzijde), en de samenstelling van de grond, bijvoorbeeld klei of zandig. De dijkvegetatie is van belang voor de bestendigheid tegen watererosie van de dijk bij hoge waterstanden en neerslag en de dijk moet bij voorkeur een dichte zode hebben met een diepe doorworteling.The introduction of fibers in this way has as a consequence that one or more of the aforementioned aspects are satisfied, in particular that the fiber running through the substrate serves to fix the roots of natural vegetation, in particular the grass, to it, which gives an extra reinforcement of both the grass and the fibers. The term "subsurface" is understood to mean a natural soil or a piece of land, for example a grassland or field, a dyke body, a field and the like, whereby a human activity can be exerted on the tread of the subsurface, for example driving with a vehicle but also walking and walking. The term "substrate" used here should not be construed as a utensil, for example a garment. The term "vertical direction" is to be understood to mean a direction which is intended to introduce the fiber into the substrate. Such a direction can therefore take place at a certain angle with the tread, but also substantially perpendicularly. The choice of the angle during the execution of the present method can also be adjusted as required. Although grass is used herein, the present invention is not limited to a specific type of dyke vegetation. Conventional dike vegetation consists for the most part of different grasses and for a smaller part of all kinds of herbs, depending on, among other things, the location in relation to the sun (the south side of the dike is warmer and drier than the north side), and the composition of the soil, for example clay or sandy. The dike vegetation is important for the resistance to water erosion of the dike at high water levels and precipitation and the dike should preferably have a dense sod with a deep rooting.

Een aspect van de onderhavige werkwijze is dat met name tussen stap iv) en stap v) geen stap van het doorsnijden van de vezel wordt uitgevoerd. Een dergelijke handeling van doorsnijden van de vezel maakt in de praktijk een groot deel van de tijd van het aanleggen van de vezelconstructie uit. En doordat volgens de onderhavige werkwijze wordt uitgegaan van een oneindige vezel, die bij voorkeur op een rol wordt aangeleverd, zullen de in de ondergrond aangebrachte vezels onderling met elkaar verbonden zijn. In het bijzonder zullen de vezels in de ondergrond worden gestoken en vervolgens zal de vezel weer uit de ondergrond treden om daarna weer in de ondergrond te worden gestoken. Dit heeft tot gevolg dat een deel van de vezel over het loopvlak heen zal komen te liggen. Er zal dus geen sprake zijn van een situatie zoals in het hiervoor besproken, ten name van de onderhavige aanvrager verleend Europees octrooi EP 0 554 330 waarin de lengte van de vezel, te weten de sprieten die over een hoogte van 1-1,5 cm uitsteken boven het maaiveld, zodanig is dat het boven de voedingsbodem uitstekende deel op zijn plaats wordt gehouden en door een schuivende beweging over de grond niet zal worden verplaatst. Verder zal de vezel zich, na het uitvoeren van de onderhavige werkwijze, als een soort “lus” in de ondergrond bevinden. Immers, bij stap iii) wordt een bepaalde vezellengte in de ondergrond aangebracht, waarna de vezel, omdat het hier in feite een oneindige vezel betreft, weer uit de ondergrond zal treden waarna opnieuw een gewenst aantal stappen ii) - vi) wordt uitgevoerd. De “lus” bevindt zich dus in de ondergrond en, in het bijzonder op de positie waar de pin in de ondergrond is geleid, zal er sprake zijn van een vezellengte die in de ondergrond “verdwijnt” en een vezellengte die uit de ondergrond “verschijnt”, waarbij de uit de ondergrond tredende vezellengte opnieuw als een vezel in de ondergrond kan worden ingebracht, in het bijzonder op een positie die verschilt van de eerdere inbrenging van de vezel. De in de ondergrond aangebrachte vezel “keert” dus terug op het diepste punt in de ondergrond. Het kan in bepaalde uitvoeringsvormen wenselijk zijn om dergelijke diepste punten tijdens de onderhavige werkwijze te laten variëren.An aspect of the present method is that in particular no step of cutting the fiber is carried out between step iv) and step v). Such an operation of cutting the fiber in practice makes up a large part of the time of laying the fiber construction. And because according to the present method the starting point is an infinite fiber, which is preferably supplied on a roll, the fibers arranged in the substrate will be mutually connected to each other. In particular, the fibers will be inserted into the substrate and then the fiber will emerge from the substrate again and then be inserted again into the substrate. This has the consequence that a part of the fiber will come to lie over the tread. Thus, there will be no question of a situation as discussed above, European patent EP 0 554 330, granted in the name of the present applicant, in which the length of the fiber, namely the blades that have a height of 1-1.5 cm projecting above ground level, such that the part protruding above the nutrient medium is held in place and will not be displaced by a sliding movement over the ground. Furthermore, after performing the present method, the fiber will be in the substrate as a kind of "loop". After all, in step iii) a specific fiber length is provided in the substrate, after which the fiber, because it is in fact an infinite fiber here, will again emerge from the substrate, after which a desired number of steps ii) - vi) will again be carried out. The "loop" is therefore located in the substrate and, in particular at the position where the pin is guided in the substrate, there will be a fiber length that "disappears" into the substrate and a fiber length that appears from the substrate "Wherein the fiber length exiting from the substrate can be reintroduced into the substrate as a fiber, in particular at a position different from the previous insertion of the fiber. The fiber applied to the substrate therefore "returns" to the deepest point in the substrate. In certain embodiments, it may be desirable to vary such deepest points during the present method.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze worden stappen ii) - vi) zodanig herhaald dat de aldus verkregen posities van in de ondergrond aangebrachte vezels als een rij van vezels is op te vatten.According to a special embodiment of the present method, steps ii) - vi) are repeated such that the positions thus obtained of fibers arranged in the substrate can be interpreted as a row of fibers.

Het verdient daarbij de voorkeur dat stappen ii) -vi) zodanig worden herhaald dat rijen van vezels worden verkregen die op regelmatige afstand van elkaar zijn gepositioneerd en waarbij de afstand tussen voornoemde rijen van de in de ondergrond aangebrachte vezels bij voorkeur ligt in het gebied van 10-50 mm, met name in het gebied 20-40 mm.It is preferred here that steps ii) -vi) are repeated in such a way that rows of fibers are obtained which are positioned at a regular distance from each other and wherein the distance between said rows of the fibers arranged in the substrate is preferably in the range of 10-50 mm, especially in the 20-40 mm range.

Het verdient tevens de voorkeur dat de onderlinge afstand tussen de in de ondergrond aangebrachte vezels in een rij 10-75 mm, met name 10-50 mm, bij voorkeur 20-40 mm, bedraagtIt is also preferred that the mutual distance between the fibers arranged in the substrate in a row is 10-75 mm, in particular 10-50 mm, preferably 20-40 mm.

Naast de hiervoor genoemde uitvoeringsvorm van naast elkaar gelegen rijen, waarbij de vezels in de naast elkaar gelegen rijen als het ware als “paren” zijn gepositioneerd, is het ook mogelijk dat de op regelmatige afstand van elkaar gepositioneerde rijen ten opzicht van elkaar zijn verschoven. Als is er sprake van een uitvoeringsvorm waarbij de in de ondergrond aangebrachte vezels als het ware “verspringen”.In addition to the aforementioned embodiment of adjacent rows, wherein the fibers in the adjacent rows are, as it were, positioned as "pairs", it is also possible for the rows positioned at a regular distance from each other to be displaced relative to each other. As if there is an embodiment in which the fibers arranged in the substrate "jump" as it were.

Omdat de onderhavige werkwijze uitgaat van een oneindige vezel, waaronder een vezel moet worden verstaan die bijvoorbeeld op een rol of spoel wordt aangeleverd en gedurende de werkwijze niet wordt gesneden of geknipt in afzonderlijke vezellengtes, is het wenselijk dat de vezel, gelegen tussen na elkaar in de ondergrond verticaal aangebrachte vezels, tegen het loopvlak van de ondergrond aanligt. In bijvoorbeeld de toepassing van een sportveld zal de tegen het loopvlak van de ondergrond aanliggende vezel niet tot situaties leiden waarbij een speler met zijn schoeisel, in het bijzonder de noppen daarvan, zal blijven “haken” achter de vezel. De speler zal vanwege de aanwezigheid van het natuurgras het onderhavige veld als een natuurlijk grasveld ervaren.Since the present method is based on an infinite fiber, which is to be understood to mean a fiber that is supplied, for example, on a roll or spool and is not cut or cut into separate fiber lengths during the process, it is desirable that the fiber situated between one after the other the substrate vertically arranged fibers abuts the tread of the substrate. In, for example, the use of a sports field, the fiber abutting the tread of the ground will not lead to situations in which a player with his footwear, in particular the studs thereof, will remain "hooked" behind the fiber. Due to the presence of the natural grass, the player will experience the present field as a natural grass field.

Om ervoor te zorgen dat de vezel “strak” over het loopvlak wordt gelegd, is het wenselijk dat gedurende ten minste een van de stappen ii) -vi) een aandrukorgaan wordt toegepast om de tegen het loopvlak aanliggende vezel tegen het loopvlak aan te drukken. Een geschikt aandrukorgaan is bijvoorbeeld een zich over het loopvlak bewegende aandrukrol of -wals.In order to ensure that the fiber is laid “tightly” over the tread, it is desirable that during at least one of steps ii) -vi) a pressure member is used to press the fiber abutting the tread against the tread. A suitable pressure member is, for example, a pressure roller or roller moving over the tread.

Om ervoor te zorgen dat de vezel “strak” over het loopvlak wordt gelegd, is het verder wenselijk dat bij het herhaald toepassen van stappen ii) -vi) de vezel onder spanning wordt gehouden.In order to ensure that the fiber is laid “tightly” over the tread, it is further desirable that the fiber be kept under tension in the repeated application of steps ii) -vi).

Voor een goede verankering van de vezels in de ondergrond is het wenselijk dat de vezels tot een diepte van 10-30 cm, bij voorkeur 10-25 cm, in de ondergrond worden aangebracht.For a good anchoring of the fibers in the substrate, it is desirable that the fibers are applied to the substrate to a depth of 10-30 cm, preferably 10-25 cm.

Als geschikte vezels kunnen bijvoorbeeld vezels zoals geopenbaard in NL1006606 worden genoemd. Daarnaast openbaart de EP 0 996 781 een voor de onderhavige vinding geschikt garen, te weten een garen, dat als aanvulling op polyamide, een polyolefineverbinding omvat, in het bijzonder gekozen uit de groep van polypropeen, LLDPE en een blokcopolymeer van polypropeen en polyetheen. Het is echter ook mogelijk gebleken een garen toe te passen dat een of meer van een polyolefineverbinding omvat, in het bijzonder gekozen uit de groep van polypropeen, LLDPE en een blokcopolymeer van polypropeen en polyetheen. Vezels van het type polyester, aramide of koolstof, eventueel als combinaties van een of meer hiervan, mogelijk ook in samenhang met een of meer van de hiervoor genoemde materialen, kunnen in bepaalde uitvoeringsvormen in aanmerking komen.As suitable fibers, for example, fibers as disclosed in NL1006606 can be mentioned. In addition, EP 0 996 781 discloses a yarn suitable for the present invention, namely a yarn comprising, in addition to polyamide, a polyolefin compound, in particular selected from the group of polypropylene, LLDPE and a block copolymer of polypropylene and polyethylene. However, it has also been found possible to use a yarn comprising one or more of a polyolefin compound, in particular selected from the group of polypropylene, LLDPE and a block copolymer of polypropylene and polyethylene. Fibers of the polyester, aramid or carbon type, optionally as combinations of one or more of these, possibly also in conjunction with one or more of the aforementioned materials, may be suitable in certain embodiments.

Naast voornoemde vezels ook zogenaamde gefunctionaliseerde vezels worden toegepast, bijvoorbeeld bio-afbreekbare vezels. Als mogelijke voorbeelden kunnen worden genoemd: hennepvezel, jute, kapok, kokosvezel, sisal en vlas. Voornoemde, natuurlijke vezels kunnen eventueel in combinatie met een of meer van de hiervoor genoemde kunststofvezels worden toegepast. Vezels van het type kern-mantel waarbij zowel aan het kernmateriaal als aan het mantelmateriaal speciale eigenschappen, bijvoorbeeld hydrofiliciteit en veerkracht, kunnen worden toegedicht, komen ook in aanmerking. De vezels kunnen naast verschillende materiaaleigenschappen ook verschillende kleuren bezitten.In addition to the aforementioned fibers, so-called functionalized fibers are also used, for example biodegradable fibers. Possible examples include: hemp fiber, jute, kapok, coconut fiber, sisal and flax. The aforementioned natural fibers can optionally be used in combination with one or more of the aforementioned plastic fibers. Fibers of the core-sheath type in which special properties, for example hydrophilicity and resilience, can be added to both the core material and the sheath material are also eligible. In addition to different material properties, the fibers can also have different colors.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze is het wenselijk dat stappen ii) -vi) onder toepassing van een aantal pinnen wordt uitgevoerd. Aldus wordt een gewenste productiecapaciteit bereikt. Het is daarbij tevens mogelijk dat voor bepaalde pinnen bepaalde typen vezels worden toegepast zodat aldus een ondergrond wordt verkregen waarin een aantal verschillende typen vezels zijn aangebracht.In a particular embodiment of the present method, it is desirable that steps ii) -vi) be performed using a plurality of pins. A desired production capacity is thus achieved. It is also possible here for certain types of fibers to be used for certain pins, so that a substrate is thus obtained in which a number of different types of fibers are provided.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het wenselijk dat stappen ii) -vi) onder toepassing van een aantal pinnen niet gelijktijdig wordt uitgevoerd. In een dergelijke uitvoeringsvorm zullen de pinnen een verschillende cyclus of frequentie doorlopen.In a particular embodiment, it is desirable that steps ii) -vi) are not performed simultaneously using a number of pins. In such an embodiment, the pins will go through a different cycle or frequency.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het wenselijk dat stappen ii) -vi) onder toepassing van een aantal pinnen gelijktijdig wordt uitgevoerd waarmee in feite een bepaalde wijze van inbrengen wordt gerealiseerd.In a special embodiment, it is desirable that steps ii) -vi) are carried out simultaneously using a number of pins, with which, in fact, a certain method of insertion is realized.

Ter verbetering van de verankering van de in de ondergrond verticaal aangebrachte vezels is het in een bepaalde uitvoeringsvorm wenselijk dat een netwerk wordt toegepast, welk netwerk op het loopvlak is gepositioneerd en met de vezels zodanig is verbonden dat de tegen het loopvlak van de ondergrond aanliggend vezels voornoemd netwerk insluiten. Als een geschikt netwerk kan bijvoorbeeld een rooster, in het bijzonder een metalen of kunststof rooster worden genoemd.In order to improve the anchoring of the fibers arranged vertically in the substrate, in a specific embodiment it is desirable that a network is used, which network is positioned on the tread and is connected to the fibers in such a way that the fibers abutting the tread of the substrate the aforementioned network. As a suitable network, for example, a grid, in particular a metal or plastic grid, may be mentioned.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een natuurlijke ondergrond voorzien van vezels aangebracht volgens de hiervoor besproken werkwijze.The present invention further relates to a natural substrate provided with fibers applied according to the method discussed above.

Als natuurlijke ondergrond kan een sportveld worden genoemd, in het bijzonder gekozen uit de groep van voetbalveld en hockeyveld, maar ook atletiek-, tennis-, cricket- en honkbalvelden.A natural ground can be mentioned as a sports field, in particular selected from the group of football field and hockey field, but also athletics, tennis, cricket and baseball fields.

Een ander voorbeeld van een natuurlijke ondergrond is een waterkering, in het bijzonder een dijk, omvattende een binnentalud, een kruin en een buitentalud, waarbij in het bijzonder de vezels in ten minste een van de elementen binnentalud, kruin en buitentalud zijn aangebracht. Hoewel in de onderhavige beschrijvingsinleiding wordt gesproken van het in de natuurlijke begroeiing inbrengen van vezels, moet het ook duidelijk zijn dat de uitvinding toeziet op een situatie waarbij een dijk, waarvan (nog) geen sprake is van natuurlijke begroeiing, eerst wordt voorzien van de vezels waarna pas later de natuurlijke begroeiing zich zal vormen rond de ingebrachte vezels.Another example of a natural subsurface is a flood defense structure, in particular a dike, comprising an inner slope, a crown and an outer slope, wherein in particular the fibers are arranged in at least one of the elements inner slope, crown and outer slope. Although reference is made in the present introduction to the introduction of fibers into natural vegetation, it should also be understood that the invention supervises a situation in which a dyke, which is not (yet) referred to as natural vegetation, is first provided with the fibers after which the natural vegetation will form around the introduced fibers only later.

In een dergelijke natuurlijke ondergrond verdient het de voorkeur dat de vezels in combinatie met voornoemd netwerk in de nabijheid van een obstakel, bijvoorbeeld een trap of hek, zijn gelegen. Andere voorbeelden van obstakels zijn wegen of versterkende bekleding zoals beton.In such a natural base it is preferable that the fibers, in combination with the aforementioned network, are situated in the vicinity of an obstacle, for example a staircase or fence. Other examples of obstacles are roads or reinforcement cladding such as concrete.

Ook ziet de onderhavige uitvinding toe op het toepassen van de onderhavige werkwijze ter versterking van taluds, zoals in de wegenbouw. Daarnaast hebben de onderhavige uitvinders geconstateerd dat de met de onderhavige werkwijze verkregen ondergrond met name tot gevolg heeft dat er een onaantrekkelijke graaf/nestelplek voor mollen en muizen is gecreëerd.The present invention also supervises the use of the present method for reinforcing embankments, such as in road construction. In addition, the present inventors have found that the substrate obtained with the present method results in particular in an unattractive digging / nesting site for moles and mice.

In het bijzonder ziet de onderhavige uitvinding toe op de toepassing van een op het loopvlak van een ondergrond gepositioneerd netwerk voor het voorkomen van destabilisatie van voornoemde ondergrond, waarbij het netwerk met vezels zodanig is verbonden dat de tegen het loopvlak van de ondergrond aanliggend vezels voornoemd netwerk insluiten.In particular, the present invention provides for the use of a network positioned on the tread of a substrate for preventing destabilization of said substrate, the network being connected to fibers such that the fibers abutting the surface of said substrate Enclose.

Met de term “het voorkomen van destabilisatie van de ondergrond wordt bijvoorbeeld het voorkomen van het ontstaan van graaf- en nestelplekken voor mollen en/of muizen bedoeld.The term "preventing destabilization of the subsurface" means, for example, preventing the occurrence of digging and nesting sites for moles and / or mice.

De vinding zal hierna aan de hand van enkele voorbeelden en bijbehorende figuren worden toegelicht die echter niet als beperkend op de beschermingsomvang moeten worden opgevat.The invention will be explained below with reference to a few examples and associated figures, which should not, however, be construed as limiting the scope of protection.

Figuren 1A-F verschaffen een schematische weergave van de onderhavige werkwijze.Figures 1A-F provide a schematic representation of the present method.

Figuren 2G-J verschaffen een schematische weergave van de onderhavige werkwijze.Figures 2G-J provide a schematic representation of the present method.

Figuren 3A-B verschaffen een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvrage.Figures 3A-B provide a special embodiment of the present application.

Figuur 4 verschaft een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvrage.Figure 4 provides a special embodiment of the present application.

In Figuur 1A is schematisch een eerste stap van de onderhavige werkwijze weergegeven, waarbij in ondergrond 1, voorzien van loopvlak 5, een met verwijzingcijfer 3 aangeduide vezel wordt aangebracht. Vezel 3, waarvan vanwege de leesbaarheid slechts een deel is weergegeven, wordt in contact gebracht met een pin of haak 2. Op loopvlak 5 bevindt zich ook een aandrukrol 4. Na het verbinden van een uiteinde van voornoemde pin 2 met vezel 3 wordt het uiteinde van voornoemde pin 2 in verticale richting, te weten in de richting van pijl 6, tot een gewenste diepte in ondergrond 1 aangebracht, zoals weergegeven in Figuur 1B en 1C. Nadat de gewenste diepte in ondergrond 1 is bereikt, wordt voornoemde pin 2 onder achterlating van vezel 3 in schacht of ruimte 12 van ondergrond 1, in verticale richting, te weten in de richting van pijl 7, uit ondergrond 1 weggenomen (zie Figuur 1D). Vervolgens wordt pin 2 volledig uit ondergrond 1 weggenomen en gereed gemaakt voor een volgende inbrenging van vezel 3 in ondergrond 1 (zie Figuur 1E). Pin 2 wordt nu over een bepaalde positie in horizontale over loopvlak 5 verplaatst, te weten in de richting van pijl 8, waarbij aandrukrol 4 ook in de richting van pijl 8 over loopvlak 5 wordt verplaatst. Aandrukrol 4 zorgt ervoor dat de uit schacht of ruimte 12 van ondergrond 1 tredende vezel 1 op loopvlak 5 wordt gedrukt waarbij vezel 3 onder enige spanning wordt gehouden (zie Figuur 1F). In schacht of ruimte 12 is aldus sprake van een ingaande vezel en uitgaande vezel, waarbij de uitgaande of uittredende vezel onder toepassing van aandrukrol 4 tegen ondergrond 1 wordt aangedrukt en gereed wordt gemaakt voor een volgende stap van in de ondergrond aanbrengen waarbij opnieuw pin 2 wordt toegepast.Figure 1A schematically shows a first step of the present method, wherein in fiber 1 provided with tread 5, a fiber designated with reference numeral 3 is applied. Fiber 3, of which only a part is shown for legibility, is brought into contact with a pin or hook 2. On tread 5 there is also a pressure roller 4. After connecting an end of said pin 2 with fiber 3, the end becomes of said pin 2 in vertical direction, i.e. in the direction of arrow 6, arranged in substrate 1 to a desired depth, as shown in Figures 1B and 1C. After the desired depth in substrate 1 has been reached, said pin 2 is removed from substrate 1, leaving behind fiber 3 in shaft or space 12 of substrate 1, in the vertical direction, i.e. in the direction of arrow 7 (see Figure 1D). . Subsequently pin 2 is completely removed from substrate 1 and prepared for a subsequent introduction of fiber 3 into substrate 1 (see Figure 1E). Pin 2 is now moved over a certain position in horizontal over tread 5, i.e. in the direction of arrow 8, wherein pressure roller 4 is also moved over tread 5 in the direction of arrow 8. Pressure roller 4 ensures that fiber 1 emerging from shaft or space 12 of substrate 1 is pressed onto tread 5, fiber 3 being kept under some tension (see Figure 1F). In shaft or space 12 there is thus talk of an incoming fiber and outgoing fiber, wherein the outgoing or outgoing fiber is pressed against substrate 1 using pressure roller 4 and is made ready for a next step of applying in the substrate, again pin 2 being applied.

In Figuur 2G wordt schematisch het vervolg van de hiervoor besproken stappen weergegeven, waarbij opnieuw een uiteinde van voornoemde pin 2 met vezel 3 wordt verbonden waarbij aandrukrol 4 de uit schacht of ruimte 12 tredende vezel 3 tegen loopvlak 5 aandrukt. Vervolgens wordt pin 2 met de daaraan verbonden vezel 3 opnieuw in verticale richting, te weten in de richting van pijl 9, tot een gewenste diepte in ondergrond 1 bewogen, waarbij de positie van de eerder in ondergrond 1 aangebrachte vezel verschilt van de positie van de nu in ondergrond 1 aangebrachte vezel (zie Figuur 2H). Aansluitend wordt voornoemde pin 2 onder achterlating van vezel 3 in schacht of ruimte 13 van ondergrond 1, in verticale richting, te weten in de richting van pijl 10, uit ondergrond 1 weggenomen (zie Figuur 2I). Vervolgens wordt pin 2 volledig uit ondergrond 1 weggenomen en gereed gemaakt voor een volgende inbrenging van vezel 3 in ondergrond 1 (zie Figuur 2J).Figure 2G schematically shows the continuation of the above-discussed steps, wherein again one end of the aforementioned pin 2 is connected to fiber 3, wherein pressure roller 4 presses the fiber 3 emerging from shaft or space 12 against tread 5. Subsequently pin 2 with the associated fiber 3 is moved again in the vertical direction, i.e. in the direction of arrow 9, to a desired depth in substrate 1, wherein the position of the fiber previously arranged in substrate 1 differs from the position of the fiber fiber now applied to substrate 1 (see Figure 2H). Subsequently, said pin 2 is removed from substrate 1 while leaving fiber 3 in shaft or space 13 of substrate 1, in the vertical direction, i.e. in the direction of arrow 10 (see Figure 2I). Subsequently pin 2 is completely removed from substrate 1 and prepared for a subsequent introduction of fiber 3 into substrate 1 (see Figure 2J).

Hoewel Figuren 1A-F en 2G-J slechts het aanbrengen van twee vezels in een ondergrond weergeven, moet het duidelijk zijn dat de hiervoor besproken stappen vele malen kunnen worden herhaald om aldus een gewenst patroon van in de ondergrond aangebrachte vezels te verkrijgen. Verder moet worden opgemerkt dat het in bepaalde uitvoeringsvormen wenselijk is dat meerdere vezels tegelijk in de ondergrond worden aangebracht, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van diverse pinnen. Ook is het in bepaalde uitvoeringsvormen mogelijk dat in een en dezelfde schacht of ruimte meerdere vezels worden aangebracht. Ook is het mogelijk dat de onderhavige werkwijze wordt uitgevoerd op een ondergrond waarin zich, naast de mogelijke aanwezigheid van natuurlijke vezels, ook andere vezels bevinden.Although Figures 1A-F and 2G-J only show the application of two fibers to a substrate, it is to be understood that the aforementioned steps can be repeated many times in order to obtain a desired pattern of fibers applied to the substrate. It should further be noted that in certain embodiments it is desirable that several fibers are applied to the substrate simultaneously, for example due to the presence of various pins. It is also possible in certain embodiments for several fibers to be provided in one and the same shaft or space. It is also possible that the present method is carried out on a substrate in which, in addition to the possible presence of natural fibers, other fibers are also present.

Figuren 3A-B verschaffen een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvrage waarbij een rooster of netwerk 20 wordt toegepast, in het bijzonder in combinatie met een vast lichaam 19, bijvoorbeeld een stenen bandje (zie Figuur 3A). Een dergelijk rooster of netwerk 20 dient met name ter verbetering van de verankering van de in de ondergrond verticaal aangebrachte vezels waarbij het netwerk op het loopvlak is gepositioneerd en met de vezels zodanig is verbonden dat de tegen het loopvlak van de ondergrond aanliggend vezels voornoemd netwerk insluiten. In dat kader verschaft Figuur 3B een uitvoeringsvorm waarbij in de toplaag van natuurlijke begroeiing 21 een netwerk 20 is gelegen waarbij onder toepassing van de onderhavige uitvinding vezels via schachten 23, 24, 25, 26 en 27 zijn aangebracht (zie Figuur 3B).Figures 3A-B provide a special embodiment of the present application in which a grid or network 20 is used, in particular in combination with a solid body 19, for example a stone band (see Figure 3A). Such a grid or network 20 serves in particular for improving the anchoring of the fibers arranged vertically in the substrate, the network being positioned on the tread and being connected to the fibers such that the fibers abutting the tread of the substrate enclose said network . In that context, Figure 3B provides an embodiment in which a network 20 is located in the top layer of natural vegetation 21, wherein fibers are applied via shafts 23, 24, 25, 26 and 27 using the present invention (see Figure 3B).

Figuur 4 verschaft een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvrage waarbij duidelijk waarneembaar is dat vezel 3 steeds via schachten 12,13, 14, 15, 16, 17 en 18 in ondergrond 1 is aangebracht. De vezel 3 is te beschouwen als een continue of oneindige vezel omdat de bijvoorbeeld uit schacht 12 tredende vezel via het loopvlak in naast gelegen schacht 13 is ingebracht en weer uit schacht 13 treedt en vervolgens, via het loopvlak liggende tussen schacht 13 en volgende schacht 14, in schacht 14 is ingebracht.Figure 4 provides a special embodiment of the present application in which it is clearly visible that fiber 3 is always arranged in substrate 1 via shafts 12, 13, 14, 15, 16, 17 and 18. The fiber 3 can be regarded as a continuous or infinite fiber because the fiber emerging from shaft 12, for example, has been introduced through the tread into adjacent shaft 13 and again emerges from shaft 13 and then, via the tread lying between shaft 13 and following shaft 14 is inserted into shaft 14.

Claims (24)

1. Werkwijze voor het in een ondergrond aanbrengen van vezels, waarbij de vezels onder toepassing van een in een nagenoeg verticale richting op- en neer beweegbare pin in de ondergrond worden aangebracht, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: i) het verschaffen van een oneindige vezel, ii) het verbinden van een uiteinde van voornoemde pin met de vezel volgens i), iii) het in verticale richting tot een gewenste diepte in de ondergrond bewegen van het uiteinde van voornoemde pin verbonden met de vezel volgens ii), iv) het uit de ondergrond wegnemen van voornoemde pin onder achterlating van de vezel in de ondergrond, v) het opnieuw verbinden van een uiteinde van voornoemde pin met de vezel volgens i), vi) het in verticale richting tot een gewenste diepte in de ondergrond bewegen van het uiteinde van voornoemde pin verbonden met de vezel volgens v), waarbij de positie van de in de ondergrond volgens iii) aangebrachte vezel verschilt van de positie van de in de ondergrond volgens vi) aangebrachte vezel.Method for applying fibers to a substrate, wherein the fibers are applied to the substrate using a pin which can be moved up and down in a substantially vertical direction, characterized in that the method comprises the following steps: i) providing an infinite fiber, ii) connecting an end of said pin to the fiber of i), iii) moving the end of said pin connected to the fiber of ii in a vertical direction to the desired depth in the substrate ), iv) removing said pin from the substrate while leaving the fiber in the substrate, v) reconnecting one end of said pin with the fiber according to i), vi) moving it vertically to a desired depth in moving the substrate from the end of said pin connected to the fiber according to v), wherein the position of the fiber arranged in the substrate according to iii) differs from the position of the fiber fiber arranged in accordance with vi). 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen stap iv) en stap v) geen stap van het doorsnijden van de vezel wordt uitgevoerd.Method according to claim 1, characterized in that no step of cutting the fiber is carried out between step iv) and step v). 3. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stappen ii) - vi) zodanig worden herhaald dat de aldus verkregen posities van in de ondergrond aangebrachte vezels als een rij van vezels is op te vatten.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that steps ii) - vi) are repeated in such a way that the positions thus obtained of fibers arranged in the substrate can be interpreted as a row of fibers. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat stappen ii) -vi) zodanig worden herhaald dat op regelmatige afstand van elkaar gepositioneerde rijen van in de ondergrond aangebrachte vezels worden verkregen, waarbij de afstand tussen voornoemde rijen bij voorkeur ligt in het gebied van 10-50 mm.Method according to claim 3, characterized in that steps ii) -vi) are repeated in such a way that rows of fibers arranged in the substrate are positioned at a regular distance from one another, the distance between said rows preferably being in the range from 10-50 mm. 5. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 3-4, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand tussen de in de ondergrond aangebrachte vezels in een rij 10-75 mm, met name 10-50 mm, bij voorkeur 20-40 mm, bedraagt.Method according to one or more of claims 3-4, characterized in that the mutual distance between the fibers arranged in the substrate in a row is 10-75 mm, in particular 10-50 mm, preferably 20-40 mm , amounts. 6. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de op regelmatige afstand van elkaar gepositioneerde rijen van in de ondergrond aangebrachte vezels ten opzicht van elkaar zijn verschoven.Method according to one or more of claims 3 to 5, characterized in that the rows of fibers arranged in the substrate positioned at a regular distance from each other are offset with respect to each other. 7. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vezel, gelegen tussen na elkaar in de ondergrond verticaal aangebrachte vezels, tegen het loopvlak van de ondergrond aanligt.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fiber, located between fibers arranged vertically in succession in the substrate, abuts the tread of the substrate. 8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat gedurende ten minste een van de stappen ii) -vi) een aandrukorgaan wordt toegepast om de tegen het loopvlak aanliggende vezel tegen het loopvlak aan te drukken.Method according to claim 7, characterized in that during at least one of the steps ii) -vi) a pressing member is used to press the fiber against the tread against the tread. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het aandrukorgaan een zich over het loopvlak bewegende aandrukrol is.Method according to claim 8, characterized in that the pressure member is a pressure roller moving over the tread. 10. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het herhaald toepassen van stappen ii) -vi) de vezel onder spanning wordt gehouden.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fiber is kept under tension during the repeated application of steps ii) -vi). 11. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vezels tot een diepte van 10-30 cm in de ondergrond worden aangebracht.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that fibers are applied to the substrate up to a depth of 10-30 cm. 12. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vezels gekozen uit de groep van het type kunststof, in het bijzonder polyolefineverbinding, en natuurlijke materialen, of combinaties hiervan worden toegepast.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that fibers selected from the group of the type of plastic, in particular polyolefin compound, and natural materials, or combinations thereof, are used. 13. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter verbetering van de verankering van de in de ondergrond verticaal aangebrachte vezels een netwerk wordt toegepast, welk netwerk op het loopvlak is gepositioneerd en met de vezels zodanig is verbonden dat de tegen het loopvlak van de ondergrond aanliggend vezels voornoemd netwerk insluiten.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that a network is used to improve the anchoring of the fibers arranged vertically in the substrate, which network is positioned on the tread and is connected to the fibers such that the fibers abutting the tread of the substrate enclose the above-mentioned network. 14. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stappen ii) -vi) onder toepassing van een aantal pinnen wordt uitgevoerd.Method according to one or more of the preceding claims, characterized in that steps ii) -vi) are carried out using a number of pins. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat stappen ii) -vi) onder toepassing van een aantal pinnen niet gelijktijdig wordt uitgevoerd.Method according to claim 14, characterized in that steps ii) -vi) are not carried out simultaneously using a number of pins. 16. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat stappen ii) -vi) onder toepassing van een aantal pinnen gelijktijdig wordt uitgevoerd.Method according to claim 14, characterized in that steps ii) -vi) are carried out simultaneously using a number of pins. 17. Natuurlijke ondergrond voorzien van vezels aangebracht volgens een werkwijze zoals omschreven in een of meer van de voorgaande conclusies.Natural substrate provided with fibers applied according to a method as defined in one or more of the preceding claims. 18. Natuurlijke ondergrond volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ondergrond een sportveld is, in het bijzonder gekozen uit de groep van voetbalveld en hockeyveld.Natural base according to claim 17, characterized in that the base is a sports field, in particular selected from the group of football field and hockey field. 19. Natuurlijke ondergrond volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ondergrond een waterkering, in het bijzonder een dijk, omvattende een binnentalud, een kruin en een buitentalud, is.A natural subsurface according to claim 17, characterized in that the subsurface is a flood defense, in particular a dyke, comprising an inner slope, a crown and an outer slope. 20. Natuurlijke ondergrond volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de vezels in ten minste een van de elementen binnentalud, kruin en buitentalud zijn aangebracht.Natural substrate according to claim 19, characterized in that the fibers are arranged in at least one of the elements inner slope, crown and outer slope. 21. Natuurlijke ondergrond volgens een of meer van de conclusies 19-20, met het kenmerk, dat de vezels in combinatie met voornoemd netwerk in de nabijheid van een obstakel, bijvoorbeeld een trap of hek, zijn gelegen.Natural base according to one or more of claims 19 to 20, characterized in that the fibers, in combination with the aforementioned network, are located in the vicinity of an obstacle, for example a staircase or fence. 22. Toepassing van een op het loopvlak van een ondergrond gepositioneerd netwerk voor het voorkomen van destabilisatie van voornoemde ondergrond, waarbij het netwerk met vezels zodanig is verbonden dat de tegen het loopvlak van de ondergrond aanliggend vezels voornoemd netwerk insluiten.Use of a network positioned on the tread of a surface for preventing destabilization of said surface, wherein the network is connected to fibers such that the fibers abutting the surface of the surface enclose said network. 23. Toepassing volgens conclusie 22, waarbij het voorkomen van destabilisatie omvat het voorkomen van het ontstaan van graaf- en nestelplekken voor mollen en/of muizen.The use according to claim 22, wherein the prevention of destabilization comprises the prevention of the emergence of digging and nesting sites for moles and / or mice. 24. Toepassing volgens conclusie 22 in civiele constructies, in het bijzonder wegenbouw.The use according to claim 22 in civil structures, in particular road construction.
NL2014906A 2014-10-01 2015-06-02 Method for applying fibers to a substrate. NL2014906B1 (en)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014906A NL2014906B1 (en) 2015-06-02 2015-06-02 Method for applying fibers to a substrate.
EP15818080.2A EP3201398B8 (en) 2014-10-01 2015-10-01 Water barrier, in particular a dike
CN201580065434.2A CN107109812A (en) 2014-10-01 2015-10-01 Waterproof barrier, particularly dykes and dams
PL15818080T PL3201398T3 (en) 2014-10-01 2015-10-01 Water barrier, in particular a dike
PT15818080T PT3201398T (en) 2014-10-01 2015-10-01 Water barrier, in particular a dike
US15/516,341 US10246842B2 (en) 2014-10-01 2015-10-01 Water barrier, in particular a dike
PCT/NL2015/050687 WO2016053102A1 (en) 2014-10-01 2015-10-01 Water barrier, in particular a dike
AU2015324745A AU2015324745B2 (en) 2014-10-01 2015-10-01 Water barrier, in particular a dike
DK15818080.2T DK3201398T3 (en) 2014-10-01 2015-10-01 WATER BARRIER, ESPECIALLY YOU
ES15818080.2T ES2692836T3 (en) 2014-10-01 2015-10-01 Barrier for water, in particular, a dike
JP2017537882A JP6694889B2 (en) 2014-10-01 2015-10-01 It is an impervious body, specifically a dike
EP16730513.5A EP3303708A1 (en) 2015-06-02 2016-03-30 Method for inserting fibers into a substrate
PCT/NL2016/050221 WO2016195481A1 (en) 2015-06-02 2016-03-30 Method for inserting fibers into a substrate

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014906A NL2014906B1 (en) 2015-06-02 2015-06-02 Method for applying fibers to a substrate.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014906A NL2014906A (en) 2016-12-12
NL2014906B1 true NL2014906B1 (en) 2017-01-31

Family

ID=53502803

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014906A NL2014906B1 (en) 2014-10-01 2015-06-02 Method for applying fibers to a substrate.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3303708A1 (en)
NL (1) NL2014906B1 (en)
WO (1) WO2016195481A1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114370050B (en) * 2022-02-07 2023-09-15 江苏海洋大学 Powder spraying pile doped with phosphate tailing sand and reinforced with cotton straw and construction method thereof

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2006203A1 (en) 1968-04-13 1969-12-19 Naue Kg E A H Loose fleece in the form of mats for reinforcing and reducing erosion of dams, dykes, slopes, canal bottoms and the like, contains at least one layer of synthet
DE7702392U1 (en) 1977-01-28 1977-09-29 Hoechst Ag, 6000 Frankfurt TRAIL-SHAPED TRANSPORTABLE VEGETATION AREA
NL9002244A (en) * 1990-10-16 1992-05-18 Desseaux H Tapijtfab ARTIFICIAL GRASS FIELD.
BR9306589A (en) 1992-06-22 1998-12-08 Jerry G Bergevin Optimized surface for sports and other uses
WO1996003027A1 (en) 1994-07-23 1996-02-08 Otsuka Kagaku Kabushiki Kaisha Plant growing sheet structure, natural lawn grass sheet structure, lawn grass growing method and method for laying lawn grass sheet structures
NL1003138C2 (en) 1996-05-15 1997-11-18 Den Boer Beton Groot Ammers B Upholstery for a bank.
NL1004656C2 (en) 1996-11-29 1998-07-02 Hugo De Vries Combination lawn.
US6029397A (en) * 1997-06-06 2000-02-29 Technology Licensing Corp. Stabilized natural turf for athletic field
NL1006606C2 (en) 1997-07-17 1999-01-19 Desseaux H Tapijtfab Yarn for artificial grass, method of manufacturing the yarn and artificial grass field in which said yarn is incorporated.
NL1007279C2 (en) * 1997-10-15 1999-04-19 Desseaux H Tapijtfab Machine for planting artificial grass in the ground
AR015071A1 (en) 1998-05-07 2001-04-11 Turf Stabilization Technologies Inc PLAYGROUND AND METHOD TO FORM A PLAYGROUND
NL1009578C1 (en) 1998-07-07 2000-01-10 Gerhardus Franciscus Kamphuis To line sloping bank and bed of waterway with foil using pontoon with extending arms and with winch to unroll foil from roll at top of bank
US6171022B1 (en) * 1999-04-05 2001-01-09 Stephen W. Decker Method of attaching mat for controlling erosion
US6524027B1 (en) 2000-05-03 2003-02-25 Dst Consulting Engineers Inc. Stabilization system for soil slopes
NL1023362C2 (en) 2003-05-08 2004-11-09 Haringman Betonwaren B V Block for covering dyke embankment, has lateral sides provided with off centre recesses extending between top and bottom sides
ITPI20040052A1 (en) 2004-07-15 2004-10-15 Roberto Nusca CONSTRUCTION SYSTEM FOR THE REALIZATION OF SPORTS, RECREATIONAL AND / OR ORNAMENTAL SURFACES WITH THE USE OF ARTIFICIAL GRASS TECHNOLOGY COMBINED WITH LIVING VEGETABLE COVERS
WO2006102276A2 (en) * 2005-03-21 2006-09-28 R.W.H., Llc Anchoring pin insertion unit and method
DE202008005223U1 (en) * 2008-04-15 2009-08-27 Fa. H. Cordel U. Sohn Inh. Karlheinz Cordel Artificial grass line
SI2626468T1 (en) 2012-02-13 2016-03-31 Nikolaos Sarris Mixed turf and method of making

Also Published As

Publication number Publication date
NL2014906A (en) 2016-12-12
EP3303708A1 (en) 2018-04-11
WO2016195481A1 (en) 2016-12-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP3359041B2 (en) Mixed turf
KR100920027B1 (en) Vegetation Method Reinforced Soil Slopes with Geotextile Curtain Wall combined with steel buckel and anchor Nails
Broda et al. Application of innovative meandrically arranged geotextiles for the protection of drainage ditches in the clay ground
EP3325720B1 (en) Hybrid turf surface and support therefor
EP3114282B1 (en) Mixed turf
Leão et al. Natural fibres for geotextiles
NL2014906B1 (en) Method for applying fibers to a substrate.
KR100860748B1 (en) Honey cell greening works
DK3201398T3 (en) WATER BARRIER, ESPECIALLY YOU
EP2112276A1 (en) Method for control of soil erosion on slopes
KR100928180B1 (en) The execution method for protection slop
CN114635432A (en) Construction method of composite ecological slope protection of foundation pit
KR101031370B1 (en) slope face protection engineering method with corn fabric vegetation mat
JP3720969B2 (en) Greening structures such as slopes and walls
Bayfield et al. Managing the impacts of recreation on vegetation and soils: a review of techniques
NL2013553B1 (en) Weir, in particular a dike.
SK288021B6 (en) Advertising surface establishing on the slope and/or having sloping surface
JP5699291B2 (en) Vegetation method
JP4330691B2 (en) Slope protection vegetation sheet
JP2003239290A (en) Greening method for bare ground slope and vegetation foundation bed
JP2024077134A (en) How to install vegetation mats
AU2013266996A1 (en) Improved organic geotextile
Leong et al. Erosion control for sustainable highway and urban constructions in Southeast Asia
SK5135Y1 (en) Advertising surface establishing on the slope and/or having sloping surface
SK5191Y1 (en) Vegetation roof, especially inclined, and the method of its production