NL2013870B1 - Ventilatie-inrichting. - Google Patents
Ventilatie-inrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2013870B1 NL2013870B1 NL2013870A NL2013870A NL2013870B1 NL 2013870 B1 NL2013870 B1 NL 2013870B1 NL 2013870 A NL2013870 A NL 2013870A NL 2013870 A NL2013870 A NL 2013870A NL 2013870 B1 NL2013870 B1 NL 2013870B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ventilation
- profile
- ventilation device
- fan
- cover
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B7/00—Special arrangements or measures in connection with doors or windows
- E06B7/02—Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
- E06B7/10—Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses by special construction of the frame members
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B7/00—Special arrangements or measures in connection with doors or windows
- E06B7/02—Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
- F24F13/08—Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates
- F24F13/18—Air-flow control members, e.g. louvres, grilles, flaps or guide plates specially adapted for insertion in flat panels, e.g. in door or window-pane
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F7/00—Ventilation
- F24F7/007—Ventilation with forced flow
- F24F7/013—Ventilation with forced flow using wall or window fans, displacing air through the wall or window
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B7/00—Special arrangements or measures in connection with doors or windows
- E06B7/02—Special arrangements or measures in connection with doors or windows for providing ventilation, e.g. through double windows; Arrangement of ventilation roses
- E06B2007/023—Air flow induced by fan
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Air-Flow Control Members (AREA)
- Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
Abstract
Ventilatie-inrichting voorzien van ten minste één ventilator, een bevestigingsframe waaraan de ventilator is aangebracht, een werkzaam met de ventilator gekoppelde stroombron en een regeleenheid voor het aansturen van de ventilator, waarbij het bevestigingsframe is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het verbinden van de ventilatie-inrichtring met een afdekrooster van een ventilatieprofiel waarbij een ventilatierichting van de ventilator in hoofdzaak dwars staat op het vlak van het afdekrooster.
Description
Ventilatie-inrichting
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting, een afdekrooster en een ventilatieprofiel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een kozijn en een gebouw voorzien van een dergelijk ventilatieprofiel.
Voor het ventileren van een ruimte in een gebouw, is het bekend om in een wand een ventilatieprofiel, ook wel ventilatierooster genoemd, aan te brengen. Een dergelijk ventilatieprofiel bevindt zich doorgaans in een kozijn voorzien van een raam waarbij het ventilatieprofiel is ingericht voor het ventileren van die ruimte door een zich door het profiel uitstrekkende doorgang. Die doorgang strekt zich uit tussen de ruimte en de buitenlucht, zodat daartussen geventileerd kan worden. Om de ventilatie enigszins te regelen, is het bekend om een dergelijk ventilatieprofiel te voorzien van afsluitmiddelen, zoals een klep of een ton, die zijn ingericht om de doorgang te openen, dan wel af te sluiten. De afsluitmiddelen zijn te bedienen met behulp van bijvoorbeeld een schuif.
Aan de binnenzijde van het profiel, ofwel aan de zijde van de ruimte, is er voorzien in een afneembaar afdekrooster dat met geschikte verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van verende lippen, kan worden verbonden met het profiel. Het afdekrooster is van het profiel verwijderbaar voor het schoonmaken van het profiel.
Het is een nadeel van die bekende ventilatiesystemen, dat de ventilerende werking sterk afhankelijk is van bijvoorbeeld de temperatuur en/of omstandigheden in de buitenlucht. De ventilatie wanneer het windstil is, is bijvoorbeeld kleiner dan wanneer het waait.
Het is daarom een doel, naast andere doelen, van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een efficiënte ventilatie-inrichting, waarbij bovengenoemd probleem althans deels is opgelost.
Dit doel, naast andere doelen, wordt volgens de uitvinding bereikt door een ventilatie-inrichting volgens conclusie 1. Meer specifiek wordt dit doel, naast andere doelen, bereikt door een ventilatie-inrichting voorzien van ten minste één ventilator, een bevestigingsframe waaraan de ventilator is aangebracht, een werkzaam met de ventilator gekoppelde stroombron en een regeleenheid voor het aansturen van de ventilator, waarbij het bevestigingsframe is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het verbinden van de ventilatie-inrichtring met een ventilatieprofiel. Op deze wijze wordt de ventilerende werking van een dergelijk profiel verbeterd, zonder dat ingrijpende wijzingen nodig zijn aan de ruimte, zoals dat nodig is bij conventionele ventilatiesystemen in de vorm van extra leidingen en ventilatoren. De bevestigingsmiddelen zijn bij voorkeur ingericht om de ventilatie-inrichting zodanig te verbinden aan het ventilatieprofiel dat een ventilatie-richting van de ventilator parallel is aan de - gewenste - stromingsrichting van lucht door de doorgang.
Het is hierbij mogelijk de ventilatie-inrichting aan te brengen in de doorgang van het ventilatieprofiel, bijvoorbeeld nabij de buitenzijde daarvan, waarmee een compact systeem wordt verkregen. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen echter ingericht voor het verbinden van de ventilatie-inrichting met een afdekrooster van het ventilatieprofiel waarbij een ventilatierichting van de ventilator in hoofdzaak dwars staat op het vlak van het afdekrooster. Er is hierbij voorzien in een ventilatie-inrichting voorzien van ten minste één ventilator die eenvoudig kan worden aangebracht aan een ventilatieprofiel, in het bijzonder op een bestaand afdekrooster van een op zich bekend ventilatieprofiel. De ventilatie-inrichting, meer specifiek het bevestigingsframe daarvan, is daartoe voorzien van bevestigingsmiddelen die zijn ingericht om te verbinden met dit afdekrooster. De ventilatie-inrichting kan hierbij zodanig geplaatst worden op het afdekrooster, dat de ventilatoren kunnen blazen in een ventilatierichting in hoofdzaak dwars op het vlak van het rooster, zodat de lucht efficiënt door de doorgang van het ventilatieprofiel wordt geblazen wanneer het afdekrooster is aangebracht op het ventilatieprofiel. De ventilatierichting is typisch parallel aan de rotatie-as van de ventilator.
Voor het aandrijven van de ten minste ene ventilator is de inrichting voorzien van een geschikte stroombron, bijvoorbeeld in de vorm van een batterij en/of aansluitmiddelen voor het aansluiten van een externe stroombron door middel van een stekker. De ventilatie-inrichting is hierbij voorts voorzien van een regeleenheid die de ventilator kan aansturen, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van een invoereenheid die is aangebracht in de ventilatie-inrichting.
Een dergelijke invoereenheid kan bijvoorbeeld een schakelaar omvatten waarmee de ventilator aan- en uitgeschakeld kan worden. Het is ook mogelijk dat de invoereenheid is ingericht voor het invoeren van verschillende standen van de ventilator, waarbij ieder van de standen overeenkomt met een vooraf bepaald toerental van de ventilator. Hiermee is het mogelijk de ventilerende werking in te stellen. Bovendien kan de invoereenheid zijn ingericht voor het ontvangen van externe signalen, bijvoorbeeld draadloos door middel van een afstandsbediening.
Opgemerkt moet worden dat de vinding niet is beperkt tot alleen ventilatoren, maar dat ook soortgelijke luchtverplaatsingsmiddelen kunnen worden toegepast die zijn ingericht voor het actief verplaatsen van lucht.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de ventilatie-inrichting voorzien van een veelheid aan ventilatoren. De ventilatoren zijn hierbij bij voorkeur naast elkaar opgesteld, zodanig dat de ventilatierichtingen van ieder van die ventilatoren hoofdzakelijk parallel zijn. De ventilatoren strekken zich hierbij onderling uit in een richting dwars op de ventilatierichting. De ventilatoren zijn hierbij bij voorkeur zodanig aangebracht aan het ventilatieprofïel, bijvoorbeeld op het afdekrooster, dat de ventilatoren zijn uitgelijnd met de doorgang in het ventilatieprofïel, in het bijzonder in aangebrachte toestand van het afdekrooster. De ventilatoren strekken zich hierbij bij voorkeur uit in een enkele rij. Het is hierbij voordelig wanneer de hoogte van de ventilatoren ongeveer overeenkomt met de hoogte van het afdekrooster, dan wel het luchtdoorlatende gedeelte daarvan. Meer specifiek komt de hoogte van de ventilatoren bij voorkeur overeen met de hoogte van de doorgang van het ventilatieprofïel. De ventilatoren in de ventilatie-inrichting zijn in aangebrachte toestand bij voorkeur uitgelijnd met die doorgang voor het verkrijgen van een efficiënte doorstroming door die doorgang.
Het is voordelig als de ventilator is ingericht om lucht te verplaatsen in twee richtingen, waarbij door variatie van de rotatierichting van de ventilator de richting van de luchtstroom kan worden aangepast. De regeleenheid is hierbij ingericht voor het variëren van de rotatierichting van de ventilator.
Een ventilator kan echter zijn ingericht voor het efficiënt verplaatsen van lucht in één richting, terwijl de luchtverplaatsing in de tegengestelde richting minder efficiënt is. Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is hiertoe ten minste één van de ventilatoren ingericht voor het verplaatsen van lucht in een richting tegengesteld aan de richting van een andere ventilator. Om dan toch efficiënte ventilatie in beide richtingen, dat wil zeggen van binnen naar buiten en van buiten naar binnen, mogelijk te maken, is een voorkeursuitvoeringsvorm van de ventilatie-inrichting voorzien van ten minste één ventilator die is ingericht voor het verplaatsen van lucht in een eerste richting en ten minste één tweede ventilator die is ingericht voor het verplaatsen van lucht in een tweede richting die tegengesteld is aan de eerste richting. De regeleenheid is hierbij bij voorkeur ingericht voor het onafhankelijk aansturen van de ten minste twee tegengestelde ventilatoren. Afhankelijk van de behoefte, bijvoorbeeld ingegeven door de invoereenheid zoals hierboven besproken, kan een van de twee, of wellicht zelfs beide, ventilatoren worden ingeschakeld voor het verkrijgen van de gewenste luchtstroom. Bij voorkeur is hierbij voorzien in meerdere ventilatoren met eenzelfde ventilatierichting.
De ventilatie-inrichting is voorzien van geschikte bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de ventilatie-inrichting met het afdekrooster. Dergelijke bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld magneetstrips omvatten die een verbinding met een metalen afdekrooster mogelijk maken of klikkende (snappende) verbindingen. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de bevestigingsmiddelen echter gaten, in het bijzonder schroefgaten voor het ontvangen van schroeven of bouten. Die schroefgaten hebben bij voorkeur een zodanige diameter dat zij een schroef kunnen ontvangen en verbinden met de diameter die overeenkomt met de grootte van de gaten in het afdekrooster. Dergelijke doorgangen in het afdekrooster hebben doorgaans een diameter van 2-5 mm.
Om te voorzien in een efficiënte verbinding tussen nagenoeg ieder type afdekrooster, is het volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm voordelig wanneer de bevestigingsmiddelen een veelheid aan gegroepeerde schroefgaten omvatten. Die schroefgaten bevinden zich bij voorkeur dichtbij elkaar zodat altijd ten minste één van die schroefgaten in een groep van schroefgaten is uitgelijnd met een doorgang van het rooster. Bij voorkeur is het bevestigingsframe ten minste nabij de hoekpunten voorzien van bevestigingsmiddelen, bij voorkeur in de vorm van de gegroepeerde schroefgaten.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de ventilatie-inrichting afdichtingsmiddelen voor het afdichten van de ruimte tussen de ventilatie-inrichting en het rooster. Bijvoorbeeld wanneer het rooster niet volledig vlak is, maar enigszins gekromd, kan de afdichting zorgen voor een goede afdichting. De afdichting is bij voorkeur complementair gevormd aan het rooster, zodanig dat een goede aansluiting tussen de ventilatie-inrichting, via het rooster, en doorgang wordt verkregen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de ventilatie-inrichting voorts voorzien van een behuizing. Een dergelijke behuizing omvat bij voorkeur voorts een rooster dat is aangebracht, of losneembaar kan worden aangebracht, aan de ventilatie-inrichting aan een zijde tegenovergesteld aan het afdekrooster. Dit voorziet in een mooi aanzicht. De ventilatie-inrichting is bij voorkeur voorzien van zijwanden die de zijkanten van de ventilatie-inrichting afsluiten, zodat de aangezogen lucht efficiënt door de ventilatie-inrichting en daarmee de doorgang wordt gevoerd.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een afdekrooster voor bevestiging aan een ventilatieprofiel dat is ingericht om te worden aangebracht in een wand, in het bijzonder in een kozijn voorzien van een raam, van een ruimte voor het ventileren van die ruimte door een zich door het profiel uitstrekkende doorgang, waarbij het afdekrooster is voorzien van met het ventilatieprofiel samenwerkende verbindingsmiddelen en waarbij het afdekrooster voorts is voorzien van een ventilatie-inrichting volgens de vinding.
Een efficiënt systeem dat bij nagenoeg alle bestaande ventilatieprofïelen kan worden gebruikt, wordt verkregen wanneer de ventilatie-inrichting is aangebracht aan de buitenzijde van het rooster, dat wil zeggen in een richting van het ventilatieprofiel af. De ventilatie-inrichting wordt hierbij aan de buitenkant van het ventilatieprofiel, dat wil zeggen aan de zijde van de ruimte, geplaatst op het afdekrooster. Dit maakt een efficiënte aanbrenging van de ventilatie-inrichting mogelijk.
Als alternatief kan de ventilatie-inrichting ook worden weggewerkt in het ventilatieprofiel zelf door de ventilatie-inrichting aan de binnenzijde van het afdekrooster aan te brengen. Het is hierbij voordelig wanneer het rooster een hoofdzakelijk U-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij de uiteinden van de benen van de U-vorm de met het ventilatieprofiel samenwerkende verbindingsmiddelen omvatten. De basis van deze U-vorm vormt of omvat het luchtdoorlatende oppervlak van het afdekrooster. De ventilatie-inrichting is hierbij zodanig geplaatst en ingericht dat de ventilatoren zijn gericht op het luchtdoorlatende oppervlak waarbij de ventilatierichting hoofdzakelijk dwars op dit luchtdoorlatende oppervlak staat. Om de ventilatie-inrichting efficiënt aan de binnenzijde van het afdekrooster aan te brengen, is het voordelig wanneer de benen van de U-vorm een lengte hebben die ten minste overeenkomt met de diepte van de ventilatie-inrichting. De ventilatie-inrichting is hierbij verzonken aangebracht in het ventilatieprofiel.
Hoewel het volgens de vinding mogelijk is dat de ventilatie-inrichting is voorzien van verbindingsmiddelen die het mogelijk maken om de ventilatie-inrichting bijvoorbeeld handmatig aan te brengen aan een bestaand afdekrooster, is het ook mogelijk dat de ventilatie-inrichting integraal is uitgevoerd met een dergelijk afdekrooster, of waarbij de ventilatie-inrichting een dergelijk afdekrooster vormt.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een ventilatieprofiel dat is ingericht om te worden aangebracht in een wand, in het bijzonder in een kozijn voorzien van een raam, van een ruimte voor het ventileren van die ruimte door een zich door het profiel uitstrekkende doorgang, waarbij het ventilatieprofiel optioneel is voorzien van afsluitmiddelen, zoals een klep of een ton, die zijn ingericht voor het afsluiten en openen van de doorgang, waarbij het ventilatieprofiel voorts een ventilatie-inrichting volgens de vinding omvat, waarbij de ventilatie-inrichting is ingericht voor het verplaatsen van lucht door de doorgang. De ventilatie-inrichting is bij voorkeur zodanig geplaatst, dat de ventilatie-richting van de ventilator is uitgelijnd met de ventilatierichting van lucht door de doorgang.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het ventilatieprofiel aan de zijde van de ruimte voorts een afdekrooster volgens de vinding omvat voor het afdekken van de doorgang. Als alternatief kan de ventilatie-inrichting zijn aangebracht in de doorgang, in het bijzonder nabij of aan het uiteinde daarvan.
Een bijzonder energie-efficiënt ventilatiesysteem wordt verkregen wanneer het ventilatieprofiel ten minste één aan de buitenzijde aangebracht zonnepaneel als stroombron voor de ventilatie-inrichting omvat. Bekende ventilatieprofielen hebben doorgaans een schuin aflopend oppervlak aan de buitenzijde, waarbij het schuin aflopende oppervlak een afdekking vormt voor de doorgang. Deze afdekking beperkt de weersinvloeden, bijvoorbeeld het inregenen. Bij voorkeur op dit schuin aflopende oppervlak is een zonnepaneel aangebracht als stroombron. Dit heeft het voordeel dat wanneer ventilatie nodig is, ofwel wanneer het warm is door de zon, er voldoende stroom wordt opgewekt voor de ventilatoren.
De regeleenheid is hierbij bij voorkeur ingericht voor het automatisch aan- en uitschakelen van de ventilator in afhankelijkheid van het door het zonnepaneel opgewekte vermogen. Het kan bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de ventilatie-inrichting uitsluitend van stroom wordt voorzien door dat zonnepaneel, of althans in een bepaalde stand van de regeleenheid. Wanneer het zonnepaneel nu voldoende elektrische energie opwekt voor het aandrijven van de ventilator, zal de regeleenheid deze ventilator aanschakelen. Dit voorziet in een automatische ventilatie in afhankelijkheid van de hoeveelheid zon.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een kozijn, een ruimte en een gebouw voorzien van een ventilatieprofiel volgens de vinding.
De onderhavige uitvinding wordt verder geïllustreerd aan de hand van de volgende figuren, die een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergeven, en zijn niet bedoeld om de reikwijdte van de uitvinding op enige manier in te perken, waarbij:
Figuur 1 schematisch in dwarsdoorsnede een conventioneel ventilatieprofiel met afdekrooster toont;
Figuur 2 een vooraanzicht van een afdekrooster toon;
Figuur 3 de ventilatie-inrichting volgens de vinding toont die aangebracht is op het ventilatieprofiel;
Figuren 4 en 5 schematisch een vooraanzicht, respectievelijk een achteraanzicht van de ventilatie-inrichting tonen;
Figuur 6 schematisch een verdere uitvoering van de ventilatie-inrichting toont; en
Figuur 7 schematisch een alternatieve uitvoering van de vinding toont.
In figuur 1 is een op zichzelf bekend ventilatierooster 1 getoond dat is ingericht voor het ventileren van een binnenruimte 101. Hiertoe is het profiel 1 aangebracht in een wand 103, meer bijzonder in een kozijn waarin op een ruit 104 is aangebracht. Het profielvormige ventilatierooster 1 is daartoe voorzien van verbindingsmiddel 16 voor verbinding met een ruit 104 en verbindingsmiddelen 17 voor verbinding met een kozijn of wand 103.
In het ventilatierooster 1 is een kanaal of doorgang 11 aangebracht die zich uitstrekt tussen de binnenruimte 101 en de buitenlucht 100. De uitgang 12 van de doorgang 11 wordt hierbij afgedekt door een schuin verlopende buitenste oppervlak 13. Aan de binnenzijde van het ventilatieprofiel zijn uitsteeksels 14 aangebracht die zijn ingericht om samen te werken met een verende lip 22 van een afdekrooster 2. Het afdekrooster 2 sluit de doorgang 1 wat betreft aanzicht af. Het voorvlak 21 van het afdekrooster 2 is voorzien van een veelheid aan gaten 23, zie figuur 2, voor het doorlaten van de luchtstroom tussen de ruimte ιοί en de buitenlucht 100, zoals dat schematisch is aangegeven met de pijlen. Het afdekrooster 2 heeft zoals zichtbaar is in figuur 1 een U-vormige dwarsdoornede, waarbij de verbindingsmiddelen zich bevinden aan de benen 24, waarbij de basis van de U-vorm het luchtdoorlatende oppervlak 21 vormt.
Aangezien de ventilatie van de ruimte 101 niet altijd optimaal is, is er volgens de vinding voorzien in een ventilatie-inrichting 3 die is verbonden met het afdekrooster 2, zie figuur 3. Mede met verwijzing naar figuur 4, is de ventilatie-inrichting 3 in dit voorbeeld voorzien van vier ventilatoren 31 die in een rij zijn opgesteld. De ventilatoren 31 zijn aangebracht aan een frame 32, dat meteen de zijwanden van de ventilatie-inrichting 3 vormt. De ventilatoren 31 zijn parallel uitgelijnd langs een as A (figuur 3) en met de doorgang 11 zodat in een efficiënte luchtverplaatsing tussen de ruimte 101 en de buitenlucht 100 wordt voorzien, weer aangegeven met de pijlen. In dit voorbeeld heeft de ventilatie-inrichting een lengte L van circa 33 centimeter, een hoogte Hi van 8,4 centimeter en een diepte D van 3 centimeter. De hoogte Hi komt ongeveer overeen met de hoogte H2 en breedte van een ventilator 31, die in dit voorbeeld 8 centimeter zijn. De ventilatie-inrichting 3 is bovendien voorzien van een contact 33 voor het ontvangen van een stekker voor de stroomtoevoer en een regeleenheid 34 die de ventilatoren 31 aanstuurt. De van het ventilatierooster 1 afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting 3 is bovendien voorzien van een afdekrooster 35, zie figuur 3 (niet weergegeven in figuur 4).
Ter bevestiging van de ventilatie-inrichting 3 aan het afdekrooster 2 is de achterzijde van het frame 32 nabij de hoekpunten voorzien van bevestigingsmiddelen 36 in de vorm van schroefgaten 37. In dit voorbeeld zijn er vier groepen van schroefgaten 37 aangebracht, waarbij iedere groep zich bevindt in een hoek. De schroefgaten 37 zijn in een groep in de lengte- en breedterichting versprongen, in dit voorbeeld kruisvormige, aangebracht, zodat altijd wel één van de schroefgaten is uitgelijn met een doorgang 23 van het rooster 2 voor bevestiging met een schroef.
In figuur 6 zijn varianten weergeven van het ventilatiesysteem. In dit voorbeeld is op het schuin verlopende oppervlak 13 van het ventilatierooster 1 een zonnepaneel 4 aangebracht, die werkzaam met (schematisch aangegeven met de stippellijn 41) is verbonden met de ventilatie-inrichting 3. Het zonnepaneel fungeert hierbij als stroombron voor de ventilatie-inrichting 3.
Ook is zichtbaar dat de ventilatie-inrichting is aangebracht aan de naar het ventilatierooster 1 gerichte kant van het afdekrooster 2. In deze variant is de ventilatie-inrichting 3 verzonken aangebracht aan het afdekrooster 2, waarbij de benen 24 van de U-vorm een lengte hebben die groter is dan de diepte D van de ventilatie-inrichting 3. Aan het uiteinde van die benen 24 zijn weer de verbindingsmiddelen 22 aangebracht. In deze uitvoering kan de ventilatie-inrichting integraal zijn uitgevoerd met het afdekrooster 2.
Ook is in dit voorbeeld weergegeven dat de voorzijde van de ventilatie-inrichting 3 is voorzien van indicatiemiddelen in de vorm van een lampje dat aangeeft of de ventilatoren zijn ingeschakeld, bijvoorbeeld met een schakelaar 36.
In figuur 7 is een variant weergegeven waarbij een ventilatie-inrichting 3a zich bevindt aan de buitenzijde van het ventilatieprofiel 1. Meer specifiek is de ventilatie-inrichting 3a ingericht om te worden aangebracht nabij de uitgang 12 van de doorgang 11. De afmeting in de breedte Hi komt hierbij overeen met de breedte van het kanaal 11. In deze uitvoering is het niet nodig dat het extern aangebrachte zonnepaneel 4 met een aansluiting door de wand heen verbonden moet worden, maar de kan de aansluiting 41 eenvoudig aan de buitenzijde van de ruimte 101 plaatsvinden. In deze uitvoering staan de ventilatoren in de ventilatie-inrichting 3a weer dwars luchtstroom uit die uitgang 12 voor het verkrijgen van een efficiënte luchtverplaatsing.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen, maar strekt zich ook uit tot andere uitvoeringsvormen, die vallen binnen de reikwijdte van de aangehechte conclusies. Zo zal het duidelijk zijn dat verschillende componenten zoals die zijn getoond in met name figuur 6 (het integraal uitvoeren, het zonnepaneel etc.) ook toe te passen zijn in de andere uitvoeringen.
Claims (18)
1. Ventilatie-inrichting voorzien van ten minste één ventilator, een bevestigingsframe waaraan de ventilator is aangebracht, een werkzaam met de ventilator gekoppelde stroombron en een regeleenheid voor het aansturen van de ventilator, waarbij het bevestigingsframe is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het verbinden van de ventilatie-inrichtring met een ventilatieprofiel.
2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het verbinden van de ventilatie-inrichtring met een afdekrooster van het ventilatieprofiel waarbij een ventilatierichting van de ventilator in hoofdzaak dwars staat op het vlak van het afdekrooster.
3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, voorzien van een veelheid aan ventilatoren die zich onderling uitstrekken in een richting dwars op de ventilatierichting.
4. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3, waarbij de ventilatoren zich uitstrekken in een enkele rij.
5. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij ten minste één van de ventilatoren is ingericht voor het verplaatsen van lucht in een richting tegengesteld aan de richting van een andere ventilator, waarbij de regeleenheid is ingericht voor het onafhankelijk aansturen van de ten minste twee tegengestelde ventilatoren.
6. Ventilatie-inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen schroefgaten omvatten.
7. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 6, waarbij de bevestigingsmiddelen een veelheid aan gegroepeerde schroefgaten omvatten.
8. Afdekrooster voor bevestiging aan een ventilatieprofiel dat is ingericht om te worden aangebracht in een wand, in het bijzonder in een kozijn voorzien van een raam, van een ruimte voor het ventileren van die ruimte door een zich door het profiel uitstrekkende doorgang, waarbij het afdekrooster is voorzien van met het ventilatieprofiel samenwerkende verbindingsmiddelen en waarbij het afdekrooster voorts is voorzien van een ventilatie-inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies. 9· Afdekrooster volgens conclusie 8, waarbij de ventilatie-inrichting is aangebracht aan de buitenzijde van het rooster, in een richting van het ventilatieprofiel af.
10. Afdekrooster volgens conclusie 8, waarbij de ventilatie-inrichting is aangebracht aan de binnenzijde van het rooster, in de richting van het ventilatieprofiel.
11. Afdekrooster volgens conclusie 10, waarbij het rooster een hoofdzakelijk U-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij de uiteinden van de benen van de U-vorm de met het ventilatieprofiel samenwerkende verbindingsmiddelen omvatten, en waarbij de benen ten minste overeenkomt met de diepte van de ventilatie-inrichting.
12. Afdekrooster volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de ventilatie-inrichting integraal is uitgevoerd met het afdekrooster.
13. Ventilatieprofiel dat is ingericht om te worden aangebracht in een wand, in het bijzonder in een kozijn voorzien van een raam, van een ruimte voor het ventileren van die ruimte door een zich door het profiel uitstrekkende doorgang, waarbij het ventilatieprofiel optioneel is voorzien van afsluitmiddelen, zoals een klep of een ton, die zijn ingericht voor het afsluiten en openen van de doorgang, waarbij het ventilatieprofiel voorts een ventilatie-inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies omvat, waarbij de ventilatie-inrichting is ingericht voor het verplaatsen van lucht door de doorgang.
14. Ventilatieprofiel volgens conclusie 13, waarbij het ventilatieprofiel aan de zijde van de ruimte voorts een afdekrooster volgens ten minste één van de voorgaande conclusies omvat voor het afdekken van de doorgang.
15. Ventilatieprofiel volgens conclusie 13, waarbij de ventilatie-inrichting is aangebracht in de doorgang, in het bijzonder nabij de buitenzijde daarvan.
16. Ventilatieprofiel volgens conclusie 13,14 of 15, voorts omvattende ten minste één aan de buitenzijde aangebracht zonnepaneel als stroombron voor de ventilatie-inrichting.
17. Ventilatieprofiel volgens conclusie 16, waarbij de regeleenheid is ingericht voor het automatisch aan- en uitschakelen van de ventilator in afhankelijkheid van het door het zonnepaneel opgewekte vermogen.
18. Kozijn voorzien van een ventilatieprofiel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies.
19. Gebouw en/of ruimte voorzien van een ventilatieprofiel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2013870A NL2013870B1 (nl) | 2014-11-25 | 2014-11-25 | Ventilatie-inrichting. |
PCT/NL2015/050827 WO2016085340A2 (en) | 2014-11-25 | 2015-11-25 | Ventilation device |
EP15839074.0A EP3224443B1 (en) | 2014-11-25 | 2015-11-25 | Ventilation profile with ventilation device |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2013870A NL2013870B1 (nl) | 2014-11-25 | 2014-11-25 | Ventilatie-inrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2013870B1 true NL2013870B1 (nl) | 2016-10-11 |
Family
ID=55442849
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2013870A NL2013870B1 (nl) | 2014-11-25 | 2014-11-25 | Ventilatie-inrichting. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3224443B1 (nl) |
NL (1) | NL2013870B1 (nl) |
WO (1) | WO2016085340A2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN108412373A (zh) * | 2017-02-09 | 2018-08-17 | 张健 | 可过滤空气式窗户 |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2316634A (en) * | 1940-03-26 | 1943-04-13 | Victor Electric Products Inc | Ventilating fan |
US4773310A (en) * | 1986-12-01 | 1988-09-27 | Howard Corwin | Fan ventilator having multiple modes of operation |
DE3828852A1 (de) * | 1988-08-25 | 1990-03-08 | Heinrich Dipl Ing Krage | Lueftungseinrichtung |
DE9002208U1 (de) | 1990-02-24 | 1991-07-04 | Siegenia-Frank Kg, 5900 Siegen | Lüftungsvorrichtung für Räume |
GB9321852D0 (en) | 1993-10-22 | 1993-12-15 | Smiths Industries Plc | Assemblies |
US5497126A (en) | 1993-11-09 | 1996-03-05 | Motorola, Inc. | Phase synchronization circuit and method therefor for a phase locked loop |
US6579169B1 (en) * | 2002-07-08 | 2003-06-17 | Bold Technologies, Inc. | Window fan assembly |
-
2014
- 2014-11-25 NL NL2013870A patent/NL2013870B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2015
- 2015-11-25 WO PCT/NL2015/050827 patent/WO2016085340A2/en active Application Filing
- 2015-11-25 EP EP15839074.0A patent/EP3224443B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2016085340A2 (en) | 2016-06-02 |
WO2016085340A3 (en) | 2016-07-21 |
EP3224443B1 (en) | 2020-02-26 |
EP3224443A2 (en) | 2017-10-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP3078917B1 (en) | Ceiling-mounted air-conditioner indoor-unit system | |
US9598895B2 (en) | Door sealing system | |
US10948216B2 (en) | Ventilation device | |
US7059958B2 (en) | Elevator cabin with integrated ventilation system | |
NL2013870B1 (nl) | Ventilatie-inrichting. | |
CA3031307A1 (en) | Improvements to open display refrigerators | |
WO2020199569A1 (zh) | 一种送风机构及空调器 | |
CN204027135U (zh) | 用于风冷冰箱的冷风切换装置 | |
KR20160047794A (ko) | 실내외 환경에 따라 자동으로 개폐 가능한 루버장치 | |
KR101396991B1 (ko) | 간접조명용 프로파일 | |
USD879939S1 (en) | Air-conditioning outlet | |
KR101332486B1 (ko) | 공조장치 덕트용 선형 취출구 | |
CN113654106B (zh) | 空调器 | |
KR20160015856A (ko) | 차단 성능이 극대화된 토출각도 자동 조절형 에어커튼 시스템 | |
CN104089446A (zh) | 用于风冷冰箱的冷风切换装置 | |
RU123122U1 (ru) | Решетка вентиляционная | |
KR101286457B1 (ko) | 주차장용 배기가스 다단 유인팬 | |
EP3032184B1 (en) | Air supply element | |
CN203771640U (zh) | 一种天花顶灯盘送风箱 | |
RU113562U1 (ru) | Вентиляционная решетка | |
KR20060100065A (ko) | 공기 조화기의 실외기의 공기 배출 구조 | |
EP3517852A1 (en) | Diffuser for air conditioning installations | |
NL2017919B1 (nl) | Ventilatie-inrichting | |
JP2019045121A (ja) | 浴室暖房装置 | |
KR101455569B1 (ko) | 디퓨저 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20211201 |