NL2013296B1

NL2013296B1 - Systeem voor het distribueren van elektrische energie.

Info

Publication number: NL2013296B1
Application number: NL2013296A
Authority: NL
Inventors: David Stokman Henricus
Original assignee: Citytec B V; David Stokman Henricus
Priority date: 2014-08-01
Filing date: 2014-08-01
Publication date: 2016-09-21
Also published as: US20170255913A1; US10592879B2; JP6712269B2; CN107005084B; WO2016018143A2; EP3195437B1; BR112017002134A2; CN107005084A; WO2016018143A3; EP3195437A2; KR20170076646A; JP2017524333A

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het distribueren van elektrische energie, omvattende een elektriciteitsnetwerk, ingericht voor het aan eindgebruikers leveren van elektrische energie, met het kenmerk dat het netwerk op een gelijkspanning wordt bedreven. Teneinde het gebruik van een dergelijk netwerk te faciliteren, stelt de uitvinding voorts een beveiligingsinrichting voor het bovengenoemde systeem voor, ingericht voor het detecteren van verandering van een vermogensopname aan de aansluiting van een eindgebruiker en het begrenzen van de vermogensopname aan de aansluiting van de eindgebruiker indien de verandering groter is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde.

Description

Systeem voor het distribueren van elektrische energie

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het uitwisselen van elektrische energie. Dergelijke systemen, in het algemeen bekend als elektriciteitsdistributienetten, zijn alom bekend. Sinds jaar en dag wordt elektrische energie vanaf het punt waar deze wordt opgewekt naar de eindgebruiker getransporteerd via dergelijke netten, waarbij in de regel geldt dat er een hoge wisselspanning gebruikt wordt vanaf het opwekpunt tot aan een verdeelpunt nabij de eindgebruiker, en de verdere distributie vanaf daar met een midden en laagspanningsnet wordt gevoerd. In de praktijk zijn dit nagenoeg overal ter wereld wisselspanningsnetten, waarbij een frequentie van 50 a 60 Hz toegepast wordt. Om redenen van standaardisatie, en de overtuiging die er van oudsher heerst dat er aan deze manier van energie distribueren nu eenmaal voordelen kleven, die met name liggen in de mogelijkheid tot beveiligen en geringe transportverliezen, heeft een opmars van gelijkspanningsdistributie nooit plaatsgevonden.

Het is echter een doel van de onderhavige uitvinding een alternatief te bieden voor de hiervoor genoemde wisselstroomdistributie en in het bijzonder om een aantal al dan niet vermeende nadelen die daaraan kleven op te heffen.

De onderhavige uitvinding stelt daartoe een systeem voor het distribueren van elektrische energie voor, omvattende een elektriciteitsnetwerk, ingericht voor het aan eindgebruikers leveren van elektrische energie, welk netwerk op een gelijkspanning wordt bedreven.

Teneinde het gebruik van een dergelijk netwerk te faciliteren, stelt de uitvinding voorts een beveiliging sinrichting voor het bovengenoemde systeem voor, ingericht voor het detecteren van verandering van een vermogensopname aan de aansluiting van een eindgebruiker en het begrenzen van de vermogensopname aan de aansluiting van de eindgebruiker indien de verandering groter is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde. In tegenstelling tot de gebruikelijke beveiligingsinrichtingen waarin een drempelwaarde voor stroom of spanning wordt gehanteerd, geschiedt detectie van een onregelmatigheid, zoals een onbeoogde kortsluiting of anderszins te hoog opgenomen vermogen door het detecteren van een te grote stijging van afgenomen vermogen, bijvoorbeeld een te grote stijging van opgenomen stroom. In het bijzonder wanneer zo’n stijging plotsklaps plaatsvindt, en er dus een stap zichtbaar is in de grafiek van de vermogensafname, wordt volgens de uitvinding geconstateerd dat er een onregelmatigheid optreedt.

Zo’n stapvorm valt goed te detecteren door een frequentieanalyse van het opgenomen vermogen bij te houden. Een stapvorm omvat namelijk een groot aantal harmonischen die bij een geleidelijke overgang niet voorkomen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de beveiligingsinrichting dan ook ingericht voor het detecteren van een verandering op basis van de gemeten aanwezigheid van harmonische stroom- of spanningscomponenten. Daarnaast kan deze ingericht zijn voor het detecteren van het opgenomen vermogen en het begrenzen of afschakelen van de aansluiting van de eindgebruiker indien het opgenomen vermogen groter is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde.

In het HF tijdsdomein is er geen vermogen beschikbaar, in het LF (laagfrequent) tijdsdomein is er wel vermogen beschikbaar. Dus gebruiker mag niet inschakelen volgens een blokgolf methode maar met een rampup methode. Kortom er mogen geen harmonische HF (hoogfrequent) signalen aanwezig zijn, want dan is er een fout.

In een kort tijdsmoment is er geen vermogen beschikbaar. Bijvoorbeeld bij een kortsluiting. Als er een stroom van 10A loopt en er ontstaat een kortsluiting dan loopt er nog steeds 10A bij 0 volt, dat is 0 Watt. Als de de stroom oploopt wordt er op dat moment afgeschakeld, waardoor er geen vonk, vlamboog, of warmteontwikkeling plaatsvindt.

De oplossing voor DC volgens de stand van de techniek in de markt is om de fout te laten escaleren waardoor het zwakste component het begeeft, meestal een vorm van zekering die defect raakt, met als nadeel dat ook regelmatig halfgeleiders defect raken. De onderhavige uitvinding maakt het mogelijk om een efficiënte en betrouwbare infrastructuur te bouwen. Het gedrag is in normale situatie een zogenaamd hard net, dat wil zeggen dat gebruikers binnen hun toegestane range vermogen kunnen opnemen. Mochten er echter onverwachtse stromen optreden dan wordt dit gezien als een fout en zal de desbetreffende LVDC verbinding energie-vrij worden.

De beveiliging is zodanig ingericht dat er gekeken wordt naar het HF stroom gedrag met een absolute nominaal beveiliging. Dit heeft als consequentie dat gebruikers moeten voldoen aan een bepaald inschakel gedrag om zorg te dragen dat de beveiliging niet aanspreekt.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het verrekenen van energieverbruik binnen een systeem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk, een aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, een aansluiting voor datacommunicatie met een beheerder van het elektriciteitsnetwerk, een met de aansluiting voor afname en met de aansluiting voor datacommunicatie verbonden bemeteringsinrichting, ingericht voor het registreren van de op het afnamepunt opgenomen hoeveelheid elektrische energie; en het registreren van het moment van opname van de elektrische energie; een met de bemeteringsinrichting en met de aansluiting voor datacommunicatie verbonden dataverwerkingseenheid, ingericht voor het via de aansluiting voor datacommunicatie vaststellen van het aan de aansluiting voor afname beschikbare elektrisch vermogen, het via de verbinding met de bemeteringsinrichting vaststellen van het afgenomen vermogen, en het aan een uitgang voor data-afgifte beschikbaar stellen van de hoogte van het aan de aansluiting voor afname beschikbare elektrisch vermogen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is deze inrichting voor het verrekenen van energieverbruik gekoppeld aan een bedieningsorgaan, dat is ingericht voor het instellen van een streefwaarde voor de opgenomen elektrische energie, het afnemen van de streefwaarde aan elektrische energie, het toevoeren van elektrische energie aan een met het bedieningsorgaan gekoppelde energiebuffer indien de daadwerkelijk opgenomen elektrische energie door met het bedieningsorgaan verbonden gebruikers kleiner is dan de streefwaarde; en het betrekken van elektrische energie van de met het bedieningsorgaan gekoppelde energiebuffer indien de daadwerkelijk opgenomen elektrische energie door met het bedieningsorgaan verbonden gebruikers groter is dan de streefwaarde.

De inrichting biedt het voordeel dat er een strikte scheiding (althans wat betreft data) is tussen leverancier(netbeheerder) en afnemer (klant) met als gevolg maximale privacy. De leverancier kan alleen verbruiks gegevens inzien en beschikbaar vermogens communiceren terwijl de gebruiker vrij is in de keuze om het beschikbare vermogen te accepteren of niet. Indien er gebruik gemaakt wordt van een bedieningspaneel kan er door de consument een constant gebruik worden gecreëerd waardoor elk gebruiksprofiel niet te achterhalen is. Daarbij is de communicatie marktconform en energie-aanbod-gestuurd in plaats van energie-vraag-gestuurd zoals binnen de stand van de techniek. Een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting waarbij er in serie met een eerste pool van de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting een meetinrichting is opgenomen, voor het meten van een stroomsterkte, en waarbij er een controller voorzien is voor het op basis van het meetsignaal verbreken van de verbinding tussen de aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk en de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, en waarbij er in serie met een tweede pool een spoel is opgenomen, voor het tegengaan van snelle fluctuaties in de stroomsterkte.

Deze spoel beschermt de halfgeleiders en heeft daartoe een waarde die groot genoeg is om te zorgen dat er bij een sluiting de stroom nog niet veranderd is binnen de tijd die de controller nodig heeft om te meten. Tijdens de kortsluiting zal de stroom toenemen in de tijd, afhankelijk van de waarde van de spoel. Als de stroom boven een drempelwaarde uitkomt wordt de wordt de elektronische schakelaar geopend. De stroom die er op dat moment loopt wordt dan overgenomen door de diode. Op dat moment is de spanning gelijk aan de spanningsval over de diode, welke in de regel kleiner dan één Volt is. Indien er elektrische boogvorming optreedt in het net zullen er harmonische stromen worden opgewekt.

In het bijzonder verbindt de controller bij het verbreken van de verbinding tussen de aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk en de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting verbindt met een power-supply.

Weer een volgend aspect van de onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het voorkomen van corrosie van metalen bewapeningsdelen in gebouwen in de nabijheid van een systeem zoals hierboven genoemd, omvattende een meetinrichting voor het vaststellen van een stroom, in het bijzonder een lekstroom, door een metalen bewapeningsdeel, en een inrichting voor het injecteren van een stroom in het systeem, waarbij een besturingsinrichting voorzien is voor het zodanig injecteren van de stroom dat de stroom door het metalen bewapeningsdeel nihil wordt.

Lekstromen bij DC kunnen corrosie veroorzaken. Echter door de lekstromen te compenseren in het aardsysteem, kan bijvoorbeeld in parkeergarages het betonijzer beschermd worden door de aardingsconfiguratie, met als gevolg dat een slechte DC eigenschap nu mee werkt aan het beschermen van gebouwen of constructies.

Voorts voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het kalibreren van een lekstroomdetectieinrichting voor gebruik in een systeem volgens conclusie 1, omvattende de stappen van het tijdens bedrijf injecteren van een bekende teststroom; het meten van een de respons; het als lekstroom aanmerken van de respons die niet gecorreleerd is aan de teststroom; het als fout aanmerken van een vervolgens gemeten stroom die afwijkt van de lekstroom en het om een vooraf bepaald interval herhalen van de voorgaande stappen.

Een groot probleem bij DC lekstroom detectie was tot dusver dat er moeilijk verschil tussen offset veroorzaakt door een defect en lekstroom gedetecteerd kan worden.

Dit wordt opgelost door de onderhavige uitvinding, door er een bekende positieve en negatieve lekstroom tijdens bedrijf te injecteren om zo te kunnen zien of het systeem werkt. Tijdens uit positie wordt het systeem gekalibreerd op offset en tijdens aan fase wordt er gecontroleerd op correct lek meting. Zodat men met een hoge betrouwbaarheid kan stellen dat het systeem operationeel is, er kan worden gekozen om dit elke uur te doen zodat het aardlek systeem continue gecontroleerd wordt.

Weer een ander aspect van de onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het bepalen van de volgorde van elektrische elementen in een laddemetwerk, waarbij de elektrische elementen voorzien zijn van een meetinrichting voor het meten van de spanning die ze wordt aangeboden en een communicatieinrichting voor het via hun vermogensaansluiting aansluiting communiceren van ten minste de gemeten spanning en een unieke code aan een besturingsinrichting, en welke zijn ingericht voor het via de communicatieinrichting ontvangen van in- of uitschakelinstructies,omvattende het voorafgaand aan plaatsing in de ladder aanbieden van een referentiespanning aan elk van de elektrische elementen, het in het laddemetwerk plaatsen van de elektrische elementen, het door de besturingsinrichting detecteren van de unieke codes van de aanwezige elektrische elementen, het door de besturingsinrichting een voor een in- en uitschakelen van de elektrische elementen, en het ontvangen van de door de elektrische elementen gemeten spanning en het bepalen van de volgorde waarin de elektrische elementen zitten in de ladder op basis van de stelregel hoe hoger de gemeten spanning hoe dichter bij de spanningsbron.

De uitvinding zal nu in meer detail worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren. Hierin toont:

Figuur 1 een inrichting voor het verrekenen van energieverbruik;

Figuur 2 toont een detail van een inrichting volgens figuur 1;

Figuur 3 toont een beveiligingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 4 toont een inrichting voor het voorkomen van corrosie van metalen bewapeningsdelen in gebouwen;

Figuur 5a toont een inrichting en grafieken van stroomverloop tijdens een werkwijze voor het kalibreren van een lekstroomdetectie;

Figuur 5b toont een grafiek met daarin aangegeven wanneer er een fout wordt geconstateerd;

Figuur 5c toont een DC protectie systeem met communicatie;

Figuur 5d toont een veilig inschakelcircuit dat er voor zorgt dat gebruikers bij een kortsluitvrij net gebruikers kunnen inschakelen;

Figuur 5e toont een schakeling die het mogelijk maakt een kortsluitvrij net te realiseren;

Figuren 6a en 6b tonen een werkwijze voor het bepalen van de volgorde van elektrische elementen in een laddemetwerk; en

Figuren 7a-c tonen een consumentenaansluiting waarin elektrische apparaten zijn aangesloten middels een USB aansluiting.

Figuur 1 toont een inrichting 1 voor het verrekenen van energieverbruik, omvattende een aansluiting 2 voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk 3, een aansluiting 4 voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, een aansluiting 5 voor datacommunicatie met een beheerder van het elektriciteitsnetwerk, een met de aansluiting voor afname en met de aansluiting voor datacommunicatie verbonden bemeteringsinrichting 6, ingericht voor het registreren van de op het afnamepunt opgenomen hoeveelheid elektrische energie; en het registreren van het moment van opname van de elektrische energie; een met de bemeteringsinrichting en met de aansluiting voor datacommunicatie verbonden dataverwerkingseenheid 7, ingericht voor het via de aansluiting voor datacommunicatie vaststellen van het aan de aansluiting voor afname beschikbare elektrisch vermogen, het via de verbinding met de bemeteringsinrichting vaststellen van het afgenomen vermogen, en het aan een uitgang voor data-afgifte beschikbaar stellen van de hoogte van het aan de aansluiting voor afname beschikbare elektrisch vermogen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is deze inrichting voor het verrekenen van energieverbruik gekoppeld aan een bedieningsorgaan 8, dat is ingericht voor het instellen van een streefwaarde voor de opgenomen elektrische energie, het afnemen van de streefwaarde aan elektrische energie, het toevoeren van elektrische energie aan een met het bedieningsorgaan gekoppelde energiebuffer indien de daadwerkelijk opgenomen elektrische energie door met het bedieningsorgaan verbonden gebruikers kleiner is dan de streefwaarde; en het betrekken van elektrische energie van de met het bedieningsorgaan gekoppelde energiebuffer indien de daadwerkelijk opgenomen elektrische energie door met het bedieningsorgaan verbonden gebruikers groter is dan de streefwaarde.

Figuur 2 toont een detail 9 van een systeem volgens figuur 1, waarin zogenaamd congestie management gepleegd wordt. Er is een constante aanvoer, volledig planbaar/instelbaar. Vanuit het net wordt een constant vermogen beschikbaar gesteld met een gegarandeerde ondergrens waarde, eventueel aangevuld met “happy hour” vermogen, hierdoor wordt een “slimme net” gebouwd achter de meter (binnen de aangegeven cirkel) i.p.v. van voor de meter. Hiermee word bereikt dat elke apparaat volgens een prioriteit schema vermogen afneemt. Er is geen master in het systeem, elk apparaat bevat intelligentie.

Figuur 3 toont een beveiligingsinrichting 10 volgens de onderhavige uitvinding waarbij er in serie met een eerste pool 11 van de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting een meetinrichting 12 is opgenomen, voor het meten van een stroomsterkte, en waarbij er een controller 13 voorzien is voor het op basis van het meetsignaal verbreken van de verbinding tussen de aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk en de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, en waarbij er in serie met een tweede pool 14 een spoel 15 is opgenomen, voor het tegengaan van snelle fluctuaties in de stroomsterkte.

De controller verbindt bij het verbreken van de verbinding tussen de aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk en de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting met een power-supply. Figuur 4 toont een inrichting 16 voor het voorkomen van corrosie van metalen bewapeningsdelen in gebouwen, omvattende een meetinrichting 17 voor het vaststellen van een stroom, in het bijzonder een lekstroom, door een metalen bewapeningsdeel 18, en een inrichting 19 voor het injecteren van een stroom in het systeem, waarbij een besturingsinrichting voorzien is voor het zodanig injecteren van de stroom dat de stroom door het metalen bewapeningsdeel nihil wordt. De met AgS04 aangemerkte eenheid betreft een reverence cel die gebruikt wordt binnen de inrichting om galvanische potentialen te meten. Geschikt zijn zowel zilver sulfaat exemplaar als koper sulfaat.

Figuur 5a toont een inrichting en grafieken van stroomverloop tijdens een werkwijze voor het kalibreren van een lekstroomdetectie, omvattende de stappen van het tijdens bedrijf injecteren van een bekende teststroom, het meten van een de respons; het als lekstroom aanmerken van de respons die niet gecorreleerd is aan de teststroom; het als fout aanmerken van een vervolgens gemeten stroom die afwijkt van de lekstroom en het om een voorafbepaald interval herhalen van de voorgaande stappen.

Figuur 5c toont een DC protectie systeem met communicatie bestaande uit een power line communicatie (PLC), overstroom beveiliging, kortsluit beveiliging, aardlek beveiliging.

Figuur 5d toont een veilig inschakel circuit dat er voor zorgt dat gebruikers bij een kortsluitvrij net gebruikers kunnen inschakelen.

Figuur 5e toont een schakeling die het mogelijk maakt een kortsluitvrij net te realiseren. Gebruikers kunnen middels deze schakeling inschakelen zonder kortsluitvermogen, normaal is dat niet mogelijk, nu wel omdat de voorwaarden gedefinieerd zijn, de stroom is volledig in het LF gebied waardoor de beveiliging niet ingrijpt, de stroom is volledig onder controle, en werkt volgens de rampup methode.

Figuren 6a en 6b tonen een werkwijze voor het bepalen van de volgorde van elektrische elementen in een laddernetwerk, waarbij de elektrische elementen voorzien zijn van een meetinrichting voor het meten van de spanning die ze wordt aangeboden en een communicatieinrichting voor het via hun vermogensaansluiting aansluiting communiceren van ten minste de gemeten spanning en een unieke code aan een besturingsinrichting, en welke zijn ingericht voor het via de communicatieinrichting ontvangen van in- of uitschakelinstructies,omvattende het voorafgaand aan plaatsing in de ladder aanbieden van een referentiespanning aan elk van de elektrische elementen, het in het laddernetwerk plaatsen van de elektrische elementen, het door de besturingsinrichting detecteren van de unieke codes van de aanwezige elektrische elementen, het door de besturingsinrichting een voor een in- en uitschakelen van de elektrische elementen, en het ontvangen van de door de elektrische elementen gemeten spanning en het bepalen van de volgorde waarin de elektrische elementen zitten in de ladder op basis van de stelregel hoe hoger de gemeten spanning hoe dichter bij de spanningsbron. De binnenkomende DC spanning wordt gemeten met een low power controller. Elk device op zich bevat een ADC, deze ADC die wordt gekalibreerd door een source. Daarna wordt een willekeurig device aangeschakeld en er wordt opnieuw genieten. De afwijking tussen de waarden geeft het spanningsverschil aan (bijv 16 bits nauwkeurig) aan de hand hiervan wordt de ID volgorde op de bus bepaald. Deze nummers kunnen gebruikt worden voor lokatiebepaling.

Figuren 7a-c tonen een consumentenaansluiting waarin elektrische apparaten zijn aangesloten middels een USB aansluiting, waarover vermogens en data-overdracht plaatsvindt.

De kleine gebruikers worden gevoed door een USB PD 1.0 aansluiting. Binnen deze standaard is er een aantal power profielen beschikbaar nu tot 100W vastgelegd; deze kunnen in de toekomst worden uitgebreid naar bijvoorbeeld 60V bij 5A wat een vermogen kan opleveren van 300W. Er wordt gekozen om met een veilige lage spanning een niet net te maken speciaal voor USB voeding en in het aansluitpunt een niet geïsoleerde DC/DC te plaatsen deze zijn zeer compact en efficiënt waardoor deze ingebouwd kunnen worden. De USB aansluiting kan voorts zijn ingericht om data beschikbaar te stellen voor een televisie of computer waardoor alle apparaten een enkelvoudige verbinding nodig hebben. Dat kan bijvoorbeeld ook een schemerlamp zijn die via het netwerk bediend kan worden. Er wordt met een hoofdvoeding gewerkt en lokaal met kleine voedingen om vermogen te voorzien in combinatie met de USB data dat zich als Ethernet gedraagt. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat een laptop voorzien wordt van ethernet (TCP/IP) en power vanuit de USB PD dus elke gebruiker is dan verbonden met ethernet waardoor domotica en power voorziening is gecombineerd.

De hierboven genoemde voorbeelden zijn louter illustratief en dienen geenszins tot beperking van de beschermingsomvang van de onderhavige aanvrage, zoals gedefinieerd in de navolgende claims.

Claims

1. Systeem voor het distribueren van elektrische energie, omvattende: Een elektriciteitsnetwerk, ingericht voor het aan eindgebruikers leveren van elektrische energie, met het kenmerk Dat het netwerk op een gelijkspanning wordt bedreven.

2. Beveiligingsinrichting voor een systeem volgens conclusie 1, ingericht voor het detecteren van verandering van een vermogensopname aan de aansluiting van een eindgebruiker en het begrenzen van de vermogensopname aan de aansluiting van de eindgebruiker indien de verandering groter is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde.

3. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 2, ingericht voor het detecteren van een verandering op basis van de gemeten aanwezigheid van harmonische stroom- of spanningscomponenten.

4. Beveiligingsinrichting volgens conclusie 2 of 3, tevens ingericht voor het detecteren van het opgenomen vermogen en het begrenzen of afschakelen van de aansluiting van de eindgebruiker indien het opgenomen vermogen groter is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde.

5. Inrichting voor het verrekenen van energieverbruik binnen een systeem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende: Een aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk; Een aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting; een aansluiting voor datacommunicatie met een beheerder van het elektriciteitsnetwerk; een met de aansluiting voor afname en met de aansluiting voor datacommunicatie verbonden bemeteringsinrichting, ingericht voor: o het registreren van de op het afnamepunt opgenomen hoeveelheid elektrische energie; en o het registreren van het moment van opname van de elektrische energie; een met de bemeteringsinrichting en met de aansluiting voor datacommunicatie verbonden dataverwerkingseenheid, ingericht voor: o het via de aansluiting voor datacommunicatie vaststellen van het aan de aansluiting voor afname beschikbare elektrisch vermogen; o het via de verbinding met de bemetering sinrichting vaststellen van het afgenomen vermogen; o het aan een uitgang voor data-afgifte beschikbaar stellen van de hoogte van het aan de aansluiting voor afname beschikbare elektrisch vermogen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, gekoppeld aan een bedieningsorgaan, dat is ingericht voor: het instellen van een streefwaarde voor de opgenomen elektrische energie, het afnemen van de streefwaarde aan elektrische energie, het toevoeren van elektrische energie aan een met het bedieningsorgaan gekoppelde energiebuffer indien de daadwerkelijk opgenomen elektrische energie door met het bedieningsorgaan verbonden gebruikers kleiner is dan de streefwaarde; en het betrekken van elektrische energie van de met het bedieningsorgaan gekoppelde energiebuffer indien de daadwerkelijk opgenomen elektrische energie door met het bedieningsorgaan verbonden gebruikers groter is dan de streefwaarde.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij er in serie met een eerste pool van de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting een meetinrichting is opgenomen, voor het meten van een stroomsterkte, en waarbij er een controller voorzien is voor het op basis van het meetsignaal verbreken van de verbinding tussen de aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk en de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, en waarbij er in serie met een tweede pool een spoel is opgenomen, voor het tegengaan van snelle fluctuaties in de stroomsterkte.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de controller bij het verbreken van de verbinding tussen de aansluiting voor afname van elektrische energie van een elektriciteitsnetwerk en de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting, de aansluiting voor afgifte van elektrische energie aan een consumentenaansluiting verbindt met een power-supply.

9. Inrichting voor het voorkomen van corrosie van metalen bewapeningsdelen in gebouwen in de nabijheid van een systeem volgens conclusie 1, omvattende een meetinrichting voor het vaststellen van een stroom, in het bijzonder een lekstroom, door een metalen bewapeningsdeel, en een inrichting voor het injecteren van een stroom in het systeem, waarbij een besturingsinrichting voorzien is voor het zodanig injecteren van de stroom dat de stroom door het metalen bewapeningsdeel nihil wordt.

10. Werkwijze voor het kalibreren van een lekstroomdetectieinrichting voor gebruik in een systeem volgens conclusie 1, omvattende de stappen van: - Het tijdens bedrijf injecteren van een bekende teststroom; - Het meten van een de respons; - Het als lekstroom aanmerken van de respons die niet gecorreleerd is aan de teststroom; - Het als fout aanmerken van een vervolgens gemeten stroom die afwijkt van de lekstroom; - het om een voorafbepaald interval herhalen van de voorgaande stappen.

11. Werkwijze voor het bepalen van de volgorde van elektrische elementen in een laddernetwerk, waarbij de elektrische elementen voorzien zijn van een meetinrichting voor het meten van de spanning die ze wordt aangeboden en een communicatieinrichting voor het via hun vermogensaansluiting aansluiting communiceren van ten minste de gemeten spanning en een unieke code aan een besturingsinrichting, en welke zijn ingericht voor het via de communicatieinrichting ontvangen van in- of uitschakelinstructies,omvattende: - Het voorafgaand aan plaatsing in de ladder aanbieden van een referentiespanning aan elk van de elektrische elementen; - Het in het laddernetwerk plaatsen van de elektrische elementen; - Het door de besturingsinrichting detecteren van de unieke codes van de aanwezige elektrische elementen; - Het door de besturingsinrichting een voor een in- en uitschakelen van de elektrische elementen, en het ontvangen van de door de elektrische elementen gemeten spanning; - Het bepalen van de volgorde waarin de elektrische elementen zitten in de ladder op basis van de stelregel hoe hoger de gemeten spanning hoe dichter bij de spanningsbron.

12. Gebruikersaansluiting voor gebruik in een systeem volgens conclusie 1, voorzien van USB aansluitingen voor elektrische apparaten, welke USB aansluiting is ingericht voor vermogens en data-overdracht.