NL2012702B1

NL2012702B1 - A structure, assembly of a structure and at least one plant pot, building blocks for or of the structure, a method of building the structure and an inserting device.

Info

Publication number: NL2012702B1
Application number: NL2012702A
Authority: NL
Inventors: Visser Anthony
Original assignee: Waterwick B V
Priority date: 2014-04-28
Filing date: 2014-04-28
Publication date: 2016-07-18
Also published as: NL2012702A; CN106455497A; WO2015167324A1

Claims

1. Een structuur, omvattende: - bouwblokken; en koppelingen, welke zijn geconfigureerd om de bouwblokken te koppelen, waarbij tenminste een van de bouwblokken omvat: tenminste een accommodatie voor een planten pot, welke is geconfigureerd voor het accommoderen van een hier in te plaatsen planten pot; en een vloeistofreservoir

2. De structuur volgens conclusie 1, waarbij tenminste een van de bouwblokken is geassocieerd met meer dan een van de koppelingen, en op elkaar gestapelde bouwblokken in de structuur zijn gekoppeld in een verspringende configuratie ten opzichte van een opwaartse richting.

3. De structuur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de koppelingen zijn geïntegreerd in de bouwblokken.

4. De structuur volgens conclusie 3, waarbij tenminste een van de bouwblokken tenminste een depressie omvat in een bodem daarvan, waarbij de tenminste ene depressie tenminste een deel van het reservoir en een van de koppelingen vormt.

5. De structuur volgens conclusie 4, waarbij de tenminste ene van de bouwblokken twee of meer depressies omvat.

6. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: tenminste een onderste bouwblok bij een onderzijde van de structuur, welke een vloeistofreservoir omvat zonder accommodatie voor een plantenpot.

7. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: tenminste een bouwblok, bij voorkeur bij een bovenzijde in de structuur, dat een vloeistofreservoir omvat, zonder accommodatie voor een plantenpot, in een zijwand daarvan.

8. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: tenminste een bovenste bouwblok bij een bovenzijde in de structuur, welke open is bij een bovenzijde daarvan; en een deksel, dat tenminste een accommodatie voor een plantenpot omvat, om de open bovenzijde daarvan af te dekken.

9. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: een inzetstuk, dat is enerzijds is aangepast aan de accommodatie voor de plantenpot en anderzijds aan een van een aantal plantenpotten, welke zijn bedoeld om te worden geplaatst in de accommodatie voor de plantenpot.

10. De structuur volgens conclusie 9, waarbij het inzetstuk een houder omvat voor een plantenpot, welke de oriëntatie daarvan definieert in of ten opzichte van de structuur, alsmede een wandsegment ter aanvulling van een zijwanddeel van een zijwand van het bouwblok, dat de accommodatie voor de plantenpot omvat.

11. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: een inzetstuk, waarbij het tenminste ene bouwblok de accommodatie voor de plantenpot omvat onder een in hoofdzaak zijdelingse of schuine oriëntatie ten opzichte van een opwaartse oriëntatie van de structuur.

12. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: een doorvoersysteem voor vloeistof.

13. De structuur volgens conclusie 12, omvattende een terugvoer om een vloeistof circulatiesysteem te vormen in combinatie met het doorvoersysteem.

14. De structuur volgens conclusie 12 of 13, waarbij een toevoer voor vloeistof samenhangt met tenminste een bouwblok bij of nabij een bovenzijde van de structuur.

15. De structuur volgens conclusie 12,13 of 14, waarbij tenminste een van de bouwblokken met ten minste een ondergelegen bouwblok in de structuur een overloop omvat bij of boven het reservoir naar het ondergelegen bouwblok in de structuur.

16. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, verder omvattende: een elektrische voedingsbron oma waarbij tenminste één van de bouwblokken een licht armatuur of een verbinding van het licht armatuur omvat.

17. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste een van de bouwblokken een modulaire configuratie heeft.

18. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste een van de bouwblokken een uitlijning omvat, welke is geconfigureerd om een op geplaatst bouwblok te oriënteren tijdens het samenstellen van de bouwblokken ten opzichte van het bouwblok met de uitlij ning.

19. De structuur volgens conclusie 18, waarbij de uitlijning een stang omvat, die in te brengen is in een uitsparing, en waarbij de stang zich in een samengestelde toestand in een opwaartse richting uitstrekt.

20. De structuur volgens conclusie 19, waarbij de stang op en neer beweegbaar is in de uitsparing, en is verbonden met een drijver inrichting, door een wand van een bijbehorende van de bouwblokken heen, om een indicator van het watemiveau te vormen.

21. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, waarbij de bouwblokken omvatten: bouwblokken met een kortere lengte in een breedte richting van de structuur en bouwblokken met een langere lengte in deze richting.

22. De structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies, waarbij de structuur een wand vormt, omvattende gekookte wand delen en/of tenminste een hoek.

23. Samenstel van een structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies met tenminste een plantenpot, welke is aangebracht in de accommodatie voor de plantenpot van het tenminste ene bouwblok.

24. Het samenstel volgens conclusie 23, waarbij de tenminste ene plantenpotten een lont omvat, welke lont zich uitstrekt vanuit een binnenste van de planten pot naar het vloeistofreservoir van het tenminste ene bouwblok, waar in de plantenpot is geaccommodeerd.

25. Het samenstel volgens conclusie 24, waarbij de mond is aangegrepen door een inbrengapparaat met een langgerekt lichaam en een aangrijpen in bij een uiteinde van het lichaam voor het selectief aangrijpen van de mond, en een stop, waarbij het lichaam is geconfigureerd om ingebracht te worden door een gat in de planten pot heen vanaf het uiteinde van het lichaam, dat de lont aangrijpt, en waarbij de stop afmetingen heeft, die groter zijn dan het gat in de planten pot.

26. Het samenstel volgens conclusie 25, waarbij tenminste een flexibel been is verbonden met het lichaam, welke is geconfigureerd om normaal schuine weg uit te strekken vanaf het lichaam in een richting vanaf het uiteinde, dat de lont aangrijpt, naar de stop.

27. Het samenstel volgens conclusie 26, waarbij het tenminste ene flexibele been is geconfigureerd om weg te buigen tegen het lichaam gedurende het inbrengen van de inrichting in of door het gat in de planten pot om aan en waarbij het lichaam tenminste lokaal bij het been is geconfigureerd om een gecombineerde dikte met het been te vertonen, om ingebracht te worden door het gat in de planten pot heen.

28. Het samenstel volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies 25-27, waarbij tenminste een deel van de inbreng inrichting een mestmateriaal omvat.

29. Een bouwblok, geconfigureerd om toegepast te worden in een structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies 1-22.

30. Het bouwblok volgens conclusie 29, waarbij het bouwblok is ontworpen in een op zichzelf staande configuratie.

31. Een werkwijze van het bouwen van een structuur volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies 1-22, omvattende het stapelen van tenminste twee bouwblokken, het inbrengen van de tenminste ene planten pot in tenminste een van de bouwblokken en het verschaffen van vloeistof in het reservoir.

32. De werkwijze volgens conclusie 31, waarbij het stapelen omvat: het verspringend configureren van de bouwblokken.

33. De werkwijze volgens conclusie 31 of 32, waarbij het inbrengen van de tenminste ene plantenpotten in de tenminste ene van de bouwblokken omvat: het inbrengen van een lont in de planten pot en het uitstrekken van de lont vanuit het inwendige van de planten pot naar en in de vloeistof in het reservoir.

34. De werkwijze volgens conclusie 33, waarbij het inbrengen van de lont in het inwendige van de plantenpot omvat: het verschaffen van een inbreng inrichting volgens een willekeurige of meer dan een van de conclusies 26-29.

35. Een inbreng inrichting, welke is geconfigureerd voor het aangrijpen van een lont, welke inrichting een langgerekt lichaam omvat met een aangrijpen in bij een uiteinde van het lichaam voor het selectief aangrijpen van de lont en een stop, waarbij het lichaam is geconfigureerd om ingebracht te worden door een gat in een plantenpot heen vanaf het uiteinde van het lichaam, waar de lont is aangegrepen, en waarbij de stop afmetingen heeft, die groter zijn dan het gat in de plantenpot.

36. De inbreng inrichting volgens conclusie 35, waarbij tenminste een flexibel been is verbonden met het lichaam, dat geconfigureerd is om normaal schuin weg te lopen vanaf het lichaam in een richting vanaf het einde, waar de lont is aangegrepen, naar de stop.

37. De inbreng inrichting volgens conclusie 36, waarbij het tenminste ene flexibele been is geconfigureerd om weg te buigen tegen het lichaam aan, gedurende het inbrengen van de inbreng inrichting in of door het gat van de plantenpot heen, en waarbij het lichaam tenminste lokaal bij het been is geconfigureerd om een gecombineerde dikte met het been te vertonen om ingebracht te worden door het gat in de plantenpot heen.

38. De inbreng inrichting volgens een willekeurige of meer dan een van de voorgaande conclusies 35 - 37, waarbij tenminste een deel van de inbreng inrichting mest materiaal omvat.

39. De inbreng inrichting volgens conclusie 38, waarbij het mestmateriaal is gecomprimeerd in een vorm en vormgeving, die overeenkomen met ten minste een van het langgerekte lichaam, de aangrijping, en het tenminste ene been.