NL2012526B1 - Kartonnen verpakking, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een kartonnen afsluitdop. - Google Patents

Description

Kartonnen verpakking, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een kartonnen afsluitdop

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kartonnen verpakking welke een kartonnen cilindrisch wanddeel en een kartonnen afsluitdop omvat.

Het is bekend om een verpakking die een kartonnen cilindrisch wanddeel omvat, in het bijzonder een koker, af te sluiten met een kartonnen afsluitdop. Een dergelijke verpakking is uit oogpunt van recycling aantrekkelijk, omdat deze geen afzonderlijk te recyclen materialen bevat. Het cilindrische wanddeel van de bekende verpakking is opgebouwd uit een relatief korte buitenwandsectie en een daaruit stekende relatief lange binnenwandsectie. De relatief korte buitenwandsectie en de daaruit stekende relatief lange binnenwandsectie zijn onbeweeglijk met elkaar verbonden, bijvoorbeeld door middel van lijmen. De bekende kartonnen afsluitdop is een cilinder voorzien van een inwendige kraalrand en een kartonnen schijf. De kartonnen schijf klemt tegen de binnenwand van de kartonnen afsluitdop en/of is aan de binnenzijde van de kartonnen afsluitdop tegen de kraalrand gelijmd. De kartonnen afsluitdop heeft een binnendiameter die overeenkomt met de buitendiameter van het uitstekende deel van de relatief lange binnenwandsectie en een buitendiameter die overeenkomt met de buitendiameter van de relatief korte buitenwandsectie. Anders gezegd bezit het kartonnen cilindrische wanddeel aan het met de kartonnen afsluitdop af te sluiten uiteinde een verjonging voor de kartonnen afsluitdop. Aldus kan de kartonnen afsluitdop in het algemeen met klemming over het uitstekende deel van de relatief lange binnenwand worden geschoven voor het afsluiten van de verpakking. De relatief korte buitenwandsectie fungeert als aanslag voor de kartonnen afsluitdop, en in gesloten toestand heeft de kartonnen verpakking over de lengte van het kartonnen cilindrische wanddeel een constante diameter.

Omdat zowel de kartonnen afsluitdop als met name het uitstekende uiteinde van de relatief lange binnenwandsectie voldoende sterk moeten zijn wanneer de kartonnen afsluitdop wanneer zij los van elkaar zijn, is het materiaalverbruik van de bekende verpakking relatief groot.

De onderhavige uitvinding beoogt een kartonnen verpakking volgens de aanhef te verschaffen welke minder materiaal behoeft.

Hiertoe wordt een koker volgens de aanhef gekenmerkt doordat de kartonnen afsluitdop een eerste sectie met een relatief kleine buitendiameter en een tweede sectie met een relatief grote buitendiameter bezit, waarbij kartonnen afsluitdop aan de zijde van de eerste sectie een zoekrand omvat en een van de zoekrand afgelegen kraalrand omvat, waarbij de zoekrand een door een kraalbewerking gevormde zoekrand is, en waarbij de zoekrand is verschaft door een volledige kraalrand.

Aldus wordt een kartonnen verpakking verschaft welke voor een gegeven omtrek relatief licht is. De kartonnen verpakking bezit verder zowel in gesloten als in geopende toestand over de lengte van het kartonnen cilindrische wanddeel een constante buitendiameter. De eerste sectie wordt voor het afsluiten van de verpakking bij voorkeur klemmend opgenomen in de het cilindrische wanddeel, terwijl de tweede sectie door de grotere diameter (die dus groter is dan de inwendige diameter van de koker, verhindert dat de kartonnen afsluitdop geheel in het wanddeel kan worden geduwd. In plaats van klemmen kan de kartonnen afsluitdop eventueel ook worden vastgelijmd, maar met name voor een hersluitbare verpakking zal klemming de voorkeur genieten.

De door de kraalbewerking gevormde zoekrand is afgerond, waardoor de kartonnen afsluitdop gemakkelijk in het kartonnen cilindrisch wanddeel kan worden gebracht. Doordat de zoekrand is verschaft door een volledige kraalrand, is een kartonnen afsluitdop met een dergelijke kraalrand relatief sterk, en kan derhalve desgewenst dunner karton zijn gebruikt voor de vervaardiging ervan. Onder een volledige kraalrand wordt in de onderhavige aanvraag een kraalrand verstaan waarbij het uiteinde tot tegen de binnenwand of buitenwand van de ring waaruit de kartonnen afsluitdop is gevormd is teruggebogen.

Het karton voor de kartonnen afsluitdop zal in het algemeen een dikte hebben tussen 0,2 en 5 mm, bij voorkeur tussen 0,5 en 2 mm. Het karton is in het algemeen opgebouwd uit met elkaar verlijmde banen, met een gewicht 50-400 g/m2.

De verpakkking volgens de uitvinding is bijvoorbeeld bruikbaar voor het verpakken van posters, maar ook voor het verpakken van uiteenlopende andere goederen, zoals een fles, aanmaakblokjes voor de open haard en voor levensmiddelen.

Het is sinds lang bekend om een verpakking met een kartonnen cilindrisch wanddeel af te sluiten met een kunststof kartonnen afsluitdop, met een eerste sectie en een tweede sectie van verschillende diameter. Dergelijke bekende kartonnen afsluitdoppen zijn van kunststof en moeten derhalve voor recycling van de gehele verpakking van het kartonnen cilindrische wanddeel worden gescheiden. W02007/110897 beschrijft een emmervormige houder, welke voorzien is van een dop. Aan een relatief brede zijde is deze dop voorzien van een kraalrand. Aan een relatief smalle zijde is deze dop voorzien van een tegen een omgevouwen rand van een dekseldeel is platgerukt voor het vasthouden van het dekseldeel. Een dergelijke platgedrukte rand is geen kraalrand.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen afsluitdop een kartonnen eindwand omvat welke zich dwars op de axiale richting van de kartonnen afsluitdop uitstrekt.

Een verpakking met een dergelijke kartonnen afsluitdop is geschikt voor het verpakken van een groter scala aan producten. Het karton voor de kartonnen eindwand zal in het algemeen 20-1500 g/m2 zijn. De dikte zal worden gekozen afhankelijk van de gewenste sterkte.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de zoekrand door een verdere kraalrand wordt verschaft, en waarbij een kartonnen schijf als de eindwand tussen de kraalrand van de tweede sectie en de verdere kraalrand van de eerste sectie is geklemd.

Aldus wordt deze zonder lijm doelmatig op zijn plaats gehouden. Ook hoeft de kartonnen schijf niet zelf tegen de binnenwand van de kartonnen afsluitdop te klemmen, waardoor de afsluitdoop gemakkelijk (en dus goedkoop) kan zijn vervaardigd. De ronding van de verdere kraalrand is bij voorkeur ten minste 180°, doch met meer voorkeur ten minste 270 °.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen eindwand aan een uiteinde van de kartonnen afsluitdop is bevestigd.

Aldus wordt een alternatieve variant van de kartonnen afsluitdop verschaft. De kartonnen eindwand is bijvoorbeeld door middel van lijmen bevestigd.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de omtrek van de kraalrand zich binnenn de omtrek van de kartonnen eindwand bevindt.

Aldus bepaalt de kartonnen eindwand de buitendiameter van de tweede sectie. Volgens een belangrijke uitvoeringsvorm zijn de zoekrand en de kraalrand beide even grote, volledige uitwendige kraalranden. Een dergelijke kartonnen afsluitdop kan door de indrukbaarheid van de uitwendige kraalranden zeer krachtig afsluiten. Hierdoor wordt het scala aan producten dat met de verpakking kan worden verpakt verder vergroot. De kartonnen eindwand kan naast rond ook rechthoekig, polygonaal (zoals vierkant of zeshoekig zijn) .

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen eindwand een treklip omvat, waarvan het distale uiteinde buiten de kraalrand steekt.

De treklip heeft bij voorkeur een basis welke binnen de binnenomtrek van de kartonnen afsluitdop valt, bij voorkeur tussen het middelpunt van de kartonnen afsluitdop zoals gedefinieerd door de eerste sectie en 50% van de buitendiameter van de eerste sectie. Een dergelijke afsluitdop kan zeer gemakkelijk worden geopend en/of maakt het mogelijk een zeer krachtig afsluitende kartonnen afsluitdop (met twee uitwendige kraalranden) los te nemen. De lip kan zich over 180° van de buitenomtrek van de eerste sectie uitstrekken, doch minder heeft de voorkeur, zoals minder dan 90°. De treklip zelf kan aan de zijde van de kraalrand vrij van lijm zijn gehouden teneinde het openen te vergemakkelijken. De treklip kan zijn gedefinieerd door insnijdingen, perforaties of volledige doorsnijdingen door de kartonnen eindwand.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen eindwand een gat bezit.

Het gat is geschikt voor het inbrengen van een vinger. Aldus kan de kartonnen afsluitdop gemakkelijk worden verwijderd door. Het gat is bij voorkeur off-center geplaatst, waardoor de kracht met de vingertop op de hartlijn kan worden uitgeoefend en de kartonnen afsluitdop zeer gemakkelijk (zonder verhoogde wrijving door kantelen) kan worden verwijderd. Een kartonnen afsluitdop met een gat is vanzelfsprekend niet voor elk te verpakken product geschikt, maar wel bijvoorbeeld voor posters.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen eindwand een perforatielijn bezit voor het verschaffen van een vingergreep.

Indrukken van de perforatielijn verschaft een doorgaande opening voor een of meer vingers. Het door indrukken en scheuren langs de perforatielijn gevormde gat is geschikt voor het inbrengen van een vinger. Aldus kan de kartonnen afsluitdop gemakkelijk worden verwijderd door. Het gevormde gat is bij voorkeur off-center gelegen, waardoor de kracht met de vingertop op de hartlijn kan worden uitgeoefend en de kartonnen afsluitdop zeer gemakkelijk (zonder verhoogde wrijving door kantelen) kan worden verwijderd. Dit maakt het mogelijk om een meer centrale (axiale) kracht op de kartonnen afsluitdop uit te oefenen bij het losnemen daarvan, waardoor het openen gemakkelijker gaat.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de verpakking twee kartonnen afsluitdoppen omvat.

Aldus kunnen beide uiteinden van het kartonnen cilindrische wanddeel worden afgesloten voor het vormen van de verpakking. In staande toestand zal een kartonnen afsluitdop de bodem vormen en de andere kartonnen afsluitdop het deksel.

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kartonnen afsluitdop geschikt voor een verpakking die een kartonnen cilindrisch wanddeel omvat, welke werkwijze de stappen omvat van het vormen van een kraalrand aan een cilinder-vormige kartonnen ring, waarbij de cilinder-vormige kartonnen ring een eerste uiteinde en een tweede uiteinde bezit, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat - het eerste uiteinde middels een kraalkop van een inwendige primaire kraalrand wordt voorzien, en - het tweede uiteinde middels een kraalkop van een secundaire kraalrand wordt voorzien, waarbij de buitenomtrek van één kraalrand gekozen uit i) de inwendige primaire kraalrand en ii) de secundaire kraalrand met een grotere diameter wordt uitgevoerd dan de andere onder oplevering van de kartonnen afsluitdop met een eerste sectie met een relatief kleine buitendiameter en een tweede sectie met een relatief grote buitendiameter bezit, en waarbij de eerste sectie een zoekrand omvat en de tweede sectie een kraalrand omvat, en waarbij de zoekrand is verschaft door een volledige kraalrand.

Aldus wordt een kartonnen afsluitdop voor een cilindrische koker gevormd welke deels, namelijk met de eerste sectie, in een uiteinde ervan in de cilindrische koker kan worden gebracht, terwijl de grotere omtreksrand van de tweede sectie verhindert dat de kartonnen afsluitdop geheel in de cilindrische koker kan worden geduwd.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen afsluitdop met een kartonnen schijf wordt uitgevoerd welke zich dwars op de axiale richting van de kartonnen afsluitdop uitstrekt.

Een dergelijke kartonnen afsluitdop is voor een groter scala aan te verpakken producten geschikt.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat voordat de secundaire kraalrand wordt gevormd, het inwendige van de kartonnen ring van een kartonnen schijf wordt voorzien.

Aldus kan de kartonnen schijf op zijn plaats worden gehouden. Dit kan zonder dat lijm nodig is. Met voordeel wordt kartonnen schijf tussen de kraalrand van de tweede sectie en de verdere kraalrand van de eerste sectie geklemd.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen afsluitdop een treklip omvat.

Hiermee is de kartonnen afsluitdop nog gemakkelijker van een koker te verwijderen dan door aangrijpen op de kraalrand met de grotere diameter. De treklip zal ook van karton zijn, en is bijvoorbeeld aan de kartonnen schijf vastgelijmd.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de treklip voorafgaande aan het vormen van de secundaire kraalrand aan weerszijden van de kartonnen schijf uitsteekt en door het vormen van een inwendige secundaire kraalrand wordt vastgezet.

Aldus kan een kartonnen afsluitdop worden verschaft waarbij de treklip zonder gebruik van lijm bevestigd is.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de kartonnen schijf een perforatielijn bezit voor het verschaffen van een vingergreep.

Indrukken van de perforatielijn verschaft een doorgaande opening voor een of meer vingers. Het door indrukken en scheuren langs de perforatielijn gevormde gat is geschikt voor het inbrengen van een vinger. Aldus kan de kartonnen afsluitdop gemakkelijk worden verwijderd door. Het gat dat kan worden gevormd is bij voorkeur off-center gelegen, waardoor de kracht met de vingertop op de hartlijn kan worden uitgeoefend en de kartonnen afsluitdop zeer gemakkelijk (zonder verhoogde wrijving door kantelen) kan worden verwijderd. Dit maakt het mogelijk om een meer centrale (axiale) kracht op de kartonnen afsluitdop uit te oefenen bij het losnemen daarvan, waardoor het openen gemakkelijker gaat.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de secundaire kraalrand een uitwendige secundaire kraalrand is die door een axiale kracht wordt ingedrukt, waardoor de kartonnen schijf wordt ingeklemd.

Aldus kan een deksel met een alternatief uiterlijk worden verschaft. Aangezien bij deze uitvoeringsvorm een relatief grote diameter van de tweede sectie wordt bereikt die groter is dan de diameter van de buitenwand van het cilindrische wanddeel, kan een verpakking met deze kartonnen afsluitdop gemakkelijk worden geopend door de kraalrand aan de buitenzijde aan te grijpen.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de temperatuur van de kraalkop bij vormen van secundaire kraalrand zoveel lager is dan die van de kraalkop bij het vormen van de primaire kraalrand dat tegelijk met het vormen van de secundaire kraalrand de primaire kraalrand tot de kraalrand wordt gevormd.

Aldus kan de tweede sectie zonder nabewerking worden gevormd. De kracht uitgeoefend op de cilindrische kartonnen ring nodig voor het vormen van de secundaire kraalrand bij lage temperatuur is groter waardoor de primaire kraalrand iets wordt afgeplat en daardoor naar buiten wijkt.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin

Fig. 1 een langsdoorsnede door een verpakking (koker) welke twee kartonnen afsluitdoppen omvat toont;

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont op een ring voor het vervaardigen van een kartonnen afsluitdop;

Fig. 3a tot 3ein een aantal dwarsdoorsneden een werkwijze voor het vervaardigen van een kartonnen afsluitdop illustreren voor de verpakking van Fig. 1;

Fig. 4 overeenstemt met Fig. 3c, en het verschaffen van kartonnen afsluitdop met een lip toont;

Fig. 5a en Fig. 5b een tweetal kartonnen schijven tonen;

Fig. 6 een alternatieve uitvoeringsvorm van een kartonnen afsluitdop toont; en

Fig. 7A tot Fig. 7C een alternatieve uitvoeringsvorm van een kartonnen afsluitdop tonen.

Fig. 1 toont een kartonnen verpakking 100 in de vorm van een kartonnen koker 100 die een cilindrisch wanddeel 110 en een twee kartonnen afsluitdoppen 120 omvat.

Fig. 2 toont een perspectivisch aanzicht op een kartonnen ring 250 uit kraalbaar karton met een dikte van 1 mm voor het vormen van een kartonnen afsluitdop 120, welke kartonnen ring 250 een eerste uiteinde 251 en een tweede uiteinde 252 bezit. Kraalbaar karton is in het algemeen opgebouwd uit een of meer met elkaar verlijmde banen.

Fig. 3a tot Fig. 3e laten in dwarsdoorsnede stapsgewijs zien hoe een kartonnen afsluitdop 120 kan worden gevormd uit de kartonnen ring 250 van Fig. 2.

De ring 250 wordt met het tweede uiteinde 252 op een plateau 360 geplaatst (Fig. 3a). Een verwarmde kraalkop 370 welke is voorzien van een ringvormige uitsparing 371 met een half-cirkelvormige doorsnede wordt naar het plateau 360 bewogen. Door de op de ring 250 uitgeoefende kracht en onder invloed van de temperatuur (bijv. 120°C) wordt het eerste uiteinde 251 van de ring 250 naar binnen gebogen, tot een (volledige) primaire kraalrand 321 is gevormd (Fig. 3b).

De ring 250 wordt omgedraaid en op de primaire kraalrand 321 wordt een kartonnen schijf 330 gelegd (Fig. 3c), welke een eindwand 330 vormt.

Vervolgens wordt op dezelfde wijze een secundaire kraalrand 322 gevormd (Fig. 3d). Dit kan met een kraalkop waarvan de half-cirkelvormige doorsnede een grotere of kleinere kromtestraal heeft. Hierdoor heeft de secundaire kraalrand 322 een kromtestraal die afwijkt van die van die van de primaire kraalrand 321. Door een axiale kracht uit te oefenen op de aldus gevormde ring wordt de kraalrand met de grootste kromtestraal iets meer platgdrukt dan de andere kraalrand, onder oplevering van eerste sectie 341 met een relatief kleine buitendiameter en een tweede sectie 342 met een relatief grote buitendiameter.

Het vormen van de tweede sectie 342 kan ook geschieden wanneer de secundaire kraalrand 322 bij een lagere temperatuur van de kraalkop 370 wordt gevormd dan de primaire kraalrand 321. Daardoor moet met de kraalkop 370 een grotere kracht op de ring 250 worden uitgeoefend. De vorm van de secundaire kraalrand 322 blijft dankzij de ringvormige uitsparing 371 behouden, terwijl de primaire kraalrand 321 wordt afgeplat en de tweede sectie 342 definieert.

Fig. 3e toont de aldus gevormde kartonnen afsluitdop met eerste sectie 341 en de tweede sectie 342. Bij deze uitvoeringsvorm verschaft, in de terminologie van de conclusies, de primaire kraalrand 321 de kraalrand en de secundaire kraalrand de verdere kraalrand met zoekrand 399.

Voor het uitoefenen van een goede klemkracht tegen de binnenwand van het kartonnen cilindrische wanddeel geniet het bij een kartonnen afsluitdop volgens de uitvindign de voorkeur dat de zoekrand die een ten minste gedeeltelijke kraalrand omvat een radiale uitstulping omvat.

De kartonnen schijf 330 kan zonder verdere functies zijn uitgevoerd. De kartonnen afsluitdop 120 kan dan voor het openen van de kartonnen verpakking 100 bijvoorbeeld onder gebruikmaking van de kraalrand van de tweede sectie 342 uit het cilindrische wanddeel 110 worden genomen. In plaats daarvan of daarenboven kan de kartonnen schijf 330 aan de van de eerste sectie 341 afgekeerde zijde zijn voorzien van een lip 431. In Fig. 4 wordt de stap zoals besproken bij Fig. 3c weergegeven, waarbij een rechthoekig kartonnen strookje om de kartonnen schijf 330 is geslagen en door de kraalbewerking van Fig. 3d wordt vastgeklemd waardoor de lip 431 wordt verschaft.

In plaats van een treklip kan de kartonnen schijf 330 ook zijn voorzien van een gat 533 (Fig. 5a) of een perforatielijn 534 (Fig. 5b) waarmee door indrukken een gat kan worden gevormd. Het gat kan dan worden gebruikt om een vinger in te steken en de kartonnen afsluitdop 120 op te tillen. Dat gaat zeer gemakkelijk aangezien een axiale kracht welke samenvalt met de hartlijn van het cilindrische wanddeel 110 op de kartonnen schijf 330 kan worden uitgeoefend.

De perforatielijn 534 kan ook op zichzelf gesloten kan zijn.

Fig. 6 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een kartonnen afsluitdop 120, welke kartonnen afsluitdop 120 een eerste sectie 341 heeft met een uitwendige kraalrand, welke uitwendinge kraalrand een kleinere diameter van de eerste sectie 341 definieert dan de diameter van tweede sectie 342 die wordt gedefinieerd door een verdere uitwendige kraalrand. Dit wordt bereikt door een kleinere kromtestraal van de uitwendige kraalrand van de eerste sectie 341, welke gevormd is met een andere kraalkop dan de kraalkop gebruikt voor het vormen van de tweede sectie 342.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm is een kartonnen schijf 330 tegen het uiteinde van de eerste sectie 341 gelijmd. Een kartonnen afsluitdop 120 zonder een dergelijke kartonnen schijf 330 kan ook, en is geschikt voor het afsluiten van een verpakking voor posters of objecten die te klein zijn om de doorgaande opening door de kartonnen afsluitdop te passeren.

Fig. 7A toont een doorsnede door een alternatieve uitvoeringsvorm van een kartonnen afsluitdop 120, welke in Fig. 7B in bovenaanzicht is weergegeven. De kartonnen eindwand 330 steekt buiten de uitwendige kraalranden 721 en 722 en bezit een lip 431. Deze lip 431 is bij de weergegeven uitvoeringsvorm gevormd door doorgaande insnijdingen en het distale uiteinde loopt bij de getoonde uitvoeringsvorm tot de omtreksrand van de kartonnen eindwand, maar kan daar ook voorbij steken. Desgewenst is de lip 431 bij de basis ervan voorzien van een insnijding om het ombuigen van de lip 431 (Fig. 7c) te vergemakkelijken. De basis bevindt zich bij het centrum van de eerste sectie en met de lip 431 kan eer eenvoudig een grote axiale kracht worden uitgoefend. De lip 431 kan ook een gat bevatten waar een vinger in kan worden gestoken voor het verder vergroten van de grip. De uitwendige kraalranden 721 en 722 worden bij het in een cilindrisch wanddeel 110 brengen enigszins ingedrukt en verschaffen een grote mate van tolerantie waardoor de afmetingen weinig kritisch zijn.

De in Fig. 7 getoonde eindwand 330 is rond, maar kan bijvoorbeeld ook hexagonaal, ovaal enz. zijn, of onregelmatig gevormd zijn. Hiermee kan worden voorkomen dat de verpakking kan rollen.

Claims (17)

1. C O N C L IJ S T F S

   1. Kartonnen verpakking (100) welke een kartonnen cilindrisch wanddeel (110) en een kartonnen afsluitdop (120) omvat, met het kenmerk, dat de kartonnen afsluitdop (120) een eerste sectie (341) met een relatief kleine buitendiameter en een tweede sectie (342) met een relatief grote buitendiameter bezit, waarbij kartonnen afsluitdop (120) aan de zijde van de eerste sectie (341) een zoekrand (399) omvat en een van de zoekrand (399) afgelegen kraalrand omvat, waarbij de zoekrand (399) een door een kraalbewerking gevormde zoekrand (399) is, en waarbij de zoekrand is verschaft door een volledige kraalrand.
2. 2. Koker (100) volgens conclusie 1, waarbij de kartonnen afsluitdop (120) een kartonnen eindwand (330) omvat welke zich dwars op de axiale richting van de kartonnen afsluitdop (120) uitstrekt.
3. 3. Koker (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zoekrand (399) door een verdere kraalrand wordt verschaft, en waarbij een kartonnen schijf (330) als de eindwand (330) tussen de kraalrand van de tweede sectie (342) en de verdere kraalrand van de eerste sectie (341) is geklemd.
4. 4. Koker (100) volgens conclusie 2, waarbij de kartonnen eindwand (330) aan een uiteinde van de kartonnen afsluitdop (120) is bevestigd.
5. 5. Koker (100) volgens conclusie 4, waarbij de omtrek van de kraalrand zich binnenn de omtrek van de kartonnen eindwand (330) bevindt.
6. 6. Koker (100) volgens conclusie 5, waarbij de kartonnen eindwand (330) een treklip omvat, waarvan het distale uiteinde buiten de kraalrand steekt.
7. 7. Koker (100) volgens een van de conclusies 2 tot 6, waarbij de kartonnen eindwand (330) een gat (533) bezit.
8. 8. Koker (100) volgens een van de conclusies 2 tot 6, waarbij de kartonnen eindwand (330) een perforatielijn (534) bezit voor het verschaffen van een vingergreep.
9. 9. Koker (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakking (100) twee kartonnen afsluitdoppen (120) omvat.
10. 10. Werkwijze voor het vervaardigen van een kartonnen afsluitdop (120) geschikt voor een verpakking (100) die een kartonnen cilindrisch wanddeel (110) omvat, welke werkwijze de stappen omvat van het vormen van een kraalrand aan een cilinder-vormige kartonnen ring (250), met het kenmerk, dat de cilinder-vormige kartonnen ring (250) een eerste uiteinde (251) en een tweede uiteinde (252) bezit, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat - het eerste uiteinde (251) middels een kraalkop (370) van een inwendige primaire kraalrand (321) wordt voorzien, en - het tweede uiteinde (252) middels een kraalkop (370) van een secundaire kraalrand (322) wordt voorzien, waarbij de buitenomtrek van één kraalrand gekozen uit i) de inwendige primaire kraalrand (321) en ii) de secundaire kraalrand (322) met een grotere diameter wordt uitgevoerd dan de andere onder oplevering van de kartonnen afsluitdop (120) met een eerste sectie (341) met een relatief kleine buitendiameter en een tweede sectie (342) met een relatief grote buitendiameter bezit, en waarbij de eerste sectie (341) een zoekrand (399) omvat en de tweede sectie (342) een kraalrand omvat, en waarbij de zoekrand is verschaft door een volledige kraalrand.
11. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de kartonnen afsluitdop (120) met een kartonnen schijf (330) wordt uitgevoerd welke zich dwars op de axiale richting van de kartonnen afsluitdop (120) uitstrekt.
12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij voordat de secundaire kraalrand (322) wordt gevormd, het inwendige van de kartonnen ring (250) van een kartonnen schijf (330) wordt voorzien.
13. 13. Werkwijze volgens een van de conclusies 11 of 12, waarbij de kartonnen afsluitdop (120) een treklip omvat.
14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de treklip voorafgaande aan het vormen van de secundaire kraalrand (322) aan weerszijden van de kartonnen schijf (330) uitsteekt en door het vormen van een inwendige secundaire kraalrand (322) wordt vastgezet.
15. 15. Werkwijze volgens een van de conclusies 11 tot 14, waarbij de kartonnen schijf (330) een perforatielijn (534) bezit voor het verschaffen van een vingergreep.
16. 16. Werkwijze volgens een van de conclusies 11 tot 15, waarbij de secundaire kraalrand (322) een uitwendige secundaire kraalrand (322) is die door een axiale kracht wordt ingedrukt, waardoor de kartonnen schijf (330) wordt ingeklemd.
17. 17. Werkwijze volgens een van de conclusies 10 tot 16, waarbij de temperatuur van de kraalkop (370) bij vormen van secundaire kraalrand (322) zoveel lager is dan die van de kraalkop (370) bij het vormen van de primaire kraalrand (321) dat tegelijk met het vormen van de secundaire kraalrand (322) de primaire kraalrand (321) tot de kraalrand wordt gevormd.