NL2011379C2 - Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules. - Google Patents

Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules. Download PDF

Info

Publication number
NL2011379C2
NL2011379C2 NL2011379A NL2011379A NL2011379C2 NL 2011379 C2 NL2011379 C2 NL 2011379C2 NL 2011379 A NL2011379 A NL 2011379A NL 2011379 A NL2011379 A NL 2011379A NL 2011379 C2 NL2011379 C2 NL 2011379C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
stable
walls
bottom wall
modules
Prior art date
Application number
NL2011379A
Other languages
English (en)
Inventor
Albertus Beek
Original Assignee
Albertus Beek
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Albertus Beek filed Critical Albertus Beek
Priority to NL2011379A priority Critical patent/NL2011379C2/nl
Priority to PL14183584.3T priority patent/PL2845472T3/pl
Priority to HUE14183584A priority patent/HUE031012T2/en
Priority to EP14183584.3A priority patent/EP2845472B1/en
Priority to ES14183584.3T priority patent/ES2589228T3/es
Priority to DK14183584.3T priority patent/DK2845472T3/en
Priority to PT141835843T priority patent/PT2845472T/pt
Application granted granted Critical
Publication of NL2011379C2 publication Critical patent/NL2011379C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0209Feeding pens for pigs or cattle

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

Titel: Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules
VELD
De uitvinding heeft betrekking op een nieuw type stal. Bijvoorbeeld een stal voor varkens of kalveren.
ACHTERGROND
Stalsystemen voor bijvoorbeeld varkens of kalveren zijn bekend. In de praktijk worden stalsystemen ter plaatse gefabriceerd. Er worden funderingen gestort, mestafvoerkanalen aangebracht, stalvloeren met mestafvoeropeningen gestort of geplaatst en wanden gestort of geplaatst. Doordat er veel stort- en plaatsingswerkzaamheden op de plaats waar de stal moet worden gerealiseerd dienen worden uitgevoerd, is het vervaardigen van een stal een kostbare aangelegenheid.
SAMENVATTING
De uitvinding beoogt hiervoor een oplossing te verschaffen. Daartoe verschaft de uitvinding een stalmodule omvattend: • een rechthoekige bodemwand met twee tegenover elkaar gelegen langsranden en een voorste en een achterste dwarsrand die tegenover elkaar zijn gelegen; • ten minste één mestafvoeropening die is aangebracht in de bodemwand; • ten minste één mestbak die onder de bodemwand is aangebracht en met de ten minste ene mestafvoeropening is geassocieerd, waarbij de mestbak een mestbakruimte begrenst waarin de ten minste ene mestafvoeropening uitmondt, waarbij de mestbak is voorzien van: o een aantal mestbakwanden; en o een mestaftapopening die bij een onderzijde van de mestbakruimte is aangebracht in één van de mestbakwanden en waarop een mestafvoerkanaal aansluitbaar is; en waarbij de bodemwand en de mestbakwanden zijn vervaardigd uit prefabbeton en een monolitisch geheel vormen dat zelfdragend is.
Een dergelijke stalmodule kan op voordelige wijze worden vervaardigd doordat het een monolitische betonconstructie is die in één keer kan worden gegoten. Doordat de stalmodule zelfdragend is kan deze na vervaardiging in zijn geheel worden vervoerd. Onder zelfdragend dient te worden verstaan dat de stalmodule, wanneer deze wordt ondersteund aan zijn langsranden en/of dwarsranden zijn eigen gewicht, het gewicht van zich daarop bevindende dieren, alsmede het gewicht van eventueel in de mestbak aanwezige mest en vloeistof kan dragen. Na plaatsing van diverse stalmodules naast elkaar is een complete stal gerealiseerd waarvan de vloer een aangesloten stabiel geheel vormt. Voor het plaatsen van de stalmodules moeten in de ruimte slechts sleuven voor opname van de mestbakken worden aangebracht en eventueel enkele oplegpunten waarop de stal modulen kunnen worden geplaatst. Doordat de stalmodules zelfdragend zijn, kan met een bijzonder eenvoudige fundering en dus met minimale middelen een stabiele stalvloer worden gerealiseerd. Na plaatsing behoeven de mestaftapopeningen slechts op een mestafvoerkanaal te worden aangesloten en is de basis van een stal reeds gereed.
In een eerste uitvoeringsvorm kan de stalmodule zijn voorzien van ten minste twee zijwanden en een achterwand die zich vanaf de bodemwand in opwaartse richting uitstrekken en die aansluiten op respectievelijk de twee langsranden en de achterste dwarsrand en die tezamen een toegansopening begrenzen naar de ruimte die wordt begrensd door de achterwand en de zijwanden, waarbij de achterwand en de zijwanden zijn vervaardigd uit prefabbeton en een monolitisch geheel vormen met de bodemwand en de mestbakwanden.
In een alternatieve tweede uitvoeringsvorm kan de stalmodule niet zijn voorzien van een achterwand en zijwanden uit prefabbeton die een monolotisch geheel vormen met de bodemwand, de mestbakwanden.
De uitvinding verschaft tevens een stal voorzien van ten minste één rij stol modules volgens de uitvinding.
In een uitvoeringsvorm van de stal kunnen in de rij afwisselend naast elkaar zijn opgesteld: • stalmodules volgens de hierboven beschreven eerste uitvoeringsvorm; en • stalmodules volgens de hierboven beschreven tweede uit voerin gs vorm.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de stal vormen de wanden van de stalmodules volgens eerste uitvoeringsvorm tevens een begrenzing voor de stalmodules volgens de tweede uitvoeringsvorm.
Een dergelijke stal kan eenvoudig worden vervaardigd door de geprefabriceerde monolitische betonnen stalmodules naast elkaar op te stellen. Het vervaardigen van de stalmodules heeft plaatsgevonden in een centrale productiefaciliteit. Vervolgens kunnen de modules met behulp van een vrachtwagen worden vervoerd naar hun bestemming en eenvoudig met een kraan naast elkaar worden geplaats. Resteert slechts het aansluiten van mestafvoerkanalen op de mestaftapopeningen en eventueel het monteren van wat losse hekken en/of wanden. Aldus kan op zeer voordelige wijze snel een volledige stal worden verschaft.
Nadere uitwerkingen zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.
KORTE FIGUURAANDUIDING
Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een stalmodule met één mestafvoeropening in de bodemwand;
Fig. 2 toont een zij-aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 1;
Fig. 3 toont een voor-aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 1;
Fig. 4 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een stalmodule met twee zijwanden een achterwand;
Fig. 5 toont een bovenaanzicht-aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuur 4;
Fig. 6 toont een doorsnede-aanzicht over lijn VI-VI uit figuur 5;
Fig. 7 toont een perspectief-aanzicht van een gedeelte van een uitvoeringsvoorbeeld van een stal die is opgebouwd uit de stalmodules van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuren 1-3 en stalmodules van het uitvoeringsvoorbeeld uit figuren 4-7;
Fig. 8 toont een bovenaanzicht van het in figuur 7 getoonde gedeelte van een uitvoeringsvoorbeeld van de stal;
Fig. 9 toont een doorsnede-aanzicht over lijn IX-IX uit figuur 8;
Fig. 10 toont een doorsnede-aanzicht over lijn X-X uit figuur 8;
Fig. 11 toont een detail uit figuur 9;
Fig. 12 toont een detail uit figuur 10; en
Fig. 13 toont het uitvoeringsvoorbeeld van de stalmodule uit figuur 4 dat is voorzien van een hek en zij- en achterwand verhogende planken.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Hierna wordt gesproken over uitvoeringsvormen. Daarmee worden nadere, en dus ook optionele uitwerkingen van de basisuitvinding aangeduid. Deze uitvoeringsvormen zijn onafhankelijk van elkaar toepasbaar, maar kunnen ook met elkaar worden gecombineerd. Verder wordt hierna gesproken over uitvoeringsvoorbeelden. De uitvoeringsvoorbeelden zijn de voorbeelden die zijn getoond in de figuren en dienen dan ook slechts als voorbeeld te worden geïnterpreteerd. Een uitvoeringsvorm kan zijn gerealiseerd in meerdere uitvoeringsvoorbeelden. Ook zal over het algemeen een uitvoeringsvoorbeeld meerdere uitvoeringsvormen van de uitvinding bevatten
In de meest algemene termen wordt een stalmodule 10, 100 verschaft die een rechthoekige bodemwand 12 met twee tegenover elkaar gelegen langsranden 14, 16 en een voorste en een achterste dwarsrand 18, 20 die ook tegenover elkaar zijn gelegen. Uitvoeringsvoorbeelden van dergelijke stalmodules zijn getoond in figuren 1 en 4. Verder omvat de stalmodule 10, 100 ten minste één mestafvoeropening 22 die is aangebracht in de bodemwand 12. Bij de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden is de bodemwand telkens voorzien van slechts één mestafvoeropening 22 en wel nabij de achterste dwarsrand 20 van de bodemwand. Het valt echter binnen het raam van de uitvinding dat de bodemwand 12 is voorzien van meer dan één mestafvoeropening 22. Bijvoorbeeld één nabij de voorste dwarsrand 18 en één nabij de achterste dwarsrand 20. Eventueel kan er ook een mestafvoeropening langs één of beide langsranden 14, 16 zijn aangebracht. Verder is de stalmodule 10, 100 voorzien van ten minste één mestbak 24 die onder de bodemwand 12 is aangebracht en die met de ten minste ene mestafvoeropening 22 is geassocieerd, waarbij de mestbak 24 een mestbakruimte M begrenst waarin de ten minste ene mestafvoeropening 22 uitmondt. Wanneer de stalmodule 10, 100 is voorzien van meer dan één mestafvoeropening 22, dan zal over het algemeen ook sprake zijn van meer dan één mestbak 24. Noodzakelijk is dit echter niet want het is ook mogelijk dat meer dan één mestafvoeropening 22 uitmondt in een enkele mestbak 24. De mestbak 24 is over het algemeen voorzien van een aantal mestbakwanden 26-34 en van een mestaftapopening 36 die bij een onderzijde van de mestbakruimte M is aangebracht in één van de mestbakwanden 26-34. In de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de mestaftapopening 36 aangebracht in een mestbakbodemwand 30 van de mestbak 24. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de mestaftapopening 36 ook zijn aangebracht in één van de andere wanden 26-34 van de mestbak 24, zolang de mestaftapopening 36 maar onderin de mestbak 24 uitmondt. Op de mestaftapopening 36 is mestafvoerkanaal (niet getoond) aansluitbaar. De bodemwand 12 en de mestbakwanden 26-34 zijn vervaardigd uit prefabbeton en vormen een monolitisch geheel. Aldus wordt een stal module 10, 100 verkregen die zelfdragend is. Dit betekent dat de stalmodule 10, 100 kan worden vervaardigd in een betonfabriek en dat er op de plaats waar de stal dient te worden gerealiseerd geen of althans op zeer beperkte schaal betongietwerk behoeft te worden verricht, hooguit wellicht voor het aanbrengen van een fundering. Dat is uit oogpunt van bouwefficiency en daarmee kosten van bijzonder belang. Met zelfdragend wordt bedoeld dat de stalmodule 10, 100, wanneer deze wordt ondersteund aan zijn langsranden 14, 16 en/of dwarsranden 18, 20, zijn eigen gewicht, het gewicht van zich daarop bevindende dieren, alsmede het gewicht van eventueel in de mestbak 24 aanwezige mest en vloeistof kan dragen. Bij een uitvoeringsvorm waarbij de mestaftapopening 36 zich in één van de andere wanden 26, 28, 32, 34 dan de bodemwand 30 van de mestbak 24 bevindt, kan de stalmodule 10, 100 ook, althans ten dele afsteunen op de mestbakbodemwand 30. Immers, de mestafvoerleidingen die op de mestaftapopeningen 36 moeten worden aangesloten, kunnen zich dan naast de mestbakken 24 uitstrekken.
De bovenzijde van de bodemwand 12 kan hellend of bol zijn uitgevoerd, zodat mest die daarop wordt gedeponeerd gemakkelijk naar een mestafvoeropening 22 wordt afgevoerd. De figuren tonen een hellende bovenzijde, hetgeen goed zichtbaar is in het doorsnede-aanzicht van figuur 6. Eventueel kan in de bodemwand 12 leidingwerk zijn meegegoten dat op een verwarmingssysteem kan worden aangesloten, zodat de bodemwand 12 kan zijn voorzien van vloerverwarming. De leiding kunnen zijn uitgevoerd als waterleiding waarop een leiding die in verbinding staat met een boiler is aangesloten. De leidingen kunnen echter ook elektrische leidingen zijn die, wanneer deze zijn aangesloten op een elektrische bron, als gevolg van de daarin heersende elektrische weerstand opwarmen en aldus de warmte genereren voor het verwarmen van de bodemwand 12.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 13, is de stal module 10, 100 voorzien van een mestrooster 38 dat de mestafvoeropening 22 afdekt en dat zodanig is geconfigureerd dat daarop een dier kan staan en dat daardoorheen mest kan worden afgevoerd.
In een uitvoeringsvorm kan althans een deel van het mestrooster 38 een integraal onderdeel uitmaken van de bodemwand 12. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een meervoudigheid van doorgaande openingen die in de bodemwand 12 zijn voorzien en die uitmonden in de mestbakruimte M. De doorgaande openingen, die bijvoorbeeld kunnen zijn uitgevoerd als sleuven, kunnen tijdens het gietproces van de monolitisch gevormde stalmodule 10, 100 zijn meegevormd.
In een uitvoeringsvorm kan het mestrooster 38 een los element zijn waarbij de randen van de mestafvoeropening 22 zijn voorzien van een sponning 41 waarin het rooster 38 plaatsbaar is. Een dergelijk mestrooster 38, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 13, kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit hout, kunststof, beton of metaal. Het is tevens mogelijk dat een combinatie van een mestrooster dat een integraal onderdeel van de bodemwand 12 is en een los mestrooster 38 wordt toegepast.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuren 1 en 4, kan elke mestbak 24 twee schuin georiënteerde mestbakwanden 26, 28 omvatten die zich vanaf een onderzijde van de bodemwand 12 in neerwaartse richting, gezien vanaf de mestafvoeropening 22 schuin naar elkaar toe gericht uitstrekken en aan een onderzijde direct, of via een optionele mestbakbodemwand 30 op elkaar aansluiten. Verder kan de mestbak 24 twee tegenover elkaar gelegen mestbakeindwanden 32, 34 omvatten die aansluiten op de schuin georiënteerde mestbakwanden 26, 28 en de bodemwand 12. De schuin georiënteerde mestbakwanden 26, 28 en de mestbakeindwanden 32, 34 en de optionele mestbakbodemwand 30 kunnen tezamen de mestbakruimte M begrenzen. De mestafvoeropening 22 mondt daarbij uit in de mestbakruimte M. Wanneer het mestniveau in de mestbakruimte M laag wordt gehouden, is er een relatief klein verdampend oppervlak, hetgeen het ammoniakgehalte in stal laag houdt. Dit is van belang voor het welbevinden en de gezondheid van de dieren. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de mestbak ook andere configuraties hebben.
Daarbij kan in plaats van de trapezium vormige doorsnede die in de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden is toegepast gedacht worden aan een mestbak met een rechthoekige doorsnede, of met een doorsnede met twee verticale wanddelen die met elkaar zijn verbonden met een bodemsegment met een cirkelsegmentvormige configuratie. Verder zou ook gedacht kunnen worden aan een trapeziumvormige doorsnede waarbij de lange zijde van het trapezium zich aan de onderzijde bevindt en de korte zijde van het trapezium wordt gevormd door de mestafvoeropening 22 in de bodemwand 12.
In een uitvoeringsvorm kunnen de langsranden en/of de dwarsranden zijn voorzien van sponningen 14a, 16a, 18a, 20a, zodanig dat de langsranden en/of de dwarsranden tevens een tong 14b, 16b, 18b, 20b omvatten. De uitvoeringsvoorbeelden die zijn getoond in de figuren zijn voorzien van dergehjke sponningen 14a, 16a, 18a, 20a en tongen 14b, 16b, 18b, 20b. De sponningen 14a, 16a, 18a, 20a en tongen 14b, 16b, 18b, 20b zijn bij dergelijke uitvoeringsvormen zodanig geconfigureerd dat bij vorming van een stal die een aantal stalmodules omvat de tong 14b, 16b, 18b, 20b van de langs- of dwarsrand 14-20 van een stol module 10 is opgenomen in de sponning 14a, 16a, 18a, 20a van een naburige stalmodule 100. Dit is duidelijk zichtbaar in figuren 11 en 12 die details vormen ter plaatse van de aansluiting tussen twee naburige stalmodulen 10, 100. Door het naast elkaar plaatsen van de stalmodules 10, 100 wordt op snelle wijze een stabiele en aaneengesloten stalvloer gecreëerd.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 4, kan de stalmodule 10 ten minste twee zijwanden 40, 42 en een achterwand 44 omvatten die zich vanaf de bodemwand in opwaartse richting uitstrekken en die zich uitstrekken langs respectievelijk de twee langsranden 14, 16 en de achterste dwarsrand 20 en die tezamen een toegansopening begrenzen naar de ruimte die wordt begrensd door de achterwand 44 en de zijwanden 40, 42. Bij een dergelijke uitvoeringsvormen zijn de achterwand 44 en de zijwanden 40, 42 althans ten dele vervaardigd uit prefabbeton en vormen deze een monolitisch geheel met de bodemwand 12 en de mestbakwanden 26-34.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 4, kan ten minste één van de zijwanden 42 zijn voorzien van een uitsparing U waarin een droogvoerbak, drinkbak en/of brijbak 56 monteerbaar is. Figuur 13 toont een dergehjke droogvoerbak of brijbak 56 die in de uitsparing is gemonteerd.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 4, kan de stalmodule 10 zijn voorzien van ten minste vier staanders 46-52, die zich vanaf de hoekpunten van de bovenwand verticaal omhoog uitstrekken en die zijn vervaardigd uit prefabbeton en een monolitisch geheel vormen met de bodemwand 12 en de mestbakwanden 26-34. De staanders kunnen zich tot een hoger niveau boven de bodemwand uitstrekken dan de zijwanden 40, 42 en de achterwand 44. Verder kunnen in de staanders zich in verticale richting uitstrekkende gleuven 58 zijn aangebracht. In deze gleuven 58 kunnen losse platen, buizen of planken 60 schuifbaar opneembaar zijn. met dergelijke platen of planken 60, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 13 kunnen de zijwanden 40, 42 en de achterwand 44 tot een gewenst niveau worden op gehoogd.
In een uitvoeringsvorm kan de stal module 10, 100 tevens zijn voorzien van een hek 54 dat is geconfigureerd om de toegangsopening in een gesloten stand af te sluiten en in een geopende stand vrij te geven. Figuur 13 toont een voorbeeld van een dergelijk hek 54 dat via een scharnier zwenkbaar is verbonden met een staander 46 van de stalmodule 10. De stalmodules 100 die niet zijn voorzien van monolitisch meegevormde zij- en achterwanden en staanders, kunnen, wanneer deze zijn opgesteld naast stalmodules 10 die wel zijn voorzien van dergelijke zij-en achterwanden en staanders 46-52 ook worden voorzien van een hek 54 dat dan wordt bevestigd aan een staander 48 van één van die naburige stalmodules 10.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 1, kan de stalmodule 100 ook juist niet zijn voorzien van een achterwand 44 en zijwanden 40, 42. In combinatie met stalmodules 10 die wel zijn voorzien van zijwanden 40, 42 en een achterwand, kan door op geschikte wijze naast elkaar plaatsen van stalmodules 10, 100 op efficiënte wijze een stal worden gevormd, waarbij elke individuele bodemwand 12 toch wordt begrensd door zijwanden 40, 42 en een achterwand 44. Namelijk, ofwel door zijn eigen zijwanden 40, 42 en achterwand 44, ofwel door zijwanden 40, 42 en een achterwand van diverse naburige stalmodules 10.
De uitvinding verschaft derhalve tevens een stal die voorzien van ten minste één rij Rl, R2 stalmodules 10, 100 volgens de uitvinding. Een uitvoeringsvoorbeeld van een gedeelte van een dergelijke stal is getoond in figuren 7-13.
In een uitvoeringsvorm kunnen in een rij Rl, R2 afwisselend naast elkaar zijn opgesteld stalmodules 100 zonder zij- en achterwanden 40-44 en stalmodules 10 met zij- en achterwanden 40-44.
Door een dergelijke afwisselende opstelling van stalmodules 10 met zij- en achterwanden 40-44 en stalmodules 100 zonder zij- en achterwanden 40-42 wordt een stal verkregen waarbij elke stalruimte die wordt bepaald door een stalmodule 10, 100 wordt begrensd door zijwanden en een achterwand. Dit wordt gerealiseerd met een minimale hoeveelheid gewicht aan beton doordat bij een geschikte opstelling nooit twee zijwanden 40, 42 of achterwanden 44 direct tegen elkaar behoeven te worden geplaatst.
Het is echter ook mogelijk dat een groot aantal stalmodules 100 zonder zijwanden tegen elkaar wordt geplaatst ter vorming van een groot staloppervlak waarover de dieren zich vrij kunnen verplaatsen. De omtreksranden van het grote staloppervlak zou kunnen worden begrensd door stal modulen die beschikken over één of, wanneer het een stalmodule betreft die een hoek van het staloppervlak vormt, twee wanden. In een eerste variant zouden deze wanden kunnen zijn vervaardigd uit beton en een monolitisch geheel vormen met de betreffende stalmodule. Het is echter tevens mogehjk dat de wanden worden gevormd door losse wandelementen die aan de bodemwand 12 van de betreffende stalmodule 100 wordt bevestigd. Ten minste een aantal van deze stal modulen 100 zal zijn voorzien van een mestbak 24. Overige delen van de te vormen stalvloer kan uit eenvoudige betonplaten bestaan die niet zijn voorzien van wanden en ook niet van een mestbak 24. Voor dergelijke uitvoering van een stal, waarbij derhalve het overgrote deel van de toegepaste stalmodules 100 niet is voorzien van wanden en slechts de stalmodules die zich aan de buitenomtrek van de stalvloer bevinden zijn voorzien van wanden, kan een een aantal van de stalmodules zijn voorzien van een mestafvoeropening 22 en mestrooster 38 waarvan de afmetingen in hoofdzaak overeenstemmen met de afmetingen van de betreffende stalmodule. In de uit meerdere stalmodules bestaande stalvloer kan dan een aantal van dergelijke stalmodules 100 met grote mestafvoeropening 22 naast elkaar worden geplaatst, zodat in de stalvloer een bepaald aaneengesloten bereik, dat meer dan één stalmodule omvat, een mestafvoerbereik vormt.
Eventueel kan de stal een aantal losse wanden omvatten die zijn bestemd voor het afsluiten van de zijden van de stalmodules 100 die niet zijn voorzien van zij- en achterwanden. Dergelijke losse wanden kunnen worden bevestigd aan de zijwanden 40, 42 of staanders 50, 52 van de naburige stal modules volgens één der conclusies 7-10. Het is ook mogelijk dat de losse wanden op de bodemwand 12 van de betreffende stalmodule 100 zelf worden bevestigd.
Verder kan de stal zijn voorzien van een aantal losse hekken 54 bestemd voor het aflsuiten van de voorzijden van de stal modules 100 zonder zijwanden 40, 42 en achterwand 44. Daarbij kan elk los hek 54 worden bevestigd aan een zijwand 40, 42 of staander 50, 52 van een naburige stalmodule 10 volgens één der conclusies 7-10. Eventueel kunnen de hekken ook worden gemonteerd op de bodemwand 12 van de betreffende stalmodule 100 zelf, bijvoorbeeld door een losse staander waarmee het hek 54 scharnierbaar is verbonden, welke staander is voorzien van een voet die via bouten of dergelijke bevestigingsmiddelen aan de bodemwand 12 kan worden verankerd.
In een uitvoeringsvorm kan de stal zijn voorzien van ten minste twee rijen Rl, R2, waarbij elke rij Rl, R2 een voorkant en een achterkant heeft, waarbij de voorranden 18 van de bodemwanden 12 van de stal modulen 10; 100 de voorkant bepalen en de achterranden 20 van de bodemwanden 12 de achterkant van de rij Rl, R2 bepalen. Langs de voorkant van een rij strekt zich bij voorkeur een gangpad G uit. Eventueel kan het gangpad G zijn voorzien van roosters en kan onder deze roosters een afzuiginstallatie of een luchttoevoerinstallatie zijn op gesteld voor het afvoeren van vervuilde lucht uit, respectievelijk het toevoeren van verse lucht in de stal.
In een uitvoeringsvoorbeeld kunnen de voorkanten van twee naburige rijen Rl, R2 naar elkaar toe zijn gekeerd, waarbij zich tussen beide naar elkaar toe gekeerde voorkanten het gangpad G zich uitstrekt. Van een dergelijke opstelling is geen figuur getoond, maar het zal voor de gemiddelde vakman duidelijk zijn wat wordt bedoeld.
Wanneer een groot aantal dieren in een enkel gebouw gehuisvest dient te worden kunnen meerdere paren rijen worden gevormd waarbij de achterkanten van twee naburige rijen Rl, R3 naar elkaar toe zijn gekeerd en zonder tussenruimten tegen elkaar aan zijn geplaatst. Een dergelijke opstelling is getoond in figuren 7-10 en 13. Opgemerkt zij dat in die figuren twee stalmodules 10, 100 nog niet tegen de overige stalmodules 10, 100 zijn geplaatst om duidelijk te maken hoe het afwisselend plaatsen van de stalmodules 10, 100 op efficiënte wijze tot vorming van stalruimtes leidt die elk zijn afgeschermd door zij- en achterwanden 40-44 terwijl slechts de helft van de stalmodules 10 is voorzien van dergelijke zij- en achterwanden 40-44.
De in de uitvoeringsvoorbeelden getoonde stalmodules 10, 100 hebben bijvoorkeur een maximale breedte van 2,6 m, zodat deze nog per vrachtwagen kunnen worden vervoerd. De lengte van de bodemwand 12 kan bijvoorbeeld 4,6 m zijn. De hoogte van de zij- en achterwanden die een monolitisch geheel vormen met de bodemwand kunnen bijvoorbeeld 0,6 m zijn en de hoogte van de in beton meegegoten staanders 46-52 kan bijvoorbeeld 1,1 m zijn. Bij voorkeur is de breedte van de mestbak 24 geringer dan de afstand tussen twee zijwanden 40, 42. Aldus kan een stalmodule 100 zonder zij- en achterwanden 40-42 en een stalmodule 10 met zij- en achterwanden met de onderzijde naar elkaar toegericht op elkaar worden geplaatst, zodat de beide modules tezamen een hoogte hebben van ca. 0,8 m wanneer deze niet zijn voorzien van staanders en ca. 1,4 m wanneer deze wel zijn voorzien van staanders 46-52. Op een vrachtwagen kunnen drie tot vijf van dergelijke paren van stalmodules 10, 100 worden vervoerd, zodat per vrachtwagen 6-10 stalmodules 10, 100 kunnen worden vervoerd.
Met de stalmodules 10, 100 kunnen ook stallen worden gebouwd die meerdere etages omvatten. De monohtische betonconstructie van een stalmodule 10, 100 is zelfdragend. Dat wil zeggen dat de stalmodule 10, 100, wanneer deze wordt ondersteund aan zijn langsranden 14, 16 en/of dwarsranden 18, 20 zijn eigen gewicht, het gewicht van zich daarop bevindende dieren, alsmede het gewicht van eventueel in de mestbak 24 aanwezige mest en vloeistof kan dragen. In een dergelijke stal kunnen ook nog andere stalmodules zijn opgenomen. Dergelijke andere stalmodules kunnen bijvoorbeeld een bodemwand omvatten maar niet zijn voorzien van integraal meegevormde mestbakken 24. Dergelijke andere stalmodules kunnen eventueel wel zijn voorzien van mestafvoeropeningen die dan kunnen uitmonden in een separaat aan te leggen mestafvoerkanaal. Dergelijke andere stalmodules kunnen wel of niet zijn voorzien van zij- en/of achterwanden die zijn meegevormd met de bodemwand.
Eventueel kan de voederbak, drinkbak en/of brijbak 56 integraal zijn meegevormd in de stalmodule 10, 100 en derhalve onderdeel uitmaken van de monolitische betonconstructie die tevens de bodemwand 12, de mestbakwanden 26-34 en de eventuele zij- en achterwanden 40-42 omvat..
Alhoewel de uitvinding in detail is weergegeven en beschreven onder verwijzing naar de tekening dienen deze tekening en beschrijving slechts te worden beschouwd als voorbeeld. De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen. Kenmerken die zijn beschreven in volgconclusies kunnen met elkaar worden gecombineerd. Verwijzingscijfers in de conclusies en de hiervoorgaande gedetailleerde beschrijving moeten niet worden uitgelegd als beperkingen van de conclusies maar dienen slechts ter verduidelijking.

Claims (18)

1. Stalmodule (10; 100) omvattend: • een rechthoekige bodemwand (12) met twee tegenover elkaar gelegen langsranden (14, 16) en een voorste en een achterste dwarsrand (18, 20) die tegenover elkaar zijn gelegen; • ten minste één mestafvoeropening (22) die is aangebracht in de bodemwand (12); • ten minste één mestbak (24) die onder de bodemwand (12) is aangebracht en met de ten minste ene mestafvoeropening (22) is geassocieerd, waarbij de mestbak (24) een mestbakruimte (M) begrenst waarin de ten minste ene mestafvoeropening (22) uitmondt, waarbij de mestbak (24) is voorzien van: o een aantal mestbakwanden (26-34); en o een mestaftapopening (36) die bij een onderzijde van de mestbakruimte (M) is aangebracht in één van de mestbakwanden (26-34) en waarop een mestafvoerkanaal aansluitbaar is; en waarbij de bodemwand (12) en de mestbakwanden (26-34) zijn vervaardigd uit prefabbeton en een monolitisch geheel vormen dat zelfdragend is.
2. De stalmodule volgens één der conclusie 1, voorzien van: • een mestrooster (38) dat de mestafvoeropening (22) afdekt en zodanig is geconfigureerd dat daarop een dier kan staan en dat daardoorheen mest kan worden afgevoerd.
3. De stalmodule volgens conclusie 2, waarbij althans een deel van het mestrooster (38) een integraal onderdeel uitmaakt van de bodemwand (12) en een meervoudigheid van doorgaande openingen omvat in de bodemwand (12) die uitmonden in de mestbakruimte (M).
4. De stalmodule volgens conclusie 2, waarbij het mestrooster (38) een los element is waarbij de randen van de mestafvoeropening (22) zijn voorzien van een sponning (41) waarin het rooster (38) plaatsbaar is.
5. De stalmodule volgens één der conclusies 1-4, waarbij elke mestbak omvat: o twee schuin georiënteerde mestbakwanden (26, 28) die zich vanaf een onderzijde van de bodemwand (12) in neerwaartse richting, gezien vanaf de mestafvoeropening (22) schuin naar elkaar toe gericht uitstrekken en aan een onderzijde direct, of via een optionele mestbakbodemwand (30) op elkaar aansluiten; en o twee tegenover elkaar gelegen mestbakeindwanden (32, 34) die aansluiten op de schuin georiënteerde mestbakwanden (26, 28) en de bodemwand (12), waarbij de schuin georiënteerde mestbakwanden (26, 28) en de mestbakeindwanden (32, 34) en de optionele mestbakbodemwand (30) tezamen de mestbakruimte (M) begrenzen, waarbij mestafvoeropening (22) uitmondt in de mestbakruimte (M);
6. De stalmodule volgens één der conclusies 1-5, waarbij de langsranden en/of de dwarsranden zijn voorzien van sponningen (14a, 16a, 18a, 20a), zodanig dat de langsranden en/of de dwarsranden tevens een tong (14b, 16b, 18b, 20b) omvatten, en zodanig geconfigureerd dat bij vorming van een stal die een aantal stalmodules omvat de tong (14b, 16b, 18b, 20b) van de langs- of dwarsrand van een stalmodule is op genomen in de sponning (14a, 16a, 18a, 20a) van een naburige stalmodule.
7. De stalmodule (10) volgens één der conclusies 1-6, omvattend: • ten minste twee zijwanden (40, 42) en een achterwand (44) die zich vanaf de bodemwand in opwaartse richting uitstrekken en die zich uitstrekken langs respectievelijk de twee langsranden (14, 16) en de achterste dwarsrand (20) en die tezamen een toegansopening begrenzen naar de ruimte die wordt begrensd door de achterwand (44) en de zijwanden (40, 42), waarbij de achterwand (44) en de zijwanden (40, 42) zijn vervaardigd uit prefabbeton en een monolitisch geheel vormen met de bodemwand (12) en de mestbakwanden (26-34).
8. De stalmodule volgens conclusie 7, waarbij één van de zijwanden (42) is voorzien van een uitsparing (U) waarin een droogvoerbak, drinkbak en/of brijbak (56) monteerbaar is.
9. De stalmodule volgens één der conclusies 7-8, omvattend: • ten minste vier staanders (46-52), die zich vanaf de hoekpunten van de bovenwand verticaal omhoog uitstrekken en die zijn vervaardigd uit prefabbeton en een monolitisch geheel vormen met de bodemwand (12) en de mestbakwanden (26-34), waarbij de staanders zich tot een hoger niveau boven de bodemwand uitstrekken dan de zijwanden (40, 42) en de achterwand (44), waarbij in de staanders (46-52) zich in verticale richting uitstrekken de gleuven (58) uitstrekken, waarin losse platen, buizen of planken (60) schuifbaar opneembaar zijn.
10. De stalmodule volgens één der conclusies 7-9, voorzien van: • een hek (54) dat is geconfigureerd om de toegangsopening in een gesloten stand af te sluiten en in een geopende stand vrij te geven.
11. De stalmodule (100) volgens één der conclusies 1-6, waarbij de stalmodule (100) niet is voorzien van een achterwand (44) en zijwanden (40, 42).
12. Een stal voorzien van ten minste één rij stalmodules (10, 100) volgens één der conclusie 1-11.
13. De stal volgens conclusie 12, waarbij in de rij afwisselend naast elkaar zijn op gesteld: • stalmodules volgens conclusie 11; en • stalmodules volgens één der conclusies 7-10.
14. De stal volgens conclusie 12 of 13, voorzien van: • een aantal losse wanden bestemd voor het afsluiten van ten minste één bepaalde gewenste zijde van ten minste één van de stalmodules (100) volgens conclusie 11, waarbij elke losse wand wordt bevestigd aan de bodemwand (12) van de betreffende stalmodule (100) dan wel aan de zijwanden (40, 42) of staanders (50, 52) van de naburige stalmodules (10) volgens één der conclusies 7-10, .
15. De stal volgens één der conclusies 12-14, voorzien van: • een aantal losse hekken (54) bestemd voor het aflsuiten van de een gewenste zijde van ten minste één van de stalmodules (100) volgens conclusie 11, waarbij elk los hek (54) wordt bevestigd aan de bodemwand (12) van de betreffende stalmodule (100) dan wel aan een zijwand (40, 42) of staander (46, 48) van een naburige stalmodule (10) volgens één der conclusies 7-10.
16. De stal volgens één der conclusies 12-15, voorzien van ten minste twee rijen (Rl, R2), waarbij elke rij (Rl, R2) een voorkant en een achterkant heeft, waarbij de voorranden (18) van de bodemwanden (12) van de stalmodulen (10; 100) de voorkant bepalen en de achterranden (20) van de bodemwanden (12) de achterkant van de rij (Rl, R2) bepalen, waarbij zich langs de voorkant van een rij een gangpad (G) uitstrekt.
17. De stal volgens conclusie 16, waarbij de voorkanten van twee naburige rijen (Rl, R2) naar elkaar toe zijn gekeerd, waarbij zich tussen beide naar elkaar toe gekeerde voorkanten het gangpad (G) zich uitstrekt.
18. De stal volgens conclusie 16 of 17, waarbij de achterkanten van twee naburige rijen (Rl, R3) naar elkaar toe zijn gekeerd en zonder tussenruimten tegen elkaar aan zijn geplaatst.
NL2011379A 2013-09-04 2013-09-04 Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules. NL2011379C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011379A NL2011379C2 (nl) 2013-09-04 2013-09-04 Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules.
PL14183584.3T PL2845472T3 (pl) 2013-09-04 2014-09-04 Moduł stajni i stajnia zbudowana z takich modułów stajni
HUE14183584A HUE031012T2 (en) 2013-09-04 2014-09-04 Stable Module Structure and Stall, Constructed of such a Stable Module Structure
EP14183584.3A EP2845472B1 (en) 2013-09-04 2014-09-04 Stable module and stable built up from such stable modules
ES14183584.3T ES2589228T3 (es) 2013-09-04 2014-09-04 Módulos de establo y establo construido a partir de dichos módulos de establo
DK14183584.3T DK2845472T3 (en) 2013-09-04 2014-09-04 Stable block and stable structure of such farm building blocks
PT141835843T PT2845472T (pt) 2013-09-04 2014-09-04 Módulo de estábulo e estábulo desenvolvido a partir de tais módulos de estábulo

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011379A NL2011379C2 (nl) 2013-09-04 2013-09-04 Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules.
NL2011379 2013-09-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011379C2 true NL2011379C2 (nl) 2015-03-09

Family

ID=49447788

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011379A NL2011379C2 (nl) 2013-09-04 2013-09-04 Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP2845472B1 (nl)
DK (1) DK2845472T3 (nl)
ES (1) ES2589228T3 (nl)
HU (1) HUE031012T2 (nl)
NL (1) NL2011379C2 (nl)
PL (1) PL2845472T3 (nl)
PT (1) PT2845472T (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3079999B1 (fr) * 2018-04-13 2021-04-02 Fournier Module de plancher d'un batiment d'elevage, et plancher correspondant
CN109303002A (zh) * 2018-11-01 2019-02-05 黄梅县强立畜牧有限公司 一种生态环保型养猪场

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0700634A1 (fr) * 1994-09-08 1996-03-13 I-Tek Sa Bac de récupération de lisier
NL1004036C2 (nl) * 1996-09-16 1998-03-17 Antonius Maria Aloysius Nooyen Stalinrichting, bak te gebruiken bij de stalinrichting en werkwijze voor het houden van dieren.
DE102004028134A1 (de) * 2004-06-09 2005-12-29 Hartmann Gmbh Betonfertigteil als Liegemulde für Kühe
EP1673972A1 (de) * 2004-12-21 2006-06-28 Hartmann Grundbesitz GmbH & Co. KG Betonfertigteilesystem für einen Stallboden, ein diesen Stallboden umfassender Stall und Verfahren zu seiner Herstellung

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0700634A1 (fr) * 1994-09-08 1996-03-13 I-Tek Sa Bac de récupération de lisier
NL1004036C2 (nl) * 1996-09-16 1998-03-17 Antonius Maria Aloysius Nooyen Stalinrichting, bak te gebruiken bij de stalinrichting en werkwijze voor het houden van dieren.
DE102004028134A1 (de) * 2004-06-09 2005-12-29 Hartmann Gmbh Betonfertigteil als Liegemulde für Kühe
EP1673972A1 (de) * 2004-12-21 2006-06-28 Hartmann Grundbesitz GmbH & Co. KG Betonfertigteilesystem für einen Stallboden, ein diesen Stallboden umfassender Stall und Verfahren zu seiner Herstellung

Also Published As

Publication number Publication date
EP2845472A1 (en) 2015-03-11
PT2845472T (pt) 2016-09-08
EP2845472B1 (en) 2016-06-22
PL2845472T3 (pl) 2016-12-30
HUE031012T2 (en) 2017-06-28
DK2845472T3 (en) 2016-09-12
ES2589228T3 (es) 2016-11-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2011379C2 (nl) Stalmodule alsmede stal opgebouwd uit dergelijke stalmodules.
KR20060074810A (ko) 어도블록
RU2584446C1 (ru) Свинарник
KR101685445B1 (ko) 배수 트렌치용 그레이팅
EP3749088B1 (en) Device for collection and removal of slurry
NL1042060B1 (nl) Systeem voor vegetatie op daken
CN210841062U (zh) 一种依坡而建的新型多功能楼式羊舍
KR101505986B1 (ko) 인공어초 구조물 및 이를 이용한 낚시환경 조성구조물
RU168708U1 (ru) Автоматическая мини-ферма
NL1027258C2 (nl) Begroeid geluidswerend scherm bestaande uit beplante panelen en ondersteuningsconstructie.
RU2673958C1 (ru) Клеточное устройство для содержания кроликов
NL1038277C2 (nl) Werkwijze en stelsel voor het met plantenbakken en/of panelen bedekken van een structuur zoals een wand of dak, alsmede bevestigingsmiddelen, bakken en panelen als deel van een dergelijk stelsel, alsmede een geluidsscherm voorzien van een dergelijk stelsel.
NL1013514C2 (nl) Stalvloerconstructie.
PL133620B1 (en) Set of cages for growing small animals
DK9700117U3 (da) Gulvsystem for faresti
RU2742507C1 (ru) Решетка перекрытия каналов навозоудаления в животноводческих помещениях
AU2012261627B2 (en) Trench Drainage System
GB2530167A (en) Fencing system
NL1036789C2 (nl) Verdiepingselement, gebouw, combinatie van ten minste twee gestapelde verdiepingselementen en werkwijze voor het vormen van een kolom van een gebouw.
ES1075408U (es) Refugio artesanal.
KR200452081Y1 (ko) 생태계 보호수로의 벽체시공용 거푸집판넬
BE1016356A6 (nl) Een stalinrichting welke bestaat uit meerdere etages met dierverblijven.
NZ777690A (en) Module and assembly for underground management of fluids for shallow-depth applications
CN110604064A (zh) 一种依坡而建的新型多功能楼式羊舍
PL71831Y1 (pl) Łącznik płotków ochronno-naprowadzających

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171001