NL2011338C2 - Groepenkast met identificatielabel. - Google Patents

Description

Groepenkast met identificatielabel ACHTERGROND VAN DE uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een groepenkast met identificatielabel. Een groepenkast maakt onderdeel uit van de elektrische installatie van een gebouw. Hierop kan een identificatielabel met een uniek nummer worden bevestigd waarmee de groepenkast kan worden geïdentificeerd. Dit is met name van toepassing voor omvangrijke elektrische installaties waarvoor een uitgebreide technische documentatie wordt aangelegd.

Een doel van de uitvinding is een groepenkast met een eenvoudig plaatsbaar identificatielabel te verschaffen. SAMENVATTING VAN DE uitvinding

De uitvinding verschaft een groepenkast voor elektrische installaties, omvattend een achterkant ter bevestiging tegen een wand, een op de achterkant geplaatst deksel met een opening, en aan de achterkant op rij bevestigde eenheden schakelmateriaal die aan de voorzijde door de opening steken, waarbij de groepenkast voorts is voorzien van een identificatielabel met een platte insteekplaat die naast een eenheid schakelmateriaal in de rij is geplaatst, waarbij het identificatielabel een identificatiegedeelte bezit dat aan de voorzijde van de rij boven deze eenheid schakelmateriaal uitsteekt, waarbij op het identificatiegedeelte een identificatie is aangebracht.

De identificatie is bijvoorbeeld een unieke nummerreeks of streepjescode die vooraf op het identificatielabel is aangebracht. Het identificatielabel kan met de insteekplaat naast een eenheid worden ingestoken om deze van de identificatie te voorzien. Daardoor is schrijfwerk op de plaats van installatie van de groepenkast niet nodig.

In een uitvoeringsvorm bevindt het identif icatiegedeelte zich op het eind van de insteekplaat dat boven het schakelmateriaal uitsteekt, waardoor de identificatie duidelijk van opzij zichtbaar is.

In een uitvoeringsvorm zijn de eenheden schakelmateriaal voorzien van platte zijden die in de rij naar elkaar zijn gekeerd, waarbij de platte plaat aanligt tegen de platte zijde van de eenheid schakelmateriaal.

In een uitvoeringsvorm is de platte insteekplaat tussen twee direct opeenvolgende eenheden schakelmateriaal geplaatst. De platte insteekplaat wordt dan goed rechtop gehouden.

In een uitvoeringsvorm is aan de tegengestelde zijden van het identificatiegedeelte een identificatie aangebracht, waardoor het identificatielabel vanaf beide zijden van de rij kan worden afgelezen.

In een uitvoeringsvorm is de achterkant voorzien van een rek met een rail waarop de eenheden schakelmateriaal zijn bevestigd, waarbij de insteekplaat aangrijpt op de rail. Het identificatielabel kan dan op dezelfde wijze worden aangebracht als de eenheden schakelmateriaal. Dit is een handeling die vertrouwd is voor de samensteller van de groepenkast.

In een uitvoeringsvorm daarvan bezit de rail twee van elkaar afgekeerde bevestigingsranden die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij de insteekplaat is voorzien van twee naar elkaar gerichte haken die achter de bevestigingsranden aangrijpen. Deze rail is bijvoorbeeld een DIN rail.

In een uitvoeringsvorm is het identificatielabel voorzien van een voorplaat die dwars op de insteekplaat staat en die zich voor de eenheid schakelmateriaal uitstrekt, waarbij op de voorplaat een identificatie is aangebracht. De voorplaat bevindt zich voor de eenheid schakelmateriaal waardoor deze eenheid deze moeilijk in bedrijf kan worden gesteld zonder eerst de identificatie waar te nemen.

In een uitvoeringsvorm daarvan is de voorplaat een platte voorplaat.

In een uitvoeringsvorm gaat de insteekplaat via een streefbreukverbinding over in de voorplaat. De voorplaat kan dan eenvoudig, en in zijn geheel, worden afgenomen om de eenheid schakelmateriaal in bedrijf te nemen. De voorplaat kan worden afgenomen voor de administratie van de elektrische installatie. De installateur kan dan bijvoorbeeld kort na de installatiewerkzaamheden alvast het bouwnummer op de afgenomen voorplaat schrijven dat later in de administratie wordt gekoppeld aan de betreffende groepenkast met deze unieke identificatie.

In een uitvoeringsvorm bevindt de streefbreukverbinding zich in de hoek van de insteekplaat naar de voorplaat, waardoor de voorplaat kan worden gebruikt als hefboom om de streefbreukverbinding te laten bezwijken.

In een uitvoeringsvorm bepalen de insteekplaat en de voorplaat een L-vorm.

In een uitvoeringsvorm is de identificatie op de voorplaat dezelfde als de identificatie op het identificatiegedeelte van de insteekplaat.

In een uitvoeringsvorm is de insteekplaat achter het deksel breder dan de opening in het deksel, waardoor deze een of meerdere schouders omvat voor aanligging tegen de achterzijde van het deksel langs de rand van de opening in het deksel.

In een uitvoeringsvorm is het identificatielabel van kunststof.

De uitvinding verschaft voorts een identificatielabel kennelijk bestemd en geschikt voor de groepenkast volgens de uitvinding.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een isometrisch aanzicht van een groepenkast met identificatielabel volgens de uitvinding;

Figuur 2 de groepenkast volgens figuur 1, waarbij de voorplaat van het identificatielabel is verwijderd; en

Figuur 3 de groepenkast volgens figuur 1, waarvan het deksel en een gedeelte van het schakelmateriaal is verwijderd om de bevestiging van het identificatielabel weer te geven.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuren 1 en 2 tonen een groepenkast 1 volgens de uitvinding. De groepenkast 1 vormt een onderdeel van de elektrische installatie van een gebouw. De groepenkast 1 kan tegen een wand van het gebouw worden bevestigd. De groepenkast 1 omvat een rechthoekig kunststof frame of achterkant 10 waarop een kunststof deksel 11 is geplaatst. In de groepenkast 1 zijn eenheden schakelmateriaal opgenomen, in dit voorbeeld een rij met een hoofdschakelaar 32, meerdere zekeringautomaten 31 en twee aardlekschakelaars 30. aardlekschakelaars 30 Het schakelmateriaal steekt met de voorzijde door een langwerpige, rechthoekige opening 12 van het deksel 11.

In figuur 3 is het deksel 11 en een gedeelte van de aardlekschakelaars 30 en zekeringautomaten 31 verwijderd. De achterkant 10 van de groepenkast 1 is voorzien van een kunststof rek 20 met posities voor de zekeringautomaten 31. Het rek 20 is aan de voorzijde voorzien van een rail 21 met aan de bovenzijde een omhoog gerichte bevestigingsrand 22 en aan de onderzijde een omlaag gerichte bevestigingsrand 23. Deze rail 21 is gestandaardiseerd en bekend als DIN rail. Zoals weergegeven voor de rechter aardlekschakelaar 30 is het schakelmateriaal aan de achterzijde voorzien van een omlaag gerichte haakrand 33 en een omhoog gerichte haakrand 34 die achter de bevestigingsranden 22, 23 van de rail 21 klikken. De eenheden schakelmateriaal 30, 31, 32 zijn voorzien van evenwijdige zijvlakken 35 die in de rij naar elkaar zijn gekeerd.

De groepenkast 1 is volgens de uitvinding voorzien van een kunststof identificatielabel 50 waarmee de groepenkast 1 kan worden geïdentificeerd. In dit voorbeeld is het identificatielabel 50 naast en aan de voorzijde over de hoofdschakelaar 32 geplaatst.

Zoals weergegeven in figuur 3 is het identificatielabel 50 voorzien van een rechte, platte insteekplaat 51 die aan de voorzijde overgaat in een rechte, platte voorplaat 71. De insteekplaat 51 is aan de onderzijde voorzien van een bovenaanslag 53 en een onderaanslag 56 voor aanligging tegen de omhoog gerichte bevestigingsrand 22 respectievelijk de omlaag gerichte bevestigingsrand 23 van de rail 21, en van een bovenhaak 53 en een onderhaak 54 om daarachter aan te grijpen. De flexibiliteit van het kunststof plaatmateriaal laat toe dat de haken 53, 54 elastisch van elkaar af kunnen bewegen om daarna blijvend aan te haken. De insteekplaat 51 is in het midden voorzien van twee schouders 57, 58 voor aanligging tegen de binnenzijde van het deksel 11 direct achter de rand van de langwerpige opening 12.

De insteekplaat 51 is aan de voorzijde voorzien van een boven de schouders 57, 58 uitstekend identificatiegedeelte 59 dat uitsteekt boven de langwerpige opening 12 en de eenheden schakelmateriaal 30, 31, 32. Het uitstekende identificatiegedeelte 59 is in figuur 3 met een denkbeeldige onderbroken lijn Q weergegeven. Aan weerszijden van het identificatiegedeelte 59 is hetzelfde registratienummer 60 aangebracht.

De voorplaat 71 gaat via een streefbreukhoek 70 over in de insteekplaat 51. De streefbreukhoek 7 0 wordt gevormd door een langwerpige opening die zich uitstrekt tot kort voor de einden van de streefbreukhoek 70, waarbij deze restanten materiaal zullen bezwijken. De voorplaat 71 is aan de zichtzijde eveneens voorzien van een registratienummer 72 dat hetzelfde is als het registratienummer 60 op de insteekplaat 51.

Het identificatielabel 50 kan met de insteekplaat 51 in richting A tussen de eenheden schakelmateriaal 30, 31, 32 worden gestoken, bijvoorbeeld tussen de hoofdschakelaar 32 en de aangrenzende zekeringautomaat 31. De hoofdschakelaar 32 heeft in tegenstelling tot de zekeringautomaten 31 geen vaste positie op de rail 21 waardoor deze enigszins kan opschuiven om ruimte te maken voor de insteekplaat 51. De insteekplaat 51 grijpt uiteindelijk met de haken 53, 54 vast aan op de rail 21. Deze positie wordt geborgd door plaatsing van het deksel 11 die komt aan te liggen op de schouders 57, 58. De plaatsing van het identificatielabel 50 kan plaatsvinden tijdens de voorassemblage van de groepenkast 1 in de fabriek of bij plaatsing in een gebouw. Na plaatsing van de groepenkast kan de installateur de voorplaat 71 langs de streefbreukhoek 70 afbreken voor de administratie van de aangelegde installatie. Het registratienummer 72 komt overeen met het permanent achterblijvende registratienummer 60.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (17)

1. Groepenkast voor elektrische installaties, omvattend een achterkant ter bevestiging tegen een wand, een op de achterkant geplaatst deksel met een opening, en aan de achterkant op rij bevestigde eenheden schakelmateriaal die aan de voorzijde door de opening steken, waarbij de groepenkast voorts is voorzien van een identificatielabel met een platte insteekplaat die naast een eenheid schakelmateriaal in de rij is geplaatst, waarbij het identificatielabel een identificatiegedeelte bezit dat aan de voorzijde van de rij boven deze eenheid schakelmateriaal uitsteekt, waarbij op het identificatiegedeelte een identificatie is aangebracht.

2. Groepenkast volgens conclusie 1, waarbij het identificatiegedeelte zich bevindt op het eind van de insteekplaat dat boven het schakelmateriaal uitsteekt.

3. Groepenkast volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eenheden schakelmateriaal zijn voorzien van platte zijden die in de rij naar elkaar zijn gekeerd, waarbij de platte plaat aanligt tegen de platte zijde van de eenheid schakelmateriaal.

4. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de platte insteekplaat tussen twee direct opeenvolgende eenheden schakelmateriaal is geplaatst.

5. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan de tegengestelde zijden van het identificatiegedeelte een identificatie is aangebracht.

6. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de achterkant is voorzien van een rek met een rail waarop de eenheden schakelmateriaal zijn bevestigd, waarbij de insteekplaat aangrijpt op de rail.

7. Groepenkast volgens conclusie 6, waarbij de rail twee van elkaar afgekeerde bevestigingsranden bezit die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij de insteekplaat is voorzien van twee naar elkaar gerichte haken die achter de bevestigingsranden aangrijpen.

8. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het identificatielabel is voorzien van een voorplaat die dwars op de insteekplaat staat en die zich voor de eenheid schakelmateriaal uitstrekt, waarbij op de voorplaat een identificatie is aangebracht.

9. Groepenkast volgens conclusie 8, waarbij de voorplaat een platte voorplaat is.

10. Groepenkast volgens conclusie 8 of 9, waarbij de insteekplaat via een streefbreukverbinding overgaat in de voorplaat.

11. Groepenkast volgens conclusie 10, waarbij de streefbreukverbinding zich bevindt in de hoek van de insteekplaat naar de voorplaat.

12. Groepenkast volgens een der conclusies 8-11, waarbij de insteekplaat en de voorplaat een L-vorm bepalen.

13. Groepenkast volgens een der conclusies 8-12, waarbij de identificatie op de voorplaat dezelfde is als de identificatie op het identificatiegedeelte van de insteekplaat.

14. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de insteekplaat achter het deksel breder is dan de opening in het deksel, waardoor deze een of meerdere schouders omvat voor aanligging tegen de achterzijde van het deksel langs de rand van de opening in het deksel.

15. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het identificatielabel van kunststof is.

16. Groepenkast voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

17. Identificatielabel kennelijk bestemd en geschikt voor de groepenkast volgens een der voorgaande conclusies.