NL2018374B1

NL2018374B1 - Groepenkast met bewakingsinrichting

Info

Publication number: NL2018374B1
Application number: NL2018374A
Authority: NL
Inventors: Wilhelmus Marie Bronswijk Arnoldus; Hermanus Albertus Marie De Jong Harold; Patrick Van Bezu Denis
Original assignee: Abb Schweiz Ag
Priority date: 2017-02-14
Filing date: 2017-02-14
Publication date: 2018-09-04

Abstract

Groepenkast omvattend een eerste achterkant en een eerste deksel dat op de eerste achterkant is geplaatst en dat samen met de eerste achterkant een eerste inbouwruimte bepaalt waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de schakelmateriaaleenheden een aardlekschakelaar omvatten die in serie is geschakeld met ten minste een gedeelte van de overige schakelmateriaaleenheden, waarbij de groepenkast in de eerste inbouwruimte een elektronische bewakingsinrichting met een eerste rooksensor omvat voor het detecteren van rook in de eerste inbouwruimte, waarbij de bewakingsinrichting elektrisch is verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaar en is ingericht voor het via deze elektrische verbinding genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaar in respons op de detectie van de rook teneinde de aardlekschakelaar uit te schakelen.

Description

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een groepenkast met daarin opgenomen schakelmateriaaleenheden, zoals hoofdschakelaars, transformatoren, opgenomen aardlekschakelaars, zekeringautomaten, tijdschakelaars, lichtautomaten, overspanningsbeveiligingen en relaismodules. binnen de geordende bijvoorbeeld aardlekgroepen bijvoorbeeld aardlekschakelaars beschermen de

Deze eenheden zijn wijze elektrisch achter met elkaar groepenkast op verbonden om een te vormen. In hoofdschakelaar meerdere dan elke aardlekgroep zijn meerdere zekeringautomaten opgenomen, gebruikers op lekstroom aangesloten zekeringautomaten kortsluiting. Deze slechte elektrische aardlekgroep tegen beschermen tegen eenheden beschermen verbindingen binnen bijvoorbeeld de zekeringautomaten kunnen waardoor in de groepenkast smeltgevaar en ontstaan.

en

De de de overbelasting echter niet tegen groepenkast, en zelf ook falen, brandgevaar kan of de

Een doel van de uitvinding is een groepenkast te verschaffen met maatregelen tegen falen van de inwendige eenheden.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding verschaft een groepenkast omvattend een eerste achterkant en een eerste deksel dat op de eerste achterkant is geplaatst en dat samen met de eerste achterkant een eerste inbouwruimte bepaalt waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de schakelmateriaaleenheden een aardlekschakelaar omvatten die in serie is geschakeld met ten minste een gedeelte van de overige schakelmateriaaleenheden, waarbij de groepenkast in de eerste inbouwruimte een elektronische bewakingsinrichting met een eerste rooksensor omvat voor het detecteren van rook in de eerste inbouwruimte, waarbij de bewakingsinrichting elektrisch is verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaar en is ingericht voor het via deze elektrische verbinding genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaar in respons op de detectie van de rook teneinde de aardlekschakelaar uit te schakelen.

De groepenkast volgens de uitvinding is voorzien van een bewakingsinrichting die in respons op de detectie van rook de aardlekschakelaar geforceerd uitschakelt of tript, net zoals dat bijvoorbeeld met de daarop aanwezige testknop plaatsvindt.

Hiermee wordt direct de elektrische stroom door alle in serie daarmee geschakelde schakelmateriaaleenheden opgeheven en daarmee de meest waarschijnlijke oorzaak van de rookontwikkeling.

De overschrijding kan bijvoorbeeld zijn veroorzaakt doordat een slecht elektrisch contact in de interne verbinding met bijvoorbeeld de aardlekschakelaar.

In een uitvoeringsvorm omvat de bewakingsinrichting een tweede rooksensor die zich buiten de eerste inbouwruimte bevindt, waarbij de bewakingsinrichting is ingericht voor het via de elektrische verbinding genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaar in respons op de detectie van rook door de eerste rooksensor of de tweede rooksensor teneinde de aardlekschakelaar uit te schakelen. De tweede rooksensor kan bijvoorbeeld in een naastgelegen verdeelkast worden opgenomen.

In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de groepenkast een tweede achterkant en een tweede deksel dat op de tweede achterkant is geplaatst en dat samen met de tweede achterkant een tweede inbouwruimte bepaalt waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de tweede rooksensor zich in de tweede inbouwruimte bevindt. De eerste achterkant en de tweede achterkant kunnen dezelfde vorm hebben en naast elkaar zijn bevestigd om in de van elkaar gescheiden inbouwruimtes een grote hoeveelheid schakelmateriaal te bevatten. Beide inbouwruimtes zijn dan voorzien van een rooksensor om rookontwikkeling in de inbouwruimtes te detecteren.

In een uitvoeringsvorm omvatten de schakelmateriaaleenheden meerdere aardlekschakelaars die elk in serie zijn geschakeld met een eigen gedeelte van de overige schakelmateriaaleenheden om van elkaar gescheiden aardlekgroepen te vormen, waarbij de bewakingsinrichting individueel elektrisch is verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaars, waarbij de bewakingsinrichting is ingericht voor het via deze elektrische verbindingen genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaars in respons op de detectie van rook teneinde de aardlekschakelaars uit te schakelen. De bewakingsinrichting kan daarmee meerdere aardlekgroepen tegelijkertijd uitschakelen.

In een uitvoeringsvorm omvat de groepenkast een tweede achterkant en een tweede deksel dat op de achterkant is geplaatst en dat samen met de achterkant een tweede inbouwruimte bepaalt waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de schakelmateriaaleenheden een aardlekschakelaar in de tweede inbouwruimte omvatten, waarbij de bewakingsinrichting individueel elektrisch is verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaars in de eerste inbouwruimte en tweede inbouwruimte, waarbij de bewakingsinrichting is ingericht voor het via deze elektrische verbindingen genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaars in respons op de detectie van rook teneinde de aardlekschakelaars uit te schakelen. De aardlekschakelaars in beide inbouwruimtes kunnen dan gelijktijdig worden uitgeschakeld.

In een uitvoeringsvorm omvat de bewakingsinrichting een geluidsbron voor het afgeven van een hoorbaar geluidsignaal in respons op de detectie van de rook, waardoor aanwezigen in een gebouw worden gewaarschuwd voor de brandgevaarlijke situatie in de groepenkast.

In een uitvoeringsvorm omvat de bewakingsinrichting een elektronische verwerkingseenheid die is verbonden met een computercommunicatienetwerk, waarbij de verwerkingseenheid is ingericht voor het via het computercommunicatienetwerk versturen van een elektronisch bericht in respons op de detectie van de rook. Op basis van dit bericht kan een hulpdienst of een gebouweigenaar worden gealarmeerd.

In een uitvoeringsvorm daarvan omvat de bewakingsinrichting een zender-ontvanger voor draadloze datacommunicatie over het internet. De zender-ontvanger is bijvoorbeeld een wifi zender-ontvanger die communiceert met een wifi modem in het gebouw waar de groepenkast is geïnstalleerd.

In een uitvoeringsvorm omvat de bewakingsinrichting een temperatuursensor voor het verkrijgen van een meetwaarde voor de temperatuur in de eerste inbouwruimte, waarbij de bewakingsinrichting is ingericht voor het genereren van de lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaar in respons op een overschrijding van een vooraf bepaalde temperatuurwaarde.

Hiermee wordt direct de elektrische belasting van alle in serie met de aardlekschakelaar geschakelde schakelmateriaaleenheden opgeheven en daarmee de meest waarschijnlijke oorzaak van warmteontwikkeling.

In een uitvoeringsvorm omvat de bewakingsinrichting een in de eerste inbouwruimte opgenomen elektronische bewakingsmodule, waarbij de bewakingsmodule is voorzien van één of meerdere trippoorten waarop de elektrische verbinding naar de uitgaande fase van de aardlekschakelaar is aangesloten, waarbij de bewakingsmodule is ingericht voor het via een weerstand met de aardleiding of nulleiding verbinden van de trippoort in respons op de detectie van rook. De module kan net als de schakelmateriaaleenheden in de groepenkast worden ingebouwd en via de trippoort met de aardlekschakelaar worden verbonden. De bewakingsmodule kan ook als retrofit-oplossing in bestaande groepenkasten worden ingebouwd.

In een uitvoeringsvorm daarvan is de eerste achterkant voorzien van een bodemwand en een daarvan opstaande zijwand die een rechthoekige contour van de eerste achterkant bepalen, waarbij de bodemwand bij de hoekpunten is voorzien van schroefgaten voor bevestigingsschroeven waarmee de eerste achterkant op een verticale wand kan worden bevestigd, waarbij de bewakingsmodule is voorzien van een behuizing waarin de eerste rooksensor en de trippoorten zijn opgenomen, waarbij de behuizing aan twee zijden is voorzien van bevestigingspoten waarmee de behuizing de eerste inbouwruimte overspant, waarbij de bevestigingspoten aan de onderzijde overgaan in bevestigingsvoeten met gaten die samenvallen met de schroefgaten. De bewakingsmodule kan met de bevestigingsschroeven worden vastgezet waarmee de eerste achterkant is of wordt bevestigd tegen een verticale wand. Doordat de behuizing de eerste inbouwruimte overspant kunnen onder de behuizing de gebruikelijke bedrading naar het schakelmateriaal worden doorgevoerd.

In een uitvoeringsvorm is het eerste deksel voorzien van een venster, waarbij de bewakingsmodule een bedieningspaneel omvat dat zich in of achter het venster bevindt. De bewakingsmodule kan daardoor net als het schakelmateriaal vanaf de voorzijde van de groepenkast worden bediend.

In een gecombineerde uitvoeringsvorm is het bedieningspaneel onderdeel van de behuizing en bevindt deze zich aan zijde van de behuizing die zich tegenover de poten bevindt. De bewakingsmodule staat daarmee op de bodemwand en ligt direct achter het eerste deksel.

In een uitvoeringsvorm is de bewakingsinrichting voorzien van een reset knop in het bedieningspaneel. Hiermee kan de alarmtoestand van de bewakingsinrichting worden opgeheven zodat de uitgeschakelde aardlekschakelaar weer kan worden ingeschakeld.

De uitvinding verschaft voorts een bewakingsinrichting kennelijk bestemd en geschikt voor de groepenkast volgens de uitvinding. Deze kan als retrofitoplossing in bestaande groepenkasten worden ingebouwd.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een isometrisch vooraanzicht van een groepenkast met bewakingsinrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 2 de groepenkast met bewakingsinrichting van figuur 1, waarvan het deksel is afgenomen; een isometrisch

Figuur 3 groepenkast volgens bewakingsinrichting

Figuur 4 groepenkast volgens bewakingsinrichting figuur 3, waarbij is weergegeven; en figuur 2, waarbi is afgenomen;

een isometrisch

onderaanzicht	van	de
j het deksel	van	de
onderaanzicht	van	de
de behuizing	van	de

Figuur 5 het elektrische schema van een gedeelte van de elektronica van de bewakingsinrichting volgens de voorgaande figuren.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuren 1-4 tonen een groepenkast 1 volgens de uitvinding. De groepenkast 1 omvat een rechthoekige kunststof achterkant 2 met een bodemwand 3 en een daarvan opstaande omtrekswand 4 die een inwendige inbouwruimte 5 begrenzen. Zoals weergegeven in figuren 3 en 4 is de achterkant 2 met vier bevestigingsschroeven 14 (waarvan er slechts één is getoond) die door schroefgaten 13 bij de hoekpunten van de achterkant 2 steken op een verder niet getoonde verticale achterwand vastgezet. Op de achterkant 2 zijn in dit voorbeeld twee evenwijdige bevestigingsrails 10, 11 bevestigd waarmee rijen schakelmateriaaleenheden in de groepenkast 1 kan worden vastgezet. Schakelmateriaaleenheden zijn bijvoorbeeld aardlekschakelaars, zekeringautomaten, hoofdschakelaars, tijdschakelaars, lichtautomaten, transformatoren, overspanningsbeveiligingen, relaismodules enzovoort.

De groepenkast 1 omvat een rechthoekig kunststof deksel 6 dat op de omtrekswand 4 van de achterkant 2 past en daarop met kwartslagkoppelingen 12 is vastgezet. De schakelmateriaaleenheden steken aan voorzijde door daarmee samenvallende langwerpige openingen 7 in het deksel 6. De langwerpige openingen 7 zijn buiten het schakelmateriaal afgeschermd met verder niet getoonde blindplaten.

In dit voorbeeld zijn de schakelmateriaaleenheden op de onderste bevestigingsrails 11 een driefasen aardlekschakelaar die beveiligt tegen een te hoge lekstroom, en op de bovenste bevestigingsrails acht zekeringautomaten 31-38 die beveiligen tegen een te hoge stroom of kortsluiting, dit voorbeeld zijn de en een deurbeltransformator 39. In zekeringautomaten 31-38 elektrisch gevoed vanuit de drie fasen van de aardlekschakelaar 22. Voor de eerste zekeringautomaat 31 en de tweede zekeringautomaat 32 zijn daartoe de installatiedraden 9 schematisch weergegeven. De groepenkast 1 is voorzien van een bewakingsinrichting 40 die in respons op rookontwikkeling in de inbouwruimte 5 de aardlekschakelaar 22 uitschakelt zoals hierna in detail beschreven.

De bewakingsinrichting 40 omvat een elektronische bewakingsmodule 41 die op de achterkant 2 is vastgezet en die door een rechthoekig venster 8 in het deksel 6 steekt. Zoals weergegeven in figuur 4 omvat de bewakingsmodule 41 een kunststof behuizing 42 met een langwerpige bodemwand 43 en dwars daarop een achterwand 4 4 die overgaat in twee kortere zijwanden 47, en een kortere voorwand 45 evenwijdig aan de achterwand 44. De zijwanden 47 en de voorwand 45 zijn onder de bodemwand 43 voortgezet in twee bevestigingspoten 49. De bevestigingspoten 49 gaan aan de onderzijde over in een bevestigingsvoet 50 met een langgat 51.

Zoals weergegeven in figuur 4 is de behuizing 42 op de achterkant 2 vastgezet door de bevestigingsvoeten 50 op de bodemwand 3 te plaatsen. De langgaten 51 zijn daarbij uitgelijnd met de schroefgaten 13 waar vervolgens de bevestigingsschroeven 14 doorheen zijn gestoken. De behuizing 42 bezit aan één zijde een reeks luchtsleuven 46 in de achterwand 44 en de voorwand 45. Zoals weergegeven in figuur 2 is de behuizing 42 afgesloten met een recht kunststof deksel 53 dat aan de uiteinden overgaat in vergrendelingen 54. De vergrendelingen 54 grijpen aan achter schuine kliknokken 48 die uitsteken van de zijwanden 47. Het deksel 53 van de bewakingsmodule 41 bevat in het midden een verhoogd gelegen rechthoekig bedieningspaneel 55 dat in het rechthoekige venster 8 van het deksel 6 van de groepenkast 1 past. Het bedieningspaneel 55 bevat een opening 57 voor een LED lamp en een drukknop 56 in de vorm van een buigzame lip.

Zoals weergegeven in figuur 3 omvat de bewakingsmodule 41 een printplaat 60 die is opgenomen in de behuizing 42. Op de printplaat 60 zijn elektronische componenten aangebracht, waaronder een zoemer 61, een test en reset drukschakelaar 62 die zich achter de drukknop 56 bevindt, een LED lamp 68 die door de opening 57 steekt, en een Wifi-zender-ontvanger 63. De printplaat 60 is elektrisch aangesloten op een interne optische rooksensor 64 die zich tussen de luchtsleuven 46 bevindt. Aan bevinden zich twee elektrische connectoren de onderzijde voor twee extra externe optische rooksensoren.

Deze kunnen bijvoorbeeld zijn opgenomen in een naastgelegen uitbreidingskast met eveneens schakelmateriaal. De externe optische rooksensor is dan met een connector 68 aangesloten.

Aan de onderzijde van de printplaat 60 bevinden zich verder een dataconnector 66 voor de configuratie van de bewakingsmodule 41 door middel van een externe terminal zoals een laptop, en een voedingsconnector 67 die elektrisch is verbonden met een verder niet getoonde voeding die elektrisch voor de aardlekschakelaar op het net is aangesloten zodat de bewakingsmodule 41 van stroom wordt voorzien onafhankelijk van de stand van de aardlekschakelaar

22. Aan de onderzijde van de printplaat bevinden zich tenslotte een nulaansluiting

0 in de vorm van een schroefterminal die door middel van een installatiedraad 53 elektrisch is verbonden met een nulleiding of een aardleiding in de groepenkast 1, en vier trippoorten 71-74 eveneens in de vorm van vier schroefterminals. In dit voorbeeld is de eerste trippoort met een installatiedraad elektrisch verbonden met een fase-uitgang van de aardlekschakelaar 22. Bij een driefasen aardlekschakelaar is aansluiting op één van de drie fase-uitgangen voldoende.

	Figuur 5 toont het	elektrische schema van	een
gedeelte	van	de	elektronica	van	de printplaat 60.	De
printplaat	60	bevat per trippoort	71-74 een relais 76	dat

bij bekrachtiging de trippoort 71-74 via een weerstand 93 van ongeveer 7 kilo Ohm verbindt. De printplaat die is aangesloten op de elektrisch met de nulaansluiting 70 omvat een verwerkingseenheid 100 relais 93, op de interne rooksensor

64, op de externe optische rooksensoren, en op de dataconnector 66. De printplaat 60 wordt gevoed via de voedingsconnector 67. De verwerkingseenheid 100 is verbonden met de Wifi-zender-ontvanger 63.

De verwerkingseenheid 100 kan via de Wifi-zenderontvanger 64 draadloos worden verbonden met een modem voor toegang tot het internet, zodat de bewakingsmodule 41 kan communiceren met een host die de verdere communicatie kan verzorgen naar de huiseigenaar of hulpdienst.

Tijdens normaal bedrijf van de groepenkast 1 zijn de aardlekschakelaar 21 en de zekeringautomaten 31-38 ingeschakeld. De optische rooksensor 64 is actief en de status van de bewakingsmodule 41 wordt regelmatig via het internet teruggekoppeld aan de host. Het materiaal van het installatiemateriaal is zodanig gespecificeerd dat deze bij warmteontwikkeling niet zelf ontbrandt maar bij warmteontwikkeling zal deze wel rook genereren. Wanneer er op een plaats in de afgesloten inbouwruimte 5 van de groepenkast 1 warmte wordt ontwikkeld die leidt tot rook, bijvoorbeeld door een slecht elektrisch contact, dan wordt de rook door de optische rooksensor 64 waargenomen. De optische rooksensor 64 stuurt een overeenkomstig signaal naar de verwerkingseenheid 100 die in reactie daarop een aantal acties uitvoert.

De eerste actie van de verwerkingseenheid 100 is het via de Wifi-zender-ontvanger 64 doorgeven van een alarmbericht aan de host. Hiermee kunnen hulpdiensten worden ingeschakeld.

De tweede actie van de verwerkingseenheid 100 is het pulsgewijs bekrachtigen van de relais 76. Hierdoor wordt in de fase van de aardlekschakelaar 21 die via de installatiedraad 52 is aangesloten op de trippoort 71 een lekstroom van ongeveer 33 milli-ampere gegenereerd, waardoor de aardlekschakelaar 21 uitslaat en de elektrische spanning van de groepenkast 1 wordt gehaald. Hierdoor zal de warmteontwikkeling stoppen. Het modem waarmee de Wifizender-ontvanger 64 het alarmbericht heeft verstuurd zal hierdoor waarschijnlijk ook uitvallen.

De derde actie van de bewakingsinrichting 40 is het bekrachtigen van de zoemer 61 en het laten knipperen van de LED lamp 68 zodat een aanwezige in het gebouw wordt gewaarschuwd voor de rookontwikkeling.

De bewakingseenheid 41 kan worden gereset door op de drukknop 56 te drukken. De zoemer 61 wordt dan weer uitgeschakeld.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims

CONCLUSIES

1. Groepenkast omvattend een eerste achterkant en een eerste deksel dat op de eerste achterkant is geplaatst en dat samen met de eerste achterkant een eerste inbouwruimte bepaalt waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de schakelmateriaaleenheden aardlekschakelaar omvatten die in serie is geschakeld een met ten minste een gedeelte van de overige schakelmateriaaleenheden, eerste inbouwruimte een met een eerste in de eerste elektrisch is waarbij de elektronische rooksensor omvat voor het inbouwruimte, waarbij de groepenkast in de bewakingsinrichting detecteren van rook bewakingsinrichting verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaar en elektrische verbinding uitgaande fase van de is ingericht voor het via genereren van een lekstroom aardlekschakelaar in respons detectie van de rook teneinde de aardlekschakelaar schakelen.

deze in de op de uit te
2. Groepenkast volgens conclusie 1, waarbij de bewakingsinrichting een tweede rooksensor omvat die zich buiten de eerste inbouwruimte bevindt, bewakingsinrichting is ingericht voor het verbinding genereren van een lekstroom in van de aardlekschakelaar in respons op de waarbij de via de elektrische de uitgaande fase detectie van rook door de eerste rooksensor of de tweede rooksensor teneinde de aardlekschakelaar uit te schakelen.
3. Groepenkast tweede achterkant en een achterkant is geplaatst achterkant een tweede volgens conclusie 2, omvattend een tweede deksel dat op de en dat samen met de inbouwruimte bepaalt tweede tweede waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de tweede rooksensor zich in de tweede inbouwruimte bevindt.
4. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schakelmateriaaleenheden meerdere aardlekschakelaars omvatten die elk in serie zijn geschakeld met een eigen gedeelte van de overige schakelmateriaaleenheden om van elkaar gescheiden aardlekgroepen te vormen, waarbij de bewakingsinrichting individueel elektrisch is verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaars, waarbij de bewakingsinrichting is ingericht voor het via deze elektrische verbindingen genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaars in respons op de detectie van rook teneinde de aardlekschakelaars uit te schakelen.
5. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een tweede achterkant en een tweede deksel dat op de tweede achterkant is geplaatst en dat samen met de tweede achterkant een tweede inbouwruimte bepaalt waarin schakelmateriaaleenheden zijn opgenomen, waarbij de schakelmateriaaleenheden een aardlekschakelaar in de tweede inbouwruimte omvatten, waarbij de bewakingsinrichting individueel elektrisch is verbonden met een uitgaande fase van de aardlekschakelaars in de eerste inbouwruimte en tweede inbouwruimte, waarbij de bewakingsinrichting is ingericht voor het via deze elektrische verbindingen genereren van een lekstroom in de uitgaande fase van de aardlekschakelaars in respons op de detectie van rook teneinde de aardlekschakelaars uit te schakelen.
6. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bewakingsinrichting een geluidsbron omvat voor het afgeven van een hoorbaar geluidsignaal in respons op de detectie van de rook.
7. Groepenkast volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bewakingsinrichting een elektronische verwerkingseenheid omvat die is verbonden met een computercommunicatienetwerk, waarbij de verwerkingseenheid is ingericht voor het via het computercommunicatienetwerk versturen van een elektronisch bericht in respons op de detectie van de rook.
8. Groepenkast bewakingsinrichting een draadloze datacommunicatie volgens conclusie 7, waarbij de zender-ontvanger omvat voor over het internet.

volgens de voor een der voorgaande bewakingsinrichting het een in de is de een verkrijgen van een eerste inbouwruimte, het ingericht voor uitgaande fase van overschrijding van de een een der voorgaande
9. Groepenkast conclusies, waarbij temperatuursensor omvat meetwaarde voor de temperatuur waarbij de bewakingsinrichting genereren van de lekstroom in aardlekschakelaar in respons op vooraf bepaalde temperatuurwaarde.
10. Groepenkast volgens conclusies, waarbij de bewakingsinrichting een in de eerste inbouwruimte opgenomen elektronische bewakingsmodule omvat, waarbij de bewakingsmodule is voorzien van één of meerdere trippoorten waarop de elektrische verbinding naar de uitgaande fase van de aardlekschakelaar is aangesloten, waarbij de bewakingsmodule is ingericht voor het via een weerstand met de aardleiding of nulleiding verbinden van de trippoort in respons op de detectie van rook.
11. Groepenkast volgens conclusie 10, waarbij eerste achterkant is voorzien van een bodemwand en de een daarvan opstaande zijwand die de eerste achterkant bepalen, hoekpunten is voorzien bevestigingsschroeven waarmee verticale wand kan worden een rechthoekige contour waarbij de bodemwand schroefgaten eerste achterkant van de bij van de voor bewakingsmodule is voorzien van eerste rooksensor een de de de behuizing bevestigingspoten inbouwruimte overspant, onderzijde overgaan op bevestigd, waarbij een behuizing waarin en de trippoorten zijn opgenomen, waarbij aan twee zijden is voorzien van waarmee de behuizing de eerste waarbij de bevestigingspoten aan de in bevestigingsvoeten met gaten die samenvallen met de schroefgaten.
12. Groepenkast volgens conclusie 10 of 11, waarbij het eerste deksel is voorzien van een venster, waarbij de bewakingsmodule een bedieningspaneel omvat dat zich in of achter het venster bevindt.
13. Groepenkast volgens conclusies 11 waarbij het bedieningspaneel onderdeel is van de en zich aan zijde van de behuizing bevindt tegenover de poten bevindt.
14. Groepenkast volgens waarbij de bewakingsinrichting is knop in het bedieningspaneel.
15. Bewakingsinrichting geschikt voor de groepenkast volgens conclusies.

conclusie 12 voorzien van

FG/HZ en 12, behuizing die zich of een

13, reset kennelijk bestemd en een der voorgaande

-o-o-o-o-o-o-o-o- ω

73 74 13

49 50 13

SO