NL2011333C2 - Werkwijze en inrichting voor ontgassing. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor ontgassing. Download PDF

Info

Publication number
NL2011333C2
NL2011333C2 NL2011333A NL2011333A NL2011333C2 NL 2011333 C2 NL2011333 C2 NL 2011333C2 NL 2011333 A NL2011333 A NL 2011333A NL 2011333 A NL2011333 A NL 2011333A NL 2011333 C2 NL2011333 C2 NL 2011333C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reservoir
pressure
medium
temperature
degassing
Prior art date
Application number
NL2011333A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Henk Cnossen
Meeuwis Bouw
Original Assignee
Flamco Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Flamco Bv filed Critical Flamco Bv
Priority to NL2011333A priority Critical patent/NL2011333C2/nl
Priority to EP14758694.5A priority patent/EP3036025B1/en
Priority to PCT/NL2014/050546 priority patent/WO2015026228A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2011333C2 publication Critical patent/NL2011333C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D19/00Degasification of liquids
    • B01D19/0063Regulation, control including valves and floats
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D19/00Details
    • F24D19/08Arrangements for drainage, venting or aerating
    • F24D19/082Arrangements for drainage, venting or aerating for water heating systems
    • F24D19/083Venting arrangements

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Degasification And Air Bubble Elimination (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR ONTGASSING
De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor ontgassing.
De noodzaak van het ontgassen van een verwarmings- of koelinstallatie, waarin water of een water-gycol mengsel als medium wordt gebruikt, is evident en genoegzaam aangetoond. Gasvorming in een installatie leidt tot verminderde prestaties en hoger energieverbruik. Gevolgen hiervan laten zich direct gelden, omdat de warmteoverdracht door 'gasrijk' water beperkt is en kan leiden tot circulatieproblemen, maar vooral ook indirect, doordat gasvorming in belangrijke mate bijdraagt aan corrosievorming in een systeem. Uiteindelijk leidt corrosievorming tot vastzittende thermostatische kranen, defecte circulatiepomp, ketelgeluiden en tenslotte tot lekkage.
Het noodzakelijk ontgassen van een installatie, teneinde een installatie storingsvrij en efficiënt te laten functioneren, staat altijd op een gespannen voet met de energie die nodig is voor het ontgassingsproces zelf. Met een standaard vlotterontluchter kunnen vrije gassen, indien deze ontluchter is gemonteerd op een hoogste punt in een installatie, automatisch worden afgevoerd. Echter, nog steeds kan er sprake zijn van gasinsluitingen op onbereikbare plaatsen. Ook kan niet worden voorkomen, dat het installatiewater een schadelijke hoeveelheid gebonden gassen bevat, waardoor nog steeds sprake is van kwalijke corrosieprocessen.
In het licht van dergelijke problemen zijn voorheen al installaties, werkwijzen en inrichtingen ontwikkeld, ook door de uitvinders van de onderhavige uitvinding, welke waren gebaseerd op een druk-stap principe. Hierbij wordt steeds een deel van het water uit de installatie afgezonderd in een reservoir, waarin het en in druk verlaagd. Gebruik makend van de Wet van Henry, kan het afgezonderde systeemwater bij deze lagere druk minder gassen opnemen. De gassen die vrijkomen bij deze drukstap, worden afgevoerd via een op het reservoir gemonteerde vlotterontluchter, door de druk en het waterniveau in het reservoir kortstondig te laten stijgen. Bij een volgende cyclus wordt het ontgaste water vanuit het reservoir als ‘onderverzadigd' teruggeleid in het systeem, en een volgende hoeveelheid water ingenomen voor ontgassing. Dit relatief onderverzadigde water kan op zijn beurt weer vrije ingesloten gassen in de installatie opnemen (zelfs uit onbereikbare plaatsen in de installatie).
Door herhaling van dit proces, wordt een installatie uiteindelijk compleet ontgast tot een veilig niveau. Er zijn verschillende systemen bekend, die werken volgens het drukstap principe.
Omdat voor dit proces een pomp nodig is, dient men bij dit proces van ontgassen goed oog te houden voor de 'overall' energieprestatie. De installatie dient uit de gevarenzone (corrosie door gasvorming) te worden gehouden, terwijl ook de warmteoverdracht binnen deze installatie optimaal moet zijn, gezien slechte circulatie en/of warmteoverdracht door gassen. Echter, zodra dit optimum is bereikt, dient het proces van geforceerd ontgassen direct te worden beëindigd, om onnodig energieverlies voor dit proces van ontgassen te voorkomen.
Voor dit gasevenwicht wordt een algemeen aanvaard niveau voor stikstof van 1,2 ml/1 (of 15 mg/1) aangehouden als ondergrens. Deze grenswaarde moet nauwlettend worden bewaakt, zodat de energieprestatie van de installatie optimaal blijft maar ook de installatie zelf in goede conditie blijft.
Bij bekende drukstap-ontgassingstoestellen is geen effectieve meetmethode aanwezig, en wordt het ontgassingproces handmatig beïnvloed of zelfs gestuurd. Het effect hiervan is dat er vaak onnodig lang wordt ontgast.
De thans bekende toestellen omvatten hiertoe een mogelijkheid om te kunnen vaststellen, of er nog gas wordt afgescheiden uit de installatie. Dit is geen nauwkeurige methode, omdat het voorkomen van gassen in een installatie afhankelijk is van in het systeem heersende temperatuur en druk (wet van Henry). Wanneer er geen gassen meer worden afgescheiden, kan er al onnodig ver ontgast zijn, waarmee onnodig veel energie kan zijn verspild.
Daarnaast wordt bij de bekende toestellen een onderdruk-regeling aangehangen; daarbij is het doel om nul bar absoluut zo dicht mogelijk te benaderen, in de veronderstelling dat op basis van deze benadering toch alle gassen wel zullen worden onttrokken uit het medium.
Gevolg hiervan is echter, dat het medium bij de daarin heersende temperatuur en bij de plots lagere druk zal gaan koken, waardoor in het medium veel turbulentie en tumult ontstaat. Naast het wenselijke afvoeren van gassen uit het systeem, is daarbij onvermijdelijk dat ook waterdamp vrijkomt bij het kookproces en wordt afgevoerd via de ontluchter, bijvoorbeeld de voornoemde vlotterontluchter of enig ander soort ontluchter. Een configuratie van een ontgasser met een vlotterontluchter is bijvoorbeeld bekend uit US-2011/0168017.
Waterdamp kan zorgen voor een lastige situatie, vooral doordat condenserende waterdamp uit het toestel kan ontsnappen. Bij ontgassen volgens de druk-stap methode, waarbij de damplijn (kookpunt van water, of enig ander in het hoofdsysteem toegepast medium) wordt onderschreden en het water gaat koken, gaat aldus onnodig veel energie verloren, in het bijzonder aan de pomp, terwijl daarbij vrijkomende waterdamp een oorzaak van schade aan drukstap-ontgassingstoestellen of ontgassingsinrichtingen in het algemeen.
In Figuur 1 is de verzadigingslijn 1 of ykooklijn' van water getoond, uitgezet tegen druk langs de horizontale as onder en temperatuur in Celsius langs de verticale as rechts of in Fahrenheit langs de verticale as links. Het kookpunt bij atmosferische druk is aangegeven by punt 28. Uit deze grafiek blijkt eenduidig dat water in het reservoir gaat koken, als de damplijn wordt onderschreden. Met andere woorden, al de druk te laag wordt bij een heersende temperatuur, zal het water (of enig ander medium in het hoofdsysteem 3) koken en/of verdampen.
Voor het vergroten van een drukverschil is energie nodig, die veelal wordt geleverd door een pomp. Voor het benaderen van nul bar absoluut is gewoonlijk exorbitant veel energie nodig, welke als overbodig gespendeerd moet worden aangemerkt, als een beoogde werking bij een hogere druk dan een nul bar absoluut benaderende waarde al volstaat. Daarbij wordt werking van de pomp alleen maar verslechterd, wanneer (grote) hoeveelheden waterdamp vrijkomen bij de nul bar absoluut benaderende druk in een reservoir, zoals voorheen in de bekende techniek telkens werd nagestreefd.
De uitvinding beoogt het verhelpen of althans verminderen van de problemen van de bekende techniek, waartoe een ontgassingsinrichting is verschaft, welke de eigenschappen in de geappendeerde onafhankelijke conclusie 1 vertoont.
De onderhavige uitvinding verschaft aldus een verbetering van -stap ontgassing volgens de bekende techniek, en verschaft door ingenieuze besturing een beheersbare mate van ontgassing in de behandelde installatie. Hierbij kan de uitvinding zijn verwezenlijkt in de vorm van de ontgassingsinrichting op zichzelf en/of in een systeem in samenhang met een koel- of verwarminsinstallatie, en/of als werkwijze of zelfs zijn geïntegreerd in een besturing, bijvoorbeeld in de vorm van programma-routines, voor het hele proces. Tevens kan druk-stap ontgassing op de volgens de onderhavige uitvinding voorgestelde wijze worden verwezenlijkt. Opvallend daarbij is dat de stand der techniek volledige opsluiting van het in het reservoir opgenomen medium voorschrijft. De onderhavige uitvinding gaat op hier op opvallende en inventieve wijze tegenin, doordat het tot een te lage waarde afnemen van druk in het reservoir wordt tegen gegaan met medium uit het systeem, dat tijdens het ontgassen aan het reservoir toegevoegd kan worden.
Volgens de onderhavige uitvinding zijn derhalve druk, tijd en ook temperatuur bepalend voor regeling van de werking van het reservoir en de bijbehorende bestuurbare klep en de pomp. Temperatuur of althans verdamping (koken) van medium vormt een belangrijke en voorheen onvoldoende onderkende factor bij het proces bij ontgassing in het algemeen en bij druk-stap ontgassingstoestellen in het bijzonder. De drukverlaging impliceert immers een verlaging van de kookgrens van het water, zoals blijkt uit de verzadigingslijn 1 of "kooklijn" in Figuur 1.
De uitvinding is aldus gebaseerd en gericht op het benaderen van de kookgrens, zonder hieronder te geraken en althans zonder dat het medium uit het hoofdsysteem, dat in het reservoir is om te ontgassen, gaat koken. Hierdoor worden betere mogelijkheden verschaft voor een nog efficiënter proces van ontgassen. Nabij de kookgrens is water niet meer in staat om gassen op te nemen. Aldus wordt het wel wenselijk geacht dat het medium haar kookpunt in de heersende temperatuur en druk benadert, maar niet gaat verdampen (koken).
Door nu ook de temperatuur naast de heersende druk als sturende componenten in het proces van ontgassen mee te nemen, wordt een efficiëntere drukstap-ontgasser verkregen. Door zowel de druk als de temperatuur te betrekken in het regelproces, is zeer nauwkeurig maar toch eenvoudig te bepalen in welke mate een installatie wordt ontgast, of althans dat deel van het medium uit de installatie, dat in het ontgassingsreservoir apart wordt genomen, en uiteindelijk dus ook van het medium in de installatie zelf.
Naast de ontgassingsinrichting, zoals hierboven besproken, betreft de onderhavige uitvinding tevens een systeem met een koel- of verwarmingsinstallatie en de ontgassingsinrichting. Daarnaast betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze en een programma voor het uitvoeren van de werkwijze, wanneer het programma is geladen op of in een computer of besturing, en betreft de onderhavige uitvinding tevens een besturing voor het verwezenlijken van de werkwijze.
De onderhavige uitvinding kent diverse geprefereerde uitvoeringsvormen, afhankelijk van de hoofdgedachte daarvan, waarvan er enkele zijn gedefinieerd in afhankelijke conclusies, die behoren bij betreffende van de onafhankelijke conclusies in de bijgevoegde set conclusies. De eigenschappen daarvan zullen hieronder in meer detail aan de orde komen, in de beschrijving van de bijgevoegde figuren, waar in een geprefereerde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in de vormgeving van een ontgassingsinrichting is weergegeven.
Na de voorgaande, meer generieke aanduiding van aspecten, elementen, stappen en componenten van de onderhavige uitvinding, in hoofdzaak onder verwijzing naar de bijgevoegde conclusies, volgt hier onder een meer gedetailleerde beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm daarvan onder verwijzing naar de hierna volgende figuur beschrijving, waarin is gerefereerd naar de bijgevoegde tekening. De getoonde en beschreven uitvoeringsvorm een dienen slechts ter illustratie van de onderhavige uitvinding en geen enkele van de aspecten, elementen, stappen en componenten van de daar in beschreven of getoonde uitvoeringsvormen kunnen of mogen worden opgevat als beperking op de beschermingsomvang voor de onderhavige uitvinding, zoals dat wel het geval is voor de bijgevoegde conclusies, en meer in het bijzonder slechts de bijgevoegde onafhankelijke conclusies. In de tekening toont:
Figuur 1 een grafiek van kooktemperaturen van water langs een lijn, afhankelijk heersende druk;
Figuur 2 een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een ontgassingsinrichting in en met een hoofdsysteem samengestelde toestand;
Figuur 3 een met de lijn kookpunt een in figuur één overeenkomende kromme in een grafiek, met daarbij tevens een representatie van een stikstof concentratie in water als uitvoeringsvorm van medium uit het hoofdsysteem, waarop een ontgassingsinrichting kan zijn aangesloten;
Figuur 4 een grafiek toont van een verzadigingskromme en een ontzadigingskromme, in de tijd uitgezet tegen temperatuur van water.
De drukstap-ontgasser 2 zoals deze kan zijn ontworpen om te kunnen werken volgens het principe van de uitvinding, is schematisch in Figuur 2 weergegeven.
De drukstap-ontgasser 2 wordt aangesloten op een verwarmings- of koelsysteem 3, dat hierna ook kan zijn aangeduid als het hoofdsysteem 3.
Vanaf het hoofdsysteem 3 loopt een toevoerleiding 4 naar een reservoir 5. In de toevoerleiding 4 is een druksensor 6 aangebracht, waarmee systeemdruk in het hoofdsysteem te registreren is, om deze door te geven aan een besturing 7, waar de druksensor 6 mee is verbonden. Stroomafwaarts ten opzichte van de druksensor 6 is een filter 8 aangebracht. Verder is een bestuurbare klep 9, 10, zoals een motorklep 9 aangebracht, welke een motor 10 omvat of daarmee samenhangt, welke motorklep 9, 10 is verbonden met de besturing 7 voor selectieve aansturing van de motorklep 9, 10. Verder is naast de motorklep 9, 10 een terugslagklep 11 aangebracht, gevolgd door een temperatuursensor 12. met deze temperatuursensor is temperatuur van het medium in het reservoir 5 te meten en de temperatuursensor 12 is verbonden met de besturing 7 zodat een meetwaarde van de temperatuur van het medium in de toevoerleiding 4 aan de besturing 7 door te geven is.
De toevoerleiding 4 mondt uit in het reservoir 5 via een schotel of sproei-element 13, welke bijdraagt aan vergroting van het oppervlak van het medium voor betere ontgassing in het reservoir 5 daarvan.
Aan de onderzijde van het reservoir 5 is een afvoerleiding 14 aangesloten, welke loopt naar een pomp 15. De pomp 15 wordt selectief in en buiten werking gesteld door de besturing, waar de pomp 15 mee is verbonden. Naast deze pomp 15, aan de perszijde in de afvoer 14 naar het hoofdsysteem 3, is nog een terugslagklep 16 aangebracht.
Afhankelijk van eigenschappen van de pomp 15, kan het nodig zijn om deze terugslagklep 16 aan de zuigzijde van deze pomp 15 aan te brengen, bij voorbeeld om te voorkomen dat lucht wordt aangezogen langs een asafdichting van de pomp 15.
De druk van het hoofdsysteem is ter plaatse van de beide aansluitingen van de toevoerleiding 4 en de afvoerleiding 14 op het hoofdsysteem 3 nagenoeg gelijk.
De besturing is ingericht om de motorklep 9, 10 en de pomp 15 aan te sturen en aldus druk in het reservoir 5 te regelen. Het betreft bij voorkeur onderdruk. Niet uit te sluiten is dat sprake kan zijn van overdruk ten opzichte van de omgeving van het reservoir, zolang maar sprake is van onderdruk ten opzichte van onderdruk ten opzichte van mediumdruk in het hoofdsysteem 3. Aldus is hier in het in figuur 2 getoonde voorbeeld de (onder)druk hydraulisch te regelen.
In het reservoir 5 wordt een 'vast' gaskussen boven een mediumniveau of waterstand 19 in het reservoir 5 in stand gehouden, doordat een vlotterontluchter 17 bovenop een in het reservoir gestoken buis 18 is gemonteerd. Zodra een waterstand 19 of mediumniveau stijgt tot hoger dan de onderkant van deze buis 18, is gasafvoer naar de vlotterontluchter 17 geblokkeerd.
Op de luchtafvoer van de vlotterontluchter is een terugstroomblokkering 20 aangebracht, alsmede een micro-drukschakelaar 21, welke met de besturing 7 is verbonden. Deze micro-drukschakelaar 21 schakelt een contact door naar de besturing 7, zodra gas het vlotterventiel 17 verlaat.
De druk in het reservoir 5 wordt bewaakt met behulp van een met de besturing 7 verbonden druksensor 22 boven op het reservoir 5 .
Een minimum mediumniveau 19 in het reservoir wordt bewaakt door een met de besturing 7 verbonden vlotterschakelaar 23.
Het regelproces van een drukstap-ontgasser omvat het aanzuigen van water uit het hoofdsysteem 3 in het reservoir 5 via het filter 8, de motorklep 9, 10, en de terugslagklep 11, waarbij dit water in het reservoir 5 aan een lagere druk wordt onderworpen dan de in het hoofdsysteem 3 heersende druk, als gevolg van de werking van de pomp 15 in combinatie met de werking van de motorklep 9, 10 onder inwerking van de besturing 7. De drukval, waaraan het water of medium wordt onderworpen, veroorzaakt ontgassing van het medium of water.
Hiertoe wordt de toevoer naar het reservoir 5 met behulp van de motorklep 9, 10 en onder inwerking van de besturing op basis van geknepen ten opzichte van een pompcapaciteit van de pomp 15. De uitvinding omhelst aldus in het bijzonder interactie tussen de motorklep 9, 10 en de pomp 15, onder inwerking van de besturing 7, rekening houdend met gemeten druk en temperatuur waardes.
Om optimaal of althans maximaal te ontgassen, werd voorheen volgens bekende techniek aangenomen, dat de druk zo dicht mogelijk nul bar absoluut moest benaderen. Daarentegen wordt volgens de onderhavige uitvinding voorgesteld om de druk in het reservoir 5 te houden op of bij voorkeur vlak boven de 'kooklijn' 24 van de grafiek in Figuur 3. Een drukwaarde boven de "kooklijn" 24 in figuur 3 is bijvoorbeeld een fractie hierboven, meer in het bijzonder bij voorbeeld 0,1 - 0,2 bar boven de ykooklijn' 24.
Door continu water uit het hoofdsysteem 3 door de drukstap-ontgasser 2 te leiden, met steeds een drukverschil, waarbij een laagste druk wordt ingesteld door de besturing 7 en overeenkomstige aansturing van de motorklep 9, 10 en de pomp 15, zullen gassen vrijkomen in het reservoir 5. Na verloop van tijd, of in ieder geval wanneer het vloeistofniveau 19 de vlotterschakelaar 23 activeert, zal de pomp 15 koststondig door de besturing 7 na ontvangst daardoor van een van de vlotterschakelaar 23 afkomstig signaal worden uitgeschakeld. Het waterniveau stijgt in het reservoir 5 ten gevolge van de druk in het hoofdsysteem 3.
De in het reservoir 5 boven het vloeistogniveau 19 opgevangen gassen worden via de vlotterontluchter 17 afgevoerd, zodra de gasdruk in het reservoir 5 hoger is dan de atmoferische druk. met behulp van de micro-drukschakelaar 21 kan worden gevolgd of daadwerkelijk aan het water of ander medium onttrokken gas via vlotterontluchter 17 wordt afgevoerd.
Het is eenvoudig mogelijk om vrijgekomen gassen af te voeren, omdat het proces van 'ontzadigen' langs ontzadigings kromme 26 in Figure 4 sneller verloopt dan het proces van 'verzadigen' langs de verzadigingskromme 25 in Figuur 4. In figuur 4 zijn deze krommen 25, 26 uitgezet tegen de tijd langs de horizontale as met een percentage van verzadiging langs de verticale as. Doordat het vloeistofniveau 19 en de druk in het reservoir 5 van de drukstap-ontgasser 2 in korte tijd stijgen, worden vrijgekomen gassen afgevoerd via de vlotterontluchter 17, alvorens deze gassen opnieuw kunnen oplossen.
Op vastgestelde momenten (dagelijks, wekelijks of wanneer wenselijk) kan ook worden gecontroleerd of het hoofdsysteem voldoende is ontgast, hoewel dat ook continue kan worden uitgevoerd.
Hiertoe wordt kromme 27 in Figuur 3 gevolgd. Deze kromme 27 vertegenwoordigt een stikstofconcentratie van 12 ml per liter water. Stikstof wordt aangehouden, omdat stikstof een nauwkeurige indicatie biedt voor totale hoeveelheden in het medium aanwezige gassen. Dit geldt zelfs nadat de in het medium of water aanwezig zuurstof volledig zal zijn 'verdwenen', bij voorbeeld als gevolg van corrosieprocessen. Wanneer deze druklijn 27 gedurende een aan minuten wordt gevolgd, mag er geen gas zijn meer vrijkomen. Of dit het geval is, kan bij voorkeur opnieuw eenvoudig worden getest door de pomp 15 kortstondig stop te zetten, waardoor het waterniveau 19 en daarmee ook de druk in het reservoir 5 van de drukstap-ontgasser 2 stijgen. De micro-drukschakelaar 21 achter de vlotterontluchter 17 op het reservoir 5 mag dan niet worden ingeschakeld.
Wanneer een 'melding'' van de micro-drukschakelaar 21 uitblijft, kan voor een vast te stellen tijd worden afgezien van ontgassen met behulp van de drukstap-ontgasser 2.
Volgens een vast of instelbaar tijdsverloop, kan controle plaatsvinden volgens de hierboven beschreven procedure, waarbij de rode 12ml/l-lijn wordt gevolgd, om vast te kunnen stellen of het water in het hoofdsysteem 3 nog steeds voldoende is ontgast.
Zodra blijkt dat er gas kan worden onttrokken, bij een controle, wordt het normale programma voor ontgassing met de drukstap-ontgasser 2 hervat.
Overigens kan op een gelijksoortige wijze ook onderscheid worden gemaakt is de intensiteit, waarin ontgast moet worden. Bij een geringe overschreiding van de ideale gasconcentratie kunnen langere pauses worden aangehouden tussen de drukstappen (pomp 15 langer uitschakelen).
Ook kan op een nog energie-efficientere wijze worden ontgast, door alleen of intensiever te ontgassen bij een hoogste temperatuur in het hoofdsysteem 3. Een temperatuurverloop in het hoofdsysteem 3 kan immers eenvoudig worden vastgesteld, door de stookcycli te volgen an/of met een willekeurige, meet het hoofdsysteem samenhangende thermometer (niet getoond).
Deze opties kunnen zijn verwezenlijkt in een of meer dan één programmaroutine, en verlopen als automatische processen of als gekozen instellingen.
Na kennisneming van de voorgaande beschrijving van een geprefereerde uitvoeringsvorm aan de hand van in het bijzonder, doch niet uitsluitend, figuur 2, zullen zich vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvorm een aan de vakman opdringen, welke alle zijn gelegen binnen het bereik van de beschermingsomvang voor de onderhavige uitvinding, zoals dat is gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusies daarvan.
Zo is het mogelijk, dat de uitvinding toepassing vindt in een andere omgeving dan drukstap-ontgassing, en/of kan een andere bestuurbare klep worden toegepast dan de in de figuren en beschrijving genoemde en getoonde motorklep. Vele andere alternatieve en aanvullende eigenschappen, aspecten, componenten en stappen zijn mogelijk, zonder af te wijken van de onafhankelijke van de bijgevoegde conclusies.

Claims (16)

1. Een ontgassingsinrichting (2), welke ten minste aan te sluiten is op een koel- of verwarmingsinstallatie (3) met een circuit en in bedrijf in het circuit rondgaand medium, welke ontgassingsinrichting (2) omvat: - een via althans een toevoerleiding (4) en een afvoerleiding (14) met de koel- of verwarmingsinstallatie (3) te verbinden reservoir (5) met een ontluchter (17); - een pomp in de afvoerleiding (14) tussen het reservoir en de koel- of verwarmingsinstallatie (3); - een bestuurbare klep (9, 10) in de toevoerleiding (4); - een met het reservoir (5) verbonden druksensor (22); - een met het reservoir (5) verbonden temperatuursensor (12) ; en - een althans met de bestuurbare klep (9, 10), de druksensor en de temperatuursensor (12) verbonden besturing (7), welke is ingericht om de bestuurbare klep (9, 10) aan te sturen in afhankelijkheid van een door de druksensor (22) geregistreerde druk en van een door de temperatuur sensor (12) geregistreerde temperatuur in het reservoir (5), en om de temperatuur van het medium in het reservoir (5) onder een met de druk en de temperatuur van het medium samenhangend kookpunt te houden.
2. De ontgassingsinrichting (2) volgens conclusie 1, verder omvattende een met de toevoerleiding (4) samenhangende en met de besturing verbonden druksensor (6).
3. De ontgassingsinrichting (2) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bestuurbare klep (9, 10) een motorklep omvat.
4. De ontgassingsinrichting (2) volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij een schotel of sproei-element (13) in reservoir (5) is aangebracht.
5. De ontgassingsinrichting (2) volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij een terugslagklep (16) is aangebracht aan een zuigzijde van de pomp (15).
6. De ontgassingsinrichting (2) volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij de ontluchter (17) een vlotterontluchter (17) is.
7. De ontgassingsinrichting (2) volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij de ontluchter (17) op een in het reservoir (5) gestoken buis (18) is aangebracht.
8. De ontgassingsinrichting (2) volgens ten minste een voorgaande conclusie, waarbij in samenhang met de ontluchter (17) een drukschakelaar (21) is aangebracht, welke met de besturing (7) is verbonden, voor het aan de besturing (7) verschaffen van een indicatief signaal, dat gas via de ontluchter (17) het reservoir (5) verlaat.
9. De ontgassingsinrichting (2) volgens ten minste een voorgaande conclusie, verder omvattende een met de besturing (7) verbonden vlotterschakelaar (23).
10. Een ontgassingswerkwijze voor het in of uit een reservoir met een ontluchter, een toevoer en een afvoer ontgassen van ten minste een deel van in een circuit van een koel- of verwarmingsinstallatie rondgaand medium, omvattende: - het met een op de uitgang van het reservoir aangesloten pomp verlagen van druk in het reservoir om als gevolg van drukverlaging in het reservoir uit het medium vrijgekomen gas via de ontluchter uit het reservoir te voeren; - het verschaffen van een bestuurbare klep bij de toevoer; - het met een met het reservoir verbonden druksensor registreren van een druk in het reservoir; - het met een met het reservoir verbonden temperatuursensor registreren van een temperatuur in het reservoir; en - het besturen van althans de bestuurbare klep in afhankelijkheid van een geregistreerde druk en van een geregistreerde temperatuur, om de temperatuur van het medium in het reservoir onder een met de druk en de temperatuur van het medium samenhangend kookpunt te houden.
11. De werkwijze volgens conclusie 10, verder omvattende: het cyclisch herhalen van de stappen van de werkwijze, telkens met een nieuwe hoeveelheid medium in het reservoir uit de koel- of verwarmingsinstallatie.
12. De werkwijze volgens conclusie 10 of 11, verder omvattende: het houden van druk in het reservoir 5 op of bij een waarde, welke bij voorkeur enigszins hoger is dan een op bij de heersende temperatuur in het reservoir behorend kookpunt, bij voorkeur 0,1 - 0,2 bar hierboven.
13. De werkwijze volgens conclusie 10, 11 of 12, verder omvattende: het monitoren van stikstof in het medium als indicatie voor behoefte tot ontgassing van het medium in het reservoir.
14. Een systeem, omvattende een koel- of verwarmingsinstallatie (3) en een ontgassingsinrichting (2) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 1-9.
15. Een besturing voor een ontgassingsinrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 1-9, welke is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies XX - XX.
16. Een programma, dat is ontworpen om bij uitvoer daarvan op of in een computer of besturing (7) de stappen van de wekwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 - 12 te verwezenlijken.
NL2011333A 2013-08-23 2013-08-23 Werkwijze en inrichting voor ontgassing. NL2011333C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011333A NL2011333C2 (nl) 2013-08-23 2013-08-23 Werkwijze en inrichting voor ontgassing.
EP14758694.5A EP3036025B1 (en) 2013-08-23 2014-08-04 Method and device for degassing
PCT/NL2014/050546 WO2015026228A1 (en) 2013-08-23 2014-08-04 Method and device for degassing

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011333 2013-08-23
NL2011333A NL2011333C2 (nl) 2013-08-23 2013-08-23 Werkwijze en inrichting voor ontgassing.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011333C2 true NL2011333C2 (nl) 2015-02-24

Family

ID=49553781

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011333A NL2011333C2 (nl) 2013-08-23 2013-08-23 Werkwijze en inrichting voor ontgassing.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3036025B1 (nl)
NL (1) NL2011333C2 (nl)
WO (1) WO2015026228A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE1551369A1 (sv) * 2015-10-22 2017-04-23 Qtf Sweden Ab Förfarande för att avgasa vätskeblandningar med låg kokpunkti slutna system
NL2026060B1 (en) * 2020-07-15 2022-03-21 Flamco Bv Replenishing system and method of replenishing a liquid into a pressurized liquid circulating system
EP4294543A1 (en) 2021-02-22 2023-12-27 Flamco B.V. Low pressure degassing device
NL2027613B1 (en) * 2021-02-22 2022-09-19 Flamco Bv Low pressure degassing device
NL2029857B1 (en) * 2021-11-22 2023-06-13 Flamco Bv Low pressure degassing device
NL1044400B1 (en) 2022-08-22 2024-03-04 Flamco Bv Low pressure degassing device

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3829012A (en) * 1971-09-17 1974-08-13 G Brejner Pressure maintaining for a liquid heating plant
US4816044A (en) * 1987-03-05 1989-03-28 Riwoplan Medizin-Technische Einrichtungsgesellschaft Apparatus for the degasification of flushing water
EP0652406A1 (en) * 1993-11-04 1995-05-10 Spiro Research B.V. Method and apparatus for deaerating a liquid in a substantially closed liquid circulation system
EP0947777A1 (en) * 1998-04-03 1999-10-06 Jan Henk Cnossen Replenishing and degassing device
WO2013092420A1 (en) * 2011-12-21 2013-06-27 Tetra Laval Holdings & Finance S.A. Deaerator and method for deaeration

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI73950C (fi) * 1985-02-15 1987-12-10 Hackman Ab Oy Foerfarande och anordning vid pumpning och volymmaetning av livsmedelsvaetskor.
US4769151A (en) * 1986-10-30 1988-09-06 Cobe Laboratories, Inc. Heater control for liquid flowing through a chamber
NL1036252C2 (nl) * 2008-04-24 2010-05-31 Flamco Stag Gmbh Verwarmingssysteem met expansie-inrichting.
EP2313174B1 (en) 2008-07-24 2014-02-26 Spiro Enterprises B.V. Device and method for degassing a liquid
RU2607219C2 (ru) * 2011-09-16 2017-01-10 Тетра Лаваль Холдингз Энд Файнэнс С.А. Система деаэрации и способ деаэрации

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3829012A (en) * 1971-09-17 1974-08-13 G Brejner Pressure maintaining for a liquid heating plant
US4816044A (en) * 1987-03-05 1989-03-28 Riwoplan Medizin-Technische Einrichtungsgesellschaft Apparatus for the degasification of flushing water
EP0652406A1 (en) * 1993-11-04 1995-05-10 Spiro Research B.V. Method and apparatus for deaerating a liquid in a substantially closed liquid circulation system
EP0947777A1 (en) * 1998-04-03 1999-10-06 Jan Henk Cnossen Replenishing and degassing device
WO2013092420A1 (en) * 2011-12-21 2013-06-27 Tetra Laval Holdings & Finance S.A. Deaerator and method for deaeration

Also Published As

Publication number Publication date
WO2015026228A1 (en) 2015-02-26
EP3036025A1 (en) 2016-06-29
EP3036025B1 (en) 2018-02-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2011333C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor ontgassing.
CN107157316B (zh) 一种液体加热装置、电热水瓶及其防干烧控制方法
TWI609131B (zh) 用於排空腔室的真空泵系統及用於控制真空泵系統的方法
KR101217871B1 (ko) 변압기용 진공 오일여과기
BE1021737B1 (nl) Vloeistofgeinjecteerde schroefcompressor, sturing voor de overgang van een onbelaste naar een belaste situatie van zulke schroefcompressor en werkwijze daarbij toegepast
KR102013696B1 (ko) 연료유의 가열방법 및 이것을 이용하는 연료유 이송장치
EP2423619A3 (de) Durchlauferhitzer zum Erhitzen eines Fluids und Verfahren zum Betreiben eines Durchlauferhitzers
JP2017510405A (ja) フライヤー内の油の品質を維持するために設定値制御を用いる方法及びシステム
NL2017087A (en) Gas separator
US20150017020A1 (en) Offline filtration device and method
JP6721714B2 (ja) スノーリングを確認する方法
KR20120027184A (ko) 연속 흐름식 히터를 제어하기 위한 방법
JP2002306904A (ja) 液体に溶解している気体成分を除去する脱気装置と脱気方法
JP2017166413A (ja) 水封式真空ポンプの運転方法及び利用装置
JP6619990B2 (ja) 圧力制御装置
JP5102171B2 (ja) 水槽用外付け温度制御装置
CN204032219U (zh) 樱桃解冻机
KR101416976B1 (ko) 온수공급장치 및 온수공급장치의 펌프 제어 방법
JP2016068451A5 (nl)
KR102581586B1 (ko) 온수기의 동작 방법
JP2009068997A (ja) 流量センサの異常検出方法および脱気装置
JP2009024935A (ja) 循環ポンプの流量制御システム、循環ポンプの流量制御方法
KR101512597B1 (ko) 냉수 제어 기능이 향상된 금형 온도조절장치
JP5867905B2 (ja) 殺菌装置
JP2009185660A (ja) 水潤滑圧縮機