NL2010431C2

NL2010431C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een huls voorzien van een zich in radiale richting uitstrekkend doorgaand gat, alsmede huls en pijpkoppeling voorzien van de huls.

Info

Publication number: NL2010431C2
Application number: NL2010431A
Authority: NL
Inventors: Wolfgang Barbett
Original assignee: Huwa Internat Pipeline Products B V
Priority date: 2013-03-12
Filing date: 2013-03-12
Publication date: 2014-09-15
Also published as: EP2907595A1

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een huls voorzien van een zich in radiale richting uitstrekkend doorgaand gat, alsmede huls en pijpkoppeling voorzien van de huls BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een huls voorzien van ten minste één zich in radiale richting uitstrekkend doorgaand gat met een van inwendige schroefdraad voorziene begrenzingswand. Dergelijke hulzen worden onder andere toegepast bij pijpklemmen om twee in eikaars verlengde liggende pijpdelen al dan niet vloeistofdicht met elkaar te verbinden.

Stand van de techniek

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP 1 568 930 Al. Uit dit document is een methode bekend om een van schroefdraad voorzien gat in een huls aan te brengen door eerst een dwars door de huls gaand gat aan te brengen, vervolgens de begrenzingsranden van de gaten naar binnen te drukken totdat deze met elkaar in contact komen, en daarna schroefdraad in het gat te snijden. Nadeel van deze bekende werkwijze is dat bij het naar binnen drukken van de randen van de gaten, de gaten onrond worden. Hierdoor is het noodzakelijk om de gaten eerst na te boren, alvorens schroefdraad erin aan te kunnen brengen.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is om een eenvoudige en goedkope werkwijze te verschaffen voor het vormen van een huls die is voorzien van een van schroefdraad voorzien dwarsgat. Hiertoe is de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat twee diametraal tegenover elkaar aanwezige wanddelen van een huls naar elkaar toe worden gedrukt totdat zij met elkaar in contact zijn, vervolgens een doorgaand gat in de beide wanddelen wordt aangebracht, waarna het gat bewerkt wordt met een flow drill methode waarbij de begrenzingswand van het gat uitgetrokken wordt of vloeit zodat de axiale lengte van het gat toeneemt, en tot slot inwendige schroefdraad in het gat wordt aangebracht. Na het maken van het gat en uittrekken van de wand van het gat met behulp van de flow drill methode hoeft het gat niet eerst nabewerkt te worden voordat schroefdraad in het gat wordt aangebracht. Hierdoor is met dezewerkwijze op eenvoudige en goedkope werkwijze een dergelijke huls te vervaardigen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een huls voorzien van ten minste één zich in radiale richting uitstrekkend doorgaand gat met een van inwendige schroefdraad voorziene begrenzingswand. Voor wat betreft de huls is de uitvinding gekenmerkt, doordat twee diametraal tegenover elkaar aanwezige wanddelen tegen elkaar zijn gedrukt en zijn voorzien van het van inwendige schroefdraad voorziene doorgaande gat, waarvan de begrenzingswand in axiale richting is uitgevloeid.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een pijpkoppeling voor het met elkaar verbinden van twee in lijn aanwezige en in axiale richting op korte afstand van elkaar aanwezige gladde pijpen, omvattende een over de lengte gedeelde klemcilinder alsmede spanmiddelen waarmee de klemcilinder om de beide met elkaar te verbinden pijpen geklemd kan worden, welke spanmiddelen twee elk van twee radiale doorgaande gaten voorziene cilindrische hulzen omvat die verbonden zijn met de zich in axiale richting uitstrekkende randen langs de deellijn van de klemcilinder, waarbij de gaten in een eerste van de hulzen vrij is van schroefdraad en twee spanbouten door deze gaten steken en met de boutkop tegen de huls aanliggen en de gaten in de andere, tweede huls van inwendige schroefdraad zijn voorzien, waarin de spanbouten gedraaid kunnen worden. Voor wat betreft de pijpkoppeling is de uitvinding gekenmerkt, doordat twee diametraal tegenover elkaar aanwezige wanddelen van de tweede huls tegen elkaar zijn gedrukt en zijn voorzien van de beide van inwendige schroefdraad voorziene doorgaande gaten, waarvan de begrenzingswanden in axiale richting zijn uitgevloeid.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de pijpkoppeling en de daarin gebruikte hulzen volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een pijpkoppeling volgens de uitvinding;

Figuur 2 de huls van de pijpkoppeling met van schroefdraad voorziene gaten;

Figuur 3 de huls in langsdoorsnede nadat wanddelen tegen elkaar gdrukt zijn maar voor de flow drill bewerking is uitgevoerd; en

Figuur 4 de huls in langsdoorsnede na de flow drill bewerking en het aanbrengen van de schroefdraad.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een uitvoeringsvorm van een pijpkoppeling volgens de uitvinding weergegeven. De pijpkoppeling 1 heeft een over de lengte gedeelde klemcilinder 3 waarvan de randen 5 aan de uiteinden naar binnen toe zijn omgezet, alsmede spanmiddelen waarmee de klemcilinder om met elkaar te verbinden pijpen geklemd kan worden. De spanmiddelen zijn gevormd door twee hulzen 7 en 9 die door middel van twee spanbouten 11 naar elkaar toe getrokken kunnen worden.

De hulzen bevinden zich in lussen 13 gevormd door omgebogen uiteinden van de klemcilinder 3. Elke huls 7, 9 is voorzien van twee doorgaande gaten 15, 17. In een eerste van de hulzen 7 zijn de gaten 15 vrij van schroefdraad en steken de spanbouten 11 door deze gaten, waarbij de houtkoppen 1 lb tegen de huls 7 aanliggen. In de andere, tweede huls 9 zijn de gaten 17 voorzien van inwendige schroefdraad, waarin de spanbouten 11 gedraaid zijn.

De pijpkoppeling 1 heeft voorts twee conische op een plaats onderbroken ringen 19, die elk met een buitenrand in een hoek tussen de cilindermantel 3b en een van de omgezette randen 5 aanwezig is. Voorts heeft de pijpkoppeling een afdichtmof 21 die aanwezig is tussen de beide ringen 19 en die met de buitenzijde in contact is met de binnenzijde van de klemcilinder 3.

De huls 9 met van schroefdraad voorziene gaten 17 is vervaardigd door een buisstuk plaatselijk te pletten, door twee ronde stempels 23 en 25 aan weerszijde van het buisstuk naar elkaar toe te drukken, tot diametraal tegenover elkaar aanwezige wandendelen 9a en 9b van het buisstuk tegen elkaar komen.

Vervolgens wordt een doorgaand gat 17 in het geplet deel gemaakt en dit gat bewerkt met een flow drill doorn 27 waarbij de wand 17b van het gat 17 vloeit en als het ware uitgetrokken wordt, zodat de axiale lengte van het gat toeneemt. Tot slot wordt inwendige schroefdraad 29 in de wand gerold. Na het maken van het gat 17 en uittrekken van de wand van het gat met behulp van de flow drill methode hoeft het gat niet eerst nabewerkt te worden voordat schroefdraad in het gat wordt aangebracht.

Bij het pletten is gebruik gemaakt van twee stempels 23 en 25 met verschillende diameters en is de flow drill doom 27 ingebracht vanaf de zijde die ingedrukt is met de stempel 23 met de grootste diameter. Hierdoor wordt de met flow drill gevormde cilindrische begrenzingswand 17b van het gat 17 ondersteund door de rand rond het gat 17 aan de zijde die ingedrukt is met de stempel 23 met de grootste diameter, waardoor grotere trekkrachten opgevangen kunnen worden.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een huls (9) voorzien van ten minste één zich in radiale richting uitstrekkend doorgaand gat (17) met een van inwendige schroefdraad (29) voorziene begrenzingswand (17b), met het kenmerk, dat twee diametraal tegenover elkaar aanwezige wanddelen (9a, 9b) van de huls (9) naar elkaar toe worden gedrukt totdat zij met elkaar in contact zijn, vervolgens een doorgaand gat (17) in de beide wanddelen wordt aangebracht, waarna het gat bewerkt wordt met een flow drill methode waarbij de begrenzingswand (17b) van het gat uitgetrokken wordt of vloeit zodat de axiale lengte van het gat toeneemt, en tot slot inwendige schroefdraad (29) in het gat wordt aangebracht.

2. Huls (9) voorzien van ten minste één zich in radiale richting uitstrekkend doorgaand gat (17) met een van inwendige schroefdraad (29) voorziene begrenzingswand (17b), met het kenmerk, dat twee diametraal tegenover elkaar aanwezige wanddelen (9a, 9b) tegen elkaar zijn gedrukt en zijn voorzien van het van inwendige schroefdraad (29) voorziene doorgaande gat (17), waarvan de begrenzingswand (17b) in axiale richting is uitgevloeid.

3. Pijpkoppeling (1) voor het met elkaar verbinden van twee in lijn aanwezige en in axiale richting op korte afstand van elkaar aanwezige gladde pijpen, omvattende een over de lengte gedeelde klemcilinder (3), alsmede spanmiddelen waarmee de klemcilinder om de beide met elkaar te verbinden pijpen geklemd kan worden, welke spanmiddelen twee elk van twee radiale doorgaande gaten (15, 17) voorziene cilindrische hulzen (7, 9) omvat die verbonden zijn met de zich in axiale richting uitstrekkende randen (5) langs de deellijn van de klemcilinder (3), waarbij de gaten in een eerste van de hulzen (7) vrij is van schroefdraad en twee spanbouten (11) door deze gaten (15) steken en met de boutkop (11b) tegen de huls (7) aanliggen en de gaten (17) in de andere, tweede huls (9) van inwendige schroefdraad (29) zijn voorzien, waarin de spanbouten gedraaid kunnen worden, met het kenmerk, dat twee diametraal tegenover elkaar aanwezige wanddelen (9a, 9b) van de tweede huls (9) tegen elkaar zijn gedrukt en zijn voorzien van de beide van inwendige schroefdraad (29) voorziene doorgaande gaten (17), waarvan de begrenzingswanden (17b) in axiale richting zijn uitgevloeid.