NL2010422C2

NL2010422C2 - SCAFFOLDING MODULE AND LIFT SUITABLE FOR SUCH SCAFFOLDING MODULE.

Info

Publication number: NL2010422C2
Application number: NL2010422A
Authority: NL
Inventors: Joseph Gerard Nico Verkoelen
Original assignee: Joseph Gerard Nico Verkoelen
Priority date: 2013-03-11
Filing date: 2013-03-11
Publication date: 2014-09-15
Also published as: EP2778107A1

Abstract

A scaffold module is provided with a scaffold element which comprises at least two parallel, longitudinally spaced uprights and horizontal members extending in transverse direction between the uprights, at least substantially transversely to the longitudinal direction. The scaffold module is further provided with a lift which is movable in longitudinal direction over the uprights via at least one runner. The runner is rotatable about an axis of rotation that extends transversely to the longitudinal direction, parallel to the transverse direction. A running surface of the runner is movable in the longitudinal direction over a contact surface of the upright. The running surface of the runner and also the contact surface of the upright extend at least in part substantially parallel to and at least in part substantially transversely to the transverse direction, seen in the plane transversely to the longitudinal direction.

Description

Steigermodule alsmede lift geschikt voor een dergelijke steigermoduleScaffolding module and lift suitable for such a scaffolding module

De uitvinding heeft betrekking op een steigermodule voorzien van een steigerelement omvattende ten minste twee in lengterichting evenwijdig op afstand van elkaar gelegen staanders alsmede zich nagenoeg dwars op de lengterichting tussen de staanders, in dwarsrichting uitstrekkende liggers, welke steigermodule verder is voorzien van een met behulp van ten minste een loopwiel over de staanders in lengterichting verplaatsbare lift, welk loopwiel om een zich dwars op de langsrichting, evenwijdig aan de dwarsrichting uitstrekkende rotatie-as roteerbaar is, waarbij een loopvlak van het loopwiel in de lengterichting over een raakvlak van de staander verplaatsbaar is, waarbij in een vlak dwars op de lengterichting, het loopvlak van het loopwiel alsmede het raakvlak van de staander zich ten minste gedeeltelijk nagenoeg evenwijdig aan de dwarsrichting uitstrekken.The invention relates to a scaffolding module provided with a scaffolding element comprising at least two longitudinally parallel spaced apart posts and transversely extending transversely to the longitudinal direction between the posts, which scaffolding module is further provided with a at least one running wheel over the uprights which is displaceable in the longitudinal direction, which running wheel is rotatable about an axis of rotation extending transversely to the longitudinal direction, parallel to the transverse direction, wherein a running surface of the running wheel is movable in the longitudinal direction over an interface of the upright wherein in a plane transverse to the longitudinal direction, the running surface of the running wheel and the contact surface of the upright extend at least partially substantially parallel to the transverse direction.

De uitvinding heeft verder betrekking op een lift geschikt voor een dergelijke steigermodule.The invention further relates to a lift suitable for such a scaffolding module.

Een dergelijke steigermodule is geschikt om te worden toegepast in een steiger waarmee een persoon op een afstand van de grond werkzaamheden kan uitvoeren. Met behulp van de lift kunnen goederen en/of gereedschappen naar de gewenste hoogte worden getransporteerd.Such a scaffolding module is suitable for use in a scaffolding with which a person can perform work at a distance from the ground. Goods and / or tools can be transported to the desired height using the lift.

Bij een dergelijke, uit DE2022057A1 bekende steigermodule is in het vlak dwars op de lengterichting de staander cilindervormig en heeft het loopvlak van het loopwiel een nagenoeg daarmee overeenkomende cirkelvormig gekromde vorm. Het midden van het loopvlak van het loopwiel strekt zich evenwijdig aan de dwarsrichting uit. Aan weerszijden van het midden gelegen gedeeltes van het loopvlak van het loopwiel strekken zich respectievelijk uit in de richting van de liggers en in een van de liggers afgekeerde richting.With such a scaffolding module known from DE2022057A1, the upright is cylindrical in the plane transversely of the longitudinal direction and the running surface of the running wheel has a substantially curved circular shape. The center of the running surface of the running wheel extends parallel to the transverse direction. On either side of the central parts of the running surface of the running wheel extend respectively in the direction of the beams and in a direction away from the beams.

Door de zich in de richting van de liggers uitstrekkende gedeeltes van de loopvlakken van twee aan weerszijden van de staander gelegen loopwielen, dient de afmeting van de ligger in een dwars op de lengterichting en dwarsrichting uitstrekkende breedterichting relatief gering te zijn om, bij verplaatsing van de loopwielen over de staanders, te voorkomen dat de loopwielen in aanraking komen met de liggers.Due to the portions of the running surfaces of two running wheels located on either side of the upright extending in the direction of the beams, the dimension of the beam in a width direction extending transversely to the longitudinal direction and transverse direction should be relatively small in order to move the running wheels over the uprights, preventing the running wheels from coming into contact with the beams.

De uitvinding beoogt een steigermodule te verschaffen, waarbij de lift op relatief eenvoudige wijze ten opzichte van de staanders is gelagerd en waarbij de ligger een relatief grote breedte kan hebben.The invention has for its object to provide a scaffolding module, wherein the lift is mounted in a relatively simple manner relative to the uprights and wherein the girder can have a relatively large width.

Dit doel wordt bij de steigermodule volgens de uitvinding bereikt doordat in het vlak dwars op de lengterichting, het loopvlak van het loopwiel alsmede het raakvlak van de staander zich ten minste gedeeltelijk nagenoeg evenwijdig aan en ten minste gedeeltelijk nagenoeg dwars op de dwarsrichting uitstrekken..This object is achieved with the scaffolding module according to the invention in that in the plane transverse to the longitudinal direction, the running surface of the running wheel and the contact surface of the upright extend at least partly substantially parallel to and at least partly substantially transversely of the transverse direction.

Een dergelijk loopwiel waarvan het loopvlak zich ten minste nagenoeg evenwijdig aan en nagenoeg dwars op de dwarsrichting uitstrekt, kan aanliggen tegen het raakvlak van de staander met een enkel deel van het loopvlak dat zich slechts in een van de ten minste twee verschillende richtingen uitstrekt maar ook met twee delen die zich in twee verschillende richtingen uitstrekken. Door de nagenoeg evenwijdig aan en nagenoeg dwars op de dwarsrichting uitstrekkende delen van het loopvlak en het raakvlak, wordt op eenvoudige wijze verplaatsing van de lift dwars op de delen naar de staander toe verhinderd.Such a running wheel, the running surface of which extends at least substantially parallel to and substantially transversely to the transverse direction, can abut the contact surface of the upright with a single part of the running surface extending only in one of the at least two different directions, but also with two parts extending in two different directions. The parts of the tread and the contact surface extending substantially parallel to and substantially transversely to the transverse direction prevent movement of the lift transversely of the parts towards the upright in a simple manner.

Het ten minste gedeeltelijk nagenoeg dwars op de dwarsrichting uitstrekkende gedeelte van het loopvlak is aan een van de ligger afgekeerde zijde van de staander gelegen. Doordat het loopvlak geen of nagenoeg geen in de richting van de liggers uitstrekken gedeelte heeft, kan de ligger een relatief grote breedte hebben, waardoor een relatief stevig steigerelement wordt verkregen.The part of the running surface which extends at least partially substantially transversely to the transverse direction is situated on a side of the upright remote from the beam. Because the tread has no or substantially no part extending in the direction of the beams, the beam can have a relatively large width, whereby a relatively sturdy scaffolding element is obtained.

Door overeenkomende gekromde vormen, waarbij het loopvlak zich over een gedeelte van de omtrek van de staander heen uitstrekt, kan op eenvoudige wijze worden gerealiseerd dat het loopwiel met een in een groot aantal in verschillende richtingen uitstrekkend loopvlak aanligt tegen het ineen groot aantal verschillende richtingen uitstrekkend raakvlak van de staander, waardoor over het gedeelte van de omtrek van de staander een goede krachtdoorgeleiding in de staander plaatsvindt.By correspondingly curved shapes, wherein the tread extends over a portion of the circumference of the upright, it can be realized in a simple manner that the tread wheel with a tread extending in a large number of different directions is abutting against the generally large number of different directions interface of the upright, whereby a good force transmission through the upright takes place over the part of the circumference of the upright.

Door het gewicht van de lift die in een hoofdvlak wordt verplaatst dat zich evenwijdig aan de staanders en de liggers uitstrekt, zullen in hoofdzaak krachten op de staanders worden uitgeoefend die zich dwars op dit hoofdvlak uitstrekken. Bij een hierboven aangegeven ligging van het loopvlak en het raakvlak strekt een deel van het loopvlak en het raakvlak zich evenwijdig uit aan het hoofdvlak en aan de rotatie-as. Dit deel van het loopvlak zal bij rotatie van het loopwiel tijdens het langs de staanders in langsrichting verplaatsen van de lift, worden afgewikkeld over het in het hoofdvlak gelegen deel van raakvlak, waardoor een goede krachtdoorgeleiding van de door de lift uitgeoefende krachten op de staanders plaatsvindt.Due to the weight of the lift being moved in a main plane extending parallel to the uprights and the beams, substantially forces will be exerted on the uprights extending transversely of this main plane. At a location of the tread and the contact surface indicated above, a part of the tread and the contact surface extends parallel to the main surface and to the axis of rotation. This part of the tread will, upon rotation of the treadmill while moving the lift along the uprights in the longitudinal direction, be unwound over the part of the interface located in the main surface, whereby a good force transmission of the forces exerted by the lift on the uprights takes place .

Opgemerkt wordt dat bij een uit het Amerikaanse octrooi US4938310 bekende steigermodule de lift is voorzien van een relatief groot aantal loopwielen, waarvan een aantal loopwielen roteerbaar is om zich evenwijdig aan de dwarsrichting uitstrekkende rotatie-assen en een ander aantal loopwielen roteerbaar is om zich dwars op de lengterichting en de dwarsrichting uitstrekkende rotatie-assen. De loopwielen wikkelen met de loopvlakken af over de raakvlakken van de staanders. De lift is verder voorzien van een aantalstopelementen (stoppers) die aangrijpen om de staanders voor het voorkomen van een ongewenste verplaatsing van de lift in een zich dwars op de lengterichting en de dwarsrichting uitstrekkende, van de staanders afgekeerde richting.It is noted that in a scaffolding module known from US patent US 4938310 the lift is provided with a relatively large number of running wheels, a number of running wheels of which can be rotated about rotation axes extending parallel to the transverse direction and another number of running wheels is rotatable about transversely to axes of rotation extending longitudinally and transversely. The running wheels unwind with the running surfaces over the interfaces of the uprights. The lift is further provided with a number of stop elements (stoppers) which engage around the uprights for preventing an undesired movement of the lift in a direction extending transversely of the longitudinal direction and the transverse direction, away from the uprights.

Door dergelijke loopwielen en stopelementen is de lift relatief onderhoudsgevoelig, met name in een aan vuil onderhevige omgeving zoals de bouw.Due to such running wheels and stop elements, the lift is relatively maintenance-sensitive, in particular in a dirt-prone environment such as the construction.

Daar waar bij het hierboven aangegeven Amerikaanse octrooi een set van twee loopwielen nodig is, kan bij de steigermodule volgens de uitvinding met een enkel loopwiel worden volstaan.Where a set of two running wheels is required in the above-mentioned US patent, a single running wheel will suffice in the scaffolding module according to the invention.

Een uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt kenmerkt doordat een eerste loopwiel nabij een eerste staander en een tweede loopwiel nabij een tweede staander van de ten minste twee in lengterichting evenwijdig op afstand van elkaar gelegen staanders zijn gelegen, waarbij de zich ten minste gedeeltelijk nagenoeg dwars op de dwarsrichting uitstrekken loopvlakken van de eerste en tweede loopwielen aan van elkaar af gekeerde zijden van de eerste en tweede staanders zijn gelegen.An embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that a first running wheel near a first upright and a second running wheel near a second upright of the at least two uprights located longitudinally parallel to each other are located, the at least partially the surfaces of the first and second running wheels extending transversely to the transverse direction are situated on opposite sides of the first and second uprights.

Hierdoor wordt op eenvoudige wijze verplaatsing van de lift ten opzichte van de steiger in dwarsrichting voorkomen.This prevents movement of the lift relative to the scaffolding in the transverse direction in a simple manner.

Een verdere uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat in het vlak dwars op de lengterichting de staander cilindervormig is en het loopvlak van het loopwiel ten minste gedeeltelijk een nagenoeg daarmee overeenkomende kwart-cirkel-vormige gekromde vorm heeft, waarbij het loopvlak van het loopwiel zich ten minste gedeeltelijk nagenoeg evenwijdig aan en ten minste gedeeltelijk nagenoeg dwars op de rotatie-as uitstrekt.A further embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that in the plane transverse to the longitudinal direction the upright is cylindrical and the running surface of the running wheel has at least in part a substantially corresponding quarter-circle curved shape, wherein the running surface of the The running wheel extends at least partially substantially parallel to and at least partially substantially transversely of the axis of rotation.

Dergelijke cilindervormige staanders zijn relatief eenvoudig bijvoorbeeld als cilindervormige buisvormige staanders te vervaardigen en worden in de steigerbouw reeds algemeen toegepast. Door het loopwiel in dwarsdoorsnede te voorzien van een cirkelvormig gekromde vorm dat overeenkomt met de vorm van de cilindervormige staander, wordt over de omtrek van de staander een goede krachtdoorgeleiding in de staander verkregen.Such cylindrical uprights can be manufactured relatively easily, for example as cylindrical tubular uprights, and are already generally used in scaffolding construction. By providing the running wheel in cross-section with a circularly curved shape corresponding to the shape of the cylindrical upright, a good force transmission in the upright is obtained over the circumference of the upright.

Tijdens het roteren van het loopwiel strekken het loopvlak van het bij een in dwarsdoorsnede nagenoeg kwart-cirkel-vormig loopwiel en het daarmee samen werken de raakvlak zich in elke positie van het loopwiel, in diverse richtingen uit, waaronder richtingen die zich nagenoeg evenwijdig aan en dwars op de dwarsrichting uitstrekken. Op deze wijze is verplaatsing van de lift in nagenoeg dwars op en naar de staander toegekeerde richtingen op eenvoudige wijze verhinderd.During rotation of the running wheel, the running surface of the running wheel with a substantially quarter-circle-shaped running wheel and the co-action therewith extend in various directions in each position of the running wheel, including directions which are substantially parallel to and extend transversely to the transverse direction. In this way displacement of the elevator in substantially transverse directions to and towards the upright is prevented in a simple manner.

Een verdere uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lift is voorzien van ten minste een paar van aan weerszijden van de staander, nabij elkaar gelegen loopwielen, waarbij de rotatie-assen van de loopwielen zich evenwijdig aan elkaar in de dwarsrichting uitstrekken, waarbij de zich ten minste gedeeltelijk nagenoeg evenwijdig aan de dwarsrichting uitstrekken loopvlakken van het paar loopwielen aan van elkaar afgekeerde zijden van de staander zijn gelegen.A further embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that the lift is provided with at least a pair of running wheels located on either side of the upright, the rotational axes of the running wheels extending parallel to each other in the transverse direction, the running surfaces of the pair of running wheels extending at least partially substantially parallel to the transverse direction are located on sides of the upright remote from each other.

Hierbij ligt de staander als het ware tussen de rotatie-assen en is de lift door de loopwielen in richtingen dwars op de lengterichting en dwars op de rotatie-assen tegen verplaatsing ten opzichte van de staander geblokkeerd. Tevens is verplaatsing van de lift in de zich evenwijdig aan de rotatie-assen uitstrekkende dwarsrichting verhinderd.In this case the upright is, as it were, between the axes of rotation and the lift is blocked by the running wheels in directions transversely to the longitudinal direction and transversely to the axes of rotation against displacement relative to the upright. Also, displacement of the elevator in the transverse direction extending parallel to the axis of rotation is prevented.

Een verdere uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de lift ten minste is voorzien van ten minste drie paren loopwielen, waarbij over elk van de ten minste twee staanders ten minste een paar loopwielen verplaatsbaar is.A further embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that the lift is provided with at least three pairs of running wheels, wherein at least one pair of running wheels can be moved over each of the at least two uprights.

Door ten minste drie paar loopwielen, is de verplaatsing van de lift ten opzichte van de staander op eenvoudige wijze beperkt tot de gewenste toelaatbare verplaatsing in de lengterichting van de staanders.Due to at least three pairs of running wheels, the displacement of the lift relative to the upright is simply limited to the desired permissible displacement in the longitudinal direction of the uprights.

Een verdere uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de steigermodule is voorzien van een hijsinrichting voor het verplaatsen van de lift in de lengterichting van de staanders.A further embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that the scaffolding module is provided with a hoisting device for moving the lift in the longitudinal direction of the uprights.

Met behulp van de hijsinrichting kan de lift eenvoudig ten opzichte van de staanders in de lengterichting worden verplaatst.With the aid of the hoisting device, the lift can easily be moved in the longitudinal direction relative to the uprights.

Een verdere uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de hijsinrichting is voorzien van een katrol, een met het steigerelement verbonden lier en een over de katrol geleide kabel waarvan een eerste uiteinde met de lift en een tweede uiteinde met de lier is verbonden.A further embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that the hoisting device is provided with a pulley, a winch connected to the scaffolding element and a cable guided over the pulley, a first end of which is connected to the lift and a second end to the winch.

Doordat de lier met het steigerelement is verbonden, terwijl de kabel met de vast opgestelde lier en met de lift is verbonden, wordt door de hijsinrichting het gewicht van de lift slechts minimaal verhoogd. De lier kan zowel met de hand als met behulp van een motor worden aangedreven. De katrol kan eveneens met het steigerelement zijn verbonden of kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een ander steigerelement dat met het steigerelement volgens de uitvinding wordt gekoppeld.Because the winch is connected to the scaffolding element, while the cable is connected to the fixed winch and to the lift, the weight of the lift is only minimally increased by the hoisting device. The winch can be driven by hand as well as with the help of a motor. The pulley can also be connected to the scaffolding element or can for instance form part of another scaffolding element which is coupled to the scaffolding element according to the invention.

Bij de uit het hierboven aangegeven het Amerikaanse octrooi US4938310 bekende steigerelement, is de lift voorzien van een motor en een kettingdoos. Hierdoor is het gewicht van de te verplaatsen lift aanzienlijk vergroot, waardoor voor het verplaatsen van de lift in lengterichting relatief veel energie nodig is.In the scaffolding element known from the aforementioned US patent US 4938310, the elevator is provided with a motor and a chain box. As a result, the weight of the lift to be moved is considerably increased, so that relatively much energy is required to move the lift in the longitudinal direction.

Een verdere uitvoeringsvorm van de steigermodule volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de steigermodule verrijdbaar is.A further embodiment of the scaffolding module according to the invention is characterized in that the scaffolding module is mobile.

Op deze wijze kan de steigermodule bijvoorbeeld samen met de gehele steiger eenvoudig naar de gewenste positie op bijvoorbeeld een bouwterrein worden gereden.In this way, the scaffolding module, for example, can easily be driven together with the entire scaffolding to the desired position on, for example, a building site.

De lift kan losneembaar zijn uitgevoerd om te worden gekoppeld met een afzonderlijke steiger die ten minste is voorzien van twee in lengterichting evenwijdig op afstand van elkaar gelegen staanders, waarover de loopwielen van de lift verplaatsbaar zijn.The lift can be detachably designed to be coupled to a separate scaffolding which is provided with at least two uprights spaced parallel to each other in the longitudinal direction, over which the running wheels of the lift can be moved.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een van een steigermodule volgens de uitvinding voorziene, verrijdbare steiger, figuren 2A-2E respectievelijk een perspectivisch vooraanzicht, een perspectivisch achteraanzicht, een detail in perspectivisch achteraanzicht, een bovenaanzicht en een achteraanzicht van de in figuur 1 weergegeven steigermodule volgens de uitvinding tonen, figuren 3A-3C respectievelijk perspectivisch vooraanzichten en een perspectivisch achteraanzicht van een deel van de hijsinrichting van de in figuur 1 weergegeven steigermodule volgens de uitvinding tonen.The invention will be further elucidated with reference to the drawing, in which figure 1 shows a perspective view of a mobile scaffolding provided with a scaffolding module according to the invention, figures 2A-2E respectively a front perspective view, a rear perspective view, a detail in perspective view rear view, a top view and a rear view of the scaffolding module according to the invention shown in figure 1, figures 3A-3C respectively show front perspective views and a rear perspective view of a part of the hoisting device of the scaffolding module according to the invention shown in figure 1.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwij zingscij fers.In the figures, corresponding parts are provided with the same reference numerals.

Figuur 1 toont een steiger 1 die is voorzien van een verrijdbare steigermodule 2 volgens de uitvinding, een op afstand daarvan verrijdbare steigermodule 3, op de steigermodules 2, 3 bevestigde steigermodules 4, 5, 6, 7,8,9, tussen enerzijds de steigermodules 2, 4-6 en anderzijds de steigermodules 3, 7-9 -9 uitstrekkende dragers 10, en door de dragers 10 ondersteunde panelen 11. Elke steigermodule 2-9 omvat twee in lengterichting L evenwijdig op afstand van elkaar gelegen staanders 11, 12 alsmede zich nagenoeg dwars op de lengterichting tussen de staanders, in dwarsrichting D uitstrekkende liggers 13.Figure 1 shows a scaffolding 1 which is provided with a mobile scaffolding module 2 according to the invention, a scaffolding module 3 that can be moved remotely, on scaffolding modules 4, 5, 6, 7, 8,9 fixed on the scaffolding modules on the one hand 2, 4-6 and on the other hand supports 10 extending from scaffolding modules 3, 7-9-9, and panels 11 supported by supports 10. Each scaffolding module 2-9 comprises two uprights 11, 12 which are parallel to each other in the longitudinal direction L and beams 13 extending substantially transversely to the longitudinal direction between the uprights, transversely to D.

Uiteinden van de staanders 11, 12 van steigermodule 2-9 zijn nabij overgangen 14 met daarboven gelegen steigermodule 4-9gekoppeld.The ends of the uprights 11, 12 of scaffolding module 2-9 are coupled near transitions 14 with scaffolding module 4-9 located above them.

De dragers 10 zijn voorzien van haakvormige uiteinden 15 die tussen de staanders 11, 12 aangrijpen om de liggers 13.The supports 10 are provided with hook-shaped ends 15 which engage between the posts 11, 12 around the beams 13.

De steigermodules 2, 3 zijn voorzien van wielen 16 waarmee de steiger 1 over een ondergrond verrijdbaar is in dwarsrichting D en in breedterichting B.The scaffolding modules 2, 3 are provided with wheels 16 with which the scaffolding 1 can be moved over a surface in the transverse direction D and in the width direction B.

De richtingen B, L, D strekken zich dwars op elkaar uit.The directions B, L, D extend transversely to each other.

De steiger 1 is voorzien van een aantal diagonaal uitstrekkende stangen 17 die met haakvormige uiteinden 15 tussen de staanders 11, 12 aangrijpen aan liggers 13 die op verschillende hoogtes zijn gelegen.The scaffold 1 is provided with a number of diagonally extending rods 17 which engage with hook-shaped ends 15 between the posts 11, 12 on beams 13 which are situated at different heights.

De steiger 1 is verder voorzien van een aantal onder een hoek met de horizontaal uitstrekkende stangen 18 die met haakvormige uiteinden tussen de staanders 11, 12 aangrijpen om liggers 13 en met van de haakvormige uiteinden afgekeerde uiteinden op de ondergrond steunen (niet weergegeven).The scaffolding 1 is further provided with a number of rods 18 at an angle with the horizontally extending bars which engage with hook-shaped ends between the posts 11, 12 around beams 13 and with ends remote from the hook-shaped ends on the ground (not shown).

Dergelijke steigermodules 3-9, dergelijke koppelingen 14 van steigermodules 2-9, haakvormige uiteinden 15, diagonaal uitstreldcende stangen 17 en onder een hoek met de horizontaal uitstreldcende stangen 18 zijn op zich bekend en zullen derhalve niet nader worden toegelicht.Such scaffolding modules 3-9, such couplings 14 of scaffolding modules 2-9, hook-shaped ends 15, diagonally extending rods 17 and at an angle with the horizontally extending rods 18 are known per se and will therefore not be explained in more detail.

De steigermodule 2 volgens de uitvinding is voorzien van een lift 19 die een horizontaal uitstreldcend draagplatform 20 en een zich dwars daarop, evenwijdig aan de staanders 11, 12 verticaal uitstreldcende plaat 21 omvat.The scaffolding module 2 according to the invention is provided with a lift 19 which comprises a horizontally radiating carrying platform 20 and a plate 21 vertically extending transversely thereto, parallel to the posts 11, 12.

De lift 19 is aan een van de steigermodule 3 afgelceerde zijde van de steigermodule 2 gelegen en bevindt zich aan de korte buitenzijde van de steiger 1.The elevator 19 is located on a side of the scaffolding module 2 remote from the scaffolding module 3 and is located on the short outside of the scaffolding 1.

Zoals duidelijk zichtbaar is in de figuren 2A-2E is de lift 19 aan beide zijden voorzien van zich dwars op de plaat 21 uitstreldcende flensen 22 die aan van de liggers 13 afgelceerde zijden van de staanders 11, 12 zijn gelegen. Ellce flens 22 is voorzien van een paar onderste en een paar bovenste loopwielen 23. De loopwielen 23 zijn roteerbaar om rotatie-assen 24 die zich in dwarsrichting D uitstrekken. Van ellc paar loopwielen 23 is het eerste loopwiel 23 tussen de staanders 11, 12 en de plaat 21 gelegen en het tweede loopwiel 23 aan een van de plaat 21 afgelceerde zijde van de staanders 11, 12 gelegen, waardoor de staanders 11, tussen de loopwielen 23 van elk paarloopwielen 24 zijn gelegen.As is clearly visible in figures 2A-2E, the elevator 19 is provided on both sides with flanges 22 extending transversely to the plate 21 and situated on sides of the uprights 11, 12 remote from the beams 13. Ellce flange 22 is provided with a pair of lower and a pair of upper running wheels 23. The running wheels 23 are rotatable about axis of rotation 24 extending transversely. Of the pair of running wheels 23, the first running wheel 23 is located between the posts 11, 12 and the plate 21 and the second running wheel 23 is located on a side of the posts 11, 12 remote from the plate 21, so that the posts 11, between the running wheels 23 of each pair of running wheels 24 are located.

Zoals onder meer zichtbaar in figuur 2D hebben de staanders 11, 12 in een dwars op de lengterichting L uitstrekkend vlak een cilindervormige buisvormige dwarsdoorsnede.As can be seen, inter alia, in Figure 2D, the uprights 11, 12 have a cylindrical tubular cross-section in a plane extending transversely to the longitudinal direction L.

Elk loopwiel 23 is voorzien van een loopvlak 25 dat tijdens rotatie van het loopwiel 23 om de rotatie-as 24 aanligt tegen de staander 11, 12. Het loopvlak 25 van het loopwiel 23 heeft in het dwars op de lengterichting uitstrekkend vlak aan elke zijde van de rotatie-as 24 een nagenoeg lcwart-cirkel-vormige doorsnede die overeenkomt met de cilindervormige dwarsdoorsnede van de staanders 11,12 en de contour daarvan volgt.Each running wheel 23 is provided with a running surface 25 which, during rotation of the running wheel 23, rests against the post 11, 12 about the axis of rotation 24. The running surface 25 of the running wheel 23 has, on the transverse longitudinal plane, each side of the axis of rotation 24 follows a substantially 1-circle-shaped cross-section corresponding to the cylindrical cross-section of the uprights 11, 12 and following the contour thereof.

De nagenoeg kwart-cirkel-vormige doorsnede van het loopvlak 25 van het loopwiel 23 strekt zich uit over van de liggers 13 af gekeerde zijde van de staanders 11, 12 waardoor bij verplaatsing van de lift 19 in de lengterichting L de loopwielen 23 geen hinder ondervinden van de liggers 13 en onder meer de aan de liggers gekoppelde dragers 10, de diagonaal uitstrekkende stangen 17 en de onder een hoek met de horizontaal uitstrekkende stangen 18.The substantially quarter-circle cross-section of the running surface 25 of the running wheel 23 extends over the side of the uprights 11, 12 remote from the beams 13, as a result of which the running wheels 23 are not hindered when the lift 19 is moved in the longitudinal direction L of the beams 13 and inter alia the carriers 10 coupled to the beams, the diagonally extending rods 17 and the rods 18 extending at an angle with the horizontal.

Het loopvlak 25 van het loopwiel 23 is tijdens de verplaatsing van de lift 19 in de lengterichting L in contact met een raakvlak 26 van de staander 11, 12. Door de nagenoeg kwart-cirkel-vormige doorsnede en de beschreven ligging van het loopvlak 25 van het loopwiel 23 strekt het loopvlak 25 en het daarmee samenwerkende raakvlak 26 van de staander 11, 12 zich deels nagenoeg in dwarsrichting D en deels nagenoeg in breedterichting B uit. Door de twee loopwielen 23 van een enkel paar 27 van loopwielen 23 wordt verplaatsing van de lift 19 in en tegengesteld aan de breedterichting B verhinderd. Verder wordt door de loopwielen 23 die samenwerken met de staander 11 verplaatsing van de lift 19 in dwarsrichting D verhinderd, terwijl door de loopwielen 23 die samenwerken met de staander 12 verplaatsing van de lift 19 in een aan de dwarsrichting D tegengestelde richting verhinderd.During the movement of the lift 19 in the longitudinal direction L, the running surface 25 of the running wheel 23 is in contact with a contact surface 26 of the upright 11, 12. Due to the substantially quarter-circle cross-section and the described location of the running surface 25 of the running wheel 23 extends the running surface 25 and the tangent surface 26 of the upright 11, 12 cooperating therewith partly substantially in the transverse direction D and partly substantially in the width direction B. The two running wheels 23 of a single pair 27 of running wheels 23 prevent movement of the lift 19 in and opposite to the width direction B. Furthermore, the running wheels 23 which cooperate with the upright 11 prevent movement of the lift 19 in transverse direction D, while the running wheels 23 which cooperate with the upright 12 prevent movement of the lift 19 in a direction opposite to the transverse direction D.

Door de met een staander 11 respectievelijk 12 samenwerkende onderste en bovenste paren 27 van loopwielen 23 wordt kanteling om de dwarsrichting D van de lift 19 in en tegengesteld aan de rotatierichting R verhinderd.The lower and upper pairs 27 of running wheels 23 cooperating with a post 11 and 12 respectively prevent tilting about the transverse direction D of the lift 19 in and opposite to the direction of rotation R.

Indien gewenst kan het aantal loopwielen 23 worden beperkt tot bijvoorbeeld de twee bovenste loopwielen 23 die aan de van de plaat 21 afgekeerde zijde van de staanders 11, 12 zijn gelegen en ten minste een onderste loopwiel 23 aan de naar de plaat 21 toegekeerde zijde van de staanders 11, 12 is. Door de toepassing van vier paar 27 van loopwielen 23 wordt echter een robuuste lagering van de lift 19 verkregen, hetgeen met name in de bouw gewenst is.If desired, the number of running wheels 23 can be limited, for example, to the two upper running wheels 23 located on the side of the uprights 11, 12 remote from the plate 21 and at least one lower running wheel 23 on the side of the plate 21 facing the plate 21. stands 11, 12. The use of four pairs 27 of running wheels 23, however, results in a robust bearing of the lift 19, which is particularly desirable in construction.

Zoals zichtbaar is in figuur 1 zijn aan de linkerzijde van de steiger 1, constructies 28 voorzien voor het aanbrengen van zich onder een hoek met de horizontaal uitstrekkende stangen 29 die aan zich uitstrekken naast de lift 19. De constructie 28 omvat zich in horizontale richting naar de steigermodule 3 uitstrekkende hulpstangen 30 die met een uiteinde met de ligger 13 is verbonden en met een ander uiteinde is verbonden met een hulpstang 31 die zich evenwijdig aan de ligger 13 uitstrekt tot voorbij de staanders 11, 12. Aan het voorbij de staander 11 uitstrekkende gedeelte van de hulpstang 31 is een uiteinde van de stang 29 bevestigd. Door de constructie 28 kan de lift 19 ongehinderd over de gehele hoogte van de steiger 1 worden verplaatst, terwijl aan de linkerzijde toch zich onder een hoek met de horizontaal uitstrekkende stangen 29 kunnen zijn voorzien.As can be seen in figure 1, on the left-hand side of the scaffolding 1, structures 28 are provided for mounting rods 29 extending at an angle with the horizontally extending alongside the elevator 19. The structure 28 comprises in the horizontal direction towards auxiliary rods 30 extending from the scaffolding module 3 and connected at one end to the girder 13 and connected at another end to an auxiliary rod 31 extending parallel to the girder 13 beyond the uprights 11, 12. Extending beyond the upright 11 part of the auxiliary rod 31, one end of the rod 29 is attached. Due to the construction 28 the lift 19 can be moved unimpeded over the entire height of the scaffolding 1, while on the left-hand side angles 29 can be provided at an angle with the horizontally extending.

De steigermodule 2 is voorzien van een hijsinrichting 32 voor het verplaatsen van de lift 19 in de lengterichting L van de staanders 11,12. De hijsinrichting 321s voorzien van een door een motor 33 aangedreven lier 34 die met een onderste ligger 13 van de steigermodule 2 is verbonden. De hijsinrichting 32 omvat verder een katroleenheid 35 die nabij de bovenzijde van de steiger 1 met een ligger 13 van de bovenste steigermodule 6 is gekoppeld.The scaffolding module 2 is provided with a hoisting device 32 for moving the lift 19 in the longitudinal direction L of the uprights 11,12. The hoisting device 321s provided with a winch 34 driven by a motor 33, which is connected to a lower beam 13 of the scaffolding module 2. The hoisting device 32 further comprises a pulley unit 35 which is coupled near the top of the scaffolding 1 to a beam 13 of the upper scaffolding module 6.

Zoals duidelijk zichtbaar in de figuren 3A-3C omvat de katroleenheid 35 een zich evenwijdig aan de staanders 11, 12 en de liggers 13 uitstrekkende steunplaat 36 waarmee een roteerbare katrol 37 is gekoppeld. De katrol 37 is roteerbaar om een in de breedterichting B uitstrekkende rotatie-as 38m en tegengesteld aan de rotatierichting S. De steunplaat 36 is met beugels 39 met de liggers 13 van de bovenste steigermodule 6 gekoppeld.As clearly visible in figures 3A-3C, the pulley unit 35 comprises a support plate 36 extending parallel to the uprights 11, 12 and the beams 13, to which a rotatable pulley 37 is coupled. The pulley 37 is rotatable about an axis of rotation 38m extending in the width direction B and opposite to the direction of rotation S. The support plate 36 is coupled with brackets 39 to the beams 13 of the upper scaffolding module 6.

Op de lier 34 is een kabel 40 gewikkeld die met een uiteinde vast met de lier 34 is verbonden. Van de lier 34 strekt de kabel 40 zich als een eerste kabeldeel 41 uit naar de katrol 37 en als een tweede kabeldeel 42 van de katrol 37 naar de lift 19 uit. De kabel 40 is met een uiteinde 43 van het kabeldeel 42 met de lift 19 verbonden.A cable 40 is wound on the winch 34 and is fixedly connected to the winch 34 at one end. From the winch 34, the cable 40 extends as a first cable portion 41 to the pulley 37 and as a second cable portion 42 from the pulley 37 to the elevator 19. The cable 40 is connected to the lift 19 by an end 43 of the cable part 42.

De katroleenheid 35 kan losneembaar met de steigermodule 6 zijn gekoppeld, waarbij na het opbouwen van de steiger 1, de katroleenheid 35 met de bovenste steigermodule 6 wordt gekoppeld. Het is ook mogelijk dat de katroleenheid 35 vast met de steigermodule 6 is gekoppeld, waarbij na het opbouwen van de steiger 1, de van de lier 34 afkomstige kabel 40 om de katrol 37 van de katroleenheid 35 heen wordt geslagen en vervolgens met een uiteinde 43 met de lift 19 wordt gekoppeld.The pulley unit 35 can be detachably coupled to the scaffolding module 6, wherein after building up the scaffolding 1, the pulley unit 35 is coupled to the upper scaffolding module 6. It is also possible that the pulley unit 35 is rigidly coupled to the scaffolding module 6, wherein after the scaffolding 1 has been erected, the cable 40 coming from the winch 34 is wrapped around the pulley 37 of the pulley unit 35 and then with an end 43 is coupled to the lift 19.

In verband met veiligheid, is de katroleenheid 35 voorzien van een losneembare afdekkap 43 die over de roteerbare katrol 37 heen is geplaatst.For safety reasons, the pulley unit 35 is provided with a detachable cover cap 43 which is placed over the rotatable pulley 37.

De werking van de steigermodule 2 is als volgt. Indien een gebruiker goederen vanaf de ondergrond naar een hoger gelegen niveau wenst te verplaatsen of omgekeerd, wordt met behulp van de bijvoorbeeld elektrische motor 33 de lier 34 in de juiste richting aangedreven zodat de kabel 40 op de lier 34 wordt gewikkeld of van de lier 34 wordt afgewikkeld. Hierdoor wordt de lift 19 in of tegengesteld aan de lengterichting L verplaatst. Hierbij liggen de loopwielen 23 aan tegen de staanders 11,12 en worden daardoor geroteerd om de rotatie-assen 24.The operation of the scaffolding module 2 is as follows. If a user wishes to move goods from the ground to a higher level or vice versa, the winch 34 is driven in the correct direction with the aid of, for example, the electric motor 33, so that the cable 40 is wound on the winch 34 or the winch 34 being settled. As a result, the lift 19 is moved in or opposite to the longitudinal direction L. The running wheels 23 here bear against the uprights 11, 12 and are thereby rotated about the axis of rotation 24.

Bij de in figuur 1 weergegeven steiger 1 is de steigermodule 2, de onderste steigermodule en is de van de katroleenheid 35 voorziene module de bovenste steigermodule. Het is ook mogelijk om de katroleenheid 35 aan dezelfde steigermodule vast te zetten als de lier 34 en de motor 33. In een dergelijk geval zal deze gehele steigermodule als bovenste steigermodule worden toegepast. Het voordeel hiervan is dat geen extra handelingen behoeven te worden verricht voor het bevestigen van de katroleenheid 35 en/of de kabel 40. Een nadeel hiervan is echter dat de relatief zware motor 33 en lier 34 naar de bovenzijde van de steiger 1 dienen te worden getransporteerd.With the scaffolding 1 shown in Figure 1, the scaffolding module 2 is the lower scaffolding module and the module provided with the pulley unit 35 is the upper scaffolding module. It is also possible to secure the pulley unit 35 to the same scaffolding module as the winch 34 and the motor 33. In such a case, this entire scaffolding module will be used as the upper scaffolding module. The advantage of this is that no additional operations need to be performed for attaching the pulley unit 35 and / or the cable 40. A disadvantage of this, however, is that the relatively heavy motor 33 and winch 34 have to be raised to the top of the scaffolding 1. transported.

Wanneer de steiger 1 wordt afgebroken, wordt de lift 19 naar de steigermodule 2 verplaatst en daarmee vergrendeld. De kabel 40 wordt bijvoorbeeld van de katrol 37 verwijderd en zo ver mogelijk op de lier 34 gewikkeld. De steigermodule 2 kan nu eenvoudig worden verplaatst. Het is ook mogelijk om na het ontkoppelen van de steigermodules 2-9, de kabel 40 van de lift 19 te ontkoppelen en de lift 19 in lengterichting L van de staanders 11, 12 af te schuiven. De lift 19 kan dan afzonderlijk worden vervoerd.When the scaffolding 1 is broken off, the lift 19 is moved to the scaffolding module 2 and locked with it. The cable 40 is, for example, removed from the pulley 37 and wound as far as possible on the winch 34. The scaffolding module 2 can now be moved easily. After uncoupling the scaffolding modules 2-9, it is also possible to disconnect the cable 40 from the lift 19 and to slide the lift 19 off the posts 11, 12 in the longitudinal direction L. The lift 19 can then be transported separately.

Het is ook mogelijk dat het loopwiel in plaats van een kwart-cirkelvormige doorsnede een doorsnede heeft met bijvoorbeeld drie op elkaar aansluitende vlakken, die onderling een hoek van 45 graden met elkaar insluiten, waarbij buitenste vlakken zich respectievelijk evenwijdig en dwars op de dwarsrichting uitstrekken.It is also possible that the running wheel, instead of a quarter-circular cross-section, has a cross-section with, for example, three mutually connecting surfaces, which mutually enclose an angle of 45 degrees with each other, outer surfaces extending parallel and transversely to the transverse direction, respectively.

Indien gewenst is het mogelijk om de steiger 1 nabij de steigermodule 3 te voorzien van een contragewicht om tegengewicht te bieden aan het met de lift 19 langs de steiger 1 te verplaatsen gewicht.If desired, it is possible to provide the scaffold 1 near the scaffolding module 3 with a counterweight to provide counterweight to the weight to be moved along the scaffold 1 with the lift 19.

Het is ook mogelijk om de hijsinrichting 32 te voorzien van een kabelbreukbeveiliger waarmee in het geval van breuk in de kabel 40 het ongewenst neerwaarts verplaatsen van de lift 19 wordt voorkomen.It is also possible to provide the hoisting device 32 with a cable break protector with which in the event of a break in the cable 40 the undesired downward movement of the lift 19 is prevented.

Het is ook mogelijk om de lift 19 te voorzien van een waterpas 44 (zie figuur 2D), zodat kan worden gewaarborgd dat de lift 19 een goede horizontale positie ten opzichte van de staanders 11, 12 heeft en derhalve in nagenoeg verticale richting zal worden verplaatst.It is also possible to provide the lift 19 with a spirit level 44 (see figure 2D), so that it can be guaranteed that the lift 19 has a good horizontal position with respect to the uprights 11, 12 and will therefore be moved in substantially vertical direction .

Het is ook mogelijk dat de breedte van de steiger 1 tweemaal zo groot is als de in de figuren getoonde steiger 1.It is also possible that the width of the scaffolding 1 is twice as large as the scaffolding 1 shown in the figures.

Het is ook mogelijk om nabij de bovenzijde en onderzijde van de steiger 1 aanslagen te voorzien die een verplaatsing van de lift voorbij de aanslagen verhinderen.It is also possible to provide stops near the top and bottom of the scaffolding 1 which prevent movement of the lift beyond the stops.

Lijst met verwij zings cijfers 1 steiger 2 steigermodule 3 steigermodule 4 steigermodule 5 steigermodule 6 steigermodule 7 steigermodule 8 steigermodule 9 steigermodule 10 drager π staander 12 staander 13 ligger 14 overgang 15 haakvormig uiteinde 16 wiel 17 diagonaal uitstrekkende stang 18 horizontaal uitstrekkende stang 19 lift 20 horizontaal uitstrekkend draagplatform 21 verticaal uitstrekkende plaat 22 flens 23 loopwiel 24 rotatie-assen 25 loopvlak 26 raakvlak 27 paar 28 constructie 29 horizontaal uitstrekkende stang 30 hulpstang 31 hulpstang 32 hijsinrichting 33 motor 34 lier 35 katroleenheid 36 steunplaat 37 katrol 38 rotatie-as 39 beugel 40 kabel 41 kabeldeel 42 kabeldeel 43 uiteinde 44 waterpasReference number list 1 scaffolding 2 scaffolding module 3 scaffolding module 4 scaffolding module 5 scaffolding module 7 scaffolding module 8 scaffolding module 9 scaffolding module 10 support π post 12 post 13 beam 14 transition 15 hook-shaped end 16 wheel 17 diagonally extending rod 18 horizontal extending rod 19 lift 20 horizontal extending carrying platform 21 vertically extending plate 22 flange 23 running wheel 24 rotation axes 25 running surface 26 tangent surface 27 pair 28 construction 29 horizontally extending rod 30 auxiliary rod 31 auxiliary rod 32 hoisting device 33 motor 34 winch 35 pulley unit 36 support plate 37 pulley 38 rotation axis 39 bracket 40 cable 41 cable part 42 cable part 43 end 44 level

Claims

A scaffolding module (2) provided with a scaffolding element comprising at least two uprights (11, 12) which are parallel in longitudinal direction and spaced apart from each other and also transversely extending transversely to the longitudinal direction between the uprights (11, 12) ), which scaffolding module (2) is furthermore provided with a longitudinally displaceable lift (19) with the aid of at least one running wheel (23) over the uprights (11, 12), which running wheel (23) is disposed around a longitudinal direction rotation axis (24) extending parallel to the transverse direction, a running surface (25) of the running wheel (23) being movable longitudinally over an interface (26) of the upright (11, 12), wherein plane transversely to the longitudinal direction, the running surface (25) of the running wheel (23) and the contact surface (26) of the upright (11, 12) extend at least partially substantially parallel to the transverse direction, characterized in that, in the plane transverse to the longitudinal direction, the running surface (25) of the running wheel (23) and the contact surface (26) of the upright (11, 12) extend at least partly substantially parallel to and at least partly substantially transversely of the transverse direction.

Scaffolding module (2) according to claim 1, characterized in that, a first running wheel near a first post and a second running wheel near a second post are of the at least two posts (11, 12) which are parallel in longitudinal direction and spaced apart from each other the running surfaces (25) of the first and second running wheels (23) extending substantially transversely to the transverse direction are located on mutually opposite sides of the first and second uprights (11, 12).

Scaffolding module (2) according to claim 1 or 2, characterized in that, in the plane transverse to the longitudinal direction, the upright (11, 12) is cylindrical and the running surface of the running wheel (23) is at least partially a substantially corresponding quarter has a circular curved shape, wherein the running surface (25) of the running wheel (23) extends at least partially substantially parallel to and at least partially substantially transversely of the axis of rotation (24).

Scaffolding module (2) as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the lift (19) is provided with at least a pair of running wheels (23) located on either side of the upright (11, 12), wherein the axes of rotation (38) of the running wheels (23) extend parallel to each other in the transverse direction, the running surfaces (25) of the pair of running wheels (23) extending at least partially substantially parallel to the transverse direction sides of the upright (11, 12) are located.

Scaffolding module (2) according to claim 4, characterized in that the lift (19) is provided with at least three pairs of running wheels (23), with at least over each of the at least two uprights (11, 12) a pair of running wheels (23) can be moved.

Scaffolding module (2) according to one of the preceding claims, characterized in that the scaffolding module (2) is provided with a hoisting device (32) for moving the elevator (19) in the longitudinal direction of the uprights (11, 12) .

Scaffolding module (2) according to claim 6, characterized in that the hoisting device (32) is provided with a pulley (37), a winch (34) connected to the scaffolding element and a cable (40) guided over the pulley (37). ) of which a first end is connected to the lift (19) and a second end (43) to the winch (34).

Scaffolding module (2) according to one of the preceding claims, characterized in that the scaffolding module (2) is mobile.

Elevator (19) suitable for a scaffolding module (2) according to one of the preceding claims.