NL2010156C2 - Sportwand. - Google Patents

Sportwand. Download PDF

Info

Publication number
NL2010156C2
NL2010156C2 NL2010156A NL2010156A NL2010156C2 NL 2010156 C2 NL2010156 C2 NL 2010156C2 NL 2010156 A NL2010156 A NL 2010156A NL 2010156 A NL2010156 A NL 2010156A NL 2010156 C2 NL2010156 C2 NL 2010156C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
sports
fluid
front wall
connecting means
Prior art date
Application number
NL2010156A
Other languages
English (en)
Inventor
Marie-José Johanna Christina Elisabeth Steen-Peters
Original Assignee
Ind B V Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ind B V Ag filed Critical Ind B V Ag
Priority to NL2010156A priority Critical patent/NL2010156C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2010156C2 publication Critical patent/NL2010156C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B69/00Training appliances or apparatus for special sports
    • A63B69/38Training appliances or apparatus for special sports for tennis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B69/00Training appliances or apparatus for special sports
    • A63B69/0097Ball rebound walls
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B2209/00Characteristics of used materials
    • A63B2209/02Characteristics of used materials with reinforcing fibres, e.g. carbon, polyamide fibres
    • A63B2209/023Long, oriented fibres, e.g. wound filaments, woven fabrics, mats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B2225/00Miscellaneous features of sport apparatus, devices or equipment
    • A63B2225/62Inflatable

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)

Description

Korte aanduiding: Sportwand Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opstaande 5 sportwand met ten minste één althans ten minste in hoofdzaak vlak voorwandoppervlak.
Dergelijke wanden zijn algemeen bekend. Een bekende sportwand van dit type is een tennismuur. De bekende tennismuur is vervaardigd van beton en heeft een vlak voorwandoppervlak, zodat tennisballen die tegen de tennismuur 10 worden geslagen in een voorspelbare baan worden teruggekaatst. Indien geen effect aan een tennisbal wordt meegegeven zal de hoek van de baan van een teruggekaatste bal in hoofdzaak gespiegeld zijn ten opzichte van een lijn die zich loodrecht op het voorwandvlak uitstrekt door het punt waar de bal de muur heeft geraakt, althans gedurende het eerste deel van de vlucht na terugkaatsing.
15 Een nadeel van een betonnen wand is dat die zwaar is en in principe onverplaatsbaar, dus permanent op een ondergrond is geplaatst. Een ander nadeel van de betonnen tennismuur is dat die ongeschikt is voor het instellen van te terugkaatseigenschappen voor het terugkaatsen van een object zoals een tennisbal.
De onderhavige uitvinding beoogt aldus een sportwand volgens de 20 inleiding te verschaffen die een gebruiker een grotere mate van flexibiliteit verschaft dan de bekende tennismuur. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een sportwand volgens conclusie 1. Een sportwand die is gevormd met behulp van een fluïdumdichte kamer kan relatief licht worden uitgevoerd, althans ten opzichte van de bekende betonnen muur. Een sportwand volgens de onderhavige uitvinding kan 25 relatief licht en aldus verplaatsbaar zijn uitgevoerd, wat onder andere de mogelijkheid biedt om de sportwand mobiel te maken en aldus op verschillende plaatsen te gebruiken. Het afsluitbaar fluïdumkanaal biedt, in combinatie met de flexibele verbindingsmiddelen, de mogelijkheid vrijwel al het in de fluïdumdichte kamer aanwezig fluïdum te verwijderen, en voor de sportwand tegen een verste 30 wand worden geplaatst ter voorkoming van blessures van sporters die tegen de wand botsen, en indien niet in gebruik, noodzakelijke opslagruimte te beperken.
Bovendien is het mogelijk de druk in de fluïdumdichte ruimte te wijzigen om aldus de terugkaatseigenschappen te beïnvloeden.
2
Er zijn weliswaar voorbeelden van fluïdumkamers waarbij middelen zijn verbonden tussen twee langswanden. Voorbeelden hiervan zijn kussens of matten die tegen een verste wand worden geplaatst ter voorkoming van blessures van sporters die tegen de wand botsen, waarbij bijvoorbeeld een schuim tussen de 5 wanden is voorzien. Het doel van het schuim is echter het in de onbelaste toestand uiteendrukken van beide langswanden zodat bij een botsing tegen de wand veel energie wordt geabsorbeerd door de wand. Het schuim kan aldus niet worden beschouwd als afstandrestrictiemiddel, omdat het juist de functie van het schuim is de onderlinge afstand tussen beide langswanden te vergroten ter verscahffing van 10 een buffer.
Teneinde een relatief lichte sportwand te verkrijgen heeft het de voorkeur dat de sportwand volgens de uitvinding bij toepassing is gevuld met een gasvormig fluïdum. Het gasvormig fluïdum kan bijvoorbeeld lucht omvatten. Een gasvormig fluïdum, zoals bijvoorbeeld lucht, kan eenvoudig door het afsluitbaar 15 fluïdumkanaal in en uit de fluïdumdichte ruimte worden gelaten. Het afsluitbaar fluïdumkanaal kan daartoe zijn voorzien van een terugslagklep die bij een overdruk in de fluïdumdichte ruimte ten opzichte van de omgevingsdruk het fluïdumkanaal afsluit, maar tevens kan worden ingesteld voor het vrijgeven van het fluïdumkanaal in de richting vanuit de fluïdumdichte ruimte naar de omgeving indien het gewenst is 20 dat de (over)druk in de fluïdumdichte ruimte wordt verminderd, of wanneer het gewenst is in hoofdzaak al het fluïdum uit de sportwand te verwijderen voor opslag van de sportwand.
Alternatief kan de sportwand bij toepassing zijn gevuld met een vloeistof. Dit kan bijvoorbeeld gewenst zijn wanneer de sportwand voldoende massa 25 dient te hebben om direct of indirect door sporters uitgeoefende krachten op de sportwand te weerstaan, bijvoorbeeld om verplaatsing van de sportwand bij een flinke impact te voorkomen.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de verbindingsmiddelen draadvormig. Met draadvormige verbindingsmiddelen is 30 het mogelijk om enerzijds relatief veel dichtbij elkaar gelegen punten van de voorwand respectievelijk achterwand met elkaar te verbinden terwijl anderzijds het volume en daarmee de massa van verbindingsmiddelen in de fluïdumdichte kamer wordt beperkt. Hoe meer verbindingen per vierkante cm hoe vlakker de buiten wand. Bij een luchtdichte constructie met relatief weinig verbindingen per vierkante cm kan 3 het oppervlak door de druk van het inwendig fluïdum tussen de verbindingen bol gaan staan, waarbij ter plaatse van de verbindingen karakteristiek verdiepingen in de vorm van tunnels of kuilen kunnen ontstaan. Met draadvormige verbindingsmiddelen kan bovendien een relatief uniforme verdeling van verbindingsmiddelen over een 5 oppervlak van de voorwand respectievelijk de achterwand worden gerealiseerd. Een dichte, uniforme verdeling maakt het mogelijk een relatief zeer vlakke door fluïdum opblaasbare sportwand te verkrijgen.
Het heeft daarbij de voorkeur dat de verbindingsmiddelen vezels omvatten die ten dele in de voorwand en in de achterwand zijn geïntegreerd. Door 10 de integratie van de verbindingsmiddelen in de voorwand en in de achterwand wordt een zeer hechte en stabiele onderlinge verbinding van de voorwand en de achterwand mogelijk gemaakt.
Een uiterst hechte en stabiele onderlinge verbinding tussen de voorwand en de achterwand wordt verschaft indien de voorwand en de achterwand 15 elk een weefsel of een breisel omvatten, en draden of vezels zijn voorzien die deel uitmaken van beide weefsels of breisels en zich tussen beide weefsels of breisels uitstrekken en daarbij, althans bij toepassing van de sportwand, het voorwandoppervlak althans in hoofdzaak vlak houden. Bij een dergelijke inrichting zorgen de draden of vezels ervoor dat de voorwand en de achterwand zich in een 20 vooraf bepaalde beperkte mate tussen de voorwand en de achterwand uitstrekken en houden daarbij de voorwand en de achterwand in een gedefinieerde toestand, bij voorkeur vlak.
Voor het verkrijgen van een voldoende grote dichtheid van verbindingsmiddelen per oppervlakte-eenheid heeft het de voorkeur dat zich per 25 vierkante meter voor- en achterwand ten minste 15.000, verder bij voorkeur ten minste 20.000 afzonderlijke verbindingsmiddelen tussen de voor- en achterwand uitstrekken.
Teneinde de voor- en achterwand goed bij elkaar te houden heeft het de voorkeur dat de treksterkte van de draadvormige verbindingsmiddelen ten 30 minste 1000 N/5cm bedraagt, verder bij voorkeur ten minste 1500 N/5cm.
Het is relatief eenvoudig een vlak voorwandoppervlak te verkrijgen indien de voorwand en de achterwand zich parallel aan elkaar uitstrekken. Een vlakke voorwand (en aldus ook een vlakke achterwand) kan eenvoudig worden verkregen door het toepassen van verbindingsmiddelen met elk, althans in 4 hoofdzaak, eenzelfde lengte tussen de voorwand en de achterwand. Het heeft daarbij de voorkeur dat de lengte van de verbindingsmiddelen tussen de voorwand en de achterwand ten hoogste 3%, bij voorkeur ten hoogste 1% in lengte verschillen. Het verschil in lengte van de verschillende verbindingsmiddelen is verder bij 5 voorkeur ten hoogste 7 mm, verder bij voorkeur ten hoogste 4 mm.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is op het wandoppervlak een belijning voorzien die correspondeert met een uit te oefenen sport. De belijning kan bijvoorbeeld overeenkomen met de contouren van een tennisnet wanneer de sportwand als tennismuur wordt toegepast. Alternatief kan 10 de belijning een rechthoekig doeloppervlak definiëren, dat al dan niet overeenkomt met de daadwerkelijke afmetingen van een voor de betreffende sport te gebruiken doel. Een sportwand volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld ook zijn voorzien van belijningen voor een squashmuur. Het heeft verder de voorkeur dat de belijning permanent, bijvoorbeeld door middel van verlijming, aan het voorwandoppervlak van 15 de sportwand is bevestigd, of althans bevestigbaar is. Aldus wordt een sportwand voor multifunctioneel gebruik verschaft.
Voor het positioneren en/of gepositioneerd houden van de sportwand heeft het de voorkeur dat de sportwand is voorzien van bevestigingsmiddelen waarmee de sportwand bij toepassing aan een constructie is, 20 of althans kan worden, bevestigd teneinde de sportwand althans ten minste tijdelijk in een gewenste positie te handhaven. De constructie kan een permanente constructie zoals een muur betreffen, maar het kan ook een tijdelijke of verplaatsbare constructie betreffen. Vele soorten bevestigingsmiddelen zijn denkbaar voor het bevestigen van een sportwand aan een constructie. Voorbeelden 25 hiervan zijn riemen, gespen, klittenband, touwen, haken en ogen enzovoort. Het moge duidelijk zijn dat bij tweevoudige bevestigingsmiddelen één type bevestigingsmiddel aan de sportwand kan zijn bevestigd, terwijl het daarmee samenwerkend contratype bevestigingsmiddel al dan niet losneembaar aan een constructie is, of althans kan worden, bevestigd.
30 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de sportwand voorzien van hoekinstelmiddelen teneinde de hoek van het voorwandoppervlak van de sportwand ten opzichte van de verticaal in te stellen tussen 0 en 15°. Bij een instelling van 0° wordt veelal een bestaande constructie zoals een tennismuur, een goal of dergelijke nagebootst. Een voordeel van het 5 instellen van een hoek die afwijkt van 0° is dat bij het tegen de muur stoten van een sportvoorwerp, zoals een bal, het voorwerp enigszins naar boven, of naar beneden, wordt teruggekaatst. Hiermee kunnen verschillende situaties worden gesimuleerd. De van de verticaal afwijkende hoek kan zowel een “achterover hellende” dan wel 5 een “voorover hellende” muur simuleren.
Het heeft hierbij de voorkeur dat de sportwand door middel van de eerdere genoemde bevestigingsmiddelen in de gewenste hoek kan worden ingesteld en gehandhaafd.
Het heeft de voorkeur dat de sportwand is voorzien van 10 drukmeetmiddelen teneinde de druk van een fluïdum in de fluïdumdichte kamer te meten. Aldus is het mogelijk de druk in de fluïdumdichte kamer op een gewenste waarde te brengen, waarbij een gewenste waarde kan overeenkomen met een gewenst terugkaatsgedrag voor een tegen het voorwandoppervlak van de sportwand stotend voorwerp, zoals een bal.
15 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding heeft de achterwand aan de van de fluïdumdichte ruimte afgekeerde zijde eveneens een althans ten minste in hoofdzaak vlak achterwandoppervlak. Aldus kan de sportwand tweezijdig worden toegepast. Dit biedt de mogelijkheid twee wanden van verschillende belijningen te voorzien. Het is ook mogelijk door het tweezijdig gebruik 20 slijtage van het voorwandoppervlak te verminderen.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is de fluïdumdichte kamer omgeven door een kunststof omhulsel. Het omhulsel kan zeildoek omvatten. Het kunststof omhulsel kan bij een voorkeursuitvoeringsvorm een enkellaags wand van de fluïdumdichte kamer vormen. Alternatief kan het kunststof 25 omhulsel zijn aangebracht aan een afzonderlijke voor- achter- en/of zijwand waaraan bevestigingsmiddelen van het in conclusie 1 genoemde type zijn bevestigd.
Wanneer het voorwandoppervlak een breedte van ten minste 2 meter en een hoogte van ten minste 1 meter heeft, bij voorkeur een breedte van ten minste 3 meter en/of een hoogte van ten minste 2 meter heeft kan de sportwand 30 voor verscheidene sporten worden toegepast. De afmetingen van een sportwand zijn uiteraard afhankelijk van de sport waarvoor de sportwand wordt gebruikt. Bij toepassing als tennismuur zal de wand bij voorkeur ten minste 1,25 hoog zijn en ten minste 6 meter breed zijn.
6
Wanneer grote sportwanden gewenst zijn is het mogelijk dat twee of meer sportwanden volgens de onderhavige uitvinding elk met een zijwand aan elkaar zijn verbonden voor het verschaffen van een samengestelde sportwand, waarvan de voorwandoppervlakken ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd. Twee sportwanden 5 volgens de onderhavige uitvinding kunne overigens ook in een hoek, bijvoorbeeld van 90°, ten opzichte van elkaar zijn aangebracht en aan elkaar zijn bevestigd (bijvoorbeeld voor het (gedeeltelijk) vormen van een squashruimte. Hoewel het bij squash de bedoeling is dat de bal de wanden raakt komen spelers ook vaak in contact met de wand. Een sportwand volgens de onderhavige uitvinding kan daarbij 10 als stootbuffer werkzaam zijn.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen waarin:
Figuur 1 vooraanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een sportwand volgens de onderhavige uitvinding; 15 Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van de sportwand uit figuur 1; en
Figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede-aanzicht toont van de sportwand uit figuur 1.
Nu kijkend naar figuur 1 wordt een vooraanzicht getoond van een opstaande sportwand 1 volgens de onderhavige uitvinding. Sportwand 1 heeft een in 20 hoofdzaak rechthoekig en een ten minste in hoofdzaak vlak vooroppervlak 2 van 6 meter breed en 2,3 meter hoog. Op vooroppervlak 2 is een belijning 3 voorzien in de vorm van een netband van een tennisnet in de vorm van een strook materiaal die op het vooroppervlak 2 van sportwand 1 is vastgelijmd . Alternatief zou de belijning 3 bijvoorbeeld door middel van een kleurstof, bijvoorbeeld verf, op het vooroppervlak 2 25 kunnen zijn aangebracht. Aan de beide kopse zijkanten 4a, 4b zijn steeds twee handvatten 5 en een ventiel 6 voorzien.
Figuur 2 toont sportwand 1 in liggende toestand in perspectivisch zijaanzicht. In figuur 2 zijn voor met figuur 1 overeenstemmende elementen van de sportwand 1 dezelfde verwijzingscijfers gebruikt. Sportwand 1 is vervaardigd als een 30 fluïdumdichte kamer met een voorwand 2, een in figuur 2 niet zichtbare achterwand en een rondlopende, de voorwand 7 en achterwand 10 verbindende zijwand 8. De fluïdumdichte kamer 13 van het type “double wall” dat onder de merknaam HEYTex wordt aangeboden, in dit geval van 33 cm dikte. De luchtdichte kamer is vervaardigd door twee op afstand van elkaar gelegen weefsels die zijn bedekt met een hechtlaag 7 en één of meer deklagen, bijvoorbeeld van PVC, die de kamer luchtdicht maken. De twee genoemde lagen, die de voorwand 7 en de achterwand 8 vormen zijn onderling verbonden door een zijwand 4 vervaardigd van luchtdicht zeildoek. De kamer is gevuld met lucht met een druk van ten minste 0,50 mbar. Voor tennis is een druk van 5 ten minste 100 mbar, bij voorkeur ten minste 150 mbar gewenst. Een hogere druk is ook mogelijk en lijdt tot een steeds stijvere, hardere voorwand., ha De druk in de kamer kan worden aangepast door het via ventiel 6 doen in- of uitstromen van lucht. Ventiel 6 verschaft bovendien de mogelijkheid om de kamer volledig te laten leeglopen, bijvoorbeeld om de sportwand 1 te kunnen opvouwen en in een relatief 10 beperkte ruimte te kunnen opslaan. Aan de kopse zijden, aangeduid als zijkant 4, zijn twee handvatten 5 en een ring 9 voorzien, waarmee de sportwand 1 aan een constructie kan worden vastgemaakt, bijvoorbeeld met behulp van koorden of elastieken, zodat de sportwand 1 bij gebruik in een opstaande toestand kan worden gehouden . In plaats van flexibele koorden of elastieken kunnen eventueel ook in 15 hoofdzaak vormvaste bevestigingsmiddelen worden toegepast, die als afstandhouder dienen voor het definiëren van de sportwand 1 ten opzichte van een constructie, bijvoorbeeld een muur. Als zodanig kunnen aan de, in opstaande toestand van sportwand 1 aan de bovenste twee handvatten 5 kortere bevestigingsmiddelen zijn voorzien dan aan de onderste twee handvatten 5, zodat de sportwand 1, bevestigd 20 aan een verticale constructie, enigszins achterover helt. Hiermee wordt het terugkaatsgedrag van het vooroppervlak 2 zodanig aangepast, dat een bal die tegen het vooroppervlak 2 wordt geslagen in een hogere baan wordt terug gekaatst dan bij een verticaal vooroppervlak 2. Alternatief of additioneel kan de achterwand 10 zijn voorzien van klittenband ter bevestiging aan een van klittenband voorziene 25 constructie.
Figuur 3 toont een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van sportwand 1, waarbij zich tussen de voorwand 7 en achterwand 10, in dit geval ook met een in hoofdzaak vlak achterwandoppervlak een zijwand 8 uitstrekt. Aan de kopse zijde van zijwand 8, die zijkant 4 vormt, zijn handvatten 5 (waarvan er in figuur 30 3 slechts een is getoond) en een ring 9 voorzien. Aan de rechterzijde van figuur 3 is sportwand 1 opengewerkt en zijn vezels 11 zichtbaar die zich tussen de voorwand 7 en de achterwand 10 van de fluïdumdichte ruimte uitstrekken. Zoals hierboven vermeld bevindt zich in de fluïdumdichte ruimte lucht met een druk van 150 mbar. De vezels 11 maken deel uit van een bekleding 7a, 10a aan de binnenkant van de 8 voorwanden 7, respectievelijk 10 in de vorm van een weefsel. Hierdoor zijn vezels 11, die in een dichtheid van ca 27500 vezels per vierkante meter in de fluïdumdichte kamer tussen bekledingen 7a, 10a loopt stevig met de voorwand 7 en de achterwand 10 verbonden. De vezels 11 gedragen zich aldus bij overdruk in de 5 fluïdumdichte kamer ten opzichte van de atmosfeer als restrictiemiddelen, die voorkomen dat de voorwand 7 en achterwand 10 door de overdruk in de fluïdumdichte ruimte verder uiteen worden gedreven dan de lengte van de betreffende vezels 11. Aldus kan met behulp van een uniforme vezellengte een in hoofdzaak vlak voorwandoppervlak 2 worden verkregen dat althans ten minste 10 voldoende vlak is voor het in een te verwachten, of althans te voorspellen, baan terugkaatsen van een bal die tegen voorwandoppervlak 2 wordt geslagen.
De onderhavige uitvinding is in de figuren en de bovenstaande beschrijving slechts in één voorkeursuitvoeringsvorm getoond en beschreven. Het moge echter duidelijk zijn dat vele, al dan niet voor de vakman voor de hand 15 liggende, wijzigingen kunnen worden aangebracht die vallen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Zo is het mogelijk om door het aanpassen van de belijning, sportwanden voor verschillende (bal)sporten te verschaffen.
20

Claims (17)

1. Opstaande sportwand met ten minste één bij toepassing althans ten minste in hoofdzaak vlak voorwandoppervlak, in het bijzonder sportwand die bij 5 toepassing voorwerpen zoals ballen die tegen het voorwandoppervlak stoten terugkaatst, de sportwand omvattende een althans in hoofdzaak fluïdumdichte opblaasbare kamer die is gedefinieerd door een althans ten minste in hoofdzaak rechthoekige voorwand aan de buitenzijde waarvan zich het voorwandoppervlak bevindt, een zich op afstand van de voorwand uitstrekkende achterwand en ten 10 minste één de voorwand en de achterwand met elkaar verbindende zijwand, een afsluitbaar fluïdumkanaal ingericht voor het in- en/of uit de fluïdumdichte kamer doen stromen van fluïdum en zich in de fluïdumdichte kamer uitstrekkende, de voorwand en de achterwand met elkaar verbindende verbindingsmiddelen, die flexibel zijn en zijn ingericht teneinde, bij een overdruk in de fluïdumdichte kamer ten opzichte van 15 de omgevingsdruk het voorwandoppervlak onder trekspanning van de verbindingsmiddelen in een in hoofdzaak vlakke toestand te houden doordat de verbindingsmiddelen werkzaam zijn als afstandrestrictiemiddelen tussen de voorwand en de achterwand.
2. Sportwand volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sportwand 20 bij toepassing is gevuld met een gasvormig fluïdum.
3. Sportwand volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen draadvormig zijn.
4. Sportwand volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen vezels omvatten die ten dele in de voorwand en in de 25 achterwand zijn geïntegreerd.
5. Sportwand volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de voorwand en de achterwand elk een weefsel of een breisel omvatten, en dat draden en/of vezels zijn voorzien die deel uitmaken van beide weefsels of breisels en zich tussen beide weefsels of breisels uitstrekken en daarbij, althans bij toepassing van 30 de sportwand, het voorwandoppervlak althans ten minste in hoofdzaak vlak houden.
6. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich per m2 voor- en achterwand ten minste 15.000 en bij voorkeur ten minste 20.000 afzonderlijke verbindingsmiddelen tussen de voor- en achterwand uitstrekken.
7. Sportwand volgens één of meer van de conclusies 3 tot en met 6, met het kenmerk, dat de treksterkte van de draadvormige verbindingsmiddelen ten minste 1000 N/5cm bedraagt, bij voorkeur ten minste 1500 N/5cm.
8. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies met 5 het kenmerk, dat de voorwand en de achterwand zich parallel aan elkaar uitstrekken.
9. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op het voorwandoppervlak een belijning is voorzien die correspondeert met een uit te oefenen sport.
10. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat de sportwand is voorzien van bevestigingsmiddelen waarmee de sportwand bij toepassing aan een constructie is, of althans kan worden, bevestigd teneinde de sportwand althans ten minste tijdelijk in een gewenste positie te handhaven.
11. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies met 15 het kenmerk, dat de sportwand is voorzien van hoekinstelmiddelen teneinde de hoek van het voorwandoppervlak van de sportwand ten opzichte van de verticaal in te stellen tussen 0 en 15 graden.
12. Sportwand volgens conclusies 10 en 11, met het kenmerk, dat de sportwand door middel van de bevestigingsmiddelen in een gewenste hoek 20 positioneerbaar en/of handhaafbaar is.
13. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sportwand is voorzien van drukmeetmiddelen teneinde de druk van een fluïdum in de fluïdumdichte kamer te meten.
14. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de achterwand aan de van de fluïdumdichte ruimte afgekeerde zijde eveneens een althans ten minste in hoofdzaak vlak achterwandoppervlak heeft.
15. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fluïdumdichte kamer is omgeven door een kunststof omhulsel.
16. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat het voorwandoppervlak een breedte van ten minste twee meter en een hoogte van ten minste één meter heeft.
17. Sportwand volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee of meer sportwanden volgens de voorgaande conclusies elk met een zijwand met elkaar zijn verbonden voor het verschaffen van een samengestelde sportwand, waarvan de voorwandoppervlakken ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd. 5
NL2010156A 2013-01-21 2013-01-21 Sportwand. NL2010156C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010156A NL2010156C2 (nl) 2013-01-21 2013-01-21 Sportwand.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010156 2013-01-21
NL2010156A NL2010156C2 (nl) 2013-01-21 2013-01-21 Sportwand.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010156C2 true NL2010156C2 (nl) 2014-07-23

Family

ID=47844433

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010156A NL2010156C2 (nl) 2013-01-21 2013-01-21 Sportwand.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2010156C2 (nl)

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0211390A1 (de) * 1985-08-02 1987-02-25 METZELER Gesellschaft mit beschränkter Haftung Prallwand für Tennis-Training

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0211390A1 (de) * 1985-08-02 1987-02-25 METZELER Gesellschaft mit beschränkter Haftung Prallwand für Tennis-Training

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9596951B2 (en) Vibration and noise absorbing mat structure
US20110113551A1 (en) Inflatable Cushion Having A Warming Function
US7390274B2 (en) Basketball net
WO2012109213A3 (en) Shock-absorbing treadmill
US20160053843A1 (en) Device for absorbing impact
CA2897759A1 (en) Removable and configurable sporting goal target and target pockets
US10197484B2 (en) Device and method to measure the effectiveness of protective sports equipment
US20150306483A1 (en) Bounce Back Item Net
NL2010156C2 (nl) Sportwand.
US8037635B1 (en) Frog fishing lure system
US9403075B1 (en) Methods and apparatus for training system for ball striking
CA2770978C (en) Protective device for sports equipment
US9492725B2 (en) Rock climbing walls, fall safety pads, and accessories
CA2921796C (en) Air cushion
US20170197126A1 (en) Ball game goal
EP3095489B1 (en) Transition device
JP2006198381A (ja) 衝撃吸収体及び衝撃吸収体を嵌入したカップインソール
US9518629B2 (en) Protective device for sports equipment
KR20120032728A (ko) 원활한 디봇 형성이 가능한 골프 연습용 매트
TR201718412U5 (tr) Kullanicinin uyguladiği yanal kuvvetleri̇ ölçebi̇len, eğlence amaçli otomat tokat atma maki̇nesi̇
CA2213901A1 (en) A sporting glove (baseball or hockey) or speed measuring system with built-in or surface mounted air bladder and air pressure sensor(s)
KR20150081036A (ko) 이중 충격분산 기능이 구비된 안전펜스
US11287339B2 (en) Device and method to measure the effectiveness of protective sports equipment
US20110212664A1 (en) Inflatable Recreational Device
US8668594B1 (en) Apparatus for practicing a golf swing

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230201