NL2010081A - Verrijdbare transportwagen, in het bijzonder een cc-container, in het bijzonder voor het transport van planten en bloemen. - Google Patents

Description

VERRIJDBARE TRANSPORTWAGEN, IN HET BIJZONDER EEN CC-CONTAINER, IN HET BIJZONDER VOOR HET TRANSPORT VAN PLANTEN

EN BLOEMEN

De uitvinding heeft betrekking op een verrijdbare transportwagen, in het bijzonder een CC-container, in het bijzonder voor het transport van planten en bloemen, volgens de kenmerken van conclusie 1.

Voor het vervoer van bloemen en planten worden regelmatig verrijdbare transportwagens van hoge kwaliteit gebruikt, in het bijzonder zogenaamde CC-containers, waarbij de afkorting CC hier staat voor 'Container Centralen'. Een dergelijke CC-container is een verrijdbare, uiteen te halen en dan stapelbare retourneerbare transportkar, gewoonlijk van gegalvaniseerd staal. Deze CC-containers zijn er in verschillende gestandaardiseerde uitvoeringen, waarbij de afzonderlijke CC-containers onderdeel van een poolsysteem van CC-containers vormen. Bij dit poolsysteem van CC-containers gaat het om de meest gebruikte en wijdverbreide herbruikbare dragersystemen van Europa, waarbij de CC-containers voornamelijk in de plantenhandel respectivelijk in zogenaamde kwekerijen toegepast worden. Binnen dit poolsysteem kunnen de CC-containers willekeurig uitgewisseld worden, zodat leveranciers direct volle containers tegen lege containers kunnen uitwisselen. Er bestaan ook containers vergelijkbaar met CC-containers, die geen onderdeel van een poolsysteem vormen. Deze containers worden in vakkringen vaak DC-containers genoemd. In verband met de onderhavige beschrijving moet echter voor de eenvoud het begrip CC-container als vertegenwoordiger van beide soorten containers gebruikt worden.

Dergelijke als transportwagen fungerende CC-containers bestaan vaak uit een rechthoekig wagenbasiselement met gewoonlijk vier transportrollen, waarvan ten minste de voorste twee ofwel nasporende of draaibare transportrollen kunnen zijn. Regelmatig is het wagenbasiselement op de vier hoeken onder en boven voorzien van vierkante profielen die aan de bovenkant dienen voor het plaatsen van verticale stangen en die aan de onderkant pyramidevormig toelopen, zodat meerdere van dergelijke wagenbasiselement eenvoudig op elkaar gestapeld kunnen worden. De reeds genoemde vier stangen ofwel stijlen van een in hoofdzaak even lang vierkant profiel worden op de hoeken van het wagenbasiselement geplaatst, zodat elke verrijdbare transportwagen op regelmatige wijze vier vanaf de hoeken van het wagenbasiselement in hoofdzaak loodrecht naar boven geprojecteerde stangen vertoont die een opslagruimte vormen die toegankelijk is via twee tegenover elkaar liggende smalle zijden en twee tegenover elkaar liggende lange zijden, ofwel deze definiëren. De vierkante profielen die de stangen geleiden, zijn bij voorkeur aan de lange zijde open en vertonen boven elkaar een reeks van gleuven, waarin de stellingplanken (ook wel planken genoemd) die vaak gemaakt zijn van met fenolhars geïmpregneerde triplex, in gehangen kunnen worden. Hiervoor omvatten de stellingplanken L-vormige metalen profielen die door en achter de lengtegleuven van de stangen kunnen aangrijpen.

Om de op respectievelijk in dergelijke transportwagens getransporteerde bloemen en planten, die op regelmatige wijze in potten of dergelijke in rijen geplaatst of opgenomen zijn, bij het transport veilig te kunnen opslaan, in het bijzonder om omvallen of uit de transportwagen vallen te voorkomen ofwel uitstekende overhangende takken, bladeren enzovoort te voorkomen, is algemeen bekend om de transportwagens voorafgaand aan het transport met een krimpfolie te omwikkelen. Hiervoor wordt de klaar staande, ingepakte transportwagen overgebracht naar de plaats van een wikkelmachine. Daar worden de transportwagens afzonderlijk ingereden, vastgezet en de krimpfolie wordt handmatig aan de onderkant met een knoop aangebracht. Vervolgens draait de transportwagen en de folie loopt van onder naar boven. Het systeem stopt automatisch wanneer het ingestelde hoogste punt bereikt is. De bediener van de wikkelmachine snijdt de folie los en bevestigt deze aan de transportwagen. Als alternatief kan de krimpfolie ook handmatig om de transportwagen gewikkeld worden, waarvoor er geschikte afwikkelhulpmiddelen bestaan. Een dergelijke inspanning voor de veiligheid van de lading is ongetwijfeld duur en vooral weinig ecologisch. Zo kan er tijdens het transport warmteophoping bij de planten ontstaan en ook kan er schade door afkoeling door verdamping ten gevolge van neerslag optreden. Verder kan door verhoogde zonnestraling op de folie verbranding op de planten ontstaan. Een verder wezenlijk nadeel is dat de folie iedere keer weer kapot gemaakt wordt en niet meer opnieuw gebruikt kan worden, zodat er hoge verwijderingskosten ontstaan.

Om dit probleem enigszins op te lossen is reeds bekend dat in plaats van de hiervoor beschreven inwikkeling in folie een als Flower-Safe® aangeduide omwikkeltechniek gebruikt kan worden, waarbij een afgerold zeil dat aan beide vrije uiteinden voorzien is van een bevestigingsstang, door middel van een eerste bevestigingsstang in een stang aan de kant van de wagen wordt geschoven of daaraan wordt vastgemaakt. Vervolgens wordt het zeil afgewikkeld en één maal om de transportwagen gewikkeld, totdat uiteindelijk de hele transportwagen omwikkeld is. Vervolgens wordt de tweede bevestigingsstang in een volgende stang aan de kant van de wagen gestoken en tenslotte wordt het zeil met een klittenbandsluiting vastgezet. Het nadeel van dit systeem kan er in het bijzonder uit bestaan dat de hantering van dit afwikkelzeil eveneens relatief arbeidsintensief is, in het bijzonder wat betreft het vastzetten van het zeil door middel van de bevestigingsstangen. Bovendien moeten voor transportwagens van verschillende hoogte, bijvoorbeeld bij stangen van verschillend hoogte, eventueel meerdere van dergelijke zeilen aanwezig zijn, of de hele transportwagen kan niet in gewenste mate omwikkeld worden. Een verder nadeel kan zijn dat het zeil na verwijdering weer opgerold en op geschikte wijze opgeslagen moet worden.

Een aan beide systemen inherent nadeel is bovendien dat de stangen na het omwikkelen van de transportwagen niet meer vastgepakt kunnen worden, wat de hantering van de transportwagen in het algemeen bemoeilijkt.

Daarvan uitgaand is het een doel van de onderhavige uitvinding om een verrijdbare transportwagen, in het bijzonder een CC-container, in het bijzonder voor het transport van planten en bloemen te verschaffen, waarmee de veiligheid van de lading op eenvoudige wijze voor verschillende typen wagens haalbaar is.

Dit doel wordt bereikt met de maatregelen van conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen zijn onderwerp van de onderconclusies.

Volgens conclusie 1 wordt een verrijdbare transportwagen, in het bijzonder een CC-container, in het bijzonder voor het transport van planten en bloemen voorgesteld, die een rechthoekig wagenbasiselement omvat waaraan transportrollen gerangschikt zijn. Verder zijn vier van de hoeken van het wagenbasiselement voorzien van in hoofdzaak loodrecht naar boven uitstekende stangen, die bij voorkeur los te maken zijn en/of door middel van een insteekverbinding met het wagenbasiselement verbonden zijn. Deze vier stangen die in hoofdzaak loodrecht op de hoeken van het wagenbasiselement uitsteken, definiëren een opslagruimte via twee tegenover elkaar liggende korte zijden en twee tegenover elkaar liggende lange zijden. Volgens de uitvinding is aan een in de richting van de hoogteas van de transportwagen gezien bovenste of onderste deel van elke lange en korte zijde ten minste één rolluikelement aangebracht, dat in een laadpositie de telkens bijbehorende aan de korte of lange zijde bevindende toegangsopening naar de laadruimte vrij maakt en die in de richting van de hoogteas zodanig verplaatsbaar is dat het de telkens bijbehorende aan de korte of lange zijde bevindende toegangsopening naar de laadruimte afhankelijk van de uittreklengte van het rolluikelement ten minste deels bedekt en/of afdekt. De rangschikking van de rolluikelementen vindt daarbij bij voorkeur zodanig plaats dat de rolluikelementen ten opzichte van hoogteas ofwel alle boven of alle onder gerangschikt zijn, zodat ze steeds in dezelfde richting eruit getrokken kunnen worden. In principe zou echter ook een gemengde rangschikking van boven en onder mogelijk zijn.

Met een dergelijke rangschikking van rolluikelementen volgens de uitvinding kan de transportwagen op eenvoudige wijze aan alle vier de zijden individueel naar behoefte geopend worden. De rolluikelementen kunnen evenals de andere bestanddelen van de wagen een eenvoudig onderdeel van de retourlogistiek zijn en ze kunnen bijvoorbeeld evenals de stellingplanken teruggestuurd worden. Dergelijke rolluikelementen maken het daardoor mogelijk de transportwagen en de daarin geplaatste transportgoederen bijvoorbeeld enkel vanaf één zijde of twee of drie zijden toegankelijk te maken, bijvoorbeeld in het kader van een verkooppresentatie ofwel een wareninspectie, zonder dat hiervoor de omwikkeling zoals in de bovengenoemde stand der techniek met veel moeite verwijderd moet worden. In het bijzonder kan eenvoudig tussen de open inspectie-respectievelijk presentatiepositie en de afgedekte transportpositie geschoven worden en wel zo vaak men wilt, zonder dat dit noemenswaardige kosten met zich mee zou brengen. Ook een daaropvolgende order picking of begieten van de bloemen en planten of elke andere soort van verzorgen van de planten en bloemen kunnen wezenlijk eenvoudiger uitgevoerd worden. Een verder voordeel van de rangschikking aan alle zijden volgens de uitvinding omvat dat de transportwagen willekeurig gedraaid en verplaatst kan worden zonder dat de medewerker erop hoeft te letten dat een bepaalde zijde van de wagen op een bepaalde manier gepositioneerd is. Ook kunnen de rolluikelementen eenvoudig zodanig gerangschikt zijn of worden dat de stangen voor een medewerker goed toegankelijk zijn om te kunnen vastgrijpen, wat het bedieningsgemak wezenlijk verhoogt.

Verder kan eventueel voorzien zijn in ten minste één stellingplank die vastmaakbaar is aan de stangen en ook weer losgemaakt kan worden, die in gemonteerde toestand (bij voorkeur in hoofdzaak horizontaal en/of in hoofdzaak parallel aan het wagenbasiselement) in de opslagruimte aangebracht is.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm zijn de rolluikelementen zodanig aan de korte en lange zijden van de transportwagen bevestigd dat deze ten opzichte van de buitenafmetingen van de transportwagen in hoofdzaak niet buiten de door de stangen gevormde vlakken van de korte en lange zijden uitsteken. Daardoor wordt op eenvoudige wijze gegarandeerd dat de gestandaardiseerde buitenafmetingen van een dergelijke bijvoorbeeld als CC-container gebruikte transportwagen aangehouden kunnen worden.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm zijn de rolluikelementen aan een rechthoekig gedeelte van het frame gerangschikt respectievelijk bevestigd dat in de richting van de hoogteas van de transportwagen van boven af gezien met het vrije uiteinde van de stangen, die bij voorkeur alle even lang zijn, verbindbaar is. In het bijzonder is hierbij een los te maken verbinding voordelig zodat het rechthoekige framegedeelte samen met alle daaraan bevestigde rolluikelementen ook op elk moment weer losgemaakt kan worden, wat bijvoorbeeld in het bijzonder met betrekking tot de logistiek een aanzienlijk voordeel is. In principe bestaat echter ook de mogelijkheid het rechthoekige framegedeelte integraal met de stang respectievelijk de transportwagen te construeren. Een verder voordeel van een dergelijke, gezien in de richting van de hoogteas, aan de bovenkant van de transportwagen bevestigd rechthoekig framegedeelte is dat daardoor de opbouw in totaal star wordt en daardoor een goede handelbaarheid van de transportwagen bij het transport mogelijk is. Het rechthoekige framegedeelte draagt evenals het wagenbasiselement alsook de stellingplank of stellingplanken daarmee wezenlijk bij aan de stabilisatie van de totale opbouw.

Een verder wezenlijk voordeel van een dergelijke opbouw is dat het rechthoekige framegedeelte onafhankelijk van de hoogte van de stangen respectievelijk de eventueel in verbinding met de stangen gebruikte, additionele opbouw- of opstelonderdelen gebruikt kan worden, zolang als maar gewaarborgd is dat de rolluikelementen van geschikte lengte zijn om de betreffende toegangsopeningen aan de korte zijden of de lange zijden naar de opslagruimte veilig af te dekken.

In principe zijn er verschillende mogelijkheden om het rechthoekige framegedeelte met de vrije uiteinden van de stangen te verbinden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een bout-schroefverbinding, een nagelverbinding of dergelijke gebeuren. Bijzondere voorkeur heeft echter een eenvoudige handelbare insteekverbinding, die in het bijzonder zodanig is gevormd dat insteekelementen aan de zijde van het frame op vormgesloten wijze in insteekholtes aan de zijde van de stangen ingrijpen. Eventueel kan in verband met een dergelijke insteekverbinding ook een positiebeveiliging door bijvoorbeeld splitpennen, schroeven en dergelijke verschaft zijn.

Om te garanderen dat het rechthoekige framegedeelte op de gewenste hoogte aan de stangen wordt bevestigd zonder dat het eruit trekken van de stellingplanken verhinderd wordt, kunnen de insteeklengtes door aan de insteekelementen gevormde zekeringen begrensd zijn. Deze zekeringen kunnen op verschillende manieren en wijzen gevormd zijn. Bijvoorbeeld in L-vormige hoeken of dergelijke, die met insteekelementen vorm- en/of kracht-en/of materiaalgesloten verbonden kunnen zijn.

Volgens een uitvoeringsvorm met bijzondere voorkeur zijn de zekeringen zodanig gevormd en/of zodanig uit het betreffende toegevoegde insteekelement uitstekend uitgevoerd, dat deze zekeringen tegelijkertijd een draagpunt voor het rolluikelement, in het bijzonder voor een rotatiepunt van het rolluikelement, vormen. Daardoor wordt een over het geheel eenvoudigere en compactere opbouw mogelijk.

Volgens een verdere bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekken de zich aan de lange zijden, respectievelijk de alternatief aan de korte zijden, bevindende rolluikelementen zich telkens uit tussen twee aan de insteekelementzijde bevindende en daardoor ten opzichte van het rechthoekige framegedeelte ondergelegen bevindende onderste draagpunten, die bij voorkeur door de hierboven beschreven zekeringen aan de kant van de insteekelementen zijn gevormd. Verder overspannen de rolluikelementen, die aan de korte zijden of als alternatief aan de lange zijden aangebracht zijn, telkens tussen twee draagpunten respectievelijk draagsteunen die in de richting van de hoogteas boven het rechthoekige framegedeelte zijn aangebracht, die op hun beurt weer zodanig aan het rechthoekige framegedeelte naar binnen toe met een verzet aangebracht zijn dat deze de buitenste steunen van het rechthoekige framegedeelte voor de stapelbaarheid van in hoofdzaak op dezelfde wijze gevormde rechthoekige framegedeelten vrij geven, respectievelijk in de opeengestapelde toestand hierachter aangrijpen. Met een dergelijke rangschikking van de rolluikelementen is op eenvoudige wijze gegarandeerd dat de rolluikelementen elkaar niet in de weg zitten en deze elk van de bevestigde lange en korte zijden bedrijfszeker en betrouwbaar en volledige kunnen afdekken. Bovendien wordt door de stapelbaarheid de totale logistiek verbeterd, omdat meerdere van dergelijke rechthoekige framegedeelten samen en compact getransporteerd kunnen worden en bijvoorbeeld naar de gewenste plaats overgebracht kunnen worden.

De rechthoekige framegedeelten kunnen in principe op verschillende manieren geconstrueerd zijn, bijvoorbeeld als deksels of kappen. Met bijzondere voorkeur is het rechthoekige framegedeelte echter uitgevoerd als stabiel, bij voorkeur door vier buitensteunen gevormd rechthoekig framegedeelte, waarvan de insteekelementen op de hoeken aangebracht zijn en/of ten opzichte van de buitenste afmetingen in hoofdzaak identiek aan het wagenbasiselement uitgevoerd is. Een dergelijk rechthoekig framegedeelte kan heel eenvoudig opgebouwd en gehandhaafd worden. Door het aanpassen van de buitenste afmetingen van het rechthoekige framegedeelte aan die van het wagenbasiselement wordt daarbij bovendien gegarandeerd dat de buitenste afmetingen van de wagen steeds overeenkomen met de standaard.

Als alternatief voor de hierboven beschreven bevestiging of rangschikking van de rolluikelementen op het rechthoekige framegedeelte, vanwaar de rolluikelementen van boven naar beneden getrokken kunnen worden, kan er volgens een alternatieve uitvoeringsvorm ook een ontwerp zijn waarbij de rolluikelementen ofwel direct via een hulpframe waaraan de rolluikelementen bevestigd kunnen worden, of direct aan het wagenbasiselement en/of aan een op het wagenbasiselement gerangschikt eindgedeelte van de stangen bevestigd zijn. Daardoor kunnen dan de rolluikelementen in de richting van de hoogteas gezien van onder naar beneden eruit getrokken worden om elk van de toegangsopeningen naar de opslagruimte gerangschikt aan de korte of lange zijden ten minste deels afgedekt worden. Deze manier van functioneren komt overeen met die welke eerder met betrekking tot het rechthoekige framegedeelte werden beschreven. Zo zou in dit verband bijvoorbeeld een hulpframe in het bereik van het wagenbasiselement ingevoegd of ingehangen kunnen worden om de rangschikking van rolluikelementen volgens de uitvinding beschikbaar te stellen. Ook het direct vastmaken van de rolluikelementen op het niveau van het wagenbasiselement of het niveau van de hieraan bevestigde stangen zou zoals hiervoor beschreven in principe mogelijk zijn.

Volgens een verdere bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is aan de rolluikelementen een beschermende behuizing toegevoegd die ten minste een reinigingsinrichting omvat, door middel waarvan de onder- en/of bovenkant van de rolluikelementen die een vlak rolscherm vormen, bij het uittrekken en/of opwikkelen van de rolluikelementen gereinigd worden. De reinigingsinrichting kan bijvoorbeeld een soort constructie met afdichtlippen zijn ofwel als alternatief of bovendien een borstelinrichting omvatten. De beschermende behuizing kan afhankelijk van de uitvoeringsvorm direct aan het rechthoekige framegedeelte bevestigd zijn, bijvoorbeeld zodanig dat elk rolluikelement wordt omhuld. Met betrekking tot het hulpframe ofwel de bevestiging aan het wagenbasiselement of aan de stangen moet de beschermende behuizing dan dienovereenkomstig daar ofwel in de directe omgeving daarvan worden bevestigd.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm met bijzondere voorkeur wordt voorgesteld om aan elk van de vrije uiteinden van de rolluikelementen een van deze stabiliserende griplijsten of gripvlakken te bevestigen, waarbij de griplijsten of gripvlakken bij voorkeur ten minste één steunelement, bijvoorbeeld ten minste één steunhaak of dergelijke omvat, waarmee elk rolluikelement verwijderbaar op een gewenste afdekhoogte aan een tegenelement aan de kant van de transport vastgezet kan worden. Als tegenelement aan de kant van de transportwagen kunnen bijvoorbeeld de inleiding van de beschrijving beschreven gleufvormige gaten in de stangen dienen. Dit is bijvoorbeeld bij aan de onderkant aangebrachte rolluikelementen een voordeel wanneer ze voor het afdekken naar boven getrokken worden, terwijl bij aan de bovenkant aangebrachte rolluikelementen in principe ook het wagenbasiselement van een overeenkomstig tegenelement voorzien kan zijn, dat wil zeggen dat de bevestiging aan het wagenbasiselement plaatsvindt.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm met bijzondere voorkeur hiervoor is het de bedoeling dat de griplijsten of gripvlakken twee gripuitsparingen omvatten die op een bepaalde afstand van elkaar zitten in de lengterichting van de griplijsten of de gripvlakken. Met dergelijke gripuitsparingen op een bepaalde afstand van elkaar wordt op eenvoudige wijze gegarandeerd dat de rolluikelementen gelijkmatig zonder kantelen of vastlopen naar beneden ofwel naar boven getrokken kunnen worden. Maatregelen die vergelijkbaar of equivalent zijn aan de gripuitsparingen zijn handgrepen of dergelijke die aan de rolluikelementen aangebracht kunnen zijn. De rolluikelementen zelf zijn bij voorkeur gemaakt van een baan van flexibel materiaal, bijvoorbeeld van kunststof en/of textielmateriaal, die op zijn beurt op een draaibare wikkelas bevestigd is, waarbij de wikkelas bestanddeel van een in de opwikkelrichting voorgespannen, in het bijzonder met een veer voorgespannen opwikkelinrichting is. Daardoor kunnen de rolluikelementen eenvoudig tegen de kracht van de opwikkelinrichting in in de gewenste uittrekpositie uitgetrokken worden. Evenzo is bij het loslaten van de rolluikelementen gegarandeerd dat deze zichzelf opwikkelen, waarbij hierbij een op zich bekend remsysteem ingebouwd kan zijn.

Verder concludeert de uitvinding een frame-element met de maatregelen van conclusie 16.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van een tekening verder uitgelegd. Getoond wordt:

Fig. 1 schematisch een zijaanzicht in perspectief van een transportwagen volgens de uitvinding,

Fig. 2 schematisch een achteraanzicht van de transportwagen volgens de uitvinding volgens Fig.

1,

Fig. 3 schematisch de transportwagen volgens Fig. 1 met rolluikelementen die in een beschermende behuizing zijn opgenomen,

Fig. 4a schematisch een uitvergroot detailaanzicht van een beschermende behuizing aan de korte zijde,

Fig. 4b schematisch een doorsnede door een beschermende behuizing volgens Fig. 4a,

Fig. 5 schematisch een uitvergrootte weergave van een model van de insteekverbinding tussen de bovenkant van een rechthoekig framegedeelte en de stangen van de transportwagen,

Fig 6a tot 6c verschillende gezichtspunten van het rechthoekige framegedeelte.

In Fig. 1 wordt een verrijdbare transportwagen 1 schematisch en in perspectief vanuit een zijaanzicht getoond. Deze verrijdbare transportwagen 1 vormt hier een zogenaamde CC-container voor het transport van planten en bloemen enzovoort, ofwel van planten- en bloemenschalen of dergelijke, waarbij de transportwagen een rechthoekig wagenbasiselement 2 omvat waaraan hierbij bijvoorbeeld vier transportrollen 3 zijn gerangschikt. Het wagenbasiselement 2 kan bijvoorbeeld, zoals hier weergegeven, enkel door een framebouwgedeelte gevormd zijn waarop dan bijvoorbeeld een stellingplank of plank als laadbodem is of wordt gelegd en bevestigd, wat hier echter voor de overzichtelijkheid niet is weergegeven.

De transportwagen 1 omvat verder vier vanaf de hoekbereiken van het wagenbasiselement 2 loodrecht uitstekende stangen 4, die elk eenzelfde lengte of hoogte vertonen. Deze vier op de hoeken geplaatste stangen 4 zijn verwijderbaar en door middel van een hier niet in detail getoonde insteekverbinding vormgesloten met het wagenbasiselement verbonden.

De vier op de hoeken geplaatste stangen 4 definiëren, zoals in het bijzonder te zien is in Fig. 1 samengenomen met Fig. 2 die het achteraanzicht van Fig. 1 toont, een via twee tegenover elkaar gelegen korte zijden 5, 6 en twee tegenover elkaar gelegen lange zijden 7, 8 toegankelijke opslagruimte.

Aan de stangen 4 kan optioneel, wat hier echter zeer schematisch met een stippellijn is weegegeven, ten minste één laadbodem 10 op een op zich bekende wijze verwijderbaar ingehangen worden, waarbij deze laadbodem 10 in gemonteerde toestand in hoofdzaak horizontaal respectievelijk parallel aan het wagenbasiselement in opslagruimte 9 bevestigd is. Afhankelijk van de te transporteren laadgoederen kan een veelvoud van deze laadbodems in opslagruimte 9 gerangschikt zijn.

Zoals in het bijzonder uit de samenvatting van Fig. 1, 2 en 5 blijkt, omvat de transportwagen 1 verder een rechthoekig framegedeelte 11 dat hier bijvoorbeeld wordt gevormd door vier buitensteunen 12 die een stabiel rechthoekig framegedeelte vormen. Aan dit rechthoekig framegedeelte 11 zijn hier vier rolluikelementen 13, 14, 15 en 16 bevestigd op een manier die nog beschreven zal worden.

De rangschikking van de rolluikelementen 13 tot en met 16 gebeurt hierbij zodanig dat in de richting van de hoogteas z aan het uiteinde van de transportwagen 1 aan elke korte zijde 5, 6 en aan elke lange zijde 7, 8 steeds een rolluikelement gerangschikt is dat in een laadpositie (rolluikelement 15, 16 in Fig. 1 en Fig. 2) de overeenkomstige geselecteerde toegangsopening naar de opslagruimte 9 aan de korte of lange zijde vrijmaakt, en dat in de richting van de hoogteas z zo naar beneden verplaatsbaar is (rolluikelementen 13, 14 in Fig. 1 en Fig.

2) dat het de steeds de geselecteerde toegangsopening aan de korte zijde of de lange zijde naar de opslagruimte overeenkomstig de uitgetrokken lengte van het betreffende rolluikelement 13 tot 16 ten minste deels bedekt of afdekt. In de weergaven van Fig. 1 en 2 is enkel vanwege de overzichtelijkheid een deels afgedekte toestand met betrekking tot de rolluikelementen 13 en 14 weergegeven. Het moet duidelijk zijn dat natuurlijk elk van de rolluikelementen 13 tot 16 volledig naar beneden tot aan het wagenbasiselement 2 getrokken kan worden en daar, bijvoorbeeld door middel van een grendelverbinding losmaakbaar vastgemaakt kan worden. Hiervoor kunnen de rolluikelementen 13 tot 16, zoals bijvoorbeeld in Fig. 2 enkel heel schematisch weergegeven, van ten minste één grendelprofiel 17 als grendelelement voorzien zijn dat overeenkomstig om of achter het wagenbasiselement 2 aangrijpt, om een los te maken grendelverbinding te vormen.

Voor het uittrekken van de rolluikelementen 13 tot 16 is aan elk van deze vrije, grijpbare uiteinden een stabiliserende gripplaat 18 bevestigd die hier in het bijzonder twee in de lengterichting van de gripplaat 18 van elkaar gescheiden gripuitsparingen 19 omvatten, waarmee samen met een tweehandige bediening door de medewerker de rolluikelementen op de gewenste wijze gelijkmatig zonder vastlopen of kantelen naar beneden getrokken kunnen worden.

Zoals in Fig. 1 en 2 verder te zien is, is het hier enkel zeer schematisch weergegeven grendelprofiel 17 onderdeel van de gripplaat 18.

Zoals in Fig. 1 en 2 bovendien te zien is, strekken de betreffende rolluikelementen zich uit over de gehele aanwezige lange zijden of korte zijden van de transportwagen, zodat het mogelijk is de in de opslagruimte 9 geplaatste goederen volledig af te dekken. Het rechthoekige framegedeelte 11 dat de rolluikelementen 13 tot 16 draagt op een nog te beschreven manier, omvat aan de onderkant die de stangen draagt, in de hoekbereiken van het rechthoekige framegedeelte een insteekelement 20, waarmee het rechthoekige framegedeelte vormgesloten in een insteekuitsparing 21 van de stangen ingestoken kunnen worden (zie in het bijzonder Fig. 5) om het rechthoekige framegedeelte 11 via een positieve insteekverbinding aan de stangen te bevestigen. Zoals verder uit Fig. 5 blijkt, kan de insteekuitsparing 21 bijvoorbeeld door een U-vormige dwarsdoorsnede in de stang gevormd zijn. In Fig. 5 zijn verder ook heel goed de op een bepaalde afstand zittende, over elkaar gelegen inhanggleuven 22 te zien waarin de laadbodems 10 door middel van bijbehorende, hier niet weergegeven steunhaken verwijderbaar ingehangen kunnen worden.

Zoals uit Fig. 5 verder geconcludeerd kan worden, zijn aan de insteekelementen 20 hier door L-hoeken (2, 3)gevormde stopplaatsen aangebracht die de insteeklengte van de insteekelementen 20 begrenzen en die in een voordelige dubbele functie tegelijkertijd ook dienen voor de berging van een hier enkel heel schematisch weergegeven wikkelas 24 van een hier niet in detail getoonde wikkelas van het rolluikelement. Aan de tegenover liggende lange zijden 7, 8 van de transportwagen strekken zich de beide rolluikelementen 13, 15 voor de lange zijden uit tot in het bereik onder het rechthoekige framegedeelte 11 tussen twee van dergelijke L-hoeken 23. De rolluikelementen 14, 16 voor de korte zijden zitten daarentegen in het bereik boven het rechthoekige framegedeelte 11 en wel eveneens tegen de L-hoeken 25, die echter zodanig aan het rechthoekige framegedeelte 11 naar binnen geplaatst aangebracht zijn dat ze de buitensteunen 12 van het rechthoekige framegedeelte 11 vrij laten om het opstapelen van meerdere van dergelijke rechthoekige framegedeeltes boven op elkaar mogelijk te maken. Bij dergelijke op elkaar gestapelde rechthoekige framegedeeltes 11 liggen dan bijvoorbeeld de insteekelementen 20 op het vlak van de L-hoeken 25. Deze eenvoudige stapelmogelijkheid is in het bijzonder voor de retourlogistiek een aanzienlijk voordeel.

De rolluikelementen 13 tot en met 16 zelf zijn bij voorkeur gemaakt van een flexibele materiaalbaan van kunststof of textielmateriaal dat bovendien bij voorkeur te desinfecteren is om plantenziekten of dergelijke te voorkomen. Op een hier niet weergegeven manier is het hier niet getoonde uiteinde van de rolluikelementen 13 tot en met 16 vastgezet aan een draaibare wikkelas die onderdeel is van een in de opwikkelrichting voorgespannen, in het bijzonder met een veer voorgespannen opwikkelinrichting. Verder kan ten minste één van de rolluikelementen van ten minste één, bij voorkeur transparante opbergzak voorzien zijn, waarin kaarten, papieren of dergelijke ingestoken kunnen worden die aanwijzingen met details over het transport en/of de goederen kunnen bevatten, bijvoorbeeld over de te transporteren goederen, tijdstippen van begieten, afleveradres enzovoort, om slechts enkele voorbeelden te noemen. Dit is in Fig. 1 echter uiterst schematisch en als voorbeeld met stippellijnen getekend en met het verwijzingscijfer 30 aangeduid.

Verder kan voorzien zijn in ten minste één element om los te haken of aan te spannen, waarmee de rolluikelementen afzonderlijk of tegelijk losgehaakt en/of aangespannen kunnen worden om bijvoorbeeld op betrouwbare wijze uitpuilen te voorkomen. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld aan de rolluikelementen verstevigingsrails of -platen bevestigd zijn, zoals enkel uiterst schematisch en als voorbeeld in Fig. 2 met stippellijnen getekend is en met het verwijzingscijfer 32 is aangeduid (het zal duidelijk zijn dat er natuurlijk meer dan de hier enkel als voorbeeld getoonde twee verstevigingsrails aangebracht kunnen zijn); als alternatief kunnen echter ook riemen of banden geplaatst zijn die het loshaken van de rolluikelementen mogelijk maken, wat hier echter niet weergegeven is. Ook de verbinding met meerdere rolluikelementen door middel van dergelijke middelen is in principe mogelijk.

De rolluikelementen kunnen verder ook doorgaande openingen 31, bijvoorbeeld in de vorm van gaten en/of sleuven, omvatten die zich ten minste over een deelbereik van de vlakken van de rolluikelementen uitstrekken en die bijvoorbeeld luchtcirculatie kunnen waarborgen, hetgeen in Fig. 1 enkel schematisch en als voorbeeld met betrekking tot het rolluikelement 13 is weergegeven. De doorgangsopeningen zijn hier enkel als voorbeeld getoond en kunnen zich natuurlijk in willekeurige patronen verdeeld over de vlakken van de rolluikelementen uitstrekken.

Fig. 6a tot 6c tonen een onderzicht van boven (Fig. 6a), een zijaanzicht op de korte zijde (Fig. 6b) en een zijaanzicht op de lange zijde (Fig. 6c) van het rechthoekige framegedeelte 11, dat als eigen en separaat te hanteren montage-eenheid is weergegeven.

Voor de bescherming tegen in het bijzonder weersinvloeden is er bij voorkeur aan gedacht om de rolluikelementen 13 tot en met 16 verder door een beschermende behuizing 26 omhuld zijn, hetgeen schematisch en als voorbeeld in Fig. 3 is weergegeven. Fig. 4a toont schematisch een uitvergroot detailaanzicht van een dergelijke beschermende behuizing 26 die een sleufopening 27 omvat die zich in de lengterichting van de lange zijde van de beschermende behuizing 26 uitstrekt, waar de rolluikelementen 13 tot en met 16 ofwel de materiaalbanen die de rolluikelementen 13 tot en met 16 vormen doorheen geleid kunnen worden. Zoals in het bijzonder te zien is in Fig. 4b die een dwarsdoorsnede door een dergelijke beschermende behuizing 26 schematisch toont, kan in de sleufopening 27 een reinigingselement 28 geplaatst worden dat bijvoorbeeld van elastomeer materiaal en/of van metaal gemaakt is en dat aan de bovenkant of de onderkant van de rolluikelementen liggende wisserbladen 29 omvat waarmee vocht en vuil van de materiaalbaan in het bijzonder bij het opwikkelen van de rolluikelementen afgestreken kunnen worden. Als alternatief of bovendien kan ook een borstelelement in het bereik van de sleufopening aangebracht zi jn.

Zoals de hiervoor gemaakte uitvoeringsvormen van de voorbeelden van uitvoeringsvormen met voorkeur van de onderhavige uitvinding tonen, wordt met de oplossing volgens de uitvinding een inrichting van rolluikelementen aan een in het bijzonder als CC-container weergegeven, verrijdbare transportwagen ter beschikking gesteld die afzonderlijk en eenvoudig te bedienen is en die op eenvoudige wijze zo vormgegeven kan worden dat de gestandaardiseerde buitenmaten van de transportwagen 1 niet overschreden worden. In totaal wordt met de onderhavige uitvinding een transportwagen verschaft die weinig wachttijd en minder reparatie vereist, waarmee de te transporteren goederen eenvoudig en functioneel betrouwbaar afgedekt of bedekt kunnen worden. Daardoor kan op voordelige wijze afgezien worden van het gebruik van ecologisch weinig zinvolle wikkelinrichtingen met krimpfolie of onhandelbare wikkelontwerpen.

Bovendien kan met de oplossing volgens de uitvinding het proces of procesverloop wat betreft productie, goederenontvangst, opslag, order picking en goederenuitgifte de totale waardeketen wezenlijk vereenvoudigd worden.

Zo hoeft met de oplossing volgens de uitvinding bijvoorbeeld bij de goederenontvangst of bij de kwaliteitscontrole enkel het rolluikelement aan één zijde geopend te worden om de geleverde goederen te kunnen bekijken of om de goederen op transportschade te controleren. Dit kan eenvoudig door een simpele rolluiktechniek te volgen waarbij het betreffende te openen rolluikelement heel eenvoudig uit zijn steunpunten aan de transportwagen wordt losgemaakt en van zelf naar boven wordt opgewikkeld. Aan het einde van de inspectieronde kan dan het rolluikelement weer eenvoudig vastgepakt en tegen de kracht van de opwikkelinrichting in naar beneden getrokken worden om de steunhoek 17 op de eerdere beschreven manier aan het wagenbasiselement te bevestigen. Ook wordt bij het transportwagensysteem volgens de uitvinding duidelijk het gevaar verkleind dat goederen die gezekerd moeten worden niet op geschikte wijze gezekerd zijn, omdat de rolluikelementen op de hierboven beschreven manier eenvoudig te bedienen zijn. Ook het begieten of nacontrole op de order picking van de te transporteren bloemen- of plantengoederen worden op eenvoudige wijze vergemakkelijkt, omdat, anders dan met wikkelfolie of bij de wikkelontwerpen, de toegang tot de lading op eenvoudige wijze tot stand gebracht kan worden.

Claims (16)

1. Verrijdbare transportwagen, in het bijzonder CC-container, in het bijzonder voor het transport van planten en bloemen, met een rechthoekig wagenbasiselement waaraan transportrollen aangebracht zijn en met vier vanaf de hoekbereiken van het wagenbasiselement in hoofdzaak loodrecht naar boven uitstekende stangen die een opslagruimte definiëren die toegankelijk is via twee tegenover elkaar liggende korte zijden en twee tegenover elkaar liggende lange zijden, daardoor gekenmerkt dat aan een in de richting van de hoogteas van de transportwagen (1) gezien bovenste of onderste deel van elke lange en korte zijde (5, 6, 7, 8) ten minste één rolluikelement (13, 14, 15, 16) is aangebracht, dat in een laadpositie de telkens bijbehorende aan de korte of lange zijde bevindende toegangsopening naar de laadruimte (9) vrij maakt en die in de richting van de hoogteas zodanig verplaatsbaar is dat het de telkens bijbehorende aan de korte of lange zijde bevindende toegangsopening naar de laadruimte (9) afhankelijk van de uittreklengte van het rolluikelement (13, 14, 15, 16) ten minste deels bedekt en/of afdekt.

2. Transportwagen volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de rolluikelementen (13 - 16) zodanig een de korte en lange zijden (5 - 8) van de transportwagen (1) bevestigd zijn dat deze ten opzichte van de buitenafmetingen van de transportwagen (1) in hoofdzaak niet buiten elk van de door de stangen (4) gevormde vlakken van de korte en lange zijden liggen.

3. Transportwagen volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de rolluikelementen (13 - 16) aan een rechthoekig framegedeelte (11) aangebracht en/of bevestigd zijn dat in de richting van de hoogteas gezien van boven af met de vrije uiteinden van de stangen (4), die bij voorkeur alle een gelijke lengte omvatten, verbindbaar, in het bijzonder losmaakbaar verbindbaar, is.

4. Transportwagen volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het rechthoekige framegedeelte (11) door middel van een insteekverbinding met de vrije uiteinden van de stangen verbonden is, in het bijzonder zodanig dat zich aan de frame zijde bevindende insteekelementen (20) vormgesloten in aan de stangenzijde bevindende insteekuitsparingen (21) aangrijpen.

5. Transportwagen volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de insteeklengte door aan de insteekelementen (20) gevormde aanslagen (23) begrensd is.

6. Transportwagen volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de aanslagen (23) zodanig zijn vormgegeven en/of zodanig uit de aangebrachte insteekelementen (20) uitsteken dat deze tegelijkertijd een steunplaats voor de rolluikelementen (13 - 16), in het bijzonder voor een wikkelas van de rolluikelementen, vormen.

7. Transportwagen volgens één van de conclusies 4- 6, daardoor gekenmerkt dat de zich aan de lange zijden (of als alternatief aan de korte zijden) bevindende rolluikelementen (13, 15) zich telkens uitstrekken tussen twee aan de insteekelementzijde bevindende en daardoor ten opzichte van het rechthoekige framegedeelte (11) ondergelegen bevindende onderste draagpunten, die bij voorkeur door de aan de zijde van het insteekelement bevindende aanslagen gevormd zijn, en dat de rolluikelementen (14, 16) aan de korte zijde (of dienovereenkomstig als alternatief aan de lange zijde) zich telkens uitstrekken tussen twee in de richting van de hoogteas boven het rechthoekige framegedeelte (11) geplaatste steunpunten, respectievelijk steunplaten (25), die zodanig aan het rechthoekige framegedeelte (11) met een binnenwaarts verzet aangebracht zijn, dat ze de buitensteunen (12) van het rechthoekige framegedeelte (11) voor de stapelbaarheid van in hoofdzaak hetzelfde gevormde rechthoekige framegedeeltes (11) vrij laten en/of hierachter in op elkaar gestapelde toestand aangrijpen.

8. Transportwagen volgens één van de conclusies 4-7, daardoor gekenmerkt dat het rechthoekige framegedeelte (11) gevormd is als stabiel rechthoekig frame dat gevormd is van bij voorkeur ten minste vier buitensteunen (12), waarvan de insteekelementen op de hoeken aangebracht zijn en/of dat met betrekking tot zijn buitenafmetingen in hoofdzaak identiek aan het wagenbasiselement (2) gevormd is.

9. Transportwagen volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de rolluikelementen ofwel indirect via een hulpframe, waaraan de rolluikelementen bevestigd zijn, ofwel direct aan het wagenbasiselement en/of aan bij een het wagenbasiselement behorend eindbereik van de stangen zodanig bevestigd zijn, dat de rolluikelementen in de richting van de hoogteas gezien van onder naar boven uittrekbaar zijn om de telkens bijbehorende aan de korte zijde of de lange zijde bevindende toegangsopening naar de opslagruimte ten minste gedeeltelijk af te dekken.

10. Transportwagen volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de rolluikelementen (13 - 16) een beschermende behuizing (26) toegevoegd is die ten minste één reinigingsinrichting (28), in het bijzonder een wisserblad en/of een borstelinrichting omvat, door middel waarvan de boven- en/of onderkant van de rolluikelementen (13 - 16) die een vlakke rolbaan vormen, bij het uittrekken en/of opwikkelen van de rolluikelementen (13 - 16) reinigbaar zijn.

11. Transportwagen volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan elk van de vrije uiteinden van de rolluikelementen (13 - 16) een griplijst of gripplaat (18) bevestigd is die deze stabiliseert.

12. Transportwagen volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de grijplijst of gripplaat (18) ten minste één steunelement (17), in het bijzonder ten minste één steunhaak omvat, door middel waarvan elk rolluikelement (13 - 16) losmaakbaar tot een gewenste afdekhoogte aan een tegenelement op de transportwagen vastmaakbaar is.

13. Transportwagen volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat de griplijst of gripplaat (18) twee in de lengterichting op afstand van elkaar staande gripuitsparingen (19) of handgrepen omvat.

14. Transportwagen volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de rolluikelementen (13 - 16) elk van een flexibele materiaalbaan, in het bijzonder van een kunststof en/of textielmateriaal gemaakt zijn, die aan een draaibare wikkelas vastgezet zijn, waarbij de wikkelas onderdeel is van een in de opwikkelrichting voorgespannen, in het bijzonder met een veer voorgespannen opwikkelinrichting is, en/of dat de rolluikelementen (13 -16) doorgaande openingen (31), in het bijzonder in de vorm van gaten en/of sleuven omvatten die zich ten minste over een gedeelte van de vlakken van de rolluikelementen uitstrekken.

15. Transportwagen volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ten minste een van de stangen losmaakbare laadbodem (10) is voorzien, die in gemonteerde toestand bij voorkeur in hoofdzaak horizontaal en/of in hoofdzaak parallel aan het wagenbasiselement in de opslagruimte geplaatst is.

16. Frame-element, in het bijzonder een rechthoekig framegedeelte met daaraan aangebrachte rolluikelementen voor gebruik met een transportwagen volgens één van de conclusies 1-15.