NL2010021C2 - Werkwijze en stal voor het houden van vee. - Google Patents

Werkwijze en stal voor het houden van vee. Download PDF

Info

Publication number
NL2010021C2
NL2010021C2 NL2010021A NL2010021A NL2010021C2 NL 2010021 C2 NL2010021 C2 NL 2010021C2 NL 2010021 A NL2010021 A NL 2010021A NL 2010021 A NL2010021 A NL 2010021A NL 2010021 C2 NL2010021 C2 NL 2010021C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
living
animals
crates
crate
treatment room
Prior art date
Application number
NL2010021A
Other languages
English (en)
Inventor
Martinus Pancratius Maria Schippers
Original Assignee
Schippers Europ B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schippers Europ B V filed Critical Schippers Europ B V
Priority to NL2010021A priority Critical patent/NL2010021C2/nl
Priority to EP13818516.0A priority patent/EP2934103A1/en
Priority to US14/651,285 priority patent/US20150320010A1/en
Priority to RU2015129555A priority patent/RU2015129555A/ru
Priority to CN201380067134.9A priority patent/CN104936440A/zh
Priority to PCT/NL2013/050944 priority patent/WO2014107110A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2010021C2 publication Critical patent/NL2010021C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0236Transport boxes, bags, cages, baskets, harnesses for animals; Fittings therefor
    • A01K1/0245Boxes or cages
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0218Farrowing or weaning crates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • A01K29/005Monitoring or measuring activity, e.g. detecting heat or mating

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

NLP192488
Werkwijze en stal voor het houden van vee
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een stal voor het houden van vee, in het bijzonder voor 5 de intensieve veehouderij.
In bekende stallen voor de intensieve veehouderij bevinden de dieren zich in hokken die vast zijn opgesteld in de stal. In de stal zijn zeer lange looppaden gevormd voor het aanvoeren van voedsel en het verzorgen van de 10 dieren in de hokken. De visuele inspectie vindt ad hoe plaats, bijvoorbeeld door veterinaire deskundigen. Deze lopen dan over de lange looppaden en werpen een korte blik in elk hok om te zien of de dieren gezond zijn en zich goed ontwikkelen. Doorgaans zijn alle dieren in de stal gezond 15 en is de situatie in de hokken dus prima op enkele uitzonderingen na. De deskundige moet daarbij vele kilometers lopen om alle hokken te kunnen schouwen. Hierdoor is de kans aanwezig dat de veterinair deskundige in het korte ogenblik bij het langslopen van de hokken een 20 ongezond dier niet ziet tussen de gezonde dieren.
Een doel van de uitvinding is een werkwijze en een stal te verschaffen waarin de verzorging van de dieren efficiënt plaatsvindt.
2
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding verschaft, volgens een aspect, een 5 werkwijze voor het houden van vee in een stal, waarbij de stal is opgedeeld in één of meer verblijf sruimten voor meerdaags verblijf van de dieren en één of meer behandelruimten voor een korter, tijdelijk verblijf van de dieren voor veterinaire inspectie of verzorging van de 10 dieren door een menselijke veterinaire deskundige of verzorger, waarbij de dieren zich bevinden in leefkratten die zijn opgesteld op vastgelegde opstelposities in de verblijfsruimten, waarbij de stal is voorzien van een transporteur voor verplaatsing van de leefkratten tussen de 15 opstelposities en de behandelruimten, waarbij een computersysteem met een database is voorzien waarin gegevens zijn opgenomen van de opstelposities van de leefkratten en van de dieren in de leefkratten, waarbij de werkwijze omvat het in het computersysteem bewaken van de 20 gegevens van de dieren en op basis daarvan met het computersysteem plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte voor inspectie of verzorging, waarbij op basis van de planning de leefkratten met de dieren erin met de 25 transportinrichting worden opgehaald van de opstelpositie in de verblijfsruimte en in de leefkratten worden opgesteld in de betreffende behandelruimte voor inspectie of verzorging van de dieren.
Volgens deze werkwijze verblijven de dieren in de 30 leefkratten die zijn opgesteld in de verblijfsruimten, en is de veterinair deskundige of verzorger aanwezig in een van de behandelruimten. De dieren komen in het leefkrat naar de veterinair deskundige of verzorger slechts wanneer dat noodzakelijk is, waarbij het computersysteem de 35 planning verzorgt. Het plannen van een tijdelijk verblijf in de behandelruimten wordt door het computersysteem uitgevoerd op leefkrat niveau op basis van de gegevens van 3 de dieren, waardoor een hoge mate van accuratesse wordt bewerkstelligd en wordt gegarandeerd dat de veterinair deskundige of verzorger alle dieren ziet. Dit kan volgens vaste tijdschema's of ad-hoc worden gepland. Op basis van 5 geautomatiseerde interpretatie van de gegevens van de dieren kan een goede voorselectie worden gemaakt in de noodzaak tot veterinaire inspectie of verzorging die betrouwbaarder is dan op basis van een korte blik op de dieren bij het voorbijlopen zou worden verkregen. Het 10 computersysteem vormt daarmee een geautomatiseerd managementsysteem voor de dieren in de stal. Bijkomend voordeel is dat de dieren in het vertrouwde leefkrat worden verplaatst. Dit gaat gepaard met zo min mogelijk stress bij de dieren en het is hygiënisch.
15 In een uitvoeringsvorm is de stal voorzien van een sensorsysteem voor het registreren van conditiegegevens omtrent de conditie van de leefkratten of de dieren daarin in de database, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in 20 een behandelruimte op basis van de conditiegegevens. Door middel van het sensorsysteem kan de voorselectie met een hoge mate van betrouwbaarheid worden gemaakt.
In een uitvoeringsvorm daarvan omvat het sensorsysteem een beeldherkenningssysteem voor optische 25 registratie van conditiegegevens van de individuele dieren in de leefkratten, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte op basis van de conditiegegevens. Het beeldherkenningssysteem kan de individuele dieren langdurig 30 observeren, waardoor een goede voorselectie kan worden gemaakt op basis van gegevens die zijn verzameld over een langer tijdsbestek, bijvoorbeeld over meerdere dagen.
In een uitvoeringsvorm daarvan is het beeldherkenningssysteem ingericht voor de optische 35 registratie van de bewegingsactiviteit van de individuele dieren in de leefkratten, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de 4 leefkratten in een behandelruimte op basis van afwijkende bewegingsactiviteit van de dieren in de leefkratten. Op deze wijze kan worden waargenomen dat een individueel dier bijvoorbeeld minder beweegt dan gemiddeld, hetgeen kan 5 duiden op een ziekte of een tekort aan voedsel.
In een uitvoeringsvorm is het beeldherkenningssysteem ingericht voor de optische registratie van de lichaamstemperatuur van de individuele dieren in de leefkratten, waarbij de werkwijze omvat het 10 plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte op basis van afwijkende bewegingsactiviteit van de dieren in de leefkratten. Een afwijkende lichaamstemperatuur kan duiden op koorts, waardoor het dier nader moet worden onderzocht.
15 In een uitvoeringsvorm omvat het sensorsysteem een weegsensor voor het wegen van het gezamenlijk gewicht van de dieren in het leefkrat, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte op basis van afwijkende 20 gewicht van de dieren in de leefkratten. Een afwijkend gewicht kan duiden op een achterstand in groei van de dieren als gevolg van ziekte, waardoor het dier nader moet worden onderzocht.
In een uitvoeringsvorm zijn de dieren in de 25 leefkratten voorzien van een oormerk met een unieke identificatie, waarbij de gegevens van de dieren zijn gekoppeld aan de unieke identificatie van de oormerken.
De uitvinding verschaft voorts, volgens een tweede aspect, een stal voor het houden van vee, waarbij de 30 stal is opgedeeld in één of meer verblijf sruimten voor meerdaags verblijf van de dieren een één of meer behandelruimten voor een korter, tijdelijk verblijf van de dieren voor veterinaire inspectie of verzorging van de dieren door een menselijke veterinaire deskundige of 35 verzorger, waarbij de dieren zich bevinden in leefkratten die zijn opgesteld op vastgelegde opstelposities in de verblijfsruimten, waarbij de stal is voorzien van een op 5 afstand bestuurde transporteur voor verplaatsing van de leefkratten tussen de opstelposities en de behandelruimten. De op afstand bestuurde transporteur brengt de dieren in het leefkrat van de verblijfsruimte naar de behandelruimte 5 slechts wanneer dat nodig is zoals hiervoor reeds beschreven.
In een uitvoeringsvorm is de stal voorzien van een sensorsysteem voor het registreren van de conditie van de leefkratten of de dieren daarin.
10 In een uitvoeringsvorm omvat het sensorsysteem een beeldherkenningssysteem voor het optisch registreren van de conditie van de individuele dieren in de leefkratten.
In een uitvoeringsvorm is het 15 beeldherkenningssysteem ingericht voor de optische registratie van de bewegingsactiviteit van de individuele dieren in de leefkratten.
In een uitvoeringsvorm is het beeldherkenningssysteem ingericht voor de optische 20 registratie van de lichaamstemperatuur van de individuele dieren in de leefkratten.
In een uitvoeringsvorm omvat het sensorsysteem een weegsensor in de leefkratten voor het wegen van het gewicht van de dieren in het leefkrat.
25 In een uitvoeringsvorm is ten minste één behandelruimte ingericht voor de partus, waarbij de luchttemperatuur in deze behandelruimte hoger is dan in de verblijfsruimten.
In een uitvoeringsvorm omvat de stal meerdere 30 verblijfsruimten, waarbij de luchttemperatuur van de verblijfsruimten verschillend is. De verblijfruimten kunnen dan worden gebruikt voor dieren in verschillende levensfasen, zoals de eerste weken na de partus, de fase waarin de dieren niet meer van de moeder afhankelijk zijn 35 en de fase waarin de jongvolwassen dieren groeien tot het slachtgewicht.
De in deze beschrijving en conclusies van de 6 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop 5 gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
10 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 15 Figuren IA en 1B een isometrisch aanzicht en een bovenaanzicht van een varkensstal volgens de uitvinding waarvan het dak en delen van de buitenmuren zijn weggelaten om de verschillende verblijfsruimten en behandelruimten daarvan weer te geven; 20 Figuur 2 een isometrisch aanzicht van een leefkrat voor de varkens zoals toegepast in de varkensstal volgens figuur IA;
Figuur 3 een detail van de inrichting van de stal zoals aangegeven met cirkel III in figuur 1B, met daarin 25 enkele leefkratten met biggen;
Figuur 4 een veterinaire inspectiestraat in een eerste behandelruimte in de stal volgens figuren IA en 1B; en
Figuur 5 een oormerkstraat in een tweede 30 behandelruimte in de stal volgens figuren IA en 1B.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
35 Figuren IA en 1B tonen schematisch een varkensstal 1 voor het houden van varkens volgens de uitvinding. De varkensstal 1 is voorzien van een buitenmuur 7 2, meerdere inwendige scheidingsmuren 3 en een dak dat is afgenomen om de inwendige structuur van de varkensstal 1 weer te geven.
De varkensstal 1 bezit in dit voorbeeld 5 evenwijdig aan elkaar een eerste verblijfsruimte 10, een tweede verblijfsruimte 20 en een derde verblijfsruimte 30 die van elkaar gescheiden zijn voor verblijf van varkens in verschillende levensfasen. Per verblijfsruimte 10, 20, 30 zij de klimaat- en leefcondities voor de betreffende 10 categorie varkens geoptimaliseerd.
In dit voorbeeld is de eerste verblijfsruimte 10 bestemd voor verblijf van zwangere zeugen en van zeugen met haar gespeende biggen. De biggen hebben in de eerste verblijfsruimte 10 een gewicht tussen het geboortegewicht, 15 dat is ongeveer 1 kilogram, en het gewicht waarop de afgespeend worden, dat is ongeveer 8 kilogram. In de eerste verblijfsruimte 10 heerst een voor deze dieren optimale luchttemperatuur van gemiddeld ongeveer 25 graden Celsius.
In dit voorbeeld is de tweede verblijfsruimte 20 20 bestemd voor verblijf van jonge, afgespeende biggen in de eerste groeimaanden na het zeugen. De biggen hebben in de tweede verblijfsruimte 20 een gewicht tussen het hiervoor genoemde gewicht van 8 kilogram en een gewicht waarop ze vleesvarkens worden, dat is ongeveer 25 kilogram. In de 25 tweede verblijfsruimte 20 heerst een voor deze dieren optimale luchttemperatuur van gemiddeld ongeveer 22 graden Celsius.
In dit voorbeeld is de derde verblijfsruimte 30 bestemd voor vleesvarkens die groeien tot hun 30 slachtgewicht. De varkens hebben in de derde verblijfsruimte 30 een gewicht tussen het hiervoor genoemde gewicht van 25 kilogram en het slachtgewicht van ongeveer 110 kilogram. In de derde verblijfsruimte 30 heerst een voor deze dieren optimale luchttemperatuur van gemiddeld 35 ongeveer 22 graden Celcius.
De eerste verblijfsruimte 10, de tweede verblijfsruimte 20 en de derde verblijfsruimte 30 zijn in 8 dit voorbeeld op dezelfde wijze voorzien van twee evenwijdige stellingen 15 met daartussen een pad 12. De stellingen 15 omvatten elk een rij vastgelegde opstelposities 16 voor leefkratten 100. De opstelposities 5 16 zijn vanaf het pad 12 toegankelijk. Op elke opstelposit ie 16 past één leefkrat 100. In dit voorbeeld bezitten de stellingen 15 één niveau, maar evenzo kunnen de stellingen zijn voorzien van meerdere etages zodat de opstelposities 16 zich ook boven elkaar kunnen bevinden.
10 Figuur 2 toont een leefkrat 100 in detail. Het leefkrat 100 omvat een dichte als één geheel gevormde kunststof bak met een bodemwand 101, twee zijwanden 102, een achterwand 103 en een voorwand 104 die om hygiënische redenen volgens afgeronde hoeken in elkaar overgaan. Onder 15 de bodemwand 101 strekken zich twee kokers 105 met evenwijdige insteekkanalen 106 uit voor het insteken van de heflepels van een hefinrichting. Zoals zeer schematisch is weergegeven zijn in de voorwand 104 een drinkwaterbak 107 en een voerbak 108 gevormd die van binnenuit toegankelijk 20 zijn voor de varkens en die ook van buitenaf kunnen worden bijgevuld. In het leefkrat 100 is een geperforeerde vloer 110 opgenomen die zich op afstand van en evenwijdig aan de bodemwand 101 uitstrekt zodat een opslagruimte 115 voor urine en mest is gevormd. Het als één geheel gevormde 25 leefkrat 100 is door de afgeronde hoeken en de uitneembare vloer 110 goed reinigbaar. Het leefkrat 100 is voorzien van een weegsensor 111 die het gewicht op de vloer 110 waarneemt. Het leefkrat 100 is voorzien van een mestniveaumeter 114 die de hoogte van de mestlaag in de 30 opslagruimte 115 waarneemt. Het leefkrat 100 is voorzien van een drinkwaterniveaumeter 112 die het drinkwaterniveau in de drinkwaterbak 107 waarneemt. Het leefkrat 100 is voorzien van een voerniveaumeter 113 die de hoeveelheid voer in de voerbak 108 waarneemt.
35 In de eerste verblijfsruimte 10 bevinden zich in één leefkrat 100 één zwangere zeug of één zeug met alleen haar eigen koppel biggen van haar laatste worp. In de 9 tweede verblijfsruimte 20 bevinden zich in één leefkrat 100 het koppel afgespeende biggen zonder de zeug. Wanneer dit koppel biggen te groot wordt, zal deze worden gesplitst in twee halve koppels verdeeld over twee leefkratten 100, 5 zodat zoveel mogelijk biggen uit dezelfde worp bij elkaar kunnen blijven. Dit bevordert het sociale welzijn van de dieren. In de derde verblijfsruimte 30 blijft deze koppelverdeling gehandhaafd, of worden de dieren aan het eind van het verblijf over steeds meer leefkratten 100 10 verdeeld om de dieren voldoende leefruimte te bieden.
Zoals weergegeven in figuur 3 zijn de verblijfsruimten 10, 20, 30 voorzien van een camerasysteem 130 voor visuele inspectie van de leefkratten 100 en de varkens daarin. In dit voorbeeld omvat het camerasysteem 15 130 een camera 131 die is opgehangen aan een rail 132 waarmee de camera 131 boven een pad 12 verplaatsbaar is langs de evenwijdige stellingen 15 met leefkratten 100. Het camerasysteem 130 is gekoppeld met een automatisch beeldherkenningssysteem dat tevens automatisch de beweging 20 van de camera 131 langs de rail 132 aanstuurt. Het beeldherkenningssysteem is ingericht om visueel afwijkingen in het gedrag van de individuele varkens in de leefkratten 100 waar te nemen, zoals beperkte of geen bewegingsactiviteit of een afwijkende lichaamstemperatuur.
25 De varkensstal 1 bezit in dit voorbeeld aan één kopzijde een eerste behandelruimte 40, een tweede behandelruimte 50, een derde behandelruimte 60, een vierde behandelruimte 70 en een vijfde behandelruimte 80 die van elkaar gescheiden zijn. Tussen de verblijfsruimten 10, 20, 30 30 en de behandelruimten 40, 50, 60, 70, 80 is eveneens een pad 12 bepaald, waarbij de toegang tussen de verschillende ruimten 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 is afgesloten met tussendeuren 13.
In dit voorbeeld is de eerste behandelruimte 40 35 bestemd voor een tijdelijk verblijf van de zeugen vlak voor en vlak na de geboorte of partus van haar biggen onder intensief menselijk toezicht. Zoals ook weergegeven in 10 figuur 4 is de eerste behandelruimte 40 voorzien van een partusstraat in de vorm van een eerste transporteur 41 met een ontvangstpositie 42 voor de leefkratten 100, een inspectiepositie 43 voor een menselijke verzorger 45, en 5 een afnamepositie 44 voor de leefkratten 100. In dit voorbeeld staan de leefkratten 100 op een transporteur 41 op werkhoogte voor de verzorger 45, maar de leefkratten kunnen ook op een steun op werkhoogte worden geplaatst. Belangrijk zijn de optimale welzijnscondities voor de zeug 10 en haar biggen enerzijds en de optimale werkcondities voor de verzorger 45 anderzijds. In de eerste behandelruimte 40 heerst een voor deze dieren optimale luchttemperatuur van gemiddeld ongeveer 30 graden Celsius. In de eerste behandelruimte 40 zijn warmtelampen 48 aanwezig voor het 15 plaatselijk bijverwarmen van de pasgeboren natte en daardoor nog kwetsbare biggen. In de eerste behandelruimte 40 is verlichting 49 opgehangen die de inhoud van de leefkratten 100 volledig uitlicht, zodat de verzorger 45 het proces in de leefkratten 100 goed kan bewaken. De 20 verzorger 45 kan door de werkhoogte van de leefkratten 100 eenvoudig handelingen in de leefkratten 100 verrichten, zoals het oppakken en afdrogen van een pas geworpen big, of het aan een speen leggen van de af gedroogde big. Er is een computerterminal 47 opgesteld voor het lezen en invoeren 25 van gegevens van de zeugen in de leefkratten 100. In de eerste behandelruimte zijn voorts alle instrumenten aanwezig die nodig zijn bij de begeleiding van het werpproces van biggen.
In dit voorbeeld is de tweede behandelruimte 50 30 bestemd voor veterinaire en nutriciaire inspectie van varkens, het oormerken van varkens, het castreren, het knippen van tanden en het toedienen van specifieke medicijnen na het stellen van een medische diagnose. Zoals ook weergegeven in figuur 5 is de tweede behandelruimte 50 35 voorzien van een behandelstraat in de vorm van een tweede transporteur 51 met een ontvangstpositie 52 voor de leefkratten 100, een behandelpositie 53 voor een menselijke 11 verzorger 55, en een afnamepositie 54 voor de leefkratten 100. Er is een weegschaal 58 aanwezig voor het wegen van individuele varkens. Er is een oormerkmachine 56 aanwezig voor het aanbrengen van oormerken en er is een 5 computerterminal 57 opgesteld voor het invoeren van de unieke oormerkgegevens van de varkens in de leefkratten 100. De unieke oormerkgegevens zijn weergegeven op het oormerk zelf en door radiotechniek op korte afstand uitleesbaar (RFID).
10 In dit voorbeeld is de derde behandelruimte 60 bestemd voor vaccinatie van varkens. De derde behandelruimte 60 is voorzien van een vaccinatiestraat in de vorm van een derde transporteur 61 met een ontvangstpositie 62 voor de leefkratten 100, een 15 behandelpositie 63 voor een menselijke verzorger 65 die naaldloos vaccins of bepaalde toedieningen zoals ijzer toedient, en een afnamepositie 64 voor de leefkratten 100. Er is een computerterminal 67 opgesteld voor het invoeren van behandelgegevens van de varkens in de leefkratten 100.
2 0 In dit voorbeeld is de vierde behandelruimte 70 bestemd voor het reinigen van lege verblijfskratten 100. De vierde behandelruimte 70 is voorzien van een reinigingsstraat in de vorm van een vierde transporteur 71 met een ontvangstpositie 72 voor de leefkratten 100, een 25 reinigingspositie 73 met een reinigingsmachine 75, en een afnamepositie 64 voor de gereinigde leefkratten 100.
In dit voorbeeld is de vijfde behandelruimte 80 bestemd voor het overbrengen van varkens tussen verschillende leefkratten 100 of het overbrengen van 30 varkens vanuit de leefkratten 100 naar een extern transportsysteem om te worden afgevoerd uit de stal 1. De vijfde behandelruimte 80 is daartoe voorzien van meerdere transporteurs 81, 88 met elk een ontvangstpositie 82, een overzetpositie 83 en een af namepositie 44 voor de 35 leefkratten 100 of voor transportkratten. Tussen de transporteurs 81, 88 staat een automatische overzetter 83 voor het overzetten van varkens.
12
In de stal 1 verblijven de varkens permanent in een leefkrat 100 dat is opgesteld op één van de unieke opstelposities 16. In de verblijfsruimten 10, 20, 30 zijn geen mensen aanwezig.
5 In de stal 1 bevinden zich meerdere heftransporteurs 140 die over de paden 12 kunnen rijden. De heftransporteurs 140 zijn voorzien van twee evenwijdige heflepels 141 die in de twee evenwijdige kokers 105 aan de onderzijde van de leefkratten 100 kunnen worden gestoken. 10 De heftransporteurs 140 kunnen daarmee de leefkratten 100 in de verschillende opstelposities 16 in de eerste verblijfsruimte 10, tweede verblijfsruimte 20 of derde verblijfsruimte 30 zetten en de leefkratten 100 van en naar één van de behandelruimten 40, 50, 60, 70, 80 brengen en 15 weer ophalen.
De heftransporteurs 140 kunnen worden bestuurd door mensen of het zijn automatisch geleide voertuigen. Met de heftransporteurs 140 kan naast het intern transport ook een gedeelte van de voeding en bewaking van de varkens 20 worden uitgevoerd. De heftransporteurs 140 kunnen zijn voorzien van voornoemde camera 131 van het camerasysteem 130, en de heftransporteurs 140 kunnen de aanvoer van voedsel en water naar de leefkratten 100 verzorgen. Daarbij kunnen de heftransporteurs 140 zijn voorzien van 25 doseersensoren waarmee de individuele aanvulling van voedsel en water per leefkrat 100 kan worden vastgelegd, en van een weegsensor voor het bepalen van het gewicht van een leefkrat 100 op de heflepels 141.
De stal 1 is voorzien van een computersysteem met 30 een database. Het computersysteem is gekoppeld met het camerasysteem 130 voor het verkrijgen van de resultaten uit de beeldherkenning. Het computersysteem is gekoppeld met de weegsensor 111, de mestniveaumeter 114, de waterniveaumeter 112 en de voerniveaumeter 113 van elk leefkrat 100. Het 35 computersysteem is gekoppeld met de computerterminals 47, 57, 67 in de behandelruimten 40, 50, 60. Het computersysteem is gekoppeld met de heftransporteurs 140 13 voor het doorgeven of automatisch laten uitvoeren van een verplaatstingsopdracht voor een leefkrat 100. Het computersysteem is gekoppeld met de sensoren van de heftransporteurs 140.
5 De database omvat de individuele gegevens van elk varken, waaronder het oormerknummer, de leeftijd, de vaccinatiestatus, het leefkrat 100 waarin het individuele varken verblijft en de opstelpositie 16 van dat leefkrat 100 in één van de verblijfruimten 10, 20, 30. De database 10 omvat voorts gegevens van elk leefkrat 100, waaronder het gezamenlijk gewicht van de varkens in het leefkrat 100, de hoeveelheid aangeboden drinkwater en het drinkwaterniveau, de hoeveelheid aangevoerd voer en het voerniveau, het mestniveau, de temperatuur van de aanwezige varkens en de 15 bewegingsactiviteit van de varkens.
Het computersysteem registreert en bewaakt voordurend de verschillende parameters van de leefkratten 100, van de varkens in de leefkratten 100 en het gedrag en de temperatuur van de varkens in de leefkratten 100. Op 20 basis hiervan worden door het computersysteem bewerkingen voor de leefkratten 100 ingepland. Hierna worden daarvan enkele voorbeelden gegeven.
Een eerste groep bewerkingen wordt ad hoe bepaald aan de hand van afwijkingen van de parameters ten opzichte 25 van normwaarden die zijn gerelateerd aan het welzijn van de varkens in de leefkratten 100. Wanneer een afwijking wordt geconstateerd beslist het computersysteem dat het betreffende leefkrat 100 en de varkens daarin nadere veterinaire inspectie behoeft. Een eerste situatie is een 30 afwijkende gezamenlijke gewichtstoename van de varkens in het leefkrat 100. Een tweede situatie is een afwijkende gezamenlijke drinkwateropname of voedselopname van de varkens in het leefkrat 100. Een derde situatie is een afwijkende lichaamstemperatuur van één van de varkens in 35 het leefkrat 100. Een vierde situatie is een afwijkende bewegingsactiviteit van één van de varkens.
Het leefkrat 100 wordt dan door één van de 14 heftransporteurs 140 van zijn vastgelegde opstelpositie 16 weggehaald en met de varkens erin naar de tweede behandelruimte 40 vervoerd. Het leefkrat 100 wordt daar op de ontvangstpositie 52 van de tweede transporteur 51 gezet 5 waarna de heftransporteur 140 weer vrij is voor een volgende verplaatsingsopdracht. Het leefkrat 100 wordt vervolgens naar de inspectiepositie 53 verplaatst waar de veterinair deskundige 55 nader onderzoek kan doen. Eén van de varkens kan een afwijkend gewicht of koorts hebben, 10 hetgeen kan duiden op een ziekte. Dit varken kan dan apart genomen worden voor verhoogde zorg. Het is ook mogelijk dat een varken is overleden, waardoor het varken uit het leefkrat wordt gehaald voor destructie. De diagnose en ingreep worden aan de hand van het unieke oormerk van het 15 betreffende varken geregistreerd met de aanwezige computerterminal 57. Er kan door de veterinair deskundige 55 ook worden vastgesteld dat de varkens in het leefkrat 100 alle gezond zijn maar dat het leefkrat 100 een technisch probleem heeft, zoals een defecte weegsensor 111, 20 drinkwaterniveaumeter 112 of voerniveaumeter 113. Op basis van de technische diagnose kan een vervolgbewerking voor dat leefkrat 100 worden ingepland in het computersysteem. Het leefkrat 100 kan daarna weer door een vrije heftransporteur 140 worden opgepakt van de afnamepositie 54 25 en met de varkens erin worden teruggeplaatst naar een vrije opstelpositie 16 welke niet dezelfde hoeft te zijn als de opstelpositie 16 waar het leefkrat 100 vandaan kwam. De aankomst op de nieuwe opstelpositie 16 wordt weer in de database geregistreerd.
30 Een tweede groep bewerkingen wordt door het computersysteem volgens vaste tijdschema's of als gevolg van eerdere diagnoses ingepland.
Een eerste geplande bewerking is periodieke veterinaire inspectie van alle varkens in een leefkrat 100 35 op de wijze zoals hiervoor beschreven.
Een tweede geplande bewerking is de begeleiding van de naderende worp van een zwangere zeug. Het leefkrat 15 100 met de zwangere zeug wordt dan door één van de heftransporteurs 140 van zijn vastgelegde opstelpositie 16 weggehaald en met de zeug erin naar de eerste behandelruimte 40 gebracht. De leefkratten 100 worden onder 5 een warmtelamp 48 gezet en met de verlichting 49 zodanig uitgelicht dat de verzorger 45 het welzijn van de zeug goed kan bewaken. Na elke geboorte kan de verzorger 45 direct de afkoelende big pakken, afdrogen, kort inspecteren en aan een tepel leggen. Na het bevallingsproces, wanneer de zeug 10 en haar biggen daartoe worden vrijgegeven door de verzorger 45, wordt het leefkrat 100 onder de warmtelamp 48 vandaan gehaald en met één van de heftransporteurs 140 teruggeplaatst naar een opstelpositie 16 in de eerste verblij fsruimte.
15 Een derde geplande bewerking is het oormerken van pasgeboren biggen in een leefkrat 100 in de eerste verblijfsruimte 10. Het leefkrat 100 met de te inspecteren varkens wordt dan door één van de heftransporteurs 140 van zijn vastgelegde opstelpositie 16 weggehaald en met de zeug 20 en biggen erin naar de tweede behandelruimte 50 vervoerd. Het leefkrat 100 wordt daar op de ontvangstpositie 52 van de tweede transporteur 51 gezet waarna de heftransporteur 140 weer vrij is voor een volgende verplaatsingsopdracht. Het leefkrat 100 wordt vervolgens naar de behandelpositie 25 53 verplaatst waar de verzorger 55 elke big van een oormerk voorziet en de unieke oormerkgegevens met de computerterminal 57 invoert in het computersysteem. Het leefkrat 100 wordt daarna weer door een heftransporteur 100 teruggebracht naar een toegewezen opstelpositie 16 in de 30 eerste verblijfsruimte 10.
Een vierde geplande bewerking is vaccinatie van varkens in een leefkrat 100 in een van de verblijfsruimten 10, 20, 30. Het leefkrat 100 met de te vaccineren varkens wordt dan door één van de heftransporteurs 140 van zijn 35 vastgelegde opstelpositie 16 weggehaald en met de varkens erin naar de derde behandelruimte 60 vervoerd. Het leefkrat 100 wordt daar op de ontvangstpositie 62 van de derde 16 transporteur 61 gezet waarna de heftransporteur 140 weer vrij is voor een volgende verplaatsingsopdracht. Het leefkrat 100 wordt vervolgens naar de behandelpositie 63 verplaatst waar de verzorger 65 elk varken vaccineert en de 5 gewijzigde vaccinatiestatus met de computerterminal 57 invoert in het computersysteem. Het leefkrat 100 wordt daarna weer door een heftransporteur 100 teruggebracht naar een toegewezen opstelpositie 16 in een van de verblijfsruimten 10, 20, 30.
10 Een vijfde geplande bewerking is de periodieke reiniging van de leefkratten 100 waar varkens in verblijven. Het te reinigen leefkrat 100 met de varkens wordt dan door één van de hef transporteurs 140 van zijn vastgelegde opstelpositie 16 weggehaald en met de varkens 15 erin naar de vijfde behandelruimte 80 vervoerd. Het leefkrat 100 wordt daar op één van de transporteurs 81, 88 gezet waarna de hef transporteur 140 weer vrij is voor een volgende verplaatsingsopdracht. De overzetter 89 brengt de varkens over naar een reeds gereinigd leefkrat 100 op de 20 andere transporteur 82, waarna één van de heftransporteurs 140 dit leefkrat 100 weer met de varkens erin oppakt van de afnamepositie 84 en wegbrengt naar een toegewezen opstelpositie 16. Het leefkrat 100 en de varkens daarin worden geregistreerd in het computersysteem. Het te 25 reinigen leefkrat 100 wordt door één van de heftransporteurs 140 naar de vierde behandelruimte 70 overgebracht om te worden gereinigd. Het gereinigde leefkrat 100 kan daarna worden teruggebracht naar de vijfde behandelruimte 80 voor ontvangst van varkens of leeg worden 30 teruggezet naar een toegewezen opstelpositie 16. Deze statuswijziging wordt geregistreerd in het computersysteem.
Zoals uit de voorgaande beschrijving duidelijk is geworden, verblijven de varkens in de stal 1 permanent in de leefkratten 100 in de verbli jf sruimten 10, 20, 30. De 35 leefkratten 100 worden met de varkens erin naar een van de behandelruimten 40, 50, 60, 80 vervoerd slechts wanneer dat nodig is. De varkens worden door 140 verplaatst terwijl ze 17 in het leefkrat 100 blijven. Hierdoor blijven de paden 12 schoon. De bewerkingen worden door het computersysteem ad hoe ingepland wanneer deze zijn gerelateerd aan het welzijn van de varkens in de leefkratten 100. De eerste 5 voorselectie van afwijkingen van de parameters ten opzichte van normwaarden vindt daartoe automatisch plaats. De bewerkingen worden voorts door het computersysteem als gepland volgens vaste tijdschema's of als gevolg van eerdere diagnoses. In alle gevallen komt het leefkrat 100 10 met de varkens erin naar de veterinair deskundigen 45 of verzorgers 55, 65.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 15 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (15)

1. Werkwijze voor het houden van vee in een stal, waarbij de stal is opgedeeld in één of meer verblijfsruimten voor meerdaags verblijf van de dieren en één of meer behandelruimten voor een korter, tijdelijk 5 verblijf van de dieren voor veterinaire inspectie of verzorging van de dieren door een menselijke veterinaire deskundige of verzorger, waarbij de dieren zich bevinden in leefkratten die zijn opgesteld op vastgelegde opstelposities in de verblijfsruimten, waarbij de stal is 10 voorzien van een transporteur voor verplaatsing van de leefkratten tussen de opstelposities en de behandelruimten, waarbij een computersysteem met een database is voorzien waarin gegevens zijn opgenomen van de opstelposities van de leefkratten en van de dieren in de leefkratten, waarbij de 15 werkwijze omvat het in het computersysteem bewaken van de gegevens van de dieren en op basis daarvan met het computersysteem plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte voor inspectie of verzorging, waarbij op basis van de planning 20 de leefkratten met de dieren erin met de transportinrichting worden opgehaald van de opstelpositie in de verblijfsruimte en in de leefkratten worden opgesteld in de betreffende behandelruimte voor inspectie of verzorging van de dieren.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stal is voorzien van een sensorsysteem voor het registreren van conditiegegevens omtrent de conditie van de leefkratten of de dieren daarin in de database, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren 30 in de leefkratten in een behandelruimte op basis van de conditiegegevens.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het sensorsysteem een beeldherkenningssysteem voor optische registratie van conditiegegevens van de individuele dieren in de leefkratten omvat, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte op basis van de conditiegegevens.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het beeldherkenningssysteem is ingericht voor de optische registratie van de bewegingsactiviteit van de individuele dieren in de leefkratten, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de 10 leefkratten in een behandelruimte op basis van afwijkende bewegingsactiviteit van de dieren in de leefkratten.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij het beeldherkenningssysteem is ingericht voor de optische registratie van de lichaamstemperatuur van de individuele 15 dieren in de leefkratten, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte op basis van afwijkende bewegingsactiviteit van de dieren in de leefkratten.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 2-5, 20 waarbij het sensorsysteem een weegsensor omvat voor het wegen van het gezamenlijk gewicht van de dieren in het leefkrat, waarbij de werkwijze omvat het plannen van een tijdelijk verblijf van de dieren in de leefkratten in een behandelruimte op basis van afwijkende gewicht van de 25 dieren in de leefkratten.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dieren in de leefkratten zijn voorzien van een oormerk met een unieke identificatie, waarbij de gegevens van de dieren zijn gekoppeld aan de 30 unieke identificatie van de oormerken.
8. Stal voor het houden van vee, waarbij de stal is opgedeeld in één of meer verblijfsruimten voor meerdaags verblijf van de dieren een één of meer behandelruimten voor een korter, tijdelijk verblijf van de dieren voor 35 veterinaire inspectie of verzorging van de dieren door een menselijke veterinaire deskundige of verzorger, waarbij de dieren zich bevinden in leefkratten die zijn opgesteld op vastgelegde opstelposities in de verblijfsruimten, waarbij de stal is voorzien van een op afstand bestuurde transporteur voor verplaatsing van de leefkratten tussen de opstelposities en de behandelruimten.
9. Stal volgens conclusie 8, voorzien van een sensorsysteem voor het registreren van de conditie van de leefkratten of de dieren daarin.
10. Stal volgens conclusie 9, waarbij het sensorsysteem een beeldherkenningssysteem voor het optisch 10 registreren van de conditie van de individuele dieren in de leefkratten omvat.
11. Stal volgens conclusie 10, waarbij het beeldherkenningssysteem is ingericht voor de optische registratie van de bewegingsactiviteit van de individuele 15 dieren in de leefkratten.
12. Stal volgens conclusie 10 of 11, waarbij het beeldherkenningssysteem is ingericht voor de optische registratie van de lichaamstemperatuur van de individuele dieren in de leefkratten.
13. Stal volgens een der conclusies 9-12, waarbij het sensorsysteem een weegsensor in de leefkratten omvat voor het wegen van het gewicht van de dieren in het leefkrat.
14. Stal volgens een der conclusies 8-13, waarbij 25 ten minste één behandelruimte is ingericht voor de partus, waarbij de luchttemperatuur in deze behandelruimte hoger is dan in de verblijfsruimten.
15. Stal volgens een der conclusies 8-14, omvattend meerdere verblijfsruimten, waarbij de 30 luchttemperatuur van de verblijfsruimten verschillend is. -o-o-o-o-o-o-o-o- FG/HZ
NL2010021A 2012-12-20 2012-12-20 Werkwijze en stal voor het houden van vee. NL2010021C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010021A NL2010021C2 (nl) 2012-12-20 2012-12-20 Werkwijze en stal voor het houden van vee.
EP13818516.0A EP2934103A1 (en) 2012-12-20 2013-12-20 Method and barn for keeping livestock
US14/651,285 US20150320010A1 (en) 2012-12-20 2013-12-20 Method and barn for keeping livestock
RU2015129555A RU2015129555A (ru) 2012-12-20 2013-12-20 Способ и хлев для содержания домашнего скота
CN201380067134.9A CN104936440A (zh) 2012-12-20 2013-12-20 饲养牲畜的方法和畜棚
PCT/NL2013/050944 WO2014107110A1 (en) 2012-12-20 2013-12-20 Method and barn for keeping livestock

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010021A NL2010021C2 (nl) 2012-12-20 2012-12-20 Werkwijze en stal voor het houden van vee.
NL2010021 2012-12-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010021C2 true NL2010021C2 (nl) 2014-06-23

Family

ID=47561779

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010021A NL2010021C2 (nl) 2012-12-20 2012-12-20 Werkwijze en stal voor het houden van vee.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2010021C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3718120A (en) * 1971-11-09 1973-02-27 Modern Animal Care Inc Automated kennel
US4173947A (en) * 1977-06-13 1979-11-13 John G. Wellman Method and apparatus for rearing pigs in cages
US5950565A (en) * 1995-09-22 1999-09-14 Guyot; Jean Noel Animal husbandry containment apparatus
FR2842702A1 (fr) * 2002-07-23 2004-01-30 Patrick Andrieu Installation de presentation a la vente de bestiaux et caisses mobiles mises en oeuvre dans une telle installation
US8132538B1 (en) * 2006-06-08 2012-03-13 Schick Paul H System and method for gestation of sows in large pen gestation facilities

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3718120A (en) * 1971-11-09 1973-02-27 Modern Animal Care Inc Automated kennel
US4173947A (en) * 1977-06-13 1979-11-13 John G. Wellman Method and apparatus for rearing pigs in cages
US5950565A (en) * 1995-09-22 1999-09-14 Guyot; Jean Noel Animal husbandry containment apparatus
FR2842702A1 (fr) * 2002-07-23 2004-01-30 Patrick Andrieu Installation de presentation a la vente de bestiaux et caisses mobiles mises en oeuvre dans une telle installation
US8132538B1 (en) * 2006-06-08 2012-03-13 Schick Paul H System and method for gestation of sows in large pen gestation facilities

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11019805B2 (en) Robot assisted surveillance of livestock
ES2234650T3 (es) Procedimiento para la cria controlada de animales de un rebaño.
CN109788739B (zh) 用于散养家畜牧场的装置和方法
US20150320010A1 (en) Method and barn for keeping livestock
Van der Zande et al. Individual detection and tracking of group housed pigs in their home pen using computer vision
CN109729998B (zh) 立体养鸡系统死鸡巡检装置及巡检方法
MacKay et al. Establishing the extent of behavioural reactions in dairy cattle to a leg mounted activity monitor
Wenker et al. Calf-directed affiliative behaviour of dairy cows in two types of cow-calf contact systems
Guesgen et al. What can kinematics tell us about the affective states of animals?
Casey-Trott et al. Validation of an accelerometer to quantify inactivity in laying hens with or without keel-bone fractures
Ramirez et al. Impact of housing environment and management on pre-/post-weaning piglet productivity
Dennis et al. The behaviour of commercial broilers in response to a mobile robot
Brouwers et al. Towards a novel method for detecting atypical lying down and standing up behaviors in dairy cows using accelerometers and machine learning
Żychlińska-Buczek et al. The main causes of calf mortality in dairy farms in Poland
NL2010021C2 (nl) Werkwijze en stal voor het houden van vee.
Lidfors et al. Integration of natural behavior in housing systems
Dalton et al. Validation of HOBO Pendant® data loggers for automated step detection in two age classes of male turkeys: growers and finishers
Sørensen et al. On-farm welfare assessment systems: what are the recording costs?
CN218789752U (zh) 畜禽饲喂系统
Dawkins et al. Poultry welfare monitoring: group-level technologies
Cerutti et al. Suckling lamb presence influences the daily rhythm of total locomotor activity in grazing Pampinta dairy ewes.
JP7281844B1 (ja) 斃死鶏検出装置およびそれを備える養鶏システム
Shukla et al. Maternal Health Condition and Lying Behavior in Grazing Milk Cows: Comprehensive Analysis
Carolin et al. Precision livestock farming: An overview
KR20240060004A (ko) 돼지 체질량 측정기를 구비한 돈사

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20150901