NL2009488C2 - Dakconstructie voor een kas, en een kas. - Google Patents

Dakconstructie voor een kas, en een kas. Download PDF

Info

Publication number
NL2009488C2
NL2009488C2 NL2009488A NL2009488A NL2009488C2 NL 2009488 C2 NL2009488 C2 NL 2009488C2 NL 2009488 A NL2009488 A NL 2009488A NL 2009488 A NL2009488 A NL 2009488A NL 2009488 C2 NL2009488 C2 NL 2009488C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ventilation
window
roof
opening
limiter
Prior art date
Application number
NL2009488A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2009488A (nl
Inventor
Gerardus Jacobus Maria Holsteijn
Original Assignee
Boal Systemen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boal Systemen Bv filed Critical Boal Systemen Bv
Priority to NL2009488A priority Critical patent/NL2009488C2/nl
Publication of NL2009488A publication Critical patent/NL2009488A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2009488C2 publication Critical patent/NL2009488C2/nl
Priority to PL13184104T priority patent/PL2710887T3/pl
Priority to EP13184104.1A priority patent/EP2710887B1/en
Priority to TR2019/02128T priority patent/TR201902128T4/tr

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • A01G9/241Arrangement of opening or closing systems for windows and ventilation panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/0325Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights provided with ventilating means
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Description

NL 18358-VH/mr
Dakconstructie voor een kas, en een kas
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dakconstructie voor een kas, omvattende een vast dak met een dakopening en een beluchtingsraam dat beweegbaar is ten opzichte van het vaste dak tussen een gesloten stand waarin het beluch-5 tingsraam de dakopening afsluit, en een ventilatiestand waarin een raamopening aanwezig is zodat via de raamopening een ventilatiekanaal tussen de dakopening en de omgeving wordt gevormd.
Een dergelijke dakconstructie is bekend in de stand van de techniek. De benodigde ventilatiecapaciteit kan afhankelijk 10 zijn van het type gewas dat in een kas geteeld wordt. In het algemeen is in het kader van energiebesparing en C02 reductie een beperkte ventilatie gewenst, die nauwkeurig kan worden afgestemd op het type gewas.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een 15 dakconstructie waarmee een optimale en nauwkeurig in te stellen ventilatie bereikt wordt.
Dit doel wordt bereikt met de dakconstructie volgens de uitvinding, welke is voorzien van een ventilatiebegrenzer die een ventilatieopening heeft die kleiner is dan de raamopening, 20 waarbij het ventilatiekanaal door de ventilatieopening loopt.
Door de ventilatiebegrenzer wordt de effectieve doortocht van het ventilatiekanaal nauwer dan de doortocht van de raamopening. Hierdoor mag voor een beperkte ventilatie het beluchtingsraam relatief ver worden verplaatst ten opzichte van 25 het vaste dak. Zonder de ventilatiebegrenzer kan de effectieve doortocht van de raamopening bij een geringe verplaatsing van het beluchtingsraam vanuit de gesloten stand reeds groot zijn. Door de aanwezigheid van de ventilatiebegrenzer kan de effectieve doortocht van het ventilatiekanaal nauwkeurig geregeld 30 worden. In de praktij k is het bijvoorbeeld mogelijk om identieke kassen met verschillende ventilatieopeningen uit te rusten vanwege de teelt van verschillende typen gewas.
De ventilatiestand van het beluchtingsraam kan een tussenstand zijn tussen de gesloten stand en een open stand. In de 35 open stand is de effectieve doortocht van het ventilatiekanaal I: groter dan de ventilatieopening. Een dergelijke stand is bijvoorbeeld noodzakelijk voor het creëren van natuurlijke ventilatie, bijvoorbeeld wanneer de ruimte onder de dakconstructie gekoeld dient te worden.
5 In een praktische uitvoeringsvorm is de ventilatieope ning tenminste 10% kleiner dan de raamopening in de ventilatiestand, bij voorkeur 20% kleiner en bij grotere voorkeur 40% kleiner.
Verder heeft het de voorkeur dat de ventilatieopening 10 regelbaar is in een bereik, dat tussen 0 en 100% van de raamopening ligt, bijvoorbeeld tussen 10 en 90% van de raamopening. Dit betekent, dat er verschillende ventilatiestanden zijn, die eventueel traploos verstelbaar zijn.
Bij voorkeur is de ventilatiebegrenzer zodanig inge-15 richt, dat deze bij het overbrengen van het beluchtingsraam van de gesloten stand naar de ventilatiestand wordt vrijgegeven. Hierdoor wordt automatisch de ventilatiestand bereikt wanneer het beluchtingsraam vanuit de gesloten stand ten opzichte van het vaste dak wordt verplaatst. Indien de ventilatieopening re-20 gelbaar is, kan in dit geval de ventilatiebegrenzer meer of minder worden vrijgegeven. Er zijn dan verschillende ventilatie-standen mogelij k door het beluchtingsraam naar verschillende posities ten opzichte van het vaste dak te verplaatsen.
In een specifieke uitvoeringsvorm is het beluchtings-25 raam draaibaar om een scharnieras met het vaste dak verbonden.
Hierbij bevindt de ventilatiebegrenzer zich tenminste ter plaatse van de overzijde van de scharnieras. In de praktijk zal in de ventilatiestand de raamopening ter plaatse van de zijden van het beluchtingsraam die zich dwars ten opzichte van de scharnieras 30 uitstrekken, zijn afgesloten. Desalniettemin kunnen ook daar openingen aanwezig zijn die mede de ventilatieopening vormen.
De dakconstructie kan een schuin verloop en een nok omvatten, waarbij bij voorkeur het beluchtingsraam zich in hoofdzaak tussen de nok en de scharnieras bevindt. In dit geval 35 is sprake van nokbeluchting.
De ventilatiebegrenzer kan aan het beluchtingsraam zijn bevestigd. In een dergelij ke uitvoeringsvorm kan de ventilatiebegrenzer schuifbaar langs een rand van de dakopening zijn, eventueel voorzien van een afsluitorgaan om lekkage tussen het vaste dak en de ventilatiebegrenzer te voorkomen.
Bij een alternatieve uitvoeringsvorm is de ventilatiebegrenzer aan het vaste dak bevestigd. In dat geval kan het 5 beluchtingsraam schuifbaar langs de ventilatiebegrenzer zijn.
De uitvinding heeft ook betrekking op een kas met een dakconstructie zoals hierboven beschreven.
De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de uit-10 vinding zeer schematisch weergeven.
Fig. 1 is een doorsnede-aanzicht van een uitvoeringsvorm van een dakconstructie voor een kas volgens de uitvinding, waarbij een beluchtingsraam van de dakconstructie in een gesloten stand is getoond.
15 Fig. 2 is een zelfde aanzicht als Fig. 1, maar waarbij het beluchtingsraam in een open stand is getoond.
Fig. 3 is een uitvergroot deelaanzicht van Fig. 1 dat daarin met III is aangegeven.
Fig. 4 is een zelfde aanzicht als Fig. 3, maar toont 20 het beluchtingsraam in een ventilatiestand.
Fig. 5 is een zelfde aanzicht als Fig. 3, maar toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de dakconstructie volgens de uitvinding.
Fig. 6 is een zelfde aanzicht als Fig. 5, maar toont 25 het beluchtingsraam in een ventilatiestand.
Fig. 7 is een zelfde aanzicht als Fig. 5, maar toont het beluchtingsraam in een open stand.
Fig. 8 is een doorsnede-aanzicht van een andere alternatieve uitvoeringsvorm van een dakconstructie voor een kas 30 volgens de uitvinding, waarbij het beluchtingsraam van de dakconstructie in een gesloten stand is getoond.
Fig. 9 is een doorsnede-aanzicht langs de lijn IX-IX in,
Fig. 8.
In Fig. 1 en 2 wordt een gedeelte van een uitvoerings-35 vorm van een dakconstructie 1 voor een kas getoond. Er wordt echter opgemerkt, dat de dakconstructie 1 ook geschikt is voor andere gebouwen.
De dakconstructie 1 omvat een vast dak 2 met een dakopening 3 en een beluchtingsraam 4. De dakconstructie 1 verloopt 4: schuin en heeft een nok 5. Het beluchtingsraam 4 is beweegbaar ten opzichte van het vaste dak 2. In deze uitvoeringsvorm is het beluchtingsraam 4 draaibaar om een scharnieras 6, die zich althans ongeveer parallel aan de nok 5 uitstrekt. Fig. 1 toont het I beluchtingsraam 4 in een gesloten stand en Fig. 2 toont het belucht ings raam 4 in een open stand. Hoewel in de getoonde uitvoeringsvorm het beluchtingsraam 4 zich in de gesloten stand in hoofdzaak tussen de nok 5 en de scharnieras 6 bevindt, is een alternatieve uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij dit omgekeerd is. 10 Met andere woorden, vanuit de nok 5 gezien kan het beluchtings-raam 4 zich in de gesloten stand bijvoorbeeld in hoofdzaak voorbij de scharnieras 6 bevinden. Het is in dit geval ook mogelijk, dat de scharnieras 6 zich ter plaatse van de nok 5 bevindt.
15 De dakconstructie 1 heeft tussen de gesloten stand en de open stand een ventilatiestand. Vanwege het relatief grote oppervlak van het beluchtingsraam 4 kan een geringe opening van het beluchtingsraam 4 reeds een te grote doortocht voor de ventilatie opleveren. Daarom is de dakconstructie 1 voorzien van 20 een ventilatiebegrenzer 7, welke bij het overbrengen van het belucht ings raam 4 van de gesloten stand naar de ventilatiestand wordt vrij gegeven. De ventilatiebegrenzer 7 bevat een aantal gaten die tezamen een ventilatieopening 8 vormen. De gaten zijn bijvoorbeeld geponst in een plaatmateriaal van metaal of kunst-25 stof. De gaten kunnen eventueel in een flexibel materiaal zoals rubber zijn aangebracht, zodat tegelij k van de afdichtende eigenschappen daarvan gebruik wordt gemaakt.
In Fig. 3 en 4 wordt de gesloten stand respectievelij k de ventilatie stand gedetailleerder getoond. In de gesloten stand 30 sluit het beluchtingsraam 4 de dakopening 3 af ter plaatse van een contactgebied tussen een raamcontact 9 van het beluchtings-raam 4 en een dakcontact 10 van het vaste dak 2. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt het raamcontact 9 gevormd door de onderzijde van een flexibele afdichting van het beluchtingsraam 4 35 welke in de gesloten stand op het dakcontact 10 rust. Het dakcontact 10 omvat een gedeelte van het bovenoppervlak van een strip van het vaste dak 2 waarop ook de ventilatiebegrenzer 7 is bevestigd.
5
In de ventilatiestand is het beluchtingsraam 4 ten opzichte van het vaste dak 2 verdraaid, zodat het raamcontact 9 en het dakcontact 10 los van elkaar zijn, zie Fig. 4. Hierdoor wordt tussen het raamcontact 9 en het dakcontact 10 een raamope-5 ning 11 gevormd. Zodoende ontstaat via de raamopening een ventilatiekanaal tussen de dakopening 3 en de omgeving buiten de dakconstructie 1. De ventilatiebegrenzer 7 zorgt ervoor dat de ventilatie minder sterk kan zijn dan op basis van de raamopening 11 mogelijk zou zijn, afhankelijk van de grootte van de ventila-10 tieopening 8, ofwel het aantal en de grootte van de vrijgegeven gaten in de ventilatiebegrenzer 7.
De ventilatieopening 8 is kleiner dan de raamopening 11. Met andere woorden, het ventilatiekanaal tussen de dakopening 3 en de omgeving loopt via de ventilatieopening 8 en de 15 raamopening 11, maar de ventilatiecapaciteit wordt bepaald door de ventilatieopening 8.
In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1-4 bevindt het dakcontact 10 zich tussen de ventilatiebegrenzer 7 en de dakopening 3, maar in een alternatieve uitvoeringsvorm kan de ventilatiebe-20 grenzer 7 zich tussen het dakcontact 10 en de dakopening 3 bevinden. Het dakcontact 10 en het raamcontact 9 kunnen de dakopening 3 geheel of gedeeltelij k omhullen in de gesloten stand van het beluchtingsraam 4. Het is niet noodzakelij k dat de ventilatiebegrenzer 7 eveneens de dakopening 3 omhult. Het is 25 bijvoorbeeld mogelij k dat de ventilatiebegrenzer 7 zich alleen ter plaatse van de overzijde van de scharnieras 6 bevindt, zoals in de uitvoeringsvorm volgens Fig. 4 is getoond. In dat geval wordt het ventilatiekanaal tussen de dakopening 3 en de omgeving gevormd door enerzijds een gedeelte van de raamopening 11 en an-30 derzijds een gedeelte van de raamopening 11 en de ventilatieopening 8. In de praktij k zullen de zij kanten van het beluchtingsraam 4 in de ventilatiestand in het algemeen zijn afgedekt, zodat het ventilatiekanaal tussen de dakopening 3 en de omgeving althans ongeveer volledig door de vrijgegeven gaten in 35 de ventilatiebegrenzer 7 zal worden bepaald.
Fig. 3 en 4 illustreren, dat het beluchtingsraam 4 bij het openen naar de ventilatiestand langs de ventilatiebegrenzer 7 schuift. Het beluchtingsraam 4 is voorzien van een flexibel afsluitelement 12 om te voorkomen, dat ventilatielucht tussen de i ventilatiebegrenzer 7 en het beluchtingsraam 4 passeert. In de in Fig. 3 getoonde gesloten stand sluit het beluchtingsraam 4 de dakopening 3 af ter plaatse van het flexibele afsluitelement 12 en ter plaatse van het raamcontact 9 en het dakcontact 10. Door 5 deze dubbele afdichting wordt een goede isolatie van de kas verkregen .
Verder toont Fig. 4 een ventilatiestand waarbij de ventilatieopening 8 van de ventilatiebegrenzer 7 vrijwel volledig is vrijgegeven, maar er is ook een ventilatiestand mogelijk 10 waarbij de ventilatieopening 8 in mindere mate wordt vrijgegeven. Met andere woorden, de ventilatiebegrenzer 7 is zodanig ingericht, dat de ventilatieopening 8 regelbaar is tussen verschillende ventilatiestanden. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de ventilatieopening 8 geregeld door de ventilatiebegren-15 zer 7 meer of minder vrij te geven, ofwel de positie van het beluchtingsraam 4 ten opzichte van het vaste dak 2 te variëren.
Het eindgedeelte van het beluchtingsraam 4 dat tegenover de scharnieras 6 is gelegen, is voorzien van een opvangkamer 13 waarin de ventilatiebegrenzer 7 in de gesloten 20 stand van het beluchtingsraam 4 wordt opgenomen.
In de Fig. 5-7 worden respectievelij k de gesloten stand, de ventilatiestand en de open stand van een beluchtingsraam 4 in een alternatieve uitvoeringsvorm van de dakconstructie 1 getoond. In dit geval is de ventilatiebegrenzer 7 bij het be-25 luchtingsraam 4 bevestigd. Bij het overbrengen van het beluchtingsraam 4 van de gesloten stand naar de ventilatiestand wordt de ventilatiebegrenzer 7 vrijgegeven. Ook in deze uitvoeringsvorm bevat de ventilatiebegrenzer 7 een aantal gaten die tezamen de ventilatieopening 8 vormen. In de Fig. 5-7 zijn de-30 zelfde verwij zingscij fers gebruikt als in Fig. 1-4 voor overeenkomende onderdelen.
Evenals bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm toont Fig. 5 dat in de gesloten stand het beluchtingsraam 4 de dakopening 3 afsluit ter plaatse van het raamcontact 9 en het 35 dakcontact 10. Het beluchtingsraam 4 is aan het eindgedeelte dat tegenover de scharnieras 6 is gelegen, voorzien van een af-dekstrip 14. De afdekstrip 14 valt in de gesloten stand van het beluchtingsraam 4 over de nok 5 voor het afvoeren van hemelwa- 7" ter, zodat dit niet ter plaatse van het contactgebied tussen het raamcontact 9 en het dakcontact 10 blijft staan.
Fig. 5 en 6 illustreren, dat bij het openen van het belucht ings raam 4 naar de ventilatiestand de ventilatiebegrenzer 7 5 langs een flexibel afsluitorgaan 15 schuift. Dit voorkomt dat ventilatielucht tussen de ventilatiebegrenzer 7 en het vaste dak 2 passeert. In de gesloten stand wordt de ventilatiebegrenzer 7 in de dakopening 3 opgenomen.
In de open stand van het beluchtingsraam 4 zoals ge-10 toond in Fig. 7 wordt de doortocht van het ventilatiekanaal tussen de dakopening 3 en de omgeving in hoofdzaak door de raamopening 11 tussen het raamcontact 9 en het dakcontact 10 bepaald.
In de Fig. 8 en 9 wordt een gedeelte van een andere al-15 ternatieve uitvoeringsvorm van een dakconstructie 1 voor een kas getoond. In deze uitvoeringsvorm bevindt de zich parallel aan de nok 5 uitrekkende scharnieras 6 van het beluchtingsraam 4 zich ter plaatse van de nok 5. Vanuit de nok 5 gezien bevindt het beluchtingsraam 4 zich in de gesloten stand in hoofdzaak voorbij 20 de scharnieras 6. In Fig. 8 en 9 zijn dezelfde verwij zingscij-fers gebruikt voor overeenkomende onderdelen als bij de hierboven beschreven en getoonde uitvoeringsvormen.
In Fig. 8 is een afdichtband 16 te zien, waarmee het beluchtingsraam 4 ter plaatse van de scharnieras de dakopening 3 25 afdicht. De afdichtband 16 kan gemaakt zijn van een flexibel materiaal, zoals een schuim of rubber, welke zowel in de gesloten stand als in de ventilatiestand de raamopening ter plaatse van de scharnieras 6 afsluit.
In de in Fig. 8 getoonde gesloten stand sluit het be-30 luchtingsraam 4 de dakopening 3 ook af ter plaatse van het raamcontact 9 en het dakcontact 10. Het raamcontact 9 bevindt zich in dit geval aan de onderzijde van een strip en het dakcontact 10 wordt gevormd door de bovenzijde van een flexibel element. In de tekening volgens Fig. 8 heeft dit flexibele ele-35 ment van het dakcontact 10 een bolvormige dwarsdoorsnede aan de bovenzijde, maar in werkelij kheid wordt het flexibele element plat geduwd door het beluchtingsraam 4. Bij het openen van het beluchtingsraam 4 naar de ventilatiestand schuift de ventilatiebegrenzer 7 langs een flexibel afsluitorgaan 15. Ook dit 8 flexibele afsluitorgaan 15 wordt in werkelijkheid plat geduwd tegen de ventilatiebegrenzer 7,
Fig. 9 toont een dwarsdoorsnede van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 8. In deze figuur is te zien dat het dakcontact 10 5 en het raamcontact 9 zich ook aan de zijde van het beluchtings-raam 4 uitstrekken in dwarsrichting ten opzichte van de scharnieras 6. Evenals bij Fig. 8 is aangegeven, bevindt het raamcontact 9 zich in dit geval aan de onderzijde van een strip en wordt het dakcontact 10 gevormd door de bovenzijde van een 10 flexibel element, dat in de gesloten stand van het beluchtings-raam 4 in werkelijkheid wordt plat geduwd door het beluchtingsraam 4. De zijkanten van het beluchtingsraam 4 zijn voorzien van afdekstroken 17, die in de ventilatiestand een kanaal tussen de dakopening 3 en de omgeving afsluiten. Hiertoe 15 schuiven de afdekstroken 17 bij het verplaatsen van het beluchtingsraam 4 van de gesloten stand naar de ventilatiestand langs flexibele zij-afsluitorganen 18, die aan het vaste dak 2 zijn verbonden en in werkelijkheid, in tegenstelling tot hetgeen de tekening laat zien, door de afdekstroken 17 worden platgeduwd.
20 In de in Fig. 8 en 9 getoonde uitvoeringsvorm wordt in de ventilatiestand de luchtdoorstroming alleen bepaald door de ventilatiebegrenzer 7 aan de zij de van het beluchtingsraam 4 welke zijde zich tegenover de scharnieras 6 bevindt. Aan de overige zijden wordt de raamopening afgesloten door de afdichtband 25 16 ter plaatse van de zij de van de scharnieras 6 en de af dekstroken 17 aan de tegenover elkaar gelegen zijden van het beluchtingsraam 4. In feite vormen de afdichtband 16, de afdekstroken 17 en de ventilatiebegrenzer 7 tezamen een gemeenschappenj ke ventilatiebegrenzer, die voorzien is van een 30 ventilatieopening 8 door middel van gaten aan de zijde van het luchtraam 4 die tegenover de scharnieras 6 is gelegen. In een alternatieve uitvoeringsvorm is het mogelij k dat ook de afdekstroken 17 van gaten zijn voorzien teneinde mede de ventilatieopening 8 van de gemeenschappelijke ventilatiebegren-35 zer te vormen.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (14)

1. Dakconstructie (1) voor een kas, omvattende een vast dak (2) met een dakopening (3) en een beluchtingsraam (4) dat beweegbaar is ten opzichte van het vaste dak (2) tussen een gesloten stand waarin het beluchtingsraam (4) de dakope- 5. ning (3) afsluit, en een ventilatiestand waarin een raamopening (11) aanwezig is zodat via de raamopening een ventilatiekanaal tussen de dakopening (3) en de omgeving wordt gevormd, met het kenmerk, dat de dakconstructie (1) is voorzien van een ventilatiebegrenzer (7), die een 10 ventilatieopening (8) heeft die kleiner is dan de raamopening (11), waarbij het ventilatiekanaal door de ventilatieopening loopt.
2. Dakconstructie (1) volgens conclusie 1, waarbij de ventilatieopening (8) tenminste 40% kleiner is dan de raamope- 15 ning (11) in de ventilatiestand, of waarbij de ventilatieopening (8) regelbaar is in een bereik, dat tussen 0 en 100% van de raamopening (11) ligt.
3. Dakconstructie (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ventilatiebegrenzer (7) zich in de ventilatiestand 20 tussen de raamopening (11) en de dakopening (3) bevindt, of waarbij de raamopening (11) zich in de ventilatiestand tussen de ventilatiebegrenzer (7) en de dakopening (3) bevindt.
4. Dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ventilatiebegrenzer (7) zodanig is in- 25 gericht, dat deze bij het overbrengen van het beluchtingsraam (4) van de gesloten stand naar de ventilatiestand wordt vrijgegeven.
5. Dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het beluchtingsraam (4) draaibaar om een 30 scharnieras (6) met het vaste dak (2) is verbonden en waarbij de ventilatiebegrenzer (7) zich tenminste ter plaatse van de overzijde van de scharnieras (6) bevindt.
6. Dakconstructie (1) volgens conclusie 5, waarbij de dakconstructie (1) een schuin verloop en een nok (5) omvat en 35 waarbij bij voorkeur het beluchtingsraam (4) zich in hoofdzaak tussen de nok (5) en de scharnieras (6) bevindt.
7. Dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ventilatiestand van het beluchtingsraam (4) een tussenstand is tussen de gesloten stand en een open stand.
.§; 8. Dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ventilatiebegrenzer (7) een stijf plaatmateriaal omvat waarin de ventilatieopening (8) is aangebracht, of waarbij de ventilatiebegrenzer uit een flexibel materiaal zoals rubber of flexibele kunststof is gemaakt en 10 waarin de ventilatieopening is aangebracht.
9. Dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ventilatiebegrenzer (7) aan het beluch-tingsraam (4) is bevestigd.
10. Dakconstructie (1) volgens conclusie 9, waarbij 15 de ventilatiebegrenzer (7) schuifbaar langs een rand van de dakopening (3) is.
11. Dakconstructie (1) volgens één van de conclusies 1-8, waarbij de ventilatiebegrenzer (7) aan het vaste dak (2) is bevestigd.
12. Dakconstructie (1) volgens conclusie 11, waarbij het beluchtingsraam (4) schuifbaar langs de ventilatiebegrenzer (7) is.
13. Dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de gesloten stand het beluchtingsraam 25 (4) de dakopening (3) afsluit ter plaatse van een contactge- bied tussen een raamcontact (9) van het beluchtingsraam (4) en een dakcontact (10) van het vaste dak (2), en in de ventila-tiestand de raamopening aanwezig is tussen het raamcontact (9) en het dakcontact (10).
14. Kas met een dakconstructie (1) volgens één van de voorgaande conclusies.
NL2009488A 2012-09-19 2012-09-19 Dakconstructie voor een kas, en een kas. NL2009488C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009488A NL2009488C2 (nl) 2012-09-19 2012-09-19 Dakconstructie voor een kas, en een kas.
PL13184104T PL2710887T3 (pl) 2012-09-19 2013-09-12 Szklarnia
EP13184104.1A EP2710887B1 (en) 2012-09-19 2013-09-12 Greenhouse
TR2019/02128T TR201902128T4 (tr) 2012-09-19 2013-09-12 Sera.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009488 2012-09-19
NL2009488A NL2009488C2 (nl) 2012-09-19 2012-09-19 Dakconstructie voor een kas, en een kas.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2009488A NL2009488A (nl) 2012-11-05
NL2009488C2 true NL2009488C2 (nl) 2013-08-01

Family

ID=47116202

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009488A NL2009488C2 (nl) 2012-09-19 2012-09-19 Dakconstructie voor een kas, en een kas.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2710887B1 (nl)
NL (1) NL2009488C2 (nl)
PL (1) PL2710887T3 (nl)
TR (1) TR201902128T4 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2013585B1 (nl) 2014-10-07 2016-10-03 Boal Systemen Bv Een kas.

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3345185A1 (de) * 1983-12-14 1985-06-27 Resopal Werk H. Römmler GmbH, 6800 Mannheim Dachflaechenfenster
BE1004420A3 (nl) * 1991-01-23 1992-11-17 Bom P L J Beheer Bv Warenhuis.
DE4339223A1 (de) * 1993-11-18 1995-05-24 Kloeber Johannes Fenster, insbesondere Dachfenster
US5735086A (en) * 1995-08-14 1998-04-07 Fordahl; Reuben Monrad Combination roof louver and attic access hatch
PL2317026T3 (pl) * 2009-11-02 2012-11-30 Vkr Holding As Urządzenie wentylacyjne i system okna dachowego

Also Published As

Publication number Publication date
EP2710887A1 (en) 2014-03-26
EP2710887B1 (en) 2018-11-14
TR201902128T4 (tr) 2019-03-21
PL2710887T3 (pl) 2019-05-31
NL2009488A (nl) 2012-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2009488C2 (nl) Dakconstructie voor een kas, en een kas.
US20190145653A1 (en) Damper with integrated blade stop
US4887437A (en) Integral false ceiling for refrigerated vehicles
JP2005506938A5 (nl)
US9216643B2 (en) Stacking radiator aperture closure panels
WO2008014451A3 (en) Air vent providing diffusion
US8776814B1 (en) Window adjustment system for blinds
US9675195B1 (en) Mailbox insert
US7832357B2 (en) Animal litter box
RU2013115703A (ru) Охлаждающее устройство наддувочного воздуха, бак охладителя наддувочного воздуха, способ для охладителя наддувочного воздуха и способ работы охладителя наддувочного воздуха
CN105371560A (zh) 冰箱
US20150267820A1 (en) Control valve for adjusting a flow rate value
NL8201834A (nl) Klep.
HRP20191841T1 (hr) Ventilacijski ventil za ventilaciju prostora za životinje ili biljke
US9233601B2 (en) Structure of sunroof deflector
US10986948B2 (en) Collapsible serving tray covering system
BE1018315A5 (nl) Brandwerende ventilatieklep.
US9718621B2 (en) Sealing device for a belt transfer location
US20180103777A1 (en) Systems and methods for improving air curtains in refrigerated display cases
KR101511555B1 (ko) 접이식 선루프 디플렉터 구조
US10638719B1 (en) Ceiling inlet for air ventilating system
WO2008077222A3 (en) Fresh air command lever for an air conditioning unit
US20150060463A1 (en) Dry Goods Filtering Storage Container
NL2013585B1 (nl) Een kas.
US7597129B2 (en) Door closure system