NL2009402C2

NL2009402C2 - Inrichting voor het automatisch scheiden van de dekaarde en de compost.

Info

Publication number: NL2009402C2
Application number: NL2009402A
Authority: NL
Inventors: Roel Martinus Lambertus Driessen
Original assignee: Bob Holtermans Beheer Bv
Priority date: 2012-09-01
Filing date: 2012-09-01
Publication date: 2014-03-04

Description

Inrichting voor het automatisch scheiden van de dekaarde en de compost BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch scheiden van de dekaarde en de compost bij het leegmaken van een champignoncel na 10 een champignonteelt, omvattende: een frame, een in hoogte verstelbare vijzel, die in het frame is gelagerd en zich in horizontale richting uitstrekt voor het afschrapen van de dekaarde van de compost, 15 - aandrijfmiddelen voor het roteren van de vijzel om de lengte-as van de vijzel en relatief ten opzichte van het frame, en een cilindrisch vijzelhuis waarin de vijzel zich uitstrekt en dat voorzien is van een in lengterichting zich uitstrekkende opening, waarbij tijdens gebruik het champignonbed onder de vijzel door verplaatst wordt.

20 In een champignonbed bevindt de compost zich op een net dat op de bodem van een bed aanwezig is. Bij het leegmaken van het champignonbed wordt het net met daarop de compost en daar weer op de dekaarde uit het bed getrokken.

Stand van de techniek 25

Een dergelijke inrichting is algemeen bekend. Bij de bekende inrichting kunnen de aandrijfmiddelen de vijzel in één richting laten roteren en is het vijzelhuis aan één uiteinde gesloten en aan het andere uiteinde open. De van de compost door de vijzel afgeschraapte dekaarde wordt aan het open uiteinde uit de vijzel geduwd. De 30 aandrijfmiddelen bevinden zich aan het gesloten uiteinde en strekken zich vanaf dit gesloten uiteinde in het verlengde van de vijzel uit.

Nadeel van deze bekende inrichting is dat er aan de zijde van dit gesloten uiteinde ruimte naast het champignonbed aanwezig dient te zijn. Indien deze ruimte niet voorhanden is, kan de bekende inrichting niet gebruikt worden.

2

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting van de in 5 de aanhef omschreven soort die ongeacht aan welke zijde van het champignonbed zich ruimte bevindt naar keuze aan elke uiteinde van het champignonbed opgesteld kan worden. Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het vijzelhuis verdraaibaar is om de lengte-as van de vijzel en relatief ten opzichte van het frame. Hierdoor kan de inrichting ook omgedraaid worden en aan het andere uiteinde 10 van het champignonbed opgesteld worden. De opening bevindt zich dan aan de verkeerde zijde van de vijzel, maar doordat het vijzelhuis draaibaar is, kan dit zo gedraaid worden dat de opening naar de juiste zijde gedraaid wordt.

Bij voorkeur is de opening in het vijzelhuis rechthoekig en begrensd door twee langsranden en twee dwarsranden, welke langsranden zich in lengterichting van de 15 vijzel uitstrekken en voorzien zijn van schraapmessen.

Indien aan beide zijde van het champignonbed slechts geringe ruimte aanwezig is, die onvoldoende is voor de aandrijfmiddelen, biedt de volgende uitvoeringsvorm uitkomst. Deze uitvoeringsvorm is gekenmerkt, doordat het vijzelhuis aan de beide uiteinden open is, en de aandrijfmiddelen de vijzel zowel linksom als 20 rechtsom kunnen laten draaien. Een vijzel kan normaliter namelijk maar aan één zijde lossen. Doordat de vijzel in twee richtingen draaibaar is, is deze aan beide uiteinden lossend.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het vijzelhuis verdraaibaar is om een draaias die parallel is aan de 25 vijzel en die buiten het vijzelhuis aanwezig is en door verdraaiing om deze draaias de hoogteverstelling gerealiseerd kan worden.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de inrichting voorts een oproldoom omvat, die een net waarop het champignonbed aanwezig is, onder de vijzel door kan trekken. Opgemerkt wordt dat 30 de oproldoom ook los kan bestaan van de vijzel, dus deze hoeft niet perse onderdeel te zijn van de inrichting maar moet uiteindelijk wel ermee samenwerken.

Voor kweekinrichting waarin met stapelbedden gewerkt wordt, omvat een gunstige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding ten minste één 3 verdere vijzel, die op afstand boven de vijzel aanwezig is, alsmede een verdere wikkeldoor die op afstand boven de wikkeldoom aanwezig is.

Beknopte omschrijving van de tekeningen 5 Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting voor het automatisch scheiden van de dekaarde en de compost volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 10 uitvinding;

Figuur 2 een detail van de in figuur 1 weergegeven inrichting;

Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gezien van voren; en

Figuur 4 de in figuur 3 weergegeven inrichting gezien van achteren.

15

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven. De inrichting 1 heeft een frame 3 voorzien van twee verticale 20 geleidingen 5 die een tussen de geleidingen aanwezig subframe 7 in verticale richting geleiden. In het subframe is een zich horizontale richting uitstrekkende vijzel 9 gelagerd voor het schrapen van dekaarde van de daaronder aanwezige compost. Op het subframe bevindt zich een elektromotor 11 voor het roteren van de vijzel.

De vijzel 9 bevindt zich in een cilindrisch vijzelhuis 13 dat is voorzien 25 van een zich in lengterichting van het vijzelhuis uitstrekkende rechthoekige opening 15 die zich globaal over een kwart cirkel uitstrekt. De opening is begrensd door twee langsranden en twee dwarsranden. De langsranden strekken zich in lengterichting van de vijzel uit en zijn voorzien van schraapmessen 17.

Tijdens bedrijf wordt het te verwerken champignonbed 19 (schematisch 30 met hartlijnen aangegeven) onder de vijzel 9 door verplaatst die daarbij de dekaarde van de daaronder aanwezige compost afschraapt. Het champignonbed bevindt zich op een net dat op een wikkeldoom van een wikkelinrichting (niet weergegeven) wordt op gewikkeld. De inrichting staat tussen het champignonbed en de wikkelinrichting in opgesteld. Een deel van de vijzel en het vijzelhuis is buiten het frame aanwezig en 4 vormt een uitvoergedeelte 21 voor afgeschraapte dekaarde. De hoogte van de vijzel kan ingesteld worden door het subframe 7 langs de geleidingen 5 te verplaatsen.

De inrichting 1 kan om een verticale as 23 omgedraaid worden indien in de weergegeven stand onvoldoende ruimte aanwezig is voor het uitvoergedeelte. Indien 5 de inrichting ten opzichte van het champignonbed omgedraaid wordt, dient het vijzelhuis 13 globaal 90 graden om de lengte-as gedraaid te worden om de opening 15 weer naar het champignonbed toegekeerd te krijgen. Het vijzelhuis 13 is hiertoe verdraaibaar in het subframe 7 aanwezig, zie ook figuur 2 waarin een detail van de inrichting is getoond.

10 In de figuren 3 en 4 is een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding van voren respectievelijk van achteren getoond. Deze inrichting 31 heeft vijf boven elkaar aanwezige vijzels 33 en vijf wikkeldoorns 35 en is geschikt voor een kweekinrichting waarin met stapelbedden wordt gewerkt. De wikkeldoorns trekken tijdens bedrijf netten met daarop de compost en de dekaarde onder de vijzels 15 door. Onder de vijzels bevinden zich draaibare steunassen 37 voor het ondersteunen van de netten tijdens het wikkelen op de wikkeldoorns.

De vijzelhuizen 39 zijn aan beide uiteinden open en de aandrijfmiddelen 41 kunnen de vijzels 33 zowel linksom als rechtsom laten draaien. Hierdoor zijn de vijzels aan beide uiteinden lossend en kan de afvoer transportband 43 naar keuze aan 20 een van beide uiteinden van de vijzels opgesteld worden.

De vijzelhuizen 39 worden aan de uiteinden gedragen door cirkelboogvormige halve ringen 45 die met een uiteinde draaibaar om draaiassen 47 met het frame zijn verbonden en met het andere uiteinde zijn verbonden met armen 49. Door deze armen te verschuiven worden deze uiteinden van de ringen 45 opgetild en worden 25 de vijzels 33 in hoogte ingesteld. Hierbij verplaatsen de vijzelhuizen zich niet alleen in hoogte maar verdraaien zij ook waardoor de posities van de openingen 51 ten opzichte van de champignonbedden niet meer optimaal zijn. Om de stand van de openingen te corrigeren kunnen de vijzelhuizen om hun lengte-assen in de halve ringen verdraaid worden.

30 Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Inrichting voor het automatisch scheiden van de dekaarde en de compost bij het leegmaken van een champignoncel na een champignonteelt, omvattende: een frame, 5. een in hoogte verstelbare vijzel, die in het frame is gelagerd en zich in horizontale richting uitstrekt voor het afschrapen van de dekaarde van de compost, aandrijfmiddelen voor het roteren van de vijzel om de lengte-as van de vijzel en relatief ten opzichte van het frame, en 10. een cilindrisch vijzelhuis waarin de vijzel zich uitstrekt en dat voorzien is van een in lengterichting zich uitstrekkende opening, waarbij tijdens gebruik het champignonbed onder de vijzel door verplaatst wordt, met het kenmerk, dat het vijzelhuis verdraaibaar is om de lengte-as van de vijzel en relatief ten opzichte van het frame. 15

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening in het vijzelhuis rechthoekig is en begrensd is door twee langsranden en twee dwarsranden, welke langsranden zich in lengterichting van de vijzel uitstrekken en voorzien zijn van schraapmessen. 20

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het vijzelhuis aan de beide uiteinden open is, en de aandrijfmiddelen de vijzel zowel linksom als rechtsom kunnen laten draaien.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het vijzelhuis verdraaibaar is om een draaias die parallel is aan de vijzel en die buiten het vijzelhuis aanwezig is en door verdraaiing om deze draaias de hoogteverstelling gerealiseerd kan worden.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting voorts een oproldoorn omvat, die een net waarop het champignonbed aanwezig is, onder de vijzel door kan trekken.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste één verdere vijzel omvat die op afstand boven de vijzel aanwezig is, alsmede een verdere wikkeldoor die op afstand boven de wikkeldoorn aanwezig is.