NL2009179C2

NL2009179C2 - DRIVING AID DEVICE FOR A PULLING VEHICLE.

Info

Publication number: NL2009179C2
Application number: NL2009179A
Authority: NL
Inventors: Johannes Fransisco Gerardus Maria Lieshout
Original assignee: Johannes Fransisco Gerardus Maria Lieshout
Priority date: 2012-07-12
Filing date: 2012-07-12
Publication date: 2014-01-14

Description

Korte aanduiding: Wegrijhulpinrichting voor een trekkend voertuig.Brief description: Traction assistance device for a towing vehicle.

Beschrijving 5 De uitvinding heeft betrekking op een wegrijhulp voor een trekkend voertuig met aandrijfwielen en een koppelschotel die koppelbaar is met een koppelpen van een oplegger.Description The invention relates to a traction help for a towing vehicle with driving wheels and a coupling plate which can be coupled to a coupling pin of a trailer.

Een dergelijk trekkend voertuig is algemeen bekend in de vorm van een truck met een oplegger.Such a towing vehicle is generally known in the form of a truck with a trailer.

10 Het is gebleken dat het bekende voertuig problemen heeft met wegrijden in winterse omstandigheden. Bij sneeuw en ijzel, bijvoorbeeld, heeft een chauffeur de grootste moeite om weg te rijden. Dit is zeker het geval indien het voertuig ook nog eens bergop moet rijden. In sommige gevallen, is het voor het voertuig zelfs onmogelijk om weg te rijden.It has been found that the known vehicle has problems driving away in winter conditions. With snow and black ice, for example, a driver has the greatest difficulty driving away. This is certainly the case if the vehicle also has to drive uphill. In some cases, it is even impossible for the vehicle to drive away.

15 De onderhavige uitvinding heeft tot doel een wegrijhulpinrichting te verschaffen die de problemen met het wegrijden in winterse omstandigheden vermindert of zelfs oplost.It is an object of the present invention to provide a traction assist device that reduces or even solves the problems of driving away in winter conditions.

Daartoe verschaft de uitvinding een wegrijhulpinrichting volgens conclusie 1. De wegrijhulp omvat een gestel dat voorzien is van: 20 - bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de wegrijhulpinrichting aan een op afstand van het koppelschotel gelegen gedeelte van het trekkend voertuig; - krachtmomentmiddelen die verbindbaar zijn met het trekkend voertuig en de oplegger voor het daarmee relatief ten opzichte van elkaar rondom de 25 koppelschotel/koppelpen zwenken van het trekkend voertuig en de oplegger rondom een zwenkas die in hoofdzaak parallel aan de as van de aandrijfwielen gelegen is voor het vergroten van de asdruk van de aandrijfwielen van het trekkend voertuig.To this end, the invention provides a traction assistance device as claimed in claim 1. The traction assistance device comprises a frame which is provided with: - fixing means for attaching the traction assistance device to a part of the towing vehicle which is remote from the coupling plate; moment of force connectable to the towing vehicle and the trailer for pivoting the towing vehicle and the trailer relative to each other relative to each other around the coupling dish / coupling pin about a pivot axis which is substantially parallel to the axis of the driving wheels increasing the axle pressure of the driving wheels of the towing vehicle.

De wegrijhulpinrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk om de asdruk op de aandrijfwielen van het trekkend voertuig te vergroten, door gebruik 30 te maken van het gewicht van het getrokken voertuig. Door het trekkend voertuig en het getrokken voertuig ten opzichte van elkaar te zwenken, is het mogelijk om de asdruk in te stellen. Met een grotere asdruk, wordt wegslippen van de aandrijfwielen, ten gevolge van de winterse weeromstandigheden, voorkomen. Daarmee is het met de wegrijhulpinrichting mogelijk om ook in winterse weersomstandigheden, zelfs bij 2 een hellend wegoppervlak, weg te rijden. Daarmee is het doel van de onderhavige uitvinding bereikt.The traction assist device according to the invention makes it possible to increase the axle pressure on the driving wheels of the towing vehicle by making use of the weight of the towed vehicle. By pivoting the towing vehicle and the towed vehicle relative to each other, it is possible to adjust the axle pressure. With a larger axle pressure, slippage of the drive wheels, due to the winter weather conditions, is prevented. This makes it possible with the traction help device to drive away even in winter weather conditions, even with a sloping road surface. The object of the present invention has thus been achieved.

Voordelige uitvoeringsvormen van de wegrijhulp zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies. Enkele hiervan zullen hieronder nader toegelicht worden.Advantageous embodiments of the traction assistance are the subject of the dependent claims. Some of these will be further explained below.

5 Op technisch eenvoudige wijze zijn de krachtmomentmiddelen bij voorkeur hydraulisch en/of pneumatisch uitgevoerd.The power moment means are preferably designed hydraulically and / or pneumatically in a technically simple manner.

Daarbij omvatten de krachtmomentmiddelen bij voorkeur drukmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een met het gestel verbonden flexibel reservoir, dat op hydraulische en/of pneumatische wijze expandeerbaar is. Het 10 flexibel reservoir is expandeerbaar, en kan zo een kracht uitoefenen die het trekkend voertuig en het getrokken voertuig ten opzichte van elkaar laat zwenken.The force moment means herein preferably comprise pressure means, for example in the form of a flexible reservoir connected to the frame, which can be expanded in a hydraulic and / or pneumatic manner. The flexible reservoir is expandable, and can thus exert a force that makes the towing vehicle and the towed vehicle pivot relative to each other.

In een bijzonder compacte uitvoering, is het flexibel reservoir aan een eerste uiteinde verbonden met een eerste gesteldeel, en is het flexibel reservoir aan een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde verbonden met een 15 tweede gesteldeel, waarbij het eerste gesteldeel relatief ten opzichte van het tweede gesteldeel beweegbaar is. Bij voorkeur zijn de twee delen transleerbaar beweegbaar. Het eerste gesteldeel en/of het tweede gesteldeel kan voorzien zijn van een geleider, waarin het andere van het eerste en/of het tweede gesteldeel schuifbaar beweegbaar is. Via de gesteldelen is de kracht door te geleiden naar het 20 trekkend voertuig en naar het getrokken voertuig. Uiteraard is het denkbaar om in plaats van met een flexibel reservoir, ook op andere wijze de twee gesteldelen ten opzichte van elkaar te laten bewegen.In a particularly compact embodiment, the flexible reservoir is connected at a first end to a first frame part, and the flexible reservoir is connected at a second end opposite the first end to a second frame part, wherein the first frame part is relative to the first frame part. second frame part is movable. The two parts are preferably movably movable. The first frame part and / or the second frame part can be provided with a guide, in which the other of the first and / or the second frame part is slidably movable. The force can be directed through the frame parts to the towing vehicle and to the towed vehicle. It is of course conceivable to have the two frame parts move relative to each other instead of with a flexible reservoir.

Doordat de wegrijhulpinrichting in een gebruikstoestand in contact gebracht is met zowel het trekkend voertuig als het getrokken voertuig, zijn er in een 25 de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm stuurmiddelen voorzien om een stuurrotatie tussen de oplegger en het trekkend voertuig toe te staan. De stuurmiddelen omvatten in een uitvoeringsvorm rolmiddelen, die aan een naar de oplegger gerichte zijde van het gestel voorzien zijn. In dit geval wordt de wegrijhulpinrichting vast (of losneembaar) met het trekkend voertuig verbonden, en zorgen de rolmiddelen ervoor 30 dat stuurrotatie mogelijk is. Uiteraard is het denkbaar, dat de wegrijhulpinrichting verbonden wordt met het getrokken voertuig, waardoor de rolmiddelen in dat geval naar het trekkend voertuig gericht dienen te zijn.Because the traction assistance device has been brought into contact with both the towing vehicle and the towed vehicle in a position of use, control means are provided in a preferred embodiment to allow a steering rotation between the trailer and the towing vehicle. In one embodiment the control means comprise rolling means which are provided on a side of the frame directed towards the trailer. In this case, the traction assistance device is fixedly (or releasably) connected to the towing vehicle, and the rolling means ensure that steering rotation is possible. It is of course conceivable that the traction assistance device is connected to the towed vehicle, whereby the rolling means in that case must be directed towards the towing vehicle.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm, omvatten de rolmiddelen een of meer roteerbaar gelagerde wielen.In a simple embodiment, the rolling means comprise one or more rotatably mounted wheels.

33

Voor een verbeterd volggedrag, omvatten de rolmiddelen een rolarm waaraan de een of meer wielen bevestigd zijn, waarbij de rolarm zwenkbaar ten opzichte van het gestel is opgehangen.For an improved tracking behavior, the rolling means comprise a rolling arm to which the one or more wheels are attached, wherein the rolling arm is pivotally suspended relative to the frame.

Volgens een aspect, verschaft de uitvinding een trekkend voertuig, 5 voorzien van een wegrijhulpinrichting volgens de onderhavige uitvinding.According to one aspect, the invention provides a towing vehicle, provided with a traction assistance device according to the present invention.

In een uitvoeringsvorm, is de wegrijhulpinrichting aan een achterzijde van het voertuig bevestigd. Bij voorkeur is de wegrijhulpinrichting boven de aandrijfwielen bevestigd.In one embodiment, the traction assistance device is attached to a rear of the vehicle. Preferably, the traction assist device is mounted above the drive wheels.

Volgens een aspect, wordt een werkwijze voor het vergroten van de 10 tractie op aandrijfwielen van een trekkend voertuig dat middels een koppelschotel gekoppeld is met een koppelpen van een oplegger verschaft. De werkwijze omvat de stap van het relatief ten opzichte van elkaar zwenken van het trekkend voertuig en de oplegger rondom een zwenkas die parallel gelegen is aan de as van de aandrijfwielen voor het vergroten van de asdruk van de aandrijfwielen van het 15 trekkend voertuig. Door actief de zwenking tot stand te brengen, bij voorkeur in een siltstaande toestand van de combinatie van het trekkend voertuig en de oplegger, is de tractie bij het wegrijden te vergroten. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van de wegrijhulpinrichting volgens de uitvinding.According to one aspect, a method for increasing the traction on driving wheels of a towing vehicle which is coupled to a coupling pin of a semi-trailer by means of a coupling disc is provided. The method comprises the step of pivoting the towing vehicle and the trailer relative to each other about a pivot axis that is parallel to the axis of the driving wheels for increasing the axle pressure of the driving wheels of the towing vehicle. By actively bringing about the pivoting, preferably in a stationary state of the combination of the towing vehicle and the trailer, the traction on starting off can be increased. Use is preferably made of the traction assistance device according to the invention.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand 20 van de omschrijving van een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van een wegrijhulpinrichting volgens de onderhavige uitvinding, onder verwijzing naar de navolgende figuren. Hierin tonen:The invention will be explained in more detail below with reference to the description of a preferred embodiment of a traction assistance device according to the present invention, with reference to the following figures. Show here:

Fig. 1 - een vooraanzicht van een wegrijhulpinrichting volgens de onderhavige uitvinding; 25 Fig. 2 - een zijaanzicht van de wegrijhulpinrichting van Fig. 1;FIG. 1 - a front view of a traction assistance device according to the present invention; FIG. 2 - a side view of the traction assistance device of FIG. 1;

Fig. 3a-b - schematische zijaanzichten van een voertuigcombinaties met een wegrijhulpinrichting volgens de onderhavige uitvinding;FIG. 3a-b - schematic side views of a vehicle combination with a traction assistance device according to the present invention;

Fig. 1 en Fig. 2 tonen een in zijn geheel met 1 aangeduide wegrijhulpinrichting. De wegrijhulpinrichting omvat een gestel 10. Dit gestel is 30 voorzien van niet nader in detail getoonde bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de wegrijhulpinrichting aan een trekkend voertuig. Verder omvat het gestel 10 krachtmomentmiddelen 5 die al dan niet rechtstreeks verbindbaar zijn met het trekkend voertuig en de oplegger. Het gestel 10 omvat aan een onderzijde een eerste gesteldeel 21, dat is ingericht om met het trekkend voertuig verbindbaar te 4 zijn, via de eerder genoemde bevestigingsmiddelen. Het gestel omvat aan een bovenzijde een tweede gesteldeel 11. De twee gesteldelen zijn relatief ten opzichte van elkaar beweegbaar. Het eerste gesteldeel omvat twee langgerekte buisdelen 12, die opneembaar zijn in een geleider 22, zoals goed te zien is in Fig. 2. Tussen de 5 twee gesteldelen 11, 21, zijn de krachtmomentmiddelen 5, 6, 7 voorzien (zie Fig. 2). De krachtmomentmiddelen zijn ingericht om de twee gesteldelen 11, 21 ten opzichte van elkaar te laten bewegen. Via de krachtmomentmiddelen zijn de gesteldelen van elkaar weg beweegbaar, of juist naar elkaar toe beweegbaar. Op deze wijze kan dus een kracht overgedragen worden. Bij een bevestiging tussen het trekkend voertuig 10 en het getrokken voertuig, wordt daarmee een relatieve zwenking van de twee voertuigen mogelijk, om zo de asdruk op de aandrijfwielen van het trekkend voertuig toe te laten nemen, indien winterse weersomstandigheden daar om vragen.FIG. 1 and FIG. 2 show a traction-assist device designated in its entirety by 1. The traction-assist device comprises a frame 10. This frame is provided with fastening means (not shown in detail) for attaching the traction-aid device to a towing vehicle. Furthermore, the frame 10 comprises moment of force means 5 which may or may not be directly connected to the towing vehicle and the trailer. The frame 10 comprises on a underside a first frame part 21, which is adapted to be connectable to the towing vehicle, via the aforementioned fixing means. On a top side the frame comprises a second frame part 11. The two frame parts are movable relative to each other. The first frame part comprises two elongated tube parts 12, which can be received in a guide 22, as can be clearly seen in Figs. 2. Between the two frame parts 11, 21, the moment of force means 5, 6, 7 are provided (see Fig. 2). The moment of force means are adapted to cause the two frame parts 11, 21 to move relative to each other. The frame parts can be moved away from each other via the power moment means or, conversely, can be moved towards each other. A force can thus be transmitted in this way. With a mounting between the towing vehicle 10 and the towed vehicle, a relative pivoting of the two vehicles is thus possible, so as to cause the axle pressure on the driving wheels of the towing vehicle to increase, if winter weather conditions so require.

Aan een bovenzijde van het tweede gesteldeel 11 zijn rolmiddelen 30 voorzien. De rolmiddelen omvatten een scharnierbaar met het tweede gesteldeel 15 11 verbonden arm 31, die aan diens uiteinden voorzien is van roteerbaar rondom assen 33 gelagerde wielelementen 32a, 32b. Deze wielelementen staan, in een bevestigde toestand, in contact met de onderzijde van het getrokken voertuig. De wielelementen 32a, 32b zorgen ervoor dat een relatieve stuurrotatie mogelijk is.Rolling means 30 are provided on an upper side of the second frame part 11. The rolling means comprise an arm 31 pivotally connected to the second frame part 11, which arm is provided at its ends with wheel elements 32a, 32b rotatably mounted around shafts 33. These wheel elements are, in a fixed condition, in contact with the underside of the towed vehicle. The wheel elements 32a, 32b ensure that a relative steering rotation is possible.

De krachtmomentmiddelen 5, 6, 7 omvatten een pneumatisch 20 systeem. De krachtmomentmiddelen omvatten een flexibel reservoir, dat expandeerbaar is met behulp van een pneumatische en/of hydraulische inrichting. In de getoonde situatie, zijn de krachtmomentmiddelen te beschouwen als een blaasbalg van drie boven elkaar geplaatste cilindrische schijven, die elk expandeerbaar zijn voor het veranderen van de afstand tussen de bovenzijde en de 25 onderzijde van het gestel. Een pneumatische en/of hydraulische stuurinrichting kan op de wegrijhulpinrichting zelf voorzien zijn. Een aansluiting op reeds aanwezige hydarulische en/of pneumatische middelen is ook denkbaar.The moment of force means 5, 6, 7 comprise a pneumatic system. The moment of force means comprise a flexible reservoir, which is expandable with the aid of a pneumatic and / or hydraulic device. In the situation shown, the moment of force means can be regarded as a bellows of three cylindrical discs placed one above the other, each of which is expandable for changing the distance between the top and the bottom of the frame. A pneumatic and / or hydraulic steering device may be provided on the drive-off assist device itself. A connection to existing hydarulic and / or pneumatic means is also conceivable.

Fig. 3a en 3b tonen uitvoeringsvormen van een wegrijhulpinrichting in een bevestigde toestand. Deze Fig. tonen een combinatie van een trekkend 30 voertuig 61 en een getrokken voertuig 71, welke zich op een weg W bevindt. Deze voertuigen 61, 71 zijn met elkaar verbonden via een koppelschotel/koppelpen 51. Het trekkend voertuig is voorzien van voorwielen 63 en achterste aandrijfwielen 62. Het getrokken voertuig 71 is ook voorzien van wielen 72. Het moge duidelijk zijn voor 5 de vakman dat de hier getoonde combinatie van trekkend voertuig 61 en getrokken voertuig 71 slechts ter illustratie dient, en dat vele modificaties denkbaar zijn.FIG. 3a and 3b show embodiments of a traction assist device in a confirmed state. This FIG. show a combination of a towing vehicle 61 and a towed vehicle 71, which is located on a road W. These vehicles 61, 71 are connected to each other via a coupling dish / coupling pin 51. The towing vehicle is provided with front wheels 63 and rear drive wheels 62. The towed vehicle 71 is also provided with wheels 72. It will be clear to the skilled person that the combination of towing vehicle 61 and towed vehicle 71 shown here is for illustrative purposes only, and that many modifications are conceivable.

Fig. 3a toont daarbij in schematisch zijaanzicht de uitvoeringsvorm welke de voorkeur geniet. In deze uitvoering, is de wegrijhulpinrichting 1 aan de 5 achterzijde van het trekkend voertuig 61 voorzien. De wegrijhulpinrichting 1 is vast verbonden met het trekkend voertuig 61. In een niet-gebruikstoestand, maakt de wegrijhulpinrichting 1 bij voorkeur geen contact met het getrokken voertuig 71. Indien nodig, bijvoorbeeld bij winterse omstandigheden, dan kan de wegrijhulpinrichting 1 in contact gebracht worden met zowel het trekkend voertuig 61, als het getrokken 10 voertuig 71. Dit kan door middel van de eerder genoemde krachtmomentmiddelen. Bij een verder expanderen van de krachtmomentmiddelen zal het trekkend voertuig 61 relatief ten opzichte van het getrokken voertuig 71, rondom de koppelmiddelen 51 gaan roteren. De rotatierichting is dan zodanig, dat de achteras 62, in dit geval de aandrijfas 62, zwaarder belast gaat worden. Zo worden de aandrijfwielen als het 15 ware steviger op de grond gedrukt, waardoor er dus ook in winterse omstandigheden voldoende tractie op de aandrijfwielen 62 is, en slip van de aandrijfwielen 62 voorkomen wordt.FIG. 3a shows in a schematic side view the preferred embodiment. In this embodiment, the traction assistance device 1 is provided at the rear of the towing vehicle 61. The traction assistance device 1 is fixedly connected to the towing vehicle 61. In a non-use condition, the traction assistance device 1 preferably does not make contact with the towed vehicle 71. If necessary, for example in winter conditions, the traction assistance device 1 can be brought into contact with both the towing vehicle 61 and the towed vehicle 71. This can be done by means of the aforementioned moment of force means. With a further expansion of the moment of force means, the towing vehicle 61 will start to rotate relative to the towed vehicle 71 around the coupling means 51. The direction of rotation is then such that the rear axle 62, in this case the drive axle 62, will be loaded more heavily. The drive wheels are thus, as it were, pressed more firmly on the ground, so that there is sufficient traction on the drive wheels 62 even in winter conditions, and slip of the drive wheels 62 is prevented.

Fig. 3b toont daarbij een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij de wegrijhulpinrichting 101 aan de achterzijde van de cabine van het trekkend voertuig 20 61 bevestigd is. In die situatie, zal de wegrijhulpinrichting de cabine en de voorzijde van het getrokken voertuig dichter bij elkaar moeten brengen, om de aandrijfwielen 62 steviger op de grond te drukken, om zo meer tractie te verkrijgen. In plaats van duwmiddelen, zijn de krachtmomentmiddelen in dit geval uitgevoerd als trekmiddelen.FIG. 3b shows an alternative embodiment in which the traction assistance device 101 is attached to the rear of the cab of the towing vehicle 61. In that situation, the traction assistance device will have to bring the cab and the front of the towed vehicle closer together in order to press the drive wheels 62 more firmly on the ground, in order to obtain more traction. Instead of pushing means, the moment of force means in this case are designed as pulling means.

25 Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding hierboven omschreven is aan de hand van enkele mogelijke uitvoeringsvormen, welke de voorkeur genieten. De uitvinding is echter niet beperkt tot deze uitvoeringsvormen.It will be clear to a person skilled in the art that the invention has been described above on the basis of a number of possible preferred embodiments. However, the invention is not limited to these embodiments.

De uitvinding berust op het inzicht dat het mogelijk is de tractie op de aandrijfwielen te verhogen, door gebruik te maken van de koppeling (in de vorm 30 van de koppelpen en de koppelschotel) tussen het trekkend voertuig en het getrokken voertuig als zwenkas. Met de krachtmomentmiddelen van de wegrijhulpinrichting is het mogelijk om een relatieve zwenking tussen het trekkend voertuig en het getrokken voertuig, rondom de zwenkas, tot stand te brengen, om zo de tractie op de aandrijfwielen te vergroten. Het moge duidelijk zijn voor de vakman, 6 dat de exacte positie van de wegrijhulpinrichting en de positie van de aandrijfwielen daarbij minder van belang is, en dat de uitvinding toepasbaar is in vele uitvoeringsvormen van het trekkend voertuig en het getrokken voertuig, alsmede van de wegrijhulpinrichting.The invention is based on the insight that it is possible to increase the traction on the drive wheels, by making use of the coupling (in the form of the coupling pin and the coupling plate) between the towing vehicle and the towed vehicle as a pivot axis. With the moment of force means of the traction assistance device it is possible to bring about a relative pivot between the towing vehicle and the towed vehicle, around the pivot axis, so as to increase the traction on the drive wheels. It will be clear to a person skilled in the art, that the exact position of the traction assistance device and the position of the driving wheels is thereby less important, and that the invention can be applied in many embodiments of the towing vehicle and the towed vehicle, as well as of the traction assistance device. .

55

Claims

1. A traction assistance device for a towing vehicle with driving wheels and a coupling plate which can be coupled to a coupling pin of a trailer, the traction assistance device comprising a frame comprising: of the towing vehicle; power moment means connectable to the towing vehicle and the trailer for pivoting the towing vehicle and the trailer relative to each other therewith around a pivot axis which is substantially parallel to the axis of the driving wheels for increasing the axle pressure of the driving wheels of the towing vehicle.

2. Drive-away auxiliary device according to claim 1, wherein the moment of force means are of hydraulic and / or pneumatic design.

3. A traction assistance device as claimed in claim 2, wherein the moment of force means comprise a flexible reservoir connected to the frame, which reservoir can be expanded in a hydraulic and / or pneumatic manner.

4. Drive-away aid as claimed in claim 3, wherein the flexible reservoir is connected at a first end to a first frame part, and wherein the flexible reservoir is connected at a second end opposite the first end to a second frame part, wherein the first frame part is relatively at least is movable relative to the second frame part.

5. Drive-away aid as claimed in claim 4, wherein the first frame part and / or the second frame part is provided with a guide, the other of the first and / or the second frame part being slidably movable.

6. A traction-assist device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the frame is provided on a side facing the semi-trailer with rolling means for allowing a steering rotation.

7. A traction assist device as claimed in claim 6, wherein the rolling means comprise one or more rotatably mounted wheels.

8. A traction assistance device as claimed in claim 7, wherein the rolling means comprise a rolling arm to which the one or more wheels are attached, wherein the rolling arm is pivotally suspended relative to the frame.

9. Towing vehicle, provided with a traction assistance device according to one of the preceding claims.

The towing vehicle of claim 9, wherein the traction assistance device is attached to a rear of the vehicle.

11. Method for increasing the traction on driving wheels of a towing vehicle which is coupled by means of a coupling disc to a coupling pin of a trailer, comprising the step of pivoting the towing vehicle and the trailer relative to each other around a pivot axis is parallel to the axis of the driving wheels for increasing the axle pressure 10 of the driving wheels of the towing vehicle.

A method according to claim 11, wherein use is made of a traction assistance device according to claims 1-8. 15