NL2009106C2 - Vloersysteem. - Google Patents

Vloersysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2009106C2
NL2009106C2 NL2009106A NL2009106A NL2009106C2 NL 2009106 C2 NL2009106 C2 NL 2009106C2 NL 2009106 A NL2009106 A NL 2009106A NL 2009106 A NL2009106 A NL 2009106A NL 2009106 C2 NL2009106 C2 NL 2009106C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
manure
floor system
conveyor belt
slope
fraction
Prior art date
Application number
NL2009106A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerhard Golstein
Original Assignee
Golstein Consultancy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Golstein Consultancy filed Critical Golstein Consultancy
Priority to NL2009106A priority Critical patent/NL2009106C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2009106C2 publication Critical patent/NL2009106C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0151Grids; Gratings; Slatted floors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • A01K1/0103Removal of dung or urine, e.g. from stables of liquid manure
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • A01K1/0135Removal of dung or urine, e.g. from stables by means of conveyor belts

Description

Vloersysteem
Vloersysteem en werkwijze voor het scheiden van een dunne en een dikke fractie van mest.
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vloersysteem en werkwijze voor het scheiden van een dunne (vloeibare) en een dikke (vaste) fractie van dierenmest.
Het scheiden van een dunne en een dikke fractie van dierenmest is op zich bekend uit de stand van de techniek. Het Nederlandse octrooi NL 9101388 beschrijft een hellend vlak 10 dat uitloopt in een goot, welke goot uitmondt in een opslagtank waarbij de dunne fractie van de door de dieren gedeponeerde mest gescheiden van de dikke fractie wordt verzameld.
Het Nederlandse octrooi NL 1037409 toont een varkensstal waarbij onder een 15 roosterplaat een scheidingsinrichting voor mest is aangebracht, waarbij de dunne fractie wegstroomt en de dikke fractie door een mestschroeftransporteur wordt afgevoerd.
Het Nederlandse octrooi NL 1013097 beschrijft een geïntegreerd veeteeltsysteem, waarbij een roostervloer wordt getoond met daaronder een structuur met sleuven erin 20 voor het doorlaten van een vloeibare fractie.
Aan de systemen volgens de stand van de techniek kleven echter diverse nadelen. Waar gebruik gemaakt wordt van een transporteur strekt deze zich veelal over een zodanig oppervlak van de stal uit dat het systeem kosteninefficiënt is en ook komt het voor dat 25 slechts een gedeelte van de mest op daarvoor bestemde sleuven terecht lijkt te komen zodat deze snel verstopt te raken, hetgeen arbeidsintensieve reinigingsprocessen vergt. Tenslotte kan veelal niet voorkomen worden dat tenminste een gedeelte van de mest ongescheiden in dezelfde opslagtank terechtkomt waardoor ammoniakvorming optreedt.
30 Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding althans een deel van de bovengenoemde nadelen op te heffen, danwel een bruikbaar alternatief voor de stand van de techniek te bieden.
2
De uitvinding omvat daartoe een vloersysteem voor een stal, omvattende ten minste één vlak onder afschot, voor het opvangen en naar een laagste zijde daarvan doen afglijden van mest en een zich onder de laagste zijde van het vlak uitstrekkende transportband voor het opvangen en afvoeren van de mest. Het is daarbij mogelijk dat er meerdere 5 afschotten zijn die naar dezelfde transportband aflopen, zodat de transportband van meerdere zijden van mest wordt voorzien. Het is voorts denkbaar dat meerdere van de hierboven beschreven vloersystemen in één stal aanwezig zijn, om de gehele stal van een effectieve mestafvoer te voorzien. De transportband zorgt voor een regelmatige afvoer van opgevangen mest en voorkomt ophoping.
10
Gebruik van een afschot volgens de onderhavige uitvinding leidt ertoe dat de lopende band zich niet over de gehele lengte of breedte van dat deel van de stal waarover het afvoeren van mest wenselijk is hoeft uit te strekken. Zulks werkt kostenbesparend en verbetert de snelle scheiding tussen de dikke en dunne fractie van de mest.
15
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bedraagt het afschot tussen de 0 en de 5 procent, en bij voorkeur tussen de 2 en de 3 procent. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor een rundveestal of een ligboxenstal, waarbij relatief vloeibare mest en voornamelijk urine langs het relatief kleine afschot kan afglijden. Het 20 is koeien is niet of lastig aan te leren zich op bepaalde locaties van ontlasting te ontdoen. Dat leidt ertoe dat vrijwel over het gehele oppervlak van de stal mest moet kunnen worden afgevoerd, waarbij het tevens over nagenoeg het hele staloppervlak mogelijk moet zijn voor de koeien om te staan. Een groot afschot is daardoor niet noodzakelijk voor gebruik in een rundveestal. Evenmin is het gebruik van roosterplaten 25 in combinatie met een groter afschot noodzakelijk, al geniet het de voorkeur een daarvoor bestemde schuif regelmatig over de vlakken te halen om opgehoopte mest naar de transportband weg te leiden.
In deze uitvoeringsvorm bedraagt bij verdere voorkeur de breedte van een spleet tussen 30 ten minste twee vlakken onder afschot, waaronder de transportband zich uitstrekt, tussen de 1 en de 4 cm, en in het bijzonder tussen de 2 en de 3 cm. Wanneer een transportband van ten minste twee zijden wordt van mest wordt voorzien ontstaat er een spleet tussen de twee vlakken onder afschot. Deze spleet is zodanig van afmeting dat een koe niet vast kan komen te zitten. Wanneer de spleet meer dan 4 cm bedraagt kan 3 een mest doorlatend rooster in de spleet worden geplaatst waardoor koeien ook in die spleet niet vast kunnen komen te zitten. De smalle spleet tussen de vlakken onder afschot zorgt tevens voor een zeer klein emitterend oppervlak van de mest. Voor een verdere beperking van de ammoniakemissie door de spleet kan de spleet worden 5 voorzien van afdichtende rubberen flappen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het vloersysteem een rooster, dat zich uitstrekt boven ten minste een gedeelte van het ten minste ene afschot, voor het vormen van een mestdoorlatend stavlak. In tegenstelling tot rundvee lopen 10 varkens en kalveren doorgaans niet op dichte vloeren met een mestschuif, maar op roosters. Varkens en kalveren bevinden zich meestal in verschillende kleinere hokken verspreid over de stal, wat het schuiven met een schuif moeilijk maakt. In die gevallen is het mogelijk het afschot van het ten minste ene vlak aanzienlijk te verhogen, omdat het niet meer dient voor het ondersteunen van de dieren, maar slechts voor het doen 15 afglijden van de door de dieren uitgeworpen mest. De vlakken onder afschot zijn, wanneer de dieren op een andere constructie lopen, bijvoorbeeld gemaakt van PVC, PP, PE, HDPE of RVS gemaakt, belangrijker is dat het oppervlak glad is, weinig tot geen vocht opneemt en zuurbestendig is.
20 In een uitvoeringsvorm bedraagt het afschot een hoek tussen de 5 en de 70 graden, en bij voorkeur tussen de 20 en de 70 graden. Hoe groter het percentage, hoe efficiënter het afglijden van de mest, waarbij een afweging moet worden gemaakt tussen de breedte van de transportband, het aantal transportbanden en het afschot van het vlak. Wanneer gebruik gemaakt wordt van hulpmiddelen om de mest van het vlak onder afschot te 25 krijgen kan de hoek klein worden gehouden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de transportband voorzien van zeefopeningen, voor het doorlaten van een relatief dunne fractie van de mest, en het transporteren van een resterende, relatief dikke fractie van de mest. Om de 30 vorming van ammoniak- en methaangassen tegen te gaan is het belangrijk de dikke en dunne fractie van de mest in een zo vroeg mogelijk stadium zo efficiënt mogelijk te scheiden. Daartoe wordt de mest opgevangen door een transportband met zeefopeningen, waar de dunne fractie doorheen kan, maar de dikke fractie niet. Dit tijdens transport zeven van de fracties zorgt voor een verbeterde snelle scheiding van de 4 verschillende fracties, onder andere door de tijdens het transport optredende bewegingen.
In een uitvoeringsvorm zijn de zeefopeningen groter dan 0.2 mm, en in het bijzonder 5 groter dan 0.4 mm in doorsnede. Dit in verband met de filterende eigenschappen van de transportband. Wanneer de openingen kleiner zouden zijn zou de oppervlaktespanning van de dunne fractie verhinderen dat de dunne fractie door de zeefopeningen zou lopen. De openingen moeten echter ook niet zo groot zijn dat een dikke fractie door de openingen kan vallen. De verschillende zeefopeningen kunnen per diersoort en/of 10 leeftijd van de dieren aangepast worden om een optimale scheiding te bewerkstelligen. Voor varkens kunnen bijvoorbeeld relatief grote openingen gebruikt worden omdat varkensfaeces relatief droog is. Jonge kalveren daarentegen hebben zeer dunnen faeces en behoeven dan ook relatief kleine zeefopeningen voor een goede scheiding van fracties.
15
In een uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding is de transportband als schakelband uitgevoerd. Schakelbanden bieden het voordeel dat de openingen goed te reguleren zijn en de banden robuust en onderhoudsarm zijn. In het bijzonder zijn kunststof schakelbanden toepasbaar, bijvoorbeeld van een polypropyleen-, 20 polyethyleen-, of polyacetaalmateriaal en/of voorzien van slijtstrippen. Bij voorkeur zijn de slijtstrippen RVS slijtstrippen in verband met de zurige en niet schone situatie. De banden zouden ook als spiraalband kunnen worden uitgevoerd. In een uitvoeringsvorm waarin de transportbanden niet voorzien zijn van openingen kan gebruik worden gemaakt van een transportband met een bolvorm. De bolvorm zorgt ervoor dat een 25 dunne fractie langs de bolvorm afloopt, terwijl een dikke fractie bovenop de bolvorm blijft liggen.
In een uitvoeringvorm omvat het vloersysteem een sproeisysteem, voor het besproeien van ten minste een deel van het vlak met een sproeimiddel, voor het van het afschot 30 dringen van de mest. Wanneer de mest plakkerig is, en/of het ten minste ene vlak onder beperkt afschot is geplaatst kan het gebeuren dat de mest aan het vlak blijft plakken.
Om ervoor te zorgen dat deze mest toch naar de transportband wordt bewogen kan worden gesproeid met een sproeimiddel waardoor de mest van de wand af wordt gesproeid, en richting de transportband. Het sproeien dient voor het schoonmaken van 5 het oppervlak, zodat de verse urine afkan stromen en zich eventueel kan vermengen met de mest op het vlak. Het sproeimiddel kan bijvoorbeeld regenwater of spoelwater uit de stal zijn.
5 In een uitvoeringsvorm omvat het sproeimiddel een zuur voor het tegengaan van ammoniakvorming omvat. Een dergelijk zuur helpt ammoniakvorming tegen te gaan en kan worden gebruikt om in opslagtanks met dikke en dunne fractie de vorming van ammoniak tegen te gaan. Het zuur kan bijvoorbeeld een anorganisch zuur zijn zoals zoutzuur, salpeterzuur of zwavelzuur, of een organisch zuur.
10
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het sproeisysteem ingericht voor het toevoegen van althans een deel van de gefilterde dunne fractie aan het sproeimiddel. Omdat de transportband een vroegtijdige scheiding van dikke en dunne fractie teweegbrengt is het mogelijk de opgevangen en gefilterde dunne fractie als 15 sproeimiddel te gebruiken, eventueel aangezuurd met een zuur voor het reduceren van ammoniakvorming. Op deze manier wordt een milieuvriendelijkere oplossing die minder toevoegingen van buitenaf vergt bereikt.
In een uitvoeringsvorm is een schuif voorzien voor het van het afschot naar de 20 transportband dringen van de mest. Mest kan ook van het afschot worden gedrongen door middel van een schuif. De schuif wordt over het ten minste ene vlak onder afschot bewogen en duwt of trekt de mest in de richting van de transportband voor het verhogen van de hoeveelheid mest die op de transportband terecht komt.
25 In een uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding is althans een gedeelte van het sproeisysteem op de schuif voorzien. In plaats van op het ten minste ene vlak onder afschot kan het sproeisysteem ook op de schuif zijn aangebracht, waarbij het sproeisysteem een laag sproeimiddel op de mest aanbrengt om het bewegen naar de transportband te vereenvoudigen. Ook voorkomt het sproeisysteem dat na het schuiven 30 een filmlaag mest achterblijft.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het scheiden van mest, omvattende de stappen van het opvangen van mest op een vlak onder afschot richting een transportband en het door middel van zeven met behulp van zeefopeningen 6 in de transportband scheiden van een dikke en een dunne fractie van de mest. Op deze wijze wordt een scheiding van dunne en dikke fractie van de mest in een zo vroeg mogelijk stadium bereikt, wat de ammoniakvorming tegengaat dankzij sterk verminderde ureasewerking.
5
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het besproeien van het afschot met een sproeimiddel, in het bijzonder ten minste een deel van de dunne fractie. Het sproeien van het afschot met een sproeimiddel vergroot de hoeveelheid gescheiden mest en biedt de mogelijkheid te sproeien met middelen die ammoniakvorming tegengaan. Deze 10 middelen kunnen worden gebruikt met eventuele toevoeging van reeds gescheiden dunne fractie. Geschikt gebleken toevoegingen daartoe omvatten een anti schuimmiddel, om te voorkomen dat het mengsel gaat schuimen, een zuur voor het verschuiven van de evenwichtsreactie van ammoniak, bijvoorbeeld door anorganische zuren als zoutzuur, salpeterzuur of zwavelzuur. Ook zou gebruik kunnen worden 15 gemaakt van zouten die basen doen neerslaan, zoals CaCl2, of het biologisch aanzuren door het enten en/of stimuleren van micro organismen die organische zuren produceren zoals melkzuur of azijnzuur, of het toevoegen van een organisch zuur. In een uitvoeringsvorm wordt niet met gefilterde dunne fractie gesproeid, maar wordt gebruik gemaakt van opgevangen regenwater of spoelwater uit de stal.
20
Het vloersysteem kan tevens voorzien zijn van (niet weergegeven) schuif voor het van het vlak naar de transportband dringen van de mest, waarop althans een gedeelte van het sproeisysteem zich kan bevinden.
25
In de uitvoeringsvormen uit zowel figuur 1 als figuur 2 betreft de transportband een eindloze transportband, waarbij tussen een heen- en terugzij de 6A, 6B 19A, 19B van de transportband afvoerschotten 12, 20, eveneens onder afschot voorzien zijn voor het afvoeren van door de bovenste zijde van de band gelopen dunne fractie.
30
Ook kan bij beide uitvoeringsvormen aan de terugzij de van de band een schraper 11 voorzien zijn voor het van de transportband 6, 19 afschrapen van de niet-doorgelaten dikke fractie, al dan niet in combinatie met borstels 10 en verdere sproeiers voorzien zijn voor het reinigen van de band 6, 19.
7
In een uitvoeringsvorm zijn aan de heenzijde van de transportband drukwalsen voorzien, voor het uit de mest op de band persen van dunne fractie. De drukwalsen oefenen een druk uit op de mest waardoor aanwezige dunne fractie uit het mengsel 5 wordt geperst, om het mengel verder te scheiden.
De vinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het scheiden van mest, omvattende de stappen van het opvangen van mest op een vlak onder afschot richting een transportband en het door middel van zeven met behulp van zeefopeningen in de 10 transportband scheiden van een dikke en een dunne fractie van de mest. Het vlak onder afschot verzorgt een eerste scheiding van de dunnen en dikke fractie van mest, waarbij de zeefopeningen in de transportband een tweede scheiding teweegbrengen.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het besproeien van het afschot met een 15 sproeimiddel, in het bijzonder ten minste een deel van de dunne fractie. Op deze wijze wordt opgevangen en eventueel gefilterde dunne fractie in het systeem hergebruikt.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze ondergaat de dunne fractie van de mest na scheiding een nabewerkingsstap, waarbij de stap ten minste één van de volgende 20 stappen omvat: het vormen van Kalium struviet, bijvoorbeeld door toevoeging van magnesiumoxide en het vormen van boussingaulite, bijvoorbeeld door toevoeging van magnesiumsulfaat. Het vormen van boussingaulite heeft als doel de stikstof terug te winnen. Door de mest te beluchten en vervolgens met magnesiumsulfaat te wassen ontstaat er boussingaulite (NH4)2S04*MgS04*6H20). Het doel van het vormen van 25 kaliumstruviet is het terugwinnen van de snelwerkende ammoniakstikstof en het mineraal kalium. In een reactievat dient de dunne fractie geroerd of middels beluchting continue gemengd te worden teneinde een homogeen mengsel te behouden. Beluchting heeft als voordeel dat het dan niet kan neerslaan op vaste delen. Aan dit mengsel wordt magnesiumoxide, calciummagnesium of een goed vervangende stof toegevoegd. Bij 30 voorkeur in een reeds voor een deel vloeibare toestand (emulsie achtige toestand). Na toevoeging zal de kaliumstruviet ontstaan. Middels een cycloonscheider is deze struviet af te scheiden. De optimale verwerkingstemperatuur is 30 a 40 graden celcius en PH waarde van 8 a 8,5.
8
Beide bovenbeschreven verwerkingsstappen zijn goed toepasbaar om de volgende redenen. Dankzij de snelle en gescheiden afvoer van de dunne fractie uit de stal gaat er weinig stikstof verloren door ammoniak vervluchtiging. Tevens bevind het overgrote deel van de ammoniakstikstof en de kalium zich in de dunne fractie. Hierdoor zijn deze 5 processen effectief toe te passen. Doordat alleen de dunne fractie verwerkt hoeft te worden. Bijkomend voordeel is het lage organische stof gehalte in de dunne fractie, wat het proces bevordert. Ook kan er verhoudingsgewijs veel kunstmestvervangend boussingaulite geproduceerd worden. Laatste genoemde voordelen gelden ook voor het vormen van kaliumstruviet.
10
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding ondergaat de dikke fractie van de mest na scheiding een nabewekingsstap, waarbij de stap ten minste één van de volgende stappen omvat: het vergisten voor het opwekken van energie, het drogen door wind en/of zon en het toevoegen van vochtopnemende materialen zoals stro. De energie uit 15 het vergisten van de dikke fractie zou kunnen worden gebruikt voor het verder drogen en/of korrelen van de mest. Doordat dagverse mest uit de stal gebruik kan worden kan er tevens meer gas gewonnen worden. De verse mest heeft immers minder de mogelijkheid gehad andere reacties aan te gaan. Door middel van natuurlijk wind en zon droging is de dikke fractie te drogen. Dankzij de vroegtijdige scheiding is het 20 aandeel ammoniakstikstof in de dikke fractie laag, waardoor het drogen en opslaan in de buitenlucht is toegestaan onder strikte milieuvoorwaarden. Daardoor is de dikke fractie op bijvoorbeeld droogbanden onder een afdak in de buitenlucht mogelijk. Ook kan gedacht worden aan het gebruik van omgevingsenergie voor het systeem. Warmte energie van zonnecollectoren zou bijvoorbeeld ook kunnen worden gebruikt voor het 25 drogen van de dikke fractie.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin: - Figuur 1 een toepassing van de uitvinding voor een rundveestal toont; en - Figuur 2 een toepassing van een reinigingsinstallatie toont; en 30 - Figuur 3 een toepassing van de uitvinding voor een varkens- en kalverstal toont.
Figuur 1 toont in zijn geheel een vloersysteem 1 voor een rundveestal stal volgens de onderhavige uitvinding, omvattende twee vlakken 2, 3 onder afschot, voor het opvangen en naar een laagste zijde 2a, 3a daarvan doen afglijden van mest 4. Tussen de vlakken 2, 9 3 bevindt zich een spleet 7 van ongeveer 4 cm, waarin een rooster 5 is voorzien. Onder dit rooster 5 strekt zich een transportband 6 voor het opvangen en afvoeren van de mest 4 uit. Het rooster is van dien aard dat alle erop terecht gekomen mest wordt doorgelaten en op de transportband 6 valt.
5
De transportband 6 is voorzien van (niet weergegeven) zeefopeningen, voor het doorlaten een relatief dunne fractie van de mest, en het transporteren van een resterende, relatief dikke fractie van de mest. De transportband is als schakelband uitgevoerd, hetgeen een robuuste constructie oplevert. Tussen de bovenzijde (6A) en onderzijde 10 (6B) is een afvoerschot 8 voorzien voor het afvoeren van doorgelaten dunne fractie.
Figuur 2 toont sproeiers 9, borstels 10 en een schraper 11 voor het reinigen van de transportband 6. In de getoonde figuur wordt de terugzijde van de transportband 6B ontdaan van mest. Op een vergelijkbare manier zouden drukwalsen aan bijvoorbeeld de 15 heenzijde 6A van de transportband kunnen worden geplaatst voor het uitpersen van op de band opgevangen en getransporteerde mest.
Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm 13 van een vloersysteem volgens de onderhavige uitvinding, beoogd voor varkens en kalveren, waarbij er zich een rooster 20 14 uitstrekt boven twee afschotten 15 en 16, voor het vormen van een mestdoorlatend stavlak.
In deze uitvoeringsvorm maakt het afschot 15, 16 een hoek tussen de 20 en de 70 graden met de horizontaal, teneinde het afvloeien van de mest naar het laagste punt van 25 het afschot te bevorderen. Een dergelijke grote hellingshoek is niet geschikt om nog direct als vloer te dienen voor het vee, maar in combinatie met het rooster 14 kan het worden toegepast. Afgevloeide mest wordt door transportband 19 met zeefopeningen op een vergelijkbare wijze als in figuur 1 opgevangen en gescheiden.
30 Daar het vlak onder afschot staat is het voorts mogelijk een sproeisysteem 17, 18 toe te passen, voor het besproeien van ten minste een deel van het vlak onder afschot 15, 16 met een sproeimiddel, voor het van vlak dringen van de mest. Een dergelijk sproeimiddel kan een zuur voor het tegengaan van ammoniakvorming omvatten, welk 10 zuur althans voor een deel uit de gefilterde dunne fractie aan het sproeimiddel kan bestaan.

Claims (22)

1. Vloersysteem voor een stal, omvattende: Ten minste één vlak onder afschot, voor het opvangen en naar een laagste zijde 5 daarvan doen afglijden van mest; Een zich onder de laagste zijde van het vlak uitstrekkende transportband voor het opvangen en afvoeren van de mest.
2. Vloersysteem volgens conclusie 1, waarbij het afschot een tussen de 0 en de 5 10 procent bedraagt, en bij voorkeur tussen de 2 en de 3 procent.
3. Vloersysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de breedte van een spleet tussen ten minste twee vlakken onder afschot, waaronder de transportband zich uitstrekt, tussen de 1 en de 4 cm bedraagt, en in het bijzonder de 2 en de 3 cm. 15
4. Vloersysteem volgens conclusie 1, omvattende een rooster, dat zich uitstrekt boven ten minste een gedeelte van het ten minste ene afschot, voor het vormen van een mestdoorlatend stavlak.
5. Vloersysteem volgens conclusie 4, waarbij de het afschot een hoek tussen de 5 en de 70 graden, bij voorkeur tussen de 20 en de 70 graden, met de horizontaal maakt.
6. Vloersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 transportband voorzien is van zeefopeningen, voor het doorlaten een relatief dunne fractie van de mest, en het transporteren van een resterende, relatief dikke fractie van de mest.
7. Vloersysteem volgens conclusie 6, waarbij de zeefopeningen groter zijn dan 0.2 30 mm, en in het bijzonder groter zijn dan 0.4 mm in doorsnede.
8. Vloersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de transportband als schakelband is uitgevoerd.
9. Vloersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een sproei systeem, voor het besproeien van ten minste een deel van het vlak met een eerste sproeimiddel, voor het van het afschot dringen van de mest.
10. Vloersysteem volgens conclusie 9, waarbij het sproeimiddel een zuur voor het tegengaan van ammoniakvorming omvat.
11. Vloersysteem volgens conclusie 9 of 10, ingericht voor het toevoegen van althans een deel van de gefilterde dunne fractie aan het sproeimiddel. 10
12. Vloersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een schuif is voorzien voor het van het afschot naar de transportband dringen van de mest.
13. Vloersysteem volgens conclusie 12, waarbij althans een gedeelte van het 15 sproeisysteem op de schuif is voorzien.
14. Vloersysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de transportband een eindloze transportband is.
15. Vloersysteem volgens conclusie 14, waarbij tussen een heen- en terugzij de van de transportband afvoerschotten onder afschot voorzien zijn voor het afvoeren van door de heenzijde van de band gelopen dunne fractie.
16. Vloersysteem volgens conclusie 14 of 15, waarbij aan de terugzijde van de band 25 een schraper voorzien is voor het afschrapen van de niet-doorgelaten dikke fractie.
17. Vloersysteem volgens conclusie 16, waarbij aan de terugzijde van de band tevens borstels en sproeiers voorzien zijn voor het reinigen van de band. 30
18. Vloersysteem volgens conclusies 14-17, waarbij aan de heenzijde van de transportband drukwalsen zijn voorzien, voor het uit de mest op de band persen van dunne fractie.
19. Werkwijze voor het scheiden van mest, omvattende de stappen van het a. opvangen van mest op een vlak onder afschot richting een transportband, b. het door middel van zeven met behulp van zeefopeningen in de transportband scheiden van een dikke en een dunne fractie van de mest. 5
20. Werkwijze volgens conclusie 19, omvattende het besproeien van het afschot met een sproeimiddel, in het bijzonder ten minste een deel van de dunne fractie.
21. Werkwijze volgens conclusies 18-20, waarbij de dunne fractie van de mest na 10 scheiding een nabewerkingsstap ondergaat, waarbij de stap ten minste één van de volgende stappen omvat: a. het vormen van Kalium struviet, bijvoorbeeld door toevoeging van magnesiumoxide b. het vormen van boussingaulite, bijvoorbeeld door toevoeging van 15 magnesiumsulfaat
22. Werkwijze volgens conclusies 18-21, waarbij de dikke fractie van de mest na scheiding een nabewekingsstap ondergaat, waarbij de stap ten minste één van de volgende stappen omvat: 20 a. het vergisten voor het opwekken van energie b. het drogen door wind en/of zon c. het toevoegen van vochtopnemende materialen zoals stro
NL2009106A 2012-07-02 2012-07-02 Vloersysteem. NL2009106C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009106A NL2009106C2 (nl) 2012-07-02 2012-07-02 Vloersysteem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009106A NL2009106C2 (nl) 2012-07-02 2012-07-02 Vloersysteem.
NL2009106 2012-07-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2009106C2 true NL2009106C2 (nl) 2014-01-06

Family

ID=46800346

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009106A NL2009106C2 (nl) 2012-07-02 2012-07-02 Vloersysteem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2009106C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3639656A1 (en) 2018-10-17 2020-04-22 Johannes Adrianus Wilhelmus Maria Mathijssen Stable floor discharge system for animal excrements and stable floor comprising the stable floor discharge system, an animal support grid and a floor part
FR3101753A1 (fr) * 2019-10-15 2021-04-16 Group Elastoteck Enceinte pour l’élevage des animaux, comportant un couloir de circulation équipé d’un système de collecte des déjections
EP3808173A1 (fr) * 2019-10-15 2021-04-21 Group Elastoteck Enceinte pour l'élevage des animaux, comportant un couloir de circulation équipé d'un système de collecte des déjections

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3982499A (en) * 1975-01-30 1976-09-28 Frankl Gerald P Conversion of animal waste
EP0498084A1 (en) * 1991-02-07 1992-08-12 Van Aspert Beheer B.V. A method for processing manure
NL9101388A (nl) * 1991-08-15 1993-03-01 Robertus Maria Claesen Mestverwerkingssysteem.
EP0850561A1 (en) * 1996-12-23 1998-07-01 Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) Animal-shed system provided with a primary separating device and lowemission processing of the separated fractions
WO2001020976A1 (en) * 1999-09-20 2001-03-29 Wijngaart Adriaan Johannes Hub Waste-water purification in cattle-breeding systems
US6698383B1 (en) * 1998-09-16 2004-03-02 Christoph Wettendorf Method for disposal of excrements of animals kept in a stable and device for implementing said method
WO2007016758A1 (en) * 2005-08-11 2007-02-15 Atd Waste Systems Inc. A waste collection system for separating liquid waste from solid waste
WO2011049434A2 (en) * 2009-10-19 2011-04-28 Adriaan Johannes Hubertus Van Der Wijngaart System for producing agricultural products like food and/or for processing of waste streams.

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3982499A (en) * 1975-01-30 1976-09-28 Frankl Gerald P Conversion of animal waste
EP0498084A1 (en) * 1991-02-07 1992-08-12 Van Aspert Beheer B.V. A method for processing manure
NL9101388A (nl) * 1991-08-15 1993-03-01 Robertus Maria Claesen Mestverwerkingssysteem.
EP0850561A1 (en) * 1996-12-23 1998-07-01 Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) Animal-shed system provided with a primary separating device and lowemission processing of the separated fractions
US6698383B1 (en) * 1998-09-16 2004-03-02 Christoph Wettendorf Method for disposal of excrements of animals kept in a stable and device for implementing said method
WO2001020976A1 (en) * 1999-09-20 2001-03-29 Wijngaart Adriaan Johannes Hub Waste-water purification in cattle-breeding systems
WO2007016758A1 (en) * 2005-08-11 2007-02-15 Atd Waste Systems Inc. A waste collection system for separating liquid waste from solid waste
WO2011049434A2 (en) * 2009-10-19 2011-04-28 Adriaan Johannes Hubertus Van Der Wijngaart System for producing agricultural products like food and/or for processing of waste streams.

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3639656A1 (en) 2018-10-17 2020-04-22 Johannes Adrianus Wilhelmus Maria Mathijssen Stable floor discharge system for animal excrements and stable floor comprising the stable floor discharge system, an animal support grid and a floor part
FR3101753A1 (fr) * 2019-10-15 2021-04-16 Group Elastoteck Enceinte pour l’élevage des animaux, comportant un couloir de circulation équipé d’un système de collecte des déjections
EP3808173A1 (fr) * 2019-10-15 2021-04-21 Group Elastoteck Enceinte pour l'élevage des animaux, comportant un couloir de circulation équipé d'un système de collecte des déjections
EP3841874A1 (fr) * 2019-10-15 2021-06-30 Group Elastoteck Enceinte pour l'élevage des animaux, comportant un couloir de circulation équipé d'un système de collecte des déjections
FR3107163A1 (fr) * 2019-10-15 2021-08-20 Group Elastoteck Enceinte pour l’élevage des animaux, comportant un couloir de circulation équipé d’un système de collecte des déjections

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2387128C2 (ru) Система сбора отходов для отделения жидких отходов от твердых отходов
CN111988990B (zh) 用于牲畜所用的圈舍的地板
NL2009106C2 (nl) Vloersysteem.
US20070095299A1 (en) Method for operating a feces conveyor device
CN104686375A (zh) 规模化养猪场粪便分离收集装置及其使用方法
WO2008150161A1 (en) System and method for drying a water-containing substance
US20170245458A1 (en) Two-tank wiered reservoir and method of use
NL1004887C2 (nl) Stalsysteem voorzien van een primaire scheidingsinrichting en geïntegreerde emissie-arme verwerking van de gescheiden fracties op het bedrijf.
WO2010078158A1 (en) Belt system for waste separation
Koger et al. Manure belts for harvesting urine and feces separately and improving air quality in swine facilities
US6237536B1 (en) Animal box for breeding
CN207904111U (zh) 一种废水污泥处理设备
US20120024236A1 (en) Livestock house
EP2773186B1 (en) Animal accommodation with manure pit
Van Kempen et al. Swine housing with a belt for separating urine and feces; key to flexibility
EP0518438B1 (en) A method and a device for the ecological separation, purification and processing of liquid manure
CN105961209A (zh) 多层楼房式家畜粪尿自动清理收集系统及其收集方法
US6001146A (en) Device and method for the continuous treatment of waste by means of fly larvae
US20210352837A1 (en) Alley vacuum dumping receptacle for manure dilution with sand gates
Kaspers et al. Evaluation of a conveyor belt waste collection system for swine: fecal drying efficiency and ammonia emission reductions
Kroodsma Separation as a method of manure handling and odours reduction in pig buildings
CN208995157U (zh) 一种养殖废水固液分离机
Alonso et al. Belt separation system under slat in fattening pig housing: Effect of belt type and extraction frequency
NL1002289C2 (nl) Inrichting voor het uit een stal afvoeren van dierlijke mest.
EP4074171A1 (en) A system for gathering excreta of production animals