NL2008949C2 - Bronbemalingsinrichting. - Google Patents

Description

BRONBEMALINGSINRICHTING

De uitvinding betreft een bronbemalingsinrichting, omvattend een zuigerpomp en een door middel van een overbrenging met de zuigerpomp gekoppelde en van een aandrijfas voorziene aandrijfmotor, welke overbrenging is 5 opgenomen in een huis en ten minste een krukas en een daarmee gekoppelde drijfstang omvat, welke drijfstang door middel van een kruishoofd met een zuigerstang van de zuigerpomp is gekoppeld, waarbij het huis een oliecarter vormt.

Een bronbemalingsinrichting is bekend in tal van 10 uitvoeringsvormen, waarbij de krukas is gelagerd aan het huis van een aandrijfcarter, van waaruit de drijfstang zich uitstrekt naar de zuigerstang in een tunnelvormig huis tussen het aandrijfcarter en het huis van de zuigerpomp. In de overbrenging tussen de aandrijfas van de aandrijfmotor en de 15 krukas wordt voorzien door een snaar, die is gespannen tussen een eerste snaarwiel op de aandrijfas en een tweede snaarwiel op een aan het huis gelagerde tweede as, evenwijdig aan de krukas en de aandrijfas, waarbij het tweede snaarwiel in geval van een verbrandingsmotor als aandrijfmotor is 20 gekoppeld met een vliegwiel.

De bekende bronbemalingsinrichting heeft een relatief groot volume, wat door de gebruiker als nadelig wordt ervaren, omdat de inrichting veelal bedoeld is voor tijdelijk gebruik, bijvoorbeeld op een bouwterrein, en daarom vaak 25 getransporteerd moet worden.

De snaaroverbrenging in de bekende inrichting brengt, ook als de inrichting in zijn geheel door een huis is omsloten, veiligheidsrisico's met zich mee. Het afstellen van een snaar, dat wil zeggen het op de juiste manier spannen 30 ervan, vereist de inzet van technisch voldoende gekwalificeerd personeel, dat in afnemende mate beschikbaar is.

Uit het Amerikaanse octrooi 779 907 is bekend een luchtpomp die door middel van een overbrenging is gekoppeld 2 met een van een aandrijfas voorziene aandrijfmotor. De overbrenging is opgenomen in een huis en omvat een met een plunjer van de luchtpomp gekoppelde drijfstang en een daarmee gekoppelde krukas. Het huis vormt een aandrijfcarter en de 5 krukas en de aandrijfas strekken zich in onderling loodrechte richtingen uit. De overbrenging omvat een samenstel van een worm en een daarmee samenwerkend wormwiel. Het wormwiel is bevestigd op de krukas, en de wormas strekt zich in bedrijfstoestand horizontaal uit, in het verlengde van de 10 aandrijfas. Over de smering van de koppeling van de drijfstang en de plunjer wordt gezwegen. Deze smering vindt kennelijk plaats door middel van olie die uit het aandrijfcarter door het wormwiel wordt meegenomen, en langs de drijfstang naar de koppeling lekt.

15 De horizontale plaatsing van de wormas, in het verlengde van de aandrijfas, bepaalt eenduidig de afstand tussen de krukas en de aandrijfas, en daarmee de aandrijfmotor, en vormt daardoor een beperking in de keuzemogelijkheden voor de plaats van de aandrijfmotor ten opzichte van die krukas. De 20 smering van de koppeling door het meenemen van olie door het wormwiel brengt het risico met zich mee dat deze smering onvoldoende is.

Het is een doel van de uitvinding een bronbemalingsinrichting te verschaffen die compact en daarmee 25 gemakkelijk vervoerbaar, geluidsarm en energiezuinig is.

Deze inrichting dient onderhoudsarm te zijn, en op veilige wijze bediend te kunnen worden, waarbij kan worden volstaan met de inzet van personeel waarvan geen bijzondere technisch kennis of vaardigheden gevraagd hoeven te worden.

30 Deze inrichting dient voorts te zijn middelen voor het eenvoudig en doeltreffend smeren van het kruishoofd.

Deze doelen worden gerealiseerd, en andere voordelen worden behaald, met een bronbemalingsinrichting van het in de aanhef genoemde type, waarbij overeenkomstig de uitvinding de 35 overbrenging verder een samenstel van een worm en een daarmee samenwerkend op de krukas bevestigd wormwiel omvat, welke worm is verschaft op een wormas die zich ten opzichte van de 3 krukas dwars en in gebruikstoestand van de bronbemalingsinrichting verticaal uitstrekt.

Doordat de overbrenging is samengesteld uit samenwerkende componenten van een stijf of niet-rekbaar 5 materiaal, biedt deze het inherente voordeel dat deze permanent in een behuizing kunnen worden opgenomen, en geen althans nauwelijks onderhoud vereist.

Een overbrenging waarbij overeenkomstig de uitvinding de wormas zich in gebruikstoestand van de 10 bronbemalingsinrichting verticaal uitstrekt, maakt het mogelijk de aandrijfmotor zodanig te plaatsen, dat een bijzonder compact geheel wordt verkregen.

In een uitvoeringsvorm van een bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding is deze voorzien van ten minste een op 15 de krukas geplaatste schijf en een met die schijf samenwerkende rakel.

De schijf biedt de mogelijkheid olie vanuit het carter omhoog te voeren, en de meegevoerde olie vervolgens door de rakel te laten afstrijken en te deponeren op te smeren 20 onderdelen van de overbrenging.

In weer een uitvoeringsvorm omvat de rakel een vlak lichaam dat zich vanaf de bovenzijde van het huis neerwaarts in radiale richting van de schijf en in verticale projectie tot boven de koppeling van de drijfstang aan de krukas 25 uitstrekt.

In een volgende uitvoeringsvorm is de drijfstang voorzien van een kanaal voor het transporteren van olie uit het oliecarter naar het kruishoofd.

Het kanaal wordt bijvoorbeeld gevormd door een aan de 30 bovenzijde van de drijfstang open goot en een daarmee door een boring verbonden zich door de drijfstang uitstrekkende en in het kruishoofd uitmondende leiding.

Bij voorkeur is de rotatierichting van het wormwiel zodanig gekozen dat de baansnelheid van het met de worm 35 samenwerkende deel van het wormwiel opwaarts gericht is.

Een dergelijke rotatierichting biedt het voordeel dat de belasting van het bovenste lager van de wormas relatief 4 gering is, wat in een langere levensduur van dat lager resulteert.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding is de 5 zuigerpomp een zuigerpomp van het dubbelwerkend type, dat is voorzien van ten minste twee zuigers, en omvat de overbrenging een krukas en twee aan weerszijden van de het wormwiel daarmee gekoppelde drijfstangen, welke drijfstangen elk door middel van een kruishoofd met één van twee 10 respectieve zuigerstangen van de zuigerpomp zijn gekoppeld.

De aandrijfmotor is bijvoorbeeld geplaatst op het huis voor de overbrenging, waarbij de aandrijfas in het verlengde van de wormas (is gericht.

In een volgende uitvoeringsvorm, waarbij de 15 bronbemalingsinrichting verder een huis voor de zuigerstang van een aangedreven zuigerpomp omvat, is de aandrijfmotor geplaatst boven of op het huis voor de zuigerstang en is de aandrijfas evenwijdig gericht aan de zuigerstang.

De aandrijfmotor kan ieder geschikt type motor omvatten, 20 bijvoorbeeld een elektromotor of een dieselmotor.

De uitvinding zal in het volgende worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekeningen.

In de tekeningen tonen 25 Fig. 1 in perspectief een eerste uitvoeringsvorm van een bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding,

Fig. 2 in vereenvoudigde projectie een deel van de in fig. 1 getoonde bronbemalingsinrichting,

Fig 3a in opengebroken perspectief een deel van de in 30 fig. 1 getoonde bronbemalingsinrichting,

Fig. 3b in opengebroken perspectief een detail van fig. 3a,

Fig. 4a-4b in projectie en in opengebroken perspectief een detail van de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm in een 35 eerste stand, en

Fig. 4c-4d in projectie en in opengebroken perspectief een detail van de in fig. 2 getoonde uitvoeringsvorm in een 5 tweede stand,

Fig. 5 in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van een bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding,

Fig. 6 in perspectief een derde uitvoeringsvorm van een 5 bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding,

Fig. 7 in perspectief een vierde uitvoeringsvorm van een bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding, en

Fig. 8 in perspectief een vijfde uitvoeringsvorm van een bronbemalingsinrichting volgens de uitvinding.

10 In de figuren zijn overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een bronbemalingsinstallatie 1 met een dubbelwerkende zuigerpomp 2, een elektromotor 3, een overbrenging in een huis 4 en een huis 6 voor de 15 zuigerstangen 5 (getoond in fig. 2). De figuur toont voorts een deksel 20 voor de zuigerpomp 2, een deksel 24 en een afdekplaat 23 die respectievelijk het huis 4 en de krukas 7 (getoond in fig. 2) afdekken.

Fig. 2 toont van de in fig. 1 getoonde 20 bronbemalingsinstallatie 1 het huis 4 voor de overbrenging van de aandrijfmotor 3 naar de zuigerpomp 2 (getoond in fig. 1), met een krukas 7 die door middel van een drijfstang 8 en een kruishoofd 14 is gekoppeld met de zuigerstang 5 van de zuigerpomp. Op de krukas 7 is een wormwiel 16 bevestigd, 25 dat wordt aangedreven door een worm 17 op een aan het huis 4 met lagers 36, 22 gelagerde verticale wormas 18. Op de krukas 7 zijn twee schijven (waarvan er één 34 getoond is) bevestigd, die olie 11 uit de onderzijde van het huis 4 bij draaiing van het wormwiel in tegen-klokrichting volgens pijl 30 12 meevoeren, en die elk samenwerken met een rakel 10, met behulp waarvan door de respectieve schijf 34 meegevoerde olie wordt afgestreken. De afgestreken olie belandt in een goot 13 in de respectieve drijfstang 8 (getoond in fig. 4a-4d), om het respectieve kruishoofd 14 te smeren. De in fig. 2 35 aangeduide rotatierichting 12 is zodanig gekozen dat de baansnelheid van het met de worm 17 samenwerkende deel van het wormwiel 16 opwaarts gericht is, wat in een lagere 6 belasting en daarmee een langere levensduur van het bovenste lager 36 resulteert. De figuur toont voorts een handgreep 25 aan het deksel 24 van het huis 4.

Als gevolg van de haakse overbrenging door wormwiel 16 5 en worm 17 strekken de krukas 7 en de wormas 18 zich in onderling loodrechte richtingen uit, waardoor het mogelijk is geworden op eenvoudige wijze de aandrijfmotor 3 op het huis 4 voor de overbrenging te plaatsen, waarbij de aandrijfas 9 van de aandrijfmotor 3 in het verlengde van de wormas 18 gericht 10 is.

Fig 3a toont van de bronbemalingsinrichting 1 het huis 6 voor de zuigerstangen 5 en een deel van het inwendige van het huis 4, met het wormwiel 16 en ter weerszijden daarvan de schijven 34, 34' met respectieve rakels 10, 10', die zich 15 vanaf de bovenzijde van het huis 4 neerwaarts in nagenoeg radiale richting van de respectieve schijven 34, 34' en in verticale projectie tot boven de respectieve koppelingen 37' van de respectieve drijfstangen aan de krukas 7 uitstrekken.

Fig. 3b toont het omcirkelde deel 35 van fig. 3a in 20 detail.

Fig. 4a en 4b tonen respectievelijk in projectie en in opengebroken perspectief de drijfstang 8 voor de in fig. 2 getoonde zuigerstang 5, in een eerste stand, waarin het met de krukas 7 gekoppelde eind van de drijfstang 8 in zijn 25 laagste stand is en olie 11 (weergegeven door pijlen 26) uit het carter 4 via een open goot 13 aan de bovenzijde van de drijfstang 8 en een boring 19 naar een aan de onderzijde van de drijfstang 8 opgenomen leiding 15 wordt geleid, welke leiding 15 aan zijn naar het kruishoofd 14 gerichte eind een 30 uitmonding 21 heeft.

Fig. 4c en 4d tonen respectievelijk in projectie en in opengebroken perspectief de drijfstang 8 voor de in fig. 2 getoonde zuigerstang 5, in een tweede stand, waarin het met de krukas 7 gekoppelde eind van de drijfstang 8 in zijn 35 hoogste stand is en olie 11 (weergegeven door pijlen 26) uit de bij het kruishoofd 14 uitmondende leiding 15 naar het kruishoofd 14 wordt geleid. Het residu van de olie wordt 7 terug gevoerd naar het huis 4.

Fig. 5 toont een bronbemalingsinstallatie 27 met een zuigerpomp 2, een elektromotor 3, een overbrenging in een huis 4 en een huis 6 voor een zuigerstang 5. Het huis 4 is 5 aan een van zijn zijkanten (rechts in de figuur) voorzien van een uitbouw 28, waarin een verlengd deel van de krukas en het wormwiel zijn opgenomen, en waarop een elektromotor 3 is geplaatst. Deze configuratie maakt een lagere plaatsing van de elektromotor 3 ten opzichte van de in fig. 1 getoonde 10 configuratie mogelijk, waarbij de totale breedte van het huis 4 evenwel groter is.

Fig. 6 toont een bronbemalingsinstallatie 29 die verschilt van de in fig. 1 getoonde bronbemalingsinstallatie 1, doordat deze is voorzien van een dieselmotor 30 voor het 15 aandrijven van de zuigerpomp 2, in plaats van een elektromotor 3.

Fig. 7 toont een bronbemalingsinstallatie 31 die verschilt van de in fig. 1 getoonde bronbemalingsinstallatie 1, doordat de aandrijfas (niet getoond) van de elektromotor 3 20 met de wormas (niet getoond) is gekoppeld door middel van een haakse overbrenging 32, en de elektromotor 3 boven het huis 6 voor de zuigerstang is geplaatst, waarmee een bijzonder compact geheel is verkregen.

Fig. 8 toont een bronbemalingsinstallatie 33 die 25 verschilt van de in fig. 6 getoonde bronbemalingsinstallatie 1, doordat deze is voorzien van een dieselmotor 30 voor het aandrijven van de zuigerpomp 2, in plaats van een elektromotor 3, waarbij de dieselmotor 30 boven en op het huis 6 voor de zuigerstang is geplaatst.

Claims (12)

1. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33), omvattend een zuigerpomp (2) en een door middel van een overbrenging met de zuigerpomp (2) gekoppelde en van een aandrijfas (9) voorziene aandrijfmotor (3; 30), welke 5 overbrenging is opgenomen in een huis (4) en ten minste een krukas (7) en een daarmee gekoppelde drijfstang (8) omvat, welke drijfstang (8) door middel van een kruishoofd (14) met een zuigerstang (5) van de zuigerpomp (2) is gekoppeld, waarbij het huis (4) een oliecarter vormt, met het kenmerk, 10 dat de overbrenging verder een samenstel van een worm (17) en een daarmee samenwerkend op de krukas (7) bevestigd wormwiel (16) omvat, welke worm (17) is verschaft op een wormas (18) die zich ten opzichte van de krukas (7) dwars en in gebruikstoestand van de bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 15 29, 33) verticaal uitstrekt.

2. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voorzien van ten minste een op de krukas (7) geplaatste schijf (34, 34') en een met die schijf (34, 34') samenwerkende rakel (10, 10').

3. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rakel (10, 10') een vlak lichaam omvat dat zich vanaf de bovenzijde van het huis (4) neerwaarts in radiale richting van de schijf (34, 34') en in verticale projectie tot boven de koppeling (37, 37') van de 25 drijfstang (8) aan de krukas (7) uitstrekt.

4. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drijfstang (8) is voorzien van een kanaal (13, 19, 15, 21) voor het transporteren van olie uit het oliecarter naar het 30 kruishoofd (14) .

5. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het kanaal wordt gevormd door een aan de bovenzijde van de drijfstang (8) open goot (13) en een daarmee door een boring (19) verbonden zich door de drijfstang (8) uitstrekkende en in het kruishoofd (14) uitmondende leiding (15).

6. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 rotatierichting (12) van het wormwiel (16) zodanig is gekozen dat de baansnelheid van het met de worm (17) samenwerkende deel van het wormwiel (16) opwaarts gericht is.

7. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31; 29, 33) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 10 zuigerpomp (2) van het dubbelwerkend type is, dat is voorzien van ten minste twee zuigers, en de overbrenging een krukas (7) en twee aan weerszijden van de het wormwiel (16) daarmee gekoppelde drijfstangen (8) omvat, welke drijfstangen (8) elk door middel van een kruishoofd (14) met een van twee 15 zuigerstangen (5) van de zuigerpomp (2) zijn gekoppeld.

8. Bronbemalingsinrichting (1, 27; 29) volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor (3; 30) geplaatst is op het huis (4) voor de overbrenging, en de aandrijfas (9) in het verlengde van de wormas (18) is 20 gericht.

9. Bronbemalingsinrichting (31) volgens een der conclusies 1-7, verder omvattend een huis (6) voor de zuigerstang (5) van een aangedreven zuigerpomp (2), met het kenmerk, dat de aandrijfmotor (3) geplaatst is boven het huis 25 (6) voor de zuigerstang (5) en de aandrijfas (9) evenwijdig gericht is aan de zuigerstang (5).

10. Bronbemalingsinrichting (33) volgens een der conclusies 1-7, verder omvattend een huis (6) voor de zuigerstang (5) van een aangedreven zuigerpomp (2), met het 30 kenmerk, dat de aandrijfmotor (30) geplaatst is op het huis (6) voor de zuigerstang (5) en de aandrijfas (9) evenwijdig gericht is aan de zuigerstang (5).

11. Bronbemalingsinrichting (1, 27, 31) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor een 35 elektromotor (3) omvat.

12. Bronbemalingsinrichting (29, 33) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor een