NL2008923C2 - Plantpotsamenstel. - Google Patents

Plantpotsamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL2008923C2
NL2008923C2 NL2008923A NL2008923A NL2008923C2 NL 2008923 C2 NL2008923 C2 NL 2008923C2 NL 2008923 A NL2008923 A NL 2008923A NL 2008923 A NL2008923 A NL 2008923A NL 2008923 C2 NL2008923 C2 NL 2008923C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pot
assembly
wick
reservoir
plant
Prior art date
Application number
NL2008923A
Other languages
English (en)
Inventor
Bart Starre
Original Assignee
Patentstar B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patentstar B V filed Critical Patentstar B V
Priority to EP12195336.8A priority Critical patent/EP2668841B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2008923C2 publication Critical patent/NL2008923C2/nl
Priority to US13/794,905 priority patent/US20130318872A1/en
Priority to NZ701857A priority patent/NZ701857A/en
Priority to CA2914093A priority patent/CA2914093A1/en
Priority to RU2014149130A priority patent/RU2615472C2/ru
Priority to PCT/EP2013/057961 priority patent/WO2013178400A1/en
Priority to AU2013269980A priority patent/AU2013269980B2/en
Priority to SA113340564A priority patent/SA113340564B1/ar
Priority to ZA2014/08479A priority patent/ZA201408479B/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G27/00Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots
    • A01G27/04Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots using wicks or the like
    • A01G27/06Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots using wicks or the like having a water reservoir, the main part thereof being located wholly around or directly beside the growth substrate

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

NL18114-Fe/vw Plantpotsamenstel
TECHNISCH VELD
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een plantpotsamenstel. Het samenstel omvat een eerste pot met een binnenruimte voor het daarin opnemen van een plant in aarde of 5 een ander teeltmedium en een daarmee gekoppeld vloeistofreservoir. Het samenstel omvat verder een lont die zich uitstrekt vanuit het vloeistofreservoir tot in de binnenruimte van de eerste pot voor het transporteren van vloeistof vanuit het vloeistofreservoir tot in de binnenruimte van de eerste pot.
10
ACHTERGROND
Dergelijke samenstellen zijn bekend om planten die in het teeltmedium groeien min of meer automatisch langdurig van vloeistof, in het bijzonder water, te voorzien zonder dat het 15 nodig is de planten regelmatig water te geven.
Bijvoorbeeld, uit FR 2 814 639 is een inrichting bekend voor het verschaffen van een beheerste irrigatie van plantenpot-ten. De inrichting omvat daartoe een externe container waarin in het midden een interne container is gerangschikt met een kleine-20 re diameter die geïsoleerd is van de externe container. De plant wordt geïrrigeerd door water uit de tussenruimte van de twee containers te laten vloeien door middel van een verpakte lont waarvan het debiet wordt beheerst door een schroefstop.
US 4,999,947 beschrijft een vergelijkbare inrichting.
25 US 4,741,125 beschrijft een systeem gebaseerd op een lont voor het toedienen van vloeistof aan planten. Het system omvat een kamer voor het opslaan van vloeistof en een lont die star is opgehangen in een buis met de vorm van een omgekeerde U. Het system is voorzien van een instelbare vochtsensitieve rem 30 voor het reguleren van de vloeistofstroom.
Deze systemen zijn tamelijk complex en daardoor duur en kwetsbaar. Eenvoudiger systemen zijn ook bekend.
2
Bijvoorbeeld EP 0 688 497 beschrijft een bloempot die is gefixeerd ten opzichte van een buitenste container door een dekselplaat. Tussen de bloempot en de container bevindt zich water. Een lont steekt in het water en door de bodem van de 5 bloempot om aldus aarde in de bloempot te bevochtigen.
US 4,250,665, US 4,339,891, US 5,081,790, WO 2009/030019 en GB 2 444 141 beschrijven bijvoorbeeld ook samenstellen van bloempotten en reservoirs, waarbij een waterreservoir onder de bloempot is gerangschikt, en waarbij een 10 lont in het water van het reservoir en door de bodem van de bloempot steekt om aldus aarde in de bloempot te bevochtigen. US 4,250,665 beschrijft daarnaast een uitvoeringsvorm (Fig. 4) waarbij de doorvoeropening voor de lont in het bovendeel van de zijwand van de bloempot is geplaatst om het vloeistofniveau in 15 het vloeistofreservoir te kunnen verhogen.
DE 103 433 beschrijft ook een bloempot met zelfbevoch-tiging, waarbij een reservoir onder een plantpot is bevestigd en bevochtiging van de aarde vanuit het reservoir via lonten verloopt. De lonten lopen in een verdieping van de potwand en zijn 20 daarin gehouden door een wig van desinfecterend en vruchtbaar materiaal. Het reservoir wordt gevuld door de aarde van bovenaf te begieten en het niet door de aarde opgenomen water in het reservoir op te vangen.
25 SAMENVATTING
Het is de uitvinders gebleken dat de hierboven beschreven bekende systemen toch niet voldoen aan de eisen van kwekers en verkopers, met betrekking tot levensduur in het bijzonder tijdens transport en/of (winkel)voorraad, plantgroei, wortel-30 groei, transporteerbaarheid en/of hoeveelheid benodigde verzorging van de planten. Er bestaat daarom behoefte aan een verbeterd samenstel.
Daartoe wordt hierbij een samenstel volgens de bij gevoegde conclusies verschaft. Het vloeistofreservoir is ingericht 35 zodat het reservoir en het niveau van daarin opgenomen vloeistof zich hoofdzakelijk onder de eerste pot, ten minste hoofdzakelijk onder de binnenruimte daarvan, bevinden, waarbij de lont langs 3 of nabij een bovenrand van de eerste pot in de binnenruimte van de eerste pot steekt, en waarbij het samenstel is ingericht om wateroverdracht tussen het reservoir en het teeltmedium langs andere weg dan via de lont te verhinderen.
5 In het samenstel kan in de binnenruimte van de eerste pot een plant in een teeltmedium, in het bijzonder aarde, worden geplaatst en via de lont van vloeistof, in het bijzonder water, worden voorzien. Doordat de lont langs of nabij een bovenrand van de eerste pot in de eerste pot steekt en zich vanaf daar in 10 de binnenruimte uitstrekt wordt een homogene vochtverdeling over het teeltmedium verschaft. Het is namelijk gebleken dat het bevochtigen van teeltmedium, in het bijzonder aarde, aan de onderzijde daarvan kan leiden tot een inhomogene vochtverdeling over het medium, met een te droge bovenzijde en een te vochtige 15 onderzijde. Hierdoor kunnen voedingsstoffen niet optimaal uit het teeltmedium worden gehaald en kan wortelgroei achterblijven, en daarmee groei van de plant als geheel.
De lont kan in de binnenruimte van de eerste pot in een bovendeel, bijvoorbeeld een bovenhelft of bovenste kwart daarvan 20 zijn gerangschikt, in het bijzonder boven de wortels van een plant in die binnenruimte, waarbij verder transport van de vloeistof door het teeltmedium zelf kan worden verzorgd. Ook hiermee is een geschikte vochtverdeling in het teeltmedium te bereiken. Aldus kan op lontmateriaal bespaard worden. Ook kan 25 aanbrengen van de lont en/of planten van de plant vergemakkelijkt worden.
Verder is gebleken dat bij vochttoediening langs de onderzijde van de plantpot een verhoogd risico bestaat van te grote watertoevoer waardoor de plantenwortels kunnen gaan rot-30 ten. Doordat in het hierbij verschafte samenstel vloeistof- transport, bijvoorbeeld wateroverdracht tussen het reservoir en het teeltmedium buiten de lont om wordt verhinderd kan dergelijke rotting en verdrinking van de plantenwortels worden vermeden.
Doordat het reservoir en het vloeistofniveau in het re-35 servoir zich hoofdzakelijk onder de binnenruimte van de eerste pot bevinden wordt verder voorkomen dat door vloeistofdruk en door hevelwerking van de lont zich, zoals bij communicerende va- 4 ten, in het reservoir en in de eerste pot een vloeistofniveau instelt boven de bodem van de eerste pot dat te hoog is voor de plantenwortels en deze kan verdrinken. Een voorziening voor het regelen en/of begrenzen van een vloeistofstroom of -debiet door 5 de lont kan daardoor achterwege blijven.
Het samenstel is door de gekoppelde eerste en tweede containers als een geheel te transporteren. Een geheel of gedeeltelijk met vloeistof gevuld reservoir kan het zwaartepunt van een samenstel dat is voorzien van een of meer planten en 10 teeltmedium verlagen, waardoor het samenstel stabieler wordt en de kans op kantelen en/of omvallen ervan kan worden verlaagd.
Transport wordt verder vereenvoudigd en stabiliteit verhoogd doordat de eerste pot is opgenomen in de tweede pot.
De eerste en tweede potten kunnen losneembaar gekoppeld 15 zijn, bijvoorbeeld voor het verwisselen van de eerste of tweede pot, voor het reinigen van het reservoir etc.
Verder kunnen de eerste en tweede potten worden gekoppeld doordat zij bij koppeling nauw op elkaar aansluiten, bijvoorbeeld met een passing, en/of zijn voorzien van een slui-20 ting, samenwerkende koppelmiddelen zoals haken en ogen en/of een deksel, zodat de potten sterk gekoppeld kunnen worden en ongewenst losraken van elkaar ten minste bemoeilijkt wordt. Hierdoor kan ook verdampen van de vloeistof uit het reservoir worden voorkomen.
25 De eerste pot kan een hoofdzakelijk waterdichte wand hebben, waardoor verdamping van vloeistof uit het reservoir kan worden tegengegaan en waardoor ongewenst transport vanuit het reservoir buiten de lont om wordt verhinderd.
Het reservoir is voorzien van een (na)vulopening, die 30 afsluitbaar kan zijn, zodat het vloeistofniveau kan worden aangevuld. Afsluitbaarheid kan vochtverlies door verdamping tegengaan.
Het samenstel kan zijn ingericht om een signaal aan een gebruiker af te geven wanneer het reservoir boven een bepaald 35 niveau is gevuld. Bijvoorbeeld kan een venster in het reservoir zijn aangebracht. Ook kan een vlotter zijn voorzien met een sig-naleringsmiddel, bijvoorbeeld met een pen die uit de vulopening 5 steekt bij overvulling. Een electrisch signaleringssysteem kan ook zijn voorzien. Verder is mogelijk dat de eerste pot los, en/of beweegbaar gekoppeld is met de tweede pot en als vlotter functioneert en gaat drijven in de tweede pot bij overmatige 5 vulling. Een andere optie is aanbrengen van een overloop of andere vulbegrenzing, die kan samenvallen met een vulopening.
In een uitvoeringsvorm steekt de lont in de binnenruimte van de eerste pot door een opening in een wand van de eerste pot nabij een bovenrand van de eerste pot, bijvoorbeeld enkele 10 cm onder een bovenrand, zoals tussen 0.5 tot 5 cm daarvan, bij voorkeur tussen 1 en 3 cm. Hierdoor kan de lont geheel bedekt worden met teeltmedium en daardoor hoofdzakelijk onzichtbaar blijven. Verder wordt verdamping van getransporteerde vloeistof uit de lont voorkomen.
15 Een plant wordt geteeld in een teeltpot. Deze dient ga ten te hebben om water en voedingsstoffen aan de plant toe te kunnen dienen. Het is voordelig wanneer het samenstel zo wordt uitgevoerd dat de eerste pot van het samenstel hoofdzakelijk ge-lijkvormig is aan de teeltpot waarin de plant is of wordt 20 geteeld die in het samenstel dient te worden getransporteerd en/of verkocht. In dat geval kan de plant verpot worden zonder dat de kluit hoeft te worden verkleind of extra teeltmedium (bijv. aarde) moet worden toegevoegd. De teeltpot kan dan weer hergebruikt worden.
25 De eerste pot en de teeltpot kunnen bijvoorbeeld met hoofdzakelijk dezelfde technieken en/of machines vervaardigd worden, bijvoorbeeld via spuitgieten. Een mal daarvoor kan zijn voorzien van pluggen of stempels etc. voor het definiëren van gaten in de teeltpot, en waarbij voor het vormen van de eerste 30 pot de betreffende pluggen, stempels, etc. uit de mal worden verwijderd, zodat anderszins hoofdzakelijk identieke potten worden gevormd.
Het is mogelijk om het samenstel gezamenlijk aan te bieden met een teeltpot, zodat een pakket ontstaat voor teelt en 35 aansluitende verkoop.
Het samenstel kan teeltmateriaal en een plant omvatten waarbij het reservoir is ingericht om voldoende vloeistof en 6 eventueel voedingsmiddelen en/of meststoffen te bevatten om de plant een bepaalde periode, bijvoorbeeld een, twee of drie weken of een maand, te laten overleven. De periode is bij voorkeur berekend op een gebruikelijke periode voor transport vanaf de 5 kweker tot aan het moment van verkoop aan een consument.
De eerste pot en in het bijzonder de tweede pot kan een sierpot omvatten. De eerste en/of tweede pot kan stapelbaar zijn vormgegeven voor plaats- en volume-efficiënt leegtransport.
Het samenstel kan zo zijn vormgegeven dat de buitenma-10 ten van het samenstel overeenkomen met standaardmaten, bijvoorbeeld voor het dicht opvullen van een niveau van een zogenaamde "Deense kar", wat het de facto standaardtransportmiddel is voor de professionele plantenteelt. Daartoe kan de eerste en/of de tweede pot bijvoorbeeld een hoofdzakelijk rechthoekige 15 bovenzijde in doorsnede hebben, mogelijk gecombineerd met een hoofdzakelijk afgeronde, bijvoorbeeld elliptische, onderzijde in doorsnede.
Het hierbij verschafte samenstel kan kosten-efficient worden vervaardigd, in het bijzonder goedkoper dan de hiervoor 20 beschreven bekende systemen. Verder kunnen kosten bij gebruik van het verschafte samenstel bij transport en/of voorraadbeheer worden verlaagd, in het bijzonder doordat aandacht voor en/of (tijd voor) verzorging van de plant kunnen worden beperkt en/of minder nodig zijn, wat de conditie van de plant en/of het over-25 leven daarvan ten goede komt. Aldus kunnen planten ook beter gedijen in omgevingen waarbij tijd voor en/of kennis van plan-tenverzorging voor kortere of langere perioden beperkt kunnen zijn, zoals in supermarkten, bouwmarkten en/of bij consumenten thuis. Voor groot- en/of detailhandel kunnen zo verlieskosten 30 worden verlaagd en voor consumenten kunnen tevredenheid en ge-bruiksgenot worden verhoogd en/of verlengd.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Het bovenstaande zal hierna verder worden toegelicht 35 aan de hand van de tekeningen, waarin
Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm toont in dwarsdoorsnede ; 7
Fig. 2A een tweede uitvoeringsvorm toont in dwarsdoorsnede; en
Fig. 2B een bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van Fig. 2A toont, met het vlak van de doorsnede van Fig. 2A aange-5 geven;
Figs. 2C-2D een volgende uitvoeringsvorm tonen in dwarsdoorsnede en bovenaanzicht zoals Figs 2A-2B, en Fig. 2E deze uitvoeringsvorm toont in achteraanzicht;
Figs. 3A-3C een andere uitvoeringsvorm tonen, respec-10 tievelijk in perspectiefaanzicht, bovenaanzicht en in doorsnede volgens lijn C in Fig. 3B;
Figs. 4 en 5 rangschikkingen van een aantal samenstellen volgens Figs. 3A-3C tonen; en
Figs. 6A-6C een verdere uitvoering van een samenstel 15 tonen.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVOERINGSVORMEN
Hierbij geldt dat de Figuren schematisch zijn, niet noodzakelijkerwijze op schaal en dat details die niet nodig zijn 20 voor het begrip van de onderhavige openbaarmaking achterwege kunnen zijn gebleven. Elementen in verschillende uitvoeringsvormen die hoofdzakelijk gelijk zijn en/of een hoofdzakelijk gelijke functie vervullen worden met dezelfde verwijzingssymbo-len aangegeven.
25 Fig. 1 toont een plantpotsamenstel 1, omvattende een eerste pot 3 met een omtrekswand 4 die een binnenruimte 5 omgeeft met een bovenrand 6 waarin van een plant 7 met wortels 8 in aarde 9 is opgenomen. Het samenstel omvat verder een tweede pot 11 met een wand 12 en een binnenruimte 13 waardoor een 30 vloeistofreservoir 15 wordt gevormd, en een lont 17.
De tweede pot 11 omvat een vulbuis 19 die zich langs de eerste pot 3 uitstrekt en is voorzien van een afsluitbare opening 21, zodat het reservoir 15 gevuld kan worden, bijvoorbeeld met behulp van een gieter 23. Een relatief hoog geplaatste vul-35 opening 21 voor het reservoir 15, bij voorkeur aan of nabij een bovenrand van de eerste pot 3 vereenvoudigt het vullen van het reservoir 15. Het benadrukt ook het vullen van het reservoir in 8 plaats van water geven in (de aarde in) de eerste pot 3, wat de kans op onjuist gebruik van het samenstel en verdrinking van de plant verkleint.
Doordat de plant 7 in een afgesloten pot staat dient 5 water geven alleen via het reservoir te gebeuren, omdat het risico van verdrinken van de plant anders groot wordt.
De eerste pot 3 en de tweede pot 11 zijn vast aan elkaar gekoppeld. Het reservoir 15 bevindt zich onder de eerste pot 3 en is daarvan gescheiden door een vloeistofdichte, in het 10 bijzonder waterdichte, bodem 25 van de eerste pot 3. Het vloeistof reservoir 15 is aldus ingericht om het niveau van daarin opgenomen vloeistof hoofdzakelijk onder de bodem 25 van de eerste pot 3 te houden.
De lont 17 strekt steekt in het vloeistofreservoir 15 15 en strekt zich daarvan uit buiten (de omtrekswand 4 om) de binnenruimte 5 van de eerste pot 3 maar steekt langs en over de bovenrand 6 in de binnenruimte 5. De lont 17 strekt zich verder uit door ten minste een deel van het teeltmedium 9.
In deze uitvoeringsvorm strekt de lont 17 zich uit door 20 een speciaal daartoe voorzien kanaal 27 tussen de eerste pot 3 en (de vulbuis 19 van) de tweede pot 11.
De vulbuis 19 strekt zich uit naast de binnenruimte 5 van de eerste pot 3. Hierdoor zou waterdruk op de lont 17 kunnen komen te staan die tot een overmaat vloeistof in de grond 9 zou 25 kunnen leiden via hevelwerking van de lont 17. Om overbevochtigen te vermijden kan de vulbuis 19 zodanig zijn uitgevoerd dat het inwendige volume van de vulbuis 19 verwaarloosbaar is ten opzichte van het volume van de eerste pot 3. Verder kan een sluitklep en/of signalering worden voorzien die vullen van het 30 reservoir 15 met een vloeistofniveau boven de bodem van de eerste pot 3 helpt verhinderen. Een klein volume van de vulbuis 19 vormt verder een beveiliging tegen overvullen van het samenstel omdat de buis tijdens het vullen "klokkende"-geluiden kan maken waarvan de toonhoogte gerelateerd is aan de hoogte van het 35 vloeistofniveau in de buis.
Fig. 2A en 2B tonen een andere uitvoeringsvorm, waarbij de eerste pot 3 nagenoeg geheel in de tweede pot 11 is opgeno- 9 men, zodanig dat de bovenrand 6 van de eerste pot hoofdzakelijk gelijk ligt met de bovenrand 29 van de tweede pot 11. Dit verschaft een aangenaam uiterlijk. Het reservoir 15 wordt in deze uitvoeringsvorm gevormd tussen de bodems en wanden van de eerste 5 en tweede potten 3, 11. De lont 17 loopt hierbij ook tussen de potten 3, 11 door en steekt de binnenruimte 5 van de eerste pot 3 in door een opening 31 in de zijwand 4 van de eerste pot 3. De opening 31 wordt onzichtbaar afgedekt door het teeltmedium 9.
Het gedeelte van de lont 17 dat in de eerste pot 3 steekt is re-10 latief kort en strekt zich alleen uit in een bovendeel van de eerste pot 3, waarbij de lont 17 hoofdzakelijk boven de wortels 8 van de plant 7 blijft.
Het reservoir 15 kan worden gevuld via een vulopening 21, die rechtstreeks toegang geeft tot de binnenruimte 13 van de 15 tweede pot 11. De opening 21 wordt hier gedefinieerd door de samenwerkende vormen van de eerste en tweede potten, 3, 11, waarbij hier de eerste pot een afgeschuinde hoek heeft van een anderszins hoofdzakelijk rechthoekige vorm in bovenaanzicht, zie Fig. 2B, maar andere vormen zoals een tuit of een trechter en 20 dergelijke zijn ook mogelijk. Een voordeel van de vorm van Fig.
2B is dat een dichte opvulling van een oppervlak vereenvoudigd wordt. Verder is de vorm van de eerste pot vergelijkbaar met die van een teeltpot.
Figs. 2C-2E tonen een variant op de uitvoeringsvorm van 25 Figs. 2A-2B in doorsnede (Fig. 2C), bovenaanzicht (Fig. 2D) en achteraanzicht (Fig. 2E), respectievelijk, waarbij de vulopening 21 vergroot en (rand 22 van de vulopening 21) verlaagd is door ten opzichte van de uitvoeringsvorm van Figs. 2A-2B een hoek van de tweede pot 11 te verwijderen. De positie van de onderzijde 30 van (de rand 22 van) de vulopening 21 is bij voorkeur gekozen om een maximale vulhoogte in het reservoir te begrenzen op een hoogte onder de lontdoorvoeropening 31. De hoogte wordt echter bij voorkeur zo gekozen dat gevaar voor morsen van water uit het reservoir tijdens het vullen en in het bijzonder tijdens trans-35 port in gevulde toestand klein is.
Figs. 3A-3C tonen een verdere uitvoeringsvorm van een samenstel 1. De eerste pot 3 is hoofdzakelijk rond in bovenaan- 10 zicht. De tweede pot 11 is ook hoofdzakelijk rond maar is voorzien van een tuit 35 die een vulkanaal 19 met een vulopening 21 aan de bovenzijde van het samenstel 1 vormt. Het samenstel 1 biedt twee kanalen 27 met openingen 31 naar de binnenruimte van 5 de eerste pot 3 voor een lont (niet getoond). Een veelvoud van lonten vereenvoudigt vergrote en/of symmetrische bevochtiging van de grond. De zijwanden van de eerste en tweede potten sluiten verder nauw op elkaar aan om het tussen de zijwanden van de potten liggende volume zo veel mogelijk te verkleinen. De eerste 10 pot 3 heeft een bovenrand 37 die om de bovenrand van de tweede pot 11 heen grijpt, hier met een inwaarts gedeukte lip om een verdikt deel van die bovenrand, zodat een vaste koppeling, hier een klikkoppeling, ontstaat die losschieten verhindert en zodat een eenvoudig transporteerbaar geheel wordt gevormd. De boven-15 rand 37 van de eerste pot 3 omgrijpt de gehele bovenrand van de tweede pot 11 zodat een geheel wordt gevormd wat hygiene vergroot en aantrekkelijk oogt. Een gat in de bovenrand 37 van de eerste pot 3 definieert de vulopening 21.
Het beste zichtbaar in Fig. 4, is dat het samenstel 1 20 hoofdzakelijk rond is in bovenaanzicht met een tuit 35, zodat een druppelvorm in bovenaanzicht wordt verschaft, met een relatief spitse zijde gevormd door de tuit 35 en een relatief stompe' zijde door de ronde basisvorm. De tuit 35 van het samenstel 1 valt aan de relatief spitse zijde binnen een omgeschreven recht-25 hoek, hier een omgeschreven vierkant, van het samenstel zonder de tuit, hier om de stompe zijde. Het samenstel is aldus zo vormgegeven dat een regelmatige dichte rangschikking van een aantal samenstellen 1 mogelijk is, hier in een vierkantsopstel-ling zie Fig. 4. Een drie- of zeshoekige basisvorm is ook 30 mogelijk en geschikt. In een andere opstelling (Fig. 5) kunnen de samenstellen hoofdzakelijk identiek gericht zijn gerangschikt, wat een aantrekkelijk eenvormig aanzicht biedt.
Figs. 6A-6C tonen een verder verbeterde variant van een samenstel 1, in bovenaanzicht (Fig. 6A), doorsnede (Fig. 6B) en 35 onderaanzicht (Fig. 6C). Hierbij is de wand van de tuit 35 tussen de vulopening 21 en de bodem van de binnenpot 3 ten opzichte van de uitvoeringsvorm van Figs. 3A-3C naar binnen gebogen, naar 11 de binnenpot 3 (het duidelijkst zichtbaar in Fig. 6B), zodat het volume van het vulkanaal 19 en dus het tussenliggende volume tussen de zijwanden van de binnenpot 3 en de buitenpot 11 verder zijn verkleind en het reservoir nagenoeg volledig onder de bodem 5 van de binnenpot 3 ligt. Verder sluiten de zijwanden van de eerste en tweede potten 3, 11 nauw op elkaar aan waarbij zij elkaar over het grootste deel van hun oppervlak raken, bij voorkeur hoofdzakelijk over hun gehele oppervlak met uitzondering van de delen van het vulkanaal 19 en de lontkanalen 27, om het volume 10 tussen de zijwanden van de potten 3, 11 te minimaliseren.
De opening 21 van de tuit 35 is in deze uitvoeringsvorm tegen lekkage en verdamping afgesloten met een dopje 41, dat tegen verlies aan de eerste of tweede pot 3, 11 kan zijn bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een filmscharnier 42 zo-15 als hier. In de getoonde uitvoering is het dopje 41 voorzien van een treklip 43 voor eenvoudige opening, waarbij de treklip 43 hier naar het midden van het samenstel 1 is gericht en aldus binnen de omtrek van de tweede pot 11 blijft. In de uitvoering van Figs. 6A-6C is de buitenpot 11 aan de binnenzijde voorzien 20 van een aantal optionele nokken 39 die een stabiele stapeling van een aantal potten 11 vereenvoudigen. In de binnenpot 3 verlopen de kanalen 27 voor de lonten enigszins taps naar boven om fabricage en een stabiele stapeling te vereenvoudigen.
Om het verkrijgen van een geschikte rangschikking te 25 vereenvoudigen, bijvoorbeeld voor een presentatie volgens Figs.
4 en/of 5, is de onderzijde van de tweede pot 11 voorzien van een of meer optionele positioneringstructuren voor samenwerking met (structuren van) een geschikte drager (niet getoond). Hier is een vormslot 45 verschaft dat rotatiesymmetrie van de pot 11 30 verbreekt en in deze uitvoeringsvorm een holte in de bodem van de pot 11 bevat met een onronde vorm, die kan samenwerken met een of meer geschikt gevormde uitstulpingen van een drager om een bepaalde relatieve positie en/of oriëntatie vast te leggen. Het vormslot 45 is hier conisch uitgevoerd zodat een zelfzoekend 35 effect naar de gewenste positie kan worden bereikt, en wat fabricage en/of stapeling van een aantal potten 11 vereenvoudigt.
12
Door een slanke vorm van het samenstel, het aansluiten van de eerste en tweede potten en/of het ten minste nagenoeg geheel opnemen van de eerste pot in de tweede pot kan een aantrekkelijk samenstel worden verschaft. Bij uitvoeringsvormen 5 met een relatief hoge buitenwand van de tweede pot ten opzichte van de bodem van de eerste pot en de bovenzijde van het reservoir, bijvoorbeeld waarbij de eerste pot nagenoeg geheel is opgenomen in de tweede pot en de bovenranden van de eerste en tweede potten op vergelijkbare hoogte zijn gerangschikt, kan 10 morsen van water tijdens transport verhinderd worden. Door een hoofdzakelijk rechte of conische vorm van de eerste en tweede potten 3, 11 potten die naar boven uitloopt zijn de potten 3, 11, eenvoudig met een nauwe omsluiting in elkaar te plaatsen, zodat een reservoirvolume tussen beide potten en boven de bodem 15 van de eerste pot 3 wordt beperkt of zelfs zo veel mogelijk voorkomen, hetwelk anders tot overmatige watertoevoer aan de planten zou kunnen leiden.
Bij uitvoeringen waarbij de eerste pot hoofdzakelijk of geheel in de tweede pot is opgenomen vormt de wand van de tweede 20 pot 11 een bescherming van en versterking voor de (wand van de) eerste pot 3 zodat verder een robuust samenstel 1 kan worden verschaft bij een relatief dunne wand van de eerste pot 3, wat materiaal bespaart. In het bijzonder bij een samenstel 1 waarbij de eerste pot 3 door middel van een passing met de tweede pot 11 25 is gekoppeld en de wanden van de potten 3, 11 elkaar ten minste gedeeltelijk raken en ondersteunen, bijvoorbeeld om de eerste en tweede potten te koppelen en/of een reservoirvolume boven de bodem van de binnenpot te minimaliseren, kan ook een deel van de tweede pot 11 relatief dun worden uitgevoerd.
30 Voorbeeldwaarden voor geschikte afmetingen van het in
Figs. 7A-7C getoonde model zijn: volume eerste pot ca 1 liter (bijvoorbeeld ca 11 cm diameter x 10 cm hoogte); volume reservoir in tweede pot onder de bodem van de eerste pot ca 0.75 liter; lontkanalen ca 3 x 0.3 cm voor lonten van ca 2.5-3 x 0.2 35 cm; restvolume tussen eerste en tweede potten boven de bodem van de eerste pot (vultuit, lontkanalen, overige tussenruimten) ca 50 ml of minder, in een voorkeursuitvoering bijvoorbeeld minder 13 dan ca 35 ml. Dit restvolume wordt in gebruik verlaagd door het volume dat door de lont(en) wordt ingenomen, typisch ca 5-10 ml. Het restvolume dat aldus minder dan ca 3% van het volume van de eerst pot is wordt in gebruik niet volledig met vloeistof (wa-5 ter) gevuld om overstroming en/of morsen te verhinderen, en ten hoogste een verwaarloosbare hoeveelheid water in het restvolume tussen de zijwanden van de potten te verschaffen ten opzichte van het volume van de eerste pot, hetwelk in korte tijd door de plant kan worden gebruikt zodat het vloeistofniveau in het re-10 servoir zich verder onder de bodem van de eerste pot bevindt.
Een samenstel met dergelijke afmetingen blijkt na eenmalig vullen ruim drie weken een waterminnende plant zoals een hortensia in goede conditie te houden zonder verdere verzorging te behoeven. Een relatief droogteminnende plant zoals een cactus blijft 15 veel langer in goede conditie.
De uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvormen, die kunnen worden gevarieerd op een aantal manieren binnen de reikwijdte van de conclusies.
Bijvoorbeeld kunnen de eerste en tweede potten groter, 20 kleiner en/of anders gevormd zijn, bijvoorbeeld hoger of lager. Zij kunnen aardewerk, glas, plastic of een ander materiaal zijn.
Het samenstel kan meer dan een lont omvatten. Een lont kan zijn omgeven door een mantel. Het lontmateriaal kan glasvezel en/of katoenvezel of een ander materiaal omvatten, en kan 25 een sponsachtig karakter hebben. Het is gebleken dat sponsachtig en/of recht geweven lonten ten opzichte van hun lengterichting doorgaans slecht presteren door een ofwel te hoog ofwel te laag capillair vermogen, wat tot verdrinking of juist uitdroging van de plant leidt. Een lont van gevlochten of schuin geweven mate-30 riaal, met garens of bundels filamenten onder een schuine hoek met de lengterichting van de lont, bijvoorbeeld een hoek tussen ca 30 en 60 graden met de langsrichting van de lont blijkt bijzonder geschikt. Vermoed wordt dat door de schuine richting van de lontdraden een gelijkmatig verdeelde capillaire werking met 35 steeds een richtingscomponent in langsrichting van de lont en transportrichting voor de vloeistof wordt verkregen die niet 14 wordt onderbroken door een structuur dwars op de lont zoals bijvoorbeeld dwarse inslagdraden en/of een rand van de eerste pot.
Het samenstel kan zijn voorzien van een manchet om het een aantrekkelijk uiterlijk te geven, en/of zijn voorzien van 5 een of meer steunen voor bloemen of planten, bijvoorbeeld klimplanten .
Het samenstel kan zijn ingericht voor en/of voorzien van meer dan een plant. De plant kan een kamerplant of een bui-tenplant zijn en hoeft geen bloeiende plant te zijn.
10 Opties en aspecten van verschillende uitvoeringsvormen kun nen worden uitgewisseld en gecombineerd tenzij anders aangegeven.

Claims (15)

1. Een plantpotsamenstel (1), omvattende een eerste pot (3) met een binnenruimte (5) voor het daarin opnemen van een plant (7) in aarde (9) of een ander teeltmedium, een daarmee gekoppelde tweede pot (11) met een binnen-5 ruimte (13) voor het vormen van een vloeistofreservoir (15), en een lont (17) die zich uitstrekt vanuit het vloeistof reservoir tot in de binnenruimte van de eerste pot voor het transporteren van vloeistof vanuit het vloeistofreservoir tot in de binnenruimte van de eerste pot, 10 waarbij het vloeistofreservoir een vulopening (21) heeft aan of nabij de bovenzijde van het samenstel, waarbij de lont tussen de eerste en tweede potten loopt en langs of nabij een bovenrand van de eerste pot, bijvoorbeeld door een opening (31) in een wand (4) van de eerste pot, in de 15 binnenruimte van de eerste pot steekt en zich daarin uitstrekt, en waarbij de eerste pot hoofdzakelijk waterdicht is en het samenstel is ingericht om vloeistoftransport tussen het reservoir en het teeltmedium langs andere weg dan via de lont te 20 verhinderen, met het kenmerk dat de eerste pot is opgenomen in de tweede pot met een nauwe omsluiting zodat het vloeistofreservoir zich hoofdzakelijk onder de eerste pot, ten minste hoofdzakelijk onder de binnenruimte daarvan, bevindt. 25
2. Het samenstel (1) volgens conclusie 1, waarbij de lont (17) in de binnenruimte (5) van de eerste pot (3) in een bovendeel daarvan is gerangschikt.
3. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande con clusies, waarbij de eerste pot (3) hoofdzakelijk geheel is opgenomen in de tweede pot (11).
4. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij eerste pot (3) en de tweede pot (11) losneembaar zijn gekoppeld.
5. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande con clusies, waarbij de eerste en tweede pot (3, 11) zijn gekoppeld door een tenminste gedeeltelijke passing van de potten, en/of de eerste en tweede pot zijn voorzien van een sluiting en/of deksel . 10
6. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande con clusies, waarbij de zijwanden (4, 12) van de eerste en tweede pot (3, 11) elkaar ten minste gedeeltelijk raken en ondersteu nen, waarbij bij voorkeur de zijwanden elkaar raken het grootste 15 deel, zoals bijvoorbeeld 75% of meer, van het oppervlak van de zijwanden van de eerste pot.
7. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het samenstel is ingericht om een signaal aan 20 een gebruiker af te geven wanneer het reservoir (15) boven een bepaald niveau is gevuld.
8. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de eerste pot (3) of de tweede pot 25 (11) een sierpot omvat.
9. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende teeltmedium (9) en een plant (7).
10. Het samenstel (1) volgens conclusie 9, waarbij de plant (7) is geteeld in een teeltpot en waarbij de eerste pot (3) hoofdzakelijk gelijk is aan de teeltpot.
11. Het samenstel (1) volgens conclusie 9 of 10, waar- 35 bij het reservoir (15) is ingericht om voldoende vloeistof en eventueel voedingsmiddelen en/of meststoffen te bevatten om de plant (7) een voorafbepaalde periode te laten overleven.
12. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de lont (17) een gevlochten of schuin geweven materiaal omvat ten opzichte van de lengterichting van de 5 lont.
13. Het samenstel (1) volgens conclusie 12, waarbij de lont (17) is opgebouwd uit garens en/of filamenten die in een hoek tussen ca 30 en 60 graden met de langsrichting van de lont 10 lopen.
14. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste de tweede pot (11) hoofdzakelijk rond of druppelvormig is in bovenaanzicht met een relatief spit- 15 se zijde en een relatief stompe zijde, waarbij de relatief spitse zijde een tuit (35) omvat die binnen een omgeschreven rechthoek, bij voorkeur een omgeschreven vierkant, om de ronde of stompe vorm is gerangschikt.
15. Het samenstel (1) volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van een drager voor een of meer samenstellen, waarbij het samenstel en de drager zijn voorzien van samenwerkende positioneringsstructuren voor het bepalen van een onderlinge relatieve positie.
NL2008923A 2011-06-01 2012-06-01 Plantpotsamenstel. NL2008923C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP12195336.8A EP2668841B1 (en) 2012-06-01 2012-12-03 Plant pot and carrier assembly
US13/794,905 US20130318872A1 (en) 2012-06-01 2013-03-12 Plant pot assembly
NZ701857A NZ701857A (en) 2012-06-01 2013-04-17 Plant pot assembly
CA2914093A CA2914093A1 (en) 2012-06-01 2013-04-17 Plant pot assembly
RU2014149130A RU2615472C2 (ru) 2012-06-01 2013-04-17 Сборный контейнер для растений
PCT/EP2013/057961 WO2013178400A1 (en) 2012-06-01 2013-04-17 Plant pot assembly
AU2013269980A AU2013269980B2 (en) 2012-06-01 2013-04-17 Plant pot assembly
SA113340564A SA113340564B1 (ar) 2012-06-01 2013-05-18 تجميعة وعاء نبات
ZA2014/08479A ZA201408479B (en) 2012-06-01 2014-11-18 Plant pot assembly

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP11168448 2011-06-01
EP11168448 2011-06-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008923C2 true NL2008923C2 (nl) 2012-12-04

Family

ID=46148772

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008923A NL2008923C2 (nl) 2011-06-01 2012-06-01 Plantpotsamenstel.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2529616B1 (nl)
DK (1) DK2529616T3 (nl)
NL (1) NL2008923C2 (nl)
PL (1) PL2529616T3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104782413A (zh) * 2015-04-02 2015-07-22 成都科特柯本科技有限公司 一种湿度自保持花盆

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9295204B2 (en) 2013-11-20 2016-03-29 Dung B. Nguyen Liquid storage and delivery system

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH342073A (de) * 1953-12-17 1959-10-31 Rootry Exploitatie Mij N V Vorrichtung zur Herstellung von Fettprodukten, insbesondere Margarine
DE2426582A1 (de) * 1974-03-01 1975-12-11 Baumann & Co G Pflanzgefaess mit fluessigkeitsspeicher zur langzeit-fluessigkeitsversorgung
CN201726722U (zh) * 2010-06-22 2011-02-02 苏原 节水型无源自动浇灌器

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE103433C (nl) 1898-09-06 1899-06-13
CH342027A (fr) * 1957-10-31 1959-10-31 Aerni Andre Dispositif pour la culture d'au moins une plante
US4250665A (en) 1978-09-15 1981-02-17 English Roy L Planter system
US4339891A (en) 1980-10-06 1982-07-20 Bassett Ronald M Plant supporting and watering device
US4741125A (en) 1986-03-21 1988-05-03 Donald Demorest Wick-based liquid delivery system for plants
DE8613696U1 (de) * 1986-05-21 1987-05-27 Ortmann, Günter, 4010 Hilden Bewässerungsgerät für Topfpflanzen
US5081790A (en) 1988-05-24 1992-01-21 Hinton Robert A Self-maintenance planter
US4999947A (en) 1989-10-02 1991-03-19 Dale Whitaker Controlled wick waterer for planter pots and the like
EP0688497A1 (de) 1994-06-23 1995-12-27 Albin Heeb AG Einrichtung für Pflanzenbehälter
FR2814639A1 (fr) 2000-10-02 2002-04-05 Pierre Chambeu Pots et bacs a fleurs a systeme reglable d'alimentation et d'evacuation d'eau
GB2444141A (en) 2006-11-21 2008-05-28 Johnny Johnson Iii Plant pot saucer with lid
EP1958500B1 (de) * 2007-02-14 2010-05-26 Gerhard Höpke Vorrichtung zur Bewässerung von Bepflanzungen in Behältnissen
US20090056219A1 (en) 2007-09-05 2009-03-05 Lajos Csoke Self-watering plant container
DE102008049361A1 (de) * 2008-09-29 2010-04-08 Geobra Brandstätter GmbH & Co KG Einsatz-Behälter

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH342073A (de) * 1953-12-17 1959-10-31 Rootry Exploitatie Mij N V Vorrichtung zur Herstellung von Fettprodukten, insbesondere Margarine
DE2426582A1 (de) * 1974-03-01 1975-12-11 Baumann & Co G Pflanzgefaess mit fluessigkeitsspeicher zur langzeit-fluessigkeitsversorgung
CN201726722U (zh) * 2010-06-22 2011-02-02 苏原 节水型无源自动浇灌器

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104782413A (zh) * 2015-04-02 2015-07-22 成都科特柯本科技有限公司 一种湿度自保持花盆

Also Published As

Publication number Publication date
PL2529616T3 (pl) 2016-11-30
EP2529616A1 (en) 2012-12-05
EP2529616B1 (en) 2016-05-11
DK2529616T3 (en) 2016-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2615472C2 (ru) Сборный контейнер для растений
CN105899069B (zh) 多重盆栽植物自灌溉系统
KR102039379B1 (ko) 식재가 용이한 저수조 멀티 화분
NL2008923C2 (nl) Plantpotsamenstel.
US20090199472A1 (en) Plant culturing tool
US8051603B1 (en) Water wing plant pot
CN201042142Y (zh) 可自动浇水的夹层花盆
CN104871866B (zh) 能够应用于绿化墙上的一体化花箱
KR101344914B1 (ko) 수분 자동 공급장치
WO2006077669A1 (ja) 植木鉢
US11570957B2 (en) Adjustable, controlled rate plant watering device
JP4003103B2 (ja) 自動灌水植物栽培容器
KR102377902B1 (ko) 자동 관수 화분
CN202425373U (zh) 双壁保水花盆
KR101380567B1 (ko) 화분용 급수기
CN207201446U (zh) 一种花盆
CN205611345U (zh) 一种吸水花盆罩及吸水花盆
CN208227974U (zh) 盆栽补水器及盆栽自动补水器
CN2169279Y (zh) 盆栽植物自动灌溉器
KR100925207B1 (ko) 저수 기능을 구비한 화분
CN210959597U (zh) 一种自动吸水养护盆栽装置
JP2022026022A (ja) 寄せ植え用プランター
CN207040341U (zh) 一种自动吸水花盆
CN207476345U (zh) 全面观储水吊篮花盆
KR20220001282U (ko) 내부가 분할되는 화분

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170701