NL2008738C2 - Spackmes voor het afwerken van een gestuukt oppervlak. - Google Patents

Description

-1 -

Korte aanduiding: Spackmes voor het afwerken van een gestuukt oppervlak

De uitvinding heeft betrekking op een spackmes. Dergelijke spackmessen worden gebruikt voor het afwerken van een reeds gestuukt oppervlak, zoals een wand of muur in 5 een woning. Nadat, vaak m.b.v. een troffel of spaan, stuukwerk op het oppervlak is aangebracht dient dit afgewerkt te worden. Met een troffel of spaan wordt stuukwerk grof aangebracht. Echter dient het oppervlak esthetisch aantrekkelijk te zijn. Derhalve wordt deze afgewerkt met een spackmes, dat mogelijk maakt dat er een glad en regelmatig oppervlak ontstaat, nadat het spackmes over het grove oppervlak wordt verplaatst. Doordat een 10 meszijde over het grove oppervlak wordt verplaatst resulteert dit in een gewenst afgewerkt oppervlak. Bovendien kan het spackmes ook een gewenst patroon genereren. Dit kan bijvoorbeeld een lijnenpatroon zijn, waarbij de meszijde lang zijn zijde is voorzien van meerdere uitsparingen. De meerdere uitsparingen hebben vaak een regelmatig patroon dat overeenkomt met het gewenste lijnenpatroon.

15 Het bedienen van het spackmes gebeurt handmatig door een gebruiker. De gebruiker pakt het spackmes vast bij een handvat en verplaatst het spackmes handmatig, zodanig dat de meszijde een gewenste beweging volgt die resulteert in een gewenste afwerking van het oppervlak. Door een kracht uit te oefenen op het spackmes kan de gebruiker met de meszijde een druk uitoefenen op het af te werken oppervlak.

20 Het nadeel van bestaande spackmessen is dat bij het bewegen van het spackmes er een risico bestaat dat een hand van de gebruiker zich in het gestuukte oppervlak bevindt.

Dit zorgt voor een lelijke afwerking of ten minste extra werk, omdat de lelijke afwerking opnieuw afgewerkt moet worden. Het resulteert ook in vieze handen.

Een verder nadeel is dat huidige spackmessen ergonomisch onhandig zijn. Voor een 25 nauwkeurige afwerking is een constante en gecontroleerde beweging van de hand van de gebruiker nodig. Om een glad en regelmatig oppervlak te verkrijgen is een gelijkmatige druk van de meszijde op het oppervlak nodig. Hierdoor moet de gebruiker zijn hand en arm vaak in krampachtige posities manoeuvreren om een constante, gelijkmatige en gecontroleerde beweging tot stand te brengen.

30 Het doel van de onderhavige uitvinding is een spackmes te verschaffen, waarbij deze nadelen ten minste gedeeltelijk worden ondervangen, of om althans een bruikbaar alternatief te verschaffen.

In het bijzonder heeft de uitvinding als doel een gebruiksvriendelijk spackmes te verschaffen.

35 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een spackmes volgens conclusie 1.

-2-

Dit spackmes is geschikt voor het afwerken van een gestuukt oppervlak. Met afwerken wordt bedoeld het op een gecontroleerde wijze behandelen van een grove gestuukt oppervlak naar een gewenst in hoofdzaak glad en regelmatig oppervlak. Het is voorzien dat het gladde oppervlak ook een lijnenpatroon kan omvatten.

5 Het spackmes omvat een bladvormig mes dat voorzien is van een langszijde en een tegenoverliggende meszijde. De meszijde is hierbij geschikt voor een schrapen over het gestuukte oppervlak, zodat een gewenste afwerking wordt verkregen. Verder omvat het spackmes een langwerpige houder die aangebracht is langs de langszijde van het bladvormig mes voor het ten minste gedeeltelijk verstevigen van de langszijde van het 10 bladvormig mes. Het verstevigen van de langszijde van het bladvormig mes resulteert in dat een gebruiker op een gecontroleerde wijze krachten kan overbrengen naar de meszijde.

Het spackmes omvat verder een langwerpig handvat dat aangebracht is aan de langwerpige houder. De gebruiker bedient het spackmes door met een hand een kracht uit te oefenen op het langwerpige handvat. Deze kracht wordt overgebracht via het 15 langwerpige handvat naar de meszijde, alwaar de meszijde een overeenkomstige druk of kracht kan uitoefenen op een af te werken oppervlak. Het spackmes bevindt zich in een eerste stand waarbij een lengteas van het langwerpige handvat loodrecht gelegen is ten opzichte van de langszijde van het bladvormig mes. Hiermee staat het handvat haaks op de langszijde.

20 Bij voorkeur is het langwerpige handvat in een midden van de langszijde aangebracht. Dit heeft als voordeel dat op een symmetrische wijze krachten kunnen worden uitgeoefend door de gebruiker naar de meszijde, waardoor op een makkelijker manier een gelijke druk of kracht langs de meszijde kan worden overbracht op het grove gestuukte oppervlak.

25 Het spackmes omvat een draaischarnier dat aangebracht is tussen het langwerpige handvat en de langwerpige houder voor het roteren van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder naar een tweede stand. In de tweede stand is een rotatieas, zijnde de as waarom het langwerpige handvat roteert, loodrecht gelegen ten opzichte van het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

30 De tweede stand is bij voorkeur in te stellen door de gebruiker met behulp van eerste instelmiddelen. De eerste instelmiddelen in een eerste stelstand fixeren het handvat in de eerste stand of de tweede stand. Door de instelmiddelen naar een tweede stelstand te brengen is het handvat vrij om te roteren ten opzichte van de langwerpige houder. Dit heeft als voordeel dat de tweede stand een door de gebruiker te kiezen hoekwaarde kan -3- aannemen. Dit maakt een meer ergonomische bediening mogelijk afgestemd op de gebruiker.

Verder omvat het spackmes een afstandhouder aangebracht tussen het langwerpige handvat en de langwerpige houder voor het op afstand houden van het langwerpig handvat 5 ten opzichte van de langwerpige houder. De langwerpige houder is door de afstandhouder op afstand geplaatst van een vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

Doordat de afstandhouder van het vlak, waarin het bladvormig mes is gelegen, af is geplaatst wordt de kans dat tijdens gebruik de hand van de gebruiker vies wordt en/of het af te werken oppervlak verstoord aanzienlijk verkleind.

10 Bovendien resulteert de afstandhouder in een ruimte tussen het handvat en het bladvormig mes. Het handvat bevindt zich hierbij in een vlak parallel gelegen ten opzichte aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen. De ruimte tussen deze vlakken is geschikt voor het ten minste gedeeltelijk ontvangen van de hand. Dit heeft als verder voordeel dat het handvat met een grotere bruikbare reikwijdte kan roteren. Er zijn derhalve 15 meer tweede standen mogelijk wat de ergonomische mogelijkheden vergroot. De hand van de gebruiker wordt minder snel geklemd tussen het handvat en het bladvormig mes door de ontstane ruimte die gecreëerd is door de afstandhouder. Bovendien is het mogeljik dat door de grotere bruikbare reikwijdte het minder noodzakelijk is om polsgewrichten en/of ellebooggewrichten en of schoudergewrichten in een eindstand te draaien tijdens het 20 afwerken. Tenminste, hoeven de gewrichten minder dicht bij een eindstand worden geroteerd tijden gebruik van het spackmes terwijl nog wel eenzelfde kwaliteit van afwerken mogelijk is.

Een bijkomend voordeel is dat door het draaien van het handvat in een gewenste stand en het op afstand bevinden van het handvat ten opzichte van het bladvormig mes een meer 25 ergonomische bediening van het spackmes tijdens afwerken mogelijk is. Een ontstane ruimte tussen het handvat en het bladvormig mes in een gewenste draaistand resulteert in een lagere belasting van een schoudergordel van de gebruiker. Doordat het handvat in meer gewenste tweede standen kan worden gedraaid wordt een schoudergewricht in minder eindstanden gebracht tijdens afwerken. Met name het voorkomen van overmatige rotaties in 30 schoudergewrichten is mogelijk met het spackmes volgens de uitvinding. Naast een reductie van een belasting van schoudergewrichten kunnen polsgewrichten en ellebooggewrichten veel minder worden belast omdat het handvat meer kan meebewegen in tegenstelling tot het conventionele spackmes. Ook is een torsiebeweging om de lengterichting van een onderarm van de gebruiker veel minder nodig. Tenminste is het minder nodig dat deze torsiebeweging in eindstanden van de 35 onderarm leidt. Eveneens blijkt dat flexie-rotatie componenten in de lage rug van de gebruiker minder voorkomen wanneer het mes in een gewenste draaistand wordt gebracht.

-4-

Bij voorkeur valt de rotatieas van het draaischarnier samen met de afstandhouder, zodat de rotatieas het vlak, waarin het langwerpige blad is gelegen, denkbeeldig kruist. Dit heeft als voordeel dat ten minste een deel van het handvat boven de houder is gelegen waardoor meer gecontroleerd een kracht van de hand via het handvat op de houder en 5 daarmee het blad kan worden overgebracht. Dit is het geval omdat het handvat dan dichter bij de meszijde is gelegen en daarmee kleinere momenten worden gegeneerd.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het spackmes verder een kantelscharnier tussen het langwerpige handvat en de langwerpige houder voor het kantelen van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder naar een 10 tweede stand, waarbij een kantelas in een vlak is gelegen parallel aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen. De kantelas is hiermee op afstand gelegen ten opzichte van het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

Dit heeft als voordeel dat meer standen van het handvat ten opzichte van de houder gekozen kunnen worden, waarbij de hand van de gebruiker nog steeds voldoende ruimte 15 heeft om het handvat vast te grijpen.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is in de eerste stand een eerste einde van het langwerpige handvat op afstand gelegen ten opzichte van het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen. Het eerste einde is proximaal gelegen ten opzichte van de gebruiker wanneer de gebruiker het handvat vast heeft. Het kantelscharnier is hierbij 20 ingericht voor het kantelen van het handvat naar de tweede stand, waarbij het eerste einde van het vlak af beweegt waarin het bladvormig mes is gelegen.

Dit heeft als voordeel dat het eerste einde van het blad af beweegt en meer ruimte ontstaat tussen het handvat en het blad. Omdat het handvat weliswaar op afstand is geplaatst ten opzichte van het blad blijft de weg die de kracht aflegt van de hand van de 25 gebruiker naar de meszijde nog steeds relatief klein, terwijl de gebruiker wel de mogelijkheid krijgt om in verschillende kantelstanden het spackmes te bedienen. Dit vergroot de gebruiksvriendelijkheid.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is in de eerste stand een eerste einde van het langwerpige handvat distaai gelegen ten opzichte van het bladvormig mes. Het 30 draaischarnier is ingericht voor het roteren van het langwerpige handvat naar de tweede stand, zodanig dat het eerste einde proximaal is gelegen ten opzichte van het bladvormig mes. Met proximaal gelegen wordt bedoeld dat het eerste einde gericht is naar het bladvormig mes. Het handvat is dan zodanig geroteerd dat het eerste einde zich boven de houder of het bladvormig mes bevindt.

-5-

Dit heeft als voordeel dat het voor de gebruiker mogelijk wordt het spackmes op een meer ergonomische wijze te bedienen waardoor krampachtige bewegingen en onnatuurlijke verdraaiingen van polsgewrichten, ellebooggewrichten en schoudergewrichten wordt verminderd. Wanneer de gebruiker het handvat vasthoudt, waarbij het eerste einde 5 proximaal is gelegen ten opzichte van de gebruiker, dan is de meszijde ten minste gedeeltelijk gericht naar de gebruiker. Dit in tegenstelling tot bekende spackmessen. Dit maakt het mogelijk om onder behoud van een gecontroleerde bediening van het spackmes op een meer comfortabele en gebruiksvriendelijke manier het grove gestuukte oppervlak af te werken.

10 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding valt in de tweede stand het eerste einde samen met de meszijde gezien in een vlak parallel aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

Dit is bijzonder voordelig omdat de krachtoverdracht van hand naar de meszijde optimaal is. In gebruik bevindt een pols van de gebruiker zich nabij de meszijde wat mogelijk 15 maakt dat er een betere controle op het spackmes kan worden uitgeoefend.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het spackmes verder instelbare verplaatsingsmiddelen tussen de afstandhouder en de houder voor het verplaatsen van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder van een eerste positie naar een tweede positie, evenwijdig aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

20 Dit is voordelig omdat dit mogelijk maakt om lastig te bereiken oppervlakken nauwkeurig af te werken. Het handvat verplaatst of transleert ten opzichte van het bladvormig mes. De mate van verplaatsing kan worden aangepast aan een geometrie van een omgeving van het te stuken oppervlak. Mocht bijvoorbeeld het te stuken oppervlak zich in een omgeving bevinden die een vrij bewegen van een spackmes blokkeert, dan kan het 25 handvat worden verplaatst zodanig dat een blokkade wordt vermeden en de gebruiker nog steeds met voldoende controle het te stuken oppervlak kan afwerken.

Met de instelbaarheid van de verplaatsingsmiddelen wordt bedoeld dat de verplaatsingsmiddelen zijn ingericht voor het fixeren van het handvat in een gefixeerde stelstand, zodat het handvat zich gefixeerd in de eerste positie of de tweede positie bevindt. 30 Eveneens zijn de verplaatsingsmiddelen ingericht voor het vrij bewegen van het handvat in een vrije stelstand. Met vrij bewegen wordt bedoeld verplaatsen tussen de eerste en de tweede positie.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de instelbare verplaatsingmiddelen ingericht voor het rechtlijnig verplaatsen van het langwerpige handvat in een richting 35 evenwijdig aan de langszijde van de langwerpige houder.

-6-

Dit heeft als verder voordeel dat de langwerpige houder met een vooraf bepaalbare rechtlijnige beweging kan worden bewogen ten opzichte van het bladvormig mes. Hierdoor is het mogelijk om de positie van de langwerpige houder ten opzichte van het bladvormig mes met herhaalbare nauwkeurigheid te veranderen. Dit maakt het mogelijk om in kleine 5 ruimten nauwkeurig af te werken.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de instelbare verplaatsingmiddelen ingericht voor het rechtlijnig verplaatsen van het langwerpige handvat in een richting loodrecht op de langszijde van de langwerpige houder.

Dit heeft als verder voordeel dat de langwerpige houder met een vooraf bepaalbare 10 rechtlijnige beweging kan worden bewogen ten opzichte van het bladvormig mes. Hierdoor is het mogelijk om de positie van de langwerpige houder ten opzichte van het bladvormig mes met herhaalbare nauwkeurigheid te veranderen. Dit maakt het mogelijk om in kleine ruimten nauwkeurig af te werken.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de meszijde rechtlijnig.

15 Dit heeft als voordeel dat vlakke oppervlakken makkelijker afgewerkt kunnen worden.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de meszijde kromlijnig.

Dit heeft als voordeel dat gekromde oppervlakken makkelijker afgewerkt kunnen worden.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het spackmes verder een eerste 20 instelmiddel voor het instellen van een rotatiestand van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder.

Dit maakt het enerzijds mogelijk om het handvat te fixeren in een eerste rotatiestand of een tweede rotatiestand, waarbij beiden rotatiestanden ongelijk zijn ten opzichte van elkaar, en anderzijds vrij te bewegen tussen de eerste rotatiestand en de tweede 25 rotatiestand.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het spackmes verder een tweede instelmiddel voor het instellen van een kantelstand van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder.

Dit maakt het enerzijds mogelijk om het handvat te fixeren in een eerste kantelstand 30 of een tweede kantelstand, waarbij beiden kantelstanden ongelijk zijn ten opzichte van elkaar, en anderzijds vrij te bewegen tussen de eerste kantelstand en de tweede kantelstand.

In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is nabij een tweede einde van het langwerpige handvat een uitsparing voorzien in het langwerpige handvat voor het 35 ontvangen van ten minste een deel van een hand van een gebruiker, zodanig dat ten minste -7- één instelmiddel bedienbaar is door het deel van de hand, tijdens het houden van het langwerpig handvat.

Dit is voordelig omdat dit een eenvoudig instellen van het spackmes, d.w.z. eenvoudig instellen van een kantelstand, rotatiestand, eerste stand en/of tweede stand 5 mogelijk maakt. De eerste stand is samengesteld uit een eerste kantelstand en een tweede rotatiestand. Afhankelijk van de uitvoeringsvorm van het spackmes is de eerste rotatiestand en eventueel de eerste kantelstand te wijzigen naar de tweede rotatiestand en eventueel de tweede kantelstand door respectievelijk een eerste instelmiddel en een tweede instelmiddel te gebruiken.

10 In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is aan een eerste einde een stabilisator voorzien, waarbij wanneer het handvat zich in een tweede stand bevindt waarbij het handvat parallel is gelegen met de houder, de stabilisator een uitsteeksel omvat dat ingrijpt op een gleuf voorzien in de houder.

De stabilisator is losmaakbaar verbonden met het handvat door bijvoorbeeld een klik 15 of draaiverbinding. De stabilisator kan door het handvat te draaien en/of te kantelen worden verplaatst van een beginstand naar een eindstand. De beginstand kan elke willekeurige stand zijn. In de eindstand grijpt de stabilisator in een gleuf, bijvoorbeeld een rail die reeds aanwezig is voor het verplaatsen van het handvat. In de eindstand is het handvat derhalve parallel en op afstand van de gleuf geplaatst, waarbij het eerste einde via de stabilisator en 20 de gleuf krachten kan overbrengen op het bladvormig mes via de houder. Het tweede einde brengt via de afstandhouders krachten over op het bladvormig mes.

De voordelen hiervan zijn dat het spackmes een extra verlengstuk van een arm kan zijn. Er is meer bereik in lengte en breedte zodat een makkelijker bereik achter obstakels zoals leidingen, pijpen, etc. mogelijk is. Bovendien is het spackmes zowel links- als 25 rechtshandig goed te hanteren. Tegelijkertijd is een betere krachtsverdeling mogelijk wat kan resulteren in een nettere afwerking.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het instellen van een tweede stand van een langwerpig handvat van een spackmes volgens de uitvinding. Deze werkwijze omvat de stappen van het instellen van het langwerpige handvat ten opzichte van 30 de langwerpige houder en het afwerken van een gestuukt oppervlak met behulp van het spackmes.

Het langwerpig handvat is beweegbaar van een eerste stand naar de tweede stand. In de eerste stand en de tweede stand is het langwerpige handvat gefixeerd ten opzichte van de houder en het bladvormig mes. Met behulp van een instelmiddel is het langwerpige 35 handvat vrij te bewegen tussen de eerste stand en de tweede stand, zodat het langwerpige -8- handvat in een voor de gebruiker gewenste eerste stand of tweede stand kan worden geplaatst. Dit verhoogt het gebruiksgemak voor de gebruiker.

Nadat het langwerpig handvat naar de gewenste tweede stand is gebracht kan met het instelmiddel het langwerpig handvat in de gewenste tweede stand worden gefixeerd.

5 Vervolgens kan de gebruiker gebruiksvriendelijk een grove gestuukt oppervlak afwerken met behulp van het spackmes.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het instellen het kantelen en draaien van het handvat ten opzichte van de houder, zodanig dat het handvat zich boven het bladvormig mes bevindt.

10 Dit heeft als voordeel dat een stand van het handvat ten opzichte van het bladvormig mes wordt gekregen dat meer gebruiksvriendelijk is. Niet alleen is het mogelijk om het spackmes met gestrekte arm en pols te bedienen waarbij de meszijde afgekeerd is van de gebruiker, maar ook waarbij de meszijde naar de gebruiker is toegekeerd. Dit maakt een beweging mogelijk die meer ergonomisch is doordat je een schraapbeweging kan maken 15 met minder tegennatuurlijke pols-, schouder- en elleboogbewegingen.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het instellen het verplaatsen van het handvat ten opzichte van de houder.

Dit heeft als voordeel dat een verplaatsen van het handvat leidt tot een geometrie van spackmes dat geschikt is voor minder goed bereikbare te stuken oppervlakken.

20

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in de onderconclusies.

Een uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand 25 van bijgaande tekeningen, waarbij: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een spackmes volgens de uitvinding toont, waarbij een langwerpig handvat zich in een eerste stand bevindt; 30 fig. 2a een bovenaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van het spackmes toont, waarbij het langwerpig handvat zich in de eerste stand bevindt; fig. 2b een bovenaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van het spackmes toont, waarbij het langwerpig handvat zich in een tweede stand bevindt, verdraait ten opzichte van de eerste stand; -9- fig. 2c een bovenaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van het spackmes toont, waarbij het langwerpig handvat zich in een alternatieve tweede stand bevindt, verdraait ten opzichte van de eerste stand; fig. 3a een zijaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van het spackmes toont, 5 waarbij het langwerpig handvat zich in de eerste stand bevindt; fig. 3b een zijaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van het spackmes toont, waarbij het langwerpig handvat zich in een alternatieve tweede stand bevindt, verdraait ten opzichte van de eerste stand; fig. 4a een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het spackmes volgens de 10 uitvinding toont, waarbij een langwerpig handvat zich in een tweede stand bevindt, gekanteld ten opzichte van een eerste stand; fig. 4b een zijaanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van het spackmes toont, waarbij het langwerpig handvat zich in een alternatieve tweede stand bevindt, gekanteld ten opzichte van de eerste stand; 15 fig. 4c een zijaanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van het spackmes toont, waarbij het langwerpig handvat zich in een verder alternatieve tweede stand bevindt, gekanteld ten opzichte van de eerste stand; fig. 5 een perspectivisch aanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van het spackmes volgens de uitvinding toont; 20 fig. 6 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een spackmes volgens de uitvinding toont; fig. 8 een perspectivisch aanzicht van een vierder uitvoeringsvorm van een spackmes volgens de uitvinding toont; en fig. 9 een achteraanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van een spackmes volgens 25 de uitvinding toont.

In fig. 1 is een eerste uitvoeringsvorm van een spackmes 1 volgens de uitvinding getoond en is in zijn geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het spackmes 1 is geschikt voor het afwerken van een gestuukt oppervlak. Dit is wezenlijk anders dan het 30 opbrengen van stuukwerk op een gestuukt oppervlak met bijvoorbeeld een spaan. Na het opbrengen resulteert dit in een grove gestuukt oppervlak, waarbij de spaan niet noodzakelijkerwijs nauwkeurig bedient hoeft te worden in vergelijking met een spackmes 1.

Niet alleen het doel is anders, maar ook vergt opbrengen een andere ergonomische beweging dan afwerken. Onder afwerken wordt verstaan dat met het spackmes 1 een glad 35 en regelmatig oppervlak wordt verkregen. Hiertoe is het spackmes 1 voorzien van een - 10- bladvormig mes 3. Het bladvormig mes 3 omvat een langszijde 5 en een tegenoverliggende meszijde 7. De meszijde 7 is relatief scherp zodat makkelijker een glad en regelmatig oppervlak kan worden verkregen.

Om een juiste beweging van het spackmes 1 ten opzichte van een af te werken 5 gestuukt oppervlak mogelijk te maken omvat het spackmes 1 verder een langwerpige houder 9. De langwerpige houder 9 is aangebracht langs de langszijde 5 van het bladvormig mes 3 voor het ten minste gedeeltelijk verstevigen van de langszijde 5 van het bladvormig mes 3. Hier is de langwerpige houder 9 langs de gehele langszijde 5 van het bladvormig mes 3 aangebracht. De langwerpige houder 9 zorgt voor een versteviging van het 10 bladvormig mes 3 en verhoogt de stijfheid van het bladvormig mes 3. Dit heeft als positief gevolg dat een kracht uitgeoefend door een gebruiker op het bladvormig mes 3 beheersbaar overgebracht wordt op het af te werken oppervlak.

Zonder langwerpige houder 9 is het bladvormig mes 3 te flexibel en heeft de gebruiker te weinig controle om het af te werken oppervlak voldoende glad en regelmatig te 15 krijgen.

Het spackmes 1 omvat verder een langwerpig handvat 11 dat is aangebracht aan de langwerpige houder 9. De gebruiker kan door het langwerpige handvat 11 met zijn hand te pakken het spackmes 1 bedienen. Hierdoor wordt een kracht uitgeoefend door de handen van de gebruiker uiteindelijk overgedragen via de meszijde 7 op het grove gestuukte 20 oppervlak dat moet worden afgewerkt. Vaak is hierbij een repeterende beweging van de hand nodig, waardoor gewrichten van de gebruiker, zoals polsgewrichten, schoudergewrichten en ellebooggewrichten herhaaldelijk in bepaalde standen moeten worden bewogen. Door de vooraf bepaalde geometrie van conventionele spackmessen wordt dit vaak als niet comfortabel beoordeeld.

25 Het langwerpig handvat 11 bevindt zich in deze figuur in een eerste stand waarbij een lengteas van het langwerpige handvat 11 loodrecht gelegen is ten opzichte van de langszijde 5 van het bladvormig mes 3. Dit is een stand die bekend is in conventionele spackmessen.

Zoals ook getoond in de figuren 2a, 2b en 2c omvat het langwerpig handvat 11 30 verder een draaischarnier 15 dat is aangebracht tussen het langwerpige handvat 11 en de langwerpige houder 9 voor het roteren van het langwerpige handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9 naar een tweede stand. Zoals te zien is de rotatieas van het draaischarnier 15 loodrecht gelegen ten opzichte van het vlak waarin het bladvormig mes 3 is gelegen.

-11 -

In figuur 2a is het langwerpig handvat 11 getoond in de eerste stand die overeenkomst met de eerste stand zoals getoond in figuur 1. In figuren 2b en 2c zijn twee verschillende tweede standen te zien, waarbij het langwerpig handvat 11 is verdraaid of geroteerd ten opzichte van de eerste stand. Hierbij wordt opgemerkt dat met tweede stand 5 elke willekeurige hoek ten opzichte van de eerste stand wordt bedoeld. Figuren 2b en 2c tonen slechts enkele voorbeelden.

Het spackmes omvat verder een afstandhouder 14a, 14b aangebracht tussen het langwerpige handvat 11 en de langwerpige houder 9 voor het op afstand houden van het langwerpig handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9 en op afstand van een 10 vlak waarin het bladvormig mes 3 is gelegen.

Hier omvat het spackmes een eerste afstandhouder 14a en een tweede afstandhouder 14b die tezamen de afstandhouder 14a, 14b vormen en gezamenlijk zorgen voor het op afstand houden van het langwerpig handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9 en het bladvormig mes 3.

15 In alternatieve uitvoeringsvormen kan de afstandhouder 14a, 14b ook uit één geheel zijn gevormd of uit meer dan twee delen.

Doordat het langwerpig handvat 11 op afstand is geplaatst van de langwerpige houder 9 en het bladvormig mes 3 is het mogelijk voor het langwerpig handvat 11 om boven het bladvormig mes 3 gedraaid te worden.

20 Een afstand tussen enerzijds het langwerpig handvat 11 en anderzijds de langwerpige houder 9 en het bladvormig mes 3 is bij voorkeur zodanig groot dat een hand van de gebruiker voldoende ruimte heeft om het langwerpig handvat 11 te grijpen. Vingers van de gebruiker passen dan in de ruimte.

Voordelen van het op afstand plaatsen van het langwerpig handvat 11 is dat het 25 mogelijk maakt dat meerdere ergonomische bewegingen mogelijk zijn die leiden tot eenzelfde resultaat van afwerken. Afhankelijk van de wens van de gebruiker kan het langwerpig handvat 11 gedraaid worden ten opzichte van het bladvormig mes.

In de eerste stand van het langwerpig handvat 11 wordt met name het polsgewricht gedraaid wanneer de gebruiker het spackmes 1 op conventionele wijze bediend.

30 Wanneer het langwerpig handvat 11 zich in een tweede stand bevindt zoals getoond in figuur 2b kan met name het schoudergewricht worden gedraaid en wordt het polsgewricht meer ontlast.

Wanneer het langwerpig handvat 11 zich in een tweede stand bevindt zoals getoond in figuur 2c kan met name het ellebooggewricht en het schoudergewricht worden gedraaid 35 en wordt eveneens het polsgewricht meer ontlast.

- 12-

Het draaien van het langwerpig handvat 11 en het op afstand plaatsen van het langwerpig handvat 11 resulteert derhalve in een in te stellen verdeling van belasting op respectievelijk het polsgewricht, ellebooggewricht en schoudergewricht.

Het maakt het dus mogelijk om een eenzijdige belasting van het polsgewricht te 5 voorkomen door het mogelijk te maken meer het ellebooggewricht en/of het schoudergewricht te gebruiker, terwijl nog steeds een nauwkeurige bediening door de gebruiker kan worden uitgevoerd zodat het afwerken zijn nauwkeurigheid behoudt.

Een verder voordeel is dat de hand van de gebruiker zich niet alleen op afstand van het bladvormig mes 3 bevindt, maar tijdens gebruik ook op afstand van het af te werken 10 oppervlak. Dit heeft als bijkomend resultaat dat de kans op vieze handen of het verstoren van een glad en regelmatig oppervlak sterk wordt verkleind, doordat de hand minder in aanraking kan komen met het afgewerkte oppervlak.

Figuur 3a toont een zijaanzicht van het spackmes 1 waarin het langwerpig handvat 11 zich in de eerste stand bevindt. In figuur 3b het langwerpig handvat 11 verdraaid naar 15 een alternatieve tweede stand.

In de eerste stand is een eerste einde 12a van het langwerpige handvat 11 distaai gelegen ten opzichte van het bladvormig mes 3. Het draaischarnier 15 is ingericht voor het roteren van het langwerpige handvat 11 naar de alternatieve tweede stand getoond in figuur 3b, zodanig dat het eerste einde 12a proximaal is gelegen ten opzichte van het bladvormig 20 mes 3. Hier bevindt het eerste einde 12a in de tweede stand zich boven het bladvormig mes 3 en in de eerste niet boven het bladvormig mes 3. In deze tweede stand is het met voor de gebruiker mogelijk om af te werken waarbij met name de ellebooggewrichten worden gedraaid wanneer een heen- en weer gaande beweging van het spackmes 1 in gang wordt gezet. Dit is meer ergonomisch en minder belastend in vergelijking met hoofdzakelijk de 25 polsgewrichten draaien, wat het geval is wanneer het langwerpig handvat 11 zich in de eerste stand bevindt.

In de tweede stand getoond in fig. 3b valt het eerste einde 12a samen met de meszijde 7 gezien in een vlak parallel aan het vlak waarin het bladvormig mes 3 is gelegen. 30 Dit is een bijzonder voordelige tweede stand, omdat dit een optimale verdeling van belasting tussen polsgewrichten, ellebooggewrichten en schoudergewrichten mogelijk maakt. Alle drie de gewrichten worden evenredig belast wanneer de gebruiker het spackmes 1 bedient om af te werken.

Figuren 4a, 4b en 4c tonen zijaanzichten van een tweede uitvoeringsvorm van een 35 spackmes 201 volgens de uitvinding.

- 13-

De tweede uitvoeringsvorm is grotendeels gelijk aan de eerste uitvoeringsvorm, waarbij elementen met eenzelfde verwijzingscijfer dezelfde elementen voorstellen. Zo zijn bijvoorbeeld het bladvormig mes 3, de langwerpige houder 9, en het langwerpig handvat 11 hetzelfde.

5 In de tweede uitvoeringsvorm van het spackmes 201 is het spackmes 201 verder voorzien van een kantelscharnier 25 tussen het langwerpige handvat 11 en de langwerpige houder 9 voor het kantelen van het langwerpige handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9 naar een tweede stand, waarbij een kantelas Z1 in een vlak is gelegen parallel aan het vlak waarin het bladvormig mes 3 is gelegen. De kantelas is 10 getoond in figuur 2c.

Het kantelscharnier 25 in deze uitvoeringsvorm is gelegen tussen de eerste afstandhouder 14a en de tweede afstandhouder 14b. De bijbehorende eerste rotatieas Y1 van het draaischarnier 15 is aangegeven met stippellijn Y1.

In een alternatief kan het draaischarnier 15 zich in de tweede afstandhouder 14b 15 bevinden. De daarbij behorende tweede rotatieas Y2 van een dergelijk draaischarnier 15 is aangegeven met stippellijn Y2.

In de figuren 4a, 4b en 4c strekt de kantelas Z1 zich uit loodrecht op het vlak van de figuur. Hierdoor kan het langwerpige handvat 11 ook kantelen naar verschillende tweede standen zoals getoond in de figuren.

20 Zo toont figuur 4a een kantelstand waarbij het eerste einde 12a zich boven het bladvormig mes 3 bevindt.

Zo toont figuur 4b een kantelstand waarbij het eerste einde 12 zich onder bladvormig mes 3 bevindt.

Tenslotte toont figuur 4c een kantelstand die gelijk is aan de kantelstand getoond in 25 figuur 4a, maar waarbij het langwerpig handvat 11 180 graden verdraait is ten opzichte van de getoonde tweede stand in figuur 4a.

Alle drie de getoonde tweede standen in figuren 4a, 4b en 4c maken een bepaalde bediening mogelijk van het spackmes 201 die elk resulteren in een bepaalde verdeling van belasting op de polsgewrichten, ellebooggewrichten en schoudergewrichten. Afhankelijk van 30 de wens van de gebruiker, maar ook een omgeving van het af te werken oppervlak kan gekozen worden voor een bepaalde tweede stand.

Zoals getoond in figuur 4a is in de eerste stand het eerste einde 12a van het langwerpige handvat 11 op afstand gelegen ten opzichte van het vlak waarin het bladvormig mes 3 is gelegen. Het kantelscharnier 25 is ingericht voor het kantelen van het handvat naar - 14- de tweede stand, waarbij het eerste einde 12a van het vlak af beweegt waarin het bladvormig mes 3 is gelegen.

Ter verdere illustratie toont figuur 5 een spackmes 201 volgens de tweede uitvoeringsvorm, waarbij het spackmes 201 zowel een draaischarnier 15 als een 5 kantelscharnier 25 omvat, die tussen het langwerpig handvat 11 en het bladvormig mes 3 zijn aangebracht. Eveneens toont figuur 5 de lengteas X1 van het langwerpig handvat 11.

In het bijzonder voorziet het draaischarnier 15 in een rotatiebereik van 360 graden.

In de eerste stand is het langwerpige handvat parallel gelegen met het bladvormig mes 3. In het bijzonder voorziet het kantelscharnier 25 in een kantelbereik tussen de -90 en 10 +90 graden ten opzichte van de eerste stand. Verder in het bijzonder is het kantelbereik gelegen tussen de -70 en +70 graden. Nog verder in het bijzonder is het kantelbereik gelegen tussen de -45 en +45 graden.

Figuur 6 toont een derde uitvoeringsvorm van een spackmes 301 voorzien van een bladvormig mes 303 volgens de uitvinding. Hierbij geldt dat deze uitvoeringsvorm gelijk is 15 aan de eerste- en/of tweede uitvoeringsvorm echter is de meszijde 307 gekromd. De meszijde 307 is bol gekromd zodanig dat het geschikt is om een hol oppervlak (niet getoond) af te werken. Hiermee wordt bedoelt dat de meszijde 307 convex gekromd is en geschikt om een concaaf oppervlak af te werken. De meszijde 307 is derhalve kromlijnig. De meszijde 307 is zodanig gekromd dat het in hoofdzaak passend ontvangen kan worden in 20 een concaaf oppervlak om deze af te werken. Hierbij is de meszijde 307 meer convex gekromd dan het concaaf oppervlak gekromd is.

Dit heeft als voordeel dat het spackmes 301 geschikt is voor het nauwkeurig afwerken van een gestuukt gekromd oppervlak, waarbij de voordelen van een kantelbaar en/of draaibaar handvat 11 aanwezig zijn.

25 Figuur 7 toont een vierde uitvoeringsvorm van een spackmes 401 volgens de uitvinding. Hierbij geldt dat deze uitvoeringsvorm gelijk is aan de eerste- en/of tweede en/of derde uitvoeringsvorm echter omvat het langwerpige handvat 411 nabij een tweede einde 12b van het langwerpige handvat 411 een uitsparing die is voorzien in het langwerpige handvat 411. Deze uitsparing is geschikt voor het ontvangen van ten minste een deel van 30 een hand van een gebruiker, zodanig dat ten minste één instelmiddel bedienbaar is door het deel van de hand, tijdens het houden van het langwerpig handvat 411.

Figuur 8 toont een vijfde uitvoeringsvorm van een spackmes 501 volgens de uitvinding. Hierbij geldt dat deze uitvoeringsvorm gelijk is aan de eerste- en/of tweede en/of derde uitvoeringsvorm echter omvat het spackmes 501 instelbare verplaatsingsmiddelen 35 tussen de afstandhouder 14a, 14b en de houder 9 voor het verplaatsen van het langwerpige - 15- handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9 van een eerste positie naar een tweede positie, evenwijdig aan het vlak waarin het bladvormig mes 3 is gelegen.

In deze uitvoeringsvorm zijn de instelbare verplaatsingmiddelen ingericht voor het rechtlijnig verplaatsen van het langwerpige handvat 11 in een richting evenwijdig aan de 5 langszijde van de langwerpige houder 9. In figuur 8 is dit een rechtlijnig verplaatsen in de richtingen aangegeven met de pijlen A en B. Een rail 35 is voorzien om de afstandhouder 14a, 14b en het handvat 11 rechtlijnig te verplaatsen.

Ook is het mogelijk om de instelbare verplaatsingmiddelen in te richten voor het rechtlijnig verplaatsen van het langwerpige handvat 11 in een richting loodrecht op de 10 langszijde van de langwerpige houder 9. In figuur 8 is dit een rechtlijnig verplaatsen in de richtingen aangegeven met de pijlen C en D.

Voor alle uitvoeringsvormen getoond in de figuren geldt dat deze zijn uitgevoerd met een eerste instelmiddel 16 voor het instellen van een rotatiestand van het langwerpige handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9.

15 Het eerste instelmiddel 16 is bijvoorbeeld een drukknop in twee stelstanden. In een eerste stelstand wordt de rotatiestand gefixeerd. In een tweede stelstand is het langwerpige handvat 11 vrij om te roteren net zo lang totdat een gewenste tweede rotatiestand wordt bereikt. Vervolgens wordt het eerste instelmiddel 16 weer bediend en wordt het handvat 11 ten opzichte van roteren gefixeerd.

20 Voor de uitvoeringsvormen met een kantelscharnier geldt dat deze zijn uitgevoerd met een tweede instelmiddel 26 voor het instellen van een kantelstand van het langwerpige handvat 11 ten opzichte van de langwerpige houder 9.

Het tweede instelmiddel 26 is een hendel die in twee stelstanden verplaatst kan worden. In een eerste stelstand wordt de kantelstand gefixeerd. In een tweede stelstand is 25 het langwerpige handvat 11 vrij om te kantelen net zo lang totdat een gewenste tweede kantelstand wordt bereikt. Vervolgens wordt het tweede instelmiddel 26 weer bediend en wordt het handvat 11 ten opzichte van roteren gefixeerd.

Fig. 9 toont een stabilisator 40 aangebracht in een spackmes 501 volgens een zesde uitvoeringsvorm. Hierbij geldt dat deze uitvoeringsvorm gelijk is aan de vijfde 30 uitvoeringsvorm echter omvat het spackmes 501 verder een stabilisator 40 die is aangebracht aan het eerste uiteinde 12a van het langwerpige handvat 411. De stabilisator 40 is losmaakbaar verbonden met handvat 411 door bijvoorbeeld een klik of draaiverbinding. Hier is de stabilisator 40 met behulp van een draaiverbinding aangebracht aan het langwerpig handvat 411. De stabilisator 40 kan door het handvat 411 te draaien 35 en/of te kantelen worden verplaatst van een beginstand naar een eindstand. De beginstand - 16- kan elke willekeurige stand zijn. In de eindstand grijpt de stabilisator 40 in de rail 35. In de eindstand is het handvat 11 derhalve parallel en op afstand van de rail 35 geplaatst, waarbij het eerste einde 12a via de stabilisator 40 krachten en de rail 35 krachten kan overbrengen op het bladvormig mes 7 via de houder 9. Het tweede einde 12b brengt via de 5 afstandhouders krachten over op het bladvormig mes 7. De voordelen hiervan zijn dat het spackmes een extra verlengstuk van een arm kan zijn. Er is meer bereik in lengte en breedte zodat een makkelijker bereik achter obstakels zoals leidingen, pijpen, etc. mogelijk is. Bovendien is het spackmes zowel links- als rechtshandig goed te hanteren. Tegelijkertijd is een betere krachtsverdeling mogelijk wat kan resulteren in een nettere afwerking.

10

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn vele varianten mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld alle uitvoeringsvormen met elkaar gecombineerd worden naargelang bepaalde voordelen gewenst zijn.

15 Aldus wordt een spackmes verschaft dat gebruiksvriendelijk is, waarbij handen van een gebruiker niet vies worden en ergonomisch in gebruik is. Met ergonomisch wordt bedoeld minder belastend voor de gebruiker terwijl eenzelfde mate van afwerken kan worden bereikt.

20

Claims (17)

1. Spackmes voor het afwerken van een gestuukt oppervlak, omvattende: een bladvormig mes voorzien van een langszijde en een tegenoverliggende 5 meszijde; - een langwerpige houder aangebracht langs de langszijde van het bladvormig mes voor het ten minste gedeeltelijk verstevigen van de langszijde van het bladvormig mes; - een langwerpig handvat aangebracht aan de langwerpige houder in een 10 eerste stand waarbij een lengteas van het langwerpige handvat loodrecht gelegen is ten opzichte van de langszijde van het bladvormig mes; - een draaischarnier aangebracht tussen het langwerpige handvat en de langwerpige houder voor het roteren van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder naar een tweede stand, waarbij een 15 rotatieas loodrecht is gelegen ten opzichte van het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen met het kenmerk, dat het spackmes verder omvat; - een afstandhouder aangebracht tussen het langwerpige handvat en de langwerpige houder voor het op afstand houden van het langwerpig handvat ten opzichte van de langwerpige houder en op afstand van een vlak waarin 20 het bladvormig mes is gelegen.

2. Spackmes volgens conclusie 1, verder omvattende een kantelscharnier tussen het langwerpige handvat en de langwerpige houder voor het kantelen van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder naar een tweede 25 stand, waarbij een kantelas in een vlak is gelegen parallel aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

3. Spackmes volgens een voorgaande conclusie, waarbij in de eerste stand een eerste einde van het langwerpige handvat op afstand is gelegen ten opzichte van 30 het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen, waarbij het kantelscharnier is ingericht voor het kantelen van het handvat naar de tweede stand, waarbij het eerste einde van het vlak af beweegt waarin het bladvormig mes is gelegen.

4. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de eerste stand 35 een eerste einde van het langwerpige handvat distaai is gelegen ten opzichte van - 18- het bladvormig mes en het draaischarnier is ingericht voor het roteren van het langwerpige handvat naar de tweede stand, zodanig dat het eerste einde proximaal is gelegen ten opzichte van het bladvormig mes.

5. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de tweede stand het eerste einde samenvalt met de meszijde gezien in een vlak parallel aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

6. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende 10 instelbare verplaatsingsmiddelen tussen de afstandhouder en de houder voor het verplaatsen van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder van een eerste positie naar een tweede positie, evenwijdig aan het vlak waarin het bladvormig mes is gelegen.

7. Spackmes volgens de voorgaande conclusie, waarbij de instelbare verplaatsingmiddelen ingericht zijn voor het rechtlijnig verplaatsen van het langwerpige handvat in een richting evenwijdig aan de langszijde van de langwerpige houder.

8. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies 6-7, waarbij de instelbare verplaatsingmiddelen ingericht zijn voor het rechtlijnig verplaatsen van het langwerpige handvat in een richting loodrecht op de langszijde van de langwerpige houder.

9. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de meszijde rechtlijnig is.

10. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de meszijde kromlijnig is. 30

11. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een eerste instelmiddel voor het instellen van een rotatiestand van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder.

12. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een tweede instelmiddel voor het instellen van een kantelstand van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder. - 19-

13. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij nabij een tweede einde van het langwerpige handvat een uitsparing is voorzien in het langwerpige handvat voor het ontvangen van ten minste een deel van een hand van een 5 gebruiker, zodanig dat ten minste één instelmiddel bedienbaar is door het deel van de hand, tijdens het houden van het langwerpig handvat.

14. Spackmes volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het handvat aan een eerste einde voorzien is van een stabilisator, waarbij wanneer het handvat 10 zich in een tweede stand bevindt, waarbij het handvat parallel is gelegen met de houder, de stabilisator een uitsteeksel omvat dat ingrijpt op een gleuf voorzien in de houder.

15. Werkwijze voor het instellen van een tweede stand van een spackmes volgens 15 een van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: het instellen van het langwerpige handvat ten opzichte van de langwerpige houder; het afwerken van een gestuukt oppervlak met behulp van het spackmes.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het instellen het kantelen en draaien van het handvat ten opzichte van de houder omvat.

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 15-16, waarbij het instellen het verplaatsen van het handvat ten opzichte van de houder omvat. 25