NL2008159C2 - Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam. - Google Patents

Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam. Download PDF

Info

Publication number
NL2008159C2
NL2008159C2 NL2008159A NL2008159A NL2008159C2 NL 2008159 C2 NL2008159 C2 NL 2008159C2 NL 2008159 A NL2008159 A NL 2008159A NL 2008159 A NL2008159 A NL 2008159A NL 2008159 C2 NL2008159 C2 NL 2008159C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
sill
window
posts
sills
Prior art date
Application number
NL2008159A
Other languages
English (en)
Inventor
Rudolf Adriaan Verweij
Original Assignee
Stadwijck Bv
Pecnol Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stadwijck Bv, Pecnol Bv filed Critical Stadwijck Bv
Priority to NL2008159A priority Critical patent/NL2008159C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008159C2 publication Critical patent/NL2008159C2/nl

Links

Landscapes

  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)

Description

c.
Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar deel, waarbij het kozijn omvat ten minste twee ko-zijnstijlen en ten minste twee kozijndorpels en voor het in het kozijn beweegbare deel een raamwerk bestaande uit tenminste twee stijlen en twee dorpels, waarbij het kozijn alsmede 10 het betreffende raamwerk zijn vervaardigd uit massieve al dan niet gevingerlaste stukken en in doorsnede niet-verlijmd hout en waarbij het kozijn een binnenzijde en een buitenzijde heeft.
Om te besparen op energie voor verwarming van gebou-15 wen zijn de eisen met betrekking tot isolatiewaarden van gebouwen de laatste tijd geregeld verhoogd. Er hebben tal van ontwikkelingen plaatsgevonden bij zowel bouwmaterialen als constructiedelen van gebouwen om de isolatiewaarden te verhogen .
20 Er zijn op dit moment kozijnen bekend voor vaste en ook voor in het kozijn beweegbare ramen, waarbij de isolatie-waarde van het gehele kozijn, de zogenaamde ü-waarde, kleiner of gelijk is aan 0,8 W/m2.K. Deze waarden worden veelal bereikt door gebruik te maken van samengestelde materialen, 25 waarbij verschillende materialen worden gebruikt en waarbij een van de materialen is gekozen om te voldoen aan de constructieve sterkte-eisen van de constructie en een andere van de materialen van de samenstelling is gekozen om de isolatie-waarde van de gehele constructie te verhogen. Kozijn van sa-30 mengestelde materialen zijn echter kostbaar en ook gevoelig voor het in de loop van de tijd ontstaan van gebreken. Verbindingen tussen de twee of meer materialen zijn veelal lijm-verbindingen. Lijmverbindingen tussen twee verschillende materialen die onderhevig zijn aan temperatuurwisselingen zijn 35 kwetsbaar vanwege de vaak aanzienlijke verschillen in warmte-uitzettingscoëfficiënt tussen de verschillende materialen. Hierdoor zullen spanningen optreden in de lijmverbinding wat 2 op den duur aanleiding kan zijn tot falen. Ook weersinvloeden kunnen de lijmverbinding nadelig beïnvloeden. Voor onvermijdelijke lijmverbindingen van einddelen van een kozijn kan dit worden ondervangen door een verbinding volgens NL 1023100 5 'Houten constructie-element' .
Het is het doel van de uitvinding om een kozijn te verschaffen met een verhoogde isolatiewaarde voor zowel vast glas als beweegbare ramen, waarbij de beweegbare ramen zowel naar binnen beweegbaar als naar buiten beweegbaar kunnen zijn 10 en waarbij het kozijn en ook indien aanwezig het beweegbare raam zijn vervaardigd uit massieve al dan niet gevingerlaste stukken en in doorsnede niet verlijmd vurenhout.
Een dergelijk kozijn wordt verschaft door een kozijn, waarbij het hout zodanig is geselecteerd, dat voor elke 15 lengte die is verwerkt in het kozijn dan wel in het raamwerk geldt dat de gemiddelde warmtegeleidingcoëfficiënt (λ) kleiner is dan 0,113 W/m.K, gemeten wanneer het betreffende hout een vochtigheidsgehalte bezit van 10%. De gekozen waarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt is zodanig dat hiermee een ko-20 zijn construeerbaar is van massief hout dat een isolatiewaarde, een zogenaamde U-waarde heeft van 0,8 W/m2.K. Met een hogere waarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt van het toe te passen hout is dit niet mogelijk zonder gebruik te maken van samengestelde materialen. De keuze van 0,113 W/m.K als 25 bovengrens van de gemiddelde warmtegeleidingscoëfficiënt van hout voor een kozijn volgens de onderhavige uitvinding is derhalve een doelbewuste keuze die enerzijds wordt bepaald door de gewenste ü-waarde van het kozijn en anderzijds geen bijzondere eisen stelt aan de wijze waarop het hout is ver-30 werkt in het kozijn. Vurenhout is een ΚΟΜΟ goedgekeurde houtsoort voor gebruik voor kozijnen. Vurenhout bezit gemiddeld een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0,13 W/m.K. Echter vurenhout groeit in verschillende gebieden met verschillende klimatologische omstandigheden. Veel vurenhout met een FSC-35 keurmerk is afkomstig van Scandinavische landen. In deze landen wordt voldaan aan de eisen van dit keurmerk doordat gekapt hout ook weer wordt aangeplant. Echter in deze landen is de gemiddelde temperatuur relatief laag waardoor ook de 3 groeisnelheid van het vurenhout betrekkelijk laag ligt. Hierdoor wordt de dichtheid van het hout groter en neemt tegelijkertijd de warmtegeleidingcoëfficiënt toe. Bij het selecteren van stukken vurenhout op de warmtegeleidingcoëfficiënt is het 5 derhalve verstandig om uit te gaan van hout dat weliswaar voldoet aan het FSC-keurmerk maar dat verder is gekweekt in gebieden met een relatief hoge gemiddelde temperatuur. Daarnaast zal de selectie uiteraard moeten plaatsvinden per hout-element dan wel groep van houtelementen. Een dergelijk aan-10 merkelijk lager dan gebruikelijke warmtegeleidingcoëfficiënt draagt in aanzienlijke mate bij aan de isolatiewaarde van het uiteindelijke kozijn. Daarbij heeft het kozijn de constructieve voordelen die horen bij een kozijn van een massief vurenhout. De isolatiewaarden van het kozijn kan verder worden 15 verhoogd door de breedte van de stijlen de dorpels te vergroten. De thans gebruikelijke breedte van een dorpel of een kozijn van een houten raamkozijn bedraagt veelal ten hoogste circa 115 mm. In een voordelige uitvoeringsvorm heeft het kozijn volgens de uitvinding een breedte van ten minste 135 mm 20 en bij voorkeur 139 mm. Deze grotere breedte van ten minste 20 mm verhoogt de isolatiewaarde van het kozijn. Het zal duidelijk zijn dat de vergroting van de breedte van het kozijn beperkt is om productietechnische redenen. Een bovengrens van de breedte is vastgelegd in een zg. KVT norm. Een breedte van 25 139 mm is echter zeer goed mogelijk met de huidige bewer kingstechnieken en gaat gebruikelijke waarden van dikte van muren en dergelijke niet te boven.
Een extra voordeel wordt bereikt wanneer de verhoogde breedte voornamelijk is gelegen aan de binnenzijde van het 30 raam. Dit geeft bij een koudere buitenzijde aan de buitenzijde een steilere temperatuurgradiënt wat ook bij draagt aan het verminderen van de warmteafgifte aan de koudere buitenzijde.
Bij kozijnen met een daarin naar binnen beweegbaar raam wordt veelal aan de onderdorpel een aluminium aanslag 35 aangebracht voor het beweegbare raam. Deze aanslag dient ertoe om regenwater van het beweegbare raam weg te voeren. Een dergelijke aluminium strook fungeert echter als een koude vanger en heeft daarom een sterk negatieve invloed op de iso- 4 lerende waarde van het gehele kozijn. In een gunstige uitvoering van een kozijn volgens de uitvinding is de onderdorpel zodanig voorzien van een dorpelafdekelement dat bij gesloten raam tussen de onderzijde van het raam en het element een 5 hoofdzakelijk verticale spleet is gevormd met een breedte van ten minste 5 mm en ten hoogste 8 mm en een hoogte van ten minste 7 mm. Door deze spleet zal regenwater eenvoudig naar beneden op de onderdorpel worden afgevoerd waar deze zonder op te waaien tussen de verbinding van raam en dorpel weg kan 10 stromen en via een of meerdere afvoeropeningen in het genoemde element kan wegvloeien.
In een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is bij de aansluiting van stijlen en dorpels aan een muurdeel aan de binnenzijde tegen elk van de stijlen en 15 dorpels een eerste aftimmerlat aangebracht en tegen het aangrenzende muurdeel een tweede aftimmerlat aangebracht, waarbij de eerste aftimmerlat en de tweede aftimmerlat onderling het tussen het muurdeel en de aangrenzende dorpel dan wel stijl twee onderling haaks op elkaar staande stroken compri- 20. meerband insluiten, die in onderling haaks op elkaar staande richtingen zijn gecomprimeerd. Het gebruik van comprimeerband in een dergelijke positie is gebruikelijk en bekend. Echter, door gebruik te maken van twee stroken comprimeerband en die in een haaks op elkaar staande richting met behulp van twee 25 aftimmerlatten te comprimeren, wordt ten opzichte van het gebruik van een enkele strook comprimeerband aanzienlijk sterker isolerende werking bereikt.
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uit-30 vinding mede aan de hand van de bij gevoegde tekeningen, waarin :
Fig. la, b en c aanzichten in doorsnede zijn van respectievelijk de onderdorpel, bovendorpel en stijlen van een kozijn volgens de uitvinding met een vast glasdeel voor 35 binnenbeglazing,
Fig. 2a, b en c aanzichten in doorsnede zijn van respectievelijk de onderdorpel, bovendorpel en stijlen van een kozijn volgens de uitvinding met een vast glasdeel voor 5 buitenbeglazing,
Fig. 3 a, b en c aanzichten in doorsnede zijn van respectievelijk de onderdorpel, bovendorpel en stijlen van een kozijn volgens de uitvinding met een naar binnen beweeg-5 baar deel, en
Fig. 4 a, b en c aanzichten in doorsnede zijn van respectievelijk de onderdorpel, bovendorpel en stijlen van een kozijn volgens de uitvinding met een naar buiten beweegbaar deel.
10 In figuren 1 tot 4 zijn vier voorbeelden van uitvoe ringsvormen weergegeven van de kozijn volgens de uitvinding, en wel respectievelijk een kozijn met een vast glasdeel voor binnenbeglazing, een kozijn een vast glasdeel voor buitenbeglazing, een kozijn met een naar binnen beweegbaar deel en 15 een kozijn met een naar buiten beweegbaar deel. In de figuren 1 tot 4 wordt in figuur a telkens de onderdorpel en zijn omgeving weergegeven, figuur b de bovendorpel en zijn omgeving en figuur c een stijl met zijn omgeving. Eveneens zijn in figuren a en b in de tekening steeds links de buitenzijde en 20 rechts de binnenzijde weergegeven en in figuur c in de tekening onder de buitenzijde en boven de binnenzijde weergegeven. In het algemeen zal het zo zijn dat de binnenzijde warmer is dan de buitenzijde en het ontwerp van het kozijn volgens de uitvinding erop is gericht om warmteverlies van bin-25 nen naar buiten zoveel mogelij.k tegen te gaan. In de figuren zijn gelijke of soortgelijke delen aangegeven met gelijke verwijzingscijfer. Niet alle in de figuren getoonde onderdelen zullen hierna echter worden besproken. De bespreking zal zich beperken tot die onderdelen die van belang zijn voor de 30 uitvinding.
In de figuren 1 tot 4 is een onderdorpel 1 getoond een bovendorpel 2 en stijlen 3 van een kozijn volgens de uitvinding. Verder is in alle figuren een ruit 7 te zien, die hier is uitgevoerd als een isolerende ruit met drie lagen 35 glas. In elke van de getoonde uitvoeringsvormen is een dor-pelafdekelement 8 zichtbaar dat in het algemeen van een ander materiaal zal zijn vervaardigd dan hout, bijvoorbeeld wood-stone. In fig. 3 en 4 zijn kozijnen getoond met respectieve- 6 lijk een naar binnen en een naar buiten toe beweegbaar deel. Het raamwerk van elk van de beweegbare delen omvat een onder-dorpel 21, een bovendorpel 22 en twee stijlen 23. De onder-dorpels 1, 21, bovendorpels 2,22 en stijlen 3, 23 van de ko-5 zijnen en raamwerken van de beweegbare delen zijn alle vervaardigd van massieve delen vurenhout die alle voldoen aan het FSC-keurmerk. Deze delen kunnen in de lengterichting door middel van een vingerlas met elkaar zijn verbonden, zodat een dorpel of stijl een of meerdere vingerlassen kan omvatten. De 10 gekozen delen vurenhout zijn geselecteerd, zodat het vurenhout een warmtecoëfficiënt (λ) heeft die kleiner is dan 0,113 W/m.K gemeten wanneer het betreffende vurenhout een vochtig-heidsgehalte bezit van 10%. De gemiddelde warmtegeleidingco-efficiënt voor vurenhout ligt op 0,13. Dit speciaal geselec-15 teerde vurenhout heeft een warmtegeleidingcoëfficiënt die meer dan 10% lager ligt dan wat gebruikelijk is voor vurenhout. Hierdoor wordt de isolatiewaarde van het kozijn als geheel aanmerkelijk beter.
Eveneens in alle getoonde uitvoeringsvormen van ko-20 zijnen volgens de uitvinding is te zien dat aan de binnenzijde, bij de aansluiting van het kozijn met een binnenmuur telkens twee stroken comprimeerband 10, 11 zijn aangebracht die worden gecomprimeerd met behulp van twee haaks op elkaar staande aftimmerlatten 12, 13. Het doel van de stroken com-25 primeerband 10, 11 aangedrukt door de aftimmerlatten 12, 13 is om luchtstroming bij de aansluiting van het kozijn met de muren te verhinderen en daardoor de isolatiewaarde te verhogen. Hoewel het gebruik van comprimeerband bij aansluiting van kozijnen met muren gebruikelijk is, is de hier getoonde 30 uitvoering waarbij comprimeerband wordt gecomprimeerd in twee loodrecht op elkaar staande richtingen nieuw en zowel inventief als effectief.
De aangegeven onderdorpels 1, bovendorpels 2 en stijlen 3 van het kozijn hebben alle een breedte van circa 35 139 mm. Door deze ten opzichte van kozijnen volgens de stand der techniek aanzienlijk verbrede kozijnen wordt isolatiewaarde van de kozijnen sterk verhoogd. De isolatiewaarde van deze kozijnen volgens de uitvinding wordt eveneens verhoogd 7 door de constructies zodanig uit te voeren dat het grootste oppervlak van dorpels 1, 2 en stijlen 3 zich bevindt aan de binnenzijde van de kozijnen, en daarmee aan de zijde van hogere temperatuur in de gevallen dat er isolerende werking ge-5 wenst is. Door het oppervlak aan de binnenzijde groter te maken en daardoor aan de buitenzijde te verkleinen wordt een dalende temperatuurgradiënt verplaatst naar de buitenzijde van het kozijn wat de isolerende werking van het kozijn aanmerkelijk verhoogd. Het op deze wijze benutten van de con-10 strüctieve mogelijkheden van een breder kozijn kan worden beschouwd als een hindernis die kan worden voorgesteld als een vernauwing voor de warmtestroom van binnen naar buiten toe.
Hieronder zal nader worden ingegaan op de verschillende specifieke kenmerken van de verschillende uitvoerings-15 vormen.
In fig. 3 en 4 zijn ter verdere verhoging van de isolatiewaarde de kozijnen bij de aansluiting met de beweegbare delen steeds voorzien van tweevoudige afdichtprofielen 24, 25.
20 Bij het kozijn van fig. 3 ontbreekt aan de onderdor- pel de aanslag voor de buitenzijde van het beweegbare raamwerk. Deze aanslag is gebruikelijk gevormd door een aluminium profiel en dient ervoor om regenwater dat van het raam afstroomt weg te leiden en te voorkomen dat dit water door de 25 wind tegen afdichting 25 wordt geblazen. Een dergelijk aluminium profiel is echter een goede warmtegeleider en heeft een negatieve invloed op de isolatiewaarde van het kozijn. In het kozijn volgens de uitvinding is daarom dit profiel komen te vervallen. De functie van afvoer van hemelwater wordt nu ver-30 zorgd doordat dorpelafdekelement 8 zodanig is vormgegeven dat tussen de binnenzijde van het dorpelafdekelement 8 en de buitenzijde van onderdorpel 21 van het raamwerk een verticale luchtspleet 26 wordt gevormd die net breed genoeg is om een waterdruppel door te laten maar voldoende smal en voldoende 35 hoog is zodat er geen wind kan doordringen in de achterliggende holte 27. Hierdoor wordt het dubbele isolatieverhogende effect bereikt dat enerzijds het hemelwater wordt afgevoerd zonder gebruik te maken van een sterk warmtegeleidend alumi- 8 nium profiel en dat anderzijds een holte 27 van hoofdzakelijk stilstaande lucht wordt gevormd wat eveneens de isolatiewaar-de verbetert. Het dorpelafdekelement 8 is slechts op een aantal plaatsen met lijm of kit bevestigd aan onderdorpel 1, zo-5 dat het water weg kan vloeien tussen deze lijm- of kitplaat-sen door.
In fig. 4 is de onderdorpel 21 van het raamwerk aan de buitenzijde zo gedimensioneerd dat tussen onderdorpel 21 en dorpelafdekelement 8 ook een luchtspleet 26 wordt gevormd, 10 zij het nu een hoofdzakelijk horizontale spleet 26. Deze horizontale spleet 26 heeft tot doel om te verhinderen dat wind binnentreedt in de achter luchtspleet 26 liggende holte 27. Hierdoor wordt bereikt dat de achter luchtspleet 26 liggende holte 27 hoofdzakelijk stilstaande lucht zal bevatten wat 15 isolatieverhogend werkt.
Hierboven zijeen aantal isolatieverhogende maatregelen weergegeven die uiteindelijk ervoor zorg dragen dat er kozijnen worden verkregen met vast glas en ook met beweegbare delen, zowel naar binnen als naar buiten waarmee een isola-20 tiewaarde van het gehele kozijn kan worden verkregen, de zogenaamde ü-waarde, die kleiner dan of gelijk is aan 0,8 W/m2. K.
Lijst van verwijzingscijfers 25 1 onderdorpel kozijn 2 bovendorpel kozijn 3 stijl kozijn 4 glaslat onderdorpel 5 glaslat bovendorpel 30 6 glaslat stijl 7 ruit 8 dorpelafdekelement 10 comprimeerband 11 comprimeerband 35 12 aftimmerlat 13 aftimmerlat 21 onderdorpel raam 22 bovendorpel raam 9 23 stijl raam 24 afdichtprofiel 25 afdichtprofiel 26 luchtspleet 5 27 holte

Claims (9)

1. Kozijn voor hetzij een vast glasdeel (7), hetzij een in het kozijn beweegbaar deel, waarbij het kozijn omvat ten minste twee kozijnstijlen (3) en ten minste twee kozijn-dorpels (1, 2) en het in het kozijn beweegbare deel een raam- 5 werk voor het houden van glas (7) omvat bestaande uit tenminste twee stijlen (23) en twee dorpels (21, 22), waarbij het kozijn alsmede het betreffende raamwerk zijn vervaardigd uit massieve al dan niet gevingerlaste stukken en in doorsnede niet-verlijmd hout en waarbij het kozijn een binnenzijde en 10 een buitenzijde heeft, met het kenmerk, dat het hout is geselecteerd zodanig dat voor elke lengte die is verwerkt in het kozijn dan wel in het raamwerk geldt dat de gemiddelde warm-tegeleidingcoëfficiënt (λ) ten hoogste gelijk is aan 0,113 W/m.K gemeten wanneer het betreffende hout een vochtigheids-15 gehalte bezit van 10%.
2. Kozijn volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stijlen (3) en dorpels (1, 2) van het kozijn een breedte hebben van tenminste 135 mm en bij voorkeur 139 mm.
3. Kozijn volgens conclusie 2, waarbij het kozijn 20 is bevestigd in een muur met een isolatiepakket, met het kenmerk, dat de hartlijn van het glasdeel (7) ligt in lijn met of buiten de hartlijn van het isolatiepakket van de muur.
4. Kozijn volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de afstand tussen de hartlijn van het glasdeel (7) 25 en een binnenzijde van een dorpel (1, 2) of stijl (3) van het kozijn tenminste bedraagt: - bij een kozijn voor een vast glasdeel en binnenbeglazing 83 mm, - bij een kozijn voor een vast glasdeel en buitenbeglazing 98 30 mm, - bij een kozijn voor een in het kozijn naar binnen beweegbaar deel 70 mm, en - bij een kozijn voor een in het kozijn naar buiten beweegbaar deel 95 mm.
5. Kozijn volgens een van de conclusies 1 tot 4, waarbij het kozijn een daarin naar binnen beweegbaar raam omvat, met het kenmerk, dat de onderdorpel (1) van het kozijn zodanig is voorzien van een dorpelafdekelement (8) dat bij gesloten raam tussen de onderzijde van het raam en het dor-5 pelafdekelement een hoofdzakelijk verticale spleet is gevormd met een breedte van ten minste 5 mm en ten hoogste 8 mm en een hoogte van ten minste 7 mm.
6. Kozijn volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde bij de aansluiting 10 van stijlen (3) en dorpels (1, 2) van het kozijn aan een muurdeel tegen elk van de stijlen (3) en dorpels (1, 2) een eerste aftimmerlat (12) is aangebracht en tegen het aangrenzende muurdeel een tweede aftimmerlat (13) is aangebracht, waarbij de eerste aftimmerlat (12) en de tweede aftimmerlat 15 (13) onderling en tussen het muurdeel en de aangrenzende dorpel (1, 2) dan wel stijl (3) twee onderling haaks op elkaar staande stroken comprimeerband (10, 11) insluiten die in onderling haaks op elkaar staande richtingen zijn gecomprimeerd.
7. Kozijn volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het kozijn is voorzien van drievoudig glas (7) .
8. Kozijn volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij het kozijn een daarin beweegbaar raam omvat, met het 25 kenmerk, dat tussen dorpels (1, 2) en stijlen (3) van het kozijn enerzijds en bij gesloten raam daaraan grenzende raamde-len anderzijds twee stroken van een enkelvoudige kaderafdich-ting (24, 25) zijn aangebracht.
9. Kozijn volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 30 elk van de enkelvoudige kaderafdichtingen (24, 25) rondgaand is.
NL2008159A 2011-01-21 2012-01-20 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam. NL2008159C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008159A NL2008159C2 (nl) 2011-01-21 2012-01-20 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006045A NL2006045C2 (nl) 2011-01-21 2011-01-21 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.
NL2006045 2011-01-21
NL2008159 2012-01-20
NL2008159A NL2008159C2 (nl) 2011-01-21 2012-01-20 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008159C2 true NL2008159C2 (nl) 2012-07-24

Family

ID=46799820

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006045A NL2006045C2 (nl) 2011-01-21 2011-01-21 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.
NL2008159A NL2008159C2 (nl) 2011-01-21 2012-01-20 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006045A NL2006045C2 (nl) 2011-01-21 2011-01-21 Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL2006045C2 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL2006045C2 (nl) 2012-07-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
WO2012041325A1 (en) Skylight
EP2672051B1 (en) Door or window
US20170275876A1 (en) Curb-mounted skylight
US7647735B2 (en) Roofwindow having drainage system
KR100396299B1 (ko) 창틀부재
US8256166B2 (en) Openable roof or wall
NL2008159C2 (nl) Kozijn voor hetzij een vast glasdeel hetzij een in het kozijn beweegbaar raam.
NL1034162C2 (nl) Bevestigingsinrichting voor een afsluitpaneel.
DE102007058931A1 (de) Glasfassaden
KR100844550B1 (ko) 창문프레임의 보조프레임
WO2005093186A1 (en) Floor construction
NL2000289C2 (nl) Warenhuis.
NL1023377C2 (nl) Warenhuis.
EP2572068B1 (en) External layer of compound frames for windows and doors
NL2008791C2 (nl) Warenhuis.
NL1030448C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor de bevestiging van een roede aan de goot van een warenhuis.
NL2009047C2 (nl) Warenhuis.
NL1015926C2 (nl) Gebouw met liggers, alsmede ligger voor toepassing daarin.
DK180201B1 (en) A flashing element for a roof window and a method for making a flashing element
KR102215247B1 (ko) 이중 창호 시스템
NL1036933C2 (nl) Raam voor een glaspaneel.
CN213297787U (zh) 一种带防虫网窗
GB2371074A (en) Glazing frame
NL2009511C2 (nl) Dakbedekkingsysteem en werkwijze voor horizontaal meerlaags doorzichtig paneel op plat dak.
WO2001059232A1 (en) A window frame structure and arrangements for this structure

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180201