NL2007543C2 - Inrichting voor het bevestigen van een koord van een scherm aan een oppervlak. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET BEVESTIGEN VAN EEN KOORD VAN EEN SCHERM AAN EEN OPPERVLAK

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 bevestigen van ten minste één koord of kabel, in het bijzonder van ten minste één koord van een scherm, zoals een raambekleding, aan een oppervlak, omvattende een sokkel, die is ingericht voor bevestiging aan het oppervlak en een kap, welke kap is ingericht voor bevestiging van het koord, waarin de kap en de sokkel zijn ingericht voor losneembare bevestiging aan elkaar.

10 Een dergelijke inrichting is bekend op het vakgebied. Een voorbeeld hiervan is beschreven in het Europese octrooi EP1526246. De bekende inrichting is tweedelig uitgevoerd. De kap met het koordeinde is althans ten dele verschuifbaar over de sokkel die aan het oppervlak is bevestigd. Een inwendig ratel- en palmechanisme zorgt voor vergrendeling van de kap aan de sokkel.

15 De bekende inrichting heeft als voordeel dat deze het mogelijk maakt om de koorden voor montage van de gehele inrichting aan het oppervlak op spanning te brengen. Het koord kan eerst worden bevestigd aan de kap en vervolgens wordt de kap bevestigd aan de sokkel.

De uitvinding heeft tot doel om een inrichting van de in de aanhef genoemde 2 0 soort te verschaffen met een andere, verbeterde losneembare bevestiging tussen de kap en de sokkel.

De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat de inrichting een bajonetsluiting omvat voor losneembare bevestiging van de kap aan de sokkel.

De keuze voor een bajonetsluiting verschaft de inrichting volgens de 2 5 uitvinding een bijzonder ergonomisch gunstige bevestiging. Immers, de kracht die een gebruiker dient uit te oefenen om de kap in de sokkel te plaatsen ligt in het verlengde van het gespannen koord. Indien de bajonetsluiting in elkaar is gestoken, behoeft de kap slechts ten opzichte van de sokkel te worden verdraaid, waarna de inrichting is geassembleerd. Door deze handelingen in omgekeerde volgorde uit te 3 0 voeren, kan de kap los genomen worden van de sokkel. Er is geen gereedschap nodig.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat uit DE9317094 en DE19545316 eveneens een inrichting bekend is voor het bevestigen van ten minste één koord van een scherm, zoals een raambekleding, aan een oppervlak, omvattende een sokkel, 35 die is ingericht voor bevestiging aan het oppervlak en een kap, welke kap is ingericht voor doorgang van het koord, waarin de kap en de sokkel zijn ingericht voor 2 losneembare bevestiging aan elkaar Bij deze bekende inrichtingen dient het koord niet aan de kap maar aan de sokkel te worden bevestigd en dient de kap slechts ter afwerking van de sokkel. In DE9317094 is de kap haakbaar op de sokkel te bevestigen. In DE19545316 is de kap op de sokkel te klemmen en wordt de kap 5 vervolgens ten opzichte van de sokkel verdraaid om het koord in de kap op te nemen en aan het zicht te onttrekken.

In een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de kap ingericht voor bevestiging van het koord in hoofdzaak in het verlengde van de bajonetsluiting. Het vrije einde van de kap vormt nu een aangrijpingsoppervlak 10 hetgeen verder bijdraagt aan de ergonomisch gunstige bevestiging.

Volgens een praktische uitvoeringsvorm van de inrichting omvat de bajonetsluiting een uitsteeksel dat op de naar de sokkel toe te richten zijde van de kap is aangebracht en een uitsparing, die op de naar de kap toe te richten zijde van de sokkel is aangebracht, waarin het uitsteeksel vormsluitend in de uitsparing kan 15 worden opgenomen, en kan de kap vervolgens ten opzichte de sokkel worden verdraaid om een langsas van het uitsteeksel. Het uitsteeksel fungeert nu als een zoeker die de montage vereenvoudigt.

Volgens een verdere zeer betrouwbare uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een aanvullend 2 0 vergrendelmechanisme voor het vergrendelen van de sokkel en de kap in samengestelde stand. Bij voorkeur is het vergrendelmechanisme een klikvergrendeling.

Volgens een verdere elegante uitvoeringsvorm zijn de sokkel en de kap voorzien van complementair gevormde randen, zodanig dat de inrichting in 25 samengestelde stand een in hoofdzaak gesloten behuizing heeft. De kap dekt de sokkel nu volledig af en de gesloten behuizing verschaft een esthetische vormgeving aan de inrichting volgens de uitvinding.

In een andere uitvoeringsvorm is de sokkel aan de naar het oppervlak toe te richten zijde voorzien van een verruwing. De verruwing zorgt ervoor dat de sokkel 30 niet zal bewegen ten opzichte van het oppervlak bij het sluiten van de bajonetsluiting.

In een volgende uitvoeringsvorm is de sokkel voorzien van een verdere opening voor doorgang van een bevestigingselement, welke verdere opening sleufvormig is. De sleufvormige opening biedt een verstelmogelijkheid van de positie van de sokkel ten opzichte van het oppervlak.

35 In een verdere uitvoeringsvorm is de opening in de kap ingericht voor doorgang van meerdere koorden. Dit is in het bijzonder van voordeel bij schermen, 3 zoals raambekledingen, met meerdere gespannen koorden aan een zijde van de bekleding. Deze koorden kunnen gezamenlijk middels één inrichting volgens de uitvinding worden gespannen.

5 De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een scherm voorzien van een inrichting volgens de uitvinding; 10 Figuur 2 toont de inrichting uit figuur 1 in meer detail;

Figuren 3A t/m 3C tonen de inrichting uit figuur 1 in verschillende standen.

Figuur 4A toont de inrichting uit figuur 1 in onderaanzicht; en

Figuur 4B toont een variant op de inrichting uit figuur 1 in onderaanzicht.

15 Figuur 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding als onderdeel van een scherm 100. Het scherm 100 is aangebracht voor een architectonische opening. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is het scherm 100 een raambekleding, meer in het bijzonder een plisségordijn, dat is aangebracht voor een raam van een gebouw. Het plisségordijn 100 omvat een rail 101, waaraan een doek 102 is 2 0 bevestigd. Koorden 103 lopen vanaf rail 101 door het doek 102 naar een bodemlat 104. Vanaf de bodemlat 104 verlopen de koorden richting een tweetal spanschoenen 1. De bovenzijde van de rail 101 is bevestigd aan de bovenzijde 201 van het kozijn.

De inrichtingen 1 volgens de uitvinding zijn bevestigd aan de onderzijde 202 van het kozijn. De koorden 103 staan in het algemeen onderspanning. De spanning op de 2 5 koorden kan bijvoorbeeld worden bepaald door een veerconstructie, die in rail 101 is opgenomen.

Figuur 2 toont de inrichting 1 uit figuur 1 in meer detail in uiteengenomen stand. Inrichting 1 omvat een behuizing, die uit twee behuizingsdelen bestaat. Het eerste behuizingsdeel is een sokkel 10, die is ingericht voor bevestiging aan een vast 30 oppervlak, in dit geval het kozijnoppervlak 202. Het tweede behuizingsdeel 20 is een kap voor het althans gedeeltelijk afdekken van de sokkel 10. De kap is voorzien van tenminste één opening 23 voor doorgang van ten minste één koord, in dit voorbeeld koord 103. De kap 20 kan ook worden aangeduid als koordhouder.

De kap 20 en de sokkel 10 zijn ingericht voor losneembare bevestiging aan 35 elkaar. De inrichting 1 volgens de uitvinding is daartoe voorzien van een bajonetsluiting 11,21. Diverse soorten bajonetsluitingen kunnen in inrichting 1 4 worden toegepast. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvat de bajonetsluiting een uitsparing 11 met een specifieke vorm op sokkel 10 en een uitsteeksel 21 met een overeenkomstige specifieke vorm, dat is aangebracht op kap 20. Het uitsteeksel 21 kan vormsluitend in uitsparing 11 worden opgenomen en door 5 verdraaiing over een hoek is kap 20 ten opzichte van sokkel 10 vergrendeld. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de verdraaiingshoek in hoofdzaak 90 graden.

De koordopening 23 en het uitsteeksel 21 bevinden zich in eikaars nabijheid aan het zelfde uiteinde van de kap 20, zodanig dat het koord 103 zich in hoofdzaak in 10 het verlengde van het uitsteeksel 21 uitstrekt. De rest van de kap 20 vormt nu een vrij uiteinde voor aangrijping door de gebruiker.

Figuren 3At/m 3C tonen de inrichting 1 in verschillende standen.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm heeft uitsteeksel 21 een basis 21A, waaraan aan weerszijden vleugels 21B zijn aangebracht. De vleugels 21B beslaan 15 slechts een deel van de hoogte van basis 21A, in dit geval het onderste deel. Uitsparing 11 is algemeen rond en aan de omtreksrand voorzien van twee binnenwaarts gerichte vleugels 11B. De hoogte van het binnenwaarts gerichte vleugels 11B beslaat slechts een deel van de hoogte cq. diepte van de opening, in dit geval het bovenste deel. Op deze wijze heeft de opening 11 een vorm die 2 0 complementair is aan de vorm van uitsteeksel 21. Kap 20 kan aan sokkel 10 worden bevestigd door het uitsteeksel 21 in de uitsparing 11 te steken. Deze stand is getoond in figuur 3B. Door verdraaiing van kap 20 ten opzichte van sokkel 10 verdraaien vleugels 21B onder vleugels 11B. Kap 20 is dan vergrendeld op sokkel 10. De samengestelde stand is getoond in figuur 3C.

25 Een aanvullend vergrendelmechanisme is op inrichting 1 aangebracht en omvat een klikvergrendeling, die is gevormd door een klikker 14 en een overeenkomstig gevormde uitsparing 24. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm bevindt klikker 14 zich op sokkel 10 en bevindt uitsparing 24 zich op kap 20. Vanzelfsprekend kan de klikverbinding ook omgekeerd zijn uitgevoerd.

30 Sokkel 10 is voorts voorzien van opstaande randen 12, die zich over een deel van de lengte van de sokkel uitstrekken. Kap 20 is eveneens voorzien van opstaande randen 22, die zich eveneens over een deel van de lengte van kap 20 uitstrekken. Randen 12 en 22 zijn complementair gevormd, zodanig dat inrichting 1 in samengestelde stand een in hoofdzaak gesloten behuizing heeft.

35 Sokkel 10 is voorzien van een verdere opening 13 voor doorgang van een bevestigingselement, zoals een schroef 2, voor bevestiging aan het kozijnoppervlak 5 202. De vorm van opening 13 kan desgewenst groter worden gekozen dan de diameter van het schroefdraad om zo een verstelmogelijkheid te bieden. Opening 13 is ter illustratie sleufvormig.

Opening 23 in kap 20 kan desgewenst zijn ingericht voor doorgang van 5 meerdere koorden. Opening 23 is daartoe in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm sleufvormig.

Sokkel 10 is aan de naar het oppervlak 202 toe te richten zijde optioneel voorzien van een verruwing 15.

Elk koord dient te worden bevestigd aan kap 20, die als koordhouder fungeert. 10 Het bevestigen van het koord kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Twee voorbeelden zijn geïllustreerd in figuren 4A en 4B. Figuur 4A toont inrichting 1 in onderaanzicht. In deze uitvoering is sokkel 10 voorzien van een wig 25 en een schroef 26. Het koord 103 dient om de wig 25 te worden geslagen en middels de schroef 26 tegen de wig te worden geklemd. In figuur 4A is koord 103 eindloos. De 15 schroef 26 is natuurlijk ook geschikt om twee losse koordeinden tegen de wig te klemmen.

Figuur 4B toont een variant T op de inrichting uit figuur 1 in onderaanzicht. Deze variant T verschilt uitsluitend van inrichting 1 door de wijze van bevestigen van het koord 103 aan de kap 20’. Dit vindt plaats door het koordeinde 103A om de wig 2 0 25 te slaan en er een knoop 103B in te leggen.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de inrichting 1 of T tevens geschikt is voor het bevestigen van een spankabel, bijvoorbeeld van een vrij hangend scherm, aan een oppervlak.

Verder kan inrichting 1 vanzelfsprekend ook aan de bovenzijde 201 van het 2 5 kozijn worden bevestigd indien de rail 101 beweegbaar in de opening is aangebracht.

De uitvinding is derhalve niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvormen, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende 30 tekeningen.

Claims (8)

1. Inrichting voor het bevestigen van ten minste één koord of kabel, in het bijzonder van ten minste één koord van een scherm, zoals een 5 raambekleding, aan een oppervlak, omvattende een sokkel, die is ingericht voor bevestiging aan het oppervlak en een kap, welke kap is ingericht voor bevestiging van het koord, waarin de kap en de sokkel zijn ingericht voor losneembare bevestiging aan elkaar, met het kenmerk, dat de inrichting een bajonetsluiting omvat voor losneembare bevestiging van de kap aan de 10 sokkel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de kap is ingericht voor zodanige bevestiging van het koord dat het koord in hoofdzaak in het verlengde van de bajonetsluiting verloopt. 15

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin de bajonetsluiting een uitsteeksel omvat, dat op de naar de sokkel toe te richten zijde van de kap is aangebracht en een uitsparing, die op de naar de kap toe te richten zijde van de sokkel is aangebracht, waarin het uitsteeksel vormsluitend in de uitsparing 2. kan worden opgenomen, en dat de kap vervolgens ten opzichte de sokkel kan worden verdraaid om een langsas van het uitsteeksel.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de inrichting is voorzien van een aanvullend vergrendelmechanisme voor het vergrendelen van de sokkel en 25 de kap in samengestelde stand.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarin het vergrendelmechanisme een klikvergrendeling is.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de sokkel en de kap zijn voorzien van complementair gevormde randen, zodanig dat de inrichting in samengestelde stand een in hoofdzaak gesloten behuizing heeft.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de sokkel aan 35 de naar het oppervlak toe te richten zijde is voorzien van een verruwing. 1 Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de sokkel is voorzien van een verdere opening voor doorgang van een bevestigingselement, welke verdere opening sleufvormig is.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de opening in de kap is ingericht voor doorgang van meerdere koorden.