NL2007493C2 - Verwarmingssysteem. - Google Patents
Verwarmingssysteem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2007493C2 NL2007493C2 NL2007493A NL2007493A NL2007493C2 NL 2007493 C2 NL2007493 C2 NL 2007493C2 NL 2007493 A NL2007493 A NL 2007493A NL 2007493 A NL2007493 A NL 2007493A NL 2007493 C2 NL2007493 C2 NL 2007493C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- heating chamber
- heating
- supply
- valve
- fluid
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D17/00—Domestic hot-water supply systems
- F24D17/0073—Arrangements for preventing the occurrence or proliferation of microorganisms in the water
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D17/00—Domestic hot-water supply systems
- F24D17/0026—Domestic hot-water supply systems with conventional heating means
- F24D17/0031—Domestic hot-water supply systems with conventional heating means with accumulation of the heated water
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Apparatus For Disinfection Or Sterilisation (AREA)
Description
VERWARMINGSSYSTEEM
De onderhavige uitvinding betreft een systeem en een werkwijze voor het verwarmen fluïdum, hetgeen zowel 5 vloeistoffen als gassen omvat. Dergelijke systemen en werkwijzen zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld toegepast in automatische melksystemen om een stoomstoot te genereren om daarmee apparatuur te reinigen, zoals de melkbekers van zo'n automatisch melksysteem. Naar de 10 toepassing van met het systeem verwarmd fluïdum wordt hieronder ook wel gerefereerd als een externe toepassing, om duidelijk te maken dat ontsmetting van melkbekers slechts een mogelijke uitvoeringsvorm betreft.
Bekende systemen omvatten een verwarmingskamer met een 15 verwarmingselement, een op de verwarmingskamer aangesloten aanvoer, via welke de verwarmingskamer selectief te vullen is (met te verwarmen fluïdum); en een eveneens op de verwarmingskamer aangesloten uitvoer, via welke uitvoer fluïdum uit de verwarmingskamer af te voeren is. Het is 20 bekend dat verwarmde stoom of gassen en warmere verwarmde vloeistof (gassen en vloeistoffen zijn beide fluïda) zich bovenin een verwarmingskamer verzamelen. Op basis van deze constatering hebben bekende systemen telkens de uitvoer bij een bovenzijde daarvan, voor het beschikbaar stellen van een 25 hoeveelheid stoom of warm water voor ontsmetting van melkbekers of andere toepassing waar een hoeveelheid stoom of verwarmde vloeistof dient te worden verschaft.
De bekende systemen hebben verder veelal complexe en kostbare reinigingscomponenten in samenhang met de toevoer, 30 teneinde hoeveelheden residuen in de verwarmingskamer te minimaliseren. Echter, ondanks deze bekende maatregelen volgens de stand der techniek, resteren nog immer zoveel residuen in de verwarmingskamer, dat de werking daarvan 2 geregeld onderbroken dient te worden voor het reinigen van het binnenste van de verwarmingskamer. De residuen verzamelen zich onderin de verwarmingskamer en het reinigen omhelst vaak het uitspoelen van het binnenste van de 5 verwarmingskamer, om de residuen, zoals kalkafzetting, zand, gruis, en andere min of meer vaste stoffen af te proberen te voeren.
De noodzaak om geregeld de werking van de verwarmingskamer te onderbreken, doet afbreuk aan de 10 effectiviteit en het rendement van het systeem, terwijl als de regelmaat van reiniging wordt verlaagd om de effectiviteit en het rendement te verhogen, het gevaar bestaat dat residuen blijvende schade toebrengen aan het systeem. Het is voor de vaklui tot op heden een onoplosbaar 15 dilemma gebleken om een werkbare oplossing voor deze tegenstrijdige overwegingen te ontwikkelen, waardoor thans de situatie is ontstaan dat zowel producenten als gebruikers gelaten zijn gaan accepteren dat de levensduur van de bekende systemen zeer beperkt is, zelfs bij een hoge 20 regelmaat van reiniging van de verwarmingskamer.
Met de uitvinding is beoogd de voornoemde en/of andere problemen van de stand der techniek te verhelpen of althans te verminderen, waartoe een systeem volgens de onderhavige uitvinding zich ten minste van de bekende systemen 25 onderscheidt doordat ten minste de uitvoer aan of althans nabij de bodem van de verwarmingskamer is aangesloten op het binnenste van de verwarmingskamer.
Het is opvallend, en dat getuigt van een hoge mate van inventiviteit, dat een op zichzelf zo eenvoudig te 30 formuleren maatregel de oplossing kan bieden voor de genoemde (en eventueel ook andere dan de genoemde) uitdagingen, tegenstrijdigheden en problemen van en met de bekende systemen. Desalniettemin geldt, dat volgens de 3 uitvinding residuen ieder keer worden afgevoerd, wanneer (een stoot) stoom of verwarmde vloeistof uit de verwarmingskamer wordt uitgevoerd via de uitvoer, waardoor continu bedrijf tot de mogelijkheden is gaan behoren.
5 Immers, de gewenste stoom of verwarmde vloeistof wordt met een geringe hoeveelheid vaste of soortgelijke stoffen beschikbaar gesteld voor het beoogde doel, zoals het ontsmetten van melkbekers, zonder dat deze stoffen aldus residuen in de verwarmingskamer gaan vormen. De stoffen 10 worden met elke lading verwarmde vloeistof of gas of damp meegezogen en de zwaartekracht werkt hierbij ook mee om de stoffen uit de verwarmingskamer uit te voeren.
In een geprefereerde en aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem volgens de uitvinding de 15 eigenschap, dat de uitvoer een uitvoerklep omvat, waarmee verbinding van de uitvoer met de verwarmingskamer selectief open te stellen en af te sluiten is. zodra de uitvoerklep wordt geopend om verwarmde vloeistof en/of stoom aan een externe toepassing (zoals ontsmetting van melkbekers) te 20 verschaffen, treedt een drukval op, voor zover de verwarmingskamer geheel is afgesloten en hierin druk wordt opgevoerd door verwarming van de vloeistof daarin, waardoor in samenhang met een bereikte temperatuur in de verwarmingskamer een vloeistof daarin snel overgaat in damp 25 of stoom. Er treedt als het ware een gecontroleerde explosie op of onder invloed van de in de verwarmingskamer heersende druk, waarmee vloeistof en damp of stoom worden uitgedreven uit de verwarmingskamer. Opgemerkt zij, dat bij de bekende systemen de toevoer ook wordt opengesteld als stoom en/of 30 damp en vloeistof uit de verwarmingskamer wordt of worden uitgevoerd, althans voordat de verwarmingskamer geheel is geleegd. Hiermee is bijvoorbeeld beoogd om de druk van het water of de andere vloeistof te benutten om daarmee het 4 uitdrijven uit de verwarmingskamer van damp of stoom en verwarmde vloeistof te bevorderen. Daarmee wordt echter ook de temperatuur van na openstelling van de toevoer uit de verwarmingskamer uitgestoten damp of stoom en verwarmde 5 vloeistof verlaagd, en dat kan een aanzienlijke vermindering betekenen van de effectiviteit van de externe toepassing, zoals het ontsmetten van melkbekers, waaraan de stoom of damp en verwarmde vloeistof dienen te worden verschaft.
In een alternatieve of aanvullende geprefereerde en 10 aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem volgens de uitvinding de eigenschap, dat de aanvoer een aanvoerklep omvat, waarmee verbinding van de aanvoer met de verwarmingskamer selectief open te stellen en af te sluiten is. Aldus is de zijde van de aanvoer te sluiten en kan de 15 verwarmingskamer op druk worden gebracht door de temperatuur van de vloeistof daarin te gaan verhogen, voor zover daarbij ook de uitvoerklep - indien aanwezig - is gesloten.
In een uitvoeringsvorm met een uitvoerklep en een aanvoerklep kan het systeem volgens de onderhavige 20 uitvinding verder de eigenschap vertonen van een enkele aansluiting op de verwarmingskamer voor de uitvoer en de aanvoer. Aldus kan een aanzienlijke vereenvoudiging van de configuratie van de verwarmingskamer worden verwezenlijkt door af te kunnen zien van ten minste één aansluiting.
25 In zo'n uitvoeringsvorm met een enkele aansluiting kan het systeem volgens de uitvinding verder de eigenschap vertonen dat de aanvoerklep en de uitvoerklep een eenheid vormen. Ook een drie-standen-klep behoort tot de mogelijkheden. Hiermee kan een vereenvoudiging worden 30 verwezenlijkt, omdat een enkele drieweg klep nu eenmaal gemakkelijker te besturen is dan een tweetal twee-weg kleppen. Opgemerkt zij in dit verband, dat een drieweg klep dan wel wordt blootgesteld aan forse temperatuurverschillen, 5 welke zware eisen aan zo een drieweg klep met zich mee brengen. Om deze temperatuurverschillen te kunnen verminderen, zou de aanvoer een voorverwarming kunnen omvatten, waardoor ook de snelheid van het systeem kan 5 verhogen.
In een alternatieve of aanvullende geprefereerde en aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem volgens de uitvinding de eigenschap, dat de verwarmingskamer een drukkamer is, zoals een boiler, en de aanvoer een 10 inlaatcombinatie omvat. Dit is een zeer geschikte uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding die aldus geheel uit zeer gangbare componenten en elementen te vormen is.
In een alternatieve of aanvullende geprefereerde en 15 aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem volgens de uitvinding de eigenschap van een besturing. De besturing is te benutten om een goed afgestemde werking van de diverse componenten en elementen van het systeem te laten vertonen.
20 In een dusdanige uitvoeringsvorm met een besturing kan het systeem volgens de uitvinding verder de eigenschap vertonen dat de besturing is ingericht om in te werken op ten minste de aanvoerklep om gesloten te blijven als de aanvoerklep open is. Aldus is te voorkomen dat aanvoer van 25 nieuw te verwarmen fluïdum de verhoogde temperatuur van reeds verwarmd fluïdum niet verlaagd, zoals bij de stand der techniek het geval is, waarbij werd aangenomen dat druk in / van de aanvoer zelfs benodigd is om verwarmd fluïdum uit de verwarmingskamer uit te drijven.
30 In een uitvoeringsvorm met een besturing kan het systeem volgens de uitvinding als aanvulling of als alternatief de eigenschap vertonen dat de besturing is ingericht om in te werken op ten minste de uitvoerklep om 6 intermitterend te openen gedurende een op voorhand bepaalde tijdsduur. Deze tijdsduur wordt natuurlijk gekozen in overeenstemming met keuzes voor de capaciteit van de verwarming, het volume van de verwarmingskamer, de 5 warmtecapaciteit van het te verwarmen fluïdum, de tussenpozen waarbinnen nieuwe uitstoot van verwarmd fluïdum voor de externe toepassing (zoals het ontsmetten van melkbekers) benodigd is, et cetera.
In een alternatieve of aanvullende geprefereerde en 10 aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem volgens de uitvinding de eigenschap van een overdrukbeveiliging met betrekking tot druk in de verwarmingskamer. In geval van een defect of onverwacht functioneren, zal de overdrukbeveiliging schade aan de 15 verwarmingskamer en/of andere componenten en elementen voorkomen.
in een dusdanige uitvoeringsvorm met een overdrukbeveiliging kan het systeem volgens de uitvinding verder de eigenschap vertonen dat de overdrukbeveiliging een 20 slangvormig element omvat, dat is ontworpen om te scheuren bij een op voorhand bepaalde druk gedurende een op voorhand bepaalde periode. Een slang scheurt of barst makkelijker open dan een vaste leiding of een boiler als uitvoeringsvorm van een verwarmingskamer, en aldus is handig en onverwacht 25 van deze eigenschap gebruik gemaakt om de overdrukbeveiliging te verwezenlijken ter bescherming van de verwarmingskamer en/of vaste leidingen.
In een alternatieve of aanvullende geprefereerde en aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem 30 volgens de uitvinding de eigenschap dat de uitvoerklep ten minste nagenoeg direct bij de verwarmingskamer is aangebracht. Aldus staat geen (of slechts een geringe hoeveelheid van het) fluïdum in een leiding of slang tussen 7 de verwarmingskamer en de uitvoerklep niet bloot aan de inwerking daarop door of met de verwarming. De uitstoot naar de externe toepassing van verwarmd fluïdum wordt aldus ook niet voorafgegaan door een nagenoeg onverwarmde hoeveelheid.
5 In een dusdanige uitvoeringsvorm met een uitvoerklep in de uitvoer direct bij de verwarmingskamer en een slangvormig element als overdrukbeveiliging kan het systeem volgens de uitvinding verder de eigenschap vertonen dat de aanvoer het slangvormige element omvat. Aldus is een gunstige 10 uitvoeringsvorm verwezenlijkt met betrekking tot plaatsing van zowel de uitvoerklep als de uitvoerklep in de direct werkzame omgeving van de verwarmingskamer.
In een alternatieve of aanvullende geprefereerde en aldus niet limiterende uitvoeringsvorm heeft het systeem 15 volgens de uitvinding de eigenschap dat het verwarmingselement tegen of om een buitenwand van de verwarmingskamer is aangebracht en de buitenwand van de verwarmingskamer ten minste gedeeltelijk warmte naar het binnenste van de verwarmingskamer geleidend materiaal omvat. 20 Aldus is een uitvoeringsvorm te verwezenlijken zonder meetinstrumenten of verwarmingelementen in het binnenste van de verwarmingskamer, hetgeen onderhoud vergemakkelijkt en robuustheid tegen defecten verbetert.
De onderhavige uitvinding betreft ook een werkwijze 25 volgens de bijgevoegde werkwijze-conclusie, waarmee een kamer ten minste nagenoeg geheel wordt geëvacueerd, vooraleer de kamer opnieuw met fluïdum wordt gevuld, zodat alle residuen worden afgevoerd in normaal bedrijf van de verwarmingskamer, welke bedrijf veelal cyclisch verloopt.
30 De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele mogelijke uitvoeringsvormen hiervan, zoals die zijn getoond in de bijgevoegde tekening en onderstaand zijn beschreven onder 8 verwijzing naar de figuren. In afzonderlijke uitvoeringsvormen kunnen gelijke of gelijksoortige componenten, onderdelen en elementen zijn aangeduid met gelijke referentienummers, ondanks dat het verschillende 5 uitvoeringsvormen betreft. De specifieke eigenschappen van de betreffende uitvoeringsvormen zijn geenszins bedoeld, en dienen niet te worden opgevat, als beperkingen op de beschermingsomvang voor de onderhavige uitvinding, welke slechts is gelimiteerd door de bepalingen van de bijgevoegde 10 conclusies, en meer in het bijzonder uitsluitend de enkelvoudige onafhankelijke conclusie. In de tekening toont:
Figuur 1 een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een verwarmingssysteem volgens de onderhavige uitvinding; en 15 Figuur 2 een schematisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een verwarmingssysteem volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 1 toont een systeem 1 voor het verwarmen van fluïdum. Het systeem 1 omvat een verwarmingskamer in de vorm 20 van een boiler 3, die een drukkamer vormt, met een verwarmingselement 4. De boiler 3 heeft een cilindervormig buitenoppervlak, waar het verwarmingselement 4 als een mof omheen is aangebracht. De wand van de boiler 3, waar het verwarmingselement 4 is aangebracht, omvat warmtegeleidend 25 materiaal om warmte van het verwarmingselement 4, die buiten de boiler 3 is aangebracht, over te brengen naar het fluïdum in het binnenste van de boiler 3.
Op de boiler 3 is een aanvoer 5 aangesloten, via welke de boiler 3 te vullen is. De aanvoer 5 is in de getoonde 30 uitvoeringsvorm aan de bovenzijde van de boiler 3 hierop aangesloten, maar zou ook aan de onderzijde van de boiler 3 kunnen zijn aangesloten of op enige hoogte langs of aan een zijwand van de boiler 3. Het verwarmingselement 4 zal in de 9 praktijk vaak niet hoger komen dan maximaal driekwart van de hoogte van de boiler 3, gerekend vanaf de onderzijde van de boiler 3 gerekend, om te voorkomen dat de temperatuur bovenin in het binnenste van de boiler 3 100 °C hoger is of 5 wordt dan onderin de boiler 3.
De aanvoer 5 omvat een verbinding met het leidingnet 6 via een aanvoerklep 7, een inlaatcombinatie 8 met een rioolaansluiting 13, en een slang 9, die een overdrukbeveiliging vormt. De slang 9 breekt of barst, omdat 10 die zo is ontworpen, als gedurende een op voorhand bepaalde periode van bijvoorbeeld enkele minuten de druk in de boiler 3 een waarde van bijvoorbeeld 40 of 50 bar overstijgt. Aldus is schade aan de boiler 3 en andere componenten en elementen van het systeem effectief te voorkomen ten koste van slechts 15 een slang, welke de overdrukbeveiliging op elegante en eenvoudige wijze kan vormen. Inlaatcombinaties zoals de inlaatcombinatie 8 zijn op zich bekend, edoch niet in het samenstel van eigenschappen, elementen, componenten en functionaliteiten volgens de onderhavige uitvinding.
20 Het verwarmingselement 4 is via een schakelaar 10 selectief elektrisch aan te sluiten op een elektrische voedingsbron 11.
Verder omvat het systeem 1 een op de boiler 3 aangesloten uitvoer 14 met een uitvoerklep 15 direct tegen 25 of bij de boiler 3 en een leiding 16 naar een verder niet nader gedefinieerde externe toepassing voor verwarmd fluïdum uit de boiler 3. De uitvoerklep 15 zit aan of dicht tegen de boiler 3 om de hoeveelheid vloeistof in een slang of leiding tussen de boiler 3 en de uitvoerklep 15, die niet direct en 30 in de boiler 3 wordt verwarmd, tot een minimum te beperken.
De schakelaar 10, de aanvoerklep 7 en de uitvoerklep 15 worden met een besturing 12 bediend. Normaal blijft de verwarming 4 continu aangesloten op de voeding 11, maar kan 10 voor onderhoud of iets dergelijks wel worden losgekoppeld van de voeding 11 door gepaste inwerking op de schakelaar 10 van de besturing 12.
Verwarmd fluïdum uit de boiler 3 is via de uitvoer 14 5 af te voeren naar de externe toepassing, waarbij de uitvoer 14 aan of althans nabij de bodem 17 van de boiler 3 is aangesloten.
De aanvoerklep 7 en de uitvoerklep 15 worden door de besturing 12 aangestuurd om beide gesloten te zijn gedurende 10 het verwarmen van fluïdum in de boiler 3. Opgemerkt wordt echter wel, dat de aanvoerklep niet gesloten is of hoeft te zijn tijdens het verwarmen. Gedurende het verwarmen loopt de druk op tegen een keerklep die inherent aanwezig is in de inlaatcombinatie 8. Om deze reden kan geen water door de 15 inlaatklep stromen naar of van de boiler 3. De aanvoerklep vervult in dit stadium van verwarmen dan dus slechts een soort back-up functie.
Als fluïdum in de boiler 3 is opgewarmd, bijvoorbeeld na verloop van een op voorhand ingestelde tijdsduur of bij 20 het bereiken van een met een (niet getoond) thermostaat te meten of gemeten temperatuur, wordt de uitvoerklep 15 geopend en blijven de inlaatcombinatie 8 en de aanvoerklep 7 onder invloed van de besturing 12 gesloten. Door resulterende drukval in de boiler 3 en de daarin heersende, 25 met de verwarming 4 verhoogde temperatuur daarin verdampt nog een aanvullend deel van verwarmde vloeistof in de boiler 3. Door deze drukval treedt een zuiging op in de uitvoer 14 terwijl vanuit het binnenste van de boiler 3 de daarin opgebouwde druk in de fluïda een uitweg zoekt en alle fluïda 30 in de boiler 3 worden in een korte tijd uit de boiler 3 uitgestoten. Wanneer de boiler 3 aldus ten minste nagenoeg geheel is geleegd, daarbij alle potentiële residuen mee nemend, wordt uitvoerklep 15 weer gesloten. Pas daarna 11 worden volgens de onderhavige uitvinding de aanvoerklep 7 en de inlaatcombinatie geopend om via de inlaatcombinatie 8 een nieuwe hoeveelheid te verwarmen fluïdum in de boiler 3 toe te laten door het openen van de aanvoerklep 7 onder 5 inwerking door de besturing 12.
De kleppen 7, 15 worden bij voorkeur zo gelijktijdig mogelijk omgeschakeld van open naar dicht en vice versa, elk in een eigen sequentie, maar dan bijvoorbeeld met een enkelvoudig stuursignaal van de besturing 12, dus in 10 hoofdzaak exact gelijk. In een eveneens mogelijke uitvoeringsvorm met afzonderlijke stuursignalen zou een kleine tussenpauze kunnen ontstaan, die niet wenselijk is, omdat er dan mogelijk weer wat druk opgebouwd kan worden welke de vulling van de boiler 3 kan bemoeilijken.
15 Zodra een gewenste en/of geschikte en/of gepaste hoeveelheid fluïdum in de boiler 3 is toegelaten, sluit de besturing 12 de aanvoerklep 7 weer, waar de inlaatcombinatie 8 of althans de inherent daarin aanwezige terugslagklep eigenlijk de aanvoer van de boiler 3 al sluit. Beide kleppen 20 7, 15 en de inlaatcombinatie 8 zijn dan gesloten en voor zover de elektrische aansluiting van de verwarming 4 op de elektrische voeding afgesloten is geweest in de tussentijd, wordt de verwarming 4 weer door de besturing 12 aangesloten op de voeding 11. Dit proces wordt herhaald om met geregelde 25 tussenpozen een dosis verwarmd fluïdum te verschaffen aan de "externe toepassing", zoals bijvoorbeeld een (niet getoond) deel van een installatie voor het ontsmetten van melkbekers. Daartoe kan de besturing de uitvoerklep 15 intermitterend openen, na verloop van een op voorhand bepaalde tijdsduur 30 die samenhangt met of zelfs afhangt van de hoeveelheid fluïdum in de boiler, de verwarmingscapaciteit van de verwarming 4, door de externe toepassing geregeld benodigde hoeveelheden verwarmd fluïdum, et cetera.
12
In een bijzonder gunstige, eenvoudige elegante en robuuste en betrouwbare uitvoeringsvorm omvat de besturing 12 "slechts" 2 thermostaten, bijvoorbeeld KLIXON thermostaten, en wordt alleen het stuursignaal voor de 5 kleppen extern aangeleverd.
De in Figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm van een systeem 2 verschilt van die van figuur 1 in enkele opzichten. Zo is een verwarmingselement 18 aangebracht in het binnenste van de boiler 3 voor het verwarmen van bijvoorbeeld water 23, 10 waarbij stoom 24 zich bovenin de boiler 3 verzamelt. Verder is een enkele aansluiting 19 toegepast voor zowel de aanvoer als de uitvoer, waarbij een drie-standenklep 20 onder inwerking van de besturing 21 selecteert of de aanvoer of de uitvoer of geen van beide via de aansluiting 19 in 15 verbinding kan of mag staan met (het binnenste van) de boiler 3. De drie-standenklep 20 is een variant waarin de aanvoerklep en de uitvoerklep een eenheid vormen. De werking van het in figuur 2 getoonde systeem is in hoofdzaak gelijk aan de voorgaande beschrijving in samenhang met figuur 1.
20 Na kennisneming van de voorgaande beschrijving zullen zich vele aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen, welke alle naar letter en/of geest allen vallen binnen de beschermingsomvang voor de onderhavige uitvinding, zoals die is gedefinieerd in de 25 bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de enkelvoudig onafhankelijke conclusie 1. Zo is het mogelijk om een uitvoeringsvorm te vervaardigen binnen het kader van de onderhavige uitvinding met een intern verwarmingselement en afzonderlijke aan- en uitvoeren. De inlaatcombinatie kan 30 anders dan conventioneel zijn, en/of de besturing kan manueel zijn. De kleppen 7, 15 en 20 kunnen op een willekeurige alternatieve wijze zijn vormgegeven dan hierboven is beschreven en in de tekening is getoond. Alle 13 combinaties van eigenschappen de getoonde en andere varianten en uitvoeringsvormen vallen binnen de beschermingsomvang.
Claims (16)
1. Een systeem voor het verwarmen van fluïdum, omvattende: 5. een verwarmingskamer met een verwarmingselement; - een op de verwarmingskamer aangesloten aanvoer, via welke de verwarmingskamer selectief te vullen is; en - een eveneens op de verwarmingskamer aangesloten uitvoer, via welke fluïdum uit de verwarmingskamer af te voeren is, 10 waarbij ten minste de uitvoer aan of althans nabij de bodem van de verwarmingskamer is aangesloten op het binnenste van de verwarmingskamer.
2. Het systeem volgens conclusie 1, waarbij de uitvoer een uitvoerklep omvat, waarmee verbinding van de uitvoer met 15 de verwarmingskamer selectief open te stellen en af te sluiten is.
3. Het systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aanvoer een aanvoerklep omvat, waarmee verbinding van de aanvoer met de verwarmingskamer selectief open te stellen en 20 af te sluiten is.
4. Het systeem volgens conclusies 2 en 3, met een enkele aansluiting op de verwarmingskamer voor de uitvoer en de aanvoer.
5. Het systeem volgens conclusie 4, waarbij de 25 aanvoerklep en de uitvoerklep een eenheid vormen.
6. Het systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de verwarmingskamer een drukkamer is, zoals een boiler, en de aanvoer een inlaatcombinatie omvat.
7. Het systeem volgens ten minste één van de voorgaande 30 conclusies, verder omvattende een besturing.
8. Het systeem volgens ten minste conclusie 7, waarbij de besturing is ingericht om in te werken op ten minste de aanvoerklep om gesloten te blijven als de uitvoerklep open is.
9. Het systeem volgens conclusie 7 of 8, waarbij de besturing is ingericht om in te werken op ten minste de 5 uitvoerklep om intermitterend te openen gedurende een op voorhand bepaalde tijdsduur.
10. Het systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een overdrukbeveiliging met betrekking tot druk in de 10 verwarmingskamer.
11. Het systeem volgens conclusie 10, waarbij de overdrukbeveiliging een slangvormig element omvat, dat is ontworpen om te scheuren bij een op voorhand bepaalde druk gedurende een op voorhand bepaalde periode om schade aan de 15 verwarmingskamer te voorkomen.
12. Het systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitvoerklep ten minste nagenoeg direct bij de verwarmingskamer is aangebracht.
13. Het systeem volgens conclusies 11 en 12, waarbij de 20 aanvoer het slangvormige element omvat.
14. Het systeem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het verwarmingselement tegen of om een buitenwand van de verwarmingskamer is aangebracht en de buitenwand van de verwarmingskamer ten minste 25 gedeeltelijk warmte naar het binnenste van de verwarmingskamer geleidend materiaal omvat uit de groep, welke ten minste omvat messing en/of RVS.
15. Een werkwijze van het verwarmen van fluïdum in een verwarmingskamer met een verwarmingselement, een op de 30 verwarmingskamer aangesloten aanvoer, via welke de verwarmingskamer selectief te vullen is, en een eveneens op de verwarmingskamer aangesloten uitvoer, via welke fluïdum uit de verwarmingskamer af te voeren is, en omvattende de stappen van: het via de aanvoer vullen van de verwarmingskamer, het met gesloten aanvoer en uitvoer verwarmen van het fluïdum, en het openen van de uitvoer na verloop van een vooraf bepaalde tijd of bij het bereiken van 5 een gewenste temperatuur, en het wachten met het opnieuw vullen van de verwarmingskamer tot althans het merendeel van het in de verwarmingskamer verwarmde fluïdum via de uitvoer uit de verwarmingskamer is.
16. De werkwijze volgens conclusie 15, waarbij ten 10 minste de uitvoer aan of althans nabij de bodem van de verwarmingskamer is aangesloten op het binnenste van de verwarmingskamer.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2007493A NL2007493C2 (nl) | 2011-09-28 | 2011-09-28 | Verwarmingssysteem. |
EP12182989A EP2574855A2 (en) | 2011-09-28 | 2012-09-04 | Heating system |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2007493A NL2007493C2 (nl) | 2011-09-28 | 2011-09-28 | Verwarmingssysteem. |
NL2007493 | 2011-09-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2007493C2 true NL2007493C2 (nl) | 2013-04-02 |
Family
ID=46754349
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2007493A NL2007493C2 (nl) | 2011-09-28 | 2011-09-28 | Verwarmingssysteem. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2574855A2 (nl) |
NL (1) | NL2007493C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2025741B1 (nl) * | 2020-06-03 | 2022-01-26 | Quooker Int B V | Waterafgifte-inrichting |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2001013045A1 (de) * | 1999-08-18 | 2001-02-22 | Klaus Leiter | Sanitäre anlage |
EP1094279A2 (en) * | 1999-10-19 | 2001-04-25 | Heatex B.V. | Management of heated water in a storage boiler with anti-Legionella provisions |
WO2001063182A1 (en) * | 2000-02-21 | 2001-08-30 | Dantaet Electronics A/S | Method and unit for controlling the bacterial conditions in water systems |
-
2011
- 2011-09-28 NL NL2007493A patent/NL2007493C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2012
- 2012-09-04 EP EP12182989A patent/EP2574855A2/en not_active Withdrawn
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2001013045A1 (de) * | 1999-08-18 | 2001-02-22 | Klaus Leiter | Sanitäre anlage |
EP1094279A2 (en) * | 1999-10-19 | 2001-04-25 | Heatex B.V. | Management of heated water in a storage boiler with anti-Legionella provisions |
WO2001063182A1 (en) * | 2000-02-21 | 2001-08-30 | Dantaet Electronics A/S | Method and unit for controlling the bacterial conditions in water systems |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2574855A2 (en) | 2013-04-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20080189992A1 (en) | Boiler System for Use with a Steaming Device | |
EP2497502B1 (en) | Washing machine and corresponding washing method | |
WO2010134977A1 (en) | Programmable steam trap apparatus | |
JP2018531079A (ja) | コーヒー排出及び注出システムの浄化システムを備えるエスプレッソコーヒーマシン | |
NL1029676C2 (nl) | Inrichting voor het afgeven van een verwarmd fluïdum en verwarminrichting daarvoor. | |
CN106136920B (zh) | 用于咖啡机的供液系统及其控制方法、咖啡机 | |
JPWO2019244597A1 (ja) | 抽出装置および抽出方法 | |
CN108135430B (zh) | 具有热回收系统的器皿洗涤机 | |
NL2007493C2 (nl) | Verwarmingssysteem. | |
CN108135428A (zh) | 具有热回收系统的器皿洗涤机 | |
US7214354B2 (en) | Autoclave | |
CN108024687B (zh) | 具有热回收系统的器皿洗涤机 | |
JP2011131175A (ja) | 洗浄装置 | |
EP3006619A1 (en) | Device and method for the condensation of steam in the discharge circuit of a washing and disinfecting machine | |
US7918235B2 (en) | Steam generator auto—blow down and scale reduction system | |
JP6712409B2 (ja) | 超音波洗浄器 | |
CN108135429B (zh) | 具有热回收系统的器皿洗涤机 | |
JP6175176B1 (ja) | プロセス液の初期廃棄量の削減方法及びプロセス液の処理システム | |
JP6656839B2 (ja) | 洗浄機 | |
CN107007152A (zh) | 饮料提供装置 | |
CN105805950A (zh) | 液体加热装置及其自动排液装置和控制方法 | |
JP5801563B2 (ja) | 連続加圧蒸煮装置のドレン排出装置及び連続加圧蒸煮装置のドレン排出方法 | |
EP2934274B1 (en) | Hydraulic recovery circuit for recovering the washing liquid of a washing and/or drying device | |
JP7236188B2 (ja) | 蒸気及び高温液体供給装置並びに供給方法 | |
CN211724941U (zh) | 灌装装置与物料杀菌装置之间的杂质拦截机构 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20151001 |