NL2006553C2 - Klemconstructie voor afvoer. - Google Patents

Description

Klemconstructie voor afvoer

De uitvinding betreft een afvoer, zoals een douchegoot.

Afvoeren worden gewoonlijk in vloeren verwerkt. Daarbij 5 kan de vloer een houten vloer of betonvloer zijn, die afgewerkt wordt met bijvoorbeeld tegels of een zeillaag, zoals vinyl. Daarbij is het van belang dat de aansluiting tussen de afvoer en de afwerklaag betrouwbaar en waterdicht is.

Bij een tegellaag wordt vaak een siliconenkit gebruikt 10 om de ruimte tussen de tegels en de afvoer op te vullen. Dit is gewoonlijk mogelijk doordat de tegel en de lijmlaag, waarmee de tegel op de vloer is gelijmd, al snel meer dan één centimeter dik is, waardoor er voldoende contact oppervlak is op de zijkant van de tegels en de afvoer om een goede kitlaag tussen aan te 15 brengen.

Bij een flexibele laag, zoals vinyl, is de laag dikte aanzienlijk kleiner dan bij tegels. Hierdoor is het niet goed mogelijk om een betrouwbare afdichting te verkrijgen door middel van een kitlaag. Als gevolg zijn er in de stand van techniek 20 speciale afvoeren bekend, die geschikt zijn om op een dunne flexibele laag aan te sluiten.

EP 1914355 beschrijft een douchegoot, die geschikt is om aan te sluiten op een flexibele laag, zoals een tegeldoek. De douchegoot heeft hiertoe een opvangbak met een bodemvlak en 25 langs het bodemvlak opstaande wanden. Op de wanden zijn naar buiten, van elkaar af gerichte flensen aangebracht. Over deze flensen is een klemframe aangebracht. Tussen de horizontale flensen en het klemframe wordt het uiteinde van de flexibele laag geplaatst, waarna door het klemframe, de flexibele laag en 30 de horizontale flensen, schroeven worden aangebracht, die het geheel op elkaar klemmen.

Het nadeel van deze douchegoot volgens de stand van techniek, is dat de schroeven door de flexibele laag lopen, waardoor eventueel lekkage kan ontstaan. Daarnaast zijn de 35 schroeven in de naar buiten gerichte horizontale flens 2 aangebracht. Wanneer de schroefbevestiging kapot gedraaid wordt, bestaat de kans dat er water langs de losse schroef loopt en onder de flens en daarmee buiten de bak komt. Bovendien is het niet mogelijk om deze schroefverbinding te repareren, zonder de 5 opvangbak uit te vloer te verwijderen.

Bovendien zorgen deze schroeven voor een spanning in de onderbak zelf, waardoor de bevestiging van de onderbak in de vloer beïnvloed kan worden.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde 10 nadelen te verminderen of zelfs te verhelpen.

Dit doel wordt bereikt met een afvoer volgens de uitvinding, welke afvoer omvat: - een opvangbak voor het opvangen van af te voeren water, welke opvangbak een bodemvlak en langs het bodemvlak 15 opstaande wanden heeft; - op de bovenrand van de opstaande wanden aangebrachte, naar elkaar gerichte horizontale flensen; - een boven de horizontale flensen aangebracht klemframe voor het tussen het klemframe en de horizontale flensen 20 vastklemmen van een de afvoer omgevende flexibele laag, zoals een vinyllaag, waarbij het klemframe de instroomopening van de afvoer omgeeft; - spanmiddelen aangebracht tussen het klemframe en de horizontale flensen voor het tegen de flensen aan spannen van 25 het klemframe.

Door de flensen naar binnen te richten zullen deze zich boven de opvangbak bevinden. Hierdoor is het mogelijk om de spanmiddelen aan te laten grijpen op de horizontale flensen en het klemframe, zonder dat de flexibele laag doorbroken hoeft te 30 worden. In principe kunnen de spanmiddelen door de instroomopening van de afvoerbak lopen. Anderzijds is het mogelijk om het klemframe op een meer conventionele wijze met schroeven vast te zetten, waarbij de flexibele laag alsnog doorstoken wordt. Doordat echter de horizontale flensen zich 35 binnen en boven de opvangbak bevinden zal eventuele lekkage 3 langs de schroeven alsnog in de opvangbak komen.

Bij de uitvinding kan via de toevoeropening onder de flexibele laag gekomen worden. Hierdoor is het mogelijk om de klemmiddelen zowel onder als boven de flexibele laag aan te 5 laten grijpen en bovendien te verwijderen of te vervangen.

Een ander bijkomend voordeel is dat de opening in de flexibele laag gemakkelijk uitgesneden kan worden langs de rand van de naar binnen gerichte horizontale flensen. Daarnaast kan het klemframe ook nog binnen de opening verschoven worden om het 10 klemframe uit te lijnen.

Door de naar binnen gerichte flensen wordt een relatief smalle instroomopening verkregen, terwijl de afvoer capaciteit van de onderbak groot blijft. Een kleine instroomopening is vanuit esthetisch oogpunt gewenst. Daarnaast is het door de 15 smallere instroomopening mogelijk om een stabieler klemframe te voorzien, waardoor minder spanmiddelen noodzakelijk zijn.

Nu de klemkracht aangrijpt op de naar binnen gerichte horizontale flensen, zal de klemkracht niet van invloed zijn op de opvangbak, waardoor de opvangbak eenvoudiger en goedkoper 20 uitgevoerd kan worden.

In een uitvoeringsvorm van de afvoer volgens de uitvinding omvat het klemframe een rondlopend profiel met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede, en waarbij het horizontale deel van het L-vormige profiel boven de horizontale flensen ligt 25 en waarbij het verticale deel van het profiel in de door de horizontale flensen omgeven opening steekt. Bijvoorkeur is het klemframe van zo dun mogelijk materiaal gemaakt, waardoor een zo laag mogelijke opstaande rand verkregen wordt.

Door de L-vormige dwarsdoorsnede verkrijgt het klemframe 30 een grote stijfheid, waardoor ook met een beperkt aantal spanmiddelen het klemframe over een langere lengte gelijkmatig op de flexibele laag gedrukt kan worden.

Daarnaast zorgt het verticale deel van het profiel voor een goede afwerking van de instroomopening van de afvoer.

35 Verder kan door het L-vormige profiel gebruik gemaakt 4 worden van de diepte van de onderbak. Door deze bruikbare diepte is het mogelijk om delen van het klemsysteem steviger uit te voeren, waardoor bijvoorbeeld minder onderdelen benodigd zijn. Ook wordt het hierdoor mogelijk om eventuele schroeven van een 5 klemconstructie naast en onder het klemvlak te positioneren, hetgeen meer ontwerpvrijheid geeft.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de afvoer volgens de uitvinding omvatten de spanmiddelen beugels, die aan de onderzijde van de horizontale flensen aangrijpen. Deze beugels 10 kunnen gemakkelijk via de instroomopening van de afvoer onder de horizontale flensen worden gebracht. Mocht een beugel bijvoorbeeld beschadigd raken, dan kan deze eenvoudig worden verwisseld, zonder dat de opvangbak uit de vloer verwijderd moet worden.

15 In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de afvoer volgens de uitvinding omvatten de spanmiddelen ten minste één op het klemframe aangebracht en de instroomopening overspannend brugdeel, en bevestigingsmiddelen, zoals bouten of schroeven, waarbij de bevestigingsmiddelen aangrijpen op zowel het brugdeel 20 als de beugels.

In deze uitvoeringsvorm van de afvoer kan het klemframe eenvoudig op de horizontale flensen van de opvangbak worden geklemd door de schroeven of bouten aan te draaien.

Bijvoorkeur strekt elke beugel zich uit tussen twee 25 tegenoverliggende zijden van de opvangbak. Hierdoor kan elke beugel goed gecentreerd worden in de bak, waardoor ook het klemframe gecentreerd ten opzichte van de opvangbak vastgeklemd kan worden.

De afmetingen van de beugel kunnen ook zo gekozen 30 worden, dat tussen het klemframe een bodem gevormd wordt, waarbij in de bodem een afvoeropening is aangebracht. Bij deze constructie ontstaat een dubbele bodem met een bak in de opvangbak. Door een doorlopende bodem te gebruiken in plaatst van brugdelen wordt het eenvoudiger om het zichtbare deel van de 35 afvoer schoon te houden. Ook is het mogelijk om een losse 5 bodemplaat op de brugdelen te leggen ter afwerking.

In een andere uitvoeringsvorm van de afvoer volgens de uitvinding is in de instroomopening een rooster aangebracht. Dit rooster kan de spanmiddelen aan het zicht onttrekken, terwijl 5 deze onder het rooster gemakkelijk toegankelijk blijven.

Bij de afvoer volgens de uitvinding is de opvangbak bijvoorkeur langwerpig en omvat deze een uitstroomopening, waarop een sifon is aangesloten. Ook kan een vierkante of ronde vorm voor de opvangbak gekozen worden.

10 Hoewel de klemconstructie volgens de uitvinding bij voorkeur rondom aangrijpt op een naar binnen stekende horizontale flens, valt het ook binnen de uitvinding om de klemconstructie slechts op een enkele rand of een deel daarvan te laten aangrijpen. In het bijzonder, wanneer de afvoer tegen 15 een wand is geplaatst, zal inklemming niet rondom noodzakelijk zijn.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden de naar elkaar gerichte horizontale flensen gevormd door tegen de opstaande wanden aangebrachte profielen.

20 Een dergelijk profiel kan bijvoorbeeld zijn aangebracht door lijmen.

Het voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat een gebruikelijke onderbak voor de afvoer gebruikt kan worden. Door in deze gebruikelijke onderbak de profielen te plaatsen, wordt 25 het mogelijk de uitvinding toe te passen. Met deze uitvoering wordt het aldus mogelijk om bestaande, reeds in een vloer aangebrachte onderbakken voor de uitvinding te gebruiken, bijvoorbeeld in het kader van renovatie. Ook zal magazijnruimte beperkt kunnen blijven omdat gebruik gemaakt kan worden van een 30 bestaande onderbak voor de afvoer volgens de uitvinding.

Een ander voordeel is dat het profiel wat lager in de onderbak geplaatst kan worden, waardoor een verdieping ontstaat, waarin het klemframe kan verzinken. Eventueel kan het profiel in hoogte verstelbaar zijn, waardoor de positionering van het 35 profiel aangepast kan zijn aan de dikte van de flexibele laag.

6

Daarnaast kunnen de brugdelen van het spansysteem geïntegreerd zijn met de profielen, waardoor de profielen en de brugdelen als één geheel in de onderbak geplaatst kunnen worden.

De profielen zijn bijvoorkeur door extrusie gemaakt.

5 Hierdoor kan een gewenste dwarsdoorsnede vorm verkregen kan worden. Zo is het ook mogelijk om een extra groef te voorzien, waarin een kitlaag voor afdichting voorzien kan zijn.

Aan de kopse einden van de onderbak kunnen speciaal gevormde einddelen worden aangebracht, waardoor een afgeronde 10 afwerking van de instroomopening ontstaat. In het bijzonder bij vinyl wordt door deze afgeronde afwerking de spanning in de flexibele laag verminderd waardoor inscheuren voorkomen wordt.

De profielen kunnen bij een ronde afvoer ook als een ring zijn uitgevoerd. Daarbij kan het klemframe dan ook 15 ringvormig zijn uitgevoerd. Het ringvormige profiel en het ringvormige klemframe kunnen op elkaar gespannen worden door het aanbrengen van een op beide delen samenwerkende schroefdraad of een klik verbinding.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader 20 toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een afvoer volgens de uitvinding met uiteengenomen delen.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van de afvoer volgens figuur 1 in gemonteerde toestand.

25 Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een afvoer volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een 30 vierde uitvoeringsvorm van een afvoer volgens de uitvinding.

Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

35 Figuur 8 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een 7 zevende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 9 toont een achtste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 10 toont een negende uitvoeringsvorm van de 5 uitvinding.

Figuur 11 toont een elfde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In de figuren 1 en 2 wordt een uitvoeringsvorm 1 van de afvoer volgens de uitvinding getoond. De afvoer 1 heeft een 10 opvangbak met een bodemvlak 2 en langs de omtrek van het bodemvlak opstaande wanden 3. De opvangbak 2, 3 is voorzien van een afvoeropening 4, die verbonden kan worden met een sifon of afvoerbuis. Aan de bovenzijde van de opstaande wanden 3 zijn naar elkaar toe gerichte horizontale flensen 5 voorzien. De 15 flensen 5 steken naar binnen en strekken zich aldus uit over de opvangbak 2, 3.

Via de opening tussen de flensen 5 zijn beugels 6 ingebracht, die aan de onderzijde tegen de flensen 5 afsteunen. Door de beugels 6 te draaien is het mogelijk ze tegen de 20 opstaande wanden 3 vast te klemmen. Aan de bovenzijde van de flensen 5 is allereerst een flexibele laag 7 aangebracht, die voorzien is van een opening. Daar bovenop is een klemframe 8 geplaatst.

Het klemframe 8 is gevormd uit een rondlopend profiel 25 met een L-vormige dwarsdoorsnede (zie in het bijzonder figuur 2). Tussen overliggende zijden van het klemframe 8 zijn brugdelen 10 aangebracht. In deze brugdelen 10 zijn gaten voorzien, waardoorheen bouten 11 steken, die in de beugels 6 geschroefd worden. Hierdoor zal het klemframe 8 tegen de 30 horizontale flensen 5 gespannen worden en wordt het flexibele materiaal 7 tussen het klemframe 8 en de flensen 5 geklemd, waardoor een waterdichte aansluiting ontstaat tussen het flexibele materiaal 7 en de afvoer 1.

Op de brugdelen 10 tussen het klemframe 8 kan verder een 35 rooster 12 worden geplaatst, waarmee de brugdelen 10 en de 8 bouten 11 aan het zicht worden onttrokken.

De beugels 6 kunnen eventueel van verenstaal zijn gemaakt. Daarbij is de beugel 6 dan zo gevormd, dat ten minste het deel waarop de bouten 11 aangrijpen enigszins hol is, zodat 5 door het aantrekken van de bouten 11, de beugel 6 vervormt en zich extra vastklemt tegen de onderzijde van de horizontale flensen 5.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de horizontale flensen 5 gevormd, door het omvouwen van de bovenzijde van de 10 opstaande wanden 3. Het is echter ook mogelijk om een opvangbak uit de stand van techniek met naar buiten gerichte horizontale flensen te gebruiken. Op de naar buiten gerichte horizontale flensen wordt dan een dekplaat aangebracht met centrale opening. Deze dekplaat kan bijvoorbeeld verlijmd worden. Door de centrale 15 opening kleiner te kiezen dan de oorspronkelijke instroomopening van de bekende opvangbak wordt zo een naar binnen gerichte rand verkregen, waarop de beugels 6 kunnen afsteunen.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm 20 van een afvoer volgens de uitvinding. In deze uitvoering 20 is een 20 opvangbak 21 voorzien met naar buiten gerichte horizontale flensen 22. Op deze horizontale flensen 22 is een plaat 23 aangebracht, bijvoorbeeld door lijmen, waardoor naar binnen gerichte flensen ontstaan.

Onder de naar binnen stekende flensen 23 zijn 25 bevestigingsblokken 24 aangebracht. In deze bevestigingsblokken 24 zijn schroeven 25 aangebracht, die via een lip 26 een klemframe 27 vasttrekken op de flensen 23, zodat een flexibele laag 28 vastgeklemd kan worden op de bovenzijde van de afvoer 20 .

30 Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm 30 van een afvoer volgens de uitvinding. Deze uitvoering 30 heeft een opvangbak met bodemvlak 31, opstaande wanden 32 en naar binnen gerichte flensen 33. Op deze flensen 33 is een flexibele laag 34, zoals vinyl aangebracht.

35 Rond de uiteinden van de flexibele laag 34 en de flensen 9 33 is een U-vormig profiel 35 aangebracht. Dit U-vormige profiel kan vervormd worden om de flexibele laag 34 op de flens 33 te klemmen. Ook is het mogelijk om het U-vormige profiel 35 van bijvoorbeeld verenstaal te maken, waardoor de laag 34 op de 5 flens 33 geklemd wordt door veerkracht.

In figuur 5 wordt een vierde uitvoeringsvorm 40 van de afvoer getoond. Deze uitvoering 40 komt grotendeels overeen met de uitvoering 30 en gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

10 In de uitvoeringsvorm 40 is het U-vormige profiel 35 voorzien van openingen 41, waarin proppen 42 geperst kunnen worden. Deze proppen 42 kunnen bijvoorbeeld wigvormig zijn. Door het in de openingen 41 persen van de proppen 42 wordt de ruimte tussen de onderzijde van het U-vormige profiel 35 en de 15 onderzijde van de flens 33 opgevuld, waardoor de bovenkant van het U-vormige profiel 35 in de flexibele laag 34 wordt gedrukt en daarmee vastgeklemd wordt op de flens 33.

In figuur 6 is een vijfde uitvoeringsvorm van de afvoer 50 volgens de uitvinding getoond. Deze uitvoeringsvorm 50 komt 20 grotendeels overeen met de afvoer 1 en gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.

De opvangbak 51 is in deze uitvoeringsvorm voorzien van een afvoer 52 aan onderzijde. Het klemframe 8 is geïntegreerd met de brugdelen 10 en vormen zo een secundaire opvangbak. Deze 25 secundaire opvangbak is aan de onderzijde voorzien van een pijpvormige uitloop 53, die in de afvoer 52 steekt en via een 0-ring 54 daarop is afgedicht.

De door klemframe 8 en brugdelen 10 gevormde secundaire bak wordt via bouten 11 op de beugel 6 aangetrokken. Doordat de 30 beugel 6 afsteunt op de onderzijde van de naar binnen gerichte flensen 5 kan tussen de flensen 5 en het klemframe 8 een flexibele laag 7, zoals een vinyl laag, worden vastgeklemd.

In figuur 7 wordt een zesde uitvoeringsvorm van de afvoer 60 volgens de uitvinding getoond.

35 In deze uitvoering 60 is in een schuimplaat 61 een 10 standaard onderbak 62 met naar buiten gerichte horizontale flensen 63 aangebracht. Over de schuimplaat 61 en de horizontale flensen 63 is een afwerklaag 64, zoals bijvoorbeeld een Trespaplaat, aangebracht en met de schuimplaat 61 en horizontale 5 flensen verbonden.

Door het gebruik van de afwerklaag 61, is het mogelijk om met een standaard onderbak 62 een opening 65 te voorzien met gewenste afmetingen, die onafhankelijk zijn van de afmetingen van de onderbak 62. Zo kan bijvoorbeeld een onderbak 62 met een 10 lengte van 90 centimeter zijn voorzien, terwijl de opening 65 slechts 80 centimeter lang is.

Over de afwerklaag is verder een flexibele laag, zoals een vinyllaag 68, aangebracht. De rand van de opening 65 in de afwerklaag 61 is voorzien van een verdieping, waarin de rand van 15 de vinyllaag 68 en het klemframe 66 is aangebracht, dat via de brugdelen 67 vast wordt geklemd. Hierdoor kan het bovenoppervlak van het klemframe 66 gelijk liggen aan het bovenoppervlak van de vinyllaag 68.

In figuur 8 is een zevende uitvoeringsvorm 70 van een 20 afvoer volgens de uitvinding getoond. Hierbij is de onderbak 71 gevormd uit een extrusieprofiel, dat op elke gewenste lengte kan hebben. De kopse einden van het extrusieprofiel worden afgedicht door kappen, zodat een waterdichte onderbak ontstaat.

Het voordeel van een extrusieprofiel is dat de lengte 25 van de afvoer 70 naar wens gekozen kan worden. Daarnaast kan eenvoudig een complexe dwarsdoorsnede vorm geëxtrudeerd worden. Zo is in de uitvoering 70 aan weerszijden onder de horizontale flensen 72 een kraalrand 73 voorzien. In deze kraalrand 73 kunnen bijvoorbeeld schroeven worden gedraaid, waarmee de kappen 30 vastgezet kunnen worden op de kopse einden van het extrusieprofiel. Een waterdichte laag 74 of tegeldoek kan worden vastgezet op het naar buiten gerichte deel van de horizontale flens 72. Eventueel kunnen in deze horizontale flens 72 verdiepingen zijn aangebracht, waarin een kit, zoals 35 butyleenkit, aangebracht kan worden.Door het gebruik van 11 extrusie is het verder eenvoudig om het naar binnen stekende deel van de horizontale flens 72 te voorzien van een verdieping, waarin het klemframe aangebracht kan worden.

In figuur 9 wordt een achtste uitvoeringsvorm 80 van de 5 uitvinding getoond. Op de naar buiten gerichte horizontale flensen 81 van de onderbak 82 is een plaatdeel 83 aangebracht, waardoor naar binnen gerichte flensen onstaan. De rand 84 van deze flensen loopt omlaag.

Over het plaatdeel 83 wordt een flexibele laag 85 10 aangebracht, die langs de omlaag lopende rand 84 ligt. Deze flexibele laag wordt vervolgens vastgeklemd door het via schroeven 86 omlaag trekken van een secundaire bak 87. Door de rand 84 iets schuin te laten lopen kan een oplopende klemkracht verkregen worden bij het aantrekken van de secundaire bak 87.

15 In figuur 10 is een negende uitvoeringsvorm 90 volgens de uitvinding getoond. In deze uitvoeringsvorm 90 is de onderbak 91 voorzien van gebruikelijke naar buiten gerichte horizontale flensen 92. Aan de naar buitengerichte horizontale flensen is een tegeldoek 99 aangebracht.

20 In de onderbak 91 is tegen de zijwanden een profiel 93 met in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede aangebracht. Dit L-vormige profiel 93 is via een lijmlaag 94 of kitlaag met de zijwanden van de onderbak 91 verbonden.

Het profiel 93 zorgt voor horizontale flensen, die naar 25 binnen zijn gericht. Hierdoor is het mogelijk om met een klemframe 95 , brugdelen 96 en schroeven 97 een flexibele laag 98 in te klemmen.

Doordat het profiel 93 een afzonderlijk onderdeel is, kan gemakkelijk de hoogte van het profiel 93 worden aangepast, 30 zodat een verdieping voor de flexibele laag 98 en het klemframe 95 verkregen wordt.

In figuur 11 wordt een tiende uitvoeringsvorm 100 van de uitvinding getoond.

Deze afvoer 100 heeft een opvangbak met een bodemvlak 35 101, opstaande schuine wanden 102 en naar buiten gerichte 12 horizontale flensen 103. De resulterende vorm van de opvangbak 101, 102, 103 heeft een zwaluwstaart vorm, waardoor de onderbak stevig in een vloer verankerd kan worden.

Op de horizontale flensen 103 is een flexibel doek 104, 5 zoals een tegeldoek, bevestigd.

In de opvangbak 101 - 103 zijn tegen de opstaande wanden 102 extrusieprofielen 105 aangebracht. De extrusieprofielen 105 zijn voorzien van een bovenvlak 106 en een uitsparing 107. In deze uitsparing 107 steekt een brugdeel 108.

10 Over de horizontale flensen 103 en het bovenvlak 106 van het profiel 105, dat samen met de uitsparing 107 een naar binnen gerichte flens vormt, strekt zich een laag vinyl 109 uit. Deze laag vinyl 109 wordt vastgeklemd door een klemframe 110, dat met schroeven 111 op het brugdeel wordt vastgeschroefd.

Claims (8)

1. Afvoer omvattende: - een opvangbak voor het opvangen van af te voeren 5 water, welke opvangbak een bodemvlak en langs het bodemvlak opstaande wanden heeft; - op de bovenrand van de opstaande wanden aangebrachte, naar elkaar gerichte horizontale flensen; - een boven de horizontale flensen aangebracht klemframe 10 voor het tussen het klemframe en de horizontale flensen vastklemmen van een de afvoer omgevende flexibele laag, zoals een vinyllaag, waarbij het klemframe de instroomopening van de afvoer omgeeft; - spanmiddelen aangebracht tussen het klemframe en de 15 horizontale flensen voor het tegen de flensen aan spannen van het klemframe.

2. Afvoer volgens conclusie 1, waarbij het klemframe een rondlopend profiel omvat met een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsnede, en waarbij het horizontale deel van het L- 20 vormige profiel boven de horizontale flensen ligt en waarbij het verticale deel van het profiel in de door de horizontale flensen omgeven opening steekt.

3. Afvoer volgens conclusie 1 of 2, waarbij de spanmiddelen beugels omvatten, die aan de onderzijde van de 25 horizontale flensen aangrijpen.

4. Afvoer volgens conclusie 3, waarbij de spanmiddelen ten minste één op het klemframe aangebracht en de instroomopening overspannend brugdeel, en bevestigingsmiddelen, zoals bouten of schroeven, omvatten, waarbij de 30 bevestigingsmiddelen aangrijpen op zowel het brugdeel als de beugels.

5. Afvoer volgens conclusie 3 of 4, waarbij elke beugel zich uitstrekt tussen twee tegenoverliggende zijden van de opvangbak.

6. Afvoer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de instroomopening een rooster is aangebracht.

7. Afvoer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de opvangbak langwerpig is en een uitstroomopening omvat, waarop een sifon is aangesloten.

8. Afvoer volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de naar elkaar gerichte horizontale flensen gevormd worden door tegen de opstaande wanden aangebrachte profielen.