NL2006340C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium. Download PDF

Info

Publication number
NL2006340C2
NL2006340C2 NL2006340A NL2006340A NL2006340C2 NL 2006340 C2 NL2006340 C2 NL 2006340C2 NL 2006340 A NL2006340 A NL 2006340A NL 2006340 A NL2006340 A NL 2006340A NL 2006340 C2 NL2006340 C2 NL 2006340C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
culture medium
powder
bandage
growth substrate
fibers
Prior art date
Application number
NL2006340A
Other languages
English (en)
Inventor
Lucas Everhardus Maria Langezaal
Adriaan Lucas Langezaal
Original Assignee
Langezaal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Langezaal filed Critical Langezaal
Priority to NL2006340A priority Critical patent/NL2006340C2/nl
Priority to PCT/NL2012/050127 priority patent/WO2012121592A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006340C2 publication Critical patent/NL2006340C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G24/00Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
    • A01G24/60Apparatus for preparing growth substrates or culture media

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten, waarbij de kweekmedia in hoofdzaak zijn vervaardigd van een groeisubstraat, waarbij gebruik wordt gemaakt van een houder die aan de bovenzijde open is en welke wordt gevuld met het groeisubstraat.
10
Een dergelijke werkwijze is bekend uit WO 2007/011225. Het kweekmedium kan bijvoorbeeld een zogenaamde teeltplug zijn, gewoonlijk met een frustoconische vorm met een afmeting van circa 5 cm hoog en een gemiddelde doorsnede van circa 3 cm, 15 of een zogenaamd teeltblok dat bestemd is om ten minste een kweekplug te ontvangen, gewoonlijk in een blokvorm met een afmeting van bijvoorbeeld 9 cm x 9 cm x 9 cm of groter.
Bij de vervaardiging van teeltpluggen wordt gebruik gemaakt 20 van trays die een veelheid aan houders bevatten, welke bijvoorbeeld worden gevuld met losse grond, veen, etc., met lijmpluggen, of met papieren hulzen met grond, veen etc., en waarin een zaadje of ontkiemd plantje wordt geplaatst.
25 Bij het gebruik van losse grond speelt het nadeel dat bij het verplanten van het jonge plantje de grond uit elkaar valt, en dat deze eenheid niet zonder uit elkaar te vallen in een houder kan worden geplaatst die een groter volume heeft. Ook kan hierbij niet gebruik worden gemaakt van het 30 geautomatiseerd verplanten, omdat de pen die de eenheid omhoog uit de houder moet duwen in de losse grond verdwijnt en de eenheid kapot maakt of omdat de grijper die de eenheid oppakt deze kapot maakt.
2
Bij een lijmplug, waarbij de losse grond is gemengd met lijm, speelt het nadeel dat bij het insteken van een stek, als dat gebeurt als de plug niet in een houder zit met de 5 zelfde afmeting als de plug, de plug openbreekt. Ook heeft veel lijm geen positief effect op de groei van de plant.
Bij een papieren huls speelt het nadeel dat de grond uit de huls kan vallen, dat alleen cilindrische vormen mogelijk 10 zijn, en dat er schimmelvorming kan optreden.
De onderhavige uitvinding beoogt een alternatieve werkwijze en een alternatief kweekmedium, dat voornoemde nadelen althans deels opheft.
15
Daartoe wordt, voordat de houder wordt gevuld met het groeisubstraat, de binnenzijwand van de houder althans gedeeltelijk voorzien van een poeder en/of vezels, en wordt nadat de houders zijn gevuld met het groeisubstraat het 20 poeder en/of de vezels door middel van een warmtebehandeling of een chemische reactie tot een bandage gevormd die een omtrekswand van het kweekmedium vormt. De op die wijze aangebrachte versterking kan selectief op voor het doel gewenste locaties op de binnenzijwand, en daardoor om het 25 groeisubstraat, worden aangebracht. Daardoor is bijvoorbeeld minder of geen lijm in het groeisubstraat nodig. De bandage strekt zich bij voorkeur ringvormig tegen een of meerdere gedeeltes van de zijwand van het kweekmedium uit, zodat het kweekmedium niet scheurt of uit elkaar valt. In een 30 voorkeursuitvoering strekt de bandage zich althans gedeeltelijk tegen de onderzijde en het onderste gedeelte van de zijwand van het kweekmedium uit, zodat bijvoorbeeld tijdens het automatisch verpotten de pen die tegen de 3 onderkant duwt het kweekmedium niet beschadigd. In nog een voorkeursuitvoering vormt de bandage een open netwerk, zodat wortel doorgroei niet belemmerd wordt en wateropname optimaal is.
5
De volledige bandage kan als tray-wand functioneren, waardoor het kweekmedium vrij kan hangen in houders, waardoor het overzetten van de plantjes sterk vereenvoudigd wordt.
10
Elke gewenste vorm houder kan gebruikt worden en door middel van het patroon van de bedekking van de houder kan elk gewenst bandagepatroon aangebracht worden.
15 Voordat de binnenzijwand van de houder wordt voorzien van het poeder en/of de vezels wordt de binnenzijwand bij voorkeur voorzien van een losmiddel. Het losmiddel is bij voorkeur een vochtig losmiddel, zodat het poeder en/of de vezels bij het aanbrengen daaraan hechten.
20
De houder wordt na de warmtebehandeling bij voorkeur door middel van koud water gekoeld.
Het poeder en/of de vezels is bij voorkeur van een 25 thermoplastisch materiaal dat door middel van een warmtebehandeling tot een bandage wordt gevormd. Het thermoplastische materiaal smelt bij voorkeur bij een temperatuur tussen 50 °C en 90 °C, meer bij voorkeur tussen 50 °C en 70 °C, nog meer bij voorkeur tussen 50 °C en 60 °C. 30 De korrelgrootte van het poeder ligt bij voorkeur tussen 10 ym en 200 ym. Het materiaal wordt bij voorkeur gekozen uit de groep omvattende: EVA, polyester-epoxy, polyethyleen, polypropyleen, TPU, COPA, COPES, HDPE, modified PE, CDPE, 4 een biologisch afbreekbaar materiaal. Het biologisch afbreekbaar materiaal, dat als voordeel heeft dat het zonder probleem in de grond geplant worden en er geen milieubelastende reststoffen zijn, wordt bij voorkeur 5 gekozen uit de groep omvattende: caprolactonen; biologisch afbreekbaar polyester zoals statistische alifatische aromatische copolyesters gebaseerd op de verschillende monomeren van butaandiol, adipisch zuur en terefthalisch zuur; polylactische bestanddelen; polyhydroxybutyraat (PHB) 10 bestanddelen; polyhydroxyalkanoaat (PHA) bestanddelen; zetmeelbestanddelen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een kweekmedium voor het kweken van planten, waarbij het kweekmedium in 15 hoofdzaak is vervaardigd van een groeisubstraat, met het kenmerk, dat de omtrekswand van het groeisubstraat althans gedeeltelijk wordt gevormd door een bandage die door smelten of door chemische reactie van poeder en/of vezels op de omtrekswand van het groeisubstraat vervaardigd is.
20
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, waarin:
Figuur 1 een vooraanzicht van een eerste 25 uitvoeringsvoorbeeld is van een kweekmedium volgens de uitvinding; en
Figuren 2A, 2B, 2C en 2D perspectiefaanzichten zijn van verdere uitvoeringsvoorbeelden van een kweekmedium volgens 30 de uitvinding.
Volgens figuur 1 omvat een kweekmedium een in hoofdzaak frustoconisch groeisubstraat 1 met een plant 2, dat volgens 5 de beschreven werkwijze gedeeltelijk is omhuld door een bandage 3. In dit uitvoeringsvoorbeeld bevindt de hulsvormige bandage 3 zich aan tegen de onderste helft van de zijwand van het kweekmedium.
5
Volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2A is het kweekmedium in hoofdzaak cilindrisch en bevindt de hulsvormige bandage 3 zich tegen de bovenste helft van de zijwand van het kweekmedium, zodat het kweekmedium een 10 versterking heeft wanneer een grove stek er in wordt gestoken.
Volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2B heeft het kweekmedium een in hoofdzaak vierkante doorsnede en bevindt 15 de hulsvormige bandage 3 zich tegen in hoofdzaak de gehele zijwand van het kweekmedium.
Volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2C is het kweekmedium in hoofdzaak frustoconisch en bevindt de 20 hulsvormige bandage 3 zich in hoofdzaak tegen de onderzijde van de zijwand alsmede tegen de onderzijde van het kweekmedium, waarbij in het midden een gat 4 is opengelaten voor het doorlaten van water.
25 Volgens het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 2D heeft het kweekmedium een in hoofdzaak zeshoekig-frustopiramidale vorm en bevindt de hulsvormige bandage 3 zich tegen in hoofdzaak de gehele zijwand van het kweekmedium.
30 De hier weergegeven kweekmedia kunnen op de volgende wijze worden vervaardigd. Gebruik wordt gemaakt van een tray met houders van de gewenste vorm van het kweekmedium, welke houders aan de bovenzijde open zijn. De binnenwand van de 6 houders wordt voorzien van een vochtig losmiddel, zoals bekend uit de stand van de techniek.
Daarna wordt de vochtige binnenwand gedeeltelijk bedekt, 5 zodat het smeltpoeder of de smeltvezel slecht tegen de in de figuren aangegeven delen van de kweekmedia terecht komt. Zo zou met een rasterbedekking van de wand de strooilaag ook rastervormig worden en een gaasachtige bandage vormen. Na het aanbrengen wordt een smeltpoeder met of zonder fijne 10 vezels, of een smeltvezel, op de vochtige binnenwand van de houders gestrooid. Het smeltpoeder of de smeltvezel blijft aan het losmiddel plakken. Om te zorgen dat in een latere productiefase het poeder en het losmiddel niet van de wand weggeveegd worden, vindt eerst een beperkte droging plaats 15 door middel van warmtebehandeling. De tray wordt vervolgens met een lijm/substraatmengsel of met losse aarde of een veenmengsel gevuld. Afhankelijk van het lijmtype in het substraatmengsel dat gebruikt wordt zal een chemische reactie ingezet worden of een temperatuurbehandeling.
20
Zowel bij losse grond pluggen als bij lijmpluggen vindt vervolgens een temperatuurbehandeling plaats om het smeltpoeder/smeltvezel dat aan het losmiddel gehecht is tot verlijming over te laten gaan.
25
Bij verhitting zal het materiaal vloeibaar worden en aan de plugwand hechten. Behalve dat de materiaalkorrels of vezels zich aan de plug hechten, ontstaat ook een onderling contact als gevolg van de vervloeiing van de korrels of vezels. Na 30 verhitting kan de tray en de plug afkoelen, waardoor de verlijming gefixeerd wordt. Dit proces kan versneld worden door aangieten van koud water.
7
De pluggen kunnen in hun definitieve tray geproduceerd worden of in een productiemal geproduceerd worden en vervolgens in de eind tray gezet worden indien men los van de wand staande pluggen wil hebben.
5
De eigenschappen van de bandage worden bepaald door een groep van variabele kenmerken waarmee gewerkt wordt, zoals: 1. Smelttrajeet materiaal 2. Dikte van het losmiddel 10 3. Smeltindex van het materiaal 4. Korrelgrootte of vezelgrootte van het materiaal
Om te zorgen dat dit proces voor elk tray-type of houdertype uitgevoerd kan worden, wordt bij voorkeur een materiaal 15 gebruikt met een relatief laag smelttraject in verband met opwarming van tray of houder, bij voorkeur 50-90 °C, meer bij voorkeur 50-70 °C, het meest bij voorkeur 50-60 °C.
De dikte van het losmiddel bepaalt mede de dikte van de 20 bandage aangezien bij meer losmiddel meer korrels blijven plakken in de vloeistof.
Voorbeeld: 25 Voor een praktische uitvoeringsvorm is een EVA thermoplast gekozen met een smeltindex van 400, een smelttraject van 55-62° en een korrelgrootte van 10-200 pm, waarbij het grootste percentage korrels rond de 120 pm ligt. Dit poeder is op een met losmiddel behandelde houderwand gestrooid. De houder 30 heeft een volume van 12 cm3 en een hoogte van 36 mm. De houder is ruim bestrooid en een overmaat van korrels is door middel van een weinig lucht uitgeblazen. Een hoeveelheid van 0,1 gr EVA is op de wand achtergebleven. Deze hoeveelheid 8 geeft een volledig stevige bandage om het kweekmedium en heeft een beperkte porositeit. De hoge smeltindex en de vele fijne korreltjes of vezels geven in dit geval een grote vervloeiing van het materiaal. Wordt 0,5 gr materiaal op 5 hetzelfde oppervlak gestrooid, dan levert dit een aanzienlijk opener bandage. Ook deze bandage geeft nog extra stevigheid aan de plug. Een poeder met een grotere korrel en dezelfde smeltindex zal een dikkere bandage geven en zodoende ook steviger zijn.

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten, waarbij de kweekmedia in hoofdzaak zijn 5 vervaardigd van een groeisubstraat, waarbij gebruik wordt gemaakt van een houder die aan de bovenzijde open is en welke wordt gevuld met het groeisubstraat, met het kenmerk, dat voordat de houder wordt gevuld met het groeisubstraat de binnenzijwand van de houder althans gedeeltelijk wordt 10 voorzien van een poeder en/of vezels, en dat nadat de houders zijn gevuld met het groeisubstraat het poeder en/of de vezels door middel van een warmtebehandeling of een chemische reactie tot een bandage wordt gevormd die een omtrekswand van het kweekmedium vormt. 15
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij voordat de binnenzijwand van de houder wordt voorzien van het poeder en/of de vezels de binnenzijwand wordt voorzien van een losmiddel. 20
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het losmiddel een vochtig losmiddel is, zodat het poeder en/of de vezels bij het aanbrengen daaraan hechten.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het poeder en/of de vezels van een thermoplastisch materiaal is dat door middel van een warmtebehandeling tot een bandage wordt gevormd.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het thermoplastische materiaal smelt bij een temperatuur tussen 50 °C en 90 °C, bij voorkeur tussen 50 °C en 70 °C, meer bij voorkeur tussen 50 °C en 60 °C.
6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij de houder na de warmtebehandeling door middel van koud water wordt gekoeld. 5
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de korrelgrootte van het poeder tussen 10 pm en 200 pm ligt.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bandage zich ringvormig tegen een of meerdere gedeeltes van de zijwand van het kweekmedium uitstrekt.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij de bandage een open netwerk vormt.
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bandage zich althans gedeeltelijk tegen de onderzijde en het onderste gedeelte van de zijwand van het 20 kweekmedium uitstrekt.
11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het materiaal wordt gekozen uit de groep omvattende: EVA, polyester-epoxy, polyethyleen, polypropyleen, TPU,
25 COPA, COPES, HDPE, modified PE, CDPE, een biologisch afbreekbaar materiaal.
12. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het materiaal een biologisch afbreekbaar materiaal is dat wordt gekozen 30 uit de groep omvattende: caprolactonen; biologisch afbreekbaar polyester zoals statistische alifatische aromatische copolyesters gebaseerd op de verschillende monomeren van butaandiol, adipisch zuur en terefthalisch zuur; polylactische bestanddelen; polyhydroxybutyraat (PHB) bestanddelen; polyhydroxyalkanoaat (PHA) bestanddelen; zetmeelbestanddelen.
13. Kweekmedium voor het kweken van planten, waarbij het kweekmedium in hoofdzaak is vervaardigd van een groeisubstraat, met het kenmerk, dat de omtrekswand van het groeisubstraat althans gedeeltelijk wordt gevormd door een bandage die door smelten of door chemische reactie van 10 poeder en/of vezels op de omtrekswand van het groeisubstraat vervaardigd is.
14. Kweekmedium volgens conclusie 13, waarbij het kweekmedium een teeltplug is. 15
15. Kweekmedium volgens conclusie 13, waarbij het kweekmedium een teeltblok is dat bestemd is om ten minste een teeltplug te ontvangen.
NL2006340A 2011-03-04 2011-03-04 Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium. NL2006340C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006340A NL2006340C2 (nl) 2011-03-04 2011-03-04 Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium.
PCT/NL2012/050127 WO2012121592A1 (en) 2011-03-04 2012-03-02 A method for producing culture media for cultivating plants, and a culture medium

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006340 2011-03-04
NL2006340A NL2006340C2 (nl) 2011-03-04 2011-03-04 Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006340C2 true NL2006340C2 (nl) 2012-09-05

Family

ID=45879000

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006340A NL2006340C2 (nl) 2011-03-04 2011-03-04 Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2006340C2 (nl)
WO (1) WO2012121592A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105340705A (zh) * 2015-09-15 2016-02-24 沈阳农业大学 一种阳台农业叶菜类作物恒湿灌溉栽培方法

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103004520A (zh) * 2012-12-25 2013-04-03 浙江省农业科学院 一种用山核桃壳制成的水稻育苗基材及其制备方法
NL2025055B1 (en) * 2020-03-05 2021-10-14 Everhard Consulting B V Composition for releasing plant plugs from plant containers
CN111699945A (zh) * 2020-06-15 2020-09-25 长沙华脉新材料有限公司 一种与垒土基质相融的多孔复合材料及其制备方法
CN114747468A (zh) * 2022-03-18 2022-07-15 傅雨露 一种塑化无土基质盆花

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4221749A (en) * 1978-07-28 1980-09-09 Gravi-Mechanics Co. Method of making a body of rooting media
NL9401955A (nl) * 1994-11-23 1996-07-01 Pata Information Co Werkwijze voor het vervaardigen van voedingsmedia en potten voor planten.

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029571C2 (nl) 2005-07-20 2007-01-23 Jiffy Internat As Werkwijze voor het kweken van planten alsmede een kweekmedium.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4221749A (en) * 1978-07-28 1980-09-09 Gravi-Mechanics Co. Method of making a body of rooting media
NL9401955A (nl) * 1994-11-23 1996-07-01 Pata Information Co Werkwijze voor het vervaardigen van voedingsmedia en potten voor planten.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105340705A (zh) * 2015-09-15 2016-02-24 沈阳农业大学 一种阳台农业叶菜类作物恒湿灌溉栽培方法

Also Published As

Publication number Publication date
WO2012121592A1 (en) 2012-09-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2006340C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van kweekmedia voor het kweken van planten en kweekmedium.
US7866090B2 (en) Method for cultivating plants as well as a culture medium
EP2880971B1 (en) Method and substrate for cultivating a plant
EP1868470B1 (en) Container for plants that can be filled with water
JP2009508469A5 (nl)
WO2011052507A1 (ja) パルプ材料製容器の製造方法
WO2017136227A1 (en) Top feeding wicking apparatus and system
NL2010420C2 (nl) Pad voor het vasthouden van water en/of voedingsstoffen in een plantpot of in de grond, alsmede werkwijze voor vormen van een watervasthoudende, hydraterende en luchtdoorlatende laag onder in een plantpot of in de grond.
EP3130218A1 (en) Culture medium for the cultivation of plants
EP2399451B1 (en) Combination of a cup, an envelope and a substrate
EP1599088B2 (en) Method of manufacturing a growth substrate
EP3148320A1 (en) Systems for cultivating plants with aerial roots
NL193130C (nl) Plantbuis.
KR102622378B1 (ko) 하폐수 처리용 미생물 담체 제조장치
US20140250783A1 (en) Biodegradable plant container
TWI487479B (zh) 有機複合結構及其製造方法
CN106358839A (zh) 环保育苗盘及其制备方法
FR2691875A1 (fr) Substrats modulaire de culture et leur utilisation domestique.
NL1017120C2 (nl) Werkwijze voor het telen van bolgewas.
BE1021915B1 (nl) Systemen voor het kweken van planten met luchtwortels
EP3520601A1 (en) Tray system for growing and transporting plants
TW201116205A (en) Planting carrier structure and manufacturing method thereof
TWM581362U (zh) Imitation snake wood culvert plant glass substrate
JPH077376U (ja) 幼苗容器
JP2005006580A (ja) 苔玉用資材、苔玉および苔玉の製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
PLED Pledge established
PLEX Lifting of former pledge

Effective date: 20150828

PD Change of ownership

Owner name: SMITHERS-OASIS COMPANY; US

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: LUCAS EVERHARDUS MARIA LANGEZAAL

Effective date: 20151218

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220401