NL2005983C2 - Werkwijze en systeem voor het monitoren van een dock voor vrachtvoertuigen. - Google Patents

Description

Werkwijze en systeem voor het monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het 5 monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen, in het bijzonder door gebruikmaking van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding.

Distributie van goederen vindt op grote schaal plaats. Vaak worden hierbij vrachtvoertuigen gebruikt, waarbij de te distribueren goederen in het vrachtvoertuig 10 worden geladen, getransporteerd en vervolgens op een gewenste locatie worden gelost. Het laden vindt veelal plaats daar waar de goederen op voorraad worden gehouden, worden geproduceerd en/of worden geassembleerd en het lossen vindt veelal plaats waar de goederen verder worden gedistribueerd, worden verwerkt en/of worden verkocht. Bij het laden en lossen van de goederen wordt daarbij doorgaans gebruik 15 gemaakt van een laad- en/of losstation voor vrachtvoertuigen, ook wel aangeduid als doek, die deel uitmaken van een distributiecentrum. Doordat een vrachtvoertuig relatief nauw kan worden gepositioneerd ten opzichte van het doek kunnen zowel goederen alsook personen relatief goed worden afgeschermd van (ongunstige) weersomstandigheden. Door schaalvergroting wordt het steeds meer lonend om één of 20 meerdere docks voor het laden en lossen van goederen toe te passen. Daarbij zijn de docks in de loop van de tijd verdergaande geïnnoveerd om het laadproces en losproces te kunnen verbeteren. Voorbeelden van dergelijke innovaties zijn het geautomatiseerd laten verplaatsen van een laadvloer (dock leveller), het geautomatiseerd laten aansturen van een deurconstructie, het detecteren van de aanwezigheid en de positie van een 25 vrachtvoertuig ten opzichte van het doek, en het toepassen van diverse signaallichten. Echter, het aansturen en monitoren van de docks middels lokale installatie van benodigde software leidt doorgaans tot problemen als gevolg van veroudering van de software en installatie van benodigde updates. Bovendien leidt deze wijze van monitoren en aansturen tot beperkingen in dagelijks gebruik. Een risico is verder dat bij 30 disfunctioneren van een (onderdeel van een) doek dit niet altijd wordt opgemerkt door de betreffende dockbeheerder, hetgeen tot gevaarlijke situaties kan leiden.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het op verbeterde wijze kunnen monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen.

2

De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze van het in aanhef genoemde type, omvattende: A) het verzamelen van aan de status van ten minste een deel van een door een dockbeheerder beheerd doek gerelateerde statusinformatie, B) het verzenden van 5 ten minste een deel van de verzamelde statusinformatie naar een door een webserverbeheerder beheerde Webserver, C) het door de webserverbeheerder genereren van een webinterface voorzien van ten minste een deel van de ontvangen statusinformatie, en D) het door de webserverbeheerder aan de dockbeheerder verschaffen van toegang tot webinterface. De werkwijze overeenkomstig de uitvinding 10 heeft als belangrijk voordeel dat gebruik wordt gemaakt van een Webserver voor opslag van aan de dock(s) gerelateerde statusinformatie en een webinterface voor (selectieve) presentatie van de statusinformatie, waardoor een gebruiker (dockbeheerder) slechts over een computer (terminal) met een al dan niet draadloze internetverbinding hoeft te beschikken om de statusinformatie te kunnen raadplegen. De computer kan daarbij 15 tevens worden gevormd door een draagbare computer, zoals een PDA. Hierdoor is het niet langer noodzakelijk dat de software op elke gewenste computer dient te worden geïnstalleerd en dient te worden onderhouden, waardoor de gebruiksvriendelijkheid, efficiency, en flexibiliteit worden verhoogd. Bijkomstig voordeel van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding is dat het laad- en losproces dat zich voltrekt in het doek 20 door meerdere partijen, de dockbeheerder en de webserverbeheerder, wordt gevolgd en wordt bewaakt, waardoor het risico dat een mankement van het doek niet (tijdig) zou worden opgemerkt wordt geminimaliseerd, hetgeen vanuit oogpunt van veiligheid bijzonder voordelig is. Bij het constateren van een opvallendheid in de statusinformatie kan de webserverbeheerder de dockbeheerder op de hoogte brengen, bijvoorbeeld door 25 het versturen van een e-mail of sms dan wel door telefonisch contact op te nemen met de dockbeheerder. In een voorkeursuitvoering kan de webserverbeheerder tijdens stap D) toegang verschaffen tot (een deel van) de statusinformatie aan andere partijen, zoals een distributeur, transporteur, (toekomstig) eigenaar van de transporteren goederen, of (andere) eindgebruiker. Afhankelijk van de aard van de partij kunnen door de 30 webserverbeheerder meer of minder rechten worden toegekend voor het bekijken en bewerken van de statusinformatie. Ook kunnen meerdere partijen worden gevormd door eenzelfde entiteit of persoon. Zo kan bijvoorbeeld de dockbeheerder tevens de eindgebmiker zijn. De webserverbeheerder zal doorgaans tevens bepalen welk deel van de statusinformatie zichtbaar zal zijn voor een partij. Optioneel kan het systeem zijn 3 gekoppeld met een externe informatiebron, zoals een Warehouse Management System (WMS), een Enterprise Resource Planning (ERP), en/of een Transport Management System (TMS), doorgaans door toepassing van een Application Programming Interface (API). Een doek wordt veelal tevens aangeduid als een laad- en 5 losperron(/station/opening) en omvat doorgaans een industriedeur voor het afsluiten van het dock, dock equipment, en eventueel dockaccessoires zoals een signaalafgever (bijvoorbeeld een alarm of indicatieverlichting) of zoals een detectie-element (bijvoorbeeld een aanwezigheidsdetector). Doorgaans wordt de toestand en werking van verschillende componenten van het doek door de dockbeheerder gemonitoord.

10 Voorbeelden hiervan zijn reeds in het voorgaande beschreven en hebben daarbij doorgaans onder andere betrekking op de positie van een toegangsdeur, in het bijzonder een industriedeur, van de doek, de positie van een laadvloer (dockleveler), en de aanwezigheid en positie van een vrachtvoertuig ten opzichte van de doek. Voorbeelden van gangbare industriedeuren zijn sectionaaldeuren, overheaddeuren, garagedeuren, 15 snelloopdeuren, branddeuren, schuifdeuren, roldeuren, vouwdeuren, kanteldeuren, en pendeldeuren. Bij voorkeur heeft de tijdens stap A) verzamelde statusinformatie betrekking op een toestand en/of werking van ten minste één van het doek deel uitmakende component, zoals een toegangsdeur, een verplaatsbare laadvloer, een signaalafgever (zoals een signaallicht), en/of een sensor, zoals een bewegingssensor. Bij 20 voorkeur wordt de statusinformatie van zoveel mogelijk componenten verzameld tijdens stap A), teneinde een zo compleet mogelijk beeld te krijgen over het functioneren van de doek, hetgeen de kwaliteit van het dockmanagement ten goede komt.

De wijze van verzenden (uploaden) van ten minste een deel van de statusinformatie naar 25 de Webserver tijdens stap B) kan op diverse wijzen geschieden. Daarbij kan worden gekozen om de volledige statusinformatie te verzenden naar de Webserver of slechts een selectief deel daarvan, afhankelijk van de wensen van de dockbeheerder. Het verzendproces kan op continue wijze dan wel op discontinue wijze plaatsvinden. Het op continue wijze verzenden van de statusinformatie naar de Webserver houdt in het 30 verzendproces niet onderbroken wordt. Voordeel hiervan is dat de statusinformatie altijd up-to-date is en derhalve een reëel beeld geeft van de actuele status van het doek. Nadeel is de continue belasting van de Intemetlijn via welke de gegevens worden verzonden naar de Webserver. Als alternatief kan worden gekozen van een discontinue lijn, waarbij de statusinformatie periodiek, bijvoorbeeld om de periode wordt verzonden 4 naar de Webserver, waarbij de periode een instelbare tijdsduur heeft van bijvoorbeeld tussen 1 en 600 seconden (10 minuten), waardoor de Intemetlijn beduidend minder belast hoeft te worden. Het is tevens denkbaar de statusinformatie slechts te verzenden ingeval van wijziging van de statusinformatie. Bij wijziging van de statusinformatie kan 5 bovendien worden gekozen om de volledige statusinformatie of slechts het gewijzigde (differentiële) deel van de statusinformatie te verzenden naar de Webserver. De statusinformatie wordt tijdens stap B) bij voorkeur via een beveiligde verbinding verzonden naar de Webserver. Daarbij is het denkbaar de statusinformatie gecodeerd te verzenden naar de Webserver. Tevens is het veelal voordelig de authenticiteit van de 10 statusinformatie te verifiëren, waarbij de originaliteit en de herkomst van de statusinformatie betrouwbaar dienen te zijn. Een mogelijke wijze voor het opzetten van een beveiligde verbinding tussen het lokale netwerk van de dockbeheerder en de Webserver is door gebruik te maken van SSH (Secure Shell) en HTTPS (HyperText Transfer Protocol Secure).

15

Teneinde de interpreteerbaarheid van de webinterface voor de dockbeheerder te vergroten is het doorgaans voordelig ten minste een deel van de statusinformatie tijdens stap C) te visualiseren, bij voorkeur op een zodanig wijze dat een gevisualiseerde status van een component van het doek in hoofdzaak overeenkomt met de werkelijke status 20 van de component. Op deze wijze kan de dockbeheerder in een oogopslag de actuele status van het betreffende doek aanschouwen, hetgeen de gebruiksvriendelijkheid ten goede komt. Het zo waarheidsgetrouw mogelijk visualiseren van de actuele status van de doek, of althans ten minste één component daarvan, kan bijvoorbeeld geschieden door middel een animatie, een gerenderde afbeelding, en/of het tonen van een 25 camerabeeld. Bij het tonen van een camerabeeld van het doek zal toepassing van een webcam evident zijn.

Teneinde te kunnen voorkomen dat onbevoegden via de webinterface inzicht kunnen verkrijgen in de status van het ten minste ene dock van de dockbeheerder is het 30 voordelig de webinterface te beveiligen met een persoonlijke toegangscode die tijdens stap D) door de webserverbeheerder aan de dockbeheerder wordt verschaft. De persoonlijke toegangscode zal doorgaans worden gevormd door een unieke combinatie van een naam en een wachtwoord, zoals bijvoorbeeld een Pincode.

5

Het is denkbaar dat de webinterface een alleen-lezen (“read-only”) interface betreft via welke de dockbeheerder de dockstatus kan nagaan. Echter, het is tevens denkbaar dat de webinterface een interactiever karakter wordt verschaft, waarbij het mogelijk wordt voor de dockbeheerder via de webinterface de weergegeven statusinformatie aan te 5 passen (stap E)). Het is daarbij verder denkbaar dat de werkwijze tevens stap F) omvat, omvattende het, opvolgend op het aanpassen van de statusinformatie door de dockbeheerder volgens stap E), aansturen van het doek op basis van de gewijzigde statusinformatie. Op deze wijze fungeert de webinterface aldus de facto als soort van bedieningspaneel voor de dockbeheerder.

10

Zoals reeds aangegeven kan het voordelig zijn ingeval de werkwijze tevens stap G) omvat, omvattende het aan de dockbeheerder afgeven van een waarschuwing ingeval een door de Webserver ontvangen, van de statusinformatie deel uitmakende waarde valt buiten een vooraf gedefinieerde waardebereik (service op afstand). De waarschuwing 15 kan bijvoorbeeld in de vorm zijn van een SMS of E-mail. Op de gebruikersinterface wordt bij voorkeur een totaaloverzicht gegeven van alle docks inclusief de docks die zijn gereserveerd voor service op afstand en/of waarbij een storing is opgetreden. Docks kunnen handmatig of automatisch worden gereserveerd voor service op afstand. Eventueel kunnen doek gerelateerde storingen op afstand worden opgelost. Het is 20 tevens denkbaar om op afstand parameters van een besturingseenheid van een doek te wijzigen en eventueel een doek op afstand te besturen. Verder kan op afstand een analyse van de storing worden gemaakt, zodat een technicus een helder beeld wordt verschaft van de aard van de storing en de benodigde materialen voor het verhelpen van de storing. Onnodige servicebezoeken worden hiermee voorkomen en de efficiency van 25 de servicebezoeken wordt aanzienlijk vergroot.

Daar een dockbeheerder veelal beheer heeft over meerdere docks, is het voordelig ingeval de statusinformatie van meerdere docks te verzamelen, en te verwerken in lijn met de in het voorgaande gepresenteerde werkwijze. De docks zijn doorgaans op één 30 fysieke locatie gepositioneerd, doch het is tevens denkbaar dat een dockbeheerder beheer voert over meerdere docks verspreid over meerdere fysieke locaties. Via de webinterface kan de status van alle docks in een oogopslag worden geraadpleegd. Het is tevens denkbaar dat ten minste een aantal docks wordt beheerd door een dockbeheerder, en waarbij ten minste een aantal andere docks wordt beheerd door een ten minste één 6 andere dockbeheerder. De statusinformatie van één of meerdere docks van iedere dockbeheerder kan worden verzameld en worden verzonden naar de collectieve webserverbeheerder, hetgeen vanuit praktisch en financieel oogpunt bijzonder efficiënt. Daarbij zal het doorgaans evenwel gewenst zijn dat de webserverbeheerder de 5 dockbeheerder tijdens stap D) toegang verschaft tot statusinformatie die betrekking heeft op door de dockbeheerder beheerd docks. Aldus zal slechts statusinformatie over de eigen docks kunnen worden geraadpleegd, en kan de statusinformatie gerelateerd aan concurrerende docks niet worden ingezien.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen, in het bijzonder door toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding, omvattende: ten minste één doek voorzien van ten minste één sensor het detecteren van de toestand van ten minste één van het doek deel uitmakende component, ten minste één besturingseenheid voor het verzamelen van 15 statusinformatie over het doek alsook het aansturen van het dock, ten minste één met de besturingseenheid gekoppeld Webserver voor het opslaan van door de besturingseenheid verzamelde statusinformatie, en een toegangsbeveiligde webinterface voor het weergeven van ten minste een deel van de statusinformatie. Doorgaans zal het systeem meerdere docks omvatten die worden beheerd door eenzelfde webserverbeheerder, bij 20 voorkeur waarbij een aantal docks op een eerste locatie wordt beheerd door een dockbeheerder en waarbij een aantal andere docks op een tweede locatie wordt beheerd door ten minste één andere dockbeheerder, en waarbij de Webserver is ingericht voor het opslaan van aan de verschillende docks gerelateerde statusinformatie en de webinterface is ingericht voor toegangsbeveiligde weergave van dockbeheerder 25 afhankelijke statusinformatie. De eerste locatie en de tweede locatie kunnen daarbij eventueel dezelfde zijn, maar betreffen veelal verschillende locaties. Uitvoeringsvarianten en voordelen van het systeem overeenkomstig de uitvinding zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.

30 De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont: figuur 1 een schematisch aanzicht op een systeem voor het monitoren van docks voor vrachtvoertuigen overeenkomstig de uitvinding.

7

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht op een systeem 1 voor het monitoren van een drietal docks 2a, 2b, 2c voor vrachtvoertuigen 3 overeenkomstig de uitvinding.

Eén van de docks 2a, ook wel aangeduid als laadperron of laad- en losopening, wordt beheerd door een eerste dockbeheerder Di. De overige twee docks 2b, 2c wordt beheerd 5 door een tweede dockbeheerder D2. Iedere doek 2a, 2b, 2c maakt in dit uitvoeringsvoorbeeld deel uit van een bedrijfshal 4, en wordt begrensd door een in een wand 5 van de bedrijfshal 4 aangebrachte laadopening 6 welke afsluitbaar is middels een industriedeur 7. Het doek 2 omvat tevens een hoofdzakelijk binnen de bedrijfshal 4 gelegen laad- en losvloer 8. De laad- en losvloer 8 kan in hoogte verplaatsbaar zijn, 10 veelal aangeduid als een zogenaamde ‘dock leveller’, teneinde de laad- en losvloer 6 zo nauwkeurig mogelijk te kunnen laten aansluiten op de laadruimte van het vrachtvoertuig 3. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is één van de docks 2a voorzien van een vrachtvoertuig 3, en daarmee aldus in gebruik. De status van iedere doek 2a, 2b, 2c, waaronder het al dan niet in gebruik zijn van de docks 2a, 2b, 2c, het geopend dan wel 15 gesloten zijn van de industriedeur 7, de positie van de laad- en losvloer 8, en de positie van het vrachtvoertuig 3 ten opzichte van het doek 2a, 2b, 2c, kan worden gedetecteerd door middels van elektrische, mechanische, en/of optische sensoren (niet-weergegeven). De hieruit voortkomende statusinformatie per doek 2a, 2b, 2c en per dockbeheerder Di, D2 wordt op versleutelde wijze via het Internet 9 al dan niet continu verzonden 20 (geupload) naar een Webserver 10 en opgeslagen in een database 11. De Webserver wordt beheerd door een webserverbeheerder W. De webserverbeheerder W verschaft iedere dockbeheerder Di, D2 een persoonlijke toegangscode (wachtwoord, zoals bijvoorbeeld een Pincode) om eventueel draadloos te kunnen inloggen op een webinterface 12 voor het raadplegen van de actuele (real-time) statusinformatie van 25 (slechts) de eigen docks 2a, 2b, 2c. Daarbij kunnen de docks 2a, 2b, 2c grafisch worden weergegeven, waarbij de werkelijke status van iedere doek 2a, 2b, 2c overeenkomstig en derhalve direct herkenbaar wordt gevisualiseerd, hetgeen de gebruiksvriendelijkheid ten goede komt. Deze visualisatie van de actuele status van het doek 2a, 2b, 2c kan bijvoorbeeld worden vormgegeven door toepassen van een animatie, een gerenderde 30 afbeelding, of een camerabeeld (ingeval een webcam wordt toegepast als optische sensor). De visualisatie kan worden weergegeven op een scherm van een computer 13 (terminal) of smartphone (of PDA) 14 van de respectievelijke dockbeheerders Dj, D2. Eventueel kan het de dockbeheerders Di, D2 worden toegestaan via de webinterface de eigen docks 2a, 2b, 2c te aan te sturen. Het is daarbij denkbaar dat meerdere 8 toegangsbeveiligingsrollen worden toegewezen aan iedere dockbeheerder Di, D2, waardoor bijvoorbeeld één of meerdere personen van een dockbeheerder Dj, D2 administratorrechten (volledig beheer) krijgen toegewezen, onderwijl andere personen van diezelfde dockbeheerder Di, D2 beperkte(re) gebruikersrechten (beperkt beheer, 5 zoals bijvoorbeeld slechts leesbevoegdheid) krijgt toegewezen. Gebruikers die volledige rechten hebben kunnen in staat worden gesteld informatie die wordt getoond via de webinterface aan te passen, waarbij het zelfs denkbaar is dat op deze wijze de docks 2a, 2b, 2c kunnen worden aangestuurd. De webinterface verkrijgt daardoor een interactief besturend karakter. Het is daarnaast voordelig ingeval de webserverbeheerder W tevens 10 bijhoudt of componenten van het doek 2a, 2b, 2c correct functioneren door de ontvangen statusinformatie te toetsen aan vooraf gedefinieerde kritische waarden. Bij overschrijding of onderschrijding van deze waarden kan de webserverbeheerder W bijvoorbeeld een melding, zoals een e-mail of sms, afgeven aan de betreffende dockbeheerder Di, D2 om deze te waarschuwen.

15

Navolgend wordt een nadere illustratieve, aldus niet-limitatieve, toelichting gegeven op de statusinformatie die naar de Webserver 10 kan worden geupload en via een gebruikersinterface via een computer 13 of een PDA 14 kunnen worden geraadpleegd. Bij voorkeur wordt daarbij een onderscheid gemaakt in de statusinformatie die als 20 totaaloverzicht grafisch kan worden weergegeven en de statusinformatie die gekoppeld is aan een specifiek doek en derhalve als dockspecifïeke informatie grafisch kan worden weergegeven.

Grafische weergave totaaloverzicht 25 - Docks kunnen worden gereserveerd door een dockbeheerder, distributeur, en/of transporteur. Bij het reserveren van een doek wordt de reservering grafisch in het totaaloverzicht waarin alle docks zijn afgebeeld weergegeven; Vrachtvoertuigen kunnen met behulp van een voertuig detectiesysteem worden 30 gedetecteerd. Als er een voertuigdetectiesysteem wordt toegepast en het voertuig is gepositioneerd aan of nabij een doek, dan kan deze informatie in het totaaloverzicht grafisch worden weergegeven; - Vrachtvoertuigen kunnen worden geïdentificeerd aan het doek. Als een voertuig wordt geïdentificeerd wordt dit grafisch in het totaaloverzicht weergegeven. De 9 identificatie van het voertuig met daarbij onder andere bijvoorbeeld kenteken, transporteurgegevens, gebruikstijd van het doek, et cetera, worden vastgelegd op de Webserver. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld door een dockbeheerder worden opgevraagd voor de eigen docks; 5 - Personen kunnen worden geïdentificeerd aan het doek. Als een persoon wordt geïdentificeerd wordt dit grafisch in het totaaloverzicht weergegeven. De identificatie van een persoon met daarbij onder andere bijvoorbeeld kenteken, transporteurgegevens, gebruikstijd van het doek, et cetera, worden vastgelegd op de Webserver; 10 - Storingen die optreden aan industriedeuren en/of dock equipment kunnen pro actief worden gemeld via SMS en/of e-mail aan tenminste de dockbeheerder. In het totaaloverzicht wordt een storing duidelijk grafisch per doek weergegeven. Onder dock equipment wordt onder meer verstaan: een dock leveller, een doek shelter, heftafels, laadkleppen, en doek accessoires; 15 - Als er een ingestelde serviceparameter wordt overschreden bij de industriedeuren en/of dockequipment kan hiervan een melding per SMS en/of e-mail worden verstuurd aan ten minste de gebruiker. In het totaaloverzicht wordt een service melding duidelijk grafisch per doek weergegeven;

In het totaaloverzicht wordt grafisch weergegeven of dock equipment in gebruik 20 of in rust is; - In het totaaloverzicht wordt grafisch weergegeven wat de status is van een industriedeur (geopend/half open/gesloten).

Grafisch weergave detailoverzicht 25

In het detailoverzicht wordt per doek een duidelijke grafische detail weergave gegeven van het desbetreffende doek. Hierbij wordt bij voorkeur in 3D een buiten- en een binnenaanzicht van het doek getoond. Ook worden de mogelijk aan te sluiten accessoires afgebeeld. De statusveranderingen van de componenten van het doek 30 kunnen in dit overzicht worden getoond. Bijvoorbeeld als een deur wordt geopend zal er een geopende deur zichtbaar zijn, als een signaallicht fysiek bij het doek op rood staat, zal er in de applicatie een rood verkeerslicht oplichten. Deze vorm van grafische weergave komt overeen met de werkelijke situatie aan het doek. Tevens kan er zoveel mogelijk het werkelijke type/model producten worden afgebeeld. Verdere voorbeelden van statusinformatie die via een detailoverzicht kunnen worden getoond zijn: 10 - Voertuigdetectie: zodra een voertuig aandockt kan deze met behulp van een 5 voertuig detectiesysteem worden gedetecteerd. De detectie van het voertuig wordt grafisch weergegeven in het detailoverzicht. Ook wordt er grafisch weergegeven dat een voertuig detectiesysteem is geactiveerd. Voertuig detectie kan onder andere met één of een combinatie van het volgende: een voertuigpositiesensor of een wielkeg met geïntegreerde schakelaar; 10 - Deurindicatie: als een deur geheel is geopend wordt in het detailoverzicht een geheel geopende deur weergegeven, hetzelfde geldt voor een half geopende deur en een gesloten deur; - Dock leveller indicatie: alle posities van de dock leveller kunnen real time grafisch worden weergegeven. Dat wil zeggen ligt deze in rustpositie of is deze 15 in gebruik;

Type dockleveller: het type dock leveller dat is geïnstalleerd kan ook in het detail overzicht grafisch worden weergegeven. Dit zorgt voor een waarheidsgetrouwe weergave van de producten die kunnen worden getoond; Doek shelter indicatie: alle posities van de doek shelter kunnen real time 20 grafisch worden weergegeven. Dat wil zeggen is deze in rust of is deze in gebruik; - Type doek shelter: Het type doek shelter dat is geïnstalleerd kan ook in het detail overzicht grafisch worden weergegeven. Dit zorgt voor een waarheidsgetrouwe weergave van de producten die kunnen worden getoond; 25 - Signaallichtstatus: grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of een signaallicht is aangesloten. Als signaallichten zijn aangesloten en deze worden geactiveerd dan zal iedere verandering van de kleur van het signaallicht grafisch worden weergegeven;

Voertuigdetectie: Grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of 30 een voertuig detectie is aangesloten. Als een voertuig detectie is aangesloten en deze wordt geactiveerd zal dit ook duidelijk grafisch worden getoond; Veiligheidsindicatie: grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of een veiligheidsoptie is aangesloten. Als een veiligheidsoptie is aangesloten en deze wordt geactiveerd zal dit ook duidelijk grafisch worden getoond; 11 - Docklichtindicatie: grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of een dock light is aangesloten. Als een docklicht is aangesloten en deze wordt geactiveerd zal dit ook duidelijk grafisch worden getoond;

Sirenestatus: grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of een 5 sirene is aangesloten. Als een sirene is aangesloten en deze wordt geactiveerd zal dit ook duidelijk grafisch worden getoond; - Wielkegstatus: grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of een wielkeg is aangesloten. Als een wielkeg is aangesloten en deze wordt geactiveerd zal dit ook duidelijk grafisch worden getoond; 10 - Voertuig- en/of persoonsidentificatie: grafisch kan in het detailoverzicht worden weergegeven of een voertuig en/of persoon identificatie is aangesloten. Als een voertuig en/of persoon identificatie is aangesloten en deze wordt geactiveerd zal dit ook duidelijk grafisch worden getoond. Identificatie is onder ander mogelijk met een intelligent apparaat voorzien van een elektronische chip met een unieke 15 identificatie welke wordt opgeslagen in een speciale elektronische (sleutel)kast.

Door visualisatie van voomoemde informatie kan een in hoofdzaak volledige laad-en of loscyclus van een doek grafisch worden weergegeven.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en 20 beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (19)

1. Werkwijze voor het monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen, omvattende: A) het verzamelen van aan de status van ten minste een deel van een door een 5 dockbeheerder beheerd doek gerelateerde statusinformatie, B) het verzenden van ten minste een deel van de verzamelde statusinformatie naar een door een webserverbeheerder beheerde Webserver, C) het door de webserverbeheerder genereren van een webinterface voorzien van ten minste een deel van de ontvangen statusinformatie, en

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de tijdens stap A) verzamelde statusinformatie betrekking heeft op een toestand van ten minste één van het doek deel 15 uitmakende component.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de statusinformatie tijdens stap A) wordt verzameld door toepassing van ten minste één van het doek deel uitmakende sensor. 20

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de sensor een bewegingssensor betreft.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de statusinformatie tijdens stap B) wordt verzonden naar de Webserver bij wijziging van de 25 statusinformatie.

6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, waarbij de statusinformatie tijdens stap B) periodiek wordt verzonden naar de Webserver.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de statusinformatie tijdens stap B) om de periode wordt verzonden naar de Webserver, waarbij de periode een instelbaar tijdsduur heeft, bij voorkeur in een bereik van tussen 1 en 600 seconden.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de statusinformatie tijdens stap B) via een beveiligde verbinding wordt verzonden naar de Webserver.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel 5 van de statusinformatie tijdens stap C) wordt gevisualiseerd.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij ten minste één aan de statusinformatie gerelateerde component van het doek wordt gevisualiseerd, zodanig dat de gevisualiseerde status van de component in hoofdzaak overeenkomt met de werkelijke 10 status van de component.

10 D) het door de webserverbeheerder aan de dockbeheerder verschaffen van toegang tot de webinterface.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de toegang tot de tijdens stap C) gegenereerde webinterface is beveiligd, en waarbij de webserverbeheerder de dockbeheerder tijdens stap D) toegangsgegevens verschaft. 15

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze tevens stap E) omvat, omvattende het door de dockbeheerder via de webinterface aanpassen van de weergegeven statusinformatie.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de werkwijze tevens stap F) omvat, omvattende het, opvolgend op het aanpassen van de statusinformatie door de dockbeheerder volgens stap E), aansturen van het doek op basis van de gewijzigde statusinformatie.

14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze tevens stap G) omvat, omvattende het aan de dockbeheerder afgeven van een waarschuwing ingeval een door de Webserver ontvangen, van de statusinformatie deel uitmakende waarde valt buiten een vooraf gedefinieerde waardebereik.

15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tijdens stappen A)- C) de statusinformatie van meerdere docks wordt verzameld, wordt verzonden, en wordt weergegeven.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij ten minste een aantal docks wordt beheerd door een dockbeheerder, en waarbij ten minste een aantal andere docks wordt beheerd door een ten minste één andere dockbeheerder.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij tijdens stap D) de webserverbeheerder de dockbeheerder toegang verschaft tot statusinformatie die betrekking heeft op door de dockbeheerder beheerde docks.

18. Systeem voor het monitoren van een doek voor vrachtvoertuigen, in het 10 bijzonder door toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 1-17, omvattende: ten minste één doek voorzien van ten minste één sensor het detecteren van de toestand van ten minste één van het doek deel uitmakende component, ten minste één besturingseenheid voor het verzamelen van statusinformatie over 15 het doek alsook het aansturen van de doek, ten minste één met de besturingseenheid gekoppeld Webserver voor het opslaan van door de besturingseenheid verzamelde statusinformatie, en een toegangsbeveiligde webinterface voor het weergeven van ten minste een deel van de statusinformatie. 20

19. Systeem volgens conclusie 18, waarbij het systeem meerdere docks omvat, waarbij een aantal docks wordt beheerd door een dockbeheerder en waarbij een aantal andere docks wordt beheerd door ten minste één andere dockbeheerder, en waarbij de Webserver is ingericht voor het opslaan van aan de verschillende docks gerelateerde 25 statusinformatie en de webinterface is ingericht voor toegangsbeveiligde weergave van dockbeheerder afhankelijke statusinformatie.