NL2005914C2

NL2005914C2 - FORMING DEVICE FOR A PAVING MATERIAL, SUCH AS CONCRETE, AND A METHOD FOR MANUFACTURING A BUILDING SEGMENT.

Info

Publication number: NL2005914C2
Application number: NL2005914A
Authority: NL
Inventors: Martinus Jozef Louis Tullemans; Rik Zwiers
Original assignee: Konink Bam Groep Nv
Priority date: 2010-12-23
Filing date: 2010-12-23
Publication date: 2012-06-27

Description

P30181NLOO/ENYP30181NLOO / ENY

Korte aanduiding: Bekistingsinrichting voor een verhardend materiaal, zoals beton, alsmede werkwijze voor het vervaardigen van een bouwsegmentBrief description: Formwork device for a hardening material, such as concrete, as well as a method for manufacturing a building segment

De uitvinding heeft betrekking op een bekistingsinrichting voor het vervaardigen van een bouwsegment uit een verhardend materiaal, zoals beton, omvattende een dek, dat is voorzien van ten minste twee dekdelen, waarbij elk dekdeel is voorzien van een bovenzijde voor het daarop storten van het verhardend materiaal, en een onderzijde, die van de 5 bovenzijde is afgekeerd, waarbij elk dekdeel aan de bovenzijde daarvan is voorzien van een eindrand, en waarbij de eindranden van de dekdelen naar elkaar zijn toegekeerd, en waarbij elk dekdeel aan de onderzijde daarvan is voorzien van ten minste een dwarsligger, en waarbij de dwarsliggers van de dekdelen ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd, waarbij het dek is voorzien van een koppelinrichting, die de dekdelen onderling verbindt en die is 10 voorzien van een sluitelement, waarbij de bekistingsinrichting beweegbaar is tussen een bekiste stand, waarin de eindranden van de dekdelen zich op afstand van elkaar bevinden en het sluitelement is aangebracht tussen die eindranden, en een ontkiste stand, waarin het sluitelement door middel van de koppelinrichting tussen de eindranden van de dekdelen is wegbewogen en die eindranden vanuit de bekiste stand naar elkaar toe zijn verplaatst.The invention relates to a formwork device for manufacturing a building segment from a hardening material, such as concrete, comprising a deck, which is provided with at least two deck parts, each deck part being provided with a top side for pouring the hardening material thereon and a bottom side facing away from the top side, wherein each deck part is provided with an end edge at the top thereof, and wherein the end edges of the deck parts face each other, and wherein each deck part is provided at the bottom thereof at least one cross member, and wherein the cross members of the deck parts are aligned with respect to each other, wherein the deck is provided with a coupling device, which connects the deck parts together and which is provided with a closing element, the formwork device being movable between a molded position in which the end edges of the cover parts are spaced apart and the closing element is engaged interposed between those end edges, and a uncoffed position, wherein the closing element is moved between the end edges of the cover parts by means of the coupling device and said end edges are moved towards each other from the molded position.

15 Uit NL1028026 is een bekistingselement voor een tunnelvormig bouwsegment bekend. Een dergelijk bekistingselement wordt bijvoorbeeld toegepast bij de bouw van een tunnelvormig betonnen bouwsegment van een woning, appartement of kantoorgebouw. Het bekistingselement omvat twee hoekelementen, die elk zijn voorzien van een opstaande zijwand en een dekdeel. De dekdelen van de hoekelementen vormen een dek van het 20 bekistingselement. De opstaande zijwanden zijn elk voorzien van verticale staanders, terwijl de dekdelen elk horizontale dwarsliggers bezitten. De horizontale dwarsliggers zijn door middel van schoren star verbonden met de verticale staanders.NL1028026 discloses a formwork element for a tunnel-shaped building segment. Such a formwork element is used, for example, in the construction of a tunnel-shaped concrete building segment of a home, apartment or office building. The formwork element comprises two corner elements, each of which is provided with an upright side wall and a cover part. The cover parts of the corner elements form a cover of the formwork element. The upright side walls are each provided with vertical uprights, while the cover parts each have horizontal sleepers. The horizontal sleepers are rigidly connected to the vertical uprights by means of struts.

De dekdelen zijn door een koppelinrichting met elkaar koppelbaar in een bekiste stand, waarbij het buitenoppervlak van het bekistingselement het binnenoppervlak van het 25 te vormen tunnelvormige bouwsegment bepaalt, en een ontkiste stand, waarin het buitenoppervlak van het bekistingselement zich op een afstand van het binnenoppervlak van het gevormde tunnelvormige bouwsegment bevindt. De koppelinrichting omvat een sluitelement, waarvan de bovenzijde in de bekiste stand in een horizontaal vlak ligt met de bovenzijde van de dekdelen. Daarbij sluiten de dekdelen nauw aan op het sluitelement. In 30 de ontkiste stand is het sluitelement tussen de dekdelen wegbewogen en sluiten de dekdelen nauw op elkaar aan.The cover parts can be coupled to each other by a coupling device in a molded position, the outer surface of the formwork element defining the inner surface of the tunnel-shaped building segment to be formed, and a molded position in which the outer surface of the molded element is situated at a distance from the inner surface of the formed tunnel-shaped building segment. The coupling device comprises a closing element, the top of which in the formwork position lies in a horizontal plane with the top of the cover parts. The cover parts thereby closely connect to the closing element. In the uncoffed position, the closing element is moved away between the cover parts and the cover parts fit closely together.

-2--2-

Om het sluitelement te verplaatsen vanuit de bekiste stand naar de ontkiste stand en omgekeerd is het sluitelement aangebracht aan een bedieningsarm, die met een eerste scharnier scharnierbaar is verbonden met een kantelelement. Het kantelelement is met een tweede scharnier scharnierbaar opgehangen aan een eerste plaat en met een derde 5 scharnier scharnierbaar verbonden met een trekstang, die met een vierde scharnier scharnierbaar is opgehangen aan een tweede plaat. Elke plaat is door middel van een koppelstang scharnierbaar opgehangen aan een van de dekdelen. Daarnaast is elke plaat via een koppelplaat bevestigd aan de horizontale dwarsligger van een van de dekdelen. Met een dergelijke constructie is elke plaat zodanig gekoppeld aan de andere plaat, dat de 10 platen geborgd zijn tegen onderlinge rotatie.To move the closing element from the molded position to the uncoffed position and vice versa, the closing element is arranged on an operating arm which is pivotally connected to a tilting element with a first hinge. The tilting element is pivotally suspended on a first plate with a second hinge and is pivotally connected with a third hinge to a drawbar which is pivotally suspended on a second plate with a fourth hinge. Each plate is pivotally suspended on one of the cover parts by means of a coupling rod. In addition, each plate is attached via a coupling plate to the horizontal cross member of one of the deck parts. With such a construction, each plate is coupled to the other plate in such a way that the plates are secured against mutual rotation.

De dwarsliggers vormen het dragende deel voor het dek, waarop beton wordt gestort. De dwarsliggers zijn onderbroken ter plaatse van de koppelinrichting in het midden van het dek, waar juist de grootste momentbelasting door het gestorte beton op het dek wordt uitgeoefend. Hierdoor is het dek geneigd om in het midden door te zakken, terwijl in 15 de praktijk gewoonlijk een geringe boiling van het dek wordt nagestreefd (een zogenaamde toog).The sleepers form the supporting part for the deck on which concrete is poured. The sleepers are interrupted at the location of the coupling device in the middle of the deck, where the greatest moment load is exerted on the deck by the poured concrete. As a result, the deck tends to sag in the middle, while in practice a small boiling of the deck is usually pursued (a so-called bar).

Een doel van de uitvinding is een verbeterde bekistingsinrichting voor een verhardend materiaal te verschaffen.An object of the invention is to provide an improved formwork device for a hardening material.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt door een bekistingsinrichting voor het 20 vervaardigen van een bouwsegment uit een verhardend materiaal, zoals beton, omvattende een dek, dat is voorzien van ten minste twee dekdelen, waarbij elk dekdeel is voorzien van een bovenzijde voor het daarop storten van het verhardend materiaal, en een onderzijde, die van de bovenzijde is afgekeerd, waarbij elk dekdeel aan de bovenzijde daarvan is voorzien van een eindrand, en waarbij de eindranden van de dekdelen naar elkaar zijn 25 toegekeerd, en waarbij elk dekdeel aan de onderzijde daarvan is voorzien van ten minste een dwarsligger, en waarbij de dwarsliggers van de dekdelen ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd, waarbij het dek is voorzien van een koppelinrichting, die de dekdelen onderling verbindt en die is voorzien van een sluitelement, waarbij de bekistingsinrichting beweegbaar is tussen een bekiste stand, waarin de eindranden van de dekdelen zich op afstand van 30 elkaar bevinden en het sluitelement is aangebracht tussen die eindranden, en een ontkiste stand, waarin het sluitelement door middel van de koppelinrichting tussen de eindranden van de dekdelen is wegbewogen en die eindranden vanuit de bekiste stand naar elkaar toe zijn verplaatst, en waarbij de ten opzichte van elkaar uitgelijnde dwarsliggers van de dekdelen onderling zijn verbonden door een koppelbalk, en de koppelbalk en ten minste een 35 van de dwarsliggers in langsrichting van de koppelbalk verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn, waarbij het sluitelement van de koppelinrichting scharnierbaar om een eerste scharnierhartlijn is verbonden met een van de dekdelen, en de koppelinrichting een -3- zwenkarm omvat, die scharnierbaar om een tweede scharnierhartlijn is verbonden met het andere dekdeel, waarbij de tweede scharnierhartlijn in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste scharnierhartlijn verloopt, en waarbij de zwenkarm scharnierbaar om een derde scharnierhartlijn is verbonden met het sluitelement, waarbij de derde scharnierhartlijn in 5 hoofdzaak evenwijdig aan de eerste scharnierhartlijn verloopt.This object is achieved according to the invention by a formwork device for manufacturing a building segment from a hardening material, such as concrete, comprising a deck which is provided with at least two deck parts, each deck part being provided with a top side for pouring thereon of the hardening material, and a bottom side facing away from the top side, wherein each deck part is provided on its top side with an end edge, and wherein the end edges of the deck parts face each other, and wherein each deck part on the bottom side thereof is provided with at least one cross member, and wherein the cross members of the deck parts are aligned with respect to each other, the deck being provided with a coupling device, which connects the deck parts to each other and which is provided with a closing element, the shuttering device being movable between a molded position in which the end edges of the cover parts are spaced apart and it closes This element is arranged between those end edges, and a uncoffed position, in which the closing element is moved away from the cover parts by means of the coupling device between the end edges of the cover parts and said end edges are moved towards each other from the molded position, and wherein the sleepers aligned with each other of the deck parts are mutually connected by a coupling beam, and the coupling beam and at least one of the cross beams are displaceable relative to each other in the longitudinal direction of the coupling beam, wherein the closing element of the coupling device is hingedly connected to one of the cover parts, and the coupling device comprises a pivot arm pivotally connected around a second pivot axis with the other deck part, wherein the second pivot axis extends substantially parallel to the first pivot axis, and wherein the pivot arm is pivotally connected to a third pivot axis the closing element, wherein d The third hinge axis extends substantially parallel to the first hinge axis.

De dwarsliggers en de koppelbalk vormen een samenstel. De koppelbalk en ten minste een van de dwarsliggers zijn bijvoorbeeld uitsluitend in langsrichting van de koppelbalk ten opzichte van elkaar verplaatsbaar. De koppelbalk en ten minste een van de dwarsliggers zijn daarbij onverdraaibaar ten opzichte van elkaar verbonden. De koppelbalk 10 en ten minste een van de dwarsliggers kunnen dan slechts een translatiebeweging of rechtlijnige beweging ten opzichte van elkaar uitvoeren.The sleepers and the connecting beam form an assembly. The coupling beam and at least one of the sleepers can for instance only be displaced relative to each other in the longitudinal direction of the coupling beam. The coupling beam and at least one of the sleepers are thereby connected to each other for rotation. The coupling beam 10 and at least one of the sleepers can then only perform a translation movement or linear movement with respect to each other.

In de bekiste stand is het sluitelement aangebracht tussen de dekdelen, waarbij de eindranden van de dekdelen nauw aansluiten op het sluitelement. Het sluitelement omvat bijvoorbeeld een vlak, strookvormig gedeelte, dat in de bekiste stand in hoofdzaak in een 15 vlak ligt met de bovenzijde van de dekdelen. In de bekiste stand kan een verhardend materiaal, zoals beton, op het dek worden gestort ter vorming van een bouwsegment. De dwarsliggers, die star zijn aangebracht aan de dekdelen, bevinden zich in de bekiste stand op afstand van elkaar. Met behulp van de koppelinrichting wordt het sluitelement vanuit de bekiste stand naar beneden verplaatst, waarbij tegelijkertijd of daarna de dekdelen naar 20 elkaar toe bewegen. Daarbij komen de dwarsliggers dichter bij elkaar te liggen doordat ten minste een van de dwarsliggers wordt verplaatst ten opzichte van de koppelbalk in de langsrichting daarvan. Daarmee ontstaat de ontkiste stand, waarin de bekistingsinrichting verwijderbaar is van het na het verharden gevormde bouwsegment. In de ontkiste stand kan tussen de eindranden een sleuf open blijven, bijvoorbeeld van ongeveer 1-4 cm, zodat de 25 eindranden eenvoudig te reinigen zijn.In the molded position, the closing element is arranged between the cover parts, the end edges of the cover parts closely fitting with the closing element. The closing element comprises, for example, a flat, strip-shaped part which, in the formwork position, lies substantially in a plane with the top side of the cover parts. In the molded position, a hardening material, such as concrete, can be poured onto the deck to form a building segment. The sleepers, which are rigidly arranged on the deck parts, are spaced apart in the formwork position. With the aid of the coupling device, the closing element is moved downwards from the molded position, while simultaneously or thereafter the cover parts move towards each other. The sleepers thereby come closer to each other because at least one of the sleepers is moved relative to the coupling beam in the longitudinal direction thereof. This creates the molded position in which the formwork device is removable from the building segment formed after hardening. In the uncoffed position, a slot can remain open between the end edges, for instance of approximately 1-4 cm, so that the end edges can be easily cleaned.

De koppelbalk loopt onder de koppelinrichting die de dekdelen met elkaar verbindt door vanaf de ene dwarsligger naar de andere dwarsligger. De koppelbalk overlapt bijvoorbeeld ten minste een gedeelte van beide dwarsliggers. De dekdelen kunnen uit elkaar worden bewogen terwijl de koppelbalk de verbinding tussen de dwarsliggers van de 30 dekdelen in stand houdt. Aangezien de koppelbalk ter plaatse van de koppelinrichting doorloopt, kan de koppelbalk effectief de krachten wegleiden die worden uitgeoefend door het verhardende materiaal, zoals beton, dat op de bovenzijde van de dekdelen wordt gestort. De bekistingsinrichting is derhalve bijzonder sterk en vormvast, zodat bijvoorbeeld een gewenste boiling in het dek nauwkeurig kan worden ingesteld.The coupling beam extends underneath the coupling device which connects the deck parts to each other from one cross member to the other cross member. The coupling beam, for example, overlaps at least a portion of both sleepers. The deck parts can be moved apart while the coupling beam maintains the connection between the sleepers of the deck parts. Since the coupling beam continues at the location of the coupling device, the coupling beam can effectively divert the forces exerted by the hardening material, such as concrete, which is poured onto the upper side of the deck parts. The formwork device is therefore particularly strong and dimensionally stable, so that, for example, a desired boiling in the deck can be accurately adjusted.

35 Het sluitelement van de koppelinrichting is scharnierbaar om een eerste scharnierhartlijn verbonden met een van de dekdelen. De eerste scharnierhartlijn verloopt bijvoorbeeld onder de eindrand van dat dekdeel. De koppelinrichting omvat een zwenkarm, -4- die scharnierbaar om een tweede scharnierhartlijn is verbonden met het andere dekdeel, waarbij de tweede scharnierhartlijn in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste scharnierhartlijn verloopt. De eerste en tweede scharnierlijn bevinden zich op afstand van elkaar. Het andere dekdeel omvat bijvoorbeeld een strookvormig randgedeelte, dat is voorzien van de eindrand 5 van dat dekdeel, waarbij de zwenkarm scharnierbaar om de tweede scharnierhartlijn is verbonden met het strookvormige randgedeelte. De zwenkarm is scharnierbaar om een derde scharnierhartlijn verbonden met het sluitelement, waarbij de derde scharnierhartlijn in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste scharnierhartlijn verloopt. De derde scharnierhartlijn verloopt evenwijdig aan en op afstand van de eerste en tweede scharnierlijn.The closing element of the coupling device is hinged about a first hinge axis connected to one of the cover parts. The first hinge axis extends, for example, under the end edge of that cover part. The coupling device comprises a pivotal arm, which is hingedly connected to a second hinge axis with the other deck part, the second hinge axis running substantially parallel to the first hinge axis. The first and second hinge lines are spaced apart. The other cover part comprises, for example, a strip-shaped edge part, which is provided with the end edge of that cover part, wherein the pivot arm is hingedly connected to the strip-shaped edge part around the second hinge axis. The pivotal arm is hingedly connected to the closing element about a third hinge axis, the third hinge axis running substantially parallel to the first hinge axis. The third hinge axis runs parallel to and spaced from the first and second hinge lines.

10 Het aantal scharnieren en bewegende delen van de koppelinrichting kan volgens de uitvinding worden beperkt door toepassing van de doorlopende koppelbalk. Dit is gunstig voor de betrouwbaarheid, het onderhoud en de levensduur van de bekistingsinrichting. De koppelinrichting die is beschreven in de hierboven genoemde publicatie NL1028026, is opgebouwd uit een relatief groot aantal scharnieren en bewegende delen. Volgens de 15 uitvinding kan de koppelinrichting een koppelmechanisme met slechts drie scharnierhartlijnen vormen. De koppelinrichting is hierdoor eenvoudig en betrouwbaar.According to the invention, the number of hinges and moving parts of the coupling device can be limited by using the continuous coupling beam. This is favorable for the reliability, maintenance and service life of the formwork device. The coupling device described in the aforementioned publication NL1028026 is composed of a relatively large number of hinges and moving parts. According to the invention the coupling device can form a coupling mechanism with only three hinge axes. The coupling device is therefore simple and reliable.

In een uitvoeringsvorm omvat de bekistingsinrichting ten minste een pasdeel, dat losneembaar is verbonden met een van de dekdelen, waarbij het pasdeel een breedte heeft, en waarbij de koppelbalk een lengte heeft die groter is dan de breedte van het pasdeel. De 20 breedte van de bekistingsinrichting bepaalt de asmaat van het te vormen bouwsegment. In de hierboven genoemde publicatie NL1028026 is de breedte van het bekistingselement vast, aangezien die breedte is bepaald door de lengte van de horizontale dwarsliggers en de daaraan bevestigde platen van de koppelinrichting. Dit bekende bekistingselement is derhalve niet geschikt voor het vormen van bouwsegmenten met verschillende asmaten.In one embodiment, the shuttering device comprises at least one fitting part, which is detachably connected to one of the cover parts, wherein the fitting part has a width, and wherein the coupling bar has a length that is larger than the width of the fitting part. The width of the shuttering device determines the axis size of the building segment to be formed. In the above-mentioned publication NL1028026, the width of the formwork element is fixed, since that width is determined by the length of the horizontal sleepers and the plates of the coupling device attached thereto. This known formwork element is therefore not suitable for forming building segments with different axle sizes.

25 Niettemin worden in veel bouwprojecten bouwsegmenten met verschillende asmaten toegepast.25 Nevertheless, in many construction projects building segments with different axle sizes are used.

Volgens de uitvinding kan een dekdeel worden verbreed door middel van het pasdeel om de asmaat van de bekistingsinrichting aan te passen. De asmaten liggen bijvoorbeeld tussen 360 en 900 cm in stappen van 30 cm, zoals 480 cm, 510 cm, 540 cm, 30 570 cm en 600 cm. Om het pasdeel aan te brengen worden de dwarsliggers van de dekdelen van elkaar af verplaatst, waarbij ten minste een van de dwarsliggers ten opzichte van de koppelbalk in de langsrichting daarvan beweegt. De breedte van het pasdeel ligt bijvoorbeeld tussen 30-600 cm, zoals tussen 30-240 cm of 30-150 cm. Daarbij kan de breedte van het pasdeel een veelvoud van 30 cm zijn, zoals 60 cm of 90 cm of 120 cm of 35 150 cm of 180 cm of 210 cm of 240 cm. De asmaat van de bekistingsinrichting volgens de uitvinding kan worden verbreed door middel van slechts een enkel pasdeel. Aangezien de koppelbalk een lengte heeft die groter is dan de breedte van het pasdeel, blijft de verbinding -5- tussen de dwarsliggers door middel van de koppelbalk in stand. De bekistingsinrichting is derhalve flexibel inzetbaar in een bouwproject met meerdere asmaten.According to the invention, a cover part can be widened by means of the fitting part to adjust the axis size of the shuttering device. The axle sizes are, for example, between 360 and 900 cm in steps of 30 cm, such as 480 cm, 510 cm, 540 cm, 570 cm and 600 cm. In order to fit the fitting part, the sleepers are moved away from the cover parts, wherein at least one of the sleepers moves in the longitudinal direction thereof with respect to the coupling beam. The width of the fitting part is, for example, between 30-600 cm, such as between 30-240 cm or 30-150 cm. The width of the fitting part can be a multiple of 30 cm, such as 60 cm or 90 cm or 120 cm or 150 cm or 180 cm or 210 cm or 240 cm. The axis size of the shuttering device according to the invention can be widened by means of only a single fitting part. Since the coupling beam has a length that is greater than the width of the fitting part, the connection between the sleepers remains in place by means of the coupling beam. The formwork device can therefore be used flexibly in a construction project with several axle sizes.

In een uitvoeringsvorm is het sluitelement beweegbaar verbonden met een van de dekdelen, waarbij het andere dekdeel een hoofdgedeelte en een strookvormig randgedeelte 5 omvat, waarbij het strookvormig randgedeelte de eindrand van dat dekdeel bepaalt en door middel van de koppelinrichting is verbonden met het sluitelement, en waarbij het strookvormige randgedeelte aan de van de eindrand afgekeerde zijde losneembaar bevestigbaar is aan het hoofdgedeelte van dat dekdeel, en waarbij het pasdeel losneembaar bevestigbaar is tussen het hoofdgedeelte van dat dekdeel en het 10 strookvormige randgedeelte. Hierdoor kan de asmaat van de bekistingsinrichting worden aangepast door een enkel pasdeel aan te brengen in slechts een van de dekdelen. Dit werkt efficiënt en bovendien blijft het aantal naden hierdoor beperkt.In one embodiment the closing element is movably connected to one of the cover parts, the other cover part comprising a main part and a strip-shaped edge part 5, wherein the strip-shaped edge part determines the end edge of that cover part and is connected to the closing element by means of the coupling device, and wherein the strip-shaped edge portion on the side remote from the end edge is releasably attachable to the main portion of that cover portion, and wherein the fitting portion is releasably attachable between the main portion of that cover portion and the strip-shaped edge portion. The axis size of the shuttering device can hereby be adjusted by arranging a single fitting part in only one of the cover parts. This works efficiently and moreover the number of seams remains limited.

Het is mogelijk dat de lengte van de koppelbalk groter is dan de lengte van ten minste een van de dwarsliggers. Elke dwarsligger kan zich uitstrekken over de volledige 15 breedte van het bijbehorende dekdeel. De lengte van elke dwarsligger is bijvoorbeeld gelijk aan de breedte van het bijbehorende dekdeel. De lengte van de koppelbalk, die verplaatsbaar is ten opzichte van de dwarsligger, is met de constructie volgens de uitvinding niet beperkt door de lengte van de dwarsligger - de koppelbalk kan langer dan de dwarsligger zijn. De dwarsligger die beweegbaar is verbonden met de koppelbalk kan over 20 een relatief grote afstand van de andere dwarsligger af worden verplaatst, terwijl de dwarsliggers door middel van de koppelbalk verbonden blijven. Hierdoor is een relatief breed pasdeel toepasbaar, hetgeen gunstig is voor de flexibiliteit van de bekistingsinrichting volgens de uitvinding.It is possible that the length of the coupling beam is greater than the length of at least one of the sleepers. Each sleeper can extend over the full width of the associated deck part. The length of each cross member is, for example, equal to the width of the associated deck part. With the construction according to the invention, the length of the coupling beam, which is displaceable relative to the cross-beam, is not limited by the length of the cross-beam - the coupling beam can be longer than the cross-beam. The cross member that is movably connected to the coupling beam can be moved over a relatively large distance from the other cross beam, while the cross beams remain connected by means of the coupling beam. A relatively wide fitting part can hereby be applied, which is favorable for the flexibility of the shuttering device according to the invention.

In een uitvoeringsvorm omvat de dwarsligger die verplaatsbaar is ten opzichte van de 25 koppelbalk een geleidingsbaan, waarbij de koppelbalk verplaatsbaar is geleid over de geleidingsbaan. De koppelbalk en de dwarsligger zijn in langsrichting van de koppelbalk verplaatsbaar ten opzichte van elkaar geleid door de geleidingsbaan. De geleidingsbaan is bijvoorbeeld rechtlijnig. De lengte van de geleidingsbaan komt in hoofdzaak overeen met de lengte van die dwarsligger. Hierdoor is een maximale slag van de koppelbalk ten opzichte 30 van die dwarsligger mogelijk, zodat de dwarsliggers relatief ver uit elkaar beweegbaar zijn en het pasdeel relatief breed kan zijn.In an embodiment, the cross-member that is movable relative to the coupling beam comprises a guide track, the coupling beam being movably guided along the guide track. The coupling beam and the cross-member are movable in the longitudinal direction of the coupling beam relative to each other through the guide track. The guideway is, for example, linear. The length of the guide track essentially corresponds to the length of that cross member. As a result, a maximum stroke of the coupling beam relative to that cross-member is possible, so that the cross-members can be moved relatively far apart and the fitting part can be relatively wide.

In een uitvoeringsvorm is de koppelbalk verplaatsbaar geleid over de geleidingsbaan door middel van rollen. Bij een rolgeleiding ondervinden de koppelbalk en de dwarsligger tijdens de onderlinge verplaatsing een relatief lage weerstand.In one embodiment, the coupling beam is movably guided over the guide track by means of rollers. With a roller guide, the coupling beam and the cross-member experience a relatively low resistance during the relative displacement.

35 Het is mogelijk dat de lengte van de koppelbalk in hoofdzaak gelijk is aan of groter is dan de som van de lengtes van de ten opzichte van elkaar uitgelijnde dwarsliggers. De koppelbalk heeft bijvoorbeeld een lengte die in hoofdzaak overeenkomt met de totale -6- breedte van het dek zonder pasdeel. Als de dwarsliggers over een relatief grote afstand uit elkaar zijn verplaatst, zijn de einden van de koppelbalk over een voldoende lengte verbonden met beide dwarsliggers om een stabiele verbinding te verschaffen.It is possible that the length of the coupling beam is substantially equal to or greater than the sum of the lengths of the cross beams aligned with each other. The coupling beam, for example, has a length that substantially corresponds to the total width of the deck without fitting part. If the sleepers are moved apart over a relatively large distance, the ends of the coupling beam are connected over a sufficient length to both sleepers to provide a stable connection.

Het is mogelijk dat de koppelbalk en de andere dwarsligger in langsrichting van de 5 koppelbalk fixeerbaar ten opzichte van elkaar zijn. Van de ten opzichte van elkaar uitgelijnde dwarsliggers is de ene dwarsligger verplaatsbaar ten opzichte van een eind van de koppelbalk, terwijl de andere dwarsligger vrijgeefbaar of vast is bevestigd aan het andere eind van de koppelbalk.It is possible that the coupling beam and the other cross member can be fixed relative to each other in the longitudinal direction of the coupling beam. Of the cross beams aligned with each other, one cross beam is movable with respect to one end of the coupling beam, while the other cross beam is releasably or fixedly attached to the other end of the coupling beam.

Als de andere dwarsligger is gefixeerd ten opzichte van de koppelbalk, kunnen de 10 koppelbalk en de andere dwarsligger aandrijfbaar zijn ten opzichte van de dwarsligger die verplaatsbaar is ten opzichte van de koppelbalk door middel van een aandrijfinrichting. De aandrijfinrichting is bijvoorbeeld een hydraulische vijzel. De dwarsliggers en de daaraan bevestigde dekdelen kunnen door middel van de aandrijfinrichting van elkaar af en naar elkaar toe worden verplaatst bij het plaatsen en verwijderen van het pasdeel.If the other cross member is fixed with respect to the coupling beam, the coupling beam and the other cross beam can be drivable relative to the cross beam which is movable relative to the coupling beam by means of a drive device. The drive device is, for example, a hydraulic jack. The sleepers and the cover parts attached thereto can be moved away from each other and towards each other by means of the drive device when placing and removing the fitting part.

15 Het is mogelijk dat de hierboven beschreven bekistingsinrichting is gevormd door het dek. Het dek kan bijvoorbeeld worden toegepast op voorgevormde (“prefab”) palen of wanden. In een uitvoeringsvorm omvat de bekistingsinrichting twee zijwanden, die elk door middel van een schoorstang zijn verbonden met telkens een van de dekdelen. De bekistingsinrichting omvat in dit geval twee hoekelementen, die elk een zijwand en een 20 dekdeel omvatten. De bekistingsinrichting vormt in dit geval een tunnelbekisting voor een tunnelvormig bouwsegment.It is possible that the formwork device described above has been formed by the deck. For example, the deck can be applied to pre-formed ("prefab") posts or walls. In one embodiment, the shuttering device comprises two side walls, each of which is connected by means of a strut to one of the cover parts. The shuttering device in this case comprises two corner elements, which each comprise a side wall and a cover part. The formwork device in this case forms a tunnel formwork for a tunnel-shaped building segment.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een bouwsegment, omvattende: - het verschaffen van een bekistingsinrichting zoals hierboven beschreven, 25 - het aanbrengen van de bekistingsinrichting op een draaglichaam, waarbij de koppelinrichting zich in de bekiste stand bevindt, - het storten van verhardend materiaal, zoals beton, op de bovenzijde van de dekdelen, - het verharden van het verhardend materiaal voor het vervaardigen van het 30 bouwsegment, - het bewegen van de koppelinrichting vanuit de bekiste stand naar de ontkiste stand, - het verwijderen van de bekistingsinrichting van het bouwsegment.The invention also relates to a method for manufacturing a building segment, comprising: - providing a shuttering device as described above, - mounting the shuttering device on a support body, the coupling device being in the shuttered position, - pouring hardening material, such as concrete, onto the upper side of the cover parts, - hardening the hardening material for manufacturing the building segment, - moving the coupling device from the molded position to the uncoffed position, - removing the formwork of the construction segment.

Het verharden van het verhardend materiaal wordt bijvoorbeeld ’s nachts uitgevoerd. 35 Hierbij kunnen kachels onder het dek worden gestookt om het verharden van het verhardende materiaal te versnellen.For example, the hardening of the hardening material is carried out at night. Stoves can be fired under the deck to accelerate the hardening of the hardening material.

-7--7-

Daarbij is het mogelijk dat de bekistingsinrichting twee zijwanden omvat, die elk door middel van een schoorstang zijn verbonden met telkens een van de dekdelen, waarbij het draaglichaam is gevormd door een vloer, waarbij de zijwanden worden aangebracht op de vloer, en waarbij een tunnelvormig bouwsegment wordt vervaardigd.It is possible here for the formwork device to comprise two side walls, each of which is connected by means of a strut to one of the cover parts, wherein the supporting body is formed by a floor, wherein the side walls are arranged on the floor, and wherein a tunnel-shaped building segment is manufactured.

5 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will now be further elucidated with reference to an exemplary embodiment shown in the figures.

Figuur 1a toont een zijaanzicht van een tunnelbekisting volgens de uitvinding.Figure 1a shows a side view of a tunnel formwork according to the invention.

Figuur 1b toont een uiteengenomen zijaanzicht van de in figuur 1a weergegeven tunnelbekisting.Figure 1b shows an exploded side view of the tunnel formwork shown in Figure 1a.

10 Figuur 2 toont een vergroot zijaanzicht van de koppelinrichting van de in figuur 1a weergegeven tunnelbekisting.Figure 2 shows an enlarged side view of the coupling device of the tunnel formwork shown in Figure 1a.

Figuur 3a toont een zijaanzicht van de in figuur 2 weergegeven koppelinrichting in de bekiste stand.Figure 3a shows a side view of the coupling device shown in Figure 2 in the formwork position.

Figuur 3b toont een zijaanzicht van de in figuur 2 weergegeven koppelinrichting die 15 zich tussen de bekiste stand en de ontkiste stand bevindt.Figure 3b shows a side view of the coupling device shown in Figure 2, which is situated between the formwork position and the formwork condition.

Figuur 3c toont een zijaanzicht van de in figuur 2 weergegeven koppelinrichting in de ontkiste stand.Figure 3c shows a side view of the coupling device shown in Figure 2 in the uncoffed position.

Figuur 4a toont een aanzicht in dwarsdoorsnede volgens IVa-IVa in figuur 1a.Figure 4a shows a cross-sectional view according to IVa-IVa in Figure 1a.

Figuur 4b toont een aanzicht in dwarsdoorsnede volgens IVb-IVb in figuur 1a.Figure 4b shows a cross-sectional view according to IVb-IVb in Figure 1a.

20 Figuur 4c toont een aanzicht in dwarsdoorsnede volgens IVc-IVc in figuur 1a.Figure 4c shows a cross-sectional view according to IVc-IVc in Figure 1a.

Figuur 5a, 5b tonen zijaanzichten van de in figuur 1a weergegeven tunnelbekisting die wordt verbreed door middel van een pasdeel.Figures 5a, 5b show side views of the tunnel formwork shown in Figure 1a that is widened by means of a fitting part.

Figuur 6a toont een zijaanzicht van de in figuur 1a weergegeven tunnelbekisting in de werkstand.Figure 6a shows a side view of the tunnel formwork shown in Figure 1a in the working position.

25 Figuur 6b toont een zijaanzicht van de in figuur 6a weergegeven tunnelbekisting in de ingeklapte stand.Figure 6b shows a side view of the tunnel formwork shown in Figure 6a in the collapsed position.

Figuur 7 toont een vooraanzicht van een hoekelement van de in figuur 6a weergegeven tunnelbekisting.Figure 7 shows a front view of a corner element of the tunnel formwork shown in Figure 6a.

Figuur 8 toont een uiteengenomen zijaanzicht van de in figuur 6a weergegeven 30 tunnelbekisting, waarbij de zijwanden worden verhoogd.Figure 8 shows an exploded side view of the tunnel formwork shown in Figure 6a, the side walls being raised.

Figuur 9a toont een zijaanzicht van een aantal bekistingsinrichtingen in de bekiste stand voorafgaand aan het storten van verhardend materiaal, zoals beton.Figure 9a shows a side view of a number of formwork devices in the molded position prior to the pouring of hardening material, such as concrete.

Figuur 9b toont een zijaanzicht van de bekistingsinrichtingen volgens figuur 9a in de ontkiste stand na het vervaardigen van tunnelvormige bouwsegmenten.Figure 9b shows a side view of the shuttering devices according to Figure 9a in the uncovered position after the manufacture of tunnel-shaped building segments.

35 De in de figuren weergegeven bekistingsinrichting heeft meerdere aspecten, die elk een afzonderlijke uitvinding vormen. Deze aspecten bezitten elk zelfstandige betekenis, d.w.z. deze aspecten zijn afzonderlijk toepasbaar. Elk aspect kan het onderwerp vormen -8- van een afzonderlijke octrooiaanvrage. Bovendien kan de bekistingsinrichting volgens de uitvinding alle mogelijke combinaties van een of meer van deze aspecten omvatten. In deze figuurbeschrijving worden meerdere aspecten beschreven.The shuttering device shown in the figures has several aspects, each of which constitutes a separate invention. These aspects each have independent meaning, i.e. these aspects can be applied separately. Each aspect can be the subject of a separate patent application. Moreover, the shuttering device according to the invention can comprise all possible combinations of one or more of these aspects. Several aspects are described in this figure description.

Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op de lossing van de 5 bekistingsinrichting 1.A first aspect of the invention relates to the release of the shuttering device 1.

De bekistingsinrichting is in de figuren in zijn geheel aangeduid met 1. In dit uitvoeringsvoorbeeld vormt de bekistingsinrichting 1 een tunnelbekisting voor het vervaardigen van een tunnelvormig bouwsegment uit een verhardend materiaal, zoals beton. De tunnelbekisting 1 omvat twee hoekelementen 3, 4. Elk hoekelement 3, 4 is 10 voorzien van een opstaande zijwand 6, 7 en een dekdeel 8, 9. De dekdelen 8, 9 van de hoekelementen 3, 4 vormen een dek van de tunnelbekisting 1.The formwork device is indicated in its entirety in the figures by 1. In this exemplary embodiment, the formwork device 1 forms a tunnel formwork for manufacturing a tunnel-shaped building segment from a hardening material, such as concrete. The tunnel formwork 1 comprises two corner elements 3, 4. Each corner element 3, 4 is provided with an upstanding side wall 6, 7 and a deck part 8, 9. The deck parts 8, 9 of the corner elements 3, 4 form a deck of the tunnel formwork 1 .

De bekistingsinrichting 1 is verplaatsbaar tussen een bekiste stand en een ontkiste stand. In de bekiste stand bepalen de zijwanden 6, 7 en het dek 8, 9 een buitenoppervlak van de bekistingsinrichting 1, dat overeenkomt met het binnenoppervlak van het te vormen 15 tunnelvormige bouwsegment. In de ontkiste stand zijn de zijwanden 6, 7 en het dek 8, 9 ten opzichte van het door de zijwanden 6, 7 en het dek 8,9 bepaalde buitenoppervlak in de bekiste stand ten minste gedeeltelijk naar binnen verplaatst, zodat de bekistingsinrichting 1 uit het gevormde tunnelvormige bouwsegment kan worden verwijderd.The shuttering device 1 is movable between a shuttered position and a molded position. In the molded position, the side walls 6, 7 and the deck 8, 9 define an outer surface of the shuttering device 1, which corresponds to the inner surface of the tunnel-shaped building segment to be formed. In the molded position, the side walls 6, 7 and the deck 8, 9 are at least partially displaced inwards in the molded position relative to the outer surface defined by the side walls 6, 7 and the deck 8, so that the formwork device 1 the tunnel-shaped building segment formed can be removed.

Elke opstaande zijwand 6, 7 omvat een dunwandig paneel met een vlakke 20 buitenzijde voor het daartegen storten van het verhardende materiaal. Langsribben 11 zijn bevestigd aan de van de buitenzijde afgekeerde binnenzijde van het dunwandige paneel.Each upright side wall 6, 7 comprises a thin-walled panel with a flat outer side for pouring the hardening material against it. Longitudinal ribs 11 are attached to the inside of the thin-walled panel facing away from the outside.

De langsribben 11 zijn op afstand boven elkaar aangebracht en verlopen in langsrichting van de tunnelbekisting 1. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat elke zijwand 6, 7 opstaande dragers 12 die zijn aangebracht aan de langsribben 11 (zie ook figuur 7).The longitudinal ribs 11 are arranged at a distance above one another and extend in the longitudinal direction of the tunnel formwork 1. In this exemplary embodiment, each side wall 6, 7 comprises upright carriers 12 which are arranged on the longitudinal ribs 11 (see also Figure 7).

25 Elk dekdeel 8,9 omvat een dunwandig paneel met een vlakke bovenzijde voor het daarop storten van het verhardende materiaal. Aan de van de bovenzijde afgekeerde onderzijde van elk dekdeel 8, 9 zijn langsribben 14 bevestigd. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat elk dekdeel 8, 9 vaste dwarsliggers 15, 16, die aan de langsribben 14 zijn bevestigd. Aangezien de langsribben 14 een bepaalde hoogte bezitten, bijvoorbeeld een hoogte van 30 ongeveer 10 cm, bevinden de vaste dwarsliggers 15, 16 zich op een afstand van het dunwandige paneel van elk dekdeel 8, 9.Each deck part 8, 9 comprises a thin-walled panel with a flat top side for pouring the hardening material onto it. Longitudinal ribs 14 are attached to the underside of each deck part 8, 9 remote from the top. In this exemplary embodiment, each deck part 8, 9 comprises fixed sleepers 15, 16, which are attached to the longitudinal ribs 14. Since the longitudinal ribs 14 have a certain height, for instance a height of approximately 10 cm, the fixed cross-members 15, 16 are situated at a distance from the thin-walled panel of each cover part 8, 9.

De vaste dwarsliggers 15, 16 verlopen dwars ten opzichte van de langsrichting van de tunnelbekisting 1. Elke dwarsligger 15 van het ene hoekelement 3 is telkens uitgelijnd ten opzichte van een overeenkomstige vaste dwarsligger 16 van het andere hoekelement 4.The fixed cross-members 15, 16 run transversely with respect to the longitudinal direction of the tunnel formwork 1. Each cross-member 15 of the one corner element 3 is in each case aligned with respect to a corresponding fixed cross-member 16 of the other corner element 4.

35 Zoals weergegeven in figuur 4a, 4b omvat elke dwarsligger 15, 16 in dit uitvoeringsvoorbeeld twee U-vormige profielen 69, die in langsrichting van de tunnelbekisting 1 op afstand van elkaar zijn aangebracht (zie figuur 4a, 4b).As shown in Figs. 4a, 4b, each cross-member 15, 16 in this exemplary embodiment comprises two U-shaped profiles 69, which are arranged at a distance from each other in the longitudinal direction of the tunnel formwork (see Figs. 4a, 4b).

-9--9-

Ten minste een dwarsligger 16 van een paar ten opzichte van elkaar uitgelijnde dwarsliggers 15, 16 omvat een rechtlijnige geleidingsbaan, die zich in langsrichting van die dwarsligger uitstrekt. In dit uitvoeringsvoorbeeld vormt dat paar ten opzichte van elkaar uitgelijnde dwarsliggers 15, 16 een rechtlijnige geleidingsbaan die zich uitstrekt over die 5 beide dwarsliggers 15, 16. De geleidingsbaan is bepaald door rolwagens 70 en draaibare rollen 71, die zijn bevestigd aan het dekdeel 8,9.At least one cross-member 16 of a pair of cross-members 15, 16 aligned with respect to each other comprises a linear guideway that extends in the longitudinal direction of said cross-member. In this exemplary embodiment, that pair of transverse beams 15, 16 aligned with respect to each other forms a linear guide track that extends over both of these cross beams 15, 16. The guide track is defined by roller carriages 70 and rotatable rollers 71, which are attached to the cover part 8, 9.

Een stijve koppelbalk 17 is beweegbaar geleid door de geleidingsbaan van een van de dwarsliggers - in dit uitvoeringsvoorbeeld de in de figuren rechts getekende dwarsligger 16. De koppelbalk 17 en die dwarsligger 16 van het dekdeel 9 zijn in langsrichting van de 10 koppelbalk 17 verplaatsbaar ten opzichte van elkaar volgens de geleidingsbaan. Daarnaast is de koppelbalk 17 ten opzichte van de andere vaste dwarsligger 15 van dat paar ten opzichte van elkaar uitgelijnde dwarsliggers 15, 16 fixeerbaar ten opzichte van het dekdeel 8 (zie figuur 2 en 4c).A rigid coupling beam 17 is movably guided by the guideway of one of the sleepers - in this exemplary embodiment the sleepers 16 shown on the right in the figures. The sleepers 17 and said sleepers 16 of the cover part 9 are displaceable in the longitudinal direction of the sleepers 17 from each other according to the guideway. In addition, the coupling beam 17 can be fixed with respect to the other fixed cross-member 15 of that pair of cross-members 15, 16 aligned with respect to each other with respect to the cover part 8 (see figures 2 and 4c).

De koppelbalk 17 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een kokerprofiel 72 en twee 15 stroken 73, 74, die boven respectievelijk onder tegen het kokerprofiel 72 zijn bevestigd. De stroken 73, 74 van de koppelbalk 17 zijn opgenomen tussen de U-vormige profielen 69 en zijn verplaatsbaar aangebracht tegen de rolwagens 70 en draaibare rollen 71. De koppelbalk 17 en de dwarsligger 16 zijn uitsluitend in langsrichting van de koppelbalk 17 rechtlijnig verplaatsbaar ten opzichte van elkaar.In this exemplary embodiment, the coupling beam 17 comprises a tube profile 72 and two strips 73, 74, which are fixed against the tube profile 72 above and below respectively. The strips 73, 74 of the coupling beam 17 are accommodated between the U-shaped profiles 69 and are arranged so as to be movable against the trolleys 70 and rotatable rollers 71. The coupling beam 17 and the cross-member 16 are only linearly displaceable relative to the longitudinal direction of the coupling beam 17 from each other.

20 De rolwagens 70 dragen de koppelbalk 17. De positie van de draaibare rollen 71 is instelbaar door middel van stelhouten (zie figuur 4a, 4b), die de draaibare rollen 71 in verticale richting kunnen verplaatsen om de dekdelen 8,9 in een enigszins gebolde vorm te volgen (“toog”). Het linker- en rechterdeel van de koppelbalk 17 kunnen in het midden onder een geringe hoek samenkomen om een vooraf ingestelde toog te bepalen.The wheel trolleys 70 carry the coupling beam 17. The position of the rotatable rollers 71 is adjustable by means of set screws (see Figs. 4a, 4b), which can move the rotatable rollers 71 in the vertical direction around the deck parts 8.9 in a slightly convex form to follow ("counter"). The left and right parts of the coupling bar 17 can come together in the middle at a slight angle to determine a preset bar.

25 Tussen de opstaande dragers 12 en de vaste dwarsliggers 15, 16 van elk hoekelement 3, 4 zijn schoorstangen 19 aangebracht. Elke schoorstang 19 omvat twee einden, waarbij een eind is verbonden met de opstaande drager 12 en het andere eind is verbonden met de vaste dwarsligger 15, 16. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de schoorstangen 19 scharnierbaar verbonden met de verticale dragers 12 en de vaste 30 dwarsliggers 15, 16.Between the upright supports 12 and the fixed cross-members 15, 16 of each corner element 3, 4, bracing rods 19 are arranged. Each strut rod 19 comprises two ends, one end being connected to the upright support 12 and the other end being connected to the fixed cross-member 15, 16. In this exemplary embodiment, the strut bars 19 are hingedly connected to the vertical carriers 12 and the fixed cross-members. 15, 16.

Het dek van de tunnelbekisting 1 omvat een koppelinrichting 20 die de dekdelen 8, 9 met elkaar verbindt. De koppelinrichting 20 is meer in detail weergegeven in figuur 2, 3a-3c.The deck of the tunnel formwork 1 comprises a coupling device 20 which connects the deck parts 8, 9 to each other. The coupling device 20 is shown in more detail in Figures 2, 3a-3c.

De koppelinrichting 20 omvat een sluitelement 26. Het sluitelement 26 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een vlakke, langwerpige strook 27 en bedieningsarmen 34, die zich in 35 langsrichting van de bekistingsinrichting 1 op afstand van elkaar bevinden. De vlakke, langwerpige strook 27 is vast bevestigd aan de bedieningsarmen 34, die onderling zijn - 10- verbonden door een koppelstang 35. De koppelstang 35 is bekrachtigbaar door een elektrische vijzel 36 of een ander bekrachtigingsorgaan, zoals een hydraulische vijzel.The coupling device 20 comprises a closing element 26. In this exemplary embodiment, the closing element 26 comprises a flat, elongated strip 27 and operating arms 34, which are spaced apart in the longitudinal direction of the shuttering device 1. The flat, elongated strip 27 is fixedly attached to the operating arms 34, which are mutually connected by a coupling rod 35. The coupling rod 35 can be actuated by an electric jack 36 or another actuator, such as a hydraulic jack.

Het sluitelement 26 is scharnierbaar om een eerste scharnierhartlijn 28 verbonden met het in figuur 2 rechts getekende dekdeel 9. Het dekdeel 9 is bevestigd aan de zijwand 7 5 van het hoekelement 4 en omvat aan de van de zijwand 7 afgekeerde zijde een eindrand 25. De eindrand 25 bevindt zich boven de eerste scharnierhartlijn 28, in het bijzonder recht daarboven.The closing element 26 is hingedly connected around a first hinge axis 28 to the cover part 9 shown on the right in Fig. 2. The cover part 9 is attached to the side wall 7 of the corner element 4 and comprises an end edge 25 on the side remote from the side wall 7. end edge 25 is located above the first hinge axis 28, in particular right above it.

Het andere, in figuur 2 links getekende dekdeel 8 omvat een hoofdgedeelte 22 en een strookvormig randgedeelte 23. Het strookvormige randgedeelte 23 bepaalt een 10 eindrand 24 van het dekdeel 8 aan de zijde daarvan die van de zijwand 6 is afgekeerd. Het hoofdgedeelte 22 en het strookvormige randgedeelte 23 van het dekdeel 8 zijn losneembaar aan elkaar bevestigd.The other cover part 8, shown on the left in figure 2, comprises a main part 22 and a strip-shaped edge part 23. The strip-shaped edge part 23 defines an end edge 24 of the cover part 8 on the side thereof that faces away from the side wall 6. The main part 22 and the strip-shaped edge part 23 of the cover part 8 are releasably attached to each other.

De koppelinrichting 20 is voorzien van zwenkarmen 31 die zich in langsrichting van de bekistingsinrichting 1 op afstand van elkaar bevinden en elk scharnierbaar om een 15 tweede scharnierhartlijn 29 zijn verbonden met het strookvormige randgedeelte 23 van het dekdeel 8. De tweede scharnierhartlijn 29 verloopt op afstand van en in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste scharnierhartlijn 28.The coupling device 20 is provided with pivot arms 31 which are spaced apart in the longitudinal direction of the shuttering device 1 and are each hingedly connected around a second hinge axis 29 to the strip-shaped edge portion 23 of the cover part 8. The second hinge axis 29 extends at a distance of and substantially parallel to the first hinge axis 28.

Elke zwenkarm 31 is in dit uitvoeringsvoorbeeld scharnierbaar om een derde scharnierhartlijn 30 verbonden met een van de bedieningsarmen 34 (zie ook figuur 3a, 3b, 20 3c). De scharnierhartlijn 30 bevindt zich op afstand van en in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste en tweede scharnierhartlijn 28, 29. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat de koppelinrichting 20 slechts drie scharnierhartlijnen 28, 29, 30, zodat het aantal scharnieren en bewegende delen minimaal is. Dit is gunstig voor de betrouwbaarheid, het onderhoud en de levensduur van de koppelinrichting 20.In this exemplary embodiment, each swiveling arm 31 is hingedly connected around a third hinge axis 30 to one of the operating arms 34 (see also Figs. 3a, 3b, 3c). The hinge axis 30 is spaced from and substantially parallel to the first and second hinge axes 28, 29. In this exemplary embodiment, the coupling device 20 comprises only three hinge axes 28, 29, 30, so that the number of hinges and moving parts is minimal. This is favorable for the reliability, maintenance and service life of the coupling device 20.

25 De werking van de koppelinrichting 20 zal thans worden beschreven aan de hand van figuur 3a, 3b en 3c.The operation of the coupling device 20 will now be described with reference to figures 3a, 3b and 3c.

In figuur 3a bevindt de bekistingsinrichting 1 zich in de bekiste stand, waarin de eindranden 24, 25 van de dekdelen 8, 9 zich op afstand van elkaar bevinden en de vlakke strook 27 van het sluitelement 26 is aangebracht tussen die eindranden 24, 25. De dekdelen 30 8, 9 en de vlakke strook 27 van het sluitelement 26 vormen een in hoofdzaak vlak stortoppervlak voor het verhardende materiaal.In Figure 3a, the shuttering device 1 is in the shuttered position, in which the end edges 24, 25 of the cover parts 8, 9 are spaced apart and the flat strip 27 of the closing element 26 is arranged between those end edges 24, 25. The cover parts 8, 9 and the flat strip 27 of the closing element 26 form a substantially flat pouring surface for the hardening material.

Vanuit de in figuur 3a weergegeven bekiste stand is de koppelinrichting 20 beweegbaar om de bekistingsinrichting 1 naar de ontkiste stand te brengen (zie figuur 3c). Hiervoor trekt de hydraulische vijzel 36 (zie figuur 2) aan de koppelstang 35, zodat de 35 bedieningsarmen 34 de vlakke, langwerpige strook 27 van het sluitelement 26 om de eerste scharnierhartlijn 28 kantelen. De vlakke, langwerpige strook 27 van het sluitelement 26 komt - 11 - daarbij onder de eindranden 24, 25 van de dekdelen 8, 9 en tussen de dekdelen 8, 9 en de koppelbalk 17 te liggen (zie figuur 3b en 3c).From the molded position shown in Figure 3a, the coupling device 20 is movable to bring the shuttering device 1 to the molded position (see Figure 3c). For this purpose, the hydraulic jack 36 (see Figure 2) pulls on the coupling rod 35, so that the operating arms 34 tilt the flat, elongated strip 27 of the closing element 26 about the first hinge axis 28. The flat, elongated strip 27 of the closing element 26 comes to lie below the end edges 24, 25 of the cover parts 8, 9 and between the cover parts 8, 9 and the coupling beam 17 (see Figs. 3b and 3c).

Tijdens het kantelen van het sluitelement 26 bewegen de dekdelen 8, 9 naar elkaar toe. Het sluitelement 26 is immers scharnierbaar verbonden met het ene dekdeel 9 en door 5 middel van de zwenkarm 31 eveneens scharnierbaar verbonden met het andere dekdeel 8. Tijdens de beweging van de dekdelen 8, 9 naar elkaar toe verplaatsen de daaraan bevestigde zijwanden 6, 7 eveneens naar elkaar toe. Hierdoor ontstaat ruimte tussen de zijwanden 6, 7 en het gevormde tunnelvormige bouwsegment.During the tilting of the closing element 26, the cover parts 8, 9 move towards each other. The closing element 26 is after all pivotally connected to the one deck part 9 and also pivotally connected to the other deck part 8 by means of the pivot arm 31. During the movement of the deck parts 8, 9 the side walls 6, 7 attached thereto also move to each other. This creates space between the side walls 6, 7 and the formed tunnel-shaped building segment.

De vaste dwarsligger 16, die is bevestigd aan het in de figuren rechts getekende 10 dekdeel 9, is verplaatsbaar ten opzichte van de koppelbalk 17 in langsrichting daarvan. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de koppelbalk 17 losneembaar bevestigd aan het strookvormige randgedeelte 23 van het in de figuren links getekende dekdeel 8. Voor de bevestiging omvat de koppelbalk 17 een aantal bevestigingsgaten 75 (zie figuur 1b), waardoor een boutverbinding is aangebracht (zie figuur 2 en 4c). De dwarsligger 16 van het ene dekdeel 9 15 wordt derhalve tijdens de beweging van de dekdelen 8, 9 naar elkaar toe door een verplaatsing langs de koppelbalk 17 over een afstand naar de vaste dwarsligger 15 van het andere dekdeel 8 toe getrokken.The fixed cross-member 16, which is attached to the deck part 9 shown on the right in the figures, is movable relative to the coupling beam 17 in the longitudinal direction thereof. In this exemplary embodiment, the coupling beam 17 is releasably attached to the strip-shaped edge portion 23 of the deck part 8 shown in the figures to the left. For the attachment, the coupling beam 17 comprises a number of fixing holes 75 (see Figure 1b), through which a bolt connection is provided (see Figure 2). and 4c). The cross-member 16 of the one deck part 9 is therefore pulled during the movement of the deck parts 8, 9 towards each other by a movement along the coupling beam 17 over a distance towards the fixed cross-beam 15 of the other deck part 8.

Tijdens de beweging van de koppelinrichting 20 bij de verplaatsing van de bekistingsinrichting 1 vanuit de bekiste stand naar de ontkiste stand en omgekeerd blijft de 20 koppelbalk 17 doorlopen tussen het paar dwarsliggers 15, 16 die ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd. Hierdoor is de bekistingsinrichting 1 in de bekiste stand, de ontkiste stand en tijdens de verplaatsing van de bekiste stand naar de ontkiste stand bijzonder sterk.During the movement of the coupling device 20 during the movement of the shuttering device 1 from the shuttered position to the stripped position and vice versa, the coupling beam 17 continues to run between the pair of sleepers 15, 16 which are aligned with respect to each other. As a result, the shuttering device 1 is particularly strong in the shuttered position, the molded position and during the movement of the molded position to the molded position.

In figuur 5a en 5b is weergegeven dat de breedte van de tunnelbekisting 1 kan worden aangepast door het invoegen van een pasdeel 40. Het pasdeel 40 heeft twee 25 langsranden 41, 42, die daartussen een breedte van het pasdeel 40 begrenzen. De breedte van de tunnelbekisting bepaalt de asmaat van het tunnelvormige bouwsegment. De pasmaten liggen bijvoorbeeld tussen 360 en 900 cm in stappen van 30 cm.Figures 5a and 5b show that the width of the tunnel formwork 1 can be adjusted by inserting a fitting part 40. The fitting part 40 has two longitudinal edges 41, 42, which between them define a width of the fitting part 40. The width of the tunnel formwork determines the axis size of the tunnel-shaped building segment. The fits are for example between 360 and 900 cm in steps of 30 cm.

Om het pasdeel 40 aan te brengen in het in figuur 5a, 5b links getekende dekdeel 8 wordt eerst de bevestiging tussen het strookvormige randgedeelte 23 en het hoofdgedeelte 30 22 van dat dekdeel 8 losgemaakt. Daarna wordt de ene langsrand 41 van het pasdeel 40 losneembaar bevestigd aan het strookvormige randgedeelte 23, terwijl de andere langsrand 42 van het pasdeel 40 losneembaar wordt aangebracht aan het hoofdgedeelte 22 van het dekdeel 8. De breedte van het dekdeel 9 is hierdoor vergroot met het pasdeel 40.In order to fit the fitting part 40 in the cover part 8 shown on the left in Figs. 5a, 5b, the attachment between the strip-shaped edge part 23 and the main part 22 of the cover part 8 is first released. Thereafter, the one longitudinal edge 41 of the fitting part 40 is releasably attached to the strip-shaped edge portion 23, while the other longitudinal edge 42 of the fitting part 40 is releasably arranged on the main portion 22 of the cover part 8. The width of the cover part 9 is hereby increased with the fitting part 40.

Tijdens het invoegen van het pasdeel 40 blijft de verbinding tussen de vaste 35 dwarsliggers 15, 16 van de dekdelen 8, 9 in stand door middel van de koppelbalk 17. De koppelbalk 17 heeft een lengte die groter is dan de breedte van het pasdeel 40. De breedte van het pasdeel ligt bijvoorbeeld tussen 30 en 600 cm.During the insertion of the fitting part 40, the connection between the fixed cross-members 15, 16 of the cover parts 8, 9 is maintained by means of the coupling bar 17. The coupling bar 17 has a length that is greater than the width of the fitting part 40. The width of the fitting part is, for example, between 30 and 600 cm.

- 12-- 12-

De lengte van de koppelbalk 17 is in dit uitvoeringsvoorbeeld groter dan de lengte van beide vaste dwarsliggers 15, 16 samen (zie figuur 1b). De zijwanden 6, 7 kunnen hierdoor over een relatief grote afstand uit elkaar worden verplaatst, zodat een pasdeel 40 met een aanzienlijke breedte toepasbaar is. Voor het uit elkaar verplaatsen van de 5 zijwanden 6, 7 kan een aandrijfinrichting, zoals een hydraulische vijzel worden toegepast (niet weergegeven).The length of the coupling beam 17 in this exemplary embodiment is greater than the length of both fixed sleepers 15, 16 together (see Figure 1b). The side walls 6, 7 can hereby be moved apart over a relatively large distance, so that a fitting part 40 with a considerable width can be used. For moving the side walls 6, 7 apart, a drive device such as a hydraulic jack can be used (not shown).

Afhankelijk van de breedte van het pasdeel 40 wordt de koppelbalk 17 losgemaakt van het strookvormige randgedeelte 23 van het in de figuren links getekende dekdeel 8 en wordt de koppelbalk 17 door middel van de bevestigingsgaten 75 gefixeerd ten opzichte van 10 het andere dekdeel 9 of ten opzichte van het hoofdgedeelte 22 van het dekdeel 8. De koppelbalk 17 kan derhalve links worden vastgezet om verplaatsing van het rechter dekdeel 9 en/of rechts worden vastgezet om verplaatsing van het linker dekdeel 8 mogelijk te maken.Depending on the width of the fitting part 40, the coupling bar 17 is detached from the strip-shaped edge part 23 of the deck part 8 shown in the figures on the left and the coupling bar 17 is fixed by means of the fixing holes 75 relative to the other deck part 9 or relative to of the main part 22 of the cover part 8. The coupling beam 17 can therefore be fixed on the left to move the right cover part 9 and / or be fixed on the right to enable movement of the left cover part 8.

Op een bouwlocatie worden een aantal bekistingsinrichtingen 1 naast elkaar op een 15 vloer 82 geplaatst (zie figuur 9a). De bekistingsinrichtingen 1 bevinden zich daarbij in de bekiste stand. De bekistingsinrichtingen 1 rusten met intrekbare wielen 81 op de vloer 82.At a construction site a number of formwork devices 1 are placed side by side on a floor 82 (see figure 9a). The shuttering devices 1 are thereby in the shuttered position. The shuttering devices 1 rest on the floor 82 with retractable wheels 81.

De vloer 82 omvat verhoogde kimmen 83 die een aanslag vormen voor de zijwanden 6, 7 van de bekistingsinrichtingen 1. Hierdoor bevinden de zijwanden 6, 7 van de aangrenzende bekistingsinrichtingen 1 zich op afstand van elkaar, zodat daartussen de opstaande wanden 20 van het tunnelvormige bouwsegment kunnen worden gevormd.The floor 82 comprises raised walls 83 which form a stop for the side walls 6, 7 of the shuttering devices 1. As a result, the side walls 6, 7 of the adjacent shuttering devices 1 are spaced apart, so that between them the upright walls 20 of the tunnel-shaped building segment can be formed.

Elke zijwand 6, 7 is voorzien van een onderste en bovenste centreergat 55, 56 voor het opnemen van een onderste en bovenste centreerpen 57, waarmee de bekistingsinrichting 1 kan worden gekoppeld aan de aangrenzende bekistingsinrichtingen 1 (zie figuur 9a). De centreerpennen 57 waarborgen dat de bekistingsinrichtingen 1 25 nauwkeurig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.Each side wall 6, 7 is provided with a lower and upper centering hole 55, 56 for receiving a lower and upper centering pin 57, with which the shuttering device 1 can be coupled to the adjacent shuttering devices 1 (see Fig. 9a). The centering pins 57 ensure that the shuttering devices 1 are accurately positioned with respect to each other.

Vervolgens wordt het verhardende materiaal, zoals beton, op de dekdelen 8,9 en tussen de zijwanden 6, 7 van de bekistingsinrichtingen 1 gestort. De centreerpennen 57 nemen daarbij de betondruk in de wand op die tijdens en na het storten van het beton optreedt. Daarna wordt bijvoorbeeld een nacht gewacht, zodat het verhardende materiaal de 30 tijd krijgt om voldoende uit te harden. Daarbij is het mogelijk dat het verhardingsproces wordt versneld door te stoken in de bekistingsinrichtingen 1.The hardening material, such as concrete, is then poured onto the deck parts 8, 9 and between the side walls 6, 7 of the formwork devices 1. The centering pins 57 thereby absorb the concrete pressure in the wall that occurs during and after pouring the concrete. After that, for example, a night is waited so that the hardening material has the time to cure sufficiently. It is thereby possible for the hardening process to be accelerated by firing in the shuttering devices 1.

Als het verhardende materiaal voldoende is uitgehard, worden de centreerpennen 57 verwijderd. Daarna worden de bekistingsinrichtingen 1 vanuit de bekiste stand naar de ontkiste stand gebracht door middel van het aandrijven van de koppelinrichting 20. Hierdoor 35 bewegen de dekdelen 8, 9 en de zijwanden 6, 7 naar elkaar toe. Vervolgens kan elke bekistingsinrichting 1 in zijn geheel worden neergelaten door het intrekken van de wielen 81. Daarbij komen de langsrails 43 op losse wielstellen 80 te rusten, die op de vloer 82 zijn - 13- aangebracht (zie figuur 9b). De bekistingsinrichting 1 kan vervolgens bijvoorbeeld met een lier over de wielstellen 80 uit het gevormde tunnelvormige bouwsegment worden getrokken.When the hardening material is sufficiently cured, the centering pins 57 are removed. Thereafter, the shuttering devices 1 are brought from the shuttered position to the stripped position by driving the coupling device 20. As a result, the cover parts 8, 9 and the side walls 6, 7 move towards each other. Then each formwork device 1 can be lowered in its entirety by retracting the wheels 81. The longitudinal rails 43 come to rest on separate wheel sets 80, which are mounted on the floor 82 (see figure 9b). The shuttering device 1 can then, for example, be pulled over the wheel sets 80 with a winch from the formed tunnel-shaped building segment.

Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op de opvouwbaarheid van de bekistingsinrichting.A second aspect of the invention relates to the foldability of the shuttering device.

5 Figuur 6a en 6b tonen dat de bekistingsinrichting 1 verplaatsbaar is tussen een uitgeklapte stand en een ingeklapte stand. In de uitgeklapte stand (zie figuur 6a) strekt elke zijwand 6, 7 zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van het door de dekdelen 8, 9 gevormde dek uit. In de in figuur 6b getoonde ingeklapte stand is elke zijwand 6, 7 verbonden met telkens een van de dekdelen 8, 9 door middel van telkens een scharnierverbinding 50. In dit 10 uitvoeringsvoorbeeld is de scharnierverbinding 50 uitgevoerd als een losneembare scharnierpen.Figures 6a and 6b show that the shuttering device 1 is movable between a folded-out position and a folded-in position. In the folded-out position (see Figure 6a), each side wall 6, 7 extends substantially transversely to the deck formed by the cover parts 8, 9. In the collapsed position shown in Figure 6b, each side wall 6, 7 is connected to one of the cover parts 8, 9 in each case by means of a hinge connection 50. In this exemplary embodiment, the hinge connection 50 is designed as a detachable hinge pin.

Elke scharnierverbinding 50 bepaalt een kantelhartlijn, die in hoofdzaak in langsrichting verloopt. Elke scharnierverbinding 50 is aangebracht op een afstand onder het bovenoppervlak van de dekdelen 8, 9, bijvoorbeeld op een afstand van ruim 40 cm onder 15 dat bovenoppervlak. Elke scharnierverbinding 50 is daarnaast aangebracht op een afstand binnen het buitenoppervlak van de zijwand 6, 7, zoals een afstand van ruim 20 cm. De scharnierverbindingen 50 van de zijwanden 6, 7 bevinden zich in hoofdzaak op dezelfde hoogte.Each hinge connection 50 defines a tilt axis, which extends substantially in the longitudinal direction. Each hinge connection 50 is arranged at a distance below the upper surface of the cover parts 8, 9, for example at a distance of more than 40 cm below that upper surface. Each hinge connection 50 is additionally arranged at a distance within the outer surface of the side wall 6, 7, such as a distance of more than 20 cm. The hinge connections 50 of the side walls 6, 7 are substantially at the same height.

Elke scharnierverbinding 50 voor de verbinding van de zijwanden 6, 7 met de 20 dekdelen 8, 9 is aangebracht boven het bovenste centreergat 56 van die zijwand 6, 7.Each hinge connection 50 for connecting the side walls 6, 7 to the cover parts 8, 9 is arranged above the upper centering hole 56 of that side wall 6, 7.

In de ingeklapte stand is elke zijwand 6, 7 naar de dekdelen 8, 9 toe naar binnen gekanteld om de kantelhartlijn die is bepaald door de scharnierverbinding 50. De zijwanden 6, 7 en het dek 8, 9 verlopen in de ingeklapte stand in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar (zie figuur 6b). De langsrails 43 van de zijwanden 6, 7 liggen daarbij aan tegen de dekdelen 8,9. 25 In dit uitvoeringsvoorbeeld heeft de bekistingsinrichting 1 in de ingeklapte stand een hoogte die kleiner is dan of gelijk is aan ongeveer 70 cm. De zijwanden en het dek kunnen overigens ook enigszins schuin ten opzichte van elkaar verlopen (niet weergegeven).In the collapsed position, each side wall 6, 7 is tilted inwards towards the cover parts 8, 9 about the tilt axis defined by the hinge connection 50. The side walls 6, 7 and the deck 8, 9 run substantially parallel in the collapsed position together (see Figure 6b). The longitudinal rails 43 of the side walls 6, 7 thereby bear against the cover parts 8, 9. In this exemplary embodiment, the shuttering device 1 has a height in the collapsed position that is smaller than or equal to approximately 70 cm. The side walls and the deck can also run slightly obliquely relative to each other (not shown).

In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat elk dekdeel 8, 9 een verbindingsgedeelte 66 dat zich dwars ten opzichte van dat dekdeel 8, 9 uitstrekt. Het verbindingsgedeelte 66 van elk 30 dekdeel 8, 9 is vast bevestigd aan het bijbehorende dekdeel 8, 9 daarvan. Het verbindingsgedeelte 66 omvat de scharnierverbindingen 50 door middel waarvan de zijwanden 6, 7 kantelbaar zijn verbonden met de dekdelen 8, 9.In this exemplary embodiment, each cover part 8, 9 comprises a connecting part 66 which extends transversely to said cover part 8, 9. The connecting part 66 of each deck part 8, 9 is fixedly attached to the associated deck part 8, 9 thereof. The connecting part 66 comprises the hinge connections 50 by means of which the side walls 6, 7 are tiltably connected to the cover parts 8, 9.

De zijwanden 6, 7 omvatten elk een vormdeel 67 dat bij het uitklappen van de zijwanden 6, 7 overeenkomt met het verbindingsgedeelte 66 van de dekdelen 8, 9. Het 35 inloopdeel 67 en het verbindingsgedeelte 66 bezitten elk een opening, die in de uitgeklapte stand ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd ter vorming van een doorgaande opneemopening.The side walls 6, 7 each comprise a molded part 67 which on folding out the side walls 6, 7 corresponds to the connecting part 66 of the cover parts 8, 9. The run-in part 67 and the connecting part 66 each have an opening which, in the folded-out position are aligned with respect to each other to form a continuous receiving opening.

- 14-- 14-

De bekistingsinrichting 1 wordt bijvoorbeeld in een assemblagehal samengevoegd en in de ingeklapte stand op een vrachtwagen geladen, die naar een bouwlocatie rijdt. Aangezien de bekistingsinrichting 1 in de ingeklapte stand relatief weinig loze ruimte in beslag neemt, kunnen relatief veel bekistingsinrichtingen 1 op de vrachtwagen worden 5 geladen.The shuttering device 1 is, for example, assembled in an assembly hall and loaded in the collapsed position onto a truck that drives to a construction site. Since the shuttering device 1 occupies relatively little empty space in the collapsed position, relatively many shuttering devices 1 can be loaded onto the truck.

Nadat de bekistingsinrichting 1 in de ingeklapte stand op de bouwlocatie is aangekomen, wordt het door de dekdelen 8, 9 gevormde dek van de bekistingsinrichting 1 door een kraan met hijskabels vanaf de vrachtwagen opgetild. Elke zijwand 6, 7 kantelt onder invloed van zwaartekracht door het eigen gewicht om de kantelhartlijn die is bepaald 10 door de scharnierverbinding 50 totdat de bekistingsinrichting 1 de uitgeklapte stand heeft.After the formwork device 1 has arrived at the construction site in the collapsed position, the deck of the formwork device 1 formed by the cover parts 8, 9 is lifted from the truck by a crane with hoisting cables. Each side wall 6, 7 tilts under the influence of gravity by its own weight about the tilt axis defined by the hinge connection 50 until the formwork device 1 has the folded-out position.

Terwijl de bekistingsinrichting 1 is opgetild, hangen de zijwanden 6, 7 vrij kantelbaar om de kantelhartlijn die is bepaald door de scharnierverbinding 50 in de uitgeklapte stand.While the shuttering device 1 has been lifted, the side walls 6, 7 hang freely tiltable about the tilt axis determined by the hinge connection 50 in the folded-out position.

De bekistingsinrichting 1 heeft dan een eerste toestand in de uitgeklapte stand, waarin de bekistingsinrichting 1 nog niet stabiel op een vloer kan worden geplaatst. Daarom wordt elke 15 zijwand 6, 7 in de uitgeklapte stand gefixeerd ten opzichte van het dek 8, 9 door het aanbrengen van een losneembare verbinding 51 tussen elke zijwand 6, 7 en het dek 8, 9. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt een losneembare scharnierpen 51 aangebracht in de opneemopening die is bepaald door de ten opzichte van elkaar uitgelijnde openingen van het inloopdeel 67 van de zijwand 6, 7 en het verbindingsgedeelte 66 van het dekdeel 8, 9.The formwork device 1 then has a first condition in the folded-out position, in which the formwork device 1 cannot yet be placed on a floor in a stable manner. Therefore, each side wall 6, 7 is fixed in the folded-out position with respect to the deck 8, 9 by providing a detachable connection 51 between each side wall 6, 7 and the deck 8, 9. In this exemplary embodiment, a detachable hinge pin 51 arranged in the receiving opening defined by the openings of the run-in part 67 of the side wall 6, 7 and the connecting part 66 of the cover part 8, 9 aligned with each other.

20 De bekistingsinrichting 1 bevindt zich dan in een tweede toestand in de uitgeklapte stand.The shuttering device 1 is then in a second state in the folded-out position.

De losneembare verbindingen 51 voor het verbinden van de zijwanden 6, 7 aan het dek 8, 9 zijn aangebracht op een afstand onder het bovenoppervlak van het dek 8, 9 tussen de scharnierverbinding 50 en dat bovenoppervlak. Na het aanbrengen van de losneembare verbinding 51 is elke zijwand 6, 7 door middel van twee verbindingspunten, namelijk de 25 scharnierverbinding 50 en de losneembare verbinding 51, vastgezet aan de dekdelen 8, 9.The releasable connections 51 for connecting the side walls 6, 7 to the deck 8, 9 are arranged at a distance below the upper surface of the deck 8, 9 between the hinge connection 50 and that upper surface. After applying the releasable connection 51, each side wall 6, 7 is fixed to the cover parts 8, 9 by means of two connection points, namely the hinge connection 50 and the releasable connection 51.

De bekistingsinrichting 1 kan daarna door de kraan worden neergelaten op een ondergrond, zoals een vloer. Als de bekistingsinrichting 1 op de vloer rust, is de stabiliteit van de bekistingsinrichting 1 in de uitgeklapte stand gewaarborgd door de bevestiging van de zijwanden 6, 7 aan de dekdelen 8, 9 door middel van de scharnierverbinding 50 en de 30 losneembare verbinding 51. De bekistingsinrichting 1 is echter nog onvoldoende sterk om de belasting van het te storten verhardende materiaal te dragen. Daarom worden vervolgens de schoorstangen 19 aangebracht tussen elke zijwand 6, 7 en de dekdelen 8, 9 (zie figuur 6b).The shuttering device 1 can then be lowered by the crane onto a surface, such as a floor. If the formwork device 1 rests on the floor, the stability of the formwork device 1 in the folded-out position is guaranteed by the attachment of the side walls 6, 7 to the deck parts 8, 9 by means of the hinge connection 50 and the releasable connection 51. The However, shuttering device 1 is still not strong enough to support the load of the hardening material to be poured. Therefore, the strut bars 19 are then arranged between each side wall 6, 7 and the cover parts 8, 9 (see Figure 6b).

De bekistingsinrichting 1 is dan in de uitgeklapte stand stevig geborgd door de 35 losneembare verbinding 51, de verbinding van het ene eind 52 van de schoorstang 19 met de zijwand 6, 7 en de verbinding van het andere eind 53 van de schoorstang 19 met de dekdelen 8, 9. In dit uitvoeringsvoorbeeld is elke schoorstang 19 aan de einden 52, 53 - 15- daarvan door scharnieren verbonden met de zijwand 6, 7 respectievelijk de dekdelen 8, 9. De scharnieren omvatten bijvoorbeeld een losneembare scharnierpen. Na het aanbrengen van de schoorstangen 19 kan de losneembare scharnierverbinding 50 voor elke zijwand 6, 7 worden verwijderd. De bekistingsinrichting 1 heeft dan een derde toestand in de uitgeklapte 5 stand.The shuttering device 1 is then firmly secured in the folded-out position by the releasable connection 51, the connection of one end 52 of the strut rod 19 to the side wall 6, 7 and the connection of the other end 53 of the strut rod 19 to the cover parts 8, 9. In this exemplary embodiment, each strut rod 19 is connected at its ends 52, 53-15 by hinges to the side wall 6, 7 and the deck parts 8, 9 respectively. The hinges comprise, for example, a detachable hinge pin. After mounting the strut bars 19, the releasable hinge connection 50 can be removed for each side wall 6, 7. The shuttering device 1 then has a third state in the unfolded position.

Zoals weergegeven in figuur 6a bepalen de losneembare verbinding 51, de verbinding van het eerste eind 52 van de schoorstang 19 met de zijwand 6, 7, en de verbinding van het tweede eind 53 van de schoorstang 19 met het dek 8, 9 voor elke zijwand 6, 7 telkens drie verbindingspunten die in een vlak dat zich loodrecht op de 10 kantelhartlijn 50 uitstrekt zijn aangebracht volgens een nagenoeg rechthoekige driehoek. De schoorstang 19 vormt daarbij de schuine zijde van de rechthoekige driehoek, terwijl de nagenoeg rechte hoek daarvan zich ter plaatse van de losneembare verbinding 51 bevindt. De bekistingsinrichting 1 is hierdoor bijzonder sterk en vormvast.As shown in Figure 6a, the releasable connection 51, the connection of the first end 52 of the strut rod 19 to the side wall 6, 7, and the connection of the second end 53 of the strut rod 19 to the deck 8, 9 determine for each side wall 6, 7 each have three connecting points which are arranged in a plane extending perpendicular to the tilt axis 50 according to a substantially rectangular triangle. The bracing rod 19 forms the oblique side of the rectangular triangle, while the substantially right angle thereof is at the location of the releasable connection 51. The formwork device 1 is therefore particularly strong and retains its shape.

Figuur 8 toont dat de hoogte van de zijwanden 6, 7 van de bekistingsinrichting 1 15 aangepast kan worden door het aanbrengen van verhogingselementen, die in dit uitvoeringsvoorbeeld zijn uitgevoerd als verhogingspanelen 60 en verhogingsprofielen 61.Figure 8 shows that the height of the side walls 6, 7 of the formwork device 1 can be adjusted by providing elevation elements, which in this embodiment are designed as elevation panels 60 and elevation profiles 61.

De verhogingspanelen 60 en de verhogingsprofielen 61 zijn bevestigbaar aan het benedeneind van elke zijwand 6, 7. Aangezien de scharnierverbindingen 50 losneembaar zijn, kunnen de verhogingspanelen 60 ook tussen de zijwanden 6, 7 en de dekdelen 8, 9 20 worden aangebracht (niet weergegeven).The elevation panels 60 and the elevation profiles 61 are attachable to the lower end of each side wall 6, 7. Since the hinge connections 50 are releasable, the elevation panels 60 can also be arranged between the side walls 6, 7 and the cover parts 8, 9 (not shown) .

De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen reikwijdte van de uitvinding liggen. Daarnaast kunnen een of meer van de hierboven beschreven eigenschappen afzonderlijk of in combinatie worden toegepast bij een of meer van de 25 hiernavolgende conclusies.The invention is not limited to the exemplary embodiment represented in the figures. The person skilled in the art can make various modifications that are within the scope of the invention. In addition, one or more of the above described properties can be used individually or in combination with one or more of the following claims.

Claims

Formwork device for manufacturing a building segment from a hardening material, such as concrete, comprising a deck, which is provided with at least two deck parts (8, 9), each deck part (8, 9) being provided with a top side for the pouring on the hardening material, and a bottom side that faces away from the top side, wherein each cover part (8, 9) is provided on its top side with an end edge (24, 25), and wherein the end edges (24, 25 ) of the deck parts (8, 9) are facing each other, and wherein each deck part (8, 9) is provided on the underside thereof with at least one cross member (15, 16), and wherein the cross members (15, 16) of the deck parts (8, 9) are aligned with respect to each other, wherein the deck is provided with a coupling device (20) which connects the deck parts (8, 9) to each other and which is provided with a closing element (26), the shuttering device (1) is movable between a shuttered position, in which the end edges (24, 25) of the cover parts (8, 9) are spaced apart and the closing element (26) is arranged between those end edges (24, 25), and a uncoffed position in which the closing element (26) is interconnected by means of the coupling device (20) the end edges (24, 25) of the cover parts (8, 9) are moved away and said end edges (24, 25) are moved towards each other from the molded position, and wherein the sleepers (15, 16) aligned with each other of the deck parts (8, 9) are mutually connected by a coupling beam (17), and the coupling beam (17) and at least one of the sleepers (15) are displaceable relative to each other in the longitudinal direction of the coupling beam (17), with characterized in that the closing element (26) of the coupling device (20) is hingedly connected around a first hinge axis (28) to one of the cover parts (9), and the coupling device (20) comprises a swiveling arm (31) which is hinged around a second hinge axis (29) is connected to the other deck part (8), the second hinge axis (29) extends substantially parallel to the first hinge axis (28), and wherein the pivot arm (31) is hingedly connected to the closing element (26) about a third hinge axis (30), the third hinge axis (30) being extends substantially parallel to the first hinge axis (28).

2. Formwork device according to claim 1, wherein the first hinge axis (28) extends below the end edge (25) of the cover part (9) to which the closing element (26) is hingedly connected.

A shuttering device according to claim 2, wherein the end edge (25) of the cover part (9) to which the closing element (26) is hingedly connected is located directly above the first hinge axis (28). 35 - 17-

Formwork device according to one of the preceding claims, wherein the coupling device (20) forms a coupling mechanism with only three hinge axes (28, 29, 30).

Formwork device according to one of the preceding claims, wherein the formwork device (1) comprises at least one fitting part (40), which is detachably attached to one of the cover parts (8, 9), the fitting part (40) having a width, and wherein the coupling bar (17) has a length that is greater than the width of the fitting part (40).

The shuttering device according to claim 5, wherein the width of the fitting part (40) is between 30-600 cm, for example between 30-240 cm, such as 30-150 cm.

7. Formwork device according to claim 5 or 6, wherein the closing element (26) is movably connected to one of the cover parts (9), and wherein the other cover part (8) comprises a main part (22) and a strip-shaped edge part (23), wherein the strip-shaped edge portion (23) defines the end edge (24) of said cover part (8) and wherein the strip-shaped edge portion (23) is connected to the closing element (26) by means of the coupling device (20), and wherein the strip-shaped edge portion ( 23) on the side remote from the end edge (24) is detachably attachable to the main portion (22) of that cover portion (8), and wherein the fitting portion (40) is detachably attachable between the main portion (22) and the strip-shaped edge portion ( 23) of that cover part (8).

8. Formwork device according to one of the preceding claims, wherein the length of the coupling beam (17) is greater than the length of at least one of the sleepers (15, 16).

9. Forming device according to one of the preceding claims, wherein the at least one cross-member (15) that is movable relative to the coupling beam (17) comprises a substantially linear guide track, and wherein the coupling beam (17) is movably guided over the guideway.

The shuttering device according to claim 9, wherein the length of the guide track substantially corresponds to the length of said cross-member (15).

A shuttering device according to claim 9 or 10, wherein the coupling beam (17) is movably guided over the guide track by means of rollers. - 18-

A shuttering device according to any one of the preceding claims, wherein the length of the coupling beam (17) is substantially equal to or greater than the sum of the lengths of the sleepers (15, 16) aligned with each other.

Formwork device according to one of the preceding claims, wherein the coupling beam (17) and the other cross-member (16) can be fixed relative to each other in the longitudinal direction of the coupling beam (17).

14. Formwork device according to claim 13, wherein the coupling beam (17) and the other cross member (16) are drivable relative to the cross member (15) which is displaceable relative to the coupling beam (17) by means of a drive device.

15. Formwork device according to one of the preceding claims, wherein the formwork device (1) comprises two side walls (6, 7), each of which is connected by means of a support rod (19) to one of the cover parts (8, 9).

A method of manufacturing a building segment, comprising: - providing a shuttering device (1) according to any of the preceding claims, 20. mounting the shuttering device (1) on a support body, the coupling device (20) being in is in the molded position, - the pouring of hardening material, such as concrete, on the upper side of the deck parts (8, 9), - the hardening of the hardening material for manufacturing the building segment, - the movement of the coupling device (20 ) from the molded position to the molded position, - removing the formwork device (1) from the building segment.

A method according to claim 16, wherein the shuttering device (1) comprises two side walls (6, 7), each of which is connected by means of a strut (19) to one of the cover parts (8, 9), the supporting body being formed by a floor, wherein the side walls (6, 7) are arranged on the floor, and wherein a tunnel-shaped building segment is manufactured. 35