NL2005889C2 - Meng- en doseerinrichting voor veevoeder. - Google Patents

Meng- en doseerinrichting voor veevoeder. Download PDF

Info

Publication number
NL2005889C2
NL2005889C2 NL2005889A NL2005889A NL2005889C2 NL 2005889 C2 NL2005889 C2 NL 2005889C2 NL 2005889 A NL2005889 A NL 2005889A NL 2005889 A NL2005889 A NL 2005889A NL 2005889 C2 NL2005889 C2 NL 2005889C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
feed
animal
mixing
transmitter
dosing device
Prior art date
Application number
NL2005889A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Martinus Willibrordus Weelink
Original Assignee
Stichting Administratiekantoor Weelink Berendsen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stichting Administratiekantoor Weelink Berendsen filed Critical Stichting Administratiekantoor Weelink Berendsen
Priority to NL2005889A priority Critical patent/NL2005889C2/nl
Priority to PCT/NL2011/050867 priority patent/WO2012087123A2/en
Priority to US13/996,770 priority patent/US9648848B2/en
Priority to EP11820823.0A priority patent/EP2654415B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005889C2 publication Critical patent/NL2005889C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals
    • A01K11/008Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals incorporating GPS
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • A01K29/005Monitoring or measuring activity, e.g. detecting heat or mating
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0225Gravity replenishment from a reserve, e.g. a hopper
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0258Automatic devices with endless screws
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/02Automatic devices
    • A01K5/0275Automatic devices with mechanisms for delivery of measured doses
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S5/00Position-fixing by co-ordinating two or more direction or position line determinations; Position-fixing by co-ordinating two or more distance determinations
    • G01S5/02Position-fixing by co-ordinating two or more direction or position line determinations; Position-fixing by co-ordinating two or more distance determinations using radio waves
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01SRADIO DIRECTION-FINDING; RADIO NAVIGATION; DETERMINING DISTANCE OR VELOCITY BY USE OF RADIO WAVES; LOCATING OR PRESENCE-DETECTING BY USE OF THE REFLECTION OR RERADIATION OF RADIO WAVES; ANALOGOUS ARRANGEMENTS USING OTHER WAVES
    • G01S2205/00Position-fixing by co-ordinating two or more direction or position line determinations; Position-fixing by co-ordinating two or more distance determinations
    • G01S2205/01Position-fixing by co-ordinating two or more direction or position line determinations; Position-fixing by co-ordinating two or more distance determinations specially adapted for specific applications

Description

Nr. NLP187631A
Meng- en doseerinrichting voor veevoeder ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een meng- en doseerinrichting voor veevoeder, waarmee verschillende 5 soorten voer in gewenste mengverhoudingen aan verschillende voerbakken kunnen worden geleverd. Een dergelijke meng- en doseerinrichting is bekend uit Australische aanvrage AU 20100009, waarin een mechanische transportinrichting wordt beschreven die met variabele snelheid vooruit en 10 achteruit kan bewegen om een voedermengsel naar dieren te transporteren. Een nadeel van deze bekende meng- en doseerinrichting is dat het vooruit of achteruit bewegen van de transportinrichting van invloed is op de toevoer van voer aan alle dieren die op dat moment voer krijgen aangeleverd 15 en dieren dus niet apart van elkaar kunnen worden bediend.
Bekende meng- en doseerinrichtingen zijn veelal ingericht om voer toe te leveren aan een voerbak die in een voerbox staat. Een nadeel daarvan is dat dieren die in de voerbox staat vaak worden lastiggevallen door dieren die ook 20 bij de voerbak willen.
Het is een doel van de uitvinding om deze nadelen althans ten dele op te heffen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
2
Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding hiertoe een meng- en doseerinrichting voor veevoeder omvattend meerdere voedertrechters voor 5 verschillende soorten voeder, waarbij elk van de meerdere trechters invoereinde heeft en een daaronder opgesteld uitvoereinde, waarbij in elke trechter aan zijn uitvoereinde een doseerinrichting is opgesteld, verder omvattend een aanstuurinrichting ingericht om elk van de 10 doseerinrichtingen aan te sturen om voeder uit de bijbehorende trechter te doseren, een onder de meerdere uitvoereinden opgestelde zwenkbare verdeeltrechter, onder de verdeeltrechter geplaatste uitvoerpoorten voor aansluiting op voederleidingen die uitmonden in verschillende 15 voederbakken, verder omvattend een of meer actuatoren voor het doen zwenken van de verdeeltrechter, waarbij de aanstuurinrichting verder is ingericht om de actuatoren aan te sturen om de verdeeltrechter met zijn stroomafwaartse eind in hoofdzaak boven een geselecteerde van de 20 uitvoerpoorten te positioneren. Door de verdeeltrechter boven verschillende uitvoerpoorten te positioneren kan er zo met één enkele en stationaire meng- en doseerinrichting worden volstaan om meerdere dieren of groepen dieren van individueel afgestemde voedermengsels te voorzien.
25 De voerverhoudingen en doseringen kunnen per moment en/of per uitvoerpoort worden ingesteld waarna het voer direct naar de dieren wordt geleid. Omdat het mengen plaatsvindt vlak voordat het mengsel bij de dieren terechtkomt blijft het mengsel vers. De verschillende 30 soorten voer, bijvoorbeeld droog- en nat voer, blijven tot vlak voordat de dieren het voer krijgen toegeleverd van elkaar gescheiden wat de houdbaarheid vergroot. Ook is het mogelijk om met deze inrichting bepaalde voedertijden in te stellen per uitvoerpoort.
35 In een uitvoeringsvorm omvatten de doseerinrichtingen transportinrichtingen. In een alternatieve uitvoeringsvorm omvatten de doseerinrichtingen 3 kleppen die instelbaar zijn in een open positie waarin deze een uitvoereinde afsluiten, en in een gesloten positie waarin deze een uitvoereinde van een trechter afsluiten.
In een uitvoeringsvorm is de aanstuurinrichting 5 ingericht om de transportsnelheid van elk van de transportinrichtingen individueel aan te sturen teneinde een gewenste mengverhouding van voeder uit de meerdere trechters te verkrijgen.
In een uitvoeringsvorm is de aanstuurinrichting 10 ingericht de transportinrichtingen individueel aan- en uit te schakelen voor per transportinrichting bepaalde tijdsduren teneinde een gewenste mengverhouding van voer uit de meerdere trechters te verkrijgen. In deze uitvoeringsvorm kunnen eenvoudige transportinrichtingen 15 met een constante transportsnelheid worden gebruikt.
In een uitvoeringsvorm is de aanstuurinrichting ingericht om de transportinrichtingen aan te sturen om een vooraf bepaalde hoeveelheid voer uit de voertrechters te transporteren. Naast de mengverhoudingen kan zo ook de 20 dosering worden ingesteld.
In een uitvoeringsvorm is de meng- en doseerinrichting verder voorzien van een mengmolen die stroomafwaarts van de uitvoereinden is geplaatst en stroomopwaarts van de uitvoerpoorten. De mengmolen is 25 ingericht voor het vermengen van de verschillende voerstromen tot een voerstroom, voordat deze voerstroom de uitvoerpoorten verlaat. Dit leidt in het bijzonder tot uitvoer van meer homogene mengsels wanneer de verschillende soorten voer die gemengd worden zeer 30 verschillen van structuur.
In een uitvoeringsvorm omvat de meng- en doseerinrichting verder meerdere voederbakken, waarbij elk van de voederbakken is aangesloten op een uitvoerpoort, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om verhoudingen 35 waarin de verschillende soorten voeder uit de verschillende trechters worden gedoseerd te bepalen op basis van een met de voerbak geassocieerd dier of diergroep. Er kan zo voor 4 dieren of diergroepen, bijvoorbeeld dieren in verschillende leeftijdsgroepen, groei stadia en/of productie stadia, een afgestemd dieet worden ingesteld.
In een uitvoeringsvorm is de meng- en 5 doseerinrichting verder voorzien van dieridentificatiemiddelen voor het identificeren van dieren of diergroepen bij de voederbak, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om verhoudingen waarin de verschillende soorten voeder uit de verschillende trechters 10 worden gedoseerd te bepalen op basis van het met de dieridentificatiemiddelen herkende dier of diergroep. De dieridentificatiemiddelen zijn bij voorkeur op of bij de voerbak geplaatst. De dieridentificatiemiddelen omvatten bijvoorbeeld ontvangers ingericht om signalen van aan het 15 dier bevestigde zenders, zoals RFID zenders, te ontvangen, of camera' s waarmee op basis van het beeld van een dier het dier kan worden herkend. In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt op basis van het geïdentificeerde dier toegang tot een voerderbak gegeven 20 of geweigerd.
In een uitvoeringsvorm is de meng- en doseerinrichting verder voorzien van een additieven doseerinrichting met een uitgang die boven de verdeeltrechter is gepositioneerd, waarbij de 25 aanstuurmiddelen verder zijn ingericht om de additieven doseerinrichting aan te sturen om additief toe te voegen aan voeder in de verdeeltrechter, bij voorkeur op basis van het geïdentificeerde dier of de geïdentificeerde diergroep. De additieven, bijvoorbeeld vitaminen, 30 mineralen en/of medicijnen kunnen zo aan het voer dat een dier of groep dieren krijgt toegeleverd worden toegevoegd.
In een uitvoeringsvorm zijn een of meer van de voederbakken via een glij- of valleiding met hun corresponderende uitvoerpoorten verbonden. Elke voederbak 35 is aangesloten op één uitvoerpoort. Het voermengsel afkomstig uit de meng- en doseerinrichting wordt zo in hoofdzaak met behulp van zwaartekracht naar de voerbakken 5 getransporteerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de meng- en doseerinrichting ingericht om ruim boven de voederbakken te worden geplaatst, in het bijzonder ruim boven de hoogte 5 van de dieren die gebruik maken van de voederbakken. Het voer kan zo in een voerbak op afstand van de meng- en doseerinrichting vallen of glijden, terwijl de meng- en doseerinrichting het vloeroppervlak in hoofdzaak vrij laat.
10 In een uitvoeringsvorm zijn een of meer van de voederbakken via een vijzelleiding met de uitvoerpoorten verbonden. Zulke vi jzelleidingen zijn bekend uit de techniek en omvatten bij voorkeur elektrisch aandrijfbare spiraalvijzeis. Met zulke vijzelleidingen kan het 15 voermengsel ook in in hoofdzaak horizontaal opgestelde leidingen worden getransporteerd. Bijkomstig voordeel is dat de positie van een portie gemengd voer in de vijzelleiding kan worden bepaald op basis van het aantal omwentelingen dat de vijzel heeft gemaakt vanaf het moment 20 dat de portie gemengd voer in de vijzelleiding terecht kwam.
In een uitvoeringsvorm omvatten de transportinrichtingen vijzels.
In een uitvoeringsvorm is tenminste een 25 vijzelleiding op verschillende gedefinieerde plaatsen voorzien van uitvoergaten voor het uit de vijzelleiding laten van voer, en omvat de vij zelleiding bij elk uitvoergat een bijbehorende door de aanstuurinrichting aanstuurbare klep die aanstuurbaar is tussen een gesloten 30 toestand waarin deze het bijbehorende uitvoergat in hoofdzaak is afsluit, en een geopende toestand waarin deze het bijbehorende uitvoergat in hoofdzaak niet afsluit. De aanstuurinrichting is bij voorkeur ingericht om de posities van porties gemengd voer in de vijzelleiding te 35 bepalen op basis van het aantal omwentelingen van de vijzel nadat dat de portie gemengd voer in de vijzelleiding terecht kwam, en verder ingericht om de 6 kleppen aan te sturen naar de gesloten of geopende toestand op basis van de bepaalde posities van de porties gemengd voer. Porties gemend voer kunnen zo gericht op verschillende plaatsen langs de vijzelleiding worden 5 toegeleverd, bijvoorbeeld aan voerbakken.
In een uitvoeringsvorm zijn de invoereinden van de trechters aangesloten op verschillende silo' s die verschillende soorten voer bevatten. Bij voorkeur wordt automatisch voer vanuit een silo naar een bijbehorende 10 trechter gevoerd wanneer de trechter voor minder dan een vooraf bepaald gedeelte gevuld is.
In een uitvoeringsvorm is stroomopwaarts van het invoereinde van een trechter een snij-inrichting is geplaatst die is ingericht om voer te snijden voordat het in 15 de trechter terecht komt. Relatief grote en/of harde voersoorten, zoals knollen, kunnen zo vers gesneden aan het mengsel worden toegevoegd.
Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het selectief mengen van 20 voer op basis van een herkend dier omvattend: het bij een voerbak herkennen van een dier, het uit een gegevensbank ophalen van bij het dier behorende mengverhoudingen van voeder, het aansturen van een meng- en doseerinrichting om een hoeveelheid voer voor het dier te mengen volgens de 25 opgehaalde mengverhoudingen. Bij voorkeur wordt een mengen doseerinrichting zoals hierboven beschreven gebruikt. Dankzij de werkwijze kan per dier of diergroep een portie voer worden geleverd met gewenste mengverhoudingen. In een uitvoeringsvorm worden additieven, zoals vitaminen, 30 mineralen, smaakstoffen en/of medicijnen aan het mengsel toegevoegd op basis van het herkende dier.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder een stap van ophalen van een bij het dier behorende dosering van voeder en het aansturen van de meng- en 35 doseerinrichting om de hoeveelheid voer voor het dier te mengen volgens de opgehaalde dosering, zodat ook de dosering per dier of diergroep kan worden ingesteld.
7
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze een stap van het mengen en/of doseren van het voer op basis van een eerder eetgedrag van het herkende dier.
In een uitvoeringsvorm zijn de dieren koeien, en 5 wordt het voer wordt en/of gedoseerd op basis van het vorige tijdstip waarop het dier is gemolken.
In een uitvoeringsvorm is de meng- en doseerinrichting voorzien van meerdere uitvoerpoorten die naar verschillende voerbakken leiden, en omvat de 10 werkwijze de stap van het instellen van de uitvoerpoort waarnaar het voermengsel wordt uitgevoerd op basis van de voerbak waar het dier is herkend. Met één meng- en doseer inrichting kunnen zo dieren bij verschillende voerbakken een individueel toegespitst voermengsel krijgen 15 toegeleverd.
Volgens een derde aspect verschaft de uitvinding een voerbox voor het voeren van vee, omvattend een eerste scheidingshek en een tweede scheidinghek die parallel ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij de twee 20 scheidingshekken een doorgang voor een dier definiëren om bij een voerbak te komen, verder omvattend een afsluiting die beweegbaar is naar een geopende positie, waarin deze de doorgang voor een dier open laat, waarbij de afsluiting verder beweegbaar is naar een eerste gesloten positie, 25 waarin deze de doorgang op een eerste afstand van de voerbak voor een dier afsluit, waarbij de eerste afstand groter is dan de lengte van een dier. Wanneer de dieren koeien betreffen is een geschikte eerste afstand 230 cm van de voerbak.
30 Wanneer de afsluiting in de geopende positie staat is de toegang tot de doorgang tussen de scheidingshekken naar de voerbak voor een dier vrij en kan een dier de voerbox in- en uitlopen.
Wanneer de afsluiting vervolgens van de geopende 35 positie naar de eerste gesloten positie wordt bewogen, bevindt het dier zich in de voerbox, en sluit de afsluiting de voerbox aan een achterzijde van het dier af.
8
Het dier dat gevoerd wordt is zo afgeschermd van andere dieren en wordt niet gestoord bij de opname van voer.
In een uitvoeringsvorm is de afsluiting verder beweegbaar naar een tweede gesloten positie, waarin deze de 5 doorgang op een tweede afstand van de voerbak voor een dier afsluit, waarbij de tweede afstand kleiner is dan de eerste afstand, maar bij voorkeur tenminste 20 cm vanaf de voerbak. Wanneer de afsluiting in tweede gesloten positie staat, kan een dier de voerbox althans ten dele inlopen, maar 10 heeft het dier geen toegang tot het voer. Bij het bewegen van de afsluiting naar de eerste gesloten positie krijgt het dier toegang tot het voer en wordt het dier in de voerbox ingesloten. Bij voorkeur biedt de doorgang, wanneer de afsluiting in de eerste gesloten positie is, ruimte voor 15 in hoofdzaak één dier. De breedte van de doorgang is dan zo gekozen dat deze overeenkomt met een maximale breedte van een dier.
In een uitvoeringsvorm omvat de afsluiting een beugel die dwars op de scheidingshekken scharnierbaar ten 20 opzichte van de scheidingshekken is gemonteerd. Door het scharnieren van de beugel kan deze naar de open positie worden bewogen, of naar de eerste of tweede gesloten positie.
In een uitvoeringsvorm omvat de afsluiting verder 25 een hek dat scharnierbaar aan de beugel is bevestigd en zich tussen de scheidingshekken in hoofdzaak over de breedte van de doorgang uitstrekt wanneer in de eerste of tweede gesloten positie. Het hek biedt een groter afsluitoppervlak zodat de afsluiting de doorgang in hoofdzaak volledig voor 30 een dier kan afsluiten zodat dieren ook niet ten dele, bijvoorbeeld met hun kop, bij een dier dat in de voerbox staat kunnen komen.
In een uitvoeringsvorm is het hek voorzien van een of meer steundelen die zijn ingericht om af te steunen op 35 een of beide van de scheidingshekken wanneer de afsluiting in de eerste of tweede gesloten positie is. In de eerste en tweede gesloten positie wordt het gewicht van de beugel en 9 het hek zo ondersteund door de scheidingshekken.
In een uitvoeringsvorm zijn de steundelen, althans wanneer de afsluiting in de eerste of tweede gesloten positie is, aan een bovenzijde van het hek 5 gerangschikt en liggen ze aan tegen een bovenzijde van het eerste en/of het tweede scheidingshek. Wanneer het hek, althans wanneer de afsluiting in de eerste of tweede gesloten positie is, aan zijn bovenzijde breder is dan de doorgang, dan vormt dit bredere een steundeel dat tegen de 10 bovenzijde van het eerste en/of tweede scheidingshek aan ligt.
In een uitvoeringsvorm is het scharnierpunt van de beugel en de scheidingshekken aan een bovenzijde van de scheidingshekken gerangschikt, bij voorkeur op een positie 15 op de helft van de lengte van de scheidingshekken. Wanneer de beugel in de geopende positie is kunnen dieren onder de beugel en/of het hek door door de doorgang lopen, terwijl de beugel de breedte van de doorgang voor de dieren niet of nagenoeg niet beperkt.
20 In een uitvoeringsvorm zijn de scheidingshekken aan hun bovenzijde voorzien van uitsparingen om het steundeel van het hek in op te nemen wanneer de afsluiting in de eerste of tweede positie is. Wanneer het steundeel in de uitsparing is opgenomen wordt het hek op ten minste twee 25 plaatsen ondersteund, namelijk bij de uitsparing en bij het scharnierpunt tussen de beugel en het hek. De uitsparing is bij voorkeur zo gevormd dat, wanneer het steundeel in de uitsparing is opgenomen, een in hoofdzaak horizontale beweging van het steundeel wordt tegengegaan door de 30 uitsparing; een in hoofdzaak horizontaal op het hek uitgeoefende kracht leidt dan niet meer tot het scharnieren van het hek om zijn scharnierpunt met de beugel.
In een uitvoeringsvorm is de voerbox verder voorzien van een arm die scharnierbaar is verbonden met een 35 scheidingshek en met het hek, zodat een vier-stangen mechanisme wordt gevormd door het hek, de beugel, het scheidingshek en de arm, dat is ingericht om een oriëntatie 10 van het hek in de eerste en tweede positie gesloten in hoofdzaak verticaal ten opzichte van de vloer te houden.
In een uitvoeringsvorm omvat de voerbox verder een actuator voor het aandrijven van beweging van de afsluiting 5 naar de open positie en naar de eerste en/of tweede gesloten positie. In een uitvoeringsvorm is de actuator met de beugel verbonden om draaiing van de beugel rond een as dwars op de scheidingshekken te bewerkstelligen. Alternatief kan de actuator met de arm zijn verbonden. Geschikte actuatoren 10 omvatten onder andere lineaire cilinders, zoals luchtcilinders, elektrisch aangedreven cilinders en hydraulische cilinders, en draaimotoren. De actuator wordt bij voorkeur aangestuurd door een aanstuurinrichting. Deze aanstuurinrichting is bij voorkeur ingericht om de 15 afsluiting na een vooraf bepaalde tijd naar de tweede gesloten positie te verplaatsen wanneer een dier in de voerbox aanwezig is. De tijd dat een dier dat zich in de voerbox bevindt kan vreten wordt zo beperkt zodat verschillende dieren kans krijgen om de voerbox te 20 gebruiken.
In een uitvoeringsvorm is de aanstuurinrichting verbonden met dierherkenningsmiddelen die zijn ingericht om een dier te herkennen wanneer het dier zich op of nabij de eerste afstand van de voerbak bevindt, waarbij de 25 aanstuurinrichting is ingericht om de actuator aan te sturen om de afsluitmiddelen naar de eerste of tweede gesloten positie en/of naar de geopende positie te bewegen op basis van het herkende dier.
In een uitvoeringsvorm omvat de voerbox een eerste 30 ontvanger en een tweede ontvanger voor ontvangst van dieridentificatiesignaal van een aan een dier bevestigde zender, waarbij de eerste ontvanger en de tweede ontvanger deel uitmaken van de dierherkenningsmiddelen en zijn geplaatst op of bij een ingangzijde van de doorgang van 35 respectievelijk het eerste scheidingshek en het tweede scheidingshek, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om de actuator aan te sturen naar de eerste of tweede gesloten 11 positie en/of naar de geopende positie te bewegen op basis van het herkende dier wanneer een dier tussen beide ontvangers is herkend.
In een uitvoeringsvorm omvat de voerbak verder een 5 weeginrichting voor het meten van gewicht van in de voerbak aanwezig voeder, waarbij de weeginrichting is verbonden met de aanstuurinrichting en de aanstuurinrichting verder is ingericht om de afsluiting naar de tweede gesloten positie te bewegen wanneer het gewogen gewicht van voer in de 10 voerbak minder is dan een vooraf bepaald gewicht. Een dier dat zijn portie heeft gegeten wordt zo verdere toegang tot de voerbak ontzegd.
In een uitvoeringsvorm omvat de voerbox verder een persluchtleiding die bij de voerbak is geplaatst en is 15 aangesloten op een persluchtinrichting, waarbij de persluchtinrichting is ingericht om een stoot perslucht door de persluchtleiding te voeren na een vooraf bepaalde voertijd, en/of wanneer er geen voer meer in de voerbak aanwezig is. Een dier dat wordt geraakt door de stoot 20 perslucht zal uit de voerbox willen gaan, zo de voerbox vrij makend voor andere dieren.
Volgens een vierde aspect verschaft de uitvinding een diervolgsysteem voor dieren, bij voorkeur in een stal, omvattend een aan een dier te bevestigen zender 25 die is ingericht om een signaal uit te zenden dat identificatiegegevens en positionele informatie van de zender omvat, signaal-ontvangstmiddelen voor ontvangst van het uitgezonden signaal en ingericht om uit het signaal de identificatiegegevens en een positie van de zender van een 30 te bepalen, en een gegevensbank voor opslag van de bepaalde positie en daarbij behorende identificatiegegevens. Wanneer een geïdentificeerd dier zich nabij een uitvoerpoort van de meng- en doseerinrichting bevindt stuurt een of de aanstuurinrichting de meng- en doseerinrichting bij voorkeur 35 aan om een op dat dier aangepast voedermengsel naar die uitvoerpoort te transporteren in een op dat dier aangepaste dosering.
12
In een uitvoeringsvorm omvat de zender een GPS-ontvanger en is de zender ingericht om door de GPS-ontvanger ontvangen GPS coördinaten uit te zenden als positionele informatie, en waarbij de signaal-ontvangstmiddelen een 5 ontvanger omvatten voor het ontvangen van een of meer signalen die identificatiegegevens en positionele informatie van een zender omvatten. Een dergelijk diervolgsysteem is eenvoudig op te zetten en in hoofdzaak onafhankelijk van een door de zender uitgezonden signaalsterkte.
10 In een uitvoeringsvorm omvatten de signaal- ontvangstmiddelen meerdere ontvangers die op verschillende bekende posities binnen een stal zijn geplaatst, waarbij de signaal-ontvangstmiddelen zijn ingericht om een positie van een zender te bepalen op basis van de verschillende 15 signaalsterktes van het door de zender uitgezonden signaal dat bij de verschillende ontvangers wordt ontvangen. In deze uitvoeringsvorm kunnen relatief eenvoudige zenders worden gebruikt, bijvoorbeeld zenders die een signaal met maar één golflengte uitzenden, waarbij de golflengte de 20 identificatiegegevens vormt, en de positie uit het signaal wordt bepaald uit de sterktes van het bij de verschillende signaal-ontvangstmiddelen ontvangen signaal.
In een uitvoeringsvorm omvatten de signaal-ontvangstmiddelen meerdere ontvangers die op verschillende 25 bekende posities binnen een stal zijn geplaatst, waarbij de signaal-ontvangstmiddelen zijn ingericht om een positie van een zender te bepalen op basis van een verschil in tijd waarop het door de zender uitgezonden signaal bij de verschillende ontvangers wordt ontvangen. Ook hier kunnen 30 weer relatief eenvoudige zenders worden gebruikt die bij voorkeur een bekend of voorspelbaar signaal uitzenden.
In een uitvoeringsvorm is het diervolgsysteem in een stal geplaatst, waarbij een plattegrond van de stal is opgedeeld in verschillende cellen, waarbij het 35 diervolgsysteem is ingericht als dierherkenningsmiddel om de aanwezigheid van een bij een zender behorend dier binnen een cel te herkennen. Zo kan nauwkeurig de gang van een dier 13 door een stal worden bij gehouden. Deze informatie kan onder andere worden gebruikt om mobiele werktuigen, zoals bijvoorbeeld een mestschuif-robot, om dieren heen te sturen, of juist naar plaatsen waar zich veel dieren bevinden. Dit 5 laatste is bijvoorbeeld nuttig voor een strooi-robot en/of een mobiele voerrobot.
In een uitvoeringsvorm omvat de zender een oplaadbare voeding voor het voeden van de zender, waarbij de zender is voorzien van sleepcontacten waarmee voeding kan 10 worden opgeladen. Bij voorkeur zijn de sleepcontacten ingericht om contact te maken met een elektrisch laagspanning voedingsbron op een positie in de stal waar een dier vaak stil staat, zoals in of bij een voerbox.
In een uitvoeringsvorm omvat de zender een 15 oplaadbare voeding omvat voor het voeden van de zender, waarbij de voeding is ingericht om middels inductie te worden opgeladen. Een inductieve elektrisch voedingsbron is daarbij bij voorkeur geplaatst op een positie in de stal waar een dier vaak stil staat, zoals in of bij een voerbox.
20 Volgens een vijfde aspect omvat de uitvinding een werkwijze voor het in kaart brengen van posities van dieren in een stal, omvattend de stap van: i) het met een zender uitrusten van dieren, waarbij de zender is ingericht om een signaal dat een identif icator en een 25 positieaanduiding van het dier bevat uit te zenden, ii) het met een ontvanger ontvangen van de uitgezonden signalen van de dieren, iii) het bepalen van de identif icator en een positie van een dier uit het ontvangen signaal, en iv) het in een gegevensbank opslaan 30 van de identificator, de daarbij bepaalde positie en een indicatie van het tijdstip waarop deze werden bepaald. Met deze werkwijze kan op elk gewenst moment worden bepaald waar een bepaald dier zicht bevindt, en kunnen ook de bewegingen van een dier of dieren over een langere 35 tijdsduur worden bekeken. Stappen ii) - iv) worden daarbij herhaaldelijk uitgevoerd. Een indicatie van het tijdstip waarop de positie en identificator werden bepaald kan o.a.
14 de tijd op dat moment omvatten, en/of een volgnummer van voor het ontvangen signaal.
In een uitvoeringsvorm omvat de zender een positiebepalingssysteem en omvat de positieaanduiding een 5 door het positiebepalingssysteem bepaalde positie van het dier. De positie van een dier kan zo direct uit het signaal worden bepaald, onafhankelijk van een positie van de ontvanger. Een voorbeeld van een geschikt positiebepalingssysteem is GPS.
10 In een uitvoeringsvorm omvat de stal drie of meer ontvangers waarvan de posities bekend zijn, en wordt de positie van een dier bepaald door een sterkte en/of vertraging van het uitgezonden signaal bij de drie of meer ontvangers met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld door 15 middel van triangulatie.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder het tonen van opgeslagen positie- en identificator gegevens op een plattegrond van de omgeving. De beweging van de dieren in een omgeving, zoals bijvoorbeeld een 20 stal, kan zo in de tijd worden bekeken, zodat eventueel afwijkend gedrag eenvoudig kan worden opgemerkt.
In een uitvoeringsvorm omvat de zender een batterij en omvat de werkwijze verder een stap van het opladen van de batterij via inductie en/of sleepcontacten 25 wanneer het dier bij een voerbox staat, bij voorkeur wanneer het dier bij een voerbox staat zoals hierboven beschreven. Het opladen van de batterij kan zo zonder verdere menselijke tussenkomst worden uitgevoerd.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het 30 gebruiken van de bepaalde posities van dieren om een route te bepalen voor een mobiel werktuig, zoals een mobiel voerhek, een mestschuif-robot, een strooi-robot, en/of een mobiele voerrobot. Deze mobiele werktuigen kunnen zo om de dieren in de stal heen worden gestuurd.
35 In een uitvoeringsvorm wordt de bepaalde positie van een geïdentificeerd dier gebruikt als dierherkenning voor de hierboven beschreven voerbox en/of de hierboven 15 beschreven meng- en doseerinrichting en/of het hierboven beschreven diervolgsysteem.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 5 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de 10 maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 15
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuren IA en 1B een isometrisch aanzicht van en 20 meng- en doseerinrichting volgens de uitvinding, en een detail van de aandrijving daarvan, figuur 2, een perspectiefaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van meng- en doseerinrichting volgens de uitvinding, 25 figuur 3, een perspectiefaanzicht van een meng- en doseerinrichting volgens de uitvinding, geplaatst in een stal, en aangesloten op een ringleiding, figuur 4, een perspectiefaanzicht van een meng- en doseerinrichting volgens de uitvinding, aangesloten op 30 voerboxen in een stal, figuur 5A, een perspectiefaanzicht van voerbox volgens de uitvinding, figuur 5B, een perspectiefaanzicht van een voerbox van figuur 5A, met de afsluiting in de geopende positie, 35 figuur 5C, een schematisch bovenaanzicht van drie voerboxen volgens de uitvinding, figuur 6, een perspectiefaanzicht van een snij- 16 inrichting voor het snijden van voersoorten die worden toegevoerd aan een meng- en doseerinrichting volgens de uitvinding, figuur 7, een isometrisch aanzicht van een derde 5 uitvoeringsvorm van meng- en doseerinrichting voerbox volgens de uitvinding.
10
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuren IA en 1B tonen een meng- en doseerinrichting 1 volgens de uitvinding, bezien vanaf een 15 voorzijde respectievelijk vanaf een achterzijde. De meng- en doseerinrichting omvat aan een bovenzijde een vijf voedertrechters 11,12,13,14,15 voor verschillende soorten voeder zoals bijvoorbeeld krachtvoer, gemalen en/of geplet graan, verschillende mengsels van knollen, en al dan niet 20 natte bijproducten. De trechters zijn hier opengewerkt weergegeven, maar worden tijdens normaal gebruik afgedekt door afdekplaat 10.
De trechters 11,12,13,14,15 zijn aan een onderzijde voorzien van een respectievelijke openingen 25 21,22,23,24,25, waarin bijbehorende vijzels 31,32,33,34,35 zijn geplaatst. Elke vijzel is ingericht om voeder uit de bijbehorende voedertrechter naar een uiteinde 31a, 32a,33a,34a,35a, van de vijzel transporteren. De vijzels werken hier als doseerinrichting; wanneer een vijzel niet 30 draait wordt er ook geen voeder uit de bijbehorende trechter getransporteerd.
Trechters 11 en 15 strekken zich deels uit onder trechters 12,13,14 en hebben een grotere inhoud dan voedertrechters 12,13,14. De in de openingen aan de 35 onderzijde van de trechters 11 en 15 geplaatste vijzels 31,35 zijn verbonden met elektrische motoren 71,75 die zijn ingericht om de vijzels 31,35 aan te drijven zodanig dat 17 voeder uit de trechters 11,15 naar de vijzeluiteinden 31a,35a aan de voorzijde van de meng- en doseerinrichting 1 wordt getransporteerd. De trechters 31 en 35 zijn van elkaar gescheiden door een scheidingsplaat 16, zodat voeder uit 5 trechters 11 en 15 van elkaar gescheiden blijft totdat het voeder uit de respectievelijk vijzeluiteinden 31a en 35a is getransporteerd. De motoren 71,75 zijn aan een achterzijde van de meng- en doseerinrichting geplaatst zoals getoond in figuur 1B.
10 De in het midden geplaatste trechters 12,13 en 14 monden via openingen 22,23,24 en vijzels 32,33,34 aan de onderzijde van de trechters uit in vijzeluiteinden 32a,33a en 34a. Deze vij zeluiteinden zijn boven een glijplaat 40 geplaatst waarvan de stroomafwaartse rand 41 voorbij de 15 vijzeluiteinden 31a,35a uitsteekt zodat wordt voorkomen dat voeder uit de trechters 12,13,14 in de vijzels 31,35 terecht kan komen. Het voeder uit de vijzels 31-35 valt vervolgens in een zwenkbare verdeeltrechter 50, die kan zwenken zodat het stroomafwaartse uiteinde 51 van de verdeeltrechter 50 20 zich boven een van de uitvoerpoorten 61-68 bevindt.
In figuur 1B is de aandrijving van de vijzels 31-35 en van de zwenkbare verdeeltrechter 50 in meer detail getoond. Lineaire actuatoren 76,77, hier gevormd door luchtcilinders, zijn ingericht om de zwenkbare 25 verdeeltrechter boven een van de uitvoerpoorten 61-68 te positioneren. Lineaire actuator 76 is ingericht om een zwenkbeweging van de verdeeltrechter 50 in hoofdzaak langs een eerste zwenkrichting A van de verdeeltrechter aan te drijven, terwijl lineaire actuator 77 is ingericht om 30 zwenken in een in hoofdzaak dwars daarop gerichte zwenkrichting B aan te drijven. De lineaire actuatoren 76,77 zijn verbonden met een aanstuurinrichting 80, die is ingericht om de actuatoren aan te sturen om de verdeeltrechter 50 met zijn stroomafwaartse eind 51 uit 35 boven een geselecteerde uitvoerpoort van de uitvoerpoorten 61-68 te positioneren.
Motoren 71-75 zijn ingericht om de vijzels 31-35 18 aan te drijven om voeder uit de trechters 11-15 naar en voorbij de vijzeluiteinden 31a,32a,33a,34a,35a te transporteren, en vormen zo samen met de vijzels een gemotoriseerde transportinrichting. De aanstuurinrichting 80 5 is ingericht om de transportsnelheid van elk van de transportinrichtingen individueel aan te sturen zodat een gewenste mengverhouding van voeder uit de meerdere trechters kan worden verkregen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de motoren 71-75 de bijbehorende vijzels 31-35 gedurende 10 eenzelfde tijdsduur maar met verschillende draaisnelheden te laten draaien. Alternatief gebeurt het mengen door elk van de motoren 71-75 op een zelfde snelheid te laten draaien, maar voor verschillende tijdsduren. Bij voorkeur worden de motoren 71-75 gedurende een zelfde periode met voor die 15 transportinrichtingen individueel bepaalde frequenties aan- en uit geschakeld, zodat ook tijdens het transporteren van voer uit de verschillende trechters al een mengeffect wordt bereikt, terwijl eenvoudige motoren gebruikt kunnen worden die maar een draaisnelheid hebben.
20 Figuur 2 toont een schematisch perspectief aanzicht van een meng- en doseerinrichting 1 volgens de uitvinding, verder voorzien van additieven- doseerinrichtingen 91,92,93,94 die elk een uitgang 91a,92a,93a,94a hebben die boven de verdeeltrechter 50 is 25 gepositioneerd. De additieven-doseerinrichtingen 91,92,93,94 zijn verbonden met de aanstuurinrichting 80 die verder is ingericht om de additieven-doseerinrichtingen aan te sturen om doses additieven toe te voegen aan een mengsel in de verdeeltrechter 50. Hierbij zijn additieven- 30 doseerinrichtingen 92 en 93 ingericht om een of meer vooraf bepaalde doses medicijnen toe te voegen aan het mengsel, en zijn doseerinrichtingen 91 en 94 ingericht om een of meer vooraf bepaalde doses mineralen toe te voegen aan het mengsel.
35 Aan de bovenzijde van de trechters 11-15 zijn toevoerleidingen 11a,12a,13a,14a,15a zichtbaar die zijn aangesloten op silo's met verschillende soorten voeder en 19 van waaruit de trechters 11-15 worden bijgevuld wanneer deze leeg dreigen te raken. De verschillende soorten voeder, die bijvoorbeeld onderling verschillende percentages vocht omvatten, blijven zo tot vlak voor het mengen van elkaar 5 gescheiden, waardoor de voeders langer houdbaar blijven.
In figuur 3 is een meng- en doseerinrichting 1 volgens de uitvinding getoond, gemonteerd aan een wand 303 van een stal 302. De stal 302 is opgedeeld in een aantal voerhokken 311,312,313,314,315. Doseringen gemengd voeder 10 komen na het verlaten van de verdeeltrechter van de meng- en doseerinrichting 1 terecht in een van ringleidingen 331,332,333, die elk een traject langs verschillende voerhokken volgen. In figuur 3 is alleen het traject dat ringleiding 331 volgt in zijn geheel getoond. In elk hok 15 311,312,313,314,315 langs de ringleiding 331 kunnen dieren met verschillende voerbehoeften worden ondergebracht. In voerhok 311 kunnen bijvoorbeeld biggen van 3 tot 5 weken worden ondergebracht, in voerhok 312 biggen van 5 tot 6 weken, enz. Alle dieren in een hok krijgen voeder met 20 eenzelfde mengverhouding, terwijl de mengverhouding van voeder dat aan de hokken wordt toegevoerd tussen de hokken onderling verschilt. De ringleiding 331 transporteert een dosis gemengd voeder naar het juiste hok, waar het via een op zich bekend kleppensysteem uit de ringleiding 331 wordt 25 gelaten om in een van de voerbakken 321,322,323,324,325 terecht te komen. Omdat de meng- en doseerinrichting 1 hoog ten opzichte van de voerbakken 321-325 is geplaatst nemen de meng- en doseerinrichting en de toevoerleidingen 341a, 342a, 360, daarheen vanuit respectievelijk silo's 341, 342 en 30 snij-inrichting 600 geen vloerruimte in. De snij-inrichting 600 is geplaatst om voeder, zoals knollen, dat aan een bovenzijde van de snij-inrichting door het rooster 603 heen in de snij-inrichting wordt aangevoerd, te snijden voordat het via de toevoerleiding 360a naar een trechter van de 35 meng- en doseerinrichting 1 wordt geleid.
Figuur 4 toont de meng- en doseerinrichting 1, in een stal 402, waarbij de meng- en doseerinrichting 20 voederbakken 461-468 omvat, waarbij elk van de voederbakken via een valleiding 471-478 is verbonden met een uitvoerpoort van de meng- en doseerinrichting 1. De voederbakken zijn door scheidingshekken 481-488 van elkaar gescheiden, zodat 5 er steeds maar één dier, zoals een koe, tegelijkertijd bij een voederbak kan. Op elk scheidingshek zijn op afstand van de bijbehorende voederbak 461-468 dierherkenningsmiddelen 491-498 geplaatst. Deze dierherkenningsmiddelen zijn verbonden met de aanstuurmiddelen 80 van de meng- en 10 doseerinrichting 1, waarbij de aanstuurmiddelen 80 zijn ingericht om voeder uit de verschillende trechters te mengen en/of doseren op basis van een met de dierherkenningsmiddelen herkend dier. De aanstuurinrichting 80 is hierbij ingericht om rekening te houden met eerder 15 eetgedrag van een dier, en/of om vreetgegevens van een herkend dier op te slaan in een met de aanstuurinrichting 80 verbonden gegevensbank.
De dierherkenningsmiddelen worden gebruikt om een dier te herkennen op een vooraf bepaalde positie, nl. bij de 2 0 ingang van een van de voerboxen. Voor het bepalen van de positie van een dier op een willekeurige plaats binnen de stal 402 zijn aan het dak van de stal signaal-ontvangstmiddelen in de vorm van een 700 aangebracht die is ingericht om een signaal te ontvangen dat positie- en 25 identificatiegegevens van een dier omvat. De dieren zijn hierbij voorzien van een zender die is ingericht om een dergelijk signaal uit te zenden. De signaal-ontvangsmiddelen zijn verbonden met de aanstuurinrichting, die verder is ingericht om de uit het signaal bepaalde positie- en 30 identificatie gegevens in een gegevensbank op te slaan. De getoonde signaal-ontvangsmiddelen omvatten slechts één ontvanger voor het ontvangen van een of meer signalen die identificatiegegevens en positionele informatie van een zender omvatten, waarbij elke aan een dier bevestigde zender 35 is voorzien van een GPS ontvanger, en de zender is ingericht om een signaal uit te zender dat dieridentificatiegegevens omvat en de door de bijbehorende GPS-ontvanger 21 positiegegevens. Alternatief kunnen de signaal-ontvangstmiddelen meerdere ontvangers omvatten die op verschillende bekende posities binnen de stal zijn geplaatst, bijvoorbeeld op 3 verschillende plaatsen in de 5 stal, waarbij de signaal-ontvangstmiddelen zijn ingericht om een positie van een zender te bepalen op basis van de verschillende signaalsterktes van het door de zender uitgezonden signaal dat bij de verschillende ontvangers wordt ontvangen.
10 De positiegegevens van geïdentificeerde dieren worden gebruikt om routes voor mobiele werktuigen, zoals een mest-robot, een strooi-robot voor het strooien van zaagsel en/of stro, en/of een mobiele voerrobot aan te sturen. Deze mobiele werktuigen ontvangen hun stuurgegevens bij 15 voorkeur draadloos van de aanstuurinrichting 80.
Figuur 5A toont een aantal voerboxen 501,502,503,504 volgens een tweede aspect van de uitvinding, geschikt voor gebruik met een meng- en doseerinrichting zoals hierboven beschreven. Bij voerbox 501 20 is de afsluiting 520,530 in de eerste gesloten positie geplaatst, waarbij de afsluiting op een afstand d2 van de voerbak 561 is. De afsluiting 520,530 van voerbox 502 is in de geopende positie, zodat een dier onder de afsluiting door de voerbox in- en uit kan lopen. Bij voerbox 503 is de 25 afsluiting 520,530 in de tweede gesloten positie geplaatst, op een afstand dl van de bijbehorende voerbak 503, waarbij de afstand dl kleiner is dan d2, zodat een dier wel ten dele de voerbox in kan lopen, zonder toegang te hebben tot de voerbak. In het getoonde voorbeeld is de afstand dl in 30 hoofdzaak 60 cm kleiner dan d2, en is afstand d2 in hoofdzaak 230 cm, wat net langer is dan lengte van een dier, zoals een koe dat in de voerbox kan staan terwijl de afsluiting 520,530 het dier aan een achterzijde insluit.
Hieronder wordt voerbox 501 in meer detail wordt 35 besproken waarbij opgemerkt wordt dat de overige voerboxen 502, 503 op een gelijke wijze zijn opgebouwd. Voerbox 501 omvat een eerste scheidingshek 511 en een parallel daaraan 22 opgesteld tweede scheidingshek 512. Samen definiëren de scheidingshekken 511,512 een doorgang voor een dier, zoals een koe, om bij een voerbak 561 te komen. De voerbox 501 is getoond in een positie waarin een afsluiting 520,530 toegang 5 van een dier tot de voerbak 513 afsluit. De afsluiting omvat een ten opzichte van de scheidingshekken om draaipunt 532 scharnierbare beugel 520, en een ten opzichte van de beugel 520 draaibaar hek 530, dat zich in hoofdzaak over de breedte van de doorgang uitstrekt. In de getoonde tweede positie 10 sluit de afsluiting 520,530 de toegang voor een dier tot de voerbak 561 af, op een tweede afstand d2 van de voerbak. De beugel 520 is scharnierbaar rond door beugel 520 gevormde as 531 met een hek 530 verbonden. Het hek 530 omvat twee steundelen 535,536 die een deel van het hek 530 vormen dat 15 breder is dan de breedte B van de doorgang. Wanneer het hek 530, zoals getoond, in de tweede positie is geplaatst, dan steunen de steundelen 535,536 van het hek op de scheidingshekken 511,512. De steundelen zijn daarbij opgenomen in uitsparingen 515a, 516a aan de bovenzijden 20 511a, 512a van de scheidingshekken. De uitsparingen 515a, 516a gaan beweging van het hek 530 tegen wanneer beweging van de beugel 520 uit de tweede positie is geblokkeerd. Een arm 54 0 is op draaipunt 541 scharnierbaar verbonden met het hek 530, in het bijzonder met een dwarsplaat 533 van het hek 25 530 die draaipunten voor zowel de arm 540 als de beugel 520 ten opzichte van het hek omvat. De arm 540 is aan een andere zijde op draaipunt 542 scharnierbaar verbonden met scheidingshek 511, zodat het hek 530 in hoofdzaak vertikaal ten opzichte van het vloeroppervlak georiënteerd blijft 30 wanneer de beugel 520 wordt bewogen.
Figuur 5B toont voerbox 501 in meer detail, waarbij de afsluiting 520,530 naar een geopende positie is bewogen zodat een dier onder de afsluiting 520,530 door door de doorgang die wordt gedefinieerd door scheidingshekken 35 511,512 kan bewegen. Een met stippellijnen aangegeven actuator 518 is binnen een op het scheidingshek 511 gemonteerde behuizing 517 opgenomen en ingericht om beweging 23 van de beugel 520 rond de scharnierpunten 532 aan te drijven.
Hoewel niet getoond in figuur 5B is de beugel 520 verder beweegbaar naar een eerste positie, waarin deze 5 doorgang aan een van de voerbak afgekeerde zijde afsluit. Het hek 530 bevindt zich, wanneer de afsluiting 520,530 in de eerste gesloten positie is, op een eerste afstand van de voerbak, welke afstand groter is dan de lengte van een dier zodat een dier in de voerbox 501 kan staan. Een dier dat in 10 de voerbox staat terwijl de afsluiting 520,530 in de eerste positie is kan zo ongestoord vreten, zonder dat het dier kan worden verdrongen of lastiggevallen door andere dieren buiten de voerbox. Dit vermindert stress bij het vretende dier en bevordert de voederopname.
15 Aan de van de voerbak 513 afgekeerde zijde van de scheidingshekken 511,512, bij een ingang van de doorgang, zijn een eerste ontvanger 513 en een tweede ontvanger 514 geplaatst die deel uitmaken van dierherkenningsmiddelen voor herkenning van een dier. De dierherkenningsmiddelen zijn 20 ingericht om op basis van een identificatiesignaal, dat wordt uitgezonden door een op een dier aangebrachte zender, een dier te herkennen dat bij de ingang van de voerbox 501 staat. Dit gaat bij voorkeur als volgt. De afsluiting 520,530 van het voerhek staat eerst in de tweede gesloten 25 positie, zodat een dier wel althans gedeeltelijk in de voerbox 501 kan, maar door de afsluiting 520,530 op een eerste afstand van de voerbak wordt gehouden. Bij het inlopen van de doorgang beweegt het dier met zijn kop, waaraan een zender is aangebracht, tussen ontvangers 513 en 30 514 in. Wanneer een dier de voerbox in- of uitloopt zal de sterkte van het bij de ontvangers 513,154 ontvangen signaal gewoonlijk van zwak naar sterk naar zwak verlopen, wanneer het dier respectievelijk de zender naar de achterzijde van de scheidingshekken 511,512 toe beweegt, de zender 35 vervolgens tussen de ontvangers 513,514 in beweegt, en de zender vervolgens weer verder van de ontvangers afbeweegt. Wanneer beide ontvangers 513,514 tijdens zo een 24 signaalverloop het door de zender uitgezonden signaal in hoofdzaak even sterk ontvangen kan worden vastgesteld dat het dier, dat geïdentificeerd wordt middels het ontvangen identificatiesignaal, tussen de ontvangers 513,514 is 5 gelopen. De dierherkenningsmiddelen zijn verbonden met een aanstuurinrichting 580 die is ingericht om de actuator aan te sturen om de beugel 520 van de tweede gesloten positie naar de eerste gesloten positie te bewegen wanneer is vastgesteld dat het geïdentificeerde dier toegang tot de 10 voerbak dient te krijgen. Wanneer de beugel in de eerste gesloten positie sluit deze de doorgang aan een achterzijde af.
De aanstuurinrichting is verder aangesloten op een meng- en doseerinrichting zoals hierboven beschreven, en 15 stuurt deze vervolgens aan om een op het geïdentificeerde dier afgestemde dosis van gemengd voeder te geven, waarbij ook de mengverhouding van het voedermengsel wordt ingesteld op basis van het herkende dier.
Figuur 5C toont een schematisch bovenaanzicht van 20 drie voerboxen 501,502,503 volgens de uitvinding, waarbij de afsluitingen respectievelijk in de tweede gesloten positie, de geopende positie, en de eerste gesloten positie staan. In de voerboxen zijn voerbakken 561,562,562 geplaatst. De afsluiting van voerbox 501 is in de tweede gesloten positie, 25 waarin de afsluiting zich op een tweede afstand d2 van de voerbak 561 bevindt. Binnen deze tweede afstand d2 past een dier dat toegang heeft tot de voerbak 561 binnen de voerbox 501. Een dier dat buiten de voerbox 501 staat kan wanneer de afsluiting in de getoonde tweede positie is, niet bij de 30 voerbak 561 of bij het in de voerbox aanwezige dier. De steundelen van het hek 530 zijn opgenomen in uitsparingen 515b en 516b en ondersteunen het gewicht van het hek 530 en van de beugel 520. De uitsparingen zijn daarbij ingericht om twee steundelen van naast elkaar gelegen afsluitingen te 35 ondersteunen. Wanneer de beugel 520 uit de tweede positie wordt bewogen, wordt het hek 530 in hoofdzaak in dezelfde verticale oriëntatie ten opzichte van het vloeroppervlak 25 gehouden door arm 540 en parallel daaraan scharnierende beugel 520.
De afsluiting van voerbox 502 is in de geopende positie, waarin een dier onder de afsluiting door in- en uit 5 de voerbox kan bewegen.
De afsluiting van voerbox 503 is in de tweede gesloten positie, waarin een dier wel althans ten dele de voerbox kan betreden, maar geen toegang heeft tot de voerbak. Bij het betreden van de voerbox komt een dier langs 10 dierherkenningsmiddelen 513, 514, zodat de aanstuurinrichting 580 op basis van het herkende dier al dan niet een beweging van de beugel 520 naar een andere positie kan bewerkstelligen.
Figuur 6 toont een snij-inrichting 600 voor het 15 aanleveren van natte producten, zoals knollen, of andere producten die vlak voordat ze aan dieren worden gevoerd gesneden moeten worden. De snij-inrichting 600 omvat een bak 602, die aan een bovenzijde is afgeschermd door een veiligheidsrooster 603 waar ongesneden producten doorheen 20 kunnen. De ongesneden producten kunnen, bijvoorbeeld met een voerlader, aan de bovenzijde van de snij-inrichting door het rooster 603 heen in de bak worden gebracht. Binnen de bak strekt zich een draai-as 621 over de langsrichting van de bak, waarbij de draai-as via een schijf 620 en 25 bandoverbrenging 611 is verbonden met een aandrijfmotor 610. Binnen de bak is de draai-as verbonden met schoepen 622 en veer 624 die bij draaiing van de as het in de bak 602 aanwezige voer mengen en in de richting van uitvoer 640 transporteren. De snij-inrichting omvat een snij-molen 630 30 die tussen de uitvoer 640 van de bak en een transportleiding 604 is geplaatst. De snij-molen omvat een motor 631, en door de motor 631 aangedreven messen 632, die het product dat uit de uitvoer 640 komt snijden voordat het verder wordt getransporteerd door transportleiding 604 die naar een van 35 de trechters van een meng- en doseerinrichting volgens de uitvinding leidt.
Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm van een meng- 26 en doseerinrichting 1 volgens de uitvinding, verder voorzien van een schematisch getoonde mengmolen M die tussen de vijzeluiteinden en het stroomafwaartse uiteinde van de verdeeltrechter 50 is geplaatst. De mengmolen zorgt voor 5 extra menging van de verschillende soorten voeder die uit de vijzeluiteinden komen. Hoewel de hier getoonde mengmolen statisch ten opzichte van de vijzeluiteinden is gemonteerd, is het ook denkbaar om de mengmolen in de verdeeltrechter te monteren.
10 De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder 15 de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (47)

1. Meng- en doseerinrichting voor veevoeder omvattend meerdere voedertrechters voor verschillende soorten voeder, waarbij elk van de meerdere trechters een invoereinde heeft en een daaronder opgesteld uitvoereinde, 5 waarbij in elke trechter aan zijn uitvoereinde een doseerinrichting is opgesteld, verder omvattend een aanstuurinrichting ingericht om elk van de doseerinrichtingen aan te sturen om voeder uit de bijbehorende trechter te doseren, een onder de meerdere 10 uitvoereinden opgestelde zwenkbare verdeeltrechter, onder de verdeeltrechter geplaatste uitvoerpoorten voor aansluiting op voederleidingen die uitmonden in verschillende voederbakken, verder omvattend een of meer actuatoren voor het doen zwenken van de verdeeltrechter, waarbij de 15 aanstuurinrichting verder is ingericht om de actuatoren aan te sturen om de verdeeltrechter met zijn stroomafwaartse eind in hoofdzaak boven een geselecteerde van de uitvoerpoorten te positioneren.
2. Meng- en doseerinrichting volgens conclusie 1, 20 waarbij de doseerinrichtingen transportinrichtingen omvatten.
3. Meng- en doseerinrichting volgens conclusie 2 waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om de transportsnelheid van elk van de transportinrichtingen 25 individueel aan te sturen teneinde een gewenste mengverhouding van voeder uit de meerdere trechters te verkrij gen.
4. Meng- en doseerinrichting volgens conclusie 2 of conclusie 3, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht 30 de transportinrichtingen individueel aan- en uit te schakelen voor per transportinrichting bepaalde tijdsduren teneinde een gewenste mengverhouding van voeder uit de meerdere trechters te verkrijgen.
5. Meng- en doseerinrichting volgens een der conclusies 2-4, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om de transportinrichtingen aan te sturen om een bepaalde hoeveelheid voer uit de voedertrechters te transporteren.
6. Meng- en doseerinrichting volgens een der 5 voorgaande conclusies, verder voorzien van een mengmolen die stroomafwaarts van de uitvoereinden is geplaatst en stroomopwaarts van de uitvoerpoorten.
7. Meng- en doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder voorzien van een of meer 10 additieven-doseerinrichtingen, elk met een uitgang die boven de verdeeltrechter is gepositioneerd, waarbij de aanstuurmiddelen verder zijn ingericht om de een of meer additieven-doseerinrichtingen aan te sturen om additief toe te voegen aan voeder in de verdeeltrechter.
8. Meng- en doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattend meerdere voederbakken, waarbij elk van de voederbakken is aangesloten op een uitvoerpoort, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om verhoudingen waarin de verschillende soorten 20 voeder uit de verschillende trechters worden gedoseerd te bepalen op basis van een met de voerbak geassocieerd dier of diergroep.
9. Meng- en doseerinrichting volgens conclusie 8, verder voorzien van dieridentificatiemiddelen voor het 25 identificeren van dieren of diergroepen bij de voederbak, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om verhoudingen waarin de verschillende soorten voeder uit de verschillende trechters worden gedoseerd te bepalen op basis van het met de dieridentificatiemiddelen herkende dier of diergroep.
10. Meng- en doseerinrichting volgens conclusie 8 of conclusie 9, waarbij elk van de voederbakken via een glij- of valleiding met een uitvoerpoort is verbonden.
11. Meng- en doseerinrichting volgens een der conclusies 2-10, waarbij de transportinrichtingen vijzels 35 omvatten.
12. Meng- en doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de invoereinden van de trechters zijn aangesloten op verschillende silo's die verschillende soorten voeder bevatten.
13. Meng- en doseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij stroomopwaarts van het 5 invoereinde van een trechter een snij-inrichting is geplaatst die is ingericht om voer te snijden voordat het in de trechter terecht komt.
14. Werkwijze voor het selectief mengen van voer voor een dier omvattend: 10 het met een voerbak associëren van een dier, het uit een gegevensbank ophalen van bij het dier behorende mengverhoudingen van voeder, het aansturen van de meng- en doseerinrichting om een hoeveelheid voer voor het dier te mengen volgens de 15 opgehaalde mengverhoudingen
15. Werkwijze volgens conclusie 14, verder omvattend een stap van ophalen van een bij het dier behorende dosering van voeder en het aansturen van de mengen doseerinrichting om de hoeveelheid voer voor het dier te 20 mengen volgens de opgehaalde dosering.
16. Werkwijze volgens conclusie 14 of conclusie 15, waarbij het met een voerbak associëren van een dier gebeurt op basis van herkenning van het dier, en waarbij het voer wordt gemengd en/of gedoseerd op basis van een eerder 25 eetgedrag van het herkende dier.
17. Werkwijze volgens een der conclusies 14-16, waarbij de dieren koeien zijn, en waarbij het voer wordt gemengd en/of gedoseerd op basis van een vorig tijdstip waarop het dier is gemolken.
18. Werkwijze volgens een der conclusies 14-17, waarbij de meng- en doseerinrichting meerdere uitvoerpoorten heeft die naar verschillende voerbakken leiden, en de werkwijze de stap omvat van het instellen van de uitvoerpoort waarnaar het voermengsel wordt 35 uitgevoerd op basis van de voerbak waar het dier is herkend.
19. Voerbox voor het voeren van vee, omvattend een eerste scheidingshek en een tweede scheidinghek die parallel ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, waarbij de twee scheidingshekken een doorgang voor een dier definiëren om bij een voerbak te komen, verder omvattend een afsluiting 5 die beweegbaar is naar en geopende positie, waarin deze de doorgang voor een dier open laat, waarbij de afsluiting verder beweegbaar is naar een eerste gesloten positie, waarin deze de doorgang op een eerste afstand van de voerbak voor een dier afsluit, waarbij de eerste afstand groter is 10 dan de lengte van een dier.
20. Voerbox volgens conclusie 19, waarbij de afsluiting verder beweegbaar is naar een tweede gesloten positie, waarin deze de doorgang op een tweede afstand van de voerbak voor een dier afsluit, waarbij de tweede afstand 15 kleiner is dan de eerste afstand.
21. Voerbox volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluiting een beugel omvat die dwars op de scheidingshekken scharnierbaar ten opzichte van de scheidingshekken is gemonteerd.
22. Voerbox volgens conclusie 21, waarbij de afsluiting verder een hek omvat dat scharnierbaar aan de beugel is bevestigd en zich tussen de scheidingshekken in hoofdzaak over de breedte van de doorgang uitstrekt wanneer in de eerste of tweede gesloten positie.
23. Voerbox volgens conclusie 22, waarbij het hek is voorzien van een of meer steundelen die zijn ingericht om af te steunen op een of beide van de scheidingshekken wanneer de afsluiting in de eerste of tweede gesloten positie is.
24. Voerbox volgens conclusie 23, waarbij de steundelen, althans wanneer de afsluiting in de eerste of tweede gesloten positie is, aan de bovenzijde van het hek zijn gerangschikt en aanliggen tegen een bovenzijde van het eerste en/of het tweede scheidingshek.
25. Voerbox volgens een der conclusies 21-24, waarbij de het scharnierpunt van de beugel en de scheidingshekken aan een bovenzijde van de scheidingshekken is, bij voorkeur op een positie op de helft van de lengte van de scheidingshekken.
26. Voerbox volgens een der conclusies 23-25, waarbij de scheidingshekken aan hun bovenzijde zijn voorzien 5 van uitsparingen om het steundeel van het hek in op te nemen wanneer de afsluiting in de eerste of tweede positie is.
27. Voerbox volgens een der conclusies 19-26, verder voorzien van een arm die scharnierbaar is verbonden met een scheidingshek en met het hek, zodat een vier-stangen 10 mechanisme wordt gevormd door het hek, de beugel, het scheidingshek en de arm, dat is ingericht om een oriëntatie van het hek in de eerste en tweede positie gesloten in hoofdzaak verticaal ten opzichte van de vloer te houden.
28. Voerbox volgens een der conclusies 19-27, 15 verder omvattend een actuator voor het aandrijven van beweging van de afsluiting naar de open positie en naar de eerste en/of tweede gesloten positie.
29. Voerbox volgens conclusie 28, verder omvattend een aanstuurinrichting die is ingericht om de actuator aan 20 te sturen om de afsluiting naar de eerste en/of tweede gesloten positie te bewegen en/of naar de geopende positie.
30. Voerbox volgens conclusie 29, waarbij de aanstuurinrichting is verbonden met dierherkenningsmiddelen die zijn ingericht om een dier te herkennen wanneer het dier 25 zich op of nabij de eerste afstand van de voerbak bevindt, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om de actuator aan te sturen om de afsluitmiddelen naar de eerste of tweede gesloten positie en/of naar de geopende positie te bewegen op basis van het herkende dier.
31. Voerbox volgens conclusie 30, verder omvattend een eerste ontvanger en een tweede ontvanger voor ontvangst van dieridentificatiesignaal van een aan een dier bevestigde zender, waarbij de eerste ontvanger en de tweede ontvanger deel uitmaken van de dierherkenningsmiddelen en zijn 35 geplaatst op of bij een ingangzijde van de doorgang van respectievelijk het eerste scheidingshek en het tweede scheidingshek, waarbij de aanstuurinrichting is ingericht om de actuator aan te sturen naar de eerste of tweede gesloten positie en/of naar de geopende positie te bewegen op basis van het herkende dier wanneer een dier tussen beide ontvangers is herkend.
32. Voerbox volgens een der conclusies 29-31, verder omvattend een weeginrichting voor het meten van gewicht van in de voerbak aanwezig voeder, waarbij de weeginrichting is verbonden met de aanstuurinrichting en de aanstuurinrichting verder is ingericht om de afsluiting naar 10 de tweede gesloten positie te bewegen wanneer het gewogen gewicht van voer in de voerbak minder is dan een vooraf bepaald gewicht.
33. Voerbox volgens een der conclusies 19-32, verder omvattend een persluchtleiding die bij de voerbak is 15 geplaatst en is aangesloten op een persluchtinrichting, waarbij de persluchtinrichting is ingericht om een stoot perslucht door de persluchtleiding te voeren na een vooraf bepaalde voertijd, en/of wanneer er geen voer meer in de voerbak aanwezig is.
34. Diervolgsysteem voor dieren, omvattend een aan een dier te bevestigen zender die is ingericht om een signaal uit te zenden dat identificatiegegevens en positionele informatie van de zender omvat, signaal- ontvangstmiddelen voor ontvangst van het uitgezonden signaal 25 en ingericht om uit het signaal de identificatiegegevens en een positie van de zender van een te bepalen, en een gegevensbank voor opslag van de bepaalde positie en daarbij behorende identificatiegegevens.
35. Diervolgsysteem volgens conclusie 34, waarbij 30 de zender een GPS-ontvanger omvat en is ingericht om door de GPS-ontvanger ontvangen GPS coördinaten uit te zenden als positionele informatie, en waarbij de signaal- ontvangsmiddelen een ontvanger omvatten voor het ontvangen van een of meer signalen die identificatiegegevens en 35 positionele informatie van een zender omvatten.
36. Diervolgsysteem volgens conclusie 34, waarbij de signaal-ontvangstmiddelen meerdere ontvangers omvatten die op verschillende bekende posities binnen een stal zijn geplaatst, waarbij de signaal-ontvangstmiddelen zijn ingericht om een positie van een zender te bepalen op basis van de verschillende signaalsterktes van het door de zender 5 uitgezonden signaal dat bij de verschillende ontvangers wordt ontvangen.
37. Diervolgsysteem volgens conclusie 34, waarbij waarbij de signaal-ontvangstmiddelen meerdere ontvangers omvatten die op verschillende bekende posities binnen een 10 stal zijn geplaatst, waarbij de signaal-ontvangstmiddelen zijn ingericht om een positie van een zender te bepalen op basis van een verschil in tijd waarop het door de zender uitgezonden signaal bij de verschillende ontvangers wordt ontvangen.
38. Diervolgsysteem volgens een der conclusies 34- 37, waarbij een plattegrond van een stal is opgedeeld in verschillende cellen, waarbij het diervolgsysteem is ingericht als dierherkenningsmiddel om de aanwezigheid van een bij een zender behorend dier binnen een cel te 20 herkennen.
39. Diervolgsysteem volgens een der conclusies 34- 38, waarbij de zender een oplaadbare voeding omvat voor het voeden van de zender, waarbij de zender is voorzien van sleepcontacten waarmee voeding kan worden opgeladen.
40. Diervolgsystem volgens een der conclusies 34- 38, waarbij de zender een oplaadbare voeding omvat voor het voeden van de zender, waarbij de voeding is ingericht om middels inductie te worden opgeladen.
41. Werkwijze voor het in kaart brengen van 30 posities van dieren in een stal, omvattend de stappen van: i) het met een zender uitrusten van dieren, waarbij de zender is ingericht om een signaal dat een identificator en een positieaanduiding van het dier bevat uit te zenden, 35 ii) het met een ontvanger ontvangen van de uitgezonden signalen van de dieren, iii) het bepalen van de identif icator en een positie van een dier uit het ontvangen signaal, en iv) het in een gegevensbank opslaan van de identificator, de daarbij bepaalde positie en een indicatie van het tijdstip waarop deze werden bepaald.
42. Werkwijze volgens conclusie 41, waarbij de zender een positiebepalingssysteem omvat en waarbij de positieaanduiding een door het positiebepalingssysteem bepaalde positie van het dier omvat.
43. Werkwijze volgens conclusie 41 of conclusie 10 42, waarbij de stal drie of meer ontvangers omvat waarvan de posities bekend zijn, en waarbij de positie van een dier wordt bepaald door een sterkte en/of vertraging van het uitgezonden signaal bij de drie of meer ontvangers met elkaar te vergelijken.
44. Werkwijze volgens een der conclusies 41-43 verder omvatten de stap van v) het tonen van opgeslagen positie- en identificator gegevens op een plattegrond van de omgeving.
45. Werkwijze volgens een der conclusies 41-44, 20 waarbij de zender een batterij omvat en de werkwijze verder een stap omvat van het opladen van de batterij via inductie en/of sleepcontacten wanneer het dier bij een voerbox staat.
46. Werkwijze volgens een der conclusie 41-45, 25 waarbij de bepaalde posities van dieren worden gebruikt om een route te bepalen voor een mobiel werktuig, zoals een mobiel voerhek, een mestschuif-robot, een strooi-robot, en/of een mobiele voerrobot.
47. Werkwijze volgens een der conclusies 41-47, 30 waarbij bepaalde positie van een geïdentificeerd dier wordt gebruikt als dierherkenning voor een meng- en doseerinrichting volgens een der conclusies 1-18, voor een voerbox volgens een der conclusies 19-33, en/of voor een diervolgsysteem volgens een der conclusies 34-40. BvdW/HZ
NL2005889A 2010-12-21 2010-12-21 Meng- en doseerinrichting voor veevoeder. NL2005889C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005889A NL2005889C2 (nl) 2010-12-21 2010-12-21 Meng- en doseerinrichting voor veevoeder.
PCT/NL2011/050867 WO2012087123A2 (en) 2010-12-21 2011-12-20 Mixing and dosing device for cattle feed
US13/996,770 US9648848B2 (en) 2010-12-21 2011-12-20 Mixing and dosing device for cattle feed
EP11820823.0A EP2654415B1 (en) 2010-12-21 2011-12-20 Method for mapping positions of animals in an animal accommodation and animal tracking system for animals in an animal accommodation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005889 2010-12-21
NL2005889A NL2005889C2 (nl) 2010-12-21 2010-12-21 Meng- en doseerinrichting voor veevoeder.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005889C2 true NL2005889C2 (nl) 2012-06-25

Family

ID=44246474

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005889A NL2005889C2 (nl) 2010-12-21 2010-12-21 Meng- en doseerinrichting voor veevoeder.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US9648848B2 (nl)
EP (1) EP2654415B1 (nl)
NL (1) NL2005889C2 (nl)
WO (1) WO2012087123A2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107873554A (zh) * 2017-11-24 2018-04-06 徐州苏羊羊业有限公司 一种饲料撒料车
CN108617539A (zh) * 2018-06-13 2018-10-09 华中农业大学 封闭式智能种猪测定站和种猪测定方法
CN109247258A (zh) * 2018-10-19 2019-01-22 歌尔科技有限公司 一种追踪器
CN113142097A (zh) * 2021-04-19 2021-07-23 王佟辉 一种禽畜场自动喂食机器人

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20150272083A1 (en) * 2012-10-08 2015-10-01 Kutlusan Kafes Ekipman Ve Hayvancilik Tasimacilik Sanayi Ticaret Limited Sirketi Fully automatic, dosage adjusted feed receptacle for feeding poultry
CA2873333A1 (en) * 2013-12-05 2015-06-05 Canarm Ltd. Sow feeding system
CN104055208A (zh) * 2014-06-16 2014-09-24 中国农业科学院兰州畜牧与兽药研究所 一种饲料混合粉碎机
CN106135030A (zh) * 2016-08-22 2016-11-23 无锡东晟生物科技有限公司 一种宠物饲料搅拌喂养装置
IT201600102776A1 (it) * 2016-10-13 2018-04-13 Giuseppe Todde "sistema per somministrare alimenti e/o altre sostanze ai piccoli ruminanti"
SI25320A (sl) * 2016-12-23 2018-06-29 Alojz Ferlan Postopek krmljenja krav molznic s posebnim doziranjem krme in naprava po tem postopku
IE87482B1 (en) * 2017-04-12 2024-02-14 Cashman William A milking parlour
CN107047355B (zh) * 2017-06-06 2022-05-20 湖北科技学院 一种动物自动喂食装置
CN109006532B (zh) * 2018-08-20 2020-12-11 张凯迪 一种畜牧养殖自动化定量喂食装置
CN109258502B (zh) * 2018-09-12 2023-09-26 佛山科学技术学院 一种快速精确定量投料装置
CN109089920B (zh) * 2018-09-12 2023-08-08 佛山科学技术学院 一种精确定量投料装置
USD882186S1 (en) * 2018-12-18 2020-04-21 Zaxe Technologies Inc. Automatic animal feeder
FR3094162B1 (fr) * 2019-03-22 2021-07-16 Centre Nat Rech Scient Procede, installation et etiquette pour le suivi de l’activite d’animaux en captivite
US11528884B2 (en) * 2019-08-28 2022-12-20 Dairycs Automatic Milking Ltd. Dairy farm with a single or multiple frontal elevated roads
EP4027776A4 (en) * 2019-09-10 2023-03-22 Perdue Farms, Inc. HORIZONTAL FORAGE STORAGE SYSTEM
CN110801746A (zh) * 2019-11-12 2020-02-18 芜湖奕瑞农业科技有限公司 一种快速定量的养牛场饲料混合装置
CN111165415B (zh) * 2020-02-17 2021-09-14 焦作师范高等专科学校 水产养殖动物的喂食控制装置
CN112121667A (zh) * 2020-09-14 2020-12-25 王宇翔 一种畜牧业用多种饲料间歇进料混合设备
CN112167139A (zh) * 2020-10-20 2021-01-05 马鞍山市良田农业科技有限公司 一种龙虾、黄鳝、泥鳅共生养殖营养定量补给系统
CN112841057B (zh) * 2021-01-08 2022-12-30 安义县利邦绿色农业有限公司 一种养殖喂料装置
US20220232800A1 (en) * 2021-01-22 2022-07-28 Smart Hopperz, Inc. Smart hopper and feeder assembly
CN113040057B (zh) * 2021-04-25 2023-03-14 祁军 一种多仓式全自动猪饲料喂料装置及其控制系统
CN115400645A (zh) * 2021-05-29 2022-11-29 剑河县永昌土鸡林下养殖有限公司 一种智能化畜牧养殖饲料加工用混料设备
CN113508761A (zh) * 2021-08-12 2021-10-19 徐菲 一种散养养鸡场用自动化喂料装置
CN113697524B (zh) * 2021-08-17 2023-04-07 安徽东亚机械有限公司 一种用于自动控制粮食机械出料量的调节装置
CN114027210B (zh) * 2021-11-10 2022-11-15 唐山师范学院 一种畜牧养殖食物自动切碎投喂装置
CN114451568B (zh) * 2022-01-18 2023-11-17 山东金特威生物科技有限公司 一种家禽饲料粉碎混合装置
CN115518574B (zh) * 2022-09-30 2023-11-17 东营正大水产有限公司 一种带有矩阵选择器的多料仓智能给料装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0677245A1 (de) * 1994-04-15 1995-10-18 Gerhard Dipl.-Ing. Vogl Fütterungsanlage
DE19756367A1 (de) * 1997-12-18 1999-07-01 Erwin Keller Fütterungsanlage für die Tierhaltung
WO2007040388A1 (en) * 2005-10-03 2007-04-12 Maasland N.V. An assembly of a milking robot with a milking robot feeding place, such as a milking robot feed trough, and a device for gripping and displacing material, such as for example roughage and/or concentrate for animals
EP1787510A1 (en) * 2005-11-22 2007-05-23 Maasland N.V. A feeding installation

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2040966C (en) * 1991-04-23 1994-07-26 Ernest Albert Lader Automatic dry pet food dispenser
US6216053B1 (en) * 1992-11-09 2001-04-10 Lextron, Inc. Apparatus and method for uniformly delivering feed rations along a feedbunk using global positioning system
US5653192A (en) * 1996-03-06 1997-08-05 Alfa Laval Agri Inc. Livestock identification apparatus
NL1020173C2 (nl) * 2001-05-23 2002-12-12 Lely Entpr Ag Inrichting voor het afgeven van voeder aan een dier.
NL1019092C2 (nl) * 2001-10-03 2003-04-07 Lely Entpr Ag Samenstel voor het automatisch in een bepaalde periode afgeven van een hoeveelheid voeder aan een melkdier.
US7399220B2 (en) * 2002-08-02 2008-07-15 Kriesel Marshall S Apparatus and methods for the volumetric and dimensional measurement of livestock
NL1024519C2 (nl) * 2003-10-13 2005-04-14 Lely Entpr Ag Werkwijze voor het melken van een dier.
US20050211187A1 (en) * 2004-03-12 2005-09-29 Harman Larry L Control station with integrated collar recharging docking station for pet electronics products
US7222583B2 (en) * 2004-04-28 2007-05-29 Texas Hunter Products Directional broadcast feeder for fish and game
NL1026919C2 (nl) 2004-08-27 2006-02-28 Nedap Agri B V Ultra-wide-band systeem voor positiebepaling van dieren.
WO2006085280A2 (en) 2005-02-10 2006-08-17 Britz Stephan Daniel Monitoring system
SE531744C2 (sv) * 2005-12-21 2009-07-28 Delaval Holding Ab Mjölklantbrukssystem och kommunikationsmetod i ett sådant lantbrukssystem
US7744269B2 (en) * 2006-06-05 2010-06-29 Lextron, Inc. Method and system for administering micro-ingredient feed additives to animal feed rations including controlled bin access
US8188869B2 (en) * 2007-02-27 2012-05-29 Wangrud Carole A Kits and methods for monitoring and tracking animals
GB0705452D0 (en) 2007-03-22 2007-05-02 Faire Ni Ltd An animal monitoring system and method
NL1035980C (nl) 2008-09-25 2010-03-26 Lely Patent Nv Onbemand voertuig voor het verplaatsen van mest.
US8689737B2 (en) * 2008-10-30 2014-04-08 All Seasons Feeders, Inc. Wildlife feeder
GB0822580D0 (en) 2008-12-11 2009-01-14 Faire Ni Ltd An animal monitoring system and method
NZ606980A (en) * 2010-08-16 2015-01-30 Dewvale Ltd Animal feed dispensing apparatus and a system for dispensing animal feed
US9161518B2 (en) * 2014-03-20 2015-10-20 Jasem Mohammad Ali Rashed Al-Omani Gravity feed dispensing system for poultry and other small animals

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0677245A1 (de) * 1994-04-15 1995-10-18 Gerhard Dipl.-Ing. Vogl Fütterungsanlage
DE19756367A1 (de) * 1997-12-18 1999-07-01 Erwin Keller Fütterungsanlage für die Tierhaltung
WO2007040388A1 (en) * 2005-10-03 2007-04-12 Maasland N.V. An assembly of a milking robot with a milking robot feeding place, such as a milking robot feed trough, and a device for gripping and displacing material, such as for example roughage and/or concentrate for animals
EP1787510A1 (en) * 2005-11-22 2007-05-23 Maasland N.V. A feeding installation

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107873554A (zh) * 2017-11-24 2018-04-06 徐州苏羊羊业有限公司 一种饲料撒料车
CN108617539A (zh) * 2018-06-13 2018-10-09 华中农业大学 封闭式智能种猪测定站和种猪测定方法
CN108617539B (zh) * 2018-06-13 2023-06-06 华中农业大学 封闭式智能种猪测定站和种猪测定方法
CN109247258A (zh) * 2018-10-19 2019-01-22 歌尔科技有限公司 一种追踪器
CN109247258B (zh) * 2018-10-19 2023-10-17 歌尔科技有限公司 一种追踪器
CN113142097A (zh) * 2021-04-19 2021-07-23 王佟辉 一种禽畜场自动喂食机器人

Also Published As

Publication number Publication date
US9648848B2 (en) 2017-05-16
EP2654415A2 (en) 2013-10-30
US20130298837A1 (en) 2013-11-14
WO2012087123A2 (en) 2012-06-28
EP2654415B1 (en) 2017-08-02
WO2012087123A3 (en) 2012-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2005889C2 (nl) Meng- en doseerinrichting voor veevoeder.
NL1019093C2 (nl) Inrichting voor het automatisch in een periode met een bepaalde lengte afgeven van een bepaalde hoeveelheid voeder aan een dier.
CA2406359C (en) A device for automatically supplying a predetermined amount of at least one sort of feed to an animal in a predetermined period
US10743519B2 (en) Method for distributing feed over a plurality of separate feeding locations and a feeding system therefor
EP2134161B1 (en) Feeding system and method
CA2947839A1 (en) A method for distributing feed over a plurality of separate feeding locations and a feeding system therefor
CA2964536A1 (en) Feeding station for farm animals, in particular for pigs
CA2405941A1 (en) A device for and a method of automatically supplying feed to animals
US11109566B2 (en) System for the controlled distribution of food for feeding animals
CA2859645C (en) Method and feed mixer arrangement for mixing batches of feed and feeding system comprising such feed mixer arrangement
WO2020020423A1 (en) System for precision mineral supplementation of animals
EP1527680B1 (en) A device for and a method of automatically supplying feed to an animal
US2858800A (en) Lane-type stall
CN113331072B (zh) 干性粉粒饲料计量投喂及分栏装置
RU193649U1 (ru) Кормушка для безопасного дозированного скармливания концентрированных сыпучих кормов
Dawson Equipment for feeding concentrates in and out of the parlour
EP3338543A1 (en) Feeding method of dairy cows with special dosage of feed and a device performing the said method
Andrew Mechanical & automatic feeding systems for livestock farms
Salfer et al. Dairy Update: Forage Inventory Management, Issue 123

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180101