NL2005003C2 - Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement. - Google Patents

Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement. Download PDF

Info

Publication number
NL2005003C2
NL2005003C2 NL2005003A NL2005003A NL2005003C2 NL 2005003 C2 NL2005003 C2 NL 2005003C2 NL 2005003 A NL2005003 A NL 2005003A NL 2005003 A NL2005003 A NL 2005003A NL 2005003 C2 NL2005003 C2 NL 2005003C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
viscous material
container
outflow opening
tube
Prior art date
Application number
NL2005003A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerbrand Roeland Reedijk
Freek Johan Adriaan Laverman
Original Assignee
Reedijk
Laverman
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Reedijk, Laverman filed Critical Reedijk
Priority to NL2005003A priority Critical patent/NL2005003C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2005003C2 publication Critical patent/NL2005003C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D35/00Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor
    • B65D35/24Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor with auxiliary devices
    • B65D35/36Pliable tubular containers adapted to be permanently or temporarily deformed to expel contents, e.g. collapsible tubes for toothpaste or other plastic or semi-liquid material; Holders therefor with auxiliary devices for applying contents to surfaces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

NL 14 672-VH/nir
Houder, en samenstel van houder en uitstri.j kelement
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor het opnemer! van een viskeus materiaal, omvattende een uitstroomopening voor het naar buiten laten stromen van een viskeus materiaal vanuit de houder en uitdrijfmidöelen 5 voor het door de uitstroomopening naar buiten uitdrijven van een zich in de houder bevindend viskeus materiaal.
Een dergelijke houder is bekend, bijvoorbeeld een tu-b e tan dp a s t a. of e e n f 1 a c o n b r a a db o ter.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een. 10 houder met een additionele functie.
Dit doei wordt, bereikt met de houder volgens de uitvinding', welke is voorzien van een uitstrijkelement voor het uitstrijken van een viskeus materiaal uit de houder, welk uitstri j kelement een uitsteeksel van de houder verrat waarvan een 15 distaai einögedeelte op afstand van de uitstroomopening is gelegen .
De houder volgens de uitvinding biedt de mogelijkheid om zowel het viskeuze materiaal aan te voeren ais uit te strijken op een oppervlak. Voor het uitstrijken dient een ge-20 deelte van de houder zelf als handvat voor het u 11st.ri j kelement.
Vele viskeuze materialen en toepassingen zijn denkbaar, zoals boter, eetbare of niet-eethare pasta, flexibele kit of lijm. Bij eetbare pasta's kan gedacht worden aan smeer-25 kaas, leverpastei, pindakaas, chocopasta, stroop en dergelij ke. Ook kan gedacht worden aan p.1 axnuurmiddeI. als viskeus materiaal, 'waarbij het uitstrij kelement de vorm van een plamuurmes kan hebben, In het algemeen kan bij viskeuze materialen worden gedacht aan hal f v.1 oe iba re stoffen.
30 Een distaai eindeedeelte wil zeggen dat het een eind- gedeelte van het. uitstekende uitstrij kelement is, dat verder in buitenwaartse richting van de houder is gelegen dan een daartegenover gelegen proximaal eindgedeelte van het u.itstrlj-kelement.
35 Hoewel het distale eindgedeelte van het uitstrijkele ment op afstand van de uitstroomopening is gelegen, kan een
•*N
proxixnaal eindgedeelte van het uitstrij kelement eventueel ter plaatse van de uitstroomopening zijn gelegen. In dat geval kan het uitstrijkelement zodanig ten opzichte van de uitstroomope-ning zijn gepositioneerd,, dat het viskeuze materiaal na 5 uitdrijving uit de houder direct op het uitstrijkelement terechtkomt ,
Het uitstrijkelement kan een langwerpige vorm hebben. Het is bij voorkeur langer dan 30% van de lengte van de houder, en bij hogere voorkeur langer dan 3 cm.
10 In een praktische uitvoeringsvorm is het uitstri j ke lement flexibel en ten minste buigzaam, Dit vergemakkelijkt het uitsmeren van het viskeuze materiaal. Een verdere verbetering kan worden bereikt wanneer het uitstrijkelement een gebogen zijde heeft. Het uitstrijkelement kan bijvoorbeeld een 15 C-vormige dwarsdoorsnede hebben. Verder is het mogelijk dat de dwarsdoorsnede over de .lengterichting van het uitstrijkelement verandert,
In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de uitdrijf-middelen gevormd, door de vervormbaarheid van de houder 20 teneinde het volume in de houder te kunnen verkleinen. In de praktijk kan de houder een tube zijn. De tube kan zodanige eigenschappen hebben dat. na het samenknijpen en uitdrijven van het viskeuze materiaal de oorspronkelijke vorm daarvan weer terugkeert, zodat de handvatvorm van de houder voor de smeer-25 beweging gehandhaafd blijft.
Een afsluitdop kan losmaakbaar op de houder zijn. gemonteerd, De afsluitdop kan zodanig zijn uitgevoerd, dat deze in gemonteerde toestand de uitstroomopening afsluit en tevens het uitstrijkelement van de omgeving afscheidt.
30 De uitvinding heeft ook betrekking op een. samenstel van. een houder voor het opnemen van een viskeus materiaal en een op de houder monteerbaar uitstrijkelement voor het uitstrijken van een viskeus materiaal uit de houder, waarbij de houder is voorzien van een uitstrooiriopening voor het. naar bui-35 ten laten stromen van een viskeus materiaal vanuit de houder en van. uitdrijfmi.dd.el.en. voor het door de uitstrooiriopening naar buiten uitdrijven van een zich in de houder bevindend viskeus materiaal, en waarbij het uitstrijkelement zodanig op de houder bevestigbaar is, dat in een gemonteerde toestand het uitstrijkelement een uitsteeksel van de houder vormt waarvan een distaal e±ndgedee.11e op afstand van de uitstroomopening is gelegen.
Het uitstrijkelement kan losmaakbaar op de houder 5 worden bevestigd, zodat na gebruik het uitstrijkelement los van de houder schoongemaakt kan worden of vervangen kan worden door een ander uitstrijkelement. Yoorts kan het samenstel een afsluitdop omvatten 'welke losmaakbaar op de houder kan worden gemonteerd. De afsluitdop is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, 10 dat deze in gemonteerde toestand de uitstroomopening afsluit en het uitstrij kelement van de omgeving afscheidt.
Het samenstel kan verder een afsluitdop omvatten welke afsluitdop op de houder hevestigbaar is wanneer het uitstrijkelement daarvan is verwijderd.
15 Bij voorkeur is de houder voorzien van koppelingsmid- delen waarmee het uitstrijkelement of de afsluitdop koppeibaar is. Dit betekent, dat het uitstrijkelement en de afsluitdop gebruik maken van dezelfde koppelingsmiddelen van de houder, zodat de ene keer de afsluitdop en de andere keer het uit-20 strijkelement op de houder kan worden bevestigd. In de praktijk omvatten de koppelingsmiddelen bijvoorbeeld schroefdraad of een bajonetkoppeling.
Het uitstrijkelement kan zijn voorzien van een borstel, die zich bij voorkeur ter plaatse van het distale 2 5 e i n d g e d eelte be v i n d t. H et same n s t e 1 i s d a. n b i j v o o r beeld geschikt als tandenborstel. Het samenstel kan zodanig zijn uitgevoerd, dat in de gemonteerde toestand de borstel zich nabij de uitstroomopening bevindt, zodat bij het uitdrijven van het viskeuze materiaal, in dit geval bijvoorbeeld tandpasta, 30 direct op de borstel terechtkomt.
De uitvinding zal hierna verder -worden toegelicht aan de hand van tekeningen, die u i t vo e r i n g s v o o r b e e .1 d e n van de uitvinding zeer schematisch weergeven.
Fig. 1 is een zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van 35 de houder volgens de uitvinding,
Fig. 2 is een frontaal aanzicht van de houder volgens
Fig. 1.
Fig. 3 is een doorsnedeaanzicht van een afsluitdop voor de houder volgens Fig. 1, 4
Fig. 4 is een met Fig. 1 overeenkomend aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij het uitstri j kelement. is weggelaten.
Fig. 5 is een doorsnedeaanzicht van een afsluitdop 5 voor de houder volgens Fig. 4.
Fig. 6 is een met Fig. 4 overeenkomend aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij ook het uitstrijke-.1. em e n t i s a f g e b e e 1 d.
Fig, 7 is een doorsnedeaanzicht van een afsluitdop 10 voor de houder volgens Fig. 6.
Fig, 8 is een zijaanzicht van een gedeelte van een alternatieve uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding .
Fig. 9 is een doorsnedeaanzicht van een afsluitdop 15 voor de houder volgens Fig. 8.
Fig. 10 is een met Fig. 1 overeenkomend aanzicht op grotere schaal van een gedeelte van een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 11 is een zijaanzicht van de uitvoeringsvorm 20 volgens Fig. 10.
In Fig. 1 wordt een uitvoeringsvorm van een houder 1 volgens de uitvinding getoond. De houder 1 bevat een viskeus materiaal 2 zoals boter, chocopasta of een vergelijkbare substantie. De houder 1 omvat, een uitstroomopening 3 waardoor het 25 viskeuze materiaal 2 vanuit de houder 1 naar buiten kan stromen. In deze uitvoeringsvorm is de houder 1 een tube. Door het samenknijpen van de tube 1 kan het viskeuze materiaal 2 uit de tube 1 worden gedreven, In dit geval vormt daarom de tube 1 zelf de uitdrij fmiddelen voor het door de uitstroomopening 3 30 naar buiten uitdrijven van het viskeuze materiaal 2. De tube 1 is verder voorzien van een uitstrijkelement 4 voor het uitstrijken van het uit de tube 1 uitgedreven viskeuze materiaal 2 .
Fig. 1 toont dat het uitstrijkelement 4 een uitsteek-35 sel van de tube 1 vormt. Het uitstrijkelement 4 heeft een proximaal eindgedeelte 5 en een distaai eindgedeelte 6. Het distale eindgedeelte 6 ligt in buitenwaartse richting van de tube 1 gezien verder weg dan het daartegenover gelegen proximal e eindgedeelte 5 van het uitstrijkelement 4. Verder is in .Vv de in Fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm het distale eindgedeelte 6 op afstand van de uitstroomopening 3 gelegen, terwijl het proximate eindgedeelte 5 ter plaatse van de uitstroomopening 3 is gelegen. Het uitstrijkelement 4 en de tube 1 kunnen uit één S stuk zijn gemaakt, maar dat is niet noodzakelijk.
Het gedeelte van de tube 1 waarin zich het viskeuze materiaal bevindt heeft een langwerpige vorm en versmalt vanaf het op afstand van de uitstroomopening 3 gelegen uiteinde van de tube 1 naar het nabij de uitstroomopening 3 gelegen gedeel- 10 te van de tube 1. De grootte en de vorm van de tube 1 kan heel verschillend zijn, De lengte en doorsnede van de tube 1 zijn bij voorkeur zodanig dat deze goed hanteerbaar: is, dus zowel in het licht van het. uitduwen van het viskeuze materiaal 2 als in het licht van het uitsmeren. Dus ook als de tube 1 bijna 15 leeg is, is het gewenst dat de grootte en vorm van de tube nog steeds zodanig is dat nog goed gesmeerd kan worden, omdat de tube 1 zelf als handvat voor het uitstrijkelement 4 fungeert. Het is eventueel mogelijk om de tube 1 een zodanige vorm te geven, dat deze ergonomisch goed in de hand ligt.
20 Het uitstrijkelement 4 heeft ook een langwerpige vorm. De .1 eng ter icht ing van het uitstri j kelement i komt overeen met de lengterichting van de tube 1. Het uitstrijkelement 4 heeft in deze uitvoeringsvorm een srnesrkant 7, die in de lengterichting van het uitstrijkelement 4 onder een hoek met 25 de hartlijn van de tube 1 staat. Hierdoor kan bij het. smeren op een horizontaal vlak de tube 1 onder een hoek met het horizontale vlak worden gehouden, De vorm van het uitstrij kelement 4 kan ook een lepeIvorm hebben, of meer algemeen een C-vormiqe dwarsdoorsnede. Het uitstrij kelement 4 kan ook een gekromd 30 vlak hebben, dat in lengterichting van het uitstrijkelement 4 overgaat in een althans ongeveer plat vlak. De lengte van het uitstrijkelement 4 kan afhankelijk van de lengte van de tube 1 zijn, maar dat is niet noodzakelijk. Een praktische lengte om boter op een boterham te smeren, is bijvoorbeeld 4-5 cm, maar 35 voor andere toepassingen zijn andere lengtes mogelijk. Om. het. uitsmeren van het viskeuze materiaal 2 verder te vergemakkelijken, is het uitstri. j kelement 4 buigzaam, zoals bijvoorbeeld ook het geval is bij kunststof bestek.
$*>
De positionering van het ui tstri j kelenient 4 ten opzichte van de uitstrooiuopening 3 is te zien in Fig, 2, De uitstrooraopening' 3 ligt ter plaatse van de hartlijn van de tube 1 en het uitstrijkelement 4 strekt zich aan de buitenzijde 3 van de uitstrooraopening 3 uit. Er zijn nog vele andere posities ten opzichte van de uitstrooraopening 3 mogelijk. De uitstroomopening 3 kan bijvoorbeeld, ook op; afstand van de hartlijn van de tube 1 zijn gelegen, terwijl het uitstrijkelement 4 ter plaatse van de hartlijn van de tube 1 is gelegen, 10 In dit geval kan de tube 1 zodanig worden vastgehouden, dat bij het samenknijpen daarvan het viskeuze materiaal 2 direct op een zijde van het uitstrijkelement 4 komt. Daardoor kan het viskeuze materiaal 2 op het uitstrijkelement direct worden uitgesmeerd.
15 Fig, 3 toont een afsluitdop 8, are na gebruik op de tube 1 kan worden bevestigd. Daartoe is de afsluitdop 8 en de tube 1 voorzien van een bajonetkoppel.1 ng 9, Omdat in de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 het uitstrij kelement 4 vast verbonden is met de tube 1, is de afsluitdop 8 zodanig uitge-20 voerd, dat deze in gemonteerde toestand enerzijds de uitstroomopening 3 afsluit door middel van een pin 10 en anderzijds het uitstrijkelement 4 van de omgeving afscheidt. In plaats van de bajonetkoppeling 9 zijn allerlei andere verbin-dingsvormen mogelijk, zoals schroefdraad of een 25 klikverbinding. Bij voorkeur is de schroefdraad of bajonetverbinding zodanig dat de afsluitdop 8 aan de tube 1 los- en vastgemaakt kan worden met minder dan één omwenteling, zodat deze handelingen snel kunnen gebeuren.
De vorm van de pin 10 in de afsluitdop 8 en/of de tu-30 be 1 ter plaatse van de uitstroomopening 3 kan op verschillende manieren uitgevoerd zijn. Het is denkbaar ora het vrije eindgedee11e van de pin 10 en de binnenzijde van de uit-stroomopening 3 van een passende schroefdraad te voorzien, In een alternatieve uitvoeringsvorm is aan het vrije eindgedeelte 3 5 van. de pin 1.0 een verend dopje bevestigd of is ten minste het uiteinde van een flexibel materiaal zoals rubber gemaakt, dat tegen de rand van de ui tst roomopening 3 af steunt, bij bevestiging van de afsluitdop 8 op de tube 1, zodat de uitstroomopening 3 daardoor wordt afgesloten.
De bovenzijde van de afsluitdop 8 is althans ongeveer vlak, zodat de tube 1 met de afsluitdop 8 naar beneden gericht op een plat vlak stabiel kan blijven staan. Dit. heeft als voordeel dat in ongebruikte toestand de viskeuze massa 2 in de h richting van de uitstroomopening 3 zakt en voor gebruik direct ter plaatse van de uitstroomopening 3 aanwezig is om uit de tube 1 uitgeduwd te worden,
Fig, 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de houder 1, waarbij het uitstrijkelement 4 (niet getoond in Fig. 10 4) als apart onderdeel op de houder 1 gemonteerd kan worden.
In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de verbinding gerealiseerd door middel van een bajonetverbinding 11, maar vele alternatieve verbindingsvormen zijn denkbaar, zoals een klik-verbinding of schroefdraadverhinding. Het is eventueel 15 mogelijk, dat de verbinding wel tot stand gebracht kan worden, maar deze verbinding niet meer losmaakbaar is. In Fig. 5 wordt de bijbehorende afsluitdop 8 getoond, welke in principe overeenkomt met die volgens Fig. 3. De bajonetverbinding 11 voor de verbinding met het uitstrijkelement 4 en de bajonetverbin-20 ding 9 voor de verbinding met de afsluitdop 8 liggen op afstand van elkaar bij de tube 1 en kunnen onafhankelijk, van elkaar worden gebruikt. Bij deze uitvoeringsvorm kan de af-sluitdop 8 op de tube 1 ‘worden bevestigd zonder dat het uitstrijkelement 4 daarvan verwijderd dient, te worden.
25 Wanneer het uitstrijkelement 4 losmaakbaar op de hou der: 1 bevestigd kan worden, 'kan na gebruik het uitstrijkelement 4 van de tube 1 verwijderd worden en eventueel schoongemaakt worden. Het is ook denkbaar om het gebruikte uitstrij kelement 4 weg te gooien en bij de volgende keer een 30 nieuw uitstri. j kelement. 4 op de tube 1 te bevestigen. In de praktijk kan bijvoorbeeld bij één tube 1. een aantal uitstrijk-elementen 4 worden bij geleverd, eventueel zelfs met versch.i.ilende atmetingen en vormen,
In Fig, 6 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm ge-35 toond, 'waarbij het uitstrijkelement 4 op de tube 1 kan -worden geschroefd met behulp van de schroefdraadverbinding 11. In dit geval moet voor het afsluiten van de tube 1 het. uitstri j kelement 4 van de tube 1 worden verwijderd, om een afsluitdop 12 op de tube 1 te kunnen bevestigen, De afsluitdop 12 wij kt af van 8 de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, omdat deze afsluit-dop 12 alleen de uitstroomopening 13 afsluit, De afsluitdop 12 maakt dus gebruik van dezelfde schroefdraad 11 op de tube 1 als het losmaakbare uitstrij kelement 4, 5 In Fig. 8 en 9 zijn alternatieve uitvoeringsvormen getoond van een gedeelte van de tube 1 respectievelijk de af-sluitdop 12, waarbij de afsluitdop 12 door middel van een bajonetverbinding 11 aan de tube 1 kan worden gekoppeld. Uiteraard zal het b.i jbehorende uitstrij kelement 4 eveneens een 10 bajonetaans1uiting hebben.
In Fig. 10 en 11 worden zijaanzichten van een uitvoeringsvorm van een houder met een uitstrijkelement 4 getoond, waarbij te zien is dat het proximate eindgedeelte 5 van het uitstrijkelement 4 zich nabij de uitstroomopening 3 bevindt.
15 De smeerkant 7 maakt een hoek met de iangsas van de tube 1 en het uitstr:i j keiement 4 .
In een praktische uitvoeringsvorm bevat de tube 1 boter en heeft het uitstrij kelement 4 de vorm van een mes. Met name buitenshuis is het handig om de boter uit de tube 1 op 20 een boterham aan te brengen en de boter met het mes uit te smeren. Er hoeft in dit geval geen gebruik gemaakt te worden van een kuipje met een deksel, omdat de boter de tube 1 kan verlaten door middel van het samenknijpen van de tube 1. Dit betekent, dat met één hand zowel de boter uit de tube 1 kan 25 worden geduwd als de boter op de boterham kan worden gesmeerd.
Met de andere hand kan bijvoorbeeld de afsluitdop worden vastgehouden . In het geval van een conventioneel boterkuipje dient het kuipje met de ene hand te worden vastgehouden en het mes met de andere hand en is er dus geen hand meer over om het , 30 deksel vast te houden.
Het uitstrij kelement 4 en ook de tube 1 kunnen zijn gemaakt van een kunststof, maar metaal is ook denkbaar.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeiden die 35 op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de tube cilindervormig is in plaats van taps zoals in de getoond figuren. Verder zijn alternatieve uitdrijfmiddelen denkbaar om het viskeuze materiaal uit de houder uit te drijven.

Claims (16)

1, Houder (1) voor het opnemen van een viskeus materiaal (2), omvattende een uitstroomopening (3) voor het naar buiten laten stromen van een viskeus materiaal (2) vanuit de houder (1) en uitdrijfmiddelen voor het door de uitstroomope- 5 ning naar buiten uitdrijven van een zich in de houder {1} bevindend viskeus materiaal (2), waarbij de houder (1) is voorzien van een uitstrijkelement (4) voor het uitstrij ken van een viskeus materiaal (2) uit de houder (1), welk uitstrij ke™ ieraent (4) een uitsteeksel van de houder (1) vormt waarvan een 10 distaai eindgedeelte (6) op afstand van de uitstroomopening (3) is gelegen.
2. Houder (1) volgens conclusie 1, waarbij een proxi-maal eindgedeelte (5) van het uitstrijkelement (4) ter plaatse van de uitstroomopening (3) is gelegen.
3. Houder (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het uitstrijkelement (4) een langwerpige vorm heeft, zoals gezien vanaf de houder (1).
4, Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het uitstrijkelement (4) flexibel is en ten 20 minste buigzaam is.
5. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het uitstrijkelement (4) langer is dan 30% van de lengte van de houder (1), en bij voorkeur langer is dan 4 cru.
6. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclu sies, waarbij het uitstrijkelement (4) een gebogen zijde heeft.
7. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het uitstrijkelement (4) een C-vormige 30 dwarsdoorsnede heeft,
8, Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitdrijfmiddelen worden gevormd door de vervormbaarheid van de houder (1) teneinde het volume in de houder (1) te kunnen verkleinen. 35
9, Houder (1) volgens één van de voorgaande conclu sies, waarbij de houder een tube (1) is.
10. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een afsluitdop (8) losmaakbaar op de houder (1) is gemonteerd, welke afsluitdop (8) zodanig is uitgevoerd, dat deze in gemonteerde toestand de uitstroomopening (3) afsluit 5 en het uitstrij kelement (4) van de omgeving afscheidt,
11. Sarnenstei van een houder (.1) voor het opnemen van een viskeus materiaal (2) en een op de houder (1) monteer-baar uitstrijkeiement (4) voor het uitstrijken van een viskeus materiaal (2) uit de houder (1), waarbij de houder (1) is 10 voorzien van een uitstroomopening (3) voor het naar buiten laten stromen van een viskeus materiaal (2) vanuit de houder (1) en van uitdrijfrn.idde.len voor het door de uitstroomopening (3) naar buiten uitdrijven van een zich in de houder (1) bevindend viskeus materiaal (2), en waarbij het uitstrijkeiement (4) zo-15 danig op de houder (1) bevestigbaar is, dat in een gemonteerde toestand het uitstrijkeiement (4) een uitsteeksel van de houder vormt waarvan een distaai eindgedeelte (6) op afstand van de uit stroom opening (3) is gelegen.
12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij het uit-20 strijkeiement (4) losraaakbaar op de houder (1) is te bevestigen, en waarbij het samenstel bij voorkeur een afsluitdop (8) omvat welke losmaakbaar op de houder (1) kan worden gemonteerd, welke afsluitdop (8) bij voorkeur zodanig is uitgevoerd, dat deze in gemonteerde toestand de uitstroomopening; 25 (3) afsluit en het uitstrij keiement (4) van de omgeving af scheidt ,
13. Sarnenstei volgens conclusie 12, waarbij het samenstel verder een afsluitdop (12) omvat welke op de houder (1) bevestigbaar is wanneer het uitstrijkeiement (4) daarvan 30 is verwijderd.
14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij de houder (1) is voorzien van koppe1ingsmiddeIen (11) waarmee het uitstrij keiement (4) of de afsluitdop (12) koppeIbaar is.
15. Sarnenstei volgens conclusie 14, waarbij de kop- 35 pelingsmiddelen (11) schroefdraad of een bajonetkoppeling omvatten.
16. Samenstel volgens één van de conclusies 11-15, waarbij het uitstrijkeiement is voorzien van een borstel, die zich bij voorkeur ter plaatse van het distale eindgedeelte (6) bevindt,
NL2005003A 2010-02-16 2010-06-30 Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement. NL2005003C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005003A NL2005003C2 (nl) 2010-02-16 2010-06-30 Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037720 2010-02-16
NL1037720 2010-02-16
NL2005003A NL2005003C2 (nl) 2010-02-16 2010-06-30 Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement.
NL2005003 2010-06-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005003C2 true NL2005003C2 (nl) 2011-08-17

Family

ID=43416829

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005003A NL2005003C2 (nl) 2010-02-16 2010-06-30 Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2005003C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1846711A (en) * 1930-05-15 1932-02-23 Evensen Anton Container with applicator
DE1761875A1 (de) * 1968-07-17 1971-09-09 Wilfried Leitz Bchaelter mit Loeffelansatz
EP0463979A1 (fr) * 1990-06-26 1992-01-02 Plastiques Rg Dispositif pour conditionner et appliquer un produit contenu dans un tube souple et étanche
US5890630A (en) * 1997-09-05 1999-04-06 Lobdell; Raymond J. Device for dispensing flowable food products
DE20310771U1 (de) * 2003-07-13 2003-11-13 Stromberg Hans Josef Tubentülle, die sich zum Verstreichen von Tubeninhalt eignet
WO2004089275A1 (en) * 2003-04-14 2004-10-21 Huhtamaki (Uk) Limited Feeding device

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1846711A (en) * 1930-05-15 1932-02-23 Evensen Anton Container with applicator
DE1761875A1 (de) * 1968-07-17 1971-09-09 Wilfried Leitz Bchaelter mit Loeffelansatz
EP0463979A1 (fr) * 1990-06-26 1992-01-02 Plastiques Rg Dispositif pour conditionner et appliquer un produit contenu dans un tube souple et étanche
US5890630A (en) * 1997-09-05 1999-04-06 Lobdell; Raymond J. Device for dispensing flowable food products
WO2004089275A1 (en) * 2003-04-14 2004-10-21 Huhtamaki (Uk) Limited Feeding device
DE20310771U1 (de) * 2003-07-13 2003-11-13 Stromberg Hans Josef Tubentülle, die sich zum Verstreichen von Tubeninhalt eignet

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5890630A (en) Device for dispensing flowable food products
CA2679652C (en) Dispensing device for viscous materials
US9643200B2 (en) Squeeze container liquid extrusion tool
US3922099A (en) Applicator dispenser
US8051570B1 (en) Multi-use kitchen utility knife
KR970059054A (ko) 인간공학적 점성물질용 디스펜서
US10610200B2 (en) Gel application system
US10850894B2 (en) Dispensing system, spout and squeezable container
US10421596B2 (en) Container and dispenser for flowable material and method
CA3015303A1 (en) Food dispensing device
AU2008221238B2 (en) Dispenser
WO2010038047A2 (en) Dispensing container
NL2005003C2 (nl) Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement.
US20070131710A1 (en) Squeeze tube volume reducer
US6767151B1 (en) Dispenser/spreader article for spackling and paste
US20080099512A1 (en) Receptacle Having Moveable Base for Measuring, Transporting, and Dispersing Flowable Substances
US8424726B2 (en) Reusable sealing apparatus for containers of extractable material
US20150284171A1 (en) Hand-held system for dispensing viscous materials from a flexible pouch and methods of accomplishing the same
NL1038123C2 (nl) Houder, en samenstel van houder en uitstrijkelement.
EP1985547A1 (en) Closure for container
US10081482B1 (en) Liquid dispensing container
US20220015581A1 (en) Ladle including exterior sweeping squeegee arm
EP0434126A1 (en) Device for dosed pumping of viscous products
KR101635839B1 (ko) 짤주머니 압출기
EP3251967A1 (en) Dispensing system, spout and squeezable container

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140101