NL2004953C2 - Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen. - Google Patents
Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2004953C2 NL2004953C2 NL2004953A NL2004953A NL2004953C2 NL 2004953 C2 NL2004953 C2 NL 2004953C2 NL 2004953 A NL2004953 A NL 2004953A NL 2004953 A NL2004953 A NL 2004953A NL 2004953 C2 NL2004953 C2 NL 2004953C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- profile
- abutment
- degrees
- parts
- profile system
- Prior art date
Links
- 238000009413 insulation Methods 0.000 title claims description 75
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 15
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 11
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 11
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 11
- 238000007789 sealing Methods 0.000 claims description 11
- 230000008859 change Effects 0.000 claims description 5
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 claims description 3
- 239000013013 elastic material Substances 0.000 claims description 2
- 230000008961 swelling Effects 0.000 description 10
- 238000010926 purge Methods 0.000 description 5
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 4
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 4
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 4
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 4
- 230000009471 action Effects 0.000 description 2
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 2
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 2
- 230000005484 gravity Effects 0.000 description 2
- 239000012858 resilient material Substances 0.000 description 2
- 239000012790 adhesive layer Substances 0.000 description 1
- 239000011449 brick Substances 0.000 description 1
- 239000011093 chipboard Substances 0.000 description 1
- 230000005489 elastic deformation Effects 0.000 description 1
- 235000012438 extruded product Nutrition 0.000 description 1
- 238000001125 extrusion Methods 0.000 description 1
- 239000006261 foam material Substances 0.000 description 1
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 1
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 1
- 239000010410 layer Substances 0.000 description 1
- 239000010985 leather Substances 0.000 description 1
- 239000011241 protective layer Substances 0.000 description 1
- 238000005096 rolling process Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/62—Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
- E04B1/74—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
- E04B1/76—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only
- E04B1/7654—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising an insulating layer, disposed between two longitudinal supporting elements, e.g. to insulate ceilings
- E04B1/7658—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising an insulating layer, disposed between two longitudinal supporting elements, e.g. to insulate ceilings comprising fiber insulation, e.g. as panels or loose filled fibres
- E04B1/7662—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only comprising an insulating layer, disposed between two longitudinal supporting elements, e.g. to insulate ceilings comprising fiber insulation, e.g. as panels or loose filled fibres comprising fiber blankets or batts
- E04B1/7666—Connection of blankets or batts to the longitudinal supporting elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B7/00—Roofs; Roof construction with regard to insulation
- E04B7/20—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded
- E04B7/22—Roofs consisting of self-supporting slabs, e.g. able to be loaded the slabs having insulating properties, e.g. laminated with layers of insulating material
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04D—ROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
- E04D13/00—Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
- E04D13/16—Insulating devices or arrangements in so far as the roof covering is concerned, e.g. characterised by the material or composition of the roof insulating material or its integration in the roof structure
- E04D13/1606—Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure
- E04D13/1612—Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters
- E04D13/1625—Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters with means for supporting the insulating material between the purlins or rafters
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/62—Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
- E04B1/74—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls
- E04B1/76—Heat, sound or noise insulation, absorption, or reflection; Other building methods affording favourable thermal or acoustical conditions, e.g. accumulating of heat within walls specifically with respect to heat only
- E04B2001/7695—Panels with adjustable width
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Acoustics & Sound (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
Korte aanduiding: Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een profielsysteem 5 voor het aanbrengen van isolatiepanelen tussen langwerpige evenwijdige tot een ruimte behorende constructie-elementen, omvattende twee eerste langwerpige profieldelen ieder met een lijfdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen één van twee naar elkaar gerichte langszijden van twee respectievelijke naburige constructie-elementen, en twee tweede langwerpige profieldelen ieder met een 10 afwerkdeel voor aanligging met een binnenzijde daarvan tegen de naar de ruimte gekeerde zijde van een tussen twee eerste profieldelen aangebracht isolatiepaneel aan de omtrek daarvan, verbindingsmiddelen voor het met elkaar verbinden van ieder van de eerste profieldelen met een tweede profieldeel, en afsluitmiddelen voor het afsluiten van de naad tussen de binnenzijden van de twee respectievelijke 15 lijfdelen en een daar tegenover gelegen deel van de omtreksrand van het isolatiepaneel.
Met name ten behoeve van het isoleren van daken is het bekend om gebruik te maken van isolatiepanelen. Deze isolatiepanelen zijn ten minste hoofdzakelijk van schuimmateriaal zoals EPS en worden aan de binnenzijde van een 20 wand of dak van een ruimte aangebracht tussen parallel aan elkaar verlopende, horizontale, verticale of hellende balken. Dergelijke isolatiepanelen zijn in ieder geval aan de zichtzijde afgewerkt met een zichtlaag bijvoorbeeld van spaanplaat zodat het verder stuken van de isolatiepanelen niet nodig is.
Een profielsysteem volgens de inleiding wordt door de firma 25 Ecotherm op de markt gebracht voor toepassing bij isolatiepanelen die worden aangeduid met de naam iSoEasy®Pro. Bij dit systeem worden twee eerste profieldelen tegenover elkaar tegen naar elkaar gerichte langszijden van twee parallelle dakbalken geschroefd. Vervolgens wordt een isolatiepaneel op maat gezaagd. Vervolgens wordt op naar elkaar gerichte zijden van de lijfdelen van de 30 twee eerste profieldelen zwelband bevestigd. Deze zwelband wordt hiertoe op een rol aangeboden en is voorzien van een kleeflaag die op de rol nog is afgeschermd met een schutlaag. Vervolgens wordt het isolatiepaneel tussen de eerste profieldelen geplaatst waarbij de zwelband behoort aan te sluiten op de omtrek van het 2 isolatiepaneel, waarna een verbindingsrib van het tweede profieldeel klemmend in een verbindingsgroef van het eerste profieldeel wordt gestoken zodat het isolatiepaneel wordt opgesloten.
In de praktijk blijkt het aanbrengen van de isolatiepanelen tussen de 5 eerste profieldelen niet altijd even gemakkelijk uit te voeren. Met name bij het isoleren van daken hebben de isolatiepanelen nadat deze tussen twee eerste profieldelen zijn gepositioneerd de neiging om onder invloed van de zwaartekracht tussen de eerste profieldelen uit te vallen voordat de tweede profieldelen klemmend met de eerste profieldelen zijn verbonden. Om die reden wordt het aanbrengen van 10 de isolatiepanelen vaak met twee personen uitgevoerd. Eén persoon houdt het isolatiepaneel op zijn plaats, terwijl een tweede persoon de tweede profieldelen plaatst om het isolatiepaneel op te sluiten. Een ander praktisch probleem kan optreden indien het isolatiepaneel iets te ruim op maat is gemaakt waardoor het niet goed tussen de naar elkaar gerichte zijden van de zwelband geplaatst kan worden. 15 De zwelband heeft enige tijd nodig na het afrollen van de rol om te zwellen. Mocht om wat voor reden dan ook tussen het aanbrengen van de zwelband en het aanbrengen van de isolatiepanelen relatief veel tijd gelegen zijn, dan kan de zwelband al tot zijn maximale dikte zijn gezwollen en juist dan is de bovenstaande omschreven problematiek aan de orde. De zwelcapaciteit van een zwelband is ook 20 beperkt waardoor het op maat zagen van de isolatiepanelen relatief nauwkeurig moet gebeuren. Indien een isolatiepaneel juist wat aan de krappe kant op maat is gemaakt is er geen sprake is van een goede aansluiting tussen het zwelband en het isolatiepaneel hetgeen ten koste gaat van het isolerend vermogen.
De uitvinding beoogt voor de bovenstaand omschreven problematiek 25 althans ten dele een verbetering te verschaffen. Hiertoe is, overeenkomstig de onderhavige uitvinding, ieder eerste profieldeel voorzien van ten minste één langwerpig klemstripdeel dat veerkrachtig met de binnenzijde van het lijfdeel is verbonden, waarbij de klemstripdelen behorende bij de twee eerste lijfdelen tijdens en vanwege het tussen de lijfdelen aanbrengen van een isolatiepaneel vervormen en 30 onder veerkracht het isolatiepaneel tussen de twee eerste profieldelen klemmen. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding kan er sprake zijn van de veerkrachtige verbinding tussen het ten minste ene langwerpige klemstripdeel en de binnenzijde van het lijfdeel doordat het klemstripdeel van veerkrachtig materiaal is 3 vervaardigd waardoor het klemstripdeel elastisch kan vervormen of doordat de verbinding tussen het klemstripdeel en het lijfdeel zelf van veerkrachtige aard is waarbij het klemstripdeel dus van relatief stijf materiaal vervaardigd zou kunnen zijn maar eventueel ook van veerkrachtig materiaal vervaardigd zou kunnen zijn. Door 5 gebruik te maken van de veerkrachtig verbonden klemstripdelen is het voor een enkel persoon goed mogelijk om alleen isolatiepanelen, bijvoorbeeld tegen een schuine dakwand, te plaatsen aangezien de klemmende werkzaamheid van de klemstripdelen voorkomen dat de isolatiepanelen nadat deze tussen twee eerste profieldelen zijn aangebracht, onder invloed van de zwaartekracht zouden vallen of 10 verplaatsen.
Bij grote voorkeur sluit ieder klemstripdeel een hoek in gelegen tussen 30 graden en 85 graden, bij verdere voorkeur tussen 45 graden en 75 graden, met het bijbehorende lijfdeel waarbij het klemstripdeel naar de buitenzijde van de ruimte is gericht. Hierbij wordt gedoeld op de onbelaste situatie waarbij een eerste 15 profieldeel tegen een constructie-element is bevestigd maar er nog geen isolatiepaneel is geplaatst. Bij dergelijke hoeken blijkt het enerzijds mogelijk om met een beperkte hoeveelheid kracht een isolatiepaneel tussen twee eerste profieldelen klemmend te drukken terwijl anderzijds verschillen in maatvoering van de isolatiepanelen die kunnen ontstaan door het op maat maken van de isolatiepanelen, 20 kunnen worden opgevangen waarbij uiteraard ook de maatvoering van de klemstripdelen van belang is.
Om de inklemming te bevorderen is het voordelig indien aan het van het lijfdeel afgekeerde uiteinde van het klemstripdeel een naar de binnenzijde van de ruimte gerichte vertanding is voorzien voor klemmende aangrijping in het 25 isolatiepaneel.
De gebruikelijke onnauwkeurigheden bij het op maat maken van isolatiepanelen lijken zeer geschikt te kunnen worden opgevangen indien het van het lijfdeel afgekeerde uiteinde van het klemstripdeel op een afstand gelegen tussen 5 mm en 15 mm van de binnenzijde van het lijfdeel is gelegen.Hierbij wordt gedoeld op 30 de situatie waarbij het klemstripdeel niet wordt belast.
Een uitermate betrouwbare klemming van de isolatiepanelen tussen twee profieldelen wordt verkregen indien ieder eerste profieldeel is voorzien van ten minste twee klemstripdelen.
4
Uit oogpunt van produceerbaarheid geniet het de voorkeur dat het klemstripdeel is vervaardigd van hetzelfde materiaal als het bijbehorende lijfdeel. Aldus kunnen de eerste profieldelen eenvoudig en goedkoop middels extrusie worden vervaardigd.
5 Een zeer praktische uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de verbindingsmiddelen voor ieder paar van een eerste profieldeel en een tweede profieldeel een verbindingsgroef aan het eerste profieldeel omvatten die aan de naar de ruimte gekeerde zijde open is en aanwezig is tussen de binnenzijde van het lijfdeel aan de naar de ruimte gekeerde langszijde daarvan en een verbindingsstrip 10 die op afstand van het lijfdeel aan de binnenzijde daarvan is voorzien en is verbonden met het lijfdeel, alsmede een verbindingsrib aan de van de ruimte afgekeerde zijde van het tweede profieldeel, welke verbindingsrib klemmend opneembaar is in de verbindingsgroef. Door het aandrukken van de verbindingsrib van het tweede profieldeel in de verbindingsgroef van het eerste profieldeel kan een 15 verdere klemming van een isolatiepaneel worden bewerkstelligd en wel een klemming waarbij de klemkracht in de dikterichting van het isolatiepaneel is gericht.
Een betrouwbare verbinding tussen het eerste profieldeel en het tweede profieldeel kan daarbij met name worden verkregen indien volgens een verdere uitvoeringsvorm de verbindingsrib en de verbindingsgroef aan naar elkaar 20 gerichte zijden zijn voorzien van vertandingen.
Teneinde ook zoveel mogelijk een ongewenste luchtstroom tussen de eerste profieldelen en de isolatiepanelen te voorkomen, hetgeen uit energetisch oogpunt voordelig is, kenmerkt een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zich doordat ieder eerste profieldeel aan de binnenzijde van het lijfdeel is 25 voorzien van ten minste één langwerpig afsluitstripdeel van flexibel rubberachtig materiaal. Het flexibele rubberachtige karakter van het materiaal maakt het mogelijk dat het afsluitend stripdeel de contouren van het isolatiepaneel nauwkeurig volgt.
Het afsluitstripdeel is bij voorkeur vervaardigd van zacht PVC. Zacht PVC leent zich om te worden geëxtrudeerd gelijktijdig met een ander, stijver 30 kunststofmateriaal zoals hard PVC.
Binnen het kader van de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm is het zowel mogelijk dat het afsluitstripdeel direct met het lijfdeel is verbonden als dat het afsluitstripdeel via een klemstripdeel met het lijfdeel is verbonden.
5
In het laatste geval sluit het afsluitstripdeel zich bij voorkeur aan op de van het lijfdeel afgekeerde langsrand van het klemstripdeel.
Bij een hellend dak met gordingen is er behalve van deze gordingen ook sprake van een horizontaal verlopende balk in de nok van het dak. De 5 dwarsdoorsnede van deze balk is verticaal georiënteerd. Deze balk wordt aangeduid met de term nokgording. Daar waar een vloer aansluit op het hellende dak is er sprake van een horizontaal verlopende balk waarvan de verticale dwarsdoorsnede horizontaal is georiënteerd. Deze balk wordt in de regel aangeduid met de term muurplaat. Binnen het kader van de onderhavige beschrijving dient onder de 10 navolgend te hanteren term orthogonaal constructie-element ten minste de nokgording en de muurplaat te worden begrepen. Kenmerkend voor de orthogonale constructie-elementen is dat er sprake is van een horizontaal of verticaal georiënteerde flank anders dan bij “reguliere” gordingen waarvan de flanken hellend zijn georiënteerd loodrecht op de helling van het betreffende dak. Isolatiepanelen 15 dienen behalve tussen “reguliere” hellend georiënteerde gordingen ook te worden aangebracht tussen een reguliere gording en een daarboven gelegen nokgording dan wel tussen een reguliere gording en een daaronder gelegen muurplaat. Het is hiertoe bekend om gebruik te maken van houten regels die worden afgeschuind en tegen een flank van de nokgording dan wel muurplaat worden bevestigd waarbij een 20 zijde van de afgeschuinde regel een flank vormt die is gericht naar en evenwijdig verloopt aan een flank van de reguliere gording. Tussen de betreffende regel en de reguliere gording kunnen dan op een wijze die overeenkomt met de wijze waarop tussen gordingen onderling een isolatiepaneel kan worden aangebracht, isolatiepanelen worden aangebracht. Terzijde wordt opgemerkt dat als alternatief 25 voor een afgeschuinde houten regel ook gebruik kan worden gemaakt van afgeschuinde relatief smalle stroken van isolatiepanelen die in lijn met elkaar kunnen worden bevestigd tegen de nokgording of muurplaat. Ten opzichte van de toepassing van een afgeschuinde houten regel is er dan sprake van een verhoogde isolatiewaarde. De uitvinding verschaft nu tevens een profielsysteem waarbij de 30 verbindingsmiddelen een verbindingsprofiel omvatten waarmee zowel het eerste profieldeel als het tweede profieldeel kunnen worden verbonden, welk verbindingsprofiel een eerste aanligdeel voor aanligging tegen een buitenzijde daarvan door de buitenzijde van een eerste profieldeel en een tweede aanligdeel 6 voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen een langszijde van een orthogonaal constructie-element, waarbij het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel althans ter plaatse van de genoemde aanliggingen een hoek met elkaar insluiten gelegen tussen 10 graden en 80 graden en bij verdere voorkeur tussen 30 5 graden en 60 graden. Aldus kan het toepassen van afgeschuinde delen zoals bovenstaand omschreven overbodig worden gemaakt bij daken met verschillende hellingshoeken hetgeen een belangrijke tijdwinst oplevert bij het aanbrengen van isolatiepanelen aan de binnenzijde van een hellend dak.
Overigens is de toepassing van een dergelijk verbindingsprofiel 10 zoals bovenstaand omschreven niet alleen voordelig bij profielsystemen volgens de uitvinding zoals voorgaand omschreven maar tevens bij profielsystemen volgens de stand van de techniek zoals bijvoorbeeld het eerder genoemde iSoEasy®Pro. De voordelen die worden bereikt vanwege de toepassing van een verbindingsprofiel zoals bovenstaand omschreven staat namelijk los van de eventuele toepassing van 15 klemstripdelen. Derhalve verschaft de onderhavige uitvinding tevens een profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen tussen langwerpige evenwijdige tot een ruimte behorende constructie-elementen, omvattende twee eerste langwerpige profieldelen ieder met een lijfdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen twee naar elkaar gerichte langszijden van twee 20 respectievelijke naburige constructie-elementen, en twee tweede langwerpig profieldelen ieder met een afwerkdeel voor aanligging met een binnenzijde daarvan tegen de naar de ruimte gekeerde zijde van een tussen twee eerste profieldelen aangebracht isolatiepaneel aan de omtrek daarvan, verbindingsmiddelen voor het met elkaar verbinden van ieder van de eerste profieldelen met een tweede 25 profieldeel, en afsluitmiddelen voor het afsluiten van de naad tussen de binnenzijden van de twee respectievelijke lijfdelen en een daar tegen over gelegen deel van de omtreksrand van het isolatiepaneel waarbij de verbindingsmiddelen een verbindingsprofiel omvatten waarmee zowel het eerste profieldeel als het tweede profieldeel kunnen worden verbonden, welk verbindingsprofiel een eerste aanligdeel 30 voor aanligging tegen een buitenzijde daarvan door de buitenzijde van een eerste profieldeel en een tweede aanligdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen een langszijde van een orthogonaal constructie-element, waarbij het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel althans ter plaatse van de genoemde 7 aanliggingen een hoek met elkaar insluiten gelegen tussen 30 graden en 60 graden.
Volgens een zeer gunstige uitvoeringsvorm zijn het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel flexibel, bij verdere voorkeur veerkrachtig, met elkaar verbonden voor het kunnen wijzigen van de hoek die zij met elkaar insluiten.
5 Aldus kan een en hetzelfde profielsysteem worden toegepast voor daken met verschillende hellingshoeken.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm maakt het tweede aanligdeel deel uit van een wanddeel van het verbindingsprofiel, welk wanddeel in onbelaste toestand in dwarsdoorsnede een gebogen vorm heeft en welk wanddeel 10 ten minste ten dele van elastisch materiaal is voor het in belaste toestand kunnen vervormen van het wanddeel ter plaatse van het tweede aanligdeel van een gebogen vorm tot een vlakkere vorm. Een dergelijke vlakkere vorm zou in het uiterste geval volledig vlak kunnen zijn maar zal in de praktijk veelal nog enigszins gebogen zijn. De gebogen vorm biedt de gebruiker meer vrijheid ten aanzien van de positionering van 15 het verbindingsprofiel ten opzichte van het orthogonale constructie-element aangezien de aanligging wordt gerealiseerd zodra het verbindingsprofiel dusdanig in de nabijheid van het orthogonale constructie-element wordt gebracht dat laatstgenoemde zich binnen het bereik van de gebogen vorm bevindt.
Bij toepassing van een voornoemd wanddeel is het voordelig indien 20 ten minste dat wanddeel samen met het eerste aanligdeel een omsloten gebied bepaald waarbij wordt opgemerkt dat het omsloten gebied dus ook nog door andere delen van het profielsysteem kan worden bepaald. Binnen het omsloten gebied zal na aanbrenging van de isolatiepanelen er sprake zijn van stilstaande lucht welke een zekere isolerende werking heeft.
25 Indien het verbindingsprofiel is voorzien van ten minste één brugdeel dat de binnenzijden van het wanddeel en het eerste aanligdeel flexibel, bijvoorbeeld elastisch, onderling verbindt kan het ten minste ene brugdeel bijdragen aan het vormen van één of een aantal gesloten gebieden en tevens bijdragen aan de flexibele verbinding tussen het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel zoals 30 voorgaand omschreven voor het kunnen wijzigen van de hoek die zij met elkaar insluiten. Bovendien kan het ten minste ene brugdeel bijdragen aan de stijfheids-eigenschappen van het verbindingsprofiel.
In zijn algemeenheid geldt dat het verbindingsprofiel bij voorkeur 8 tussen het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel ten minste één vervormbare luchtkamer omvat die zich over de lengte van het verbindingsprofiel uitstrekt. Een dergelijke luchtkamer draagt bij aan de isolatiewaarde.
Specifiek voor toepassing bij een nokgording is het zeer voordelig 5 indien het verbindingsprofiel deel uitmaakt van een nokprofiel waarvan tevens een verder verbindingsprofiel deel uitmaakt welke verbindingsprofielen spiegel-symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn voorzien en onderling zijn verbonden via een koppeldeel. Gelijktijdig kunnen aldus aan beide verticale flanken van een nokgording verbindingsprofielen worden aangebracht waarbij de verbinding tussen 10 het nokprofiel en de nokgording tot stand kan worden gebracht via het koppeldeel.
De eerste aanligdelen van respectievelijk het verbindingsprofiel en het verdere verbindingsprofiel sluiten bij voorkeur, althans in onbelaste toestand, een hoek met elkaar in gelegen tussen 60 graden en 120 graden.
Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm zijn het 15 verbindingsprofiel en het verdere verbindingsprofiel door het koppeldeel veerkrachtig met elkaar verbonden. Een dergelijke veekrachtige verbinding maakt het mogelijk het verbindingsprofiel een nokgording klemmend te laten omgrijpen waardoor het verbindingsprofiel zelfstandig kan hangen aan de nokgording waardoor het definitief bevestigen van het verbindingsprofiel aan de nokgording, bijvoorbeeld door te 20 spijkeren ofte schroeven, uitermate eenvoudig kan plaatsvinden.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm kenmerkt zich doordat het koppeldeel een zich in de lengterichting van het verbindingsprofiel uitstrekkende scheidingslijn heeft voor het van elkaar kunnen scheiden van het verbindingsprofiel en het verdere verbindingsprofiel. Een dergelijke scheidingslijn kan bijvoorbeeld een 25 perforatielijn zijn of een lijn waarlangs de wanddikte van het profiel aanmerkelijk is gereduceerd zodat de genoemde scheiding relatief eenvoudig teweeg kan worden gebracht, eventueel zelfs zonder dat daartoe gereedschappen noodzakelijk zijn. Deze scheidingslijn strekt zich bij voorkeur uit in het spiegelvlak, leder van de helften die ontstaan na de genoemde scheiding kunnen worden toegepast bij muurplaten.
30 Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is het ook denkbaar dat het verbindingsprofiel en het eerste profieldeel als een integraal onderdeel worden uitgevoerd. Dan is er sprake van een situatie waarbij ten minste één van de twee eerste profieldelen aan de van het ten minste ene langwerpige klemstripdeel 9 afgekeerde zijde van het lijfdeel is voorzien van een aanligdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen een langszijde van een orthogonaal constructie-element, waarbij het lijfdeel en het aanligdeel een hoek gelegen tussen tussen 10 graden en 80 graden en bij verdere voorkeur tussen 30 graden en 60 graden met 5 elkaar maken.
Het is daarbij zeer gunstig indien het lijfdeel en het aanligdeel flexibel, bij verdere voorkeur veerkrachtig, met elkaar zijn verbonden voor het kunnen wijzigen van de hoek die zij met elkaar insluiten.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een 10 verbindingsprofiel voor toepassing bij een profielsysteem volgens een van de voorgaand aan de orde gekomen uitvoeringsvormen van de uitvinding waarbij er sprake is van een verbindingsprofiel.
Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een eerste profieldeel voor toepassing bij een profielsysteem volgens de uitvinding zoals 15 voorgaand aan de orde gekomen.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens de uitvinding. Bij deze beschrijving wordt verwezen naar de navolgende figuren: 20 figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een zolderruimte waarin een profielsysteem volgens de uitvinding is toegepast; figuur 2 toont een verticale dwarsdoorsnede ter plaatse van een gording; figuur 3 toont in kops aanzicht het eerste profieldeel en het tweede 25 profieldeel van het toegepaste profielsysteem; figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een eerste profieldeel; figuur 5 toont de toepassing van het profielsysteem volgens figuur 1 ter plaatse van een nokgording; 30 figuur 6 toont in kops aanzicht een verbindingsprofiel zoals deze deel kan uitmaken van het profielsysteem volgens figuur 1; figuur 7 toont het verbindingsprofiel volgens figuur 6 in toegepaste vorm bij een nokgording; 10 figuur 8 toont de helft van het verbindingsprofiel volgens figuur 6; figuur 9 toont het profiel volgens figuur 8 zoals toegepast bij een dakplaat.
Figuur 1 toont (een deel van) een zolderruimte 1 met een vloer 2, 5 dak 3 en stenen wand 4. Dak 3 omvat een aantal gordingen 4 die worden gevormd door zich horizontaal uitstrekkende houten balken met een rechthoekige dwarsdoorsnede die hellend zijn georiënteerd, loodrecht op het dakvlak. De gordingen bevinden zich op een typische onderlinge afstand van ca 120 cm. In de nok van dak 3 is een speciale gording voorzien namelijk een nokgording 28 die 10 eveneens wordt gevormd door een zich horizontaal uitstrekkende houten balk. De hoofdzakelijk rechthoekige dwarsdoorsnede van de nokgording 28 is verticaal georiënteerd. Daar waar dak 3 en vloer 2 elkaar ontmoeten is op vloer 2 een muurplaat 29 voorzien die eveneens wordt gevormd door een zich horizontaal uitstrekkende houten balk. De dwarsdoorsnede van deze houten balk is horizontaal 15 georiënteerd. Tegen de buitenzijden van de gordingen 4 is een houten dakbeschot 5 van planken bevestigd bijvoorbeeld door schroeven of spijkeren.
Voor het isoleren van het dak 3 wordt gebruik gemaakt van isolatiepanelen 6 die ten minste aan één en in dit voorbeeld aan twee zijden zijn voorzien van een afwerkingsplaat 7 (zie figuur 2). De isolatiepanelen 6 zijn voorzien 20 tussen gordingen 4.
Voor het aanbrengen van isolatiepanelen 6 tussen de gordingen 4 wordt gebruik gemaakt van een profielsysteem 10 (zie ook figuur 3). Dit profielsysteem bestaat uit een eerste profieldeel 11 en een tweede profieldeel 12. Het eerste profieldeel 11 heeft een lijfdeel 13, een aanslagdeel 14 die een hoek a 25 gelegen tussen 85 graden en 89 graden maakt met het lijfdeel 13, twee klemstripdelen 15a, 15b (eventueel navolgend gemeenschappelijk aan te duiden met verwijzingscijfer 15) en een verbindingsstripdeel 16 dat via brugdeel 17 met het lijfdeel 13 is vervaardigd. De delen 13-17 zoals bovenstaand omschreven zijn van een kunststof materiaal zoals hard PVC vervaardigd dat geschikt is om te worden 30 geëxtrudeerd en nog enigszins vervormbaar althans in de toegepaste wanddikte van 1 mm is.
Het lijfdeel 13 en het verbindingsstripdeel 16 vormen daartussen een verbindingsgroef 18, ter plaatste van verbindingsgroef 18 zijn het lijfdeel 13 en het 11 verbindingsstripdel 16 aan de naar elkaar gerichte zijden voorzien van vertandingen 19. De klemstripdelen 15 maken een hoek (3 ter grootte van circa 60° met het lijfdeel 13.
Het eerste profieldeel 11 omvat verder een viertal zogenaamde 5 softlips 20-23. Deze softlips 20-23 zijn van een flexibel elastisch kunststof materiaal zoals zacht PVC vervaardigd en in ieder geval van een ander materiaal dan waarvan het overige deel van het eerste profieldeel 11 is vervaardigd. Daardoor zijn de softlips 20-23 beduidend flexibeler dan de overige delen van het eerste profieldeel 11. Softlips 20, 21 strekken zich uit in het verlengde van de klemstripdelen 15a, 15b. 10 Softlip 22 is naar het lijfdeel 11 gericht en maakt een hoek y ter grootte van circa 35 graden ten opzichte van het aanslagdeel 14. Softlip 23 sluit direct aan op lijfdeel 13 en wel aan de tegenovergelegen zijde van klemstripdelen 15 op een positie tussen klemstripdeel 15b en aanslagdeel 14. Softlip 23 maakt een hoek 8 ter grootte van 35 graden ten opzichte van lijfdeel 13. Aan het uiteinde van klemstripdelen 15 zijn deze 15 voorzien van een weerhaak 24 die zich op een afstand van 10 mm van het lijfdeel 13 bevinden.
Het tweede profieldeel 12 omvat een verbindingsrib 31 en een aanslagdeel 32. Verbindingsrib 31 is voorzien van vertandingen 33 vergelijkbaar met vertandingen 19. De dikte van verbindingsrib 31 komt overeen met die van 20 verbindingsgroef 18 waardoor verbindingsrib 31 klemmend kan worden opgenomen in verbindingsgroef 18 ten behoeve van het verbinden van het tweede profieldeel 12 met het eerste profieldeel 11. Aanslagdeel 32 sluit nabij een langsrand ervan aan op de verbindingsrib 31. De verbindingsrib 31 en het aanslagdeel 32 zijn van hetzelfde kunststof materiaal vervaardigd als (althans het grootste deel van) het eerste 25 profieldeel 11. Het tweede profieldeel 12 is verder voorzien van twee relatief korte softlips 34, 35 aan de twee tegenover elkaar gelegen langranden van aanslagdeel 32. Deze softlips 34, 35 zijn van hetzelfde materiaal vervaardigd als het materiaal waarvan softlips 20-23 zijn vervaardigd.
Aan de hand van figuur 2 wordt navolgend uiteengezet hoe het 30 plaatsen van een isolatiepaneel 6 tussen gordingen 4 met behulp van profielsysteem 10 wordt uitgevoerd. In eerste instantie worden eerst de profieldelen 11, nadat deze op lengte zijn gemaakt, bevestigd tegen naar elkaar gerichte langszijden (flanken) van gordingen 4 waartussen een isolatiepaneel 6 dient te worden aangebracht 12 waarbij aanslagdeel 14 is gericht naar het dakbeschot 5 maar zich daar nog wel op enige afstand van bevindt. Men dient zich te realiseren dat gordingen 4 in de praktijk veelal niet kaarsrecht zijn maar vaak licht gebogen. De aard van het materiaal waarvan het eerste profieldeel 11 is vervaardigd en de vormgeving daarvan maken 5 het echter mogelijk dat het eerste profieldeel 11 zich vormt naar de vorm van de gording 4 waartegen het wordt bevestigd zodat een goede aansluiting wordt verkregen. In het onverhoopte geval dat toch nog de neiging zou ontstaan dat er sprake is van een luchtspleet tussen het lijfdeel 13 en de gording 4 bewerkstelligt softlip 23 dat de luchtspleet wordt gedicht.
10 Vervolgens worden ook de isolatiepanelen 6 op lengte gezaagd. Het op maat gemaakte isolatiepaneel 6 wordt vervolgens tussen de betreffende gordingen 4 oftewel tussen de eerste profieldelen 11 die tegen deze gordingen 4 aan zijn bevestigd, geschoven. Het op lengte maken van het isolatiepaneel 6 is daarbij dusdanig uitgevoerd dat de lengte van het isolatiepaneel 6 in beperkte mate groter is 15 dan de afstand tussen weerhaken 24 van de twee tegenover elkaar gelegen eerste profieldelen 11. Dientengevolge zullen de klemstripdelen 15 vervormen doordat enerzijds hoeken p kleiner worden terwijl tevens de aanvankelijk rechte vorm van de klemstripdelen 15 enigszins krom wordt waardoor er ruimte ontstaat voor het isolatiepaneel 6 om tussen de twee betreffende weerhaken 24, ofwel tussen de twee 20 bijbehorende klemstripdelen 15 van twee verschillende eerste profieldelen 11 te passeren. Het doordrukken van het isolatiepaneel 6 geschiedt totdat deze aanslaat tegen aanslagdeel 14. Weerhaken 24 en de veerkracht van klemstripdelen 15 dragen er in die toestand zorg voor dat ook nadat het isolatiepaneel 6 wordt losgelaten, isolatiepaneel 6 ingeklemd blijft tussen de eerste profieldelen 11 en dus niet op de 25 grond zullen vallen ook als het isolatiepaneel verder niet wordt ondersteund. De softlips 20, 21 en 22 zullen ook vervormen tijdens het aanbrengen van het isolatiepaneel 6 en zorg dragen voor een luchtdichte aansluiting van isolatiepaneel 6 op het eerste profieldeel 11.
Als laatste stap worden twee tweede profieldelen 12 met de twee 30 respectievelijke eerste profieldelen 11 verbonden door verbindingsrib 31 in verbindingsgroef 18 te drukken. De binnenzijde van aanslagdeel 32 zal daarbij aandrukken tegen de zichtzijde van isolatiepaneel 6 en isolatiepaneel 6 nog iets dieper in de richting van het dakbeschot 5 drukken, waardoor aanslagdeel 14 nog 13 enigszins zal vervormen (hoek a wordt groter), zodat er ook in de dikterichting van isolatiepaneel 6 sprake is van enige klemspanning. Tussen naburige isolatiepanelen 6 die zijn voorzien tussen twee dezelfde gordingen 4, kan verdere afwerking plaats vinden door aldaar afwerkingsstrips 40 te voorzien.
5 Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm 51 van een eerste profieldeel die eventueel ook in combinatie met het tweede profieldeel 12 te gebruiken is. Het enige verschil tussen het eerste profieldeel 11 en het eerste profieldeel 51 is dat de softlips 20, 21 zijn vervangen door (langere) softlips 52, 53 die met een langsrand direct aansluiten op lijfdeel 13 waarvan de tegenover gelegen 10 langsrand op eenzelfde afstand van lijfdeel 13 is gelegen als de vrije langsranden van softlips 20, 21.
Figuur 5 toont hoe profielsysteem 10 ook kan worden toegepast voor het aanbrengen van isolatiepanelen 6 tussen nokgording 28 en de daaronder gelegen gording 4. Nokgording 28 heeft een verticaal georiënteerde langszijde 27 die 15 dus een hoek insluit met de (bovenste) langszijde van gording 4. Om die reden is nokgording 28 ongeschikt om tegen de langszijde 27 daarvan direct een eerste profieldeel 11 te bevestigen die dan eveneens verticaal georiënteerd zou zijn. In figuur 5 wordt echter gebruik gemaakt van een strook 26 die onder een hoek van een isolatiepaneel is afgezaagd. Voor zover nokgording 28 langer is dan het betreffende 20 isolatiepaneel kunnen een aantal stroken 26 achter elkaar worden toegepast. Strook 26 is bevestigd tegen langszijde 27 van nokgording 28. De hoek waaronder de strook 26 is afgeschuind is dusdanig gekozen dat langszijde 25 van de strook 26 zich volledig evenwijdig uitstrekt aan de langszijden van gording 4. Deze langszijde 25 is daarmee geschikt geworden om daar tegen een eerste profieldeel 11 van het 25 profielsysteem 10 te bevestigen. Op een volstrekt vergelijkbare wijze kan gebruik worden gemaakt van een afgeschuinde strook ter plaatse van muurplaat 29 zoals de vakman zal begrijpen. In het onderhavige voorbeeld vinden stroken 26 hun oorsprong in een isolatiepaneel. Dit biedt het voordeel dat ook ter plaatse van strook 26 er sprake is van een serieuze isolerende werking. Alternatief zou ook gebruik kunnen 30 worden gemaakt van afgeschuinde houten regels.
Met het afschuinen van stroken 26 en het bevestigen daarvan tegen een langszijde van een nokgording of een dakplaat is relatief veel tijd gemoeid. Binnen dit kader verschaft de onderhavige uitvinding tevens een verbindingsprofiel 14 dat is weergegeven in figuur 6 en die de toepassing van afgeschuinde delen zoals bovenstaand omschreven zijn overbodig maakt. Nokprofiel 61 betreft een kunststof geëxtrudeerd product dat, net als het eerste profieldeel 11 en het tweede profieldeel 12 grotendeels is vervaardigd van hard PVC en voor het overige deel is vervaardigd 5 van zacht PVC.
Nokprofiel 61 is spiegelsymmetrisch en omvat twee (gespiegelde) verbindingsprofielen 63 die door koppeldeel 64 onderling met elkaar zijn verbonden, leder verbindingsprofiel 64 omvat een eerste aanligdeel 64 dat (in dwarsdoorsnede) een rechte vorm heeft en een gebogen wanddeel 65. Ter plaatse van de 10 verwijzingscijfers 66, 67 sluiten de langsranden van het eerste aanligdeel 64 en het gebogen wanddeel 65 op elkaar aan. Aldus bepalen het eerste aanlegdeel 64 en het gebogen wanddeel 65 een omsloten gebied dat in drie kamers 68, 69, 70 is verdeeld vanwege twee brugdelen 71, 72 die de binnenzijden van het gebogen wanddeel 65 en het eerste aanligdeel 64 met elkaar verbindt. Na aanbrengen van isolatiepanelen 15 6 aan de binnenzijde van dak 3 zal het binnen kamers 68, 69, 70 sprake zijn van stilstaande lucht waardoor een zekere isolerende werkzaamheid wordt verkregen.
leder verbindingsprofiel 63 is verder voorzien aan de buitenzijde van het eerste aanligdeel 64 daar waar koppeldeel 64 aansluit op het verbindingsprofiel 63, van een verbindingsrib 73 vergelijkbaar met verbindingsrib 31 20 en een verbindingsgroef 74 vergelijkbaar met verbindingsgroef 18.
Koppeldeel 64 omvat een relatief dikwandig middendeel 75 die is voorzien van een breeknaad 76 in het spiegelvlak 62. Breeknaad 76 strekt zich uit over de volledige lengte van nokprofiel 61 en maakt het mogelijk om (in figuur 6) het linker deel van nokprofiel 61 eenvoudig te scheiden van het rechter deel van 25 nokprofiel 61. Figuur 8 toont een van beide helften die dan ontstaat terwijl figuur 9 laat zien hoe een dergelijke helft kan worden toegepast voor het aanbrengen van een isolatiepaneel grenzend aan muurplaat 29. Koppeldeel 64 omvat aan de twee tegenover elkaar gelegen langsranden daarvan buigdelen 77 die, anders dan het resterend deel van nokprofiel 61, zijn vervaardigd van zacht PVC materiaal waardoor 30 de buigdelen het bijbehorende verbindingsprofiel 63 flexibel en veerkachtig met het middendeel 75 verbinden. In onbelaste toestand, zoals is weergegeven in figuur 6, sluiten de eerste aanligdelen 64 van de beide verbindingsprofielen 63 van een nokprofiel 61 een hoek van circa 90 graden met elkaar in en zijn de gebogen 15 wanddelen 65 van de twee verbindingsprofielen 63 van de nokprofiel 61 op een minimale afstand x van elkaar gelegen.
Figuur 7 laat zien hoe nokprofiel 61 kan worden toegepast ter plaatse van nokgording 28 met breedte b. Om het nokprofiel 61 op de juiste positie te 5 kunnen bevestigen ten opzichte van nokgording 28 en dak 3 is aan de onderzijde van nokgording 28 een opvullat 78 aangebracht. Vervolgens wordt het nokprofiel 61 vanaf de onderzijde over de nokgording 28 geschoven. Ervan uitgaande dat breedte b van nokgording 28 in beperkte mate groter is (bijvoorbeeld 3 cm) dan afstand x zullen de verbindingsprofielen 63 de neiging hebben om tegen de veerwerking van 10 buigdelen 77 en het elastisch vervormingsvermogen van de verbindingsprofielen 63 in van elkaar te wijken zodat afstand x gelijk wordt aan breedte b. Daar waar de gebogen wanddelen 65 aanliggen tegen de langszijde 27 van nokgording 28 zal het gebogen wanddeel 65 de neiging hebben om een vlakkere vorm aan te nemen. Het gebied van ieder van de gebogen wanddelen 65 waar aanligging tegen langszijde 27 15 plaatsvindt wordt aangeduid als het tweede aanligdeel 79. Met name vanwege de verende werkzaamheid van buigdelen 77 zullen de gebogen wanddelen 65 van nokprofiel 61 een klemkracht uitoefenen op de langszijden 27 van nokgording 28 waardoor het nokprofiel 61 zelfstandig kan blijven hangen. Hierdoor heeft een gebruiker geen handen nodig om het nokprofiel op de juiste positie te houden 20 wanneer hij definitief het nokprofiel 61 aan nokgording 28 bevestigt, bijvoorbeeld door een schroef door middendeel 75 heen in opvullat 78 en eventueel nokgording 28 te schroeven.
Na het bevestigen van het nokprofiel 61 wordt een eerste profieldeel 11 aan een verbindingsprofiel 63 (zie rechterzijde in figuur 7) bevestigd door 25 verbindingsgroef 18 om verbindingsrib 73 te drukken waarbij het lijfdeel 13 aan komt te liggen tegen het eerste aanligdeel 64. Vervolgens wordt een op maat gemaakt isolatiepaneel 6 tussen genoemd eerste profieldeel 11 en een eerste profieldeel 11 dat tegen de bovenste flank van een onder nokgording 28 gelegen gording 4 bevestigde profieldeel gedrukt waardoor het eerste profieldeel 11 dat zichtbaar is in 30 figuur 7 enigszins tegen de klok in zal zwenken gelijktijdig het gebogen wanddeel 65 verder vervormende en het tweede aanligdeel 79 vergrotende. In figuur 7 is het tweede aanligdeel 79 als een vlakke langszijde weergegeven maar in de praktijk is het goed mogelijk dat het tweede aanligdeel 79 ook een enigszins gebogen vorm 16 blijft behouden. Het aangebrachte isolatiepaneel 6 blijft op zijn positie vanwege de klemmende werkzaamheid van klemstripdelen 15a en 15b zodat verdere afwerking eenvoudig kan plaatsvinden door het tweede profieldeel 12 met verbindingsrib 31 in verbindigsgroef 74 te steken.
5 Zoals reeds aangegeven kan op een volstrekt vergelijkbare wijze een helft van nokprofiel 61, zoals weergegeven in figuur 8 worden toegepast bij een muurplaat 29 waartegen eventueel ook een opvullat 80 is bevestigd om er voor zorg te dragen dat uiteindelijk het eerste profieldeel 11 aldaar op de juiste positie wordt gepositioneerd.
10
Claims (27)
1. Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen tussen langwerpige evenwijdige tot een ruimte behorende constructie-elementen, 5 omvattende twee eerste langwerpige profieldelen ieder met een lijfdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen één van twee naar elkaar gerichte langszijden van twee respectievelijke naburige constructie-elementen, en twee tweede langwerpige profieldelen ieder met een afwerkdeel voor aanligging met een binnenzijde daarvan tegen de naar de ruimte gekeerde zijde van een tussen twee 10 eerste profieldelen aangebracht isolatiepaneel aan de omtrek daarvan, verbindingsmiddelen voor het met elkaar verbinden van ieder van de eerste profieldelen met een tweede profieldeel, en afsluitmiddelen voor het afsluiten van de naad tussen de binnenzijden van de twee respectievelijke lijfdelen en een daar tegen over gelegen deel van de omtreksrand van het isolatiepaneel, met het kenmerk, dat 15 ieder eerste profieldeel is voorzien van ten minste één langwerpig klemstripdeel dat veerkrachtig met de binnenzijde van het lijfdeel is verbonden, waarbij de klemstripdelen behorende bij de twee eerste lijfdelen tijdens en vanwege het tussen de lijfdelen aanbrengen van een isolatiepaneel vervormen en onder veerkracht het isolatiepaneel tussen de twee eerste profieldelen klemmen.
2. Profielsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ieder klemstripdeel een hoek insluit gelegen tussen 30 graden en 85 graden, bij verdere voorkeur tussen 45 graden en 75 graden, met het bijbehorende lijfdeel waarbij het klemstripdeel naar de buitenzijde van de ruimte is gericht.
3. Profielsysteem volgens conclusie 1of 2, met het kenmerk, dat aan 25 het van het lijfdeel afgekeerde uiteinde van het klemstripdeel een naar de binnenzijde van de ruimte gerichte vertanding is voorzien voor klemmende aangrijping in het isolatiepaneel.
4. Profielsysteem volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat het van het lijfdeel afgekeerde uiteinde van het klemstripdeel op een afstand gelegen 30 tussen 5 mm en 15 mm van de binnenzijde van het lijfdeel is gelegen.
5. Profielsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ieder eerste profieldeel is voorzien van ten minste twee klemstripdelen.
6. Profielsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het klemstripdeel is vervaardigd van hetzelfde materiaal als het bijbehorende lijfdeel.
7. Profielsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen voor ieder paar van een eerste profieldeel en 5 een tweede profieldeel een verbindingsgroef aan het eerste profieldeel omvatten die aan de naar de ruimte gekeerde zijde open is en aanwezig is tussen de binnenzijde van het lijfdeel aan de naar de ruimte gekeerde langszijde daarvan en een verbindingsstrip die op afstand van het lijfdeel aan de binnenzijde daarvan is voorzien en is verbonden met het lijfdeel, alsmede een verbindingsrib aan de van de 10 ruimte afgekeerde zijde van het tweede profieldeel, welke verbindingsrib klemmend opneembaar is in de verbindingsgroef.
8. Profielsysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de verbindingsrib en de verbindingsgroef aan naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van vertandingen.
9. Profielsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ieder eerste profieldeel aan de binnenzijde van het lijfdeel is voorzien van ten minste één langwerpig afsluitstripdeel van flexibel rubberachtig materiaal.
10. Profielsysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het afsluitstripdeel is vervaardigd van zacht PVC.
11. Profielsysteem volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het afsluitstripdeel direct met het lijfdeel is verbonden.
12. Profielsysteem volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het afsluitstripdeel via een klemstripdeel met het lijfdeel is verbonden.
13. Profielsysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het 25 afsluitstripdeel op de van het lijfdeel afgekeerde langsrand van het klemstripdeel op het klemstripdeel aansluit.
14. Profielsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een verbindingsprofiel omvatten waarmee zowel het eerste profieldeel als het tweede profieldeel kunnen worden verbonden, 30 welk verbindingsprofiel een eerste aanligdeel voor aanligging tegen een buitenzijde daarvan door de buitenzijde van een eerste profieldeel en een tweede aanligdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen een langszijde van een orthogonaal constructie-element, waarbij het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel althans ter plaatse van de genoemde aanliggingen een hoek met elkaar insluiten gelegen tussen 10 graden en 80 graden en bij verdere voorkeur tussen 30 graden en 60 graden.
15. Profielsysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het 5 eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel flexibel, bij verdere voorkeur veerkrachtig, met elkaar zijn verbonden voor het kunnen wijzigen van de hoek die zij met elkaar insluiten.
16. Profielsysteem volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het tweede aanligdeel deel uitmaakt van een wanddeel van het verbindingsprofiel, welk 10 wanddeel in onbelaste toestand in dwarsdoorsnede een gebogen vorm heeft en welk wanddeel ten minste ten dele van elastisch materiaal is voor het in belaste toestand kunnen vervormen van het wanddeel ter plaatse van het tweede aanligdeel van een gebogen vorm tot een vlakkere vorm.
17. Profielsysteem volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat ten 15 minste het wanddeel samen met het eerste aanligdeel een omsloten gebied bepaalt.
18. Profielsysteem volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het verbindingsprofiel is voorzien van ten minste één brugdeel dat de binnenzijden van het wanddeel en het eerste aanligdeel flexibel, bij voorkeur elastisch, onderling verbindt.
19. Profielsysteem volgens één van de conclusies 14 tot en met 18, met het kenmerk, dat het verbindingsprofiel tussen het eerste aanligdeel en het tweede aanligdeel ten minste één vervormbare luchtkamer omvat die zich over de lengte van het verbindingsprofiel uitstrekt.
20. Profielsysteem volgens één van de conclusies 14 tot en met 19, met 25 het kenmerk, dat het verbindingsprofiel deel uitmaakt van een nokprofiel waarvan tevens een verder verbindingsprofiel deel uitmaakt welke verbindingsprofielen spiegelsymmetrisch ten opzichte van elkaar zijn voorzien en onderling zijn verbonden via een koppeldeel.
21. Profielsysteem volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de eerste 30 aanligdelen van respectievelijk het verbindingsprofiel en het verdere verbindingsprofiel, althans in onbelaste toestand, een hoek met elkaar insluiten gelegen tussen 20 graden en 160 graden en bij verdere voorkeur tussen 60 graden en 120 graden.
22. Profielsysteem volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat het verbindingsprofiel en het verdere verbindingsprofiel door het koppeldeel veerkrachtig met elkaar zijn verbonden.
23. Profielsysteem volgens conclusie 20, 21 of 22, met het kenmerk, dat 5 het koppeldeel een zich in de lengterichting van het verbindingsprofiel uitstrekkende scheidingslijn heeft voor het van elkaar kunnen scheiden van het verbindingsprofiel en het verdere verbindingsprofiel.
24. Profielsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één van de twee eerste profieldelen aan de van het ten minste ene langwerpige 10 klemstripdeel afgekeerde zijde van het lijfdeel is voorzien van een aanligdeel voor aanligging met een buitenzijde daarvan tegen een langszijde van een orthogonaal constructie-element, waarbij het lijfdeel en het aanligdeel een hoek gelegen tussen tussen 10 graden en 80 graden en bij verdere voorkeur tussen 30 graden en 60 graden met elkaar maken.
25. Profielsysteem volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het lijfdeel en het aanligdeel flexibel, bij verdere voorkeur veerkrachtig, met elkaar zijn verbonden voor het kunnen wijzigen van de hoek die zij met elkaar insluiten.
26. Verbindingsprofiel voor toepassing bij een profielsysteem volgens één van de conclusies 14 tot en met 23.
27. Eerste profieldeel voor toepassing bij een profielsysteem volgens één van de conclusies 1 tot en met 25. 25
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2004953A NL2004953C2 (nl) | 2010-06-23 | 2010-06-23 | Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen. |
EP11171145A EP2400072B1 (en) | 2010-06-23 | 2011-06-23 | Profile system for fitting insulation panels |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2004953A NL2004953C2 (nl) | 2010-06-23 | 2010-06-23 | Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen. |
NL2004953 | 2010-06-23 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2004953C2 true NL2004953C2 (nl) | 2011-12-27 |
Family
ID=44650970
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2004953A NL2004953C2 (nl) | 2010-06-23 | 2010-06-23 | Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2400072B1 (nl) |
NL (1) | NL2004953C2 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2525048B (en) * | 2014-04-11 | 2020-07-01 | Cureton Jason | Housing and retaining apparatus for insulation boarding |
GB2592682A (en) * | 2020-03-06 | 2021-09-08 | Crossley Edward | A fixing, kit and method |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2700468C2 (de) * | 1977-01-07 | 1979-02-15 | Braas & Co Gmbh, 6000 Frankfurt | Wärmedämmende Innenverkleidung für von Sparren getragene Dächer |
NL7908365A (nl) | 1979-11-15 | 1981-06-16 | Redland Braas Nv | Dak- of wandkonstruktie voorzien van warmte- en/of geluidsisolatiepanelen. |
DE4440131A1 (de) * | 1994-05-31 | 1996-02-08 | Dennert Kg Veit | Befestigungsvorrichtung zur Montage in sich starrer Wärmedämmplatten zwischen Dachsparren eines Dachstuhles oder dergleichen |
US20050017142A1 (en) * | 2003-07-22 | 2005-01-27 | Everett Ogden | Insulation hanger |
-
2010
- 2010-06-23 NL NL2004953A patent/NL2004953C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2011
- 2011-06-23 EP EP11171145A patent/EP2400072B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2400072B1 (en) | 2013-02-13 |
EP2400072A1 (en) | 2011-12-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10961718B2 (en) | Cladding element | |
US8640415B2 (en) | Fire-rated wall construction product | |
EP2225422B1 (en) | Panel mounting system | |
US20170016227A1 (en) | Header track wall assembly having caulk smear | |
CA2889176A1 (en) | Trapeze hanger system including trapeze hanger fitting | |
JPH0415337B2 (nl) | ||
US20160040425A1 (en) | Façade Wall Attachment System | |
NL2004953C2 (nl) | Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen. | |
GB2432724A (en) | Roof anchor for collector elements | |
NO133628B (nl) | ||
ES2963337T3 (es) | Montantes, travesaños y sistemas de ventanas y muros cortina | |
US9670672B2 (en) | Roof panel system | |
ES2969324T3 (es) | Montantes, travesaños y sistemas de muro cortina | |
JP6120566B2 (ja) | 金属製建具における竪枠と横枠の接続部の防水構造 | |
EP0651105A2 (en) | Quick-fit structural glazing | |
US20230374791A1 (en) | Self-adhering bead device | |
CN210238814U (zh) | 一种建筑室外楼面变形缝处防漏水构造 | |
NL2009653C2 (nl) | Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie. | |
US20230323657A1 (en) | Sealing device for edge joints and drywall | |
NL2013633B1 (nl) | Werkwijze voor het koppelen van langwerpige elementen, alsmede een systeem. | |
CN110291262B (zh) | 用于建筑物的壁构造及制造其的方法 | |
AU2017200910A1 (en) | End lap sealing strip | |
AU2014101056A4 (en) | Glazing bar assembly | |
AU2017279655A1 (en) | An edge seal flashing | |
DE50303781D1 (de) | Baustoff |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PLED | Pledge established |
Effective date: 20121012 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150101 |