NL2009653C2 - Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie. - Google Patents

Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL2009653C2
NL2009653C2 NL2009653A NL2009653A NL2009653C2 NL 2009653 C2 NL2009653 C2 NL 2009653C2 NL 2009653 A NL2009653 A NL 2009653A NL 2009653 A NL2009653 A NL 2009653A NL 2009653 C2 NL2009653 C2 NL 2009653C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
insulation panel
profile
structural elements
aforementioned
insulation
Prior art date
Application number
NL2009653A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2009653A (nl
Inventor
Bart Gorp
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Publication of NL2009653A publication Critical patent/NL2009653A/nl
Priority to NL2014301A priority Critical patent/NL2014301C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2009653C2 publication Critical patent/NL2009653C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/16Insulating devices or arrangements in so far as the roof covering is concerned, e.g. characterised by the material or composition of the roof insulating material or its integration in the roof structure
    • E04D13/1606Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure
    • E04D13/1612Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters
    • E04D13/1625Insulation of the roof covering characterised by its integration in the roof structure the roof structure comprising a supporting framework of roof purlins or rafters with means for supporting the insulating material between the purlins or rafters

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie.
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een constructie, zoals een dakconstructie, alsmede op een set van accessoires die hierbij kan worden aangewend.
Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het isoleren van een constructie, die minstens twee parallelle constructie-elementen omvat en waarbij de werkwijze minstens de stap omvat van het tussen de voornoemde constructie-elementen aanbrengen van isolatiemateriaal, bijvoorbeeld isolatiemateriaal onder de vorm van een isolatiepaneel.
Dergelijke werkwijzen zijn op zich reeds ruim gekend, bijvoorbeeld voor het na-isoleren of renoveren van een bestaande dakconstructie vanaf de binnenzijde van het dak. Het is bijvoorbeeld bekend glas- of rotswol dekens tussen de ribben van een dakconstructie aan te brengen. Deze dekens worden gebruikelijk bevestigd door ze aan hun randen te nieten of te nagelen tegen de voornoemde ribben. Dergelijke dekens hebben een beperkte isolatie waarde. Het aanbrengen van deze isolatie is zeer tijdrovend en het werken met isolatiedekens is onhandig.
Uit het EP 2 400 072 is een werkwijze bekend waarbij isolatiepanelen met de hulp van twee profielvormige elementen tussen de gordingen van een dakconstructie worden aangebracht. Een eerste profiel wordt bevestigd tegen de gordingen en omvat veerkrachtige lippen die klemmen tegen de randen van het tussen de gordingen aangebracht isolatiepaneel. Een tweede profiel sluit de naad tussen de gordingen en de randen van het isolatiepaneel af. De klemkracht waarmee het isolatiepaneel tussen de gordingen wordt gehouden is sterk afhankelijk van de afmetingen van het isolatiepaneel, en derhalve is een nauwkeurige afkorting van het paneel wenselijk. Het systeem van het EP’072 berust volledig op wrijving om de isolatiepanelen tussen de gordingen vast te houden en kan leiden tot een onbetrouwbare vasthoudkracht zowel tijdens de installatie als erna, vooral bij kleinere dakhellingen, bijvoorbeeld bij dakhelhngen kleiner dan 45°.
Uit het EP 0 029 277 is een dak- of wandconstructie bekend waarbij profielen op de randen van de isolatiepanelen klikkend samenwerken met profielen voorzien op de gordingen. Het profiel dat zich op de gordingen bevindt, omvat een veerkrachtige flens, terwijl het ermee samenwerkend profiel op de rand van het isolatiepaneel een uitstekend gedeelte vertoont. De isolatiepanelen moeten in de richting dwars op hun oppervlak tussen de gordingen worden gedrukt, totdat het voornoemde uitstekend gedeelte zich tot voorbij de veerkrachtige flens heeft bewogen. Hierbij bestaat het risico dat een breuk optreedt in het isolatiemateriaal of in het isolatiepaneel in zijn geheel. De profielen laten geen tolerantieverschillen toe in de dikte van de panelen en vereisen een nauwkeurige, en vooral rechte, afkorting van de isolatiepanelen. Het samenspel van de profielen van het EP’277 resulteert in één luchtkamer die zich van de ene naar de andere zijde van het isolatiepaneel uitstrekt. Dergelijke luchtkamer heeft een negatieve invloed op de isolatiewaarde van het geheel.
De huidige uitvinding beoogt in de eerste plaats een alternatieve techniek aan te bieden voor het isoleren van constructies, zoals dakconstructies, waarbij, volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen ervan, tevens een oplossing wordt geboden voor de problemen gerelateerd aan de werkwijzen uit de stand van de techniek.
Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het isoleren van een constructie, zoals een dakconstructie, waarbij de constructie minstens twee parallelle constructie-elementen omvat, waarbij de werkwijze minstens de stap omvat van het tussen voornoemde parallelle constructie-elementen aanbrengen van een isolatiepaneel, waarbij het betreffende isolatiepaneel en de parallelle constructie-elementen voorzien zijn van samenwerkende verbindingselementen, met als kenmerk dat voornoemde verbindingselementen minstens een op het isolatiepaneel voorzien flexibel gedeelte en een ermee samenwerkende ondersnijding omvatten en dat de stap van het aanbrengen van het isolatiepaneel minstens het achter de ondersnijding aanbrengen van het voornoemde flexibel gedeelte omvat. Doordat het flexibel gedeelte op het isolatiepaneel is voorzien, wordt een systeem verkregen dat minder gevoehg is aan tolerantieverschillen en onnauwkeurige inkorting van de panelen. Het flexibel gedeelte kan eventueel zodanig op gevat zijn dat het door de gebruiker eenvoudig kan worden versteld indien een gebrekkige of ontoereikende installatie wordt vastgesteld.
Het is duidelijk dat met “parallelle constructie-elementen” louter wordt aangeduid dat deze constructie-elementen zich, globaal gezien, parallel uitstrekken. Bij voorkeur betreffen de voornoemde parallelle constructie-elementen horizontale ribben of gordingen van een dakconstructie. In het geval van een wandconstructie kan het ook gaan om rechtopstaande of verticale balken, of eventueel om horizontale balken.
Bij voorkeur ontstaat bij het aanbrengen van het isolatiepaneel tussen de constructie-elementen een contactoppervlak tussen een uiteinde van het flexibel gedeelte en een wand van de ondersnijding.
Bij voorkeur is het flexibel gedeelte hoofdzakelijk opgebouwd als een roteerbare en/of buigbare flens. De roteerbaarheid en/of de buigbaarheid van de flens laat toe dat de flens bij het invoegen van het isolatiepaneel tussen de constructie-elementen weggedrukt kan worden en naar het einde van deze stap door zijn flexibihteit terugkeert in de richting van zijn uitgangspositie. Het is hierbij niet noodzakelijk dat de uitgangspositie terug wordt ingenomen. Er kan namebjk een restverbuiging of restrotatie aanwezig zijn die het isolatiepaneel in zekere mate opspant in de positie tussen de constructie-elementen. Bij voorkeur is dergelijke flens met haar uiteinde naar de binnenzijde van de constructie gericht. Volgens een andere mogelijkheid is het flexibel gedeelte hoofdzakelijk opgebouwd als een verschuifbare en/of samendrukbare flens. Het is duidelijk dat de verschuifbaarheid en/of de samendrukbaarheid van de flens toelaat deze weg te drukken bij de stap van het invoegen van het isolatiepaneel tussen de constructie-elementen. Ook hier kan een restverschuiving of restsamendrukking aanwezig bhjven, hetgeen dan op een gelijkaardige manier tot een opspanning van het isolatiepaneel kan leiden.
Bij voorkeur is voornoemde ondersnijding voorzien op minstens één van de voornoemde constructie-elementen, en bij voorkeur op beide parallelle constructie-elementen. Bij voorkeur wordt de voornoemde ondersnijding verwezenlijkt aan de hand van een op het betreffende parallelle constructie-element aangebracht profiel. Op deze manier kunnen de ribben of gordingen van een bestaande dakconstructie eenvoudig worden voorzien van dergehjke ondersnijding bijvoorbeeld door het betreffende profiel tegen de betreffende ribben of gordingen vast te maken, bijvoorbeeld door deze profielen er tegen te vijzen, nagelen en/of lijmen. Bij voorkeur betreft het een profiel uit kunststof. Een kunststof profiel vermijdt het optreden van eventuele koudebruggen.
In de gevallen waarbij de voornoemde ondersnijding wordt verwezenlijkt aan de hand van een profiel, bevat dit profiel bij voorkeur een gedeelte waarmee het tegen de rand het isolatiepaneel aanligt. Meer speciaal vormt dit gedeelte bij voorkeur een contactoppervlak met de rand van het isolatiepaneel. Dergelijk gedeelte is bij voorkeur vervormbaar of beweegbaar, beter nog elastisch vervormbaar of elastisch beweegbaar, uitgevoerd. Afwijkingen op de afmetingen van de isolatiepanelen, en in het bijzonder van de lengte ervan, kunnen worden opgevangen door het toelaten van een vervorming of beweging van het betreffende gedeelte, waarbij deze vervorming of verplaatsing aanwezig blijft in de uiteindelijke dakconstructie. Bij voorkeur laat de vervorming of verplaatsing toe dat de afstand van het betreffende gedeelte tot het constructie-element waarop het betreffende profiel is aangebracht kan wijzigen. Voor een praktische uitvoeringsvorm van dergelijke gedeelten wordt verwezen naar de gedetailleerde beschrijving.
Bij voorkeur maakt het voornoemde flexibel gedeelte deel uit van een op het betreffende isolatiepaneel aangebrachte clips. Wanneer met clips wordt gewerkt, die bijvoorbeeld door de gebruiker op het isolatiepaneel worden aangebracht of reeds fabrieksmatig op het isolatiepaneel zijn voorzien, is een geringere kracht vereist om de isolatiepanelen tussen de parallelle constructie-elementen in te drukken, dan wanneer met profielen van volle lengte zou worden gewerkt, bovendien kunnen tolerantieverschillen eenvoudiger in rekening worden gebracht. Als resultaat wordt het risico op breuk in het isolatiemateriaal of van het isolatiepaneel in zijn geheel in verregaande mate geminimaliseerd· Bij voorkeur zijn de clips verstelbaar uitgevoerd, of zijn zij verstelbaar aan het isolatiepaneel bevestigd. Zo bijvoorbeeld kunnen zij eenvoudig met een gedeelte in het isolatiemateriaal worden geprikt en/of rond een eventuele basisplaat van het isolatiepaneel grijpen. Voor de clips kan kunststof of metaal als materiaal worden gekozen. Bij voorkeur wordt met kunststof gewerkt. Door het gebruik van clips kan op vlotte wijze een correcte positionering loodrecht op het dakvlak worden bereikt. Bovendien kan elke clip voorzien in een khkkend geluid die de goede samenwerking met de ondersnijding aangeeft. Dergehjk khkkend geluid boezemt de installateur telkens vertrouwen in dat een goede positionering is bereikt.
In het geval het flexibel gedeelte deel uitmaakt van een clips, vertonen deze clips bij voorkeur een lengte langsheen de rand van het isolatiepaneel van 3 tot 9 centimeter.
Het spreekt voor zich dat het volgens de uitvinding niet uitgesloten is dat voor het flexibele gedeelte, in de plaats van met clips, zou worden gewerkt met profielen van volle lengte, of met profielen van een lengte die minstens één derde of minstens de helft van de lengte van de bijhorende rand van het isolatiepaneel bedraagt.
Bij voorkeur zijn de verbindingselementen van de uitvinding aanwezig aan beide randen van het betreffende isolatiepaneel die zich parallel uitstrekken met de voornoemde constructie-elementen of deze constructie-elementen flankeren.
Bij voorkeur is de bekomen geïsoleerde constructie vrij van luchtkamers die zich eendelig van de ene naar de andere zijde van het isolatiepaneel uitstrekken. Bij voorkeur wordt de naad tussen constructie-element en isolatiepaneel gevormd door minstens twee luchtkamers.
Bij voorkeur wordt volgens de werkwijze van de uitvinding uitgegaan van isolatiepanelen die minstens een basisplaat en een erop aangebracht isolatiemateriaal omvat. Bij voorkeur wordt voor het isolatiemateriaal een hardschuim toegepast. Harde schuimen, zoals polyurethaan of polyisocyanuraat, hebben een hogere isolatiewaarde per millimeter dikte dan zachte schuimen of wolisolatie. Hardschuim laat tevens een bevestiging van eventuele clips toe door dergelijke clips met een gedeelte ervan in het isolatiemateriaal te prikken. De aanwezigheid van de basisplaat laat dan weer eenvoudig toe dat dergelijke eventuele clips rond de basisplaat kunnen klemmen. Bij voorkeur betreft het voornoemde isolatiepaneel een zogenaamd sandwichelement, waarbij het isolatiemateriaal tussen twee plaatvormige basiselementen is aangebracht. De voornoemde basiselementen betreffen bij voorkeur houtgebaseerde platen, zoals spaanplaten of MD F of HDF platen. Het gebruik van gipsplaten en andere is uiteraard niet uitgesloten.
Bij voorkeur omvat de werkwijze van de uitvinding verder nog de stap van het af dichten van minstens één van de tussen het isolatiepaneel en de constructie-elementen aanwezige naden. Bij voorkeur wordt de stap van het afdichten aan de hand van een profielvormig element uitgevoerd dat de betreffende naad afdekt. Ook de eventuele naden die zich tussen respectieve isolatiepanelen, dwars op de constructie-elementen, uitstrekken kunnen aan de hand van een bijkomstig profiel worden afgedicht.
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding verder nog betrekking heeft op een geïsoleerde dak- of wandconstructie die aan de hand van een werkwijze volgens de uitvinding is bekomen. De huidige uitvinding heeft verder nog betrekking op een set van accessoires die zeer geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze van de uitvinding. Hiertoe betreft de uitvinding een set van accessoires met als kenmerk dat deze set minstens één of meerdere clips omvat met een flexibel gedeelte en een profiel dat een ondersnijding vertoont. Het spreekt voor zich dat dergelijke chps en profiel de kenmerken van één of meer van de hoger nog genoemde voorkeurdragende uitvoeringsvormen hiervoor kan vertonen. Bij voorkeur omvat de voornoemde set minstens nog een tweede profiel, waarbij dit profiel geschikt is voor het af dichten van een naad tussen het isolatiepaneel en minstens één van de parallelle constructie-elementen. Bij voorkeur worden de profielen en clips die deel uitmaken van de set in een gemeenschappelijke verpakking aangeboden.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een dakconstructie weergeeft bekomen aan de hand van een werkwijze met de kenmerken van de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de in figuur 1 weergegeven lijn II-II; figuur 3 in eenzelfde zicht enkele stappen weergeeft in een werkwijze volgens de uitvinding; figuur 4 een set van accessoires weergeeft zoals die aangewend worden in de werkwijze van figuur 3; figuur 5 een profiel weergeeft uit een set van accessoires volgens de uitvinding; en figuren 6 en 7 nog een profiel en zijn toepassing weergeven uit een set van accessoires volgens de uitvinding; waarbij figuur 7 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de in figuur 1 weergegeven lijn VII-VII.
Figuur 1 geeft een dakconstructie 1 weer die bekomen is aan de hand van een werkwijze van de uitvinding. Het betreft een dakconstructie 1 die minstens twee parallelle constructie-elementen omvat, in dit geval gordingen 2.
Figuur 2 geeft weer dat de geïsoleerde dakconstructie 1 minstens een isolatiepaneel 3 omvat dat tussen de voornoemde constructie-elementen 2 is aangebracht. Het betreft hierbij een sandwich paneel, waarbij het isolatiemateriaal 4, in dit geval polyisocyanuraat, tussen twee plaatvormige basiselementen 5 is aangebracht.
Voor het aanbrengen van het isolatiepaneel 3 werden het isolatiepaneel 3 en de constructie-elementen 2 voorzien van samen werkende verbindingselementen 6 die minstens een op het isolatiepaneel 3 voorzien flexibel gedeelte 7 en een ermee samen werkende ondersnijding 8 omvatten.
Het flexibel gedeelte 7 maakt in het voorbeeld deel uit van een op het isolatiepaneel 3 aangebrachte clips 9, die, bijvoorbeeld door de installateur, met een gedeelte 9A in het isolatiemateriaal 4 werd geprikt. Het betreft bijvoorbeeld kunststof clips 9 of metalen clips 9. In het voorbeeld grijpt de clips 9 ook rond één van de plaatvormige basiselementen 5 of basisplaten van het isolatiepaneel 3. Het is duidelijk dat bij voorkeur meerdere van dergelijke clips 9 op de betreffende randen 10 van het isolatiepaneel 3 worden voorzien. Bij voorkeur tussen 2 en 7 per lopende meter van de rand.
De voornoemde ondersnijding 8 is voorzien op minstens één van de voornoemde constructie-elementen 2 en is verwezenlijkt aan de hand van op de constructie-elementen 2 aangebrachte, in dit geval vastgeschroefde, profielen 11, bij voorkeur kunststof profielen.
Figuur 3 geeft de stap weer van het aanbrengen van het isolatiepaneel 3 en toont duidelijk aan dat hierbij het flexibel gedeelte 7 achter de ondersnijding 8 moet worden aangebracht. Het flexibel gedeelte 7 is hiertoe uitgevoerd als een roteerbare flens, die, zoals aangegeven met de pijl 12, weggedrukt kan worden door het profiel 11 dat de ondersnijding 8 omvat en/of door het constructie-element 2 zelf. De betreffende flens is met haar uiteinde 13 naar de binnenzijde van de dakconstructie 1 gericht. Zoals duidelijk blijkt uit de in figuur 2 weergegeven contouren in streeplijn 14 van de flens in rust, vertoont het flexibel gedeelte 7 een restverbuiging in de geïsoleerde constructie. Dergehjke restverbuiging verzorgt een stabiele ophanging van het isolatiepaneel 3 tussen de parallelle constructie-elementen 2 die bijzonder bestand is tegen trillingen uit het vlak van het isolatiepaneel 3.
Bij het aanbrengen van het isolatiepaneel 3 ontstaat, zoals weergegeven op figuur 2, een contactoppervlak 15 tussen het uiteinde 13 van het flexibel gedeelte 7 en een wand van de ondersnijding 8. Verder ligt het isolatiepaneel 3 aan tegen de L-vormige gedeelten 16 van de profielen 11.
Figuren 2 en 3 geven weer dat ook de profielen 11 die op de constructie-elementen 2 zijn voorzien in de uiteindehjke constructie een restvervorming vertonen. De restvervorming van het profiel 11 resulteert in een goede afdichting van de naden 17 tussen isolatiepaneel 3 en de constructie-elementen 2 aan de zijde 18 van het isolatiepaneel 3 die naar de buitenkant van de constructie 1 is gewend. Er worden namelijk afgesloten kamers 19 van stilstaande lucht gerealiseerd ter plaatse van deze naden 17. Dergelijke afgesloten kamers 19 hebben op zich een goede thermisch isolerende waarde. De betreffende profielen 11 zijn verder voorzien van zachte lipvormige gedeelten 20 die de afsluiting van de betreffende kamers 19 ten goede komen. De mogelijke vervorming van de profielen 11 laten enige tolerantie op de dikte T en/of lengte L van de isolatiepanelen 3 toe. De hier weergegeven profielen 11 zijn zodanig opgevat dat telkens een contactoppervlak 21 met de rand 10 van het isolatiepaneel 3 wordt onderhouden. Het contactoppervlak 21 wordt meer speciaal gevormd tussen het L-vormig gedeelte 16 van het profiel 11, meer speciaal de portie 22 daarvan die zich parallel met het constructie-element 2 uitstrekt en de rand 10 van het isolatiepaneel 3.
Onafhankelijk van de eigenhjke vorm van de profielen 11 wordt opgemerkt dat het vormen van een vlak contactoppervlak 21 met de rand 10 van het isolatiepaneel 3 een goede opspanning van het isolatiepaneel 3 veroorzaakt. Dergelijke opspanning kan op zich, bijvoorbeeld zonder toepassing van de chps 9, al voldoende zijn om het isolatiepaneel op te houden, zelfs bij dakhellingen van 45° of meer.
Er wordt opgemerkt dat geen enkele van de voornoemde afgesloten luchtkamers 19 zich van de ene zijde 18 van het isolatiepaneel 3 naar de andere zijde 23 uitstrekt. De betreffende naad 17 omvat, zoals voornoemd, bij voorkeur minstens twee afgesloten luchtkamers 19, in de voorbeelden zelfs minstens drie luchtkamers 19.
Aan de zijde 23 van het isolatiepaneel 3 die naar de binnenkant van de constructie 1 is gericht vertoont het profiel 11 dat op het constructie-element 2 is aangebracht een bevestigingsgedeelte 24 voor een profielvormig element 25 waarmede ook de aldaar aanwezige naad 17 kan worden afgedicht. De stap van het afdichten wordt op figuur 2 en 3 schematisch aangegeven met de pijl 26. Ter bevordering van de afdichting omvat het profielvormig element 25 eveneens zachte lipvormige gedeelten 27.
Figuur 4 geeft een set 28 van accessoires weer die werd aangewend bij de werkwijze geïllustreerd in figuren 1 tot 3. De set omvat één of meerdere van de voornoemde clips 9, één of meerdere profielen 11 ter bevestiging op de parallelle constructie-elementen 2, en bij voorkeur, zoals hier, één of meerdere profielvormige elementen 25 voor het afdichten van de naden 17 aan de binnenzijde 23 van de constructie 1. Het bevestigingsgedeelte 29 van de clips 9 is conisch uitgevoerd zodanig dat dit rond basiselementen 5 van verschillende dikte kan worden geklemd. Zo bijvoorbeeld kan het bevestigingsgedeelte 29 samenwerken met basiselementen 5 met een dikte gelegen tussen 2 en 5 mm, of tussen 3 en 4 mm.
Figuur 5 geeft nog een profiel 11 weer dat bij dergelijke werkwijze kan worden toegepast. Het betreft een profiel 11 dat een ondersnijding 8 vormt en bij voorkeur bevestigd wordt op één der parallelle constructie-elementen 2. Het profiel 11 van figuur 5 laat toe dikkere isolatiepanelen 3 aan te wenden. In combinatie met dit profiel 11 en het dikkere isolatiepaneel 3 kunnen identieke clips 9 en/of profielvormige afdichtingselementen 25 worden toegepast als het geval is in figuren 1 tot 4. Het onderscheid tussen het profiel 11 van figuur 5 en de in voorgaande figuren weergegeven profielen 11 betreft in het bijzonder de afmetingen van het L-vormig gedeelte 16, meer speciaal de lengte van de portie 22 daarvan die zich parallel met het constructie-element 2 uitstrekt.
Figuur 6 geeft nog een bijkomstig profiel 30 weer voor het, zoals in figuur 7 weergegeven, afdichten van de naden 31 die zich tussen respectieve isolatiepanelen 3, dwars op de constructie-elementen 2, uitstrekken. Het profiel 30 beschikt over een rib 32 die eenvoudige positionering in de naad 31 toelaat.
Er wordt nog opgemerkt dat de in figuur 6 weergegeven naad 31 zich eventueel louter plaatselijk, ter hoogte van de randen van het betreffende basiselement 5, kan bevinden, terwijl verder naar de buitenkant van de constructie 1 het respectievelijke isolatiemateriaal 4 van de naburige isolatiepanelen 3 elkaar contacteert. Hierbij kan het isolatiemateriaal 4 zijn uitgevoerd met complementaire contouren, zoals met een sponning, met een tand-groef contour of dergelijke meer. Zulks is hier niet weergegeven.
De figuren geven verder nog weer dat de profielen 11-25-30 op één of meerdere plaatsen kunnen voorzien zijn van een kleefband 33. Dergelijke kleefband 33 kan een nog betere afdichting bewerkstelligen. Dergelijke kleefband 33 bevordert ook het installatiegemak, met name in het geval van de profielen 11 die tegen de parallelle constructie-elementen 2 dienen te worden bevestigd. Zij kunnen eerst louter met de kleefband 33 worden vastgehecht, waarna het definitief vastschroeven vlotter kan verlopen. Er wordt nog opgemerkt dat dergelijke kleefband 33 uiteraard ook op de clips 9 kan worden toegepast.
Als materiaal voor de verschillende profielen 11, 25, 30 en de clips 9 komen vooral PVC (polyvinylchloride), PP (polypropyleen) en PE (polyethyleen) in aanmerking. In het geval van PVC kunnen één of meerdere van de profielen 11, 25, 30 of clips 9 hoofdzakelijk in hard of semi-flexibel PVC zijn uitgevoerd, terwijl de voornoemde zachte lipgedeelten 20-27 dan in een zachter materiaal zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in zacht PVC, dat zoals bekend 12% of meer weekmaker omvat, of in polyurethaan.
Er wordt nog op gemerkt dat de uitvinding volgens een verder onafhankelijk aspect ook betrekking heeft op een profiel 11 voor het bevestigen van een isolatiepaneel 3 in een dakconstructie 1, waarbij het profiel 11 een eerste gedeelte omvat dat geschikt is om te worden bevestigd tegen een constructie-element 2, alsmede een tweede gedeelte 22 dat zich in de bevestigde positie van het profiel 11 op een afstand van het constructie-element 2 bevindt en elastisch beweegbaar is in de richting van het constructie-element 2. Het spreekt voor zich dat de in de inleiding en in de gedetailleerde beschrijving vernoemde profielen 11 en de voorkeurdragende uitvoeringsvormen daarvan voorbeelden vormen van dit onafhankelijk aspect, zonder dat zij noodzakelijkerwijs een ondersnijding 8 moeten vertonen.
Het voornoemde eerste gedeelte en het voornoemde tweede gedeelte 22 zijn bij voorkeur eendelig uit hetzelfde materiaal uitgevoerd, zoals het geval is in de figuren.
Bij voorkeur is de beweeglijkheid van het tweede gedeelte 22 bekomen doordat de aansluiting van het tweede gedeelte 22 op het eerste gedeelte buigzaam is, zoals het geval is in de figuren.
Bij voorkeur vormt het voornoemde tweede gedeelte 22 in de uiteindelijke constructie 1 een contactoppervlak 21, bij voorkeur een vlak contactoppervlak 21, met de rand 10 van het isolatiepaneel 3. Bij voorkeur strekt het contactoppervlak zich uit over minstens vijftien percent, of beter nog minstens 20 percent van de dikte van de rand 10 van het isolatiepaneel 3.
Bij voorkeur omvat het profiel 11 verder nog afstandhouders 34 tussen het tweede gedeelte 22 en het constructie-element 2, die een minimale afstand tussen het tweede gedeelte 22 en het constructie-element 2 waarborgen. Bij voorkeur zijn deze afstandhouders 34, zoals in de voorbeelden, aan hun uiteinden voorzien van één of meerdere flexibele lipgedeelten 20 of verbuigbare profielgedeelten 35. Deze flexibele lipgedeelten 20 en verbuigbare profielgedeelten 35 laten, volgens de voorbeelden, een beweging van het tweede gedeelte 22 naar het constructie-element 2 toe. Bij voorkeur worden aan de hand van de afstandhouders 24 en flexibele lipgedeelten één of meerdere luchtkamers 19 gevormd tussen het tweede gedeelte 22 en het constructie-element 2.
Bij voorkeur maakt het tweede gedeelte 22 deel uit van een L-vormig gedeelte 16 van het profiel 11, waarbij dit L-vormige gedeelte 16, zoals in de figuren, een zitting vormt voor het isolatiepaneel 3. Er wordt opgemerkt dat dergelijke L-vormig gedeelte 16 een kromming in de breedterichting van de isolatiepanelen 3 kan toleren, zeker wanneer dit is uitgevoerd zoals in de figuren of, met name, een restvervorming kan vertonen waarbij de ingesloten hoek groter is in de uiteindelijke constructie 1 dan in de vrije toestand van dergelijk profiel 11.
Het is duidelijk dat het profiel 11 van het verder onafhankelijk aspect kan worden toegepast in de werkwijze van de uitvinding, alsmede deel kan uitmaken van een set van accessoires met de kenmerken van de uitvinding. Dit is echter niet noodzakelijk het geval.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen en sets van accessoires kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden. Bovendien kunnen de betreffende accessoires ook worden aangewend voor het isoleren van wanden, vloeren en plafonds, waarbij een gelijkaardige werkwijze wordt toegepast als de werkwijze van de uitvinding.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het isoleren van een dakconstructie, waarbij de dakconstructie (1) minstens twee parallelle constructie-elementen (2) omvat, waarbij de werkwijze minstens de stap omvat van het tussen voornoemde parallelle constructie-elementen (2) aanbrengen van een isolatiepaneel (3), waarbij het betreffende isolatiepaneel (3) en de parallelle constructie-elementen (2) voorzien zijn van samen werkende verbindingselementen (6), daardoor gekenmerkt dat voornoemde verbindingselementen (6) minstens een op het isolatiepaneel (3) voorzien flexibel gedeelte (7) en een ermee samenwerkende ondersnijding (8) omvatten en dat de stap van het aanbrengen van het isolatiepaneel (3) minstens het achter de ondersnijding (8) aanbrengen van het voornoemde flexibel gedeelte (7) omvat, waarbij de voornoemde ondersnijding (8) voorzien is op minstens één van de voornoemde constructie-elementen (2), en waarbij het voornoemde flexibel gedeelte (7) deel uitmaakt van een op het betreffende isolatiepaneel (2) aangebrachte cbps (9).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde ondersnijding (8) verwezenlijkt wordt aan de hand van een op het betreffende parallelle constructie-element (2) aangebracht profiel (11).
3. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde parallelle constructie-elementen (2) horizontale ribben of gordingen betreffen van een dakconstructie (1).
4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat dergelijke verbindingselementen (6) aanwezig zijn aan beide randen (10) van het betreffende isolatiepaneel (3) die zich parallel uitstrekken met de voornoemde constructie-elementen (2).
5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde isolatiepaneel (3) minstens een basisplaat (5) en een erop aangebracht isolatiemateriaal (4) omvat.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde isolatiepaneel (3) een zogenaamd sandwichelement betreft, waarbij het isolatiemateriaal (4) tussen twee plaatvormige basiselementen (5) is aangebracht.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze verder nog de stap omvat van het afdichten van minstens één van de tussen het isolatiepaneel (3) en de constructie-elementen (2) aanwezige naden (17).
8. Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de stap van het af dichten aan de hand van een profielvormig element (25) wordt uitgevoerd dat de betreffende naad (17) af dekt.
9. Set van accessoires voor een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze set (28) minstens een clips (9) omvat met een flexibel gedeelte (7) en een profiel (11) dat een ondersnijding (8) vertoont.
10. Set van accessoires volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde set (28) minstens nog een tweede profiel (25) omvat voor het af dichten van een naad (17) tussen het isolatiepaneel (3) en minstens één van de parallelle constructie-elementen (2).
NL2009653A 2012-09-26 2012-10-17 Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie. NL2009653C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014301A NL2014301C2 (nl) 2012-09-26 2015-02-17 Profiel en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200641 2012-09-26
BE2012/0641A BE1021492B1 (nl) 2012-09-26 2012-09-26 Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2009653A NL2009653A (nl) 2014-03-27
NL2009653C2 true NL2009653C2 (nl) 2015-04-23

Family

ID=47191428

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009653A NL2009653C2 (nl) 2012-09-26 2012-10-17 Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie.
NL2014301A NL2014301C2 (nl) 2012-09-26 2015-02-17 Profiel en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014301A NL2014301C2 (nl) 2012-09-26 2015-02-17 Profiel en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021492B1 (nl)
NL (2) NL2009653C2 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7908365A (nl) * 1979-11-15 1981-06-16 Redland Braas Nv Dak- of wandkonstruktie voorzien van warmte- en/of geluidsisolatiepanelen.
GB2129846B (en) * 1982-09-29 1985-12-11 Ward Brothers Roof or wall cladding comprising inner and outer cladding
EP1617004A3 (en) * 2004-07-12 2008-08-20 Chicago Metallic Continental Suspended ceiling system
JP4990528B2 (ja) * 2005-12-06 2012-08-01 株式会社 近藤機械製作所 建築物内面への断熱材取付工法

Also Published As

Publication number Publication date
BE1021492B1 (nl) 2015-12-03
NL2014301C2 (nl) 2015-05-27
NL2014301A (nl) 2015-03-16
NL2009653A (nl) 2014-03-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9297168B2 (en) Panel for wall of a set building and thereof construction method
JP5237769B2 (ja) 異形材レールシステム
KR101258335B1 (ko) 프로파일 레일이 구비된 굽도리널
US20090007511A1 (en) Window Unit Having Decorative Strip Mounted Thereon
KR20100005692A (ko) 판 형상의 솔라 요소를 위한 프레임
US8661756B2 (en) Insulated metal vertical joint insert
JP5862122B2 (ja) ガラスパネルの取付構造
US11060250B2 (en) Expansion joint system and expansion joint
NL2009653C2 (nl) Werkwijze en set van accessoires voor het isoleren van een dakconstructie.
US7047702B1 (en) Perimeter angle trim
US20110298185A1 (en) Sealant joint backer support
TWI401356B (zh) 用於地板的邊飾軌條
EP3243976B1 (en) Panel splice connector for linear ceiling panels
US10711455B2 (en) Expansion joints
JP6312286B2 (ja) 目地構造
NL2004953C2 (nl) Profielsysteem voor het aanbrengen van isolatiepanelen.
JP6712103B2 (ja) 外壁構造
JP6503892B2 (ja) 間仕切パネルにおけるシール材の取付構造
JP2009161956A (ja) 外壁出隅部の目地構造
JP6875112B2 (ja) 外壁材用ジョイナ及びこのジョイナを用いた外壁材の接合部構造
JP6528036B2 (ja) 外壁構造および外壁施工方法
JP7093155B2 (ja) 外壁構造、及びジョイナー
JP6645893B2 (ja) 目地止水構造
NL1025853C1 (nl) Geprofileerd bouwelement.
JP6706119B2 (ja) 外壁構造

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: FLOORING INDUSTRIES LIMITED, SARL; LU

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF LEGAL ENTITY; FORMER OWNER NAME: UNILIN BVBA

Effective date: 20210614

PD Change of ownership

Owner name: UNILIN BV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: UNILIN BV

Effective date: 20240419