NL2004653C2 - Rolscherminrichting en kantellichaam daarvoor. - Google Patents

Description

Rolscherminrichting en kantellichaam daarvoor

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een rolscherminrichting omvattende een eerste en een tweede profiel met een sponning waarin een afrolbaar scherm met 5 tegenover gelegen randdelen gangbaar en geleidbaar is, welk scherm een reeks opeenvolgende segmenten omvat die schamierbaar om een onderlinge schamieras met elkaar zijn verbonden. De uitvinding heeft tevens betrekking op een kantellichaam voor toepassing in een dergelijke rolscherminrichting.

10 Een rolscherminrichting van de in de aanhef beschreven soort wordt op grote schaal toegepast in de vorm van een rolhek of rolluik, bijvoorbeeld om daarmee een etalage of ingang van een winkel tegen inbraak te beveiligen. Een rolluik omvat daarbij een oprolbare aaneenschakeling van al of niet transparante lamellen, terwijl een rolhek wordt gevormd door een oprolbaar traliewerk van stangen. Het scherm wordt al of niet 15 motorisch aangedreven aan weerszijden in de sponning van beide profielen geleid, die aard en nagelvast in de dagkant van een muuropening zijn verankerd. Tijdens openingstijden wordt het scherm volledig opgerold om het althans nagenoeg aan het zicht te onttrekken en toegang tot de daarachter gelegen ruimte te verschaffen, terwijl het na sluitingstijd kan worden neergelaten als additionele inbraakwering.

20

Hoewel het totale gewicht van een dergelijk scherm en met name een weerstand van een uitgeschakelde motor die de aandrijving daarvan verzorgt, reeds een al te gemakkelijk handmatig oplichten van het scherm behoedt, wordt niettemin in de praktijk gewoonlijk aan een onderzijde van het scherm een van buitenaf toegankelijk (cilinder)slot toegepast 25 om het scherm in de uitgerolde toestand te vergrendelen. Eerst nadat het slot met een passende sleutel is geopend, kan het scherm worden ingerold. In voorkomende gevallen gaat van dit slot een motorbediening uit zodat de motor wordt geactiveerd zodra het slot is geopend.

30 Hoewel een dergelijke vergrendeling een doorsnee inbreker op afstand houdt, zijn er niettemin in de praktijk voorbeelden van rolschermen die desondanks wederechtelijk werden open geforceerd. Door vanonder met behulp van bijvoorbeeld een krik of een koevoet een excessieve kracht op het scherm uit te oefenen, blijkt het mogelijk om het PA1540NLQ0.nl1.wpd -2- scherm uit de vergrendeling te forceren en tegen de motorweerstand in althans gedeeltelijk op te lichten. De daardoor ontstane ruimte onder het scherm kan voldoende zijn om een inbreker toe te laten, waardoor het scherm niet langer in staat is zijn inbraak werende functie te vervullen.

5

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een rolscherminrichting van de in de aanhef beschreven soort die in dit opzicht is verbeterd door hiertegen een adequate beveiliging te bieden.

10 Om het beoogde doel te bereiken heeft een rolscherminrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat ten minste een eerste segment van het scherm door tussenkomst van althans een kantellichaam in althans een sponning is verbonden met een opvolgend, tweede segment van het scherm, dat het kantellichaam bij een distaai daarop uitgeoefende druk in de sponning om een kantelas kantelbaar is 15 van een eerste, in hoofdzaak gestrekte stand naar een tweede, in hoofdzaak gekantelde stand en dat het kantellichaam in staat en ingericht is om, althans bij een althans in hoofdzaak volledig afgerolde toestand van het scherm, zich in de tweede, gekantelde stand in de sponning vast te zetten.

20 Aldus omvat het scherm een kantellichaam dat in de sponning kantelt wanneer daarop distaai een kracht wordt uitgeoefend om zich vervolgens aldus in de sponning vast te zetten en het scherm daarmee te blokkeren. In een natuurlijke, gestrekte toestand ligt het kantellichaam daarentegen althans nagenoeg in lijn met de aangrenzende segmenten van het scherm en hindert het een normale bediening en loop daarvan daardoor in het geheel 25 niet.

Indien het scherm echter vanaf en vrijuiteinde daarvan, i.e. gewoonlijk vanonder, met behulp van bijvoorbeeld een krik, koevoet of dergelijke wordt open geforceerd, zal het kantellichaam in de tweede, gekantelde stand overgaan en zich vastzetten in de 30 sponning. In de praktijk blijkt dit afdoende weestand te kunnen bieden tegen een verder lichten van het scherm zodat een wederrechtelijk openen daarvan aldus effectief kan -3- worden tegengegaan. De rolscherminrichting volgens de uitvinding kan daarmee voldoen aan strengere veiligheidsnormen op het gebied van inbraakwering voor de detailhandel, woningen, kantoren, opslagruimten en instellingen. Daarenboven is de rolscherminrichting volgens de uitvinding tevens geschikt voor banken en balies.

5

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de rolscherminrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het kantellichaam een schouder omvat die althans bij de althans in hoofdzaak volledig afgerolde toestand van het scherm in de tweede, gekantelde stand stuit tegen een verdere schouder die daartoe in de sponning is voorzien. Aldus omvatten 10 het kantellichaam en de sponning samenwerkende schouders die tegen elkaar stuiten indien het scherm vanaf het vrije uiteinde wordt gelicht. De beide schouders kunnen daarbij integraal uitgaan van een wanddeel van het betreffende onderdeel dan wel worden gevormd door een strip die afzonderlijk werd aangebracht. De positie van de schouders is daarbij in onderling verband afgestemd, beide gevallen is daarmee een 15 afdoende mechanische sterkte haalbaar die het scherm onwrikbaar in de sponning blokkeert indien getracht wordt het scherm vanaf het vrij uiteinde te lichten.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de rolscherminrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het kantellichaam althans een wanddeel omvat met een 20 verhoogde wrijvingscoëfficiënt dat in de tweede, gekantelde stand stuit tegen een binnenwand van de sponning. Het betreffende wanddeel van het kantellichaam kan daartoe aan een oppervlaktebehandeling zijn onderworpen om daaraan een verhoogde ruwheid en dus meer grip te geven of zijn bekleed met een laag van een wrijvingsmateriaal met een relatief hoge wrijvingscoëfficiënt. De verhoogde 25 wrijvingskracht die zich hieruit ontwikkelt, kan reeds voldoende zijn om een verder lichten van het scherm tegen te gaan. Een voordeel daarbij is dat dit in iedere stand van het scherm optreedt en niet slechts lokaal, bijvoorbeeld alwaar een stuitstrip aanwezig is.

30 In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de rolscherminrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een binnenwand van de sponning althans lokaal een -4- verhoogde wrijvingscoëfficiënt vertoont. Aldus kunnen op vergelijkbare wijze als op de wand van het kantellichaam de tribologische eigenschappen van de binnenwand van de sponning worden afgestemd met het oog op een verhoogde onderlinge wrijving met het kantellichaam, dat zich daardoor daartegen effectief zal vastzetten.

5

Hoewel het kantellichaam op zichzelf relatief bescheiden van omvang kan zijn en slechts in de betreffende sponning aanwezig dient te zijn om zijn functie te vervullen, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de rolscherminrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat dat het kantellichaam een tussensegment van het scherm 10 omvat dat zich althans in hoofdzaak over een volle breedte van het eerste en opvolgende segment uitstrekt. Doordat het kantellichaam zich aldus over hoegenaamd de volle breedte van het scherm uitstrekt wordt vermeden dat tussen het eerste en opvolgende segment een esthetisch hinderlijke kier of spleet optreedt. Een dergelijke kier of spleet zou anders bovendien een aangrijpingsbasis op het eerste segment zou kunnen bieden 15 om voorbij het kantellichaam op het scherm te kunnen aangrijpen teneinde dit wederechtelijk open te forceren. Dit wordt aldus eveneens tegengegaan.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de rolscherminrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat het kantellichaam een monolithisch extrusieprofieldeel 20 omvat, en meer in het bijzonder dat het extrusieprofïel uit aluminium of verduurzaamd staal is gevormd. Aldus omvat het kantellichaam een massief profieldeel dat relatief eenvoudig vervaardigbaar is en robuust kan worden uitgevoerd. Als daarvoor van staal wordt uitgegaan, wordt dit bij voorkeur door bijvoorbeeld lakken of poedercoaten verduurzaamd om het materiaal met name met het oog op buitentoepassingen tegen 25 corrosie te beschermen, naast een esthetisch aantrekkelijk kleurstelling die daarbij daaraan kan worden gegeven.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de rolscherminrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het kantellichaam een tussenschakel omvat met aan 30 tegenoverliggende zijden een haakorgaan dat schamierbaar om de onderlinge schamieras haakt in een complementair haakorgaan dat van het eerste respectievelijk -5- opvolgende segment van het scherm uitgaat. Aldus sluit het kantellichaam naadloos aan bij het schamiersysteem zoals dat in het scherm voor de opvolgende segmenten is toegepast. In het bijzonder is een bestaand scherm aldus achteraf uit te breiden met een kantellichaam door dit tussen twee, in het bijzonder de uiterste twee, segmenten tussen 5 te voegen. Op deze wijze kan een reeds aanwezige rolscherminrichting relatief eenvoudig naar een hogere veiligheidsklasse voor wat betreft inbraakwering worden opgewaardeerd.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de rolscherminrichting volgens de 10 uitvinding heeft daarenboven als kenmerk dat een eerste van beide haakorganen van de tussenschakel ruimer is dan het daarmee samenwerkende complementaire haakorgaan dat van één van beide segmenten van het scherm uitgaat en dat het eerste haakorgaan is voorzien van een wanddeel dat het daarmee samenwerkende, complementaire haakorgaan ten dele omgeeft. Aldus grijpt het betreffende segment met een relatief 15 kleine haak in de ruimere haak van het kantellichaam om een onbelemmerde onderlinge zwenking te bevorderen. Het wanddeel dat daarbij ten dele voorbij de nauwere haak uitsteekt, vermijdt dat het segment bij een kanteling van het kantellichaam daarvan onverhoopt los zou kunnen raken.

20 De onderhavige uitvinding is op rolscherminrichtingen van uiteenlopende aard toepasbaar, in het bijzonder ook op een rolscherminrichting waarbij het rolscherm een rolluik dan wel een rolhek omvat of een combinatie van beide. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een kantellichaam dat tussen opvolgende segmenten in een af of niet bestaande rolscherminrichting kan worden tussengevoegd om daaraan een 25 verhoogde inbraakwering te geven.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een 30 rolscherminrichting volgens de uitvinding; en -6- figuur 2A-2B een dwarsdoorsnede van opeenvolgende segmenten van het rolscherm van de inrichting van figuur 1 met daartussen een uitvoeringsvoorbeeld van een kantellichaam volgens de uitvinding in respectievelijk een gestrekte en een gekantelde werkstand; en 5 figuur 3 een dwarsdoorsnede van het kantellichaam zoals toegepast in de rolscherminrichting van figuur 1.

De figuren zijn overigens in hoofdzaak schematisch en niet op schaal getekend. In het bijzonder kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies en onderdelen in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de 10 figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

In figuur 1 is een vooraanzicht weergegeven van een rolscherminrichting volgens de uitvinding. Het gaat hierbij om een rolscherminrichting met een scherm 20 in de vorm van een rolluik dat een aantal opeenvolgende segmenten 21 ..28 in de vorm van gesloten 15 lamellen omvat die onderling schamierbaar om een schamieras S met elkaar zijn verbonden. De segmenten 21..28 omvatten daartoe aan een bovenzijde en een onderzijde complementaire haakorganen K1,K2, zie ook figuur 2A en 2B, die om en om scharnierend in elkaar haken. Aldus kan een scherm 20 van een gewenste hoogte worden samengesteld en in uiteindelijke toestand vrijelijk op- en afgerold. In plaats van 20 gebogen segmenten kunnen ook rechte, vlakke segmenten worden toegepast en naast enkelwandige kunnen ook dubbelwandige segmenten worden verkozen. Daarnaast leent de uitvinding zich behalve voor dergelijke gesloten lamellen ook voor open gestanste, geperforeerde en transparante lamellen. Ook is de uitvinding toepasbaar voor zogenaamde rolhekken die een aaneengeschakeld buishekwerk of striphekwerk 25 omvatten dat oprolbaar is.

De segmenten 21 ..28 worden aan weerszijden met een randdeel R ontvangen en geleid in een sponning 10 van respectievelijk een eerste wandprofiel 11 en een tweede wandprofiel 12. Beide wandprofielen 11,12 zijn door tussenkomst van een kokerprofiel 30 13,14 aard en nagelvast in een dagkant van een niet nader getoonde muuropening bevestigbaar. De profielen 11,12 zijn daarbij uit dikwandig verduurzaamd staal met een -7- dikte van typisch de orde van 2 tot 6 millimeter, in dit voorbeeld 4 millimeter, vervaardigd, terwijl voor de segmenten dunwandig aluminium is toegepast met een dikte van de orde van minimaal circa 1 millimeter. Desgewenst kan in plaats van enkelwandig aluminium dubbelwandig aluminium voor de segmenten worden toegepast 5 al dan niet gevuld met een kern van isolatieschuim om tevens in een betere thermische isolatie van de achtergelegen ruimte te voorzien.

De segmenten zijn van de orde van 5-20 centimeter hoog en worden, al naar gelang de gewenste overspanning, op maat gemaakt in een breedte van de orde van 1 tot 8 meter.

10 Een totale hoogte van het scherm ligt typisch tussen 2 en 5 meter en kan al naar gelang een concrete situatie worden ingevuld door meer of minder segmenten toe te passen.

Bovenaan het rolluik, buiten de tekening, bevindt zich een horizontale as die zich over de volle breedte uitstrekt en die wordt aangedreven met een elektromotor met een 15 geschikt vermogen. Door rotatie van de as kan het rolluik 20 naar believen worden opgerold dan wel afgerold naar de in figuur 1 weergegeven volledig afgerolde toestand. Hierin beveiligt de inrichting een achterliggende ruimte, zoals bijvoorbeeld een winkelruimte, tegen inbraak.

20 Om het rolluik 20 tegen een wederechtelijk vanonder oplichten te beveiligen is tussen althans het randdeel R van een eerste segment 21 en een overeenkomstig randdeel R opvolgend, tweede segment 22 volgens de uitvinding een kantellichaam 30 voorzien, zie ook figuur 2A,2B en figuur 3. Het kantellichaam is in dit voorbeeld gevormd uit een doorgaand extrusieprofiel van aluminium en strekt zich over de volle breedte van het 25 rolscherm 20 uit. In plaats van aluminium kan overigens eventueel ook voor een ander robuust materiaal worden gekozen, zoals met name verduurzaam staal of roestvast staal. En in plaats van door extrusie kan het profiel desgewenst ook door verspanen worden gevormd.

30 Het kantellichaam beschikt aan weerszijden over daaraan gevormde haakorganen K3,K4 die aansluiten op de haakorganen K1,K2 zoals die aan de segmenten 21 ..28 zijn -8- gevormd. Daarbij is een relatief ruim haakorgaan K2,K4 te onderscheiden van een nauwer haakorgaan KI ,K3 en haakt een nauwer haakorgaan steeds in een complementair ruimer haakorgaan K2,K4. Aldus kan het kantellichaam bijzonder eenvoudig in het rolscherm 20 worden tussengevoegd door de haaklichamen KI ..K4 op 5 gebruikelijk wijze in elkaar te haken. Om te vermijden dat het kantellichaam 30 met name in een gekantelde toestand onverhoopt los zou kunnen schieten, is aan het ruimere haakorgaan K4 een wanddeel 34 gevormd dat het daarin vallende nauwere haakorgaan KI van het aangrenzende segment 22 ten dele omgeeft en aldus insluit.

10 In de sponning 10 van het wandprofiel 11 is een stalen strip 40 gelast met een naar het kantellichaam 30 gewende schouder 41. Indien het scherm 20 wordt neergelaten of regulier, dat wil zeggen met de motor, wordt opgerold, zal het kantellichaam 30 zich in de in figuur 2A getoonde, gestrekte toestand bevinden. Het kantellichaam 30 ligt hierbij vrijwel in lijn met de aangrenzende segmenten 21,22 en belemmerd een normale gang 15 van het scherm op geen enkele wijze.

Indien echter vanonder op het rolluik 20 een kracht wordt uitgeoefend, kantelt het kantellichaam om een kantelas 35 naar de in figuur 2B getoonde, gekantelde toestand. Hierin stuit een schouder 31 van het kantellichaam 30 tegen de schouder 41 van de 20 staalstrip 40 die in de sponning 10 is aangebracht, waardoor het kantellichaam 30 zich onwrikbaar vastzet in de sponning 10. In deze toestand blokkeert het samenstel 30,40 een verder oplichten van het scherm 20.

Ten behoeve van een verhoogde grip van het kantellichaam op een binnenwand van de 25 sponning 10 zijn tegenoverliggende wanddelen 32,33 die in de gekantelde toestand tegen de binnenwand stuiten gegroefd om aldus een verhoogde frictie met de wand te geven. In plaats daarvan kan ook ter plaatse een verruwing of andere oppervlaktebehandeling van het betreffende wanddeel 32,33 worden uitgevoerd die tot een verhoogde wrijvingscoëfficiënt leidt of kunnen de betreffende wanddelen 32,33 30 worden bekleed met speciaal frictiemateriaal. Ook de binnenwand van de sponning 10 kan op een vergelijkbare wijze worden geprepareerd om een verhoogde onderlinge -9- wrijving met het kantellichaam te geven. Eventueel kan het strip vormige profiel 40 in een dergelijke geval achterwege worden gelaten indien de aldus ontstane grip afdoende is om een verder vanonder lichten van het scherm 20 effectief tegen te gaan. Dit laatste zal dan op iedere hoogte van het scherm het geval zijn.

5

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter een enkel voorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins beperkt dient te worden opgevat. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

10

Met name kan in plaats van een kantellichaam dat zich, als ware het een tussenschakel van het scherm, over in hoofdzaak een volle breedte van het scherm uitstrekt ook één of twee afzonderlijke kantellichamen worden toegepast die zich geheel althans overwegend louter binnen een sponning van het geleidingsprofiel bevinden. Een kier of spleet tussen 15 aangrenzende segmenten is afdekbaar door een rok of strip die in dat geval aan één of beide van de betreffende segmenten kan zijn gevormd.

In plaats van door een gelaste strip of anderszins een nok in de sponning kan daarin ook een schouder worden voorzien door een in de wand daarvan voorziene verdieping. In 20 het bijzonder kan daartoe worden uitgegaan van een geprofileerde wand met groeven op opeenvolgende hoogten. Ook kan een afdoende stroef frictiemateriaal op het kantellichaam worden voorzien zodanig dat een schouder zelfs achterwege kan worden gelaten en het kantellichaam op een al dan niet eveneens van frictiemateriaal voorziene binnenwand van de sponning muurvast loopt. Behalve aan één uiteinde kan het 25 kantellichaam en/of de binnenwand aan tegenoverliggende zijden aldus worden geprepareerd.

Claims (11)

1. Rolscherminrichting omvattende een eerste en een tweede profiel met een sponning waarin een afrolbaar scherm met tegenover gelegen randdelen gangbaar en 5 geleidbaar is, welk scherm een reeks opeenvolgende segmenten omvat die schamierbaar om een onderlinge schamieras met elkaar zijn verbonden met het kenmerk dat ten minste een eerste segment van het scherm door tussenkomst van althans een kantellichaam in althans een sponning is verbonden met een opvolgend, tweede segment van het scherm, dat het kantellichaam bij een distaai daarop uitgeoefende druk in de 10 sponning om een kantelas kantelbaar is van een eerste, in hoofdzaak gestrekte stand naar een tweede, in hoofdzaak gekantelde stand en dat het kantellichaam in staat en ingericht is om, althans bij een althans in hoofdzaak volledig afgerolde toestand van het scherm, zich in de tweede, gekantelde stand in de sponning vast te zetten.

2. Rolscherminrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het kantellichaam een schouder omvat die althans bij de althans in hoofdzaak volledig afgerolde toestand van het scherm in de tweede, gekantelde stand stuit tegen een verdere schouder die daartoe in de sponning is voorzien.

3. Rolscherminrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het kantellichaam althans een wanddeel omvat met een verhoogde wrijvingscoëfficiënt dat in de tweede, gekantelde stand stuit tegen een binnenwand van de sponning.

4. Rolscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het 25 kenmerk dat een binnenwand van de sponning althans lokaal een verhoogde wrijvingscoëfficiënt vertoont.

5. Rolscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het kantellichaam een tussensegment van het scherm omvat dat zich 30 althans in hoofdzaak over een volle breedte van het eerste en opvolgende segment uitstrekt. -11-

6. Rolscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het kantellichaam een monolithisch extrusieprofieldeel omvat.

7. Rolscherminrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk dat het extrusieprofiel 5 uit aluminium of verduurzaamd staal is gevormd.

8. Rolscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het kantellichaam een tussenschakel omvat met aan tegenoverliggende zijden een haakorgaan dat schamierbaar om de onderlinge schamieras haakt in een 10 complementair haakorgaan dat van het eerste respectievelijk opvolgende segment van het scherm uitgaat.

9. Rolscherminrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat een eerste van beide haakorganen van de tussenschakel ruimer is dan het daarmee samenwerkende 15 complementaire haakorgaan dat van één van beide segmenten van het scherm uitgaat en dat het eerste haakorgaan is voorzien van een wanddeel dat het daarmee samenwerkende, complementaire haakorgaan ten dele omgeeft.

10. Rolscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies met het 20 kenmerk dat het scherm een rolluik of een rolhek omvat.

11. Kantellichaam van de soort zoals toegepast in de rolscherminrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies.