NL1041502B1 - Rolscherminrichting met optilblokkering. - Google Patents

Abstract

De rolscherminrichting omvat een uitrolbaar scherm, dat aan weerszijden in een flessenhalsvormig geleiderprofiel wordt ontvangen. Aan één lange zijde van de flessenhalsvormige geleiderprofielen wordt een sparing gemaakt. Tussen het onderste en een na onderste profiel van het rolscherm wordt horizontaal een speciaal profiel geplaatst, dat een verbinding vormt tussen het onderste en een na onderste profiel. Het onderste profiel wordt voorzien van schuine kunststof blokken. Bij het neerlaten van het rolscherm zal bij het raken van de bodem eerst de lange kant van de kunststof blokken de bodem raken, waardoor het onderste profiel kantelt in de sparing. Hierna kantelt het speciaal profiel in tegengestelde richting en vormt een blokkering in de sparing, waardoor een optilbeveiliging wordt gecreëerd. Bij het optrekken van het rolscherm door middel van de motor worden eerst de gekantelde profielen verticaal getrokken, zodat de blokkering wordt opgeheven en kan het rolscherm verder verticaal worden opgetrokken.

Description

Rolscherminrichting met optilblokkering

Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een optilblokkering voor in een gevelopening te plaatsen motorisch aangedreven rolscherminrichting omvattende een afrolbaar scherm, dat zich aan beide zijden in flessenhalsvormige U-profielen vrij kan bewegen. Deze flessenhalsvormige profielen worden nagelvast aan de gevel bevestigd.

Tussen het onderste en een na onderste profiel van de rolscherminrichting wordt horizontaal een speciaal profiel geplaatst, dat de verbinding vormt tussen het onderste en een na onderste profiel van de rolscherminrichting. Aan het onderste profiel worden twee kunststof blokken gemonteerd, die aan de onderzijde schuin zijn. In de flessenhalsvormige U-profielen wordt aan één zijde een sparing gemaakt.

Werking:

Bij het neerlaten van de rolscherminrichting zal, zodra de op het onderste profiel aangebrachte schuine kunststof blokken de bodem raken, het onderste profiel kantelen naar de vrije ruimte in de flessenhalsvormige profielen.

Door het scherm verder te laten zakken zal het speciale profiel kantelen en haken achter de in de flessenhalsvormige sparing. Optillen aan de onderzijde is niet meer mogelijk, zodat een goede vergrendeling op de rolscherminrichting wordt verkregen.

Bij het aan de bovenzijde motorisch optrekken van het scherm zal het speciaal profiel, dat tussen het onderste en een na onderste profiel is gemonteerd, weer recht trekken in de verticale stand en zal daarna het onderste profiel meenemen in de verticale stand, zodat het scherm weer vrij kan bewegen.

Een rolscherminrichting wordt op grote schaal toegepast in de vorm van een rolluik, bijvoorbeeld om daarmee een etalage of ingang van een winkel tegen inbraak te beveiligen. Hiertoe kan het rolscherm motorisch aangedreven aan weerszijden in de sponning van beide geleiderprofielen worden geleid, die veelal aard- en nagelvast in of op de dagkant van een muuropening zijn verankerd.

Tijdens de openingstijden wordt het rolscherm althans nagenoeg volledig opgerold om de muuropening vrij te geven, zodat toegang of zicht tot de daarachter gelegen ruimte wordt verschaft, terwijl het rolscherm na sluitingstijd kan worden neergelaten als inbraakwering.

Hoewel het totale gewicht van een dergelijke rolscherminrichting en met name een weerstand van een uitgeschakelde motor, die de aandrijving van het scherm verzorgt, reeds een al te gemakkelijk handmatig oplichten van het scherm tegengaat, wordt het scherm niettemin in de praktijk in de uitgerolde toestand vergrendeld door een van buitenaf toegankelijk (cilinder)slot aan de onderzijde van het scherm toe te passen. Eerst nadat de vergrendeling is opgeheven door het slot met een passende sleutel te openen, kan het scherm worden opgerold.

Hoewel een dergelijke vergrendeling een doorsnee inbreker zal afschrikken, zijn er niettemin in de praktijkvoorbeelden van rolschermen die desondanks wederrechtelijk werden open geforceerd. Door vanonder met behulp van bijvoorbeeld een krik of een koevoet een excessieve kracht op het scherm uit te oefenen, blijkt het mogelijk om het scherm uit de vergrendeling te forceren en tegen de motorweerstand in althans gedeeltelijk op te lichten. De daardoor ontstane ruimte onder het scherm kan voldoende zijn om toegang te verschaffen.

In de praktijk blijkt dit het scherm met onderhavige uitvinding afdoende te vergrendelen om oplichten van het scherm te voorkomen, zodat een wederrechtelijk openen daarvan aldus effectief kan worden tegengegaan. De rolscherminrichting volgens de uitvinding kan daarmee prima worden vervaardigd volgens strenge veiligheidsnormen van de NEN 5096 en de EN 1627 in de weerstandsklassen 2, 3 en 4.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal tekeningen:

Figuur 1 Verticale doorsnede van de rolschermvergrendeling in ontgrendelde toestand. Figuur 2 Verticale dwarsdoorsnede van de rolschermvergrendeling in vergrendelde toestand.

Figuur 3 Flessenhalsvormige U=-geleidingsprofiel met gestippelde uitsparing.

De figuren zijn in hoofdzaak schematisch en niet op schaal getekend.

Overeenkomstige delen zijn in de figuren zo veel mogelijk met eenzelfde verwijzigingscijfer aangeduid. 1. kunststof glijprofiel 2. profielen met polycarbonaat vulling (onderdeel van het rolscherm) 3. speciaal profiel (verbinding onderste en een na onderste profiel) 4. onderprofiel 5. schuine kunststof blokken

Claims (7)

1. Conclusie 1.
2. Rolscherminrichting omvattende een afrolbaar scherm aan beide zijden opgesloten in flessenhalsvormige U-profielen (geleiding van rolscherm) tussen het onderste en een na onderste profiel wordt horizontaal een speciaal profiel geplaatst, wat de onderste twee profielen verbindt.
3. Bij het neerlaten van het rolscherm kantelen deze twee profielen in de aangebrachte sparing van de flessenhalsvormige U-profielen, zodat een blokkering ontstaat bij een verticale kracht vanaf de onderzijde van het rolscherm.
4. Conclusie 2.
5. Door verschillende materialen en dikten te gebruiken kan de verticale weerstand worden vergroot.
6. Conclusie 3.
7. De rolscherminrichting kenmerkt zich door het onderste profiel te voorzien van schuine kunststof blokken. Hierdoor kantelt het onderste profiel naar de vrije ruimte in de flessenhalsvormige U-profielen, zodat het speciale tussenprofiel ook gemakkelijk kan kantelen. Conclusie 4. Er is geen eenvoudige automatische mechanische vergrendeling met een grote verticale weerstand op de markt. Conclusie 5. Het hele gewicht van het rolscherm drukt op het gekantelde speciale profiel, zodat het niet mogelijk is het speciale profiel terug te duwen voor een opwaartse verticale beweging. Conclusie 6. Door gebruik te maken van deze kanteltechnieken wordt een simpele vergrendeling gekregen, die voldoet aan de NEN 5096 - EN 1627 weerstandsklassen 2, 3 en 4.