NL1027584C2 - Tegen ramkraken beveiligd rolluik. - Google Patents

Description

Tegen ramkraken beveiligd rolluik

De uitvinding betreft een rolluik bestemd om toegepast te worden bij een opening in een gebouw, zoals bij een etalageopening, omvattende een reeks door een holle 5 koppelbuis draaibaar met elkaar verbonden schalmen, een rolas ten opzichte waarvan de reeks schalmen oprolbaar is voor het vrijgeven van de opening en afrolbaar is voor het sluiten van de opening, alsmede geleiderails die zich bevinden aan de uiteinden van de schalmen, in welke geleiderails de uiteinden van de schalmen verplaatsbaar zijn opgenomen voor het geleiden van de schalmen langs de opening.

10 Een dergelijk rolluik is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 8.802.826. Dit wordt veelal toegepast voor het beveiligen van winkelpanden tegen inbraak. Bekend zijn de rolluiken die worden toegepast bij bijvoorbeeld juweliers. Dergelijke rolluiken moeten aan vele, soms tegenstrijdige eisen voldoen. Zo is allereerst een hoge sterkte noodzakelijk, om bijvoorbeeld een voldoend grote bescherming te bereiken tegen 15 extreem geweld dat voorkomt bij een zogenaamde ramkraak. In dergelijke gevallen wordt een voertuig gebruikt om het rolluik te doorbreken.

Anderzijds wordt van overheidswege voorgeschreven dat de rolluiken een zekere transparantie moeten bezitten. Dat voorschrift is erop gericht het aanzien van bijvoorbeeld winkelstraten aantrekkelijk te houden, ook wanneer na winkelsluitingstijd 20 de rolluiken zijn neergelaten. In dat verband worden veelal opengewerkte of doorzichtige rolluiken toegepast. Het probleem is dat dergelijke rolluiken niet aan de vereiste sterkte-eisen kunnen voldoen. Bij een ramkraak worden de schalmen verbogen en uiteindelijk uit de geleiderails gerukt, als gevolg waarvan de beveiligende functie van het rolluik verloren gaat.

25 Doel van de uitvinding is daarom een rolluik te verschaffen waarbij wel voldaan is aan de hierboven aangehaalde tegenstrijdige eisen. Dat doel wordt bereikt doordat het uiteinde van elke schalm en de bijbehorende geleiderails ankermiddelen bezitten voor het verankeren van het uiteinde van de schalm tegen het dwars uit die bijbehorende geleiderails bewegen, welke ankermiddelen een ankerpen omvatten die is 30 gestoken in een koppelbuis. Het volledig gesloten pantser dat aldus wordt verkregen, voldet aan de eisen met betrekking tot de inbraakwerendheid die vastgelegd zijn onder de norm NEN 5096 klasse 3 en ENV 1627 t/m 1630 (gecertificeerd).

Bij het rolluik volgens de uitvinding worden de schalmen stevig vastgehouden in de aan de gevel bevestigde langsgeleidingen. Ook wanneer daarop een grote kracht 1027584 2 dwars op het vlak van het rolluik wordt uitgeoefend, zoals het geval kan zijn bij een ramkraak, kunnen de uiteinden van de schalmen niet uit de langsgeleidingen slippen. Het rolluik blijft daardoor intact, zelfs wanneer dit uit zijn vlak wordt gebogen onder de invloed van een daarop botsend voertuig. Derhalve is de veiligheid van het rolluik sterk 5 vergroot, zelfs bij schalmen die vanwege hun aard, zoals een opengewerkt model of een kunststof materiaal, relatief minder sterk zijn.

De ankermiddelen kunnen allerlei verschillende uitvoeringen bezitten, en bijvoorbeeld een haakvorm vertonen. Als verder voorbeeld wordt genoemd een uitvoeringsvorm waarbij de geleiderails in dwarsdoorsnede een ondersneden holte bezit 10 en het uiteinde van de schalm een in die holte passende verbrede kop bezit. De verbrede kop blijft in de ondersneden holte haken wanneer getracht wordt het rolluik te doorbreken.

Bekend is verder om de geleiderails uit te voeren als een sleufVormig profiel omvatten waarvan de sleufopening naar de schalm is gekeerd. Volgens de uitvinding 15 zijn daarbij de sleufwanden voorzien van een vernauwing; de schalm omvat in dat geval een schalmlichaam met aan weerszijden een verbrede kop, en wel zodanig dat de vernauwing zich bevindt tussen de verbrede kop en het schalmlichaam. De verbrede kop blijft stevig vast zitten achter de vernauwing, terwijl de schuifbeweging van de schalmen bij het oprollen en afrollen mogelijk blijft.

20 De vernauwing kan op verschillende manieren worden uitgevoerd; als voorbeelden worden genoemd een vernauwing met tenminste een naar binnen in de sleuf gerichte dam of een vernauwing met twee tegenover elkaar liggende, naar binnen in de sleuf gerichte dammen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de verbrede kop de ankerpen 25 alsmede een aan de pen bevestigde verbreding, zoals een schijf, waarvan de dwarsafmeting groter is dan de dwarsafmeting van de vernauwing. In bepaalde gevallen kan de verbrede kop tevens een loopwiel omvatten. De verbreding bevindt zich bij voorkeur tussen het loopwiel en het schalmlichaam, zodanig dat niet het relatief zwakke loopwiel maar de stevig vastgelaste of geschroefde schijf de bij braak 30 optredende grote krachten kan opnemen.

De diameter van het loopwiel is bij voorkeur groter dan de dwarsafmeting van de verbreding. In dat geval kan de bovenkant van de geleiderails zijn voorzien van een schuin gerichte steunbaan waarop de loopwielen afrolbaar zijn ondersteund bij het 3 oprollen danwel afrollen van de schalmen. De schijven lopen dan vrij van de steunbaan, zodanig dat een soepele oprol- danwel afrolbeweging mogelijk wordt gemaakt.

In de koppelbuis kan zich een reeks uitgelijnde pennen bevinden. Deze pennen verschaffen het rolluik een grote sterkte tegen doorbuigen dwars op het vlak van het 5 rolluik.

Gewezen wordt op het opvouwbare veiligheidsrooster, zoals bekend uit de internationale octrooiaanvrage 9513451. Dit bekende veiligheidsrooster bestaat uit een aantal horizontaal onder elkaar verlopende buisprofielen, die onderling zijn verbonden door vertikaal gerichte verbindingsstaven. Deze verbindingsstaven zijn schamierbaar 10 verbonden met de buisprofielen. Aan het uiteinde van de buisprofielen bevinden zich ankerkoppen, die verschuifbaar zijn opgenomen in geleiderails.

Bij dit bekende veiligheidsrooster worden echter geen schalmen toegepast, hetgeen betekent het dat geen gesloten oppervlak kan worden verschaft waardoor de bescherming die bereikt kan worden door middel van een dergelijke rooster aanzienlijk 15 geringer is.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een vooraanzicht van het rolluik volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede volgens Π - Π van figuur 1.

20 Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede volgens III - III van figuur 1.

Figuur 4 toont de doorsnede volgens IV - IV van figuur 1.

Figuur 5 toont een opgewerkt aanzicht in perspectief van een gedeelte van het rolluik volgens de uitvinding.

Het rolluik zoals weergegeven in figuur 1 omvat een reeks draaibaar met elkaar 25 verbonden schalmen 1, die aan hun uiteinden elk zijn opgenomen in een geleidingsrail 2. De geleidingsrails 2 zijn door middel van bouten 3 stevig bevestigd aan de gevel 4 van een gebouw, ter bescherming van de opening, zoals een etalageopening 5 in dat gebouw 4. De schalmen 1 zijn baksteensgewijs verschoven ten opzichte van elkaar geplaatst in rijen 28.

30 Zoals te zien is in de doorsnede van figuur 2 zijn de rijen schalmen door middel van een holle koppelbuis 29 met elkaar verbonden. Deze koppelbuizen 29 zijn gestoken in regelmatig op afstand van elkaar langs de rand van de schalmen 1 geplaatste ogen 7, welke ogen 7 in elkaar zijn gehaakt. De ogen 7 zijn ook te zien in figuur 5. De 4 schalmen 1 kunnen worden opgerold door middel van de rolas 8, die aangedreven kan worden door een buismotor of een blokmotor 9. In de doorsnede van figuur 1 zijn een geleidingsrail 2 en de uiteinden van de schalmen 1 nader aangegeven. De schalmen 1 bezitten een schalmlichaam 10 en een in zijn geheel met 11 aangeduide verbrede kop.

5 Deze verbrede kop omvat een ankerpen 12, waarop een schijf 13 is gelast of geschroefd. Draaibaar op de ankerpen 12 is het loopwiel 14 aangebracht. Deze onderdelen zijn opgesloten door middel van de moeren 15 op de ankerpen 12.

De geleidingsrail 2 bestaat uit een sleufvormig profiel waarvan de sleufopening 16 naar het schalm 1 is gekeerd. Het profiel bezit twee evenwijdige sleufwanden 17, 10 ten opzichte waarvan twee dammen naar binnen in de sleufopening 16 reiken. Tussen de naar elkaar gekeerde einden van de dammen 18 is de ankerpen 12 van elke schalm opgenomen. Zoals te zien in figuur 3 bevinden de dammen 18 zich tussen het schalmlichaam en de schijf 13. Dankzij deze opstelling is verzekerd dat de schalmen 1 niet uit de sleufopening 16 kunnen worden getrokken, bijvoorbeeld wanneer de 15 schalmen door zouden buigen onder invloed van een botsbelasting bij een ramkraak. In dat geval blijft de schijf 13 stevig achter de dammen 18 haken, zodat het rolluik, hoewel dat kan vervormen, stevig bevestigd blijft aan de gevel.

In de doorsnede van figuur 2 is nog te zien dat aan de onderste schalm 1 het in zijn geheel met 19 aangeduide dorpelprofiel is bevestigd. Dat dorpelprofiel bezit twee 20 opstaande wanden 20, 21. Een der opstaande wanden 21 bezit een gebogen kraag 22 waarachter het betreffende profiel 1 is gehaakt. Door middel van de bout/moerverbindingen 23 zijn het dorpelprofiel 19 en het daarin opgenomen schalm 1 stevig aan elkaar bevestigd.

Aan de onderzijde van het dorpelprofiel is een afdichtrubber 24 voorzien. Tevens 25 is weergegeven dat het dorpelprofiel 19 door middel van de slotinrichting 24 met hangslot 25 stevig aan de vloer 26 is verbonden. In figuur 5 is, gedeeltelijk uiteengenomen, het gebied van het rolluik nabij het dorpelprofiel 19 nader getoond.

In figuur 4 is getoond dat boven de geleidingsrails 2 een inlooptrechter is aangesloten met een schuin gerichte steunbaan 27. Over deze steunbaan kunnen de 30 loopwielen 14 afrollen wanneer de rolas naar rechts verplaatst is.

In de koppelbuizen zijn reeksen pennen 6 opgenomen ter vergroting van de buigsterkte van het rolluik en van de weerstand tegen botsbelastingen.

5

Het dorpelprofiel 19 kan als alternatief ook verzonken zijn in de vloer, bijvoorbeeld in een daarin opgenomen U-profiel.

In plaats van schalmen kunnen ook lamellen worden toegepast.

1027584

Claims (16)

1. Rolluik bestemd om toegepast te worden bij een opening (5) in een gebouw, zoals bij een etalageopening, omvattende een reeks door een holle koppelbuis (29) 5 draaibaar met elkaar verbonden schalmen (1), een rolas (8) ten opzichte waarvan de reeks schalmen (1) oprolbaar is voor het vrijgeven van de opening (5) en afrolbaar is voor het sluiten van de opening (5), alsmede geleiderails (2) die zich bevinden aan de uiteinden van de schalmen (1), in welke geleiderails (2) de uiteinden van de schalmen (1) veiplaatsbaar zijn opgenomen voor het geleiden van de schalmen (1) langs de 10 opening (5), met het kenmerk dat het uiteinde van elke schalm (1) en de bijbehorende geleiderails (2) ankermiddelen (11-18) bezitten voor het verankeren van het uiteinde van de schalm (1) tegen het dwars uit die bijbehorende geleiderails (2) bewegen, welke ankermiddelen (11-18) een ankerpen (12) omvatten die is gestoken in een koppelbuis (29). 15

2. Rolluik volgens conclusie 1, waarbij de ankermiddelen (11-18) een haakvorm bezitten.

3. Rolluik volgens conclusie 1 of 2, waarbij de geleiderails (2) in dwarsdoorsnede 20 een ondersneden holte bezit en het uiteinde van de schalm (1) een in die holte passende verbrede kop (11) bezit.

4. Rolluik volgens een der voorgaande conclusies, omvattende geleiderails (2) die een sleufvormig profiel omvatten waarvan de sleufopening (16) naar de schalm (1) is 25 gekeerd, waarbij de sleufwanden (17) zijn voorzien van een vernauwing (18) en de schalm (1) een schalmlichaam (10) met aan weerszijden een verbrede kop (11) omvat, zodanig dat de vernauwing (18) zich bevindt tussen de verbrede kop (11) en het schalmlichaam (10).

5. Rolluik volgens conclusie 4, waarbij de vernauwing tenminste een naar binnen in de sleuf gerichte dam (18) omvat. 1027584

6. Rolluik volgens conclusie 4 of 5, waarbij de vernauwing twee tegenover elkaar liggende, naar binnen in de sleufvormige opening (16) gerichte dammen (11) omvat.

7. Rolluik volgens een der conclusies 4-6, waarbij de verbrede kop (11) de 5 ankerpen (12) omvat alsmede een aan de ankerpen (12) bevestigde verbreding (13), zoals een schijf, waarvan de dwarsafmeting groter is dan de dwarsafmeting van de vernauwing (18).

8. Rolluik volgens conclusie 7, waarbij de verbrede kop (11) tevens een loopwiel 10 (14) omvat.

9. Rolluik volgens conclusie 8, waarbij de verbreding (13) zich bevindt tussen het loopwiel (14) en het schalmlichaam (10).

10. Rolluik volgens conclusie 8 of 9, waarbij de diameter van het loopwiel (14) groter is dan de dwarsafmeting van de verbreding (13).

11. Rolluik volgens conclusie 10, waarbij de bovenkant van de geleiderails (2) is voorzien van een schuin gerichte steunbaan (27) waarop de loopwielen (14) afrolbaar 20 zijn ondersteund bij het oprollen danwel afrollen van de schalmen (1).

12. Rolluik volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich in de holle koppelbuis (19) een reeks pennen (6) uitstrekt.

13. Rolluik volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schalmen (1) een kunststof materiaal omvatten.

14. Rolluik volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schalmen (1) doorzichtig, gematteerd of licht doorlatend zijn. 30

15. Rolluik volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de reeks meerdere rijen (28) schalmen (1) bevat, welke rijen (28) onderling draaibaar met elkaar zijn verbonden.

16. Rolluik volgens conclusie 15, waarbij de schalmen (1) elkaar baksteensgewijs overlappen. 1 0 2 7 5 84