NL2004502C2 - DEVICE AND METHOD FOR ATTACHING STEL ELEMENTS. - Google Patents
DEVICE AND METHOD FOR ATTACHING STEL ELEMENTS. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2004502C2 NL2004502C2 NL2004502A NL2004502A NL2004502C2 NL 2004502 C2 NL2004502 C2 NL 2004502C2 NL 2004502 A NL2004502 A NL 2004502A NL 2004502 A NL2004502 A NL 2004502A NL 2004502 C2 NL2004502 C2 NL 2004502C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- foregoing
- adjusting
- receiving space
- fixing
- range
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/14—Conveying or assembling building elements
- E04G21/16—Tools or apparatus
- E04G21/18—Adjusting tools; Templates
- E04G21/1808—Holders for bricklayers' lines, bricklayers' bars; Sloping braces
- E04G21/1816—Adjustable positioning means between line-holder bars and construction
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G21/00—Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
- E04G21/14—Conveying or assembling building elements
- E04G21/16—Tools or apparatus
- E04G21/18—Adjusting tools; Templates
- E04G21/1808—Holders for bricklayers' lines, bricklayers' bars; Sloping braces
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
Description
Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van stelelementenDevice and method for attaching adjusting elements
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van een stelelement ten opzichte van metselwerk in aanbouw, in het bijzonder een 5 bakstenen muur, waarbij de inrichting een eerste element omvat dat is ingericht voor het daaraan via ten minste een verbindingselement losmaakbaar bevestigen van het stelelement.The present invention relates to a device for attaching an adjusting element relative to brickwork under construction, in particular a brick wall, the device comprising a first element which is adapted to detachably attach thereto via at least one connecting element the adjusting element.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het ten opzichte van metselwerk in aanbouw, in het bijzonder een bakstenen muur, bevestigen van een 10 stelelement ten behoeve van het optrekken van het metselwerk.The invention also relates to a method for fixing an adjusting element with respect to brickwork under construction, in particular a brick wall, for raising the brickwork.
Bij het optrekken van metselwerk, in het bijzonder een bakstenen muur, is het gebruikelijk om stelelementen ofwel stelorganen ofwel metselprofïelen te gebruiken. Het is algemeen bekend om ter bevestiging of ondersteuning van stelelementen rechthoekige stukken hout, zogenaamde klampen, te gebruiken. De klampen worden 15 meestal aan het metselwerk bevestigd door spijkers te slaan in specie die in voegen tussen stenen van het metselwerk is aangebracht. Om de gewenste hoogte te bereiken, kunnen meerdere stelelementen op elkaar geplaatst worden. Voor de klampen wordt meestal afValhout gebruikt dat op de werkplek voor handen is. Voor de stelelementen worden doorgaans houten palen of balken met meestal een vierkante of rechthoekige 20 doorsnede gebruikt. Het bevestigen van stelelementen met behulp van klampen is arbeidsintensief, vergt veel materiaal en biedt niet altijd een veilige oplossing voor het recht kunnen optrekken van metselwerk. Tevens kunnen de spijkers waarmee de klampen in de specie worden bevestigd schade toebrengen aan het metselwerk, in het bijzonder de specie tussen de gemetselde stenen.When erecting brickwork, in particular a brick wall, it is common to use adjusting elements either adjusting members or masonry profiles. It is generally known to use rectangular pieces of wood, so-called cleats, for fixing or supporting adjusting elements. The cleats are usually attached to the brickwork by hitting nails in mortar that is arranged in joints between bricks of the brickwork. To reach the desired height, several adjusting elements can be placed on top of each other. Waste wood is usually used for the cleats and is available at the workplace. For the adjusting elements, wooden poles or beams are generally used, usually with a square or rectangular cross-section. The fixing of adjusting elements with the help of cleats is labor-intensive, requires a lot of material and does not always offer a safe solution for straightening up masonry. Also, the nails with which the cleats are fixed in the mortar can cause damage to the brickwork, in particular the mortar between the brickwork stones.
25 Uit NL 1019819 is een inrichting bekend voor het ondersteunen van stelorganen bij het optrekken van metselwerk die tot doel heeft de bovengenoemde bezwaren te ondervangen. Deze inrichting omvat een eerste arm, een aan de eerste arm bevestigd eerste steunvlak en aan beide uiteinden van de eerste arm, gelegen lippen voor plaatsing in voegen tussen op elkaar gemetselde stenen van het metselwerk. Deze 30 inrichting wordt met het metselwerk losmaakbaar verbonden, zonder dat daarbij de specie tussen de gemetselde stenen wordt aangetast. Op het steunvlak kunnen de gewenste stelorganen worden geplaatst en ondersteund. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een dwars op de eerste arm 2 geplaatste tweede arm en een aan ten minste een uiteinde van de tweede arm gelegen lip voor plaatsing in een voeg tussen op elkaar gemetselde stenen van het metselwerk.From NL 1019819 a device is known for supporting adjusting members in erecting brickwork which is intended to obviate the above-mentioned drawbacks. This device comprises a first arm, a first supporting surface attached to the first arm and lips located at both ends of the first arm for placement in joints between masonry bricks. This device is releasably connected to the brickwork, without the mortar between the brickwork stones being affected. The desired adjusting members can be placed and supported on the supporting surface. According to a preferred embodiment, the device further comprises a second arm placed transversely to the first arm 2 and a lip located at at least one end of the second arm for placement in a joint between masonry bricks.
Een bezwaar van de inrichting bekend uit NL 1019819 is dat voor het stabiel plaatsen van de inrichting de lippen die in de voegen tussen op elkaar gemetselde 5 stenen gepositioneerd worden middels een klemmechanisme op de randen van een gemetselde steen vastgezet moeten worden. Het klemmechanisme is middels een schroefverbinding te bedienen. Dit kan handmatig gebeuren of met behulp van een hulpmiddel zoals een schroevendraaier of een ring- of steeksleutel. Hierdoor zal bij het plaatsen en verwijderen van de inrichting nog steeds behoorlijk wat tijd verloren gaan. 10 Het is tevens een bezwaar van deze inrichting dat de stenen, in het bijzonder de randen van de stenen, beschadigd kunnen worden door het klemmechanisme waarmee getracht wordt een stabiele plaatsing te realiseren.A drawback of the device known from NL 1019819 is that in order to place the device stably, the lips which are positioned in the joints between bricked bricks have to be fixed by means of a clamping mechanism on the edges of a brick. The clamping mechanism can be operated by means of a screw connection. This can be done manually or with the help of a tool such as a screwdriver or a ring or spanner. As a result, a considerable amount of time will still be lost when placing and removing the device. It is also a drawback of this device that the stones, in particular the edges of the stones, can be damaged by the clamping mechanism with which an attempt is made to realize a stable placement.
Een verder bezwaar van deze inrichting is dat om veelvuldig gebruik van de inrichting mogelijk te maken een goede duurzaamheid vereist is. Hierdoor zullen 15 hoogwaardige materialen gebruikt moeten worden, hetgeen tot relatief hoge kosten zal kunnen leiden.A further drawback of this device is that good durability is required to make frequent use of the device possible. As a result, high-quality materials will have to be used, which can lead to relatively high costs.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen die de bovengenoemde bezwaren ondervangt of ten minste reduceert. Verder is het een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen die eenvoudig en 20 snel op een stabiele wijze geplaatst kan worden. Hierdoor zou het mogelijk kunnen zijn de kosten aan manuren aanzienlijk te reduceren. Een verder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een inrichting waarmee de kans op beschadiging van de specie en de stenen van het metselwerk ten minste gereduceerd wordt. Tevens is het een doel van de onderhavige uitvinding om een inrichting te verschaffen waarvan de 25 kosten een eenmalig gebruik rechtvaardigen.It is an object of the present invention to provide a device that overcomes or at least reduces the aforementioned drawbacks. Furthermore, it is an object of the present invention to provide a device that can be easily and quickly placed in a stable manner. This could make it possible to considerably reduce the costs of man-hours. A further object of the present invention is to provide a device with which the risk of damage to the mortar and the bricks of the masonry is at least reduced. It is also an object of the present invention to provide a device whose costs justify a one-time use.
Het is verder een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze te verschaffen voor het ten opzichte van metselwerk in aanbouw, in het bijzonder een bakstenen muur, bevestigen van stelelementen middels een inrichting volgens de onderhavige uitvinding.It is a further object of the present invention to provide a method for fixing adjusting elements with respect to brickwork under construction, in particular a brick wall, by means of a device according to the present invention.
30 Tenminste een van deze doelen wordt bereikt door een inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de inrichting een tweede element omvat dat een opneemruimte heeft waar het eerste element in aan te brengen of uit te verwijderen is, waarbij het tweede element is uitgevoerd om permanent in het metselwerk aangebracht 3 te worden. Het eerste element waarmee het stelelement middels een verbindingselement losmaakbaar verbonden kan worden, wordt tijdens het plaatsen van de inrichting in hoofdzaak door de opneemruimte omsloten. Een dergelijke inrichting kan eenvoudig en snel op gewenste locaties geplaatst worden in hechtmateriaal, 5 bijvoorbeeld metselspecie of lijm of purschuim, dat op en/of onder en/of tussen stenen kan worden aangebracht. In het geval van metselwerk dat met bakstenen wordt opgetrokken, kan de inrichting door middel van bijvoorbeeld metselspecie permanent met het metselwerk verbonden worden. Door de inrichting in een voeg tussen gemetselde stenen vast te bevestigen, hoeft de inrichting niet op de randen van de 10 stenen middels bijvoorbeeld een klemmechanisme vastgezet te worden. Hierdoor kan de kans op beschadiging van de randen van de stenen ten minste gereduceerd worden. Tevens kan het plaatsen van de inrichting op een eenvoudige wijze en in korte tijd worden uitgevoerd. Dit kan een aanzienlijke kostenreductie opleveren. Het permanent verbinden van de inrichting met het metselwerk levert tevens een stabiele plaatsing op. 15 In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het eerste element beweegbaar tussen een eerste positie waarin het eerste element in hoofdzaak door de opneemruimte van het tweede element wordt omsloten en een tweede positie waarin het eerste element zich in hoofdzaak buiten de opneemruimte van het tweede element bevindt en het stelelement aan het eerste element bevestigbaar 20 is. Tijdens het plaatsen van de inrichting bevindt het eerste element zich in de eerste positie waarin het in hoofdzaak door de opneemruimte wordt omsloten. Na het plaatsen van de inrichting kan het eerste element in een tweede positie worden gebracht waarin het zich in hoofdzaak buiten de opneemruimte bevindt. In de tweede positie kan een stelelement middels een verbindingselement, zoals een spijker of een schroef of een 25 pen, op een stabiele wijze losmaakbaar met het eerste element verbonden worden. Indien de stelelementen niet meer nodig zijn, bijvoorbeeld na voltooiing van het metselwerk, kunnen zij door het verwijderen van de verbindingselementen losgekoppeld worden van de eerste elementen. Vervolgens kunnen de eerste elementen bij voorkeur middels een slagmiddel, bijvoorbeeld een hamer, van de tweede positie 30 naar de eerste positie bewogen worden.At least one of these objects is achieved by a device according to the present invention, wherein the device comprises a second element that has a receiving space in which the first element can be arranged or removed, wherein the second element is designed to be permanently be applied to the brickwork. The first element with which the adjusting element can be releasably connected by means of a connecting element is substantially enclosed by the receiving space during placement of the device. Such a device can be simply and quickly placed at desired locations in adhesive material, for example brick mortar or glue or polyurethane foam, which can be applied on and / or under and / or between bricks. In the case of brickwork that is erected with bricks, the device can be permanently connected to the brickwork by means of, for example, brick mortar. By fastening the device in a joint between masonry bricks, the device does not have to be fixed on the edges of the bricks by, for example, a clamping mechanism. As a result, the risk of damaging the edges of the stones can at least be reduced. Placing the device can also be carried out in a simple manner and in a short time. This can result in a considerable cost reduction. Permanently connecting the device to the brickwork also provides a stable placement. In an embodiment of the device according to the present invention, the first element is movable between a first position in which the first element is substantially enclosed by the accommodation space of the second element and a second position in which the first element is substantially outside the accommodation space of the second element and the adjusting element can be attached to the first element. When the device is placed, the first element is in the first position in which it is substantially enclosed by the receiving space. After placing the device, the first element can be brought to a second position in which it is substantially outside the receiving space. In the second position, an adjusting element can be releasably connected to the first element by means of a connecting element, such as a nail or a screw or a pin. If the adjusting elements are no longer needed, for example after completion of the brickwork, they can be disconnected from the first elements by removing the connecting elements. The first elements can then preferably be moved from the second position to the first position by means of an impact means, for example a hammer.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat het tweede element een geleidebaan die zich door de opneemruimte van het tweede element uitstrekt, waarbij het eerste element een bevestigingselement is, dat is 4 uitgevoerd om via de geleidebaan tussen de eerste en de tweede positie beweegbaar te zijn.In an embodiment of the device according to the present invention, the second element comprises a guide track which extends through the receiving space of the second element, the first element being a fastening element, which is designed to pass between the first and the second position via the guide track to be movable.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat het bevestigingselement in gebruik een in hoofdzaak horizontaal vlak voor het in de 5 tweede positie stationair ondersteunen van het stelelement.In one embodiment of the device according to the present invention, the fixing element in use comprises a substantially horizontal surface for stationarily supporting the adjusting element in the second position.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat het bevestigingselement een uitstulping, waarbij de uitstulping is uitgevoerd om een aangrijppunt te zijn. Hierdoor zou het mogelijk kunnen zijn om het bevestigingselement met de hand en/of met behulp van bijvoorbeeld een troffel of een 10 schroevendraaier bijvoorbeeld vanuit de eerste positie naar de tweede positie te bewegen. In de tweede positie waarin het bevestigingselement zich in hoofdzaak buiten de opneemruimte van het tweede element bevindt, kan een stelelement middels verbindingselementen losmaakbaar met het bevestigingselement verbonden worden.In an embodiment of the device according to the present invention, the fixing element comprises a protrusion, the protrusion being designed to be a point of engagement. As a result, it could be possible to move the fixing element by hand and / or with the aid of, for example, a trowel or a screwdriver, for example from the first position to the second position. In the second position in which the fixing element is substantially outside the receiving space of the second element, an adjusting element can be releasably connected to the fixing element by means of connecting elements.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, omvat 15 het bevestigingselement een uitsparing, waarbij de uitsparing, bijvoorbeeld een gat, is uitgevoerd om een stelelement via een verbindingselement met het bevestigingselement te verbinden. Om de stabiliteit van de verbinding tussen het stelelement en het bevestigingselement verder te vergroten, kunnen meerdere uitsparingen in het bevestigingselement voorzien zijn. Een of meerdere uitsparingen kunnen al dan niet in 20 combinatie met de uitstulping van het bevestigingselement tevens gebruikt worden om het bevestigingselement van de eerste naar de tweede positie te bewegen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een schroevendraaier gedaan worden.In an embodiment of the device according to the present invention, the fixing element comprises a recess, wherein the recess, for instance a hole, is designed to connect an adjusting element to the fixing element via a connecting element. In order to further increase the stability of the connection between the adjusting element and the fixing element, several recesses can be provided in the fixing element. One or more recesses, whether or not in combination with the protrusion of the fastening element, can also be used to move the fastening element from the first to the second position. This can be done, for example, with the aid of a screwdriver.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat het bevestigingselement en/of het tweede element een eindstopelement, waarbij het 25 eindstopelement is uitgevoerd om te voorkomen dat het bevestigingselement volledig buiten de opneemruimte van het tweede element gebracht kan worden. Hierdoor zou voorkomen kunnen worden dat de stelelementen niet meer ondersteund worden door het bevestigingselement doordat het bevestigingselement in gebruik van de inrichting niet meer met het tweede element in verbinding staat. Het eindstopelement kan 30 bijvoorbeeld een pinnetje zijn dat bevestigd is aan of deel uitmaakt van het bevestigingselement, waarbij het pinnetje bijvoorbeeld is opgenomen in een sleuf in het tweede element. Het pinnetje kan hierbij door de sleuf heen en weer bewogen worden 5 zonder, in normaal gebruik, buiten de sleuf te kunnen raken. Op deze wijze vormt het eindstopelement een beveiliging voor de inrichting.In an embodiment of the device according to the present invention, the fastening element and / or the second element comprises an end-stop element, wherein the end-stop element is designed to prevent that the fastening element can be brought completely outside the receiving space of the second element. As a result, it could be prevented that the adjusting elements are no longer supported by the fastening element because the fastening element is no longer connected to the second element in use of the device. The end stop element can for instance be a pin which is attached to or forms part of the fixing element, wherein the pin is for instance received in a slot in the second element. The pin can hereby be moved back and forth through the slot without being able to get out of the slot in normal use. In this way the end-stop element forms a protection for the device.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvatten het tweede element en/of het bevestigingselement een taps toelopend 5 gedeelte. Vanwege het taps toelopende gedeelte loopt het bevestigingselement vast als het van de eerste positie naar de tweede positie wordt bewogen. Hierdoor wordt een uiterste uitgeschoven positie bereikt en wordt voorkomen dat het bevestigingsmiddel volledig buiten de opneemruimte van het tweede element geschoven kan worden. Tevens zou hierdoor ten minste gereduceerd kunnen worden dat het 10 bevestigingselement terugloopt van de tweede naar de eerste positie.In an embodiment of the device according to the present invention, the second element and / or the fixing element comprise a tapered part. Because of the tapered portion, the fastening element freezes when it is moved from the first position to the second position. As a result, an extreme extended position is achieved and it is prevented that the fastening means can be slid completely outside the receiving space of the second element. It could also at least be reduced as a result of this that the fastening element returns from the second to the first position.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is de inrichting uitgevoerd om in een voeg van het metselwerk weggewerkt te kunnen worden. Indien het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt, wordt het naar de eerste positie gebracht. Hierdoor wordt het bevestigingselement in hoofdzaak 15 door de opneemruimte van het tweede element omsloten en bevindt de inrichting zich binnen de voeg tussen de gemetselde stenen. Wanneer vervolgens de voegen met voegspecie afgevoegd worden, zal de inrichting optisch niet meer zichtbaar zijn. Vanwege het feit dat de inrichting niet uit de voeg verwijderd hoeft te worden, wordt een aanzienlijke tijdwinst geboekt. Dit kan resulteren in een verdere kostenreductie.In an embodiment of the device according to the present invention, the device is designed to be concealed in a joint of the brickwork. If the fastening element is in the second position, it is brought to the first position. As a result, the fixing element is substantially enclosed by the receiving space of the second element and the device is located within the joint between the brickwork bricks. When subsequently the joints with grout are added, the device will no longer be visible visually. Due to the fact that the device does not have to be removed from the joint, a considerable time saving is achieved. This can result in a further cost reduction.
20 Tevens kan de kans op beschadigingen aan het metselwerk verder gereduceerd worden.The chance of damage to the brickwork can also be further reduced.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is de inrichting van een niet-corrosief materiaal. Aangezien de inrichting in een voeg weggewerkt kan worden, is het gebruik van niet-corrosief materiaal een vereiste om te bewerkstelligen dat de inrichting het voegmateriaal, in het bijzonder de metsel- en/of 25 voegspecie, niet zal aantasten waardoor het metselwerk beschadigd raakt.In an embodiment of the device according to the present invention, the device is of a non-corrosive material. Since the device can be concealed in a joint, the use of non-corrosive material is a requirement to ensure that the device will not attack the joint material, in particular the masonry and / or joint grout, thereby damaging the masonry.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het niet-corrosieve materiaal aluminium. Een dergelijke inrichting zal niet aan een voor het metselwerk schadelijke vorm van corrosie onderhevig zijn. Verder is een inrichting van aluminium licht van gewicht en zal derhalve eenvoudig te hanteren zijn. Hierdoor kan 30 deze inrichting eenvoudig en snel geplaatst worden.In an embodiment of the device according to the present invention, the non-corrosive material is aluminum. Such a device will not be subject to a form of corrosion harmful to the brickwork. Furthermore, an aluminum device is light in weight and will therefore be easy to handle. This means that this device can be placed easily and quickly.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het niet-corrosieve materiaal roestvrij staal. Hierdoor kunnen de kosten van de inrichting 6 laag gehouden worden hetgeen van belang is voor de rechtvaardiging van een eenmalig gebruik van de inrichting.In an embodiment of the device according to the present invention, the non-corrosive material is stainless steel. As a result, the costs of the device 6 can be kept low, which is important for the justification of a single use of the device.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het niet-corrosieve materiaal kunststof die geschikt is om een stelelement stabiel te 5 ondersteunen. Een inrichting van kunststof is licht van gewicht hetgeen de hanteerbaarheid ten goede komt. Daarnaast biedt het gebruik van kunststof de mogelijkheid de kosten van de inrichting nog verder te reduceren. De kunststof moet echter geschikt zijn om de stelelementen ten minste eenmalig stabiel te ondersteunen. Deze aspecten kunnen bijdragen aan de rechtvaardiging om de inrichting als 10 verbruiksproduct aan te wenden.In an embodiment of the device according to the present invention, the non-corrosive material is plastic which is suitable for stably supporting an adjusting element. A plastic device is light in weight, which improves its handling. In addition, the use of plastic offers the possibility of further reducing the costs of the device. The plastic must, however, be suitable for stably supporting the adjusting elements at least once. These aspects can contribute to the justification for using the device as a consumer product.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is het tweede element aan een buitenzijde van reliëf voorzien. Het reliëf verschaft een grof en/of ruw buitenoppervlak van de inrichting. Hierdoor kan de hechting tussen de inrichting en het hechtmateriaal, bijvoorbeeld specie, bevorderd worden.In an embodiment of the device according to the present invention, the second element is embossed on an outside. The relief provides a coarse and / or rough outer surface of the device. The adhesion between the device and the adhesive material, for example mortar, can hereby be promoted.
15 In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat het tweede element aan een buitenzijde ten minste een uitstulping. Hierdoor is de inrichting tijdens het aanbrengen achter een zijde van een baksteen positioneerbaar waarbij de kans gereduceerd wordt dat de inrichting wanneer het bevestigingselement vanuit de eerste naar de tweede positie wordt bewogen, ten minste gedeeltelijk uit de 20 voeg kan worden getrokken.In an embodiment of the device according to the present invention, the second element comprises at least one bulge on an outside. As a result, the device can be positioned behind a side of a brick during fitting, wherein the chance is reduced that the device can be pulled out of the joint at least partially when the fastening element is moved from the first to the second position.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat het bevestigingselement twee of meer bevestigingselementdelen die telescopisch in en uit elkaar schuifbaar zijn.In an embodiment of the device according to the present invention, the fixing element comprises two or more fixing element parts that can be telescopically slid in and out of each other.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding ligt de 25 lengte van de opneemruimte van het tweede element in een bereik van 70-120 mm, bij voorkeur in een bereik van 80-100 mm. Hierdoor kan de inrichting wanneer die zich in de eerste positie bevindt, volledig binnen een voeg tussen bakstenen van gangbare formaten worden opgenomen.In an embodiment of the device according to the present invention, the length of the receiving space of the second element is in a range of 70-120 mm, preferably in a range of 80-100 mm. As a result, the device, when it is in the first position, can be completely incorporated within a joint between bricks of conventional sizes.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding ligt de 30 lengte van het bevestigingselement in een bereik van 75-125 mm, bij voorkeur in een bereik van 85-105 mm. Hierdoor zal het bevestigingselement wanneer het zich in de eerste positie bevindt ten minste 5 mm buiten de opneemruimte uitsteken.In an embodiment of the device according to the present invention, the length of the fastening element is in a range of 75-125 mm, preferably in a range of 85-105 mm. As a result, the fastening element, when it is in the first position, will protrude at least 5 mm outside the receiving space.
77
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding ligt een breedte van een opening van de opneemruimte van het tweede element waardoorheen het bevestigingselement van de eerste naar de tweede positie bewogen kan worden in een bereik van 30-70 mm, bij voorkeur in een bereik van 35-50 mm.In an embodiment of the device according to the present invention, a width of an opening of the receiving space of the second element through which the fixing element can be moved from the first to the second position is in a range of 30-70 mm, preferably in a range from 35-50 mm.
5 In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft het tweede element een hoogte die in een bereik van 2-8 mm, bij voorkeur in een bereik van 3-6 mm ligt.In an embodiment of the device according to the present invention, the second element has a height that is in a range of 2-8 mm, preferably in a range of 3-6 mm.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het bevestigingselement ten minste deels passend in de opneemruimte van het tweede element op te nemen. Dit 10 zal een positief effect op de stabiliteit van de inrichting hebben.In an embodiment of the present invention, the fastening element can be accommodated at least in part in the accommodation space of the second element. This will have a positive effect on the stability of the device.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding bevindt het bevestigingselement zich in de tweede positie in een bereik van 40-80 mm, bij voorkeur in een bereik van 50-70 mm buiten de opneemruimte van het tweede element. Hierdoor kan een stelelement stabiel gepositioneerd worden op het 15 bevestigingselement, dat zich in hoofdzaak buiten de opneemruimte bevindt.In an embodiment of the device according to the present invention, the securing element is in the second position in a range of 40-80 mm, preferably in a range of 50-70 mm outside the receiving space of the second element. As a result, an adjusting element can be stably positioned on the fixing element, which is substantially outside the receiving space.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt het eerste element gevormd wordt door een langgerekte vlakke plaat en wordt het tweede element gevormd door een langgerekte huls, waarbij in de huls een opneemruimte aanwezig is waar de langgerekte plaat in- en uit te schuiven is.In an embodiment of the device according to the present invention, the first element is formed by an elongated flat plate and the second element is formed by an elongated sleeve, wherein in the sleeve a receiving space is present where the elongated plate can be slid in and out is.
20 In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is in een toestand waarin het tweede element in het metselwerk is aangebracht het eerste element verschuifbaar tussen de eerste positie waarin het eerste element geheel in de voeg is opgenomen en de tweede positie waarin het eerste element zich ten minste gedeeltelijk tot buiten de voeg uitstrekt voor het ondersteunen van een stelelement.In an embodiment of the device according to the present invention, in a state in which the second element is arranged in the brickwork, the first element is slidable between the first position in which the first element is wholly accommodated in the joint and the second position in which the first element extends at least partially beyond the joint for supporting an adjusting element.
25 Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding wordt een samenstel van een inrichting en metselwerk verschaft, waarbij de inrichting is ingericht voor het daarmee verbinden van stelelementen die gebruikt worden bij het optrekken van het metselwerk.According to a further aspect of the present invention, an assembly of a device and masonry is provided, wherein the device is adapted to connect adjusting elements that are used in erecting the masonry thereto.
Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze 30 verschaft voor het ten opzichte van metselwerk in aanbouw, in het bijzonder een bakstenen muur, bevestigen van een stelelement ten behoeve van het optrekken van het metselwerk, de werkwijze omvattende: het permanent aanbrengen in het metselwerk van het tweede element, 8 het bewegen van het eerste element vanuit een eerste positie waarin het eerste element in hoofdzaak door een opneemruimte van het tweede element wordt omsloten naar een tweede positie waarin het eerste element zich in hoofdzaak buiten de opneemruimte van het tweede element bevindt, 5 - het plaatsen van ten minste een stelelement op het eerste element, het losmaakbaar verbinden van het ten minste ene stelelement via ten minste een verbindingselement met het eerste element.According to a further aspect of the present invention, a method is provided for fixing an adjusting element for building up the brickwork relative to brickwork under construction, in particular a brick wall, the method comprising: permanent fitting in the masonry of the second element, 8 moving the first element from a first position in which the first element is substantially enclosed by a receiving space of the second element to a second position in which the first element is substantially outside the receiving space of the second element element, 5 - placing at least one adjusting element on the first element, releasably connecting the at least one adjusting element via at least one connecting element to the first element.
Een verdere werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat het inmetselen van het tweede element op een bovenoppervlak van een baksteen, waarbij het tweede 10 element gepositioneerd wordt op een afstand x van denkbeeldige vlakken die in het verlengde liggen van zich tegenover elkaar bevindende lange zijden van de baksteen, waarbij de afstand x in een bereik van 5-15 mm ligt, bij voorkeur 10 mm is.A further method according to the present invention comprises bricklaying the second element on an upper surface of a brick, the second element being positioned at a distance x from imaginary planes that are in line with opposite long sides of the brick wherein the distance x is in a range of 5-15 mm, preferably 10 mm.
Een laatste werkwijze volgens de onderhavige uitvinding voor het wegwerken van de inrichting omvat: 15 - het verwijderen van ten minste een verbindingselement uit een stelelement om het stelelement los te maken van het eerste element, - het afnemen van het stelelement van het eerste element, het met behulp van een slagelement bewegen van het eerste element vanuit een tweede positie waarin het eerste element zich in hoofdzaak buiten een 20 opneemruimte van het tweede element bevindt naar een eerste positie waarin het eerste element in hoofdzaak door de opneemruimte van het tweede element omsloten wordt, het afvoegen van ten minste een voeg waarin ten minste een inrichting is aangebracht.A final method according to the present invention for concealing the device comprises: - removing at least one connecting element from an adjusting element to release the adjusting element from the first element, - removing the adjusting element from the first element, moving the first element with the aid of a striking element from a second position in which the first element is substantially outside a receiving space of the second element to a first position in which the first element is substantially enclosed by the receiving space of the second element, removing at least one joint in which at least one device is arranged.
25 De inrichting die bij het afvoegen in het metselwerk wordt weggewerkt, is na het afvoegen optisch niet meer zichtbaar.The device which is concealed in the brickwork during the grouting process is no longer visible visually after the grouting process.
Hoewel de onderhavige uitvinding beschreven zal worden aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, is de uitvinding niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt beschreven aan de hand van maatregelen, 30 waarbij expliciete voordelen genoemd kunnen worden, maar waarbij ook impliciete voordelen kunnen gelden. Het onderwerp van de uitvinding van deze aanvrage of van een afgesplitste aanvrage kan elk van die maatregelen betreffen, waarvan sommige combinaties expliciet in deze beschrijving beschreven en/of getoond zijn, maar die ook 9 impliciet beschreven kunnen zijn. Hoewel de tekeningen expliciete combinaties van maatregelen tonen, zal het de vakman duidelijk zijn dat een aantal van de maatregelen ook los van elkaar genomen kunnen worden.Although the present invention will be described with reference to specific embodiments, the invention is not limited to the embodiments shown. The invention is described on the basis of measures in which explicit advantages can be mentioned, but in which also implicit advantages may apply. The subject of the invention of this application or of a divisional application may relate to any of those measures, some of which combinations are explicitly described and / or shown in this description, but which may also be implicitly described. Although the drawings show explicit combinations of measures, it will be clear to the skilled person that a number of the measures can also be taken separately.
Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 5 onderhavige uitvinding en het gebruik ervan bij het optrekken van metselwerk.Figure 1 schematically shows an embodiment of the device according to the present invention and its use in erecting brickwork.
Figuur 2A toont een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting, zoals getoond in figuur 1, waarbij het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt.Figure 2A shows a schematic side view of an embodiment of the device, as shown in Figure 1, wherein the fixing element is in the second position.
Figuur 2B toont een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm zoals 10 getoond in figuur 2A, waarbij het bevestigingselement zich in de eerste positie bevindt en de inrichting in de voeg tussen de gemetselde stenen is weggewerkt.Figure 2B shows a schematic side view of the embodiment as shown in figure 2A, wherein the fixing element is in the first position and the device is concealed in the joint between the brickwork bricks.
Figuur 3A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt.Figure 3A shows a schematic top view of a further embodiment of the device according to the present invention, wherein the fixing element is in the second position.
15 Figuur 3B toont een schematisch bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting zoals getoond in figuur 3A, waarbij het bevestigingselement zich in de eerste positie bevindt.Figure 3B shows a schematic top view of the embodiment of the device as shown in Figure 3A, the fixing element being in the first position.
Figuur 3C toont een perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting zoals getoond in figuur 3B.Figure 3C shows a perspective view of the embodiment of the device as shown in Figure 3B.
20 Figuur 4A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij twee bevestigingselementen zich in de tweede positie bevinden.Figure 4A shows a schematic top view of a further embodiment of the device according to the present invention, wherein two fastening elements are in the second position.
Figuur 4B toont een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 4A.Figure 4B shows a schematic side view of the embodiment as shown in Figure 4A.
25 Figuur 5A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het bevestigingselement, dat een eindstopelement omvat, zich in de tweede positie bevindt.Figure 5A shows a schematic top view of a further embodiment of the device according to the present invention, wherein the fastening element, which comprises an end stop element, is in the second position.
Figuur 5B toont een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting zoals getoond in figuur 5A.Figure 5B shows a schematic side view of the embodiment of the device as shown in Figure 5A.
30 Figuur 6A toont een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een structuur in de opneemruimte van het tweede element is voorzien waartegen het eindstopelement aanligt wanneer het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt.Figure 6A shows a schematic side view of an embodiment of the device according to the present invention, wherein a structure is provided in the receiving space of the second element against which the end stop element abuts when the fastening element is in the second position.
1010
Figuur 6B toont een schematisch bovenaanzicht van het vlakke bodemoppervlak dat de structuur omvat waartegen het eindstopelement aanligt wanneer het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt, zoals getoond in figuur 6A.Figure 6B shows a schematic top view of the flat bottom surface that includes the structure against which the end stop element abuts when the fastening element is in the second position, as shown in Figure 6A.
Figuur 7A toont een schematisch zijaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm 5 van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een structuur in de opneemruimte van het tweede element is voorzien waartegen het eindstopelement aanligt wanneer het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt.Figure 7A shows a schematic side view of a further embodiment 5 of the device according to the present invention, wherein a structure is provided in the receiving space of the second element against which the end stop element abuts when the fastening element is in the second position.
Figuur 7B toont een schematisch bovenaanzicht van een wand van het tweede element, waarbij deze wand de structuur omvat waartegen het eindstopelement aanligt 10 wanneer bevestigingselement zich een tweede positie bevindt, zoals getoond in figuur 7A.Figure 7B shows a schematic top view of a wall of the second element, this wall comprising the structure against which the end-stop element abuts when fastening element is in a second position, as shown in Figure 7A.
Figuur 8 A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het bevestigingselement zich in de eerste positie bevindt.Figure 8A shows a schematic top view of a further embodiment of the device according to the present invention, wherein the fixing element is in the first position.
15 Figuur 8 B toont een schematisch bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting zoals getoond in figuur 8A, waarbij het bevestigingselement zich in de tweede positie bevindt.Figure 8B shows a schematic top view of the embodiment of the device as shown in Figure 8A, the fixing element being in the second position.
De figuren zijn niet noodzakelijkerwijs op schaal getekend. Identieke of soortgelijke onderdelen kunnen in de verschillende figuren met dezelfde referenties zijn 20 aangeduid.The figures are not necessarily drawn to scale. Identical or similar parts can be designated with the same references in the different figures.
Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding en het gebruik ervan bij het optrekken van metselwerk 60 dat bijvoorbeeld wordt opgetrokken met bakstenen 6. De inrichting 1 dient ter bevestiging of ondersteuning van stelelementen 7 die gebruikt worden om het metselwerk 60 in een 25 gewenste richting recht te kunnen optrekken. De inrichting 1 omvat een langgerekt bevestigingselement 4 dat een stelelement 7 kan ondersteunen. Het stelelement 7 kan middels een of meer verbindingselementen met het bevestigingselement worden verbonden. Zoals getoond in figuur 1, kunnen een of meer inrichtingen 1 volgens de onderhavige uitvinding aangebracht worden op gewenste locaties in een of meer 30 voegen 28 tussen de gemetselde bakstenen 6. De inrichting 1 zoals getoond in figuur 1 kan tijdens het metselen in metselspecie geplaatst worden, die in de voegen 28 tussen de gemetselde bakstenen aangebracht wordt. Hierdoor kan op eenvoudige wijze en in 11 een kort tijdbestek de inrichting 1 permanent met het metselwerk 60 verbonden worden.Figure 1 shows schematically an embodiment of the device 1 according to the present invention and its use in erecting masonry 60 that is, for example, erected with bricks 6. The device 1 serves to fix or support adjusting elements 7 that are used around the masonry 60 be able to pull straight up in a desired direction. The device 1 comprises an elongated fastening element 4 which can support an adjusting element 7. The adjusting element 7 can be connected to the fixing element by means of one or more connecting elements. As shown in figure 1, one or more devices 1 according to the present invention can be arranged at desired locations in one or more joints 28 between the bricklaying bricks 6. The device 1 as shown in figure 1 can be placed in brick mortar during bricklaying , which is arranged in the joints 28 between the brick bricks. As a result, the device 1 can be permanently connected to the brickwork 60 in a simple manner and in a short period of time.
Indien het metselwerk 60 een bovenkant 29 van ten minste een van de stelelementen 7, die doorgaans een lengte hebben welke in een bereik van ongeveer 2,5 5 tot 3 meter ligt, bereikt heeft, kunnen aanvullende inrichtingen 1 op gewenste posities in de metselspecie geplaatst worden. Vervolgens kunnen de reeds gebruikte of aanvullende stelelementen 7 met de aanvullende inrichtingen 1 verbonden worden, waarna het metselen vervolgd kan worden.If the brickwork 60 has reached a top 29 of at least one of the adjusting elements 7, which generally have a length in a range of about 2.5 to 3 meters, additional devices 1 can be placed at desired positions in the brick mortar to become. Subsequently, the already used or additional adjusting elements 7 can be connected to the additional devices 1, whereafter the bricklaying can be continued.
Figuur 2A toont een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de 10 inrichting 1, zoals getoond in figuur 1, waarbij het bevestigingselement 4 zich in een tweede positie bevindt, waarbij het bevestigingselement 4 zich in hoofdzaak buiten een opneemruimte 3 van een tweede element 2 van de inrichting 1 bevindt. In de tweede positie kan een stelelement 7 op het bevestigingselement 4 gepositioneerd worden. Verbindingselementen 8, zoals bijvoorbeeld spijkers, schroeven of pennen, kunnen met 15 een hulpmiddel, zoals bijvoorbeeld een hamer of een schroevendraaier, door uitsparingen 5 in het bevestigingselement 4, in het stelelement 7 aangebracht worden. Hierdoor kan het stelelement 7 stabiel en losmaakbaar met het bevestigingselement 4 verbonden worden.Figure 2A shows a schematic side view of an embodiment of the device 1, as shown in figure 1, wherein the fixing element 4 is in a second position, the fixing element 4 being substantially outside a receiving space 3 of a second element 2 of the device 1. In the second position, an adjusting element 7 can be positioned on the fixing element 4. Connecting elements 8, such as, for example, nails, screws or pins, can be provided with an aid, such as for instance a hammer or a screwdriver, through recesses 5 in the fixing element 4 in the adjusting element 7. As a result, the adjusting element 7 can be stably and releasably connected to the fixing element 4.
In figuur 2A wordt getoond dat het tweede element 2 van de inrichting 1 is 20 geplaatst in metselspecie 9, die zich tussen twee bakstenen 6 bevindt. Het tweede element 2 is gepositioneerd op een afstand (x) van denkbeeldige vlakken die in het verlengde liggen van zich tegenover elkaar bevindende lange zijden 31, 32 van een baksteen 6. De lange zijden 31,32 strekken zich in figuur 2A in een richting uit die de tekening inloopt aangezien in het getoonde zijaanzicht de zogenaamde kopse kanten 25 van de bakstenen 6 worden weergegeven. De afstand (x) ligt in een bereik van 5-15 mm en is bij voorkeur 10 mm. Hierdoor wordt bereikt dat de inrichting 1, wanneer het bevestigingselement 4 zich in een eerste positie bevindt, waarin het bevestigingselement 4 in hoofdzaak door de opneemruimte 3 van het tweede element 2 omsloten wordt, volledig binnen de voeg 28 van het metselwerk 60 is opgenomen.Figure 2A shows that the second element 2 of the device 1 is placed in brick mortar 9, which is located between two bricks 6. The second element 2 is positioned at a distance (x) from imaginary planes that are in line with opposite long sides 31, 32 of a brick 6. The long sides 31, 32 extend in one direction in Figure 2A which enters the drawing since the so-called end faces 25 of the bricks 6 are shown in the side view shown. The distance (x) is in a range of 5-15 mm and is preferably 10 mm. This ensures that the device 1, when the fastening element 4 is in a first position, in which the fastening element 4 is substantially enclosed by the receiving space 3 of the second element 2, is completely accommodated within the joint 28 of the brickwork 60.
30 Na het verwijderen van de verbindingselementen 8 kan het stelelement 7 van het bevestigingselement 4 afgenomen worden. Vervolgens kan het bevestigingselement 4 middels een slagmiddel, bijvoorbeeld een hamer, van de tweede positie naar de eerste positie bewogen worden.After removing the connecting elements 8, the adjusting element 7 can be removed from the fixing element 4. Subsequently, the fixing element 4 can be moved from the second position to the first position by means of an impact means, for example a hammer.
1212
Figuur 2B toont een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals getoond in figuur 2A, waarbij het bevestigingselement 4 zich in de eerste positie bevindt en de inrichting 1 optisch niet meer waarneembaar is nadat de voeg waarin de inrichting 1 zich bevindt met voegspecie 12 afgevoegd is. Om de kans 5 op aantasting van het voegmateriaal, in het bijzonder de metselspecie 9 en/of de voegspecie 12, ten minste te reduceren en zodoende beschadigingen aan het metselwerk 60 te minimaliseren, is het van belang dat de inrichting 1 niet-corrosief materiaal, zoals aluminium en/of roestvrij staal en/of kunststof, omvat. Het kan verder voordelig zijn om een materiaal te kiezen dat het mogelijk maakt om het tweede 10 element 2 van de inrichting 1 door gieten en/of spuiten en/of extruderen te vervaardigen.Figure 2B shows a schematic side view of the embodiment of the device 1 as shown in Figure 2A, wherein the fastening element 4 is in the first position and the device 1 is no longer visible visually after the joint in which the device 1 is located with joint specimen 12 has been added. In order to at least reduce the risk of damage to the joint material, in particular masonry mortar 9 and / or joint grout 12, and thus to minimize damage to masonry 60, it is important that device 1 be non-corrosive material, such as aluminum and / or stainless steel and / or plastic. It may further be advantageous to select a material which makes it possible to manufacture the second element 2 of the device 1 by casting and / or spraying and / or extruding.
Indien de inrichting 1 van aluminium is, zal deze niet aan een voor het metselwerk 60 schadelijke vorm van corrosie onderhevig zijn. Verder is een inrichting van aluminium licht van gewicht en zal derhalve eenvoudig te hanteren zijn. Hierdoor kan 15 deze inrichting eenvoudig en snel geplaatst worden. Om de kosten van de inrichting 1 te reduceren, kan in plaats van aluminium voor roestvrij staal gekozen worden. Om de kosten van de inrichting 1 te reduceren, kan als alternatief een kunststof die geschikt is om een stelelement 7 stabiel te ondersteunen worden geselecteerd. Daarnaast is een inrichting 1 van kunststof licht van gewicht hetgeen de hanteerbaarheid van de 20 inrichting 1 ten goede komt. De kunststof moet echter geschikt zijn om de stelelementen 7 ten minste eenmalig stabiel te ondersteunen. Van een dergelijke inrichting 1 is het te rechtvaardigen dat die als gebruiksproduct wordt aangewend.If the device 1 is made of aluminum, it will not be subjected to a form of corrosion harmful to brickwork 60. Furthermore, an aluminum device is light in weight and will therefore be easy to handle. This means that this device can be placed easily and quickly. In order to reduce the costs of the device 1, stainless steel can be chosen instead of aluminum. To reduce the costs of the device 1, alternatively a plastic suitable for stably supporting an adjusting element 7 can be selected. In addition, a device 1 of plastic is lightweight, which improves the manageability of the device 1. However, the plastic must be suitable for stably supporting the adjusting elements 7 at least once. It is justifiable for such a device 1 to be used as a consumer product.
Figuur 3A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. Door het bevestigingselement 4 25 in een richting die is aangegeven door pijl 10 te bewegen, kan het vanuit een eerste positie waarin het bevestigingselement 4 in hoofdzaak door de opneemruimte 3 van het tweede element 2 omsloten wordt, in een tweede positie gebracht worden zoals getoond in figuur 3A. Het tweede element 2 van de inrichting 1 omvat een vlak bodemoppervlak 16 en gevormd bovenoppervlak 17 die zich op een afstand tegenover elkaar bevinden 30 en met elkaar verbonden zijn. Het vlakke bodemoppervlak 16 en het gevormde bovenoppervlak 17 vormen de opneemruimte 3 waarin het bevestigingselement 4 in hoofdzaak is opgenomen wanneer het zich in de eerste positie bevindt.Figure 3A shows a schematic top view of a further embodiment of the device 1 according to the present invention. By moving the fastening element 4 in a direction indicated by arrow 10, it can be brought from a first position in which the fastening element 4 is substantially enclosed by the receiving space 3 of the second element 2 into a second position as shown in figure 3A. The second element 2 of the device 1 comprises a flat bottom surface 16 and formed top surface 17 which are spaced opposite each other and are connected to each other. The flat bottom surface 16 and the formed upper surface 17 form the receiving space 3 in which the fixing element 4 is substantially accommodated when it is in the first position.
1313
De opneemruimte 3 van de in figuur 3A getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding heeft slechts één opening 33 waar doorheen het bevestigingselement 4 gevoerd kan worden wanneer het tussen de eerste en tweede positie bewogen wordt. Het is voordelig wanneer de opneemruimte 3 slechts 5 één opening 33 heeft waar doorheen het bevestigingselement 4 naar buiten en binnen geschoven kan worden. Hierdoor wordt de kans dat hechtmateriaal, zoals metselspecie, in de opneemruimte 3 terechtkomt waardoor het van de tweede naar de eerste positie bewegen van het bevestigingselement 4 bemoeilijkt dan wel onmogelijk gemaakt wordt, ten minste gereduceerd.The receiving space 3 of the embodiment of the device 1 according to the present invention shown in Figure 3A has only one opening 33 through which the fastening element 4 can be passed when it is moved between the first and second position. It is advantageous if the receiving space 3 only has one opening 33 through which the fastening element 4 can be slid out and in. As a result, the chance that adhesive material, such as brick mortar, ends up in the receiving space 3, making moving fastening element 4 from the second to the first position more difficult or impossible, is at least reduced.
10 Het bevestigingselement 4 en de opneemruimte 3 van het tweede element 2 van de inrichting 1, zoals getoond in figuur 3A, omvatten een taps toelopend gedeelte waardoor het bevestigingselement 4 zal vastlopen wanneer het vanuit de eerste positie naar de tweede positie bewogen wordt. Hierdoor wordt een uiterste uitgeschoven positie bereikt en wordt voorkomen dat het bevestigingsmiddel 4 volledig buiten de 15 opneemruimte 3 geschoven kan worden.The fastening element 4 and the receiving space 3 of the second element 2 of the device 1, as shown in figure 3A, comprise a tapered part through which the fastening element 4 will get stuck when it is moved from the first position to the second position. An extreme extended position is hereby achieved and it is prevented that the fastening means 4 can be pushed completely outside the receiving space 3.
De uitstulping 19 biedt een aangrijppunt om het bevestigingselement 4 met de hand en/of met behulp van een troffel of een schroevendraaier bijvoorbeeld van uit de eerste positie naar de tweede positie te bewegen. De uitsparingen 5, die in de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 3A ronde gaten zijn, kunnen gebruikt worden om middels 20 verbindingselementen een stelelement stabiel met het bevestigingselement 4 te verbinden. Een of meer uitsparingen 5 kunnen al dan niet in combinatie met de uitstulping 19 van het bevestigingselement 4 tevens gebruikt worden om het bevestigingselement 4 van de eerste naar de tweede positie te bewegen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een schroevendraaier gedaan worden. Het 25 bevestigingselement 4 vormt in gebruik een in hoofdzaak horizontaal vlak dat het mogelijk maakt om het stelelement 7 in de tweede positie stationair te ondersteunen.The protuberance 19 provides a point of engagement for moving the fastening element 4 by hand and / or with the aid of a trowel or a screwdriver, for example from the first position to the second position. The recesses 5, which are round holes in the embodiment as shown in figure 3A, can be used to stably connect an adjusting element to the fixing element 4 by means of connecting elements. One or more recesses 5 may or may not be used in combination with the protrusion 19 of the fastening element 4 to move the fastening element 4 from the first to the second position. This can be done, for example, with the aid of a screwdriver. In use, the fixing element 4 forms a substantially horizontal surface that makes it possible to support the adjusting element 7 in stationary position in the second position.
Figuur 3B toont een schematisch bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals getoond in figuur 3A. Figuur 3B toont de situatie waarin het bevestigingselement 4 zich in de eerste positie bevindt nadat het vanuit de tweede 30 positie, zoals getoond in figuur 3A, in een richting aangegeven door pijl 11 is bewogen. Figuur 3B illustreert dat het bevestigingselement 4 in de eerste positie in hoofdzaak door de opneemruimte 3 wordt omsloten. De uitstulping 19 en/of een uitsparing 5, zoals een circulair of rechthoekig gat, zijn daarbij toegankelijk en vormen een 14 aangrijppunt om het bevestigingselement 4 vanuit de eerste naar de tweede positie te bewegen.Figure 3B shows a schematic top view of the embodiment of the device 1 as shown in Figure 3A. Figure 3B shows the situation in which the fastening element 4 is in the first position after it has been moved from the second position, as shown in figure 3A, in a direction indicated by arrow 11. Figure 3B illustrates that the fastening element 4 in the first position is substantially enclosed by the receiving space 3. The protuberance 19 and / or a recess 5, such as a circular or rectangular hole, are thereby accessible and form a point of engagement for moving the fastening element 4 from the first to the second position.
Figuur 3C toont een perspectivisch aanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals getoond in figuur 3B. deze figuur geeft een goede indruk van het 5 gevormde bovenoppervlak 17 een vlakke bodemoppervlak 16 van het tweede element 2. Tevens wordt de opening 33 van de opneemruimte 3 waarin het bevestigingselement 4 passend is opgenomen getoond.Figure 3C shows a perspective view of the embodiment of the device 1 as shown in Figure 3B. this figure gives a good impression of the formed upper surface 17 a flat bottom surface 16 of the second element 2. The opening 33 of the receiving space 3 in which the fixing element 4 is suitably accommodated is also shown.
Figuur 4A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij twee 10 bevestigingselementen 4, 14 zich in de tweede positie bevinden. De bevestigingselementen 4, 14 omvatten beide uitstulpingen 19, 20 die dienen voor het van de eerste naar de tweede positie bewegen van de bevestigingselementen 4, 14. De uitsparingen 5,15 dienen voor het op stabiele wijze losmaakbaar bevestigen van stelelementen met de bevestigingselementen 4, 14 middels verbindingselementen.Figure 4A shows a schematic top view of a further embodiment of the device 1 according to the present invention, wherein two fastening elements 4, 14 are in the second position. The fastening elements 4, 14 comprise both protrusions 19, 20 which serve to move the fastening elements 4, 14 from the first to the second position. The recesses 5,15 serve for releasably securing adjusting elements with the fastening elements 4, 14 through connecting elements.
15 Beide bevestigingselementen 4, 14 en beide gevormde bovenoppervlakken 17, 21 hebben een taps toelopend gedeelte waardoor, zoals hierboven beschreven, de bevestigingselementen 4, 14 zullen vastlopen wanneer ze vanuit de eerste positie naar de tweede positie bewogen worden. De inrichting 1 zoals getoond in figuur 4A heeft als voordeel dat indien gewenst aan beide zijden van het metselwerk stelelementen 20 bevestigd kunnen worden.Both fastening elements 4, 14 and both shaped upper surfaces 17, 21 have a tapered portion through which, as described above, the fastening elements 4, 14 will get stuck when they are moved from the first position to the second position. The device 1 as shown in figure 4A has the advantage that, if desired, adjusting elements 20 can be attached to both sides of the masonry.
Figuur 4B toont een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals getoond in figuur 4A. Deze figuur illustreert dat de opneemruimten 3, 23 zich respectievelijk boven en onder het vlakke oppervlak 16 van het tweede element 2 van de inrichting 1 bevinden. Tevens toont deze figuur dat de bevestigingselementen 25 4, 14 passend in de opneemruimten 3, 23 zijn opgenomen.Figure 4B shows a schematic side view of the embodiment of the device 1 as shown in Figure 4A. This figure illustrates that the receiving spaces 3, 23 are respectively above and below the flat surface 16 of the second element 2 of the device 1. This figure also shows that the fixing elements 4, 14 are suitably accommodated in the receiving spaces 3, 23.
Figuur 5A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het bevestigingselement 4, dat een eindstopelement 18 omvat, zich in de tweede positie bevindt. In deze uitvoeringsvorm is het eindstopelement 18 uitgevoerd als een uitstulping of pen die 30 bevestigd is aan of deel uitmaakt van het bevestigingselement 4 en zich in een richting loodrecht daarop uitstrekt. In deze uitvoeringsvorm omvat het vlakke bodemoppervlak 16 een uitstulping 100 die tijdens het aanbrengen van de inrichting 1 achter een zijde, bij voorkeur achter een lange zijde 31, 32 van een baksteen 6 positioneerbaar is, 15 waarbij de kans gereduceerd wordt dat de inrichting 1 wanneer het bevestigingselement 4 vanuit de eerste naar de tweede positie wordt bewogen, ten minste gedeeltelijk uit de voeg 28 kan worden getrokken. De uitstulping 100 is in deze uitvoeringsvorm een rechthoekige strip die zich over de hele breedte van het bodemoppervlak 16 uitstrekt.Figure 5A shows a schematic top view of a further embodiment of the device 1 according to the present invention, wherein the fixing element 4, which comprises an end-stop element 18, is in the second position. In this embodiment the end-stop element 18 is designed as a protrusion or pin which is attached to or forms part of the fixing element 4 and extends in a direction perpendicular thereto. In this embodiment, the flat bottom surface 16 comprises a protrusion 100 which during positioning of the device 1 can be positioned behind a side, preferably behind a long side 31, 32 of a brick 6, wherein the chance of the device 1 being reduced is reduced. the fastening element 4 is moved from the first to the second position, can at least partially be pulled out of the joint 28. The protrusion 100 is in this embodiment a rectangular strip that extends over the entire width of the bottom surface 16.
5 Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat andere uitvoeringsvormen van de uitstulping 100 mogelijk zijn waarmee het gewenste resultaat bereikt kan worden.It will be clear to the skilled person that other embodiments of the protrusion 100 are possible with which the desired result can be achieved.
Figuur 5B toont een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals getoond in figuur 5A. Het eindstopelement 18 is opgenomen in een sleuf 24 in het gevormde bovenoppervlak 17 van het tweede element 2 van de 10 inrichting 1. Het eindstopelement 18 is enkel heen en weer beweegbaar door de sleuf 24. Hierdoor kan het bevestigingselement 4 tussen de eerste en tweede positie bewogen worden. Door het eindstopelement 18 wordt in hoofdzaak voorkomen dat het bevestigingselement 4 volledig buiten de opneemruimte 3 gebracht kan worden en dat de stelelementen niet meer stationair ondersteund worden. Op deze wijze vormt het 15 eindstopelement 18 een beveiliging voor de inrichting 1. Figuur 5B illustreert tevens dat het bevestigingselement 4 passend is opgenomen in de opneemruimte 3 die gevormd wordt door het gevormde bovenoppervlak 17 het vlakke bodemoppervlak 16. De hoogte van uitstulping 100 ligt in een bereik van 5-10 mm. De breedte van uitstulping 100 ligt in een bereik van 5-30 mm, bijvoorkeur in een bereik van 10-20 20 mm.Figure 5B shows a schematic side view of the embodiment of the device 1 as shown in Figure 5A. The end-stop element 18 is received in a slot 24 in the formed upper surface 17 of the second element 2 of the device 1. The end-stop element 18 can only be moved back and forth through the slot 24. As a result, the fixing element 4 can be between the first and second position. be moved. The end-stop element 18 substantially prevents the fastening element 4 from being brought completely outside the receiving space 3 and the adjusting elements no longer being stationary supported. In this way the end stop element 18 forms a protection for the device 1. Figure 5B also illustrates that the fixing element 4 is suitably accommodated in the receiving space 3 which is formed by the formed upper surface 17 the flat bottom surface 16. The height of protuberance 100 lies in a range of 5-10 mm. The width of protrusion 100 is in a range of 5-30 mm, preferably in a range of 10-20 mm.
Figuur 6A toont een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een structuur 25 in de opneemruimte 3 is voorzien. Wanneer het bevestigingselement 4 zich in de tweede positie bevindt, ligt het eindstopelement 38 aan tegen structuur 25. Het eindstopelement 25 38 is in deze uitvoeringsvorm uitgevoerd als een uitstulping aan een uiteinde van het bevestigingselement 4 dat zich altijd in de opneemruimte 3 zal bevinden. Het bevestigingselement 4 zal vastlopen wanneer het vanuit de eerste positie naar de tweede positie bewogen wordt en het eindstopelement 38 door de structuur 25 wordt tegengehouden. In dat geval wordt een uiterste uitgeschoven positie van het 30 bevestigingselement 4 bereikt. Hierdoor wordt voorkomen dat het bevestigingsmiddel 4 volledig buiten de opneemruimte 3 geschoven kan worden en een stelelement niet langer stationair ondersteund wordt.Figure 6A shows a schematic side view of an embodiment of the device 1 according to the present invention, wherein a structure 25 is provided in the receiving space 3. When the fastening element 4 is in the second position, the end stop element 38 abuts against structure 25. In this embodiment the end stop element 38 is designed as a protrusion at one end of the fastening element 4 which will always be located in the receiving space 3. The mounting element 4 will jam when it is moved from the first position to the second position and the end stop element 38 is retained by the structure 25. In that case an extreme extended position of the fastening element 4 is achieved. Hereby it is prevented that the fastening means 4 can be pushed completely outside the receiving space 3 and an adjusting element is no longer supported stationarily.
1616
Figuur 6B toont een schematisch bovenaanzicht van het vlakke bodemoppervlak 16 dat de structuur 25 omvat waartegen het eindstopelement 38 aanligt wanneer het bevestigingselement 4 zich in de tweede positie bevindt, zoals getoond in figuur 6A. De structuur 25 zal het bevestigingselement 4 zowel in de eerste als in de tweede positie 5 ten minste gedeeltelijk ondersteunen.Figure 6B shows a schematic top view of the flat bottom surface 16 that includes the structure 25 against which the end stop element 38 abuts when the fastening element 4 is in the second position, as shown in Figure 6A. The structure 25 will at least partially support the fastening element 4 both in the first and in the second position 5.
Figuur 7A toont een schematisch zijaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een structuur 26 in de opneemruimte 3 is voorzien waartegen het eindstopelement 48 aanligt wanneer het bevestigingselement 4 zich in de tweede positie bevindt. De figuur toont dat de 10 structuur 26 ten minste gedeeltelijk een helling omvat. Het bevestigingselement 4 omvat aan een uiteinde dat zich altijd in de opneemruimte 3 zal bevinden een eindstopelement 48 dat een taps toelopend gedeelte met in hoofdzaak een gelijke helling als de structuur 26 omvat. Wanneer het bevestigingselement 4 van de eerste naar de tweede positie wordt bewogen, zal het eindstopelement 48 tegen de helling van 15 structuur 26 komen aan te liggen. Hierdoor wordt een uiterste positie van het bevestigingselement 4 bereikt en wordt voorkomen dat het bevestigingselement 4 volledig buiten de opneemruimte 3 van het tweede element 2 geschoven kan worden en een stelelement niet langer stationair ondersteund wordt.Figure 7A shows a schematic side view of a further embodiment of the device 1 according to the present invention, wherein a structure 26 is provided in the receiving space 3 against which the end-stop element 48 abuts when the fastening element 4 is in the second position. The figure shows that the structure 26 comprises at least in part a slope. The fixing element 4 comprises at one end which will always be located in the receiving space 3 an end-stop element 48 which comprises a tapered part with substantially the same inclination as the structure 26. When the fastening element 4 is moved from the first to the second position, the end-stop element 48 will come to lie against the slope of structure 26. An extreme position of the fastening element 4 is hereby achieved and it is prevented that the fastening element 4 can be slid completely outside the receiving space 3 of the second element 2 and that an adjusting element is no longer stationary supported.
Figuur 7B toont een schematisch bovenaanzicht van het vlakke bodemoppervlak 16 20 dat de structuur 26 omvat waartegen het eindstopelement 48 aanligt wanneer het bevestigingselement 4 zich in de tweede positie bevindt, zoals getoond in figuur 7A.Figure 7B shows a schematic top view of the flat bottom surface 16 which comprises the structure 26 against which the end-stop element 48 abuts when the fastening element 4 is in the second position, as shown in Figure 7A.
Figuur 8A toont een schematisch bovenaanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het bevestigingselement 4 zich in de eerste positie bevindt, waarin het bevestigingselement 4 in hoofdzaak door 25 de opneemruimte 3 wordt omsloten. Het bevestigingselement 4 is door middel van een verbindingselement 27, zoals een schroef of een as, roteerbaar met tweede element 2 van de inrichting verbonden. Door met de hand of middels een hulpmiddel de uitstulping 49 die verbonden is met of deel uitmaakt van het bevestigingselement 4 te verplaatsen, kan het bevestigingselement 4 rond het verbindingselement 27 gedraaid 30 worden. Hierdoor wordt het bevestigingselement van de eerste naar de tweede positie gebracht en kan een stelelement op het bevestigingselement geplaatst worden.Figure 8A shows a schematic top view of a further embodiment of the device 1 according to the present invention, wherein the fixing element 4 is in the first position, in which the fixing element 4 is substantially enclosed by the receiving space 3. The fixing element 4 is rotatably connected to the second element 2 of the device by means of a connecting element 27, such as a screw or a shaft. By moving by hand or by means of an aid the protuberance 49 which is connected to or forms part of the fixing element 4, the fixing element 4 can be rotated around the connecting element 27. The fastening element is hereby brought from the first to the second position and an adjusting element can be placed on the fastening element.
In de uitstulping kan tevens een uitsparing 5 voorzien zijn. Het is ook mogelijk om met behulp van een hulpmiddel, bijvoorbeeld een schroevendraaier, die in de uitsparing 17 gestoken kan worden het bevestigingselement 4 van de eerste naar de tweede positie te bewegen.A recess 5 may also be provided in the protrusion. It is also possible with the aid of an aid, for example a screwdriver, which can be inserted into the recess 17 to move the fastening element 4 from the first to the second position.
Figuur 8B toont een schematisch bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zoals getoond in figuur 8A, waarbij het bevestigingselement 4 in de tweede 5 positie is, waarin het bevestigingselement 4 zich in hoofdzaak buiten de opneemruimte 3 bevindt.Figure 8B shows a schematic top view of the embodiment of the device 1 as shown in Figure 8A, wherein the fixing element 4 is in the second position, in which the fixing element 4 is substantially outside the receiving space 3.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven als niet-beperkende voorbeelden beschreven uitvoeringsvormen. De beschermingsomvang wordt bepaald door de strekking van de hierna volgende conclusies, binnen de strekking waarvan 10 velerlei modificaties denkbaar zijn.The present invention is not limited to the embodiments described above as non-limiting examples. The scope of protection is determined by the scope of the following claims, within the scope of which many modifications can be envisaged.
Claims (28)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2004502A NL2004502C2 (en) | 2010-04-02 | 2010-04-02 | DEVICE AND METHOD FOR ATTACHING STEL ELEMENTS. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2004502A NL2004502C2 (en) | 2010-04-02 | 2010-04-02 | DEVICE AND METHOD FOR ATTACHING STEL ELEMENTS. |
NL2004502 | 2010-04-02 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2004502C2 true NL2004502C2 (en) | 2011-10-04 |
Family
ID=42813491
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2004502A NL2004502C2 (en) | 2010-04-02 | 2010-04-02 | DEVICE AND METHOD FOR ATTACHING STEL ELEMENTS. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2004502C2 (en) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2011700C2 (en) * | 2012-12-21 | 2014-06-24 | J W Fransen Beheer B V | IMPROVED SYSTEM FOR A MASON PROFILE. |
WO2018069902A2 (en) | 2016-10-14 | 2018-04-19 | Fsps Gmbh | Masonry device with a joint body, method for use thereof and joint body |
EP3401465A1 (en) | 2017-05-11 | 2018-11-14 | Saint-Gobain Weber Beamix B.V. | System for a masonry guide |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2123584A6 (en) * | 1971-01-11 | 1972-09-15 | Noel Lucien | |
EP0143035A2 (en) * | 1983-11-23 | 1985-05-29 | ETS FOURNIER & CIE S.A.R.L. | Device for anchoring security elements on external walls of a construction and construction comprising such a device at least on one of its walls |
EP0803621A1 (en) * | 1996-04-26 | 1997-10-29 | Bouwbedrijf Marchetta, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid | Element for positioning one or more profiles or the like when bricklaying walls |
-
2010
- 2010-04-02 NL NL2004502A patent/NL2004502C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2123584A6 (en) * | 1971-01-11 | 1972-09-15 | Noel Lucien | |
EP0143035A2 (en) * | 1983-11-23 | 1985-05-29 | ETS FOURNIER & CIE S.A.R.L. | Device for anchoring security elements on external walls of a construction and construction comprising such a device at least on one of its walls |
EP0803621A1 (en) * | 1996-04-26 | 1997-10-29 | Bouwbedrijf Marchetta, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid | Element for positioning one or more profiles or the like when bricklaying walls |
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2011700C2 (en) * | 2012-12-21 | 2014-06-24 | J W Fransen Beheer B V | IMPROVED SYSTEM FOR A MASON PROFILE. |
WO2014098585A1 (en) | 2012-12-21 | 2014-06-26 | J.W. Fransen Beheer B.V. | Improved adjusting system for a masonry guide |
WO2018069902A2 (en) | 2016-10-14 | 2018-04-19 | Fsps Gmbh | Masonry device with a joint body, method for use thereof and joint body |
NL2018599B1 (en) * | 2016-10-14 | 2018-04-20 | Fsps Gmbh | Apparatus for detecting condensation and sterilizer with such apparatus |
WO2018069902A3 (en) * | 2016-10-14 | 2018-05-24 | Fsps Gmbh | Masonry device with a joint body, method for use thereof and joint body |
EP3401465A1 (en) | 2017-05-11 | 2018-11-14 | Saint-Gobain Weber Beamix B.V. | System for a masonry guide |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2004502C2 (en) | DEVICE AND METHOD FOR ATTACHING STEL ELEMENTS. | |
BE1019998A3 (en) | PLASTER PROFILE FOR PLASTERING A WOODEN ELEMENT. | |
US20060150553A1 (en) | Control joint | |
AU1547302A (en) | Tilt-up concrete panel forming system | |
AU2016262120B2 (en) | Floor levelling arrangement and method therefor | |
AU2008207524A1 (en) | Taper lock system | |
US6186479B1 (en) | Framework removal tool method | |
KR102123459B1 (en) | External panel for construction | |
US20080073480A1 (en) | Reusable footing form accessories | |
CA1285797C (en) | Fastening means | |
AU2009100112A4 (en) | Formquick | |
ES2797482T3 (en) | Interchangeable bracket | |
US20110278518A1 (en) | Crack inducer apparatus | |
CA2934857A1 (en) | Improved adjusting system for a masonry guide | |
CA2576780A1 (en) | Slab edge casing and method therefor | |
NL1020123C1 (en) | Lost edge shuttering, comprises single piece profile for contact with liquid concrete and anchor devices securable to inside of profile via temporary fasteners | |
NL1015679C2 (en) | Safety fence support for use during construction of multi-story building | |
US20100025565A1 (en) | Retaining system | |
NL1017850C1 (en) | Metal bracket for fixing vertical post to existing brickwork to act as guide when laying further courses of bricks | |
JP7486855B1 (en) | Jaw member, method for constructing jaw section, and structure of jaw section | |
US20220053960A1 (en) | Rod holder system | |
NL9300255A (en) | Soldier course support structure | |
DK180552B1 (en) | Adjustable mounting, and a structural frame comprising said mounting. | |
AU2012202256B2 (en) | Taper lock system | |
NL2000245C2 (en) | Plastic fixture component is for attachment of rain pipe to wall and involves pin-shaped fixture part firmly inserted in wall hole |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170501 |