NL2004264C2 - Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2004264C2
NL2004264C2 NL2004264A NL2004264A NL2004264C2 NL 2004264 C2 NL2004264 C2 NL 2004264C2 NL 2004264 A NL2004264 A NL 2004264A NL 2004264 A NL2004264 A NL 2004264A NL 2004264 C2 NL2004264 C2 NL 2004264C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
product
product holders
holders
compartment
dough
Prior art date
Application number
NL2004264A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerrit Jan Herman Nijkamp
Original Assignee
Kaak Johan H B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kaak Johan H B filed Critical Kaak Johan H B
Priority to NL2004264A priority Critical patent/NL2004264C2/nl
Priority to EP11150541.8A priority patent/EP2361505B1/en
Priority to RU2011106116/13A priority patent/RU2572755C2/ru
Application granted granted Critical
Publication of NL2004264C2 publication Critical patent/NL2004264C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C13/00Provers, i.e. apparatus permitting dough to rise
    • A21C13/02Provers, i.e. apparatus permitting dough to rise with endless conveyors, e.g. for moving the dough pieces progressively through the prover
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)

Description

Reg. Nr. NLP186676A
Inrichting voor het tij delink opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergeliike inrichting.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders, in het 5 bijzonder producthouders voor het ondersteunen van deegproducten, welke inrichting voorzien is van tenminste twee aangrenzend opgestelde liftcompartimenten, waarbij het ene liftcompartiment dient voor het intermitterend omhoog transporteren van de producthouders en het andere liftcom-10 partiment dient voor het intermitterend omlaag transporteren van de producthouders, en van een overbrenginrichting voor het aan de bovenzijde van de liftcompartimenten overbrengen van de producthouders van het ene naar het andere liftcompartiment.
15 Een dergelijke inrichting is bekend uit het
Nederlandse octrooi 1001342. Hierin wordt als voorbeeld een rijskast beschreven met twee naast elkaar opgestelde liftcompartimenten, hoewel een dergelijke inrichting ook toepasbaar is bij onder meer koelkasten, bufferkasten, 20 pasteuriseerkasten, vrieskasten en ovens. In een zijwand van 2 de rijskast, nabij de onderzijde van een eerste liftcompartiment, is een invoeropening geplaatst voor het invoeren van producthouders voor het ondersteunen van deegproducten, ook wel aangeduid met de term deeghouders.
5 Onderin het eerste liftcompartiment van de rijskast is een invoertransporteur geplaatst, voor het in het eerste liftcompartiment voeren van de deeghouders, die daarna door middel van aan steunkettingen bevestigde ondersteu-ningselementen omhoog bewogen kunnen worden. Boven in de 10 rijskast is een overbrenginrichting aanwezig die de deeghouders van het eerste liftcompartiment overbrengt naar een tweede liftcompartiment. In het tweede liftcompartiment worden deeghouders door middel van aan steunkettingen bevestigde ondersteuningselementen omlaag bewogen, tot op 15 een uitvoertransporteur, die onderin het tweede liftcompartiment geplaatst is. De uitvoertransporteur voert de deeghouders dan uit de rijskast via een in een zijwand van de rijskast, nabij de onderzijde van het tweede liftcompartiment geplaatste uitvoeropening.
20 In de praktijk worden dergelijke inrichtingen voor het tijdelijk opnemen van producthouders, gebruikt om de producthouders en/of daarop geplaatste deegproducten gedurende een gewenste en ingestelde tijdsperiode aan een bewerkingsstap te onderwerpen. Hierbij bevinden de 25 producthouders zich gedurende ongeveer de helft van deze tijdsperiode in het eerste liftcompartiment, en gedurende ongeveer de andere helft van deze tijdsperiode in het tweede liftcompartiment, zodanig dat na het doorlopen van zowel het eerste als het tweede liftcompartiment de gewenste 30 tijdsperiode verstreken is. Een afwijking van de gewenste tijdsperiode heeft meestal een negatieve invloed op het productieproces en/of op de kwaliteit van het product, met name bij deegproducten.
35 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is onder meer een doel van de onderhavige 3 uitvinding een inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders, zoals bijvoorbeeld deeghouders, te verschaffen waarmee een meer flexibel productieproces kan worden verkregen.
5 Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding hiertoe een inrichting van de in de openingsparagraaf genoemde soort met het kenmerk, dat de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening heeft voor het in de inrichting toevoeren van producthouders, en 10 doordat de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een uitvoeropening voor het uit de inrichting voeren van producthouders. Hierdoor wordt de mogelijkheid geboden om tussentijds producthouders uit en/of in inrichting te voeren.
15 De uitvinder heeft zich gerealiseerd dat onder bepaalde voorwaarden en/of tijdens bepaalde gedeeltes van het productieproces, afgeweken kan worden van de gewenste tijdsperiode dat de producthouders het eerste en tweede liftcompartiment dienen te doorlopen. Bijvoorbeeld op 20 plaatsen in het productieproces waar geen producten op de producthouders aanwezig zijn kan soms van de gewenste tijdsperiode afgeweken worden. Of op tijdstippen in het productieproces wanneer geen of een aantal proefproducten op de producthouders aanwezig zijn, bijvoorbeeld tijdens het 25 opstarten van het productieproces voor het vervaardigen van een specifiek deegproduct, bijvoorbeeld een specifiek type brood, of tijdens het wisselen van het productieproces van een eerste type deegproduct naar een tweede type deegproduct, kan van de gewenste tijdsperiode afgeweken 30 worden. Het is met name als van de gewenste doorlooptijd door het eerste en tweede liftcompartiment afgeweken kan worden, dat gebruik gemaakt kan worden van een tweede uitvoer- en invoeropening om tussentijds producthouders uit of in de inrichting voor het tijdelijk opnemen van 35 producthouders te voeren. Hierdoor kan een meer flexibele inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders verschaft worden waarbij de producthouders bijvoorbeeld op 4 een eerste niveau, bijvoorbeeld aan de onderzijde, worden ingevoerd en op een ander tweede niveau, bijvoorbeeld aan de bovenzijde, worden uitgevoerd.
In een uitvoeringsvorm heeft het eerste 5 liftcompartiment aan de onderzijde een eerste invoeropening en het tweede liftcompartiment aan de onderzijde een eerste uitvoeropening, en heeft het eerste liftcompartiment aan de bovenzijde een tweede uitvoeropening en het tweede liftcompartiment aan de bovenzijde een tweede invoeropening. 10 Hierbij worden de producthouders via de eerste invoeropening aan de onderzijde van het eerste liftcompartiment ingevoerd en binnen het eerste liftcompartiment intermitterend naar boven getransporteerd. Gewoonlijk worden de producthouders boven in het eerste liftcompartiment over gebracht naar het 15 tweede liftcompartiment om aldaar naar intermitterend naar beneden getransporteerd te worden. Echter in deze uitvoeringsvorm kunnen de producthouders boven in het eerste liftcompartiment zowel overgebracht worden naar het tweede compartiment of uitgevoerd worden via de tweede 2 0 uitvoeropening. Als de producthouders uitgevoerd worden via de tweede uitvoeropening, kunnen nieuwe of andere producthouders via de tweede invoeropening in het tweede liftcompartiment worden ingevoerd om de plaats van de uitgevoerde producthouders in het proces in te nemen.
25 In een uitvoeringsvorm is de overbrenginrichting ingericht voor het aan de bovenzijde invoeren van producthouders via de invoeropening aan de bovenzijde en/of voor het aan de bovenzijde uitvoeren van producthouders via de uitvoeropening aan de bovenzijde. Door gebruik te maken 30 van de overbrenginrichting voor het aan de bovenzijde invoeren of uitvoeren van producthouders zijn hiervoor geen extra voorzieningen nodig.
In een uitvoeringsvorm wordt overbrenginrichting voor het overbrengen van de producthouders van het eerste 35 naar het tweede liftcompartiment aangedreven in een eerste aandrijfrichting, en wordt de overbrenginrichting voor het aan de bovenzijde invoeren en/of uitvoeren van 5 producthouders aangedreven in een tweede aandrijfrichting die tegengesteld gericht is ten opzichte van de eerste aandrijfrichting. Gewoonlijk wordt de overbrenginrichting slecht in één richting gebruikt; namelijk voor het 5 overbrengen van de producthouders van het eerste liftcompartiment naar het tweede liftcompartiment. Door de overbrenginrichting in twee richtingen aandrijfbaar te maken is het mogelijk om de producthouders uit te voeren aan een van het tweede liftcompartiment afgekeerde zijde van de 10 overbrenginrichting. Verder is het dan mogelijk om producthouders in te voeren aan een van het eerste liftcompartiment afgekeerde zijde van de overbrenginrichting.
In een uitvoeringsvorm is elk liftcompartiment 15 voorzien van boven elkaar geplaatste paren langwerpige ondersteuningselementen, waarbij de ondersteuningselementen van elk paar tegenover elkaar gelegen zijn voor het ondersteunen van een producthouder.
In een uitvoeringsvorm omvat elk liftcompartiment 20 aan weerskanten een stel evenwijdig aan elkaar bewegende eindloze steunkettingen, aan welke steunkettingen de ondersteuningselementen bevestigd zijn, waarbij de steunkettingen, aan een naar de binnenzijde van het liftcompartiment gekeerde zijde hiervan, de ondersteu-25 ningselementen in het eerste liftcompartiment intermitterend omhoog, respectievelijk in het tweede liftcompartiment intermitterend omlaag transporteren.
Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een samenstel voor deegverwerking omvattende een inrichting 30 van de in de openingsparagraaf genoemde soort die gekenmerkt wordt doordat de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening heeft voor het in de inrichting toevoeren van producthouders, en doordat de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een 35 uitvoeropening voor het uit de inrichting voeren van producthouders. Hierdoor kunnen producthouders naar keuze via de bovenzijde of via de onderzijde worden ingevoerd en 6 uitgevoerd, waardoor de producthouders verschillende routes kunnen volgen binnen een productielijn.
In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel verder een eerste toevoertransporteur voor het toevoeren van 5 producthouders aan de aan de onderzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen invoeropening, een eerste afvoertransporteur voor het af voeren van producthouders aan de aan de onderzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders 10 gelegen uitvoeropening, een tweede toevoertransporteur voor het toevoeren van producthouders aan de aan de bovenzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen invoeropening, en een tweede afvoertransporteur voor het afvoeren van producthouders aan 15 de aan de bovenzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen uitvoeropening.
In een uitvoeringsvorm is de tweede afvoertransporteur ingericht voor het transporteren van producthouders van de inrichting voor het tijdelijk opnemen 20 van producthouders naar een opslaginrichting voor producthouders, en is de tweede toevoertransporteur ingericht voor het transporteren van producthouders van de opslaginrichting naar de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders.
25 In een uitvoeringsvorm omvat de opslaginrichting een bordes, waarbij het bordes boven of bovenop een inrichting voor deegverwerking geplaatst is. In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting voor deegverwerking een oven. Hierdoor kan gebruik gemaakt worden van ruimte boven 30 een inrichting voor deegverwerking, zoals een oven, om aldaar een opslaginrichting voor producthouders te plaatsen. Hierdoor is geen extra vloeroppervlak voor een opslaginrichting nodig. In een uitvoeringsvorm maken de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en 35 de inrichting voor deegverwerking beide deel uit van eenzelfde productielijn voor deegproducten.
In een uitvoeringvorm is het bordes voorzien van 7 een portaalrobot. Hierdoor kunnen producthouders geautomatiseerd door de robot in de opslag geplaatst worden of uit de opslag gehaald worden, bijvoorbeeld bij het wisselen van eerste producthouders voor een eerste product 5 naar tweede producthouders voor een tweede product.
In een uitvoeringsvorm is de tweede afvoertransporteur ingericht voor het transporteren van producthouders van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders naar een verder inrichting voor 10 deegverwerking, en is de tweede toevoertransporteur ingericht voor het transporteren van producthouders van de verdere inrichting voor deegverwerking naar de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders. In een uitvoeringsvorm omvat de verdere inrichting voor 15 deegverwerking een inrichting voor het aanbrengen van decoratie op deegproducten. Hierbij ontstaat de mogelijkheid om in hoofdzaak halverwege de gewenste doorlooptijd de producthouders uit de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders te voeren naar een extra deegverwerking, 20 bijvoorbeeld een decoratie-inrichting, en daarna de gedecoreerde producten opnieuw in te voeren in de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders voor het doorlopen van de rest van de gewenste looptijd.
In een uitvoeringsvorm is de tweede 25 afvoertransporteur buiten de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders aansluitend aan de tweede toevoertransporteur geplaatst. In een uitvoeringsvorm vormt de tweede afvoertransporteur buiten de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders één 30 geheel met de tweede toevoertransporteur. De tweede afvoeren toevoertransporteur vormen aldus een lus buiten de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders. Als een dergelijke lus is voorzien van een decoratie-inrichting, wordt deze hieronder ook wel decoratielus 35 genoemd.
Volgens een derde aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het bedrijven van een inrichting van de 8 in de openingsparagraaf genoemde soort die gekenmerkt wordt doordat de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening heeft voor het in de inrichting toevoeren van producthouders, en doordat de inrichting zowel 5 aan de bovenzijde als aan de onderzijde een uitvoeropening voor het uit de inrichting voeren van producthouders, waarbij de overbrenginrichting is ingericht voor het aan de bovenzijde invoeren van producthouders via de invoeropening aan de bovenzijde en/of voor het aan de bovenzijde uitvoeren 10 van producthouders via de uitvoeropening aan de bovenzijde, waarbij de overbrenginrichting aangedreven wordt in een eerste richting voor het overbrengen van de producthouders van het eerste naar het tweede liftcompartiment, of in een tweede richting voor het aan de bovenzijde invoeren en/of 15 uitvoeren van producthouders, waarbij de tweede richting die tegengesteld gericht is ten opzichte van de eerste richting.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 20 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.
25
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven 30 voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1 een schematisch aanzicht in perspectief van een U-vormige rijskast voor het laten rijzen van deegstukken op de deeghouders; figuur 2 een schematisch aanzicht in perspectief 35 van een U-vormige vrieskast voor het invriezen van deegproducten op de deeghouders; figuur 3 een schematisch aanzicht in perspectief 9 van een in-lijn koelinrichting voor het koelen van deeghouders; figuur 4 een detail aanzicht van een boveninvoer voor een inrichting volgens figuur 3; 5 figuur 5A een schematisch aanzicht van de loop van de deeghouders door een inrichting volgens figuur 3; figuur 5B een schematisch aanzicht van de loop van de deeghouders door een alternatieve inrichting; en figuur 6 een schematisch bovenaanzicht van een 10 deel van een samenstel voor deegverwerking dat deel uitmaakt van een productielijn voor deegproducten.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
15 De uitvinding zal hieronder verder toegelicht worden aan de hand van een aantal voorbeelduitvoerings- vormen.
Hierbij wordt opgemerkt dat de uitvinding betrekking heeft op een inrichting die voorzien is van 20 tenminste twee aangrenzend opgestelde liftcompartimenten. Deze liftcompartimenten kunnen bijvoorbeeld zijdelings naast elkaar geplaatst zijn, zoals in de voorbeelden die getoond zijn in figuren 1 en 2, of in eikaars verlengde achter elkaar geplaatst zijn zoals in de voorbeelden die getoond 25 zijn in figuren 3 en 6.
De in figuur 1 weergegeven rijskast bevat twee parallel aan elkaar gelegen kastafdelingen of liftcompartimenten 1, 2, waarin deeghouders 3, in dit geval bakvormen, 30 intermitterend naar boven respectievelijk naar beneden volgens de aangegeven pijlen verplaatst worden. Het eerste liftcompartiment 1 omvat aan weerskanten een stel eindloze steunkettingen 4, die geleid worden om kettingwielen 7, 7' en 8 en een stel eindloze steunkettingen 5 die geleid worden 35 om kettingwielen 9, 9' en 10. Evenzo omvat het tweede liftcompartiment 2 aan weerskanten een stel eindloze steunkettingen 6 die geleid worden om kettingwielen 11, 11' 10 en 12, en het stel eindloze steunkettingen 5. De stellen steunkettingen 4, 5 en 6 dragen ondersteuningselementen 13, 14, 15 voor de deeghouders 3.
In elk liftcompartiment 1, 2 bevindt zich onderin 5 een invoertransporteur 16 respectievelijk een uitvoer-transporteur 17, terwijl boven in elke liftcompartiment 1, 2 een overbrenginrichting aanwezig is die gevormd wordt door twee meeneeminrichtingen 18, 19 en een overbrengtransporteur 22, waaraan de deeghouders 3 door de meeneeminrichting 18 10 worden overgegeven, terwijl de meeneeminrichting 19 de deeghouders van de overbrengtransporteur overneemt en bovenin in het tweede liftcompartiment 2 invoert.
Tenslotte sluit op de invoertransporteur 16 een aanvoertransporteur 20 en op de uitvoertransporteur een 15 afvoertransporteur 21 aan.
De meeneeminrichtingen 18, 19 worden gevormd door ronddraaiende kettingen 23, 24 waarop meeneemschotten 25 aangebracht zijn. De meeneemschotten 25 zijn op een zodanige onderlinge afstand geplaatst dat zich tussen de naburige 20 meeneemschotten 25 een deeghouder 3 kan bevinden. De meeneemschotten 25 van meeneeminrichting 18 duwen en schuiven de deeghouders van het eerste liftcompartiment 1 naar en op de overbrengtransporteur 22 en de meeneemschotten 25 van de meeneeminrichting 19 duwen en schuiven de deeghou-25 ders van de overbrengtransporteur 22 in het tweede liftcompartiment 2.
Gewoonlijk wordt de gewenste rijstijd van de deegproducten op de producthouder 3 in de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders verkregen als de 30 producthouders worden ingevoerd via de invoeropening 16a en worden afgevoerd via de uitvoeropening 17a, waarbij de invoer- en uitvoeropening op hetzelfde niveau liggen, bijvoorbeeld beiden aan de onderzijde zoals getoond in figuur 1, en de producthouders 3 het gehele eerste 1 en 35 tweede 2 liftcompartiment doorlopen.
Het eerste liftcompartiment 1 heeft aan de onderzijde een eerste invoeropening 16a en het tweede 11 liftcompartiment 2 aan de onderzijde een eerste uitvoeropening 17a. Bovendien heeft het eerste liftcompartiment 1 aan de bovenzijde een tweede uitvoeropening 22a en het tweede liftcompartiment 2 aan de 5 bovenzijde een tweede invoeropening 22b heeft. Aldus heeft de rijskast zoals getoond in figuur 1 zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening 16a, 22b voor het in de inrichting toevoeren van producthouders 3, en heeft de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de 10 onderzijde een uitvoeropening 22a, 17a voor het uit de inrichting voeren van producthouders 3. Voor het aan de bovenzijde uitvoeren of invoeren van producthouders 3 via de uitvoer 22a of invoer 22b, wordt gebruik gemaakt van de overbrengtransporteur 22 die verlengt is om door de uitvoer 15 22a en de invoer 22 b te reiken en hiervoor in tegengestelde richting B wordt aangedreven, zoals getoond in figuur 1.
Een toepassing van deze extra uitvoeropening 22a en invoeropening 22b zal verderop gesproken worden onder verwijzing naar figuur 5.
20
De in figuur 2 weergegeven vrieskast heeft dezelfde opbouw als de U-vormige rijskast van figuur 1. Dezelfde elementen in de kast van figuur 2 worden met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid als in figuur 1. 25 Gewoonlijk wordt de gewenste vriestijd van de deegproducten op de producthouder 3 in de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders verkregen als de producthouders worden ingevoerd via de invoeropening 16a en worden afgevoerd via de uitvoeropening 17a, waarbij de 30 invoer- en uitvoeropening op hetzelfde niveau liggen, bijvoorbeeld beiden aan de onderzijde zoals getoond in figuur 2, en de producthouders 3 het gehele eerste 1 en tweede 2 liftcompartiment doorlopen.
Ook nu heeft het eerste liftcompartiment 1 aan de 35 onderzijde een eerste invoeropening 16a en het tweede liftcompartiment 2 aan de onderzijde een eerste uitvoeropening 17a. Bovendien heeft het eerste 12 liftcompartiment 1 aan de bovenzijde een boven de invoeropening 16a gelegen tweede uitvoeropening 18a en het tweede liftcompartiment 2 aan de bovenzijde een boven de uitvoeropening 17a gelegen tweede invoeropening 19a. Aldus 5 heeft de vrieskast zoals getoond in figuur 2 zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening 16a, 19a voor het in de inrichting toevoeren van producthouders 3, en heeft de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een uitvoeropening 18a, 17a voor het uit de 10 inrichting voeren van producthouders 3. Voor het aan de bovenzijde uitvoeren of invoeren van producthouders 3 via de uitvoer 18a of invoer 19a, wordt gebruik gemaakt van de meeneeminrichtingen 18, 19. De meeneeminrichting 18 boven in het eerste lif tcompartiment 1 is ingericht om naar keuze de 15 producthouders 3 naar en op de overbrengtransporteur 22 te schuiven, of bij een tegengesteld gerichte aandrijving B de producthouders 3 op een uitvoertransporteur 18b duwen en schuiven. De meeneeminrichting 19 boven in het tweede liftcompartiment 2 is ingericht om naar keuze de 2 0 producthouders 3 van de overbrengtransporteur 22 in het tweede liftcompartiment 2 te duwen en schuiven, of bij een tegengesteld gerichte aandrijving B de producthouders 3 van een invoertransporteur 19b in het tweede liftcompartiment 2 te duwen en schuiven.
25 Een toepassing van deze extra uitvoeropening 18a en invoeropening 19a zal verderop gesproken worden onder verwijzing naar figuur 5.
In een derde voorbeelduitvoeringsvorm zoals 30 getoond in figuur 3, liggen het eerste liftcompartiment 1 en tweede liftcompartiment 2 in eikaars verlengde. Dat heeft als voordeel dat slechts één meeneeminrichting 18 nodig is die zich uitstrekt boven zowel het eerste liftcompartiment 1 en het tweede liftcompartiment 2, en dat er geen 35 overbrengtransporteur nodig is.
Figuur 3 toont een koelinrichting voor producthouders 3 die gebruikt worden voor het bakken van 13 deegproducten. Na het bakken worden de deegproducten uit de producthouders of van de producthouders af gehaald. De lege producthouders worden teruggevoerd naar het begin van het bakproces voor hergebruik. Tijdens het terugvoeren naar het 5 begin worden de producthouders gereinigd en gekoeld om de warmte die opgenomen is tijdens het bakproces althans grotendeels af te voeren. Gewoonlijk wordt de gewenste afkoeling van de producthouders 3 in de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders verkregen als de 10 producthouders worden ingevoerd via de invoeropening 16a en worden afgevoerd via de uitvoeropening 17a, waarbij de invoer- en uitvoeropening op hetzelfde niveau liggen, bijvoorbeeld beiden aan de onderzijde zoals getoond in figuur 3, en de producthouders 3 het gehele eerste 1 en 15 tweede 2 liftcompartiment doorlopen. De uitvoertransporteur 21 voert de afgekoelde producthouders 3 terug naar het begin van het bakproces om opnieuw voorzien te worden van deegporties.
Ook nu heeft het eerste liftcompartiment 1 aan de 20 onderzijde een eerste invoeropening 16a en het tweede liftcompartiment 2 aan de onderzijde een eerste uitvoeropening 17a. Bovendien heeft het eerste liftcompartiment 1 aan de bovenzijde een boven de invoeropening 16a gelegen tweede uitvoeropening 18a en het 25 tweede liftcompartiment 2 aan de bovenzijde een boven de uitvoeropening 17a gelegen tweede invoeropening 19a. Aldus heeft de koelinrichting zoals getoond in figuur 3 zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening 16a, 19a voor het in de inrichting toevoeren van producthouders 30 3, en heeft de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een uitvoeropening 18a, 17a voor het uit de inrichting voeren van producthouders 3. Voor het aan de bovenzijde uitvoeren of invoeren van producthouders 3 via de uitvoer 18a of invoer 19a, wordt gebruik gemaakt van 35 dezelfde meeneeminrichting 18. De meeneeminrichting 18 strekt zich uit boven zowel het eerste liftcompartiment 1 als het tweede liftcompartiment 2. In een eerste 14 aandrijfrichting A van de meeneeminrichting 18, worden de producthouders 3 van het eerste liftcompartiment 1 overgebracht naar het tweede liftcompartiment 2. Doordat de meeneeminrichting 18 in twee, in hoofdzaak tegengesteld 5 gerichte, richtingen aandrijfbaar is, kunnen de producthouder 3 in een tweede aandrijfrichting B van de meeneeminrichting 18 overgebracht worden op een tweede uitvoertransporteur 18b via de tweede uitvoeropening 18a. Omdat er in deze situatie geen producthouders 3 van het 10 eerste liftcompartiment 1 naar het tweede liftcompartiment 2 worden overgebracht, is het tweede liftcompartiment 2 beschikbaar om hier nieuwe producthouders 3, die gereed liggen op de tweede aanvoertransporteur 19b, in te voeren in het tweede liftcompartiment 2. Bij voorkeur gebeurt dat 15 gelijktijdig met het uitvoeren van de producthouders 3 uit het eerste liftcompartiment 1. Zowel het uit het eerste liftcompartiment 1 voeren van de productdragers 3, als het in het tweede liftcompartiment 2 voeren van nieuwe productdragers 3 gebeurt door dezelfde meeneeminrichting 18, 20 die aangedreven wordt in de tweede aandrijfrichting B, die tegengesteld gericht is aan de eerste aandrijfrichting A. Het uitvoeren van gebruikte productdragers 3 via de tweede uitvoeropening 18a en het invoeren van nieuwe productdragers 3 via de tweede invoeropening 19a gebeurt op hetzelfde tempo 25 als het overbrengen van productdragers 3 van het eerste liftcompartiment 1 naar het tweede liftcompartiment 2, waardoor voor het wisselen van productdragers 3 in hoofdzaak geen stilstand van het bakproces nodig is; het wisselen van productdragers 3 gebeurt tijdens de normale loop van de 30 productielijn, behalve dan dat de meeneeminrichting 18 wordt aangedreven in de tweede aandrijfinrichting B in plaatst van de eerste aandrijfinrichting A.
Figuur 4 toont het uitvoeren van productdragers 3 door het duwen en schuiven van de productdragers 3, van de 35 ondersteuningselementen 14 naar de uitvoertransportband 18b. Hiertoe is de meeneeminrichting 18 voorzien van meeneemschotten 25, die elk een productdrager 3 voortduwen 15 in de richting van de uitvoertransportband 18b. Als de productdragers 3, althans ten dele op de uitvoertransportband 18b liggen kunnen zij verder door deze transportband 18b worden meegenomen, bijvoorbeeld naar een 5 opslaginrichting voor productdragers 3.
Aan de tegenovergelegen zijde van de meeneeminrichting 18 gebeurt het omgekeerde proces. Hier worden nieuwe productdragers 3 door de invoertransporteur 19 toegevoerd naar het tweede liftcompartiment 2. De 10 invoertransporteur 19 voert de productdragers 3 althans ten dele op ondersteuningselementen 15 van het tweede liftcompartiment 2. De meeneemschotten 25 lopen over een keerrol van de meeneeminrichting 18 en komen achter een nieuwe productdrager 3 en duwen, bij aanliggen tegen een 15 zijkant van de productdrager 3, deze productdrager 3 op het ondersteuningselement 15 en schuiven de productdrager 3 tot op zijn nieuwe positie in het tweede liftcompartiment 2.
Het proces van de in de figuren 1 tot en met 3 getoonde voorbeelden is schematisch getoond in figuur 5A. Om 20 de producthouders en/of daarop geplaatste deegproducten gedurende een gewenste en ingestelde tijdsperiode aan een bewerkingsstap te onderwerpen, worden deze langs de route A door de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders geleidt. Dat wil zeggen ze worden onderin het 25 eerste liftcompartiment 1 ingevoerd, in het eerste liftcompartiment 1 intermitterend omhoog bewogen, boven in het eerste liftcompartiment 1 overgebracht naar het tweede liftcompartiment 2, in het tweede liftcompartiment 2 intermitterend omlaag bewogen, en onder in het tweede 30 liftcompartiment 2 uitgevoerd. Volgens de uitvinding is de inrichting voor het tijdelijk opslaan van productdragers aan de bovenzijde van het eerste en tweede liftcompartiment 1, 2 voorzien van tweede invoer- en uitvoeropeningen voor het tussentijds uitvoeren van producthouders en/of invoeren van 35 nieuwe producthouders via de route B.
figuur 5B een schematisch aanzicht van de loop van de deeghouders door een alternatieve inrichting. Om de 16 producthouders en/of daarop geplaatste deegproducten gedurende een gewenste en ingestelde tijdsperiode aan een bewerkingsstap te onderwerpen, worden deze langs de route A door deze alternatieve inrichting voor het tijdelijk opnemen 5 van producthouders geleidt. Dat wil zeggen ze worden bovenin het eerste liftcompartiment 1 ingevoerd, in het eerste liftcompartiment 1 intermitterend omlaag bewogen, onderin het eerste liftcompartiment 1 overgebracht naar het tweede liftcompartiment 2, in het tweede liftcompartiment 2 10 intermitterend omhoog bewogen, en bovenin het tweede liftcompartiment 2 uitgevoerd. Volgens de uitvinding is deze alternative inrichting voor het tijdelijk opslaan van productdragers aan de onderzijde van het eerste en tweede liftcompartiment 1, 2 voorzien van tweede invoer- en 15 uitvoeropeningen voor het tussentijds uitvoeren van producthouders en/of invoeren van nieuwe producthouders via de route B.
Figuur 6 toont een gedeelte van een samenstel voor deegverwerking, in het bijzonder een productielijn voor het 20 bakken van deegproducten, in het bijzonder broden, omvattende een inrichting voor het tijdelijk opslaan van productdragers zoals getoond in figuur 3. De productielijn omvat een bakoven 100 met een invoerzijde 101 voor het alhier in de oven voeren van productdragers 300, koppels 25 voorzien van bakblikken, voorzien van deegporties. De productdrager 300 worden door de oven gevoerd voor het bakken van de deegporties tot broden. Aan een tegenover de invoerzijde 101 gelegen uitvoerzijde 102 komen de productdragers 300 met de gebakken broden uit de oven 100. 30 Vervolgens worden de productdrager 300 met broden via een haakse overbrenginrichting 200 stuk voor stuk langs een depanner 400 gevoerd, alwaar de gebakken broden uit de productdrager 300 gehaald wordt. De nu lege productdrager 301 wordt nu teruggevoerd naar het begin van de 35 productielijn voor hergebruik. Hiertoe worden de lege productdragers 301 via een tweede haakse overbrenginrichting 500 verder getransporteerd naar een reinigingsstation 600.
17
In dit reinigingsstation 600 worden de lege productdragers 301 gereinigd en omgekeerd. Vervolgens worden de dan nog hete productdragers 301 toegevoerd aan een koelinrichting 700, die reeds eerder hiervoor beschreven is onder 5 verwijzing naar figuur 3. Deze koelinrichting 700 omvat een eerste liftcompartiment 701 waar de hete productdragers 301 worden ingevoerd. Vervolgens worden de productdragers intermitterend omhoog gevoerd en bovenin het eerste liftcompartiment 701 overgebracht (zie pijl A) naar het 10 tweede liftcompartiment 702. Vervolgens worden de productdrager intermitterend omlaag gevoerd en onder het tweede liftcompartiment 702 uitgevoerd. De nu afgekoelde productdragers worden vervolgens terug getransporteerd naar het begin van de productielijn waar ze opnieuw gevuld kunnen 15 worden met deegporties, die in de oven 100 gebakken worden.
De koelinrichting 700 is verder voorzien van een extra uitvoeropening 18a (zie figuur 3) voor het overbrengen van gebruikte productdragers 301 aan een uitvoertransporteur 718b, en van een extra invoeropening 19a (zie figuur 3) voor 20 het invoeren van nieuwe productdragers 302 vanaf een invoertransporteur 719b (zie pijlen B). De uitgevoerde gebruikte productdragers 301 worden naar een opslaginrichting 800 gevoerd. De opslaginrichting 800 omvat een bordes dat boven de oven 100 geplaatst is, waardoor de 25 opslaginrichting 800 geen extra vloeroppervlak inneemt. Hierbij dienen de liften in het eerste en tweede liftcompartiment om de productdragers op het niveau van de opslaginrichting 800 te tillen en om de productdragers van het niveau van de opslaginrichting 800 te laten zakken naar 30 het niveau van de oven. Hierdoor zijn er geen extra liften nodig om productdagers over het hoogte verschil tussen het bordes 800 boven de oven 100 en het werkniveau van de oven 100, te vervoeren.
Op het bordes 800 worden de productdragers 301 uit 35 het eerste liftcompartiment 701 geplaatst op een eerste opslagtransporteur 802. Het bordes 800 is voorzien van een portaalkraan (niet getoond) om de productdragers van de 18 eerste opslagtransporteur 802 af te nemen en in de opslag te plaatsen. De productdragers 301 zijn dan nog niet geheel afgekoeld, maar dat is voor de opslag van de productdragers van minder belang; de productdragers kunnen in de opslag 5 verder afkoelen.
De productdragers 302 in de opslag kunnen door dezelfde portaalkraan op een tweede opslagtransporteur 804 geplaatst worden, die de productdragers 302 afgeeft aan de invoertransporteur 719b voor het toevoeren van nieuwe 10 productdragers in het tweede liftcompartiment 702. De productdragers in de opslag zijn in feite reeds afgekoeld. In het algemeen zullen de nieuwe productdragers 302 in het tweede liftcompartiment 702 niet verder afgekoeld worden.
Zoals getoond in figuur 6 is naast de 15 productielijn een tweede vergelijkbare productielijn geplaatst. Ook deze tweede productielijn omvat een depanner 401, een haakse overbrenginrichting 501, een reinigingsinrichting 601 en een koelinrichting 900. De koelinrichting 900 is verder voorzien van een extra 2 0 uitvoeropening 18a (zie figuur 3) voor het overbrengen van gebruikte productdragers 301 aan een uitvoertransporteur 918b, en van een extra invoeropening 19a (zie figuur 3) voor het invoeren van nieuwe productdragers 301 vanaf een invoertransporteur 919b (zie pijlen B). De uitgevoerde 25 gebruikte productdragers 301 van deze tweede productielijn worden nu naar dezelfde een opslaginrichting 800 gevoerd. In dit geval is de opslaginrichting 800 van deze tweede productielijn niet boven een inrichting voor deegverwerking geplaatst die deel uit maakt van eenzelfde tweede 30 productielijn voor deegproducten, maar is de opslaginrichting 800 geplaatst boven een inrichting voor deegverwerking die deel uit maakt van naastgelegen productielijn voor deegproducten.
Op het bordes 800 worden de productdragers 301 uit 35 het eerste liftcompartiment 901 geplaatst op een eerste opslagtransporteur 801. Het bordes 800 is voorzien van een portaalkraan (niet getoond) om de productdragers van de 19 eerste opslagtransporteur 801 af te nemen en in de opslag te plaatsen.
De productdragers 302 in de opslag kunnen door dezelfde portaalkraan op een tweede opslagtransporteur 803 5 geplaatst worden, die de productdragers 302 afgeeft aan de invoertransporteur 919b voor het toevoeren van nieuwe productdragers in het tweede liftcompartiment 902.
De nieuwe productdragers 302 uit de opslag kunnen gelijk zijn aan de gebruikte productdragers 301 voor het 10 bakken van dezelfde deegproducten, of verschillend zijn van de gebruikte productdragers 301 om om te schakelen naar het bakken van andere deegproducten.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 15 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (17)

1. Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders, in het bijzonder producthouders voor het ondersteunen van deegproducten, welke inrichting voorzien is van tenminste twee aangrenzend opgestelde 5 liftcompartimenten, waarbij een eerste liftcompartiment dient voor het intermitterend omhoog transporteren van de producthouders en een tweede liftcompartiment dient voor het intermitterend omlaag transporteren van de producthouders, en van een overbrenginrichting voor het aan de bovenzijde 10 van de liftcompartimenten overbrengen van de producthouders van het eerste naar het tweede liftcompartiment, met het kenmerk, dat de inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een invoeropening heeft voor het in de inrichting toevoeren van producthouders, en waarbij de 15 inrichting zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde een uitvoeropening voor het uit de inrichting voeren van producthouders.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste liftcompartiment aan de onderzijde een eerste 20 invoeropening en het tweede liftcompartiment aan de onderzijde een eerste uitvoeropening heeft, en waarbij het eerste liftcompartiment aan de bovenzijde een tweede uitvoeropening en het tweede liftcompartiment aan de bovenzijde een tweede invoeropening heeft.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de overbrenginrichting is ingericht voor het aan de bovenzijde invoeren van producthouders via de invoeropening aan de bovenzijde en/of voor het aan de bovenzijde uitvoeren van producthouders via de uitvoeropening aan de bovenzijde.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de overbrenginrichting voor het overbrengen van de producthouders van het eerste naar het tweede liftcompartiment aangedreven wordt in een eerste aandrijfrichting, en waarbij de overbrenginrichting voor het aan de bovenzijde invoeren en/of uitvoeren van producthouders aangedreven wordt in een tweede aandrijfrichting die tegengesteld gericht is ten opzichte 5 van de eerste aandrijfrichting.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk liftcompartiment voorzien is van boven elkaar geplaatste paren langwerpige ondersteuningselementen, waarbij de ondersteuningselementen 10 van elk paar tegenover elkaar gelegen zijn voor het ondersteunen van een producthouder.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin elk liftcompartiment aan weerskanten een stel evenwijdig aan elkaar bewegende eindloze steunkettingen omvat, aan welke 15 steunkettingen de ondersteuningselementen bevestigd zijn, waarbij de steunkettingen, aan een naar de binnenzijde van het liftcompartiment gekeerde zijde hiervan, de ondersteuningselementen in het eerste liftcompartiment intermitterend omhoog, respectievelijk in het tweede compartiment inter-20 mitterend omlaag transporteren.
7. Samenstel voor deegverwerking omvattende een inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders volgens één der voorgaande conclusies.
8. Samenstel volgens conclusie 7, omvattende een 25 eerste toevoertransporteur voor het toevoeren van producthouders aan de aan de onderzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen invoeropening, een eerste afvoertransporteur voor het afvoeren van producthouders aan de aan de onderzijde van de 30 inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen uitvoeropening, een tweede toevoertransporteur voor het toevoeren van producthouders aan de aan de bovenzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen invoeropening, en een tweede 35 afvoertransporteur voor het afvoeren van producthouders aan de aan de bovenzijde van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders gelegen uitvoeropening.
9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de tweede afvoertransporteur is ingericht voor het transporteren van producthouders van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders naar een 5 opslaginrichting voor producthouders, en waarbij de tweede toevoertransporteur is ingericht voor het transporteren van producthouders van de opslaginrichting naar de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders.
10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de 10 opslaginrichting een bordes omvat, waarbij het bordes boven of bovenop een inrichting voor deegverwerking geplaatst is.
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en de inrichting voor deegverwerking beide deel uit maken van 15 eenzelfde productielijn voor deegproducten.
12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11, waarbij de inrichting voor deegverwerking een oven omvat.
13. Samenstel volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij het bordes voorzien is van een portaalrobot.
14. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de tweede afvoertransporteur is ingericht voor het transporteren van producthouders van de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders naar een verder inrichting voor deegverwerking, en waarbij de tweede 25 toevoertransporteur is ingericht voor het transporteren van producthouders van de verdere inrichting voor deegverwerking naar de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders.
15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij de 30 tweede afvoertransporteur buiten de inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders, aansluit of één geheel vormt met de tweede toevoertransporteur.
16. Samenstel volgens conclusie 14 of 15, waarbij de verdere inrichting voor deegverwerking een inrichting 35 voor het aanbrengen van decoratie op deegproducten omvat.
17. Werkwijze voor het bedrijven van een inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders volgens conclusie 3, waarbij de overbrenginrichting aangedreven wordt in een eerste richting voor het overbrengen van de producthouders van het eerste naar het tweede liftcompartiment, of in een tweede richting voor het 5 aan de bovenzijde invoeren en/of uitvoeren van producthouders, waarbij de tweede richting die tegengesteld gericht is ten opzichte van de eerste richting. -o-o-o-o-o-o-o-o-
NL2004264A 2010-02-18 2010-02-18 Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting. NL2004264C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004264A NL2004264C2 (nl) 2010-02-18 2010-02-18 Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting.
EP11150541.8A EP2361505B1 (en) 2010-02-18 2011-01-11 Device for temporarily accomodating product holders and assembly for dough processing comprising such a device
RU2011106116/13A RU2572755C2 (ru) 2010-02-18 2011-02-17 Устройство для временного размещения поддонов для продуктов и установка для обработки теста, содержащая такое устройство

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004264A NL2004264C2 (nl) 2010-02-18 2010-02-18 Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting.
NL2004264 2010-02-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004264C2 true NL2004264C2 (nl) 2011-08-22

Family

ID=42781874

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004264A NL2004264C2 (nl) 2010-02-18 2010-02-18 Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2361505B1 (nl)
NL (1) NL2004264C2 (nl)
RU (1) RU2572755C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110754494A (zh) * 2019-11-27 2020-02-07 广州莱因智能装备股份有限公司 一种全自动醒发塔

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1794331A (en) * 1929-12-30 1931-02-24 Lamson Co Vertical conveyer
US3184032A (en) * 1962-06-26 1965-05-18 Lecab Rullbanor Aktiebolag Arrangement in paternoster elevators
EP0216409A1 (en) * 1985-08-22 1987-04-01 J.H. KAAK Holding B.V. Method and equipment for mechanically discharging baked products, especially bakery products from an oven
GB2257890A (en) * 1991-07-25 1993-01-27 Haas Franz Waffelmasch Water block magazine for a short-time intermediate storage of wafer blocks
NL1001342C2 (nl) * 1995-10-04 1997-04-08 Kaak Johan H B Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en ondersteuningselement voor gebruik in een dergelijke inrichting.
WO2007086741A1 (en) * 2006-01-25 2007-08-02 Conway Exploitatie En Beheer B. V. Cooling apparatus for cooling dough products and method for cooling dough products

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SM200200008A (it) * 2002-04-22 2003-10-22 Angelo Dotta Impianto di magazzinaggio

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1794331A (en) * 1929-12-30 1931-02-24 Lamson Co Vertical conveyer
US3184032A (en) * 1962-06-26 1965-05-18 Lecab Rullbanor Aktiebolag Arrangement in paternoster elevators
EP0216409A1 (en) * 1985-08-22 1987-04-01 J.H. KAAK Holding B.V. Method and equipment for mechanically discharging baked products, especially bakery products from an oven
GB2257890A (en) * 1991-07-25 1993-01-27 Haas Franz Waffelmasch Water block magazine for a short-time intermediate storage of wafer blocks
NL1001342C2 (nl) * 1995-10-04 1997-04-08 Kaak Johan H B Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en ondersteuningselement voor gebruik in een dergelijke inrichting.
WO2007086741A1 (en) * 2006-01-25 2007-08-02 Conway Exploitatie En Beheer B. V. Cooling apparatus for cooling dough products and method for cooling dough products

Also Published As

Publication number Publication date
RU2011106116A (ru) 2012-08-27
EP2361505A1 (en) 2011-08-31
RU2572755C2 (ru) 2016-01-20
EP2361505B1 (en) 2019-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6511064B2 (ja) グッズ−トゥ−パーソン原理に従って各物品をピッキングするための方法およびステーション
CN104692085B (zh) 蛋盘自动装卸装置
NL1031292C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het faciliteren bij de oogst van gewassen.
US9327913B2 (en) Stocking system and collection device, and method for its utilization
NL8004549A (nl) Opslaginrichting voor produkten met behulp van steunorganen.
US5109758A (en) Bakery oven with continuous baking process
US9145268B2 (en) Conveyor system and a method for producing a sequence of discrete food items from a plurality of incoming food objects
NL2004264C2 (nl) Inrichting voor het tijdelijk opnemen van producthouders en samenstel voor deegverwerking omvattende een dergelijke inrichting.
US3004651A (en) Conveyor apparatus for foodstuffs
JP6150763B2 (ja) 食品搬送処理装置及び該食品搬送処理装置を備えた生地成形システム
US2880850A (en) Conveyor apparatus for foodstuffs
EP1469089B1 (en) Plant for the production of metal sections
US2781121A (en) Article transferring, loading and unloading device
RU2297144C2 (ru) Загрузочное устройство для хлебопекарных печей для изготовления выпечных формованных изделий
US3101143A (en) Dough processing apparatus
US6349815B1 (en) In-line stacker machine for stacking cookies
US3266616A (en) Continuous proofer
CN208271303U (zh) 自动售货平台
JP4092424B2 (ja) 冷凍食品の脱パン装置
NL7907258A (nl) Tussenopslag bakvormen.
BE1029957B1 (nl) Inrichting voor het verpakken van stukgoederen voor toepassing in de industriële bakkerijsector
US2804190A (en) Bread pan transfer conveying apparatus
JP3341172B2 (ja) 焼プリンの製造装置
CN211619038U (zh) 一种托盘搬运结构
US3673949A (en) Continuous pan conveyor baking apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PLED Pledge established

Effective date: 20130625

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210301