NL2004072C2 - Afdekinrichting voor een opslagruimte voor dierlijke uitwerpselen. - Google Patents

Description

AFDEKINRICHTING VOOR EEN OPSLAGRUIMTE VOOR DIERLIJKE UITWERPSELEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afdekinrichting voor een opslagruimte voor dierlijke uitwerpselen, in het bijzonder voor een mestkelder, welke 5 afdekinrichting is ingericht om de dierlijke uitwerpselen op te vangen en door te geleiden naarde opslagruimte.

In de praktijk zijn veestallen doorgaans voorzien van een roostervloer waaronder zich een mestkelder bevindt, die als opslagruimte dienstdoet voor de dierlijke uitwerpselen 10 van het vee. Wanneer de opslagruimte zich vult met dierlijke uitwerpselen, waaronder urine, ontstaat vloeibare mest en neemt de ammoniakemissie toe. De overheidsnormen met betrekking tot de maximaal toegestane waarden voor ammoniakemissie in veestallen worden regelmatig aangescherpt en stellen de veehouders dan voor nieuwe uitdagingen.

15

De onderhavige uitvinding beoogt een betaalbare oplossing te verschaffen waarmee een veestal kan worden uitgerust om aan de genoemde overheidsnormen te kunnen voldoen.

20 Een afdekinrichting van de in de aanhef genoemde soort is bekend uit het Nederlandse octrooi 1032626. De bekende afdekinrichting omvat een aantal afzonderlijke drijflichamen, die door althans nagenoeg onderlinge aanligging aan of nabij de oppervlakte van de mest deze afdekken. Dierlijke uitwerpselen die op een drijflichaam worden uitgestort zullen dit doen draaien ten gevolge waarvan de 25 uitwerpselen naar de onderliggende mest in de opslagruimte worden afgevoerd.

De bekende afdekinrichting heeft een aantal nadelen. De drijflichamen zijn van nature volumineus en nemen bij opslag en transport veel ruimte in. Daarnaast zijn vele drijflichamen nodig om het oppervlak van de mest af te kunnen dekken en 30 dienen deze drijflichamen allemaal afzonderlijk te worden gepositioneerd op de mest. Het installeren kost derhalve relatief veel tijd.

De onderhavige uitvinding beoogt een afdekinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die deze nadelen opheft.

De afdekinrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de afdekinrichting een overspanning omvat voor de dierlijke uitwerpselen, welke 35 2 overspanning is vervaardigd van flexibel, in hoofdzaak gasdicht materiaal en is voorzien van openingen voor doorgang van de dierlijke uitwerpselen naar de opslagruimte, en dat de afdekinrichting middelen omvat voor bevestiging van de overspanning aan de wanden van de opslagruimte.

5

Een overspanning van flexibel, in hoofdzaak gasdicht materiaal, met openingen kan eenvoudig worden geproduceerd en getransporteerd, waardoor de aanschafkosten laag kunnen blijven. De bevestiging van de overspanning aan de wanden van de opslagruimte kan snel plaatsvinden en is geschikt voor toepassing bij elke 10 mestkelder, onafhankelijk van het type roostervloer.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een afdekinrichting met een overspanning voor dierlijke uitwerpselen van flexibel in hoofdzaak gasdicht materiaal op zich bekend is op het vakgebied en wel wordt aangeduid als biogasdoek. Het bekende biogasdoek drijft op de mest en wordt gebruikt om biogassen te verzamelen, die 15 vervolgens worden afgevoerd. Het bekende biogasdoek is niet voorzien van openingen en is evenmin ingericht voor bevestiging aan de wanden van een opslagruimte.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is de overspanning een doek of folie, bij 20 voorkeur van kunststof materiaal. Doek of folie is licht, gemakkelijk te transporteren en te bevestigen. Er zijn geschikte kunststof materialen bekend, die bestand zijn tegen mest en sterk genoeg zijn om deze te dragen.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de bevestigingsmiddelen 25 een kraag, die langs de buitenzijde van de overspanning verloopt voor plaatsing op de wanden van de opslagruimte. De vorm en afmetingen van de kraag kunnen worden afgestemd op de betreffende mestkelder, zodat een afdekinrichting op maat kan worden geleverd.

30 Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm zijn de openingen in de overspanning geponst. Ponsen is een beproefde, betaalbare techniek voor het aanbrengen van kleine gaten in doeken.

Volgens een elegante voorkeursuitvoeringsvorm strekken zich in de overspanning een aantal verstevigingselementen uit, welke verstevigingselementen in gebruik 35 hoger zijn gelegen dan de openingen. Middels de verstevigingselementen kunnen hoogteverschillen in de overspanning worden gecreëerd, waardoor de uitgestorte 3 dierlijke uitwerpselen automatisch naar de openingen worden toe geleid. Bij voorkeur omvatten de verstevigingselementen banden of pezen. Banden of pezen kunnen in de overspanning worden geïntegreerd. Met meer voorkeur strekken de verstevigingselementen zich uit in dwarsrichting van de overspanning.

5

De uitvinding heeft tevens betrekking op een mestkelder voorzien van een afdekinrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van een 10 voorkeursuitvoeringsvorm onder verwijzing naar de bijbehorende figuren.

Figuur 1 toont schematisch in bovenaanzicht een afdekinrichting volgens de uitvinding in een eerste voorkeursuitvoeringsvorm, die is aangebracht in een mestkelder; 15

Figuur 2 toont schematisch een doorsnede door de afdekinrichting uit figuur 1 in langsrichting;

Figuur 3 toont schematisch een doorsnede door de afdekinrichting uit figuur 1 in 20 dwarsrichting; en

Figuur 4 toont een deel van figuur 3 in meer detail.

In alle figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan.

25

Figuur 1 toont een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een afdekinrichting 1 volgens de uitvinding in bovenaanzicht. In de eerste voorkeursuitvoeringsvorm is de afdekinrichting 1 aangebracht boven een opslagruimte voor dierlijke uitwerpselen, in het bijzonder een mestkelder, bij voorbeeld in een rundveestal.

30 In de praktijk zijn rundveestallen veelal voorzien van roostervloeren waaronder zich een mestkelder uitstrekt. De dierlijke uitwerpselen vallen op de roostervloer en komen via de openingen daarin vanzelf, of met behulp van speciale mestschuivers of mestwalsen, in de daaronder gelegen mestkelder terecht.

35 Figuren 2 en 3 tonen respectievelijk een langsdoorsnede en een dwarsdoorsnede door de mestkelder 7 met afdekinrichting 1, die is voorzien van een bodem 8 en opstaande wanden 9. Een roostervloer 10 strekt zich boven de mestkelder uit en 4 steunt op de wanden 9. De afdekinrichting 1 is aan de kelderwanden 9 bevestigd onder de roostervloer 10. Afdekinrichting 1 omvat een overspanning 2, met een voldoende groot oppervlak om de dierlijke uitwerpselen, dat zich in de mestkelder 7 bevinden, af te dekken.

5

De overspanning 2 is vervaardigd van een geschikt flexibel, in hoofdzaak gasdicht materiaal. Er zijn diverse geschikte materialen op het vakgebied bekend, zoals gasdicht doek, kunststoffolie etc. De overspanning 2 is voorzien van openingen 3. De openingen 3 hebben een klein oppervlak in vergelijking tot het oppervlak van de 10 overspanning 2. De openingen 3 zijn klein genoeg om zoveel mogelijk gas dat zich onder de overspanning 2 vormt, op te sluiten, maar groot genoeg om alle dierlijke uitwerpselen door te laten. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm bevinden de openingen 3 zich steeds paarsgewijs ongeveer in het midden van de overspanning 2. De openingen 3 kunnen in de overspanning 2 zijn geponst of op andere wijze daarin 15 zijn aangebracht.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm heeft de afdekinrichting 1 een lengteoriëntatie. Aan beide langszijden is de overspanning 2 voorzien van middelen voor het bevestigen van de overspanning 2 aan de wanden 9 van de opslagruimte 7. 20 De bevestigingsmiddelen zijn gevormd door een kraag of manchet, die is voorgevormd in een vorm die overeenkomt met de vorm van de bovenzijde van de kelderwanden 9. De kraag omvat een eerste deel 5, dat tegen de wand 9 aanligt, en een tweede deel 6, dat rust op de bovenzijde van de kelderwand 9. Indien nodig kan deze kraag daaraan worden bevestigd, bij voorbeeld middels nagels of 25 kleefmiddelen. Als alternatief hiervoor of in combinatie hiermee kan kraagdeel 6 klemmend worden opgenomen tussen de kelderwand 9 en de roostervloer 10. Desgewenst kan de kraag zijn voorzien van verstevigingsmateriaal.

In de overspanning 2 zijn hoogteverschillen aangebracht om ervoor te zorgen dat de 30 dierlijke uitwerpselen die door de roostervloer 10 heen op de overspanning 2 worden gestort, automatisch naar de openingen 3 worden geleid. Deze hoogteverschillen zijn middels pijlen aangegeven, waarbij de pijlstaart hoger is gelegen dan de pijlpunt. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvat de overspanning 2 een aantal verstevigingselementen 4. De verstevigingselementen 4 zijn hoger gelegen dan de 35 openingen 3. De verstevigingselementen 4 kunnen bijvoorbeeld banden of pezen omvatten en kunnen in het materiaal van de overspanning 2 zijn opgenomen. De verstevigingselementen 4 strekken zich in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm in 5 dwarsrichting van de overspanning 2 uit.

De uitvinding is uitdrukkelijk niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm (en). De afdekinrichting volgens de uitvinding is immers in 5 het algemeen geschikt voor het afdekken van een opslagruimte voor vloeistof ter voorkoming van het opstijgen van ongewenste gassen. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld alternatieve bevestigingsmiddelen denkbaar voor bevestiging van de overspanning aan de muren van de opslagruimte. In plaats van de getoonde en beschreven kraag kan er bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van banden of pezen, die zich aan 10 weerszijden van de overspanning uitstrekken en op elke geschikte wijze aan de muren kunnen worden bevestigd. Met het oog op de geïllustreerde toepassing bij een mestkelder dienen geschikte bevestigingsmiddelen te zijn ingericht om de overspanning 2 onafhankelijk van de roostervloer 10 aan de keldermuren 9 te bevestigen op enige hoogte boven de dierlijke uitwerpselen in de opslagruimte 7.

15

De uitvinding strekt zich dientengevolge uit tot alle uitvoeringsvormen die vallen binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies, die dienen te worden uitgelegd in het licht van de figuren en de bijbehorende toelichting.

Claims (8)

1. Afdekinrichting voor een opslagruimte voor dierlijke uitwerpselen, in het 5 bijzonder voor een mestkelder, welke afdekinrichting is ingericht om de dierlijke uitwerpselen op te vangen en door te geleiden naar de opslagruimte, met het kenmerk, dat de afdekinrichting een overspanning omvat voor de dierlijke uitwerpselen, welke overspanning is vervaardigd van flexibel, in hoofdzaak gasdicht materiaal en is voorzien van openingen voor doorgang van de dierlijke uitwerpselen 10 naar de opslagruimte, en dat de afdekinrichting middelen omvat voor bevestiging van de overspanning aan de wanden van de opslagruimte.

2. Afdekinrichting volgens conclusie 1, waarin de overspanning een doek of folie is, bij voorkeur van kunststof materiaal. 15

3. Afdekinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin de bevestigingsmiddelen een kraag omvatten die langs de buitenzijde van de overspanning verloopt voor plaatsing op de wanden van de opslagruimte.

4. Afdekinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de openingen in de overspanning zijn geponst.

5. Afdekinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin zich in de overspanning een aantal verstevigingselementen uitstrekken, welke 25 verstevigingselementen in gebruik hoger zijn gelegen dan de openingen.

6. Afdekinrichting volgens conclusie 5, waarin de verstevigingselementen banden of pezen omvatten.

7. Afdekinrichting volgens conclusie 5, waarin de verstevigingselementen zich in dwarsrichting van de overspanning uitstrekken.

8. Mestkelder voorzien van een afdekinrichting volgens één van de voorgaande conclusies.