NL2003033C2 - Method for operating a continuously variable transmission incorporating a drive belt. - Google Patents

Claims (14)

1. Werkwijze voor het bedrijf van een continu variabele transmissie met een drijfriem, welke transmissie verder een koelinrichting omvat voor het aan de drijfriem 5 toevoeren van een volumestroom van een koelmiddel, met het kenmerk, dat de volumestroom van het koelmiddel is ingesteld of wordt afgeregeld op een temperatuur van het koelmiddel van meer dan 90 °C, welke temperatuur tijdens normaal bedrijf bij voorkeur een waarde heeft in het bereik 100 °C en 140 °C.

2. Werkwijze volgens de conclusie 1, met het kenmerk, dat een vanaf de drijfriem en/of poelies van de transmissie naar een reservoir van de koelinrichting afgevoerde verdere volumestroom van het koelmiddel is ingesteld of wordt afgeregeld op een temperatuur van het koelmiddel van meer dan 140 °C, welke temperatuur tijdens normaal bedrijf bij voorkeur een waarde heeft in het bereik 140 ‘C en 180 °C. 15

3. Werkwijze voor het bedrijf van een continu variabele transmissie met een drijfriem, welke transmissie verder een koelinrichting omvat voor het aan de drijfriem toevoeren van een koelmiddel, met het kenmerk, dat de temperatuur van het aan de drijfriem toegevoerde koelmiddel de waarde van 90 °C en bij voorkeur de waarde van 20 100 °C overschrijdt.

4. Werkwijze volgens de conclusie 3, met het kenmerk, dat de temperatuur van het aan de drijfriem toegevoerde koelmiddel de waarde van 140 °C niet overschrijdt.

5. Werkwijze volgens de conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het aan de drijfriem toegevoerde koelmiddel naar een reservoir van de koelinrichting wordt afgevoerd en dat de temperatuur van het naar het reservoir afgevoerde koelmiddel de waarde van 140 °C en bij voorkeur de waarde van 160 °C overschrijdt.

6. Werkwijze volgens de conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat het aan de drijfriem toegevoerde koelmiddel naar een reservoir van de koelinrichting wordt afgevoerd en dat de temperatuur van het naar het reservoir afgevoerde koelmiddel de waarde van 180 °C niet overschrijdt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koelinrichting is voorzien van middelen voor het regelen van de temperatuur van het koelmiddel, meer in het bijzonder van een warmtewisselaar of oliekoeler.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 koelinrichting is voorzien van middelen voor het regelen van een volumestroom van het aan de drijfriem toegevoerde koelmiddel.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drijfriem ten minste een eindloos trekelement, alsmede beweegbaar langs de omtrek 10 van dat trekelement in de drijfriem opgenomen dwarselementen omvat, en dat de dwarselementen van gehard staal zijn vervaardigd.

10. Werkwijze volgens de conclusie 9, met het kenmerk, dat de kernhardheid van ten minste een deel van de dwarselementen ten minste 57 HRC en ten hoogste 58

15 HRC bedraagt.

11. Werkwijze volgens de conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de oppervlaktehardheid van ten minste een deel van de dwarselementen althans nagenoeg overeenkomstig is aan de kernhardheid daarvan. 20

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de continu variabele transmissie tevens een poelie met stalen schijven voor wrijvingscontact met de drijfriem omvat en dat de hardheid van de schijven ongeveer 57 HRC bedraagt. 25

13. Personenvoertuig voorzien van een motor en een continu variabele transmissie met een drijfriem, welke transmissie verder een koelinrichting omvat voor het aan de drijfriem toevoeren van een koelmiddel, met het kenmerk, dat koelinrichting niet is voorzien van een warmtewisselaar of oliekoeler. 30

14. Personenvoertuig volgens de conclusie 11, met het kenmerk dat de motor een vermogen heeft van 50 kW of meer.