NL2002916C2 - Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel. - Google Patents

Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL2002916C2
NL2002916C2 NL2002916A NL2002916A NL2002916C2 NL 2002916 C2 NL2002916 C2 NL 2002916C2 NL 2002916 A NL2002916 A NL 2002916A NL 2002916 A NL2002916 A NL 2002916A NL 2002916 C2 NL2002916 C2 NL 2002916C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gas
outer jacket
gas pipe
inner space
component
Prior art date
Application number
NL2002916A
Other languages
English (en)
Inventor
Marinus Frans Maas
Original Assignee
Scient Glass Technology Singapore Pte Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Scient Glass Technology Singapore Pte Ltd filed Critical Scient Glass Technology Singapore Pte Ltd
Priority to NL2002916A priority Critical patent/NL2002916C2/nl
Priority to JP2010129374A priority patent/JP2010281449A/ja
Priority to US12/783,865 priority patent/US20110005612A1/en
Priority to EP20100163655 priority patent/EP2256387A1/en
Priority to SG201003551-7A priority patent/SG166751A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002916C2 publication Critical patent/NL2002916C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K17/00Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves
    • F16K17/02Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves opening on surplus pressure on one side; closing on insufficient pressure on one side
    • F16K17/14Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves opening on surplus pressure on one side; closing on insufficient pressure on one side with fracturing member
    • F16K17/16Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves opening on surplus pressure on one side; closing on insufficient pressure on one side with fracturing member with fracturing diaphragm ; Rupture discs
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/598With repair, tapping, assembly, or disassembly means
    • Y10T137/5983Blow out preventer or choke valve device [e.g., oil well flow controlling device, etc.]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Pipeline Systems (AREA)
  • Pipe Accessories (AREA)
  • Safety Valves (AREA)

Description

P78437NL00
Titel: Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een der gelijk gasleidingstelsel
De uitvinding heeft betrekking op een gasleidingstelsel voorzien van een gasbron en stroomafwaarts van de gasbron een gasleiding met een gasleidingeinde, welke in gebruik is aangesloten op een verwerkingsmodule, waarbij het gasleidingstelsel is ingericht voor het doorvoeren van een gas 5 vanuit de gasbron naar de verwerkingsmodule, waarbij het gasleidingstelsel tenminste één gasleidingcomponent omvat met een een buitenmantelbinnenruimte omvattende buitenmantel, die tenminste gedeeltelijk uit een materiaal met een relatief lage barstdruk is.
Het bekende gasleidingstelsel is voorzien van een check valve voor 10 het opvangen van drukverschillen die in gebruik kunnen ontstaan in het gasleidingstelsel door ongewenst (dis)functioneren van tenminste één van de componenten in het gasleidingstelsel of door een optredend defect ergens in het gasleidingstelsel. Bij een hierdoor veroorzaakte verhoogde druk of een drukimpuls zorgt de check valve ervoor dat gas uit het gasleidingstelsel 15 wordt gelaten teneinde de drukimpuls of verhoogde druk te compenseren om te voorkomen dat onderdelen van het gasleidingstelsel kapot gaan door de (te) hoge druk.
Een nadeel van het bekende gasleidingstelsel is dat bij een plotseling optredend relatief hoge druk in de gasleidingen, bijvoorbeeld veroorzaakt 20 door het plotseling optredend defect ergens in het gasleidingstelsel, de check valve traag kan reageren. Als gevolg daarvan blaast de check valve het gas niet op tijd uit het gasleidingstelsel, waardoor de zwakste delen in het gasleidingstelsel, te weten de componenten voorzien van een materiaal met de laagste barstdruk in het gasleidingstelsel, door de druk kunnen breken. 25 De zwakste delen zijn in hoofdzaak de leidingcomponenten die zijn voorzien van een tenminste gedeeltelijk doorzichtig buitenhuis. Doorzichtige 2 onderdelen hebben een lagere barstdruk dan bijvoorbeeld de roestvaststalen of koperen onderdelen van het gasleidingstelsel en zullen bij een hoge druk als eerste breken. Wanneer een leidingcomponent breekt komt er een open fluïdumverbinding tussen de inhoud van het gasleidingstelsel en de lucht in 5 de ruimte rondom het gasleidingstelsel. Hierdoor kunnen luchtdeeltjes, al dan niet met andere ongewenste deeltjes, het gasleidingstelsel in diffunderen vanuit de omgeving. Vooral wanneer bij processen zeer zuivere gassen worden gebruikt is vervuiling van het leidingstelsel ongewenst. Aangezien bij vervuiling langdurig doorspoelen van de leidingen is vereist 10 om te voorkomen dat procesinrichtingen aan het einde van het gasleidingstelsel vervuilen, kunnen processen lang stil komen te liggen. Het doorspoelen kan soms enkele uren in beslag nemen gedurende welke het proces stil ligt. Tevens is het ongewenst dat wanneer een leidingcomponent breekt, er gas in de omliggende ruimte komt. Dit is ongewenst met het oog 15 op de veiligheid van operators die in de ruimte aanwezig zijn.
Teneinde bovengenoemd nadeel op te heffen beoogt de uitvinding een verbeterd gasleidingstelsel te verschaffen met een verbeterde overdruk beveiliging. Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een gasleidingstelsel 20 te verschaffen, waarin wordt voorkomen dat bij een plotselinge drukverhoging of drukimpuls, de zwakste onderdelen van het gasleidingstelsel breken, waardoor in de ruimte waarin het leidingstelsel zich bevindt ongewenst gas vrijkomt of dat het gasleidingstelsel wordt vervuild.
25 De uitvinding verschaft hiertoe een gasleidingstelsel volgens het in de aanhef beschreven type, gekenmerkt doordat de tenminste ene gasleidingcomponent is voorzien van een beveiliging tegen in een buitenmantelbinnenruimte optredende overdruk teneinde breken van de buitenmantel bij de overdruk te voorkomen. Wanneer een onverwachte 30 drukverhoging of drukimpuls ontstaat in het gasleidingstelsel, zal deze druk 3 ook tot in de buitenmantel van de gasleidingcomponent doordringen. De beveiliging van de gasleidingcomponent zorgt er op dat moment voor dat de druk wordt verminderd door het gas uit de gasleidingcomponent te leiden. Hierdoor wordt voorkomen dat de buitenmantel breekt, waardoor geen gas 5 uit het gasleidingstelsel in de ruimte rondom het gasleidingstelsel terechtkomt en dat er lucht uit de ruimte het gasleidingstelsel binnendringt.
Bij voorkeur is volgens een nadere uitwerking van de uitvinding de beveiliging een breekplaat, die is ingericht te breken bij overdruk in de buitenmantelbinnenruimte, teneinde gas uit de gasleidingcomponent af te 10 voeren. Deze breekplaat breekt door de overdruk voordat de buitenmantel kans heeft te breken. Door het breken van de breekplaat wordt een uitweg voor het gas in de gasleidingcomponent gecreëerd, die bij normaal gebruik van het gasleidingstelsel niet aanwezig is.
In bedrijf stroomt het gas vanuit de gasbron via de tenminste ene 15 gasleidingcomponent door het gasleidingstelsel. Hiervoor kan volgens een verdere uitwerking van de uitvinding de buitenmantelbinnenruimte in fLuïdumverbinding staan met de gasleiding of kan in de buitenmantelbinnenruimte een binnenhuis zijn voorzien dat in fluïdumverbinding staat met de gasleiding. Wanneer een binnenhuis is 20 voorzien in de buitenmantelbinnenruimte waar doorheen het gas stroomt, zal dit binnenhuis bij plotselinge drukverhoging of een drukimpuls als eerste breken. Het gas komt dan in de buitenmantelbinnenruimte terecht. Daarna breekt de breekplaat om het gas af te voeren, zodat ook in deze uitvoeringsvorm de buitenmantel heel blijft.
25 De breekplaat heeft volgens een nadere uitwerking van de uitvinding een barstdruk die lager is dan de barstdruk van de buitenmantel. Bij voorkeur heeft de buitenmantel een barstdruk van ongeveer 15 bar. De breekplaat kan op verschillende wijzen zijn uitgevoerd en een barstdruk hebben van bijvoorbeeld 1 bar, 2 bar, 3 bar enzovoort, waarbij de barstdruk 30 van de breekplaat in ieder geval lager is dan de barstdruk van de 4 buitenmantel, dus lager dan 15 bar. Door de breekplaat zodanig uit te voeren dat de barstdruk daarvan veel lager is dan de barstdruk van de buitenmantel, is de kans dat de buitenmantel breekt, ondanks dat er een beveiliging aanwezig is in de gasleidingcomponent, minimaal. Zeker met het 5 oog op de veiligheid van een operator van het gasleidingstelsel is deze veiligheidsmarge gewenst.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het binnenhuis tenminste voor een deel van materiaal met een relatief lage barstdruk zijn. Bij voorkeur heeft de buitenmantel volgens een nadere uitwerking van de 10 uitvinding een hogere barstdruk dan het binnenhuis. Het binnenhuis kan bijvoorbeeld een barstdruk hebben van ongeveer 11 bar. Het binnenhuis breekt bij de drukverhoging als eerste en voorziet daardoor in een doorstroomopening voor het gas vanuit het binnenhuis naar de buitenmantelbinnenruimte. De buitenmantelbinnenruimte blijft heel en het 15 gas zal de gasleidingcomponent verlaten via de breekplaat. Het is bijzonder gunstig als tussen de barstdruk van de buitenmantel en de barstdruk van de binnenmantel een veiligheidsmarge is voorzien zodat bij het breken van het binnenhuis de buitenmantel gedurende een verdere drukverhoging heel blijft, in ieder geval tot de breekplaat breekt.
20
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is het materiaal met een relatief lage barstdruk een doorzichtig materiaal, bijvoorbeeld glas of acrylaat. Bij sommige gasleidingcomponenten dient een operator informatie af te lezen van de tenminste ene gasleidingcomponent. Derhalve 25 kan de gasleidingcomponent tenminste gedeeltelijk een doorzichtig materiaal omvatten. Op deze wijze kan de operator de inhoud van de gasleidingcomponent zien en daar eventueel informatie uit aflezen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de tenminste ene 30 gasleidingcomponent voorzien van een cartridge die de buitenmantel en een 5 koppeldeel omvat en een met het koppeldeel verbonden basis die is aangesloten op de gasleiding, zodat de gasleiding in fluïdumverbinding staat met de cartridge. De cartridge en de basis vormen samen de gasleidingcomponent. De basis is vast verbonden met het gasleidingstelsel 5 en heeft veelal een barstdruk in dezelfde orde van grootte als de barstdruk van de gasleiding. De cartridge is met een koppeldeel verbonden aan de basis en kan gemakkelijk worden vervangen. Zeker wanneer de cartridge afhankelijk van de functie een relatief korte levensduur heeft, is het makkelijk dat de cartridge snel kan worden vervangen. De basis kan 10 volgens een verdere uitwerking van de uitvinding zijn ingericht als regulator, filterbasis, kraan, flowmeter of als valve. De cartridge kan in een nadere uitwerking van de uitvinding zijn voorzien van filtermateriaal om gas te filteren, en/of van indicatormateriaal om vervuiling van gas aan te geven. Een dergelijke cartridge kan op de verschillende basissen worden 15 geplaatst voor het vervullen van de filter- of indicatorfunctie.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is de breekplaat voorzien in het koppeldeel van de cartridge en staat de breekplaat in fluïdumverbinding met de buitenmantelbinnenruimte. Verder is in een 20 nadere uitwerking van de uitvinding aan de van de buitenmantelbinnenruimte afgelegen zijde van de breekplaat een afvoerkanaal voorzien voor het afvoeren van gas, waarbij in gebruik na het breken van de breekplaat de buitenmantelbinnenruimte in fluïdumverbinding staat met het afvoerkanaal. Het gas dat is opgehoopt in 25 de buitenmantelbinnenruimte wordt door het afvoerkanaal afgevoerd. Bij voorkeur is het afvoerkanaal aangesloten op een afzuiginrichting of een afvoerruimte, zoals een goed geventileerde ruimte.
In een nadere uitwerking van de uitvinding is in het afvoerkanaal 30 van de tenminste ene gasleidingcomponent een sensor voorzien voor het 6 detecteren van gas in het afvoerkanaal. De tenminste ene sensor kan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding op een besturing zijn aangesloten, voor het aan de hand van een sensorsignaal besturen van de tenminste ene leidingcomponent of de gasbron, en/of voor het op basis van 5 het sensorsignaal uitzenden van een visueel signaal en/of audiosignaal teneinde een gebruiker te waarschuwen. Op deze wijze wordt een gebruiker cq operator automatisch gewaarschuwd in het geval dat de beveiliging van een cartridge in werking is getreden. De operator kan worden geïnformeerd over de locatie van de kapotte cartridge in het gasleidingstelsel, zodat de 10 operator snel een eventueel defect kan verhelpen en de cartridge kan vervangen. In het geval dat het gasleidingstelsel niet door een operator of gebruiker in de gaten wordt gehouden kan de besturing zodanig zijn ingericht dat deze bijvoorbeeld in het geval van het in werking treden van een beveiliging de gasbron automatisch afsluit. De besturing kan 15 vanzelfsprekend ook andere gasleidingcomponenten aansturen indien gewenst.
In een verdere uitwerking van de uitvinding is in de fluïdumverbinding tussen de buitenmantelbinnenruimte en het 20 afvoerkanaal tenminste één afdichting voorzien, bijvoorbeeld een O-ring, teneinde microlekkage te voorkomen. Hierdoor wordt het langzaam weglekken van kleine hoeveelheden gas in de het gasleidingstelsel omliggende ruimte voorkomen.
25 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding heeft een uitlaat van het afvoerkanaal een andere configuratie dan een instroom- en uitstroomopening van de cartridge om verkeerd aansluiten van de cartridge op de basis te voorkomen. Zelfs wanneer een gebruiker of operator niet gewend is aan het vervangen van een cartridge zal de configuratie van de 30 basis en de uitstroom- en instroomopeningen op de cartridge duidelijk 7 maken hoe de cartridge op de basis dient te worden geplaatst. Verkeerd plaatsen wordt voorkomen waardoor het risico van breken van een buitenmantel wordt verkleind.
5 Het gasleidingstelsel kan volgens een verdere uitwerking van de uitvinding meerdere gasleidingcomponenten omvatten, die zijn voorzien van een buitenmantel met een relatief lage barstdruk. Afhankelijk van de functie van het gasleidingstelsel en het soort gas dat door het gasleidingstelsel stroomt kunnen verschillende gasleidingcomponenten in 10 het gasleidingstelsel zijn voorzien.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een gasleidingcomponent voor het gebruik in een hierboven genoemd gasleidingstelsel, waarbij de gasleidingcomponent een buitenmantel heeft tenminste gedeeltelijk 15 voorzien van materiaal met een relatief lage barstdruk, waarbij de gasleidingcomponent is voorzien van een beveiliging tegen in de buitenmantelbinnenruimte optredende overdruk teneinde breken van de buitenmantel in gebruik te voorkomen.
Een dergelijke gasleidingcomponent biedt gelijke voordelen en 20 effecten als die eerder zijn genoemd en beschreven bij het gasleidingstelsel.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar de tekeningen, verder worden verduidelijkt, waarbij: 25 Fig. 1 een schematische weergave toont van een uitvoeringsvorm van een gasleidingstelsel;
Fig. 2a een doorsnedeaanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van een gasleidingcomponent;
Fig. 2b een detail toont van de gasleidingcomponent van fig. 2a.
8
Fig. 3a een doorsnedeaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van een gasleidingcomponent;
Fig. 3b een detail toont van de gasleidingcomponent van fig. 3a.
Fig. 4a een doorsnedeaanzicht toont van een derde uitvoeringsvorm 5 van een gasleidingcomponent;
Fig. 4b een detail toont van de gasleidingcomponent uit fig. 4a; en
Fig. 5 een perspectief aanzicht toont van een vierde uitvoeringsvorm van een gasleidingcomponent.
10 Opgemerkt wordt dat gelijke verwijzingscijfers naar gelijke onderdelen in de verschillende figuren verwijzen.
In figuur 1 is een schematisch overzicht van een gasleidingstelsel 1 volgens de uitvinding getoond. Het gasleidingstelsel 1 is ingericht om gas 15 via een gasleiding 3 van een gasbron 2 door te voeren naar een gasleidingeinde 4 waaraan een verwerkingsmodule 5 is voorzien. Een dergelijke verwerkingsmodule 5 kan ingericht zijn voor verschillende toepassingen, zoals gaschromatografie, massaspectrometrie of een productieproces onder geconditioneerde gasomstandigheden, zoals 20 bijvoorbeeld een productieproces voor het vervaardigen van wafers of DVD's en dergelijke. De verwerkingsmodule 5 van ook zijn ingericht als aandrijfinrichting voor het met behulp van perslucht werken of voor lastoepassingen. De gasbron 2 kan bijvoorbeeld een gasfles, een gasgenerator of een compressor zijn, afhankelijk van de toepassing van het 25 gasleidingstelsel 1.
De gasleiding 3 omvat een aantal gasleidingcomponenten 6, 6', 6", 6"' die een buitenmantelbinnenruimte 7a omvattende buitenmantel 7 hebben, die tenminste gedeeltelijk uit een materiaal met een relatief lage barstdruk is. De relatief lage barstdruk is een barstdruk die in ieder geval lager is dan 30 een barstdruk van andere onderdelen in het gasleidingstelsel, bijvoorbeeld 9 van roestvaststalen of koperen onderdelen van het gasleidingstelsel. In dit uitvoeringsvoorbeeld is bijvoorbeeld een gasleidingcomponent 6 een regulator, die is voorzien van een indicator, een andere component 6' is een snelwisselfilter, een volgende component 6" is een in-line filter en een 5 laatste gasleidingcomponent is een kraan 6'" voorzien van een indicator.
Ook kan een gasleidingcomponent bijvoorbeeld een klep zijn.
De componenten 6, 6', 6", 6"' zijn voorzien van een beveiliging 8 (zie figuren 2a-5) tegen in een buitenmantelbinnenruimte 7a optredende overdruk teneinde breken van de buitenmantel 7 van één van de 10 gasleidingcomponenten 6, 6', 6", 6'" te voorkomen. Een dergelijke beveiliging 8 vangt drukimpulsen en plotselinge drukverhogingen, bijvoorbeeld door een defect ergens in het gasleidingstelsel op. De beveiliging 8 zorgt ervoor dat bij een overdruk of een drukimpuls een teveel aan gas uit de buitenmantelbinnenruimte 7a wordt afgevoerd. De gasleidingcomponenten 15 6, 6', 6", 6'" zijn hiervoor aangesloten op een afzuiginrichting 14 door middel van afvoerleidingen 13b. De afvoerleidingen 13 b zijn met een uiteinde ervan aangesloten op de respectievelijke gasleidingcomponenten 6, 6', 6", 6"' en met een ander uiteinde ervan op de inlaat van de afzuiginrichting 14. Wanneer de beveiliging 8 van een gasleidingcomponent 6, 6', 6", 6"' in 20 werking treedt wordt gas uit de buitenmantelbinnenruimte 7a afgevoerd uit de component 6, 6', 6", 6"' en afgezogen. Verder kan een gasleidingcomponent 6, 6', 6", 6"' een sensor (niet getoond) omvatten voor het detecteren van gas direct na het in werking treden van de beveiliging 8. De sensor 15 kan op een besturing 16 zijn aangesloten. Deze sensor 15 en 25 besturing 16 zullen meer in detail worden besproken bij de navolgende figuren.
In de figuren 2a en 2b is een gasleidingcomponent 6' volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. De getoonde 30 gasleidingcomponent 6' is een snelkoppel-filter. Een dergelijk filter is 10 voorzien van een cartridge 10, in deze uitvoeringsvorm in een hoofdzaak langwerpig filter, en een basis 12. De cartridge omvat een buitenmantel 7 die een buitenmantelbinnenruimte 7a omgeeft. In de buitenmantel 7 is een binnenhuis 9 voorzien dat in fluïdumverbinding staat met een 5 instroomopening en een uitstroomopening (niet getoond). De instroomopening staat is fluïdumverbinding met een stroomopwaarts deel van de gasleiding 3 en de uitstroomopening staat in fluïdumverbinding met een stroomafwaarts deel van de gasleiding 3. In gebruik stroomt gas het snelkoppel-filter binnen bij de basis 12, en vervolgens stroom het via een 10 instroomopening van de cartridge 10, door het binnenhuis 9 en via de uitstroomopening van de cartridge 10 via de basis 12 weer terug de gasleiding 3 in. In het binnenhuis 9 is filtermateriaal voorzien voor het filteren van het gas teneinde ongewenste stoffen, zoals bijvoorbeeld water, zuurstof of koolwaterstoffen uit de gasstroom te verwijderen zodat deze 15 stoffen de verwerkingsmodule niet bereiken. De cartridge 10 omvat verder een koppeldeel 11 waarmee de cartridge 10 met behulp van een bevestigingsring 24 aan de basis 12 kan worden bevestigd. De bevestigingsring 24 is hiervoor voorzien van een inwendige schroefdraad 24a die aangrijpt op een uitwendige schroefdraad 12a van de basis 12. Dus 20 alleen de bevestigingsring 24 behoeft te worden vastgedraaid voor het bevestigen van de cartridge 10 op de basis 12. In het koppeldeel 11 is de beveiliging, een breekplaat 8, voorzien. Deze breekplaat 8 is zodanig ingericht dat deze breekt wanneer de druk in de buitenmantelbinnenruimte 7a hoger wordt dan de barstdruk van de breekplaat 8. Bij voorkeur is de 25 barstdruk van de breekplaat 8 ongeveer 1 bar en is de barstdruk van de breekplaat 8 lager dan de barstdruk van de buitenmantel 7, die bij voorkeur ongeveer 15 bar is. Zodoende is er een veiligheidsmarge aanwezig die voorkomt dat de buitenmantel 7 tegelijk met de breekplaat 8 breekt. In andere uitvoeringsvormen van de breekplaat 8 kan deze een andere 30 barstdruk hebben, zoals bijvoorbeeld 2 bar, 3 bar enzovoort, zolang de 11 barstdruk van de breekplaat 8 lager is dan de barstdruk van de buitenmantel 7. Zoals in figuur 2b goed is te zien staat de breekplaat 8 in fluïdumverbinding met de buitenmantelbinnenruimte 7a. De druk in de buitenmantelbinnenruimte 7a kan oplopen, bijvoorbeeld bij het breken van 5 het binnenhuis 9 waardoor het gas de buitenmantelbinnenruimte 7a binnentreedt. Dit zal nader worden toegelicht bij de figuren 3a en 3b.
Aan een van de buitenmantelbinnenruimte 7a afgelegen zijde 8b van de breekplaat 8 is een afvoerkanaal 13 voorzien. Dit afvoerkanaal 13 kan worden aangesloten op een afzuigsysteem 14 (zie figuur 1) met behulp van 10 een afvoerleiding 13b. De afvoerleiding 13b is aan een eerste einde aansluitbaar op een uitlaat 13a van het afvoerkanaal 13 en is aan een tweede einde aansluitbaar op het afzuigsysteem 14. Een dergelijke afvoerleiding 13b kan bijvoorbeeld een gasdichte flexibele slang zijn. Het afvoerkanaal 13 is ingericht om in het geval dat de breekplaat 8 breekt gas 15 vanuit de buitenmantelbinnenruimte 7a af te voeren zodat de druk in de binnenruimte 7a afneemt teneinde de buitenmantel 7 heel te houden.
In figuur 3a en 3b is een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. De leidingcomponent 6 is in deze uitvoeringsvorm een regulator 20 voorzien van een indicator. De cartridge 10 vormt de indicator en de basis 12 vormt de regulator. Een dergelijke regulator heeft een hogedrukkamer en een lagedrukkamer die onderling zijn verbonden door een drukreductor. De regulator wordt bij voorkeur in het gasleidingstelsel direct met een gasfles verbonden om de druk uit de gasfles te reduceren tot een voor een proces in 25 de verwerkingsmodule 5 (zie figuur 1) geschikte druk. De cartridge 10 heeft een buitenmantel 7 en een binnenhuis 9, met daartussen de buitenmantelbinnenruimte 7a. De buitenmantel 7 heeft een barstdruk van bijvoorbeeld 15 bar en het binnenhuis heeft een barstdruk van bijvoorbeeld 11 bar. Bij normaal gebruik stroomt het gas via de basis 12 door het 30 binnenhuis 9 door de cartridge 10. In het binnenhuis 9 is indicatormateriaal 12 voorzien. Dergelijke indicatormaterialen zijn bekend uit de praktijk en kunnen bijvoorbeeld potassiumdichromaat en dergelijke omvatten. De indicator kan bijvoorbeeld geleidelijk verkleuren en daardoor de mate van vervuiling van het gas weergeven. Omdat het binnenhuis 9 uit een 5 doorzichtig materiaal is, bijvoorbeeld glas en de buitenmantel 7 tenminste gedeeltelijk van een doorzichtig materiaal is, kan een operator de mate van verkleuring waarnemen en eventueel de indicatorcartridge 10 vervangen.
De cartridge 10 is met behulp van een bevestigingsring (niet getoond), bevestigd aan de basis 12. Voor het verwisselen van de cartridge 10 wordt 10 de bevestigingsring verwijderd, waarna de cartridge 10 kan worden afgenomen. De cartridge 10 kan bijvoorbeeld tegelijk worden verwisseld met het wisselen van de gasfles. De basis 12 kan verder kleppen (niet getoond) omvatten voor het afsluiten van de uitstroom- en instroomopening (niet getoond) voor het gas in de basis 12, teneinde naar binnen diffunderen van 15 deeltjes in het gasleidingstelsel 1 te voorkomen. Het is bijzonder voordelig wanneer een uitstroomopening 13c van het afvoerkanaal 13 in een tegenover de basis 12 gelegen zijde van het koppeldeel 11 van de cartridge 10 een andere configuratie heeft dan de gasinstroom- en gasuitstroomopening van de cartridge 10 om verkeerd aansluiten van de 20 cartridge 10 op de basis 12 te voorkomen. Bijvoorbeeld verschillende diameters van de respectievelijke openingen kunnen bewerkstelligen dat de cartridge 10 slechts op één manier op de basis 12 kan worden bevestigd. Het is tevens mogelijk dat de basis 12 en de cartridge 10 beide samenwerkende vormdelen omvatten. Op deze wijze wordt het juist bevestigen bevorderd en 25 wordt tevens voorkomen dat cartridges van andere fabrikanten, bijvoorbeeld zonder een beveiliging, op de basis 12 worden bevestigd.
In figuur 3b is een situatie van overdruk weergegeven, waarbij de breekplaat 8 reeds is gebroken nadat het binnenhuis 9 is gebroken, waardoor gas G in de buitenmantelbinnenruimte 7a kon doordringen.
30 Doordat de breekplaat 8 is gebroken wordt het gas G via het afvoerkanaal 13 13 afgevoerd door de uitlaat 13a van het afvoerkanaal 13 via de afvoerleiding 13b naar het afzuigsysteem 14 (zie figuur 1). In het afvoerkanaal 13 kan stroomafwaarts van de breekplaat 8 een sensor 15 zijn voorzien. Deze sensor 15 is ingericht om gas te detecteren. Wanneer de 5 breekplaat 8 heel is zal er zich geen gas in het afvoerkanaal 13 bevinden. De sensor 15 detecteert derhalve niks. Wanneer de breekplaat 8 is gebroken, ontstaat er een gasstroom door het afvoerkanaal 13, die door de sensor 15 wordt gedetecteerd. De sensor 15 geeft een signaal door aan de besturing 16 (schematisch weergegeven), waarna de besturing 16 verschillende acties 10 kan uitvoeren. De besturing 16 kan bijvoorbeeld zijn ingericht om de gasbron 2 aan te sturen teneinde deze af te sluiten. Hierdoor wordt de gasstroom door het gasleidingstelsel 1 stilgelegd en kan een eventueel defect worden verholpen. Ook kan een kapotte cartridge 10 worden vervangen. Afhankelijk van de locatie van de tenminste ene gebroken cartridge 10 kan 15 een operator de locatie van het defect in het gasleidingstelsel 1 gemakkelijk lokaliseren.
Ook kan de besturing 16 zijn ingericht om een waarschuwingssignaal, zoals bijvoorbeeld een visueel signaal, zoals het aanzetten van een lamp, of een audiosignaal aan de operator of gebruiker af te geven. De operator kan 20 dan een eventueel defect opsporen en al dan niet de gasstroom in het gasleidingstelsel 1 stil leggen. Het is natuurlijk duidelijk dat de sensor 15 op een willekeurige locatie tussen het afvoerkanaal 13 en het afzuigsysteem 14 kan zijn voorzien, dus ook ergens in de afvoerleiding 13b. Ook kan eventueel een sensor op de breekplaat 8 zijn voorzien, die is ingericht om een signaal 25 af te geven bij het breken van de breekplaat 8.
In de figuren 4a en 4b wordt een derde uitvoeringsvorm van een gasleidingcomponent 6" getoond. Deze gasleidingcomponent 6" is een in-line filter. Dit in-line filter 6" is tussen twee leidingdelen 3a, 3b van het 30 gasleidingstelsel 1 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van knelfittingen.
14
Ook kan dit filter 6" zijn bevestigd met behulp van snelkoppelingen teneinde gemakkelijk verwisselen van het filter 6" te bevorderen. Dit in-line filter 6" omvat een cartridge 10 voorzien van twee koppeldelen 11 die zijn geïntegreerd met respectievelijke bases 12. De cartridge 10 omvat een 5 buitenmantel 7 van een doorzichtig materiaal, bijvoorbeeld acrylaat, welke buitenmantel 7 het binnenhuis 9 beschermt tegen onnodig breken. Het binnenhuis 9 omvat filtermateriaal F voor het filteren van ongewenste deeltjes uit het door het binnenhuis 9 stromende gas. Doordat ook het binnenhuis 9 uit een doorzichtig materiaal is kan een operator de mate van 10 verzadiging van het filtermateriaal F waarnemen. Bij het in-line filter 6" stroomt het gas via een instroomopening 9a die in fluïdumverbinding staat met het eerste leidingdeel 3a door het binnenhuis 9 in de richting R1 van de aan het andere einde van de buitenmantel 7 gelegen uitstroomopening 9b van het binnenhuis 9. De uitstroomopening 9b staat in fluïdumverbinding 15 met het tweede leidingdeel 3b van het gasleidingstelsel 1. De breekplaat 8 is in één van de geïntegreerde basis/ koppeldelen 11,12 voorzien teneinde te breken wanneer de druk in de buitenmantel 7 te hoog oploopt. Dit kan bijvoorbeeld wanneer het binnenhuis 9, waarin het filtermateriaal F is voorzien, breekt. Het afvoeren van het gas uit de buitenmantel 7 vindt op 20 een gelijksoortige wijze plaats als reeds bij eerdere uitvoeringsvormen is beschreven. Het breken van de buitenmantel 7 wordt dus voorkomen.
Vooral in het geval wanneer filtermaterialen zijn gebruikt die alkali- of aardalkalimetalen bevatten is onverhoopt openbreken van de buitenmantel 7 zeer ongewenst. Immers, deze alkali- of aardalkalimetalen reageren heftig 25 met vocht en zuurstof, hetgeen een gevaar voor de operator kan opleveren.
Tenslotte toont figuur 5 een vierde uitvoeringsvorm van een gasleidingcomponent 6"' volgens de uitvinding. In deze figuur wordt de gasleidingcomponent 6'" uitgevoerd als een kraan getoond. De basis 12 van 30 de kraan dient voor gebruik te worden voorzien van een cartridge 10, 15 bijvoorbeeld een indicator, die met behulp van een bevestigingsring (niet getoond) op de schroefdraad 12a van de basis 12 kan worden bevestigd. De cartridge 10 zal niet verder worden beschreven aangezien een dergelijke indicator bij de figuren 3a en 3b is beschreven. De basis 12 omvat een 5 instroomopening 12b en een uitstroomopening 12c voor gas door de basis 12 naar de cartridge 10 en weer terug de basis 12, cq de kraan in. Wanneer de kraan in een open toestand is zal het gas door kunnen stromen naar bijvoorbeeld een op de kraan aangesloten verwerkingsmodule 5 (schematisch weergegeven). Wanneer de indicator bijvoorbeeld een hoge 10 mate van vervuiling aangeeft kan de gastoevoer naar de verwerkingsmodule 5 worden afgesloten door het sluiten van de kraan. De basis 12 van de kraan omvat ook een afvoerkanaal 13 (niet getoond) voor het afvoeren van gas uit de cartridge 10 wanneer als gevolg van een hoge druk de breekplaat 8 in de cartridge 10 is gebroken.
15
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies mogelijk zijn. In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan in de buitenmantel 20 ook een binnenhuis zijn voorzien dat aan één einde open is en dus in fluïdumverbinding staat met de binnenruimte van de buitenmantel. In gebruik stroomt het gas via de instroomopening van de cartridge de buitenmantel binnen en stroomt vervolgens via het open einde door het binnenhuis, al dan niet voorzien van filtermateriaal en/of 25 indicatormateriaal. Via het binnenhuis verlaat het gas via de uitstroomopening de cartridge om vervolgens via de basis weer terug het gasleidingstelsel in te stromen. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding zal het binnenhuis bij een drukimpuls of een plotselinge drukverhoging niet breken. Er is immers een open verbinding tussen het 30 binnenhuis en de buitenmantel. Het is natuurlijk ook denkbaar dat het gas 16 de binnenruimte binnentreedt via een aan één zijde open binnenhuis en vervolgens via de buitenmantelbinnenruimte door een uitlaatopening buitenmantelbinnenruimte weer verlaat. Vanzelfsprekend vallen gasleidingstelsels met verschillende samenstellingen van 5 gasleidingcomponenten onder de uitvinding. Zo kan een gasleidingstelsel slechts enkele gasleidingcomponenten omvatten of een groot aantal componenten. Verder kan er slechts een enkele gasleidingcomponent met een buitenmantel uit een materiaal met een relatief lage barstdruk aanwezig zijn, maar ook kunnen meer of alle gasleidingcomponenten zijn 10 voorzien van een buitenmantel uit een materiaal met een relatief lage barstdruk.

Claims (18)

1. Gasleidingstelsel voorzien van een gasbron (2) en stroomafwaarts van de gasbron (2) een gasleiding (3), welke in gebruik is aangesloten op een 5 verwerkingsmodule (5), waarbij het gasleidingstelsel (1) is ingericht voor het doorvoeren van een gas vanuit de gasbron (2) naar de verwerkingsmodule (5), waarbij het gasleidingstelsel (1) tenminste één gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6"') omvat met een een buitenmantelbinnenruimte (7a) omvattende buitenmantel (7), die tenminste gedeeltelijk uit een materiaal met een 10 relatief lage barstdruk is, met het kenmerk, dat de tenminste ene gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6'") is voorzien van een beveiliging (8) tegen in een buitenmantelbinnenruimte (7a) optredende overdruk teneinde breken van de buitenmantel (7) bij de overdruk te voorkomen.
2. Gasleidingstelsel volgens conclusie 1, waarbij de beveiliging een 15 breekplaat (8) is, die is ingericht te breken bij overdruk in de buitenmantelbinnenruimte (7a) die lager is dan de relatief lage barstdruk van de buitenmantel (7), teneinde gas uit de leidingcomponent (6, 6', 6", 6'") af te voeren.
3. Gasleidingstelsel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 20 buitenmantelbinnenruimte (7a) in fluïdumverbinding staat met de gasleiding (3).
4. Gasleidingstelsel volgens conclusie 1 of 2, waarbij in de buitenmantelbinnenruimte (7a) een binnenhuis (9) is voorzien dat in fluïdumverbinding staat met de gasleiding (3).
5. Gasleidingstelsel volgens tenminste conclusie 2, waarbij de buitenmantel (7) een barstdruk heeft van ongeveer 15 bar en de breekplaat (8) een barstdruk heeft kleiner dan 15 bar.
6. Gasleidingstelsel volgens conclusies 4, waarbij de buitenmantel (7) een hogere barstdruk heeft dan het binnenhuis (9).
7. Gasleidingstelsel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het materiaal met een relatief lage barstdruk een doorzichtig materiaal is, bijvoorbeeld glas of acrylaat.
8. Gasleidingstelsel volgens één der conclusies 1-7, waarbij de 5 tenminste ene gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6'") is voorzien van een cartridge (10) die de buitenmantel (7) en een koppeldeel (11) omvat en een met het koppeldeel (11) verbonden basis (12) die is aangesloten op de gasleiding (3) zodat de gasleiding (3) in fluïdumverbinding staat met de cartridge (10).
9. Gasleidingstelsel volgens conclusie 8, waarbij de basis (12) is ingericht als regulator, filterbasis, kraan, flowmeter of als valve.
10. Gasleidingstelsel volgens conclusie 8 of 9, waarbij de cartridge (10) is voorzien van filtermateriaal om gas te filteren, en/of van indicatormateriaal om vervuiling van gas aan te geven.
11. Gasleidingstelsel volgens één der conclusies 8-10, waarbij de breekplaat (8) is voorzien in het koppeldeel (11) van de cartridge (10) en waarbij de breekplaat (8) in fluïdumverbinding staat met de buitenmantelbinnenruimte (7a).
12. Gasleidingstelsel volgens één der conclusies 2-11, waarbij aan de 20 van de buitenmantelbinnenruimte (7a) afgelegen zijde van de breekplaat (8) een afvoerkanaal (13) is voorzien voor het afvoeren van gas, waarbij na het breken van de breekplaat (8) de buitenmantelbinnenruimte (7a) in fluïdumverbinding staat met het afvoerkanaal (13).
13. Gasleidingstelsel volgens conclusie 12, waarbij het afvoerkanaal 25 (13) is aangesloten op een afzuiginrichting (14) of een afvoerruimte, zoals een goed geventileerde ruimte.
14. Gasleidingstelsel volgens conclusie 12 of 13, waarbij in het afvoerkanaal (13) van de tenminste ene gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6"') een sensor (15) is voorzien voor het detecteren van gas in het afvoerkanaal 30 (13).
15. Gasleidingstelsel volgens conclusie 14, waarbij de tenminste ene sensor (15) op een besturing is aangesloten, voor het aan de hand van een sensorsignaal besturen van de tenminste ene leidingcomponent (6, 6', 6", 6"') of de gasbron (2), en/of voor het op basis van het sensorsignaal uitzenden 5 van een visueel signaal en/of audiosignaal teneinde een gebruiker te waarschuwen.
16. Gasleidingcomponent voor het gebruik in een gasleidingstelsel volgens één der conclusies 1-15, waarbij de gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6'") een buitenmantel (7) heeft tenminste gedeeltelijk voorzien van 10 materiaal met een relatief lage barstdruk, waarbij de gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6'") is voorzien van een beveiliging (8) tegen in de buitenmantelbinnenruimte (7a) optredende overdruk teneinde breken van de buitenmantel (7) in gebruik te voorkomen.
17. Gasleidingcomponent volgens conclusie 16, waarbij de beveiliging 15 een breekplaat (8) is, die in gebruik breekt bij overdruk in de buitenmantelbinnenruimte (7a), waardoor gas uit de gasleidingcomponent (6, 6', 6", 6"') wordt afgevoerd.
18. Gasleidingcomponent volgens conclusie 17, waarbij in de buitenmantelbinnenruimte (7a) een binnenhuis is voorzien waarin 20 filtermateriaal om gas te filteren en/of indicatormateriaal om vervuiling van gas aan te geven is opgenomen, waarbij het buitenhuis is voorzien ter bescherming van het binnenhuis en waarbij de gasleidingcomponent is voorzien van ten minste één koppeldeel dat deel uitmaakt van een snelwisselkoppeling waarvan een met het koppeldeel samenwerkende basis 25 is opgenomen in de gasleiding, waarbij de breekplaat is voorzien in het ten minste ene koppeldeel.
NL2002916A 2009-05-22 2009-05-22 Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel. NL2002916C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002916A NL2002916C2 (nl) 2009-05-22 2009-05-22 Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel.
JP2010129374A JP2010281449A (ja) 2009-05-22 2010-05-20 ガス配管システム、およびこのようなガス配管システムで使用される破壊板付き配管部品
US12/783,865 US20110005612A1 (en) 2009-05-22 2010-05-20 Gas pipe system and a pipe component provided with a break plate for use in such a gas pipe system
EP20100163655 EP2256387A1 (en) 2009-05-22 2010-05-21 Gas pipe-line system and a pipe-line component with a burst disc to be used in gas pipe-line system
SG201003551-7A SG166751A1 (en) 2009-05-22 2010-05-21 Gas pipe system and a pipe component provided with a break plate for use in such a gas pipe system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002916A NL2002916C2 (nl) 2009-05-22 2009-05-22 Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel.
NL2002916 2009-05-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002916C2 true NL2002916C2 (nl) 2010-11-23

Family

ID=41490952

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002916A NL2002916C2 (nl) 2009-05-22 2009-05-22 Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20110005612A1 (nl)
EP (1) EP2256387A1 (nl)
JP (1) JP2010281449A (nl)
NL (1) NL2002916C2 (nl)
SG (1) SG166751A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103388607A (zh) * 2013-08-06 2013-11-13 奉化市朝日液压有限公司 管式消波器

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997008482A1 (de) * 1995-08-31 1997-03-06 Lenzing Aktiengesellschaft Verfahren zum transportieren einer thermisch instabilen, viskosen masse
DE10024539A1 (de) * 2000-05-18 2001-05-31 Zimmer Ag Berstschutzeinrichtung
EP1936249A2 (en) * 2006-12-22 2008-06-25 General Electric Company Sleeve insert

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5670048A (en) * 1994-01-18 1997-09-23 Isco, Inc. Preparatory supercritical fluid extraction using sealed chamber
NL1023520C2 (nl) * 2003-05-23 2004-11-24 Sgt Singapore Holdings Pte Ltd Snelwisselfiltersysteem alsmede een basis en een snelwisselfilter bestemd voor een dergelijk systeem.
NL1024083C2 (nl) * 2003-08-11 2005-02-14 Sgt Singapore Holding Pte Ltd In-line filter met snelwisselkoppeling, alsmede een filter.
NL1025042C2 (nl) * 2003-12-17 2005-06-20 Sgt Singapore Holding Pte Ltd Regulator voorzien van een indicatoreenheid alsmede een kit van onderdelen omvattende een indicatoreenheid ten behoeve van een dergelijke regulator en een gasbron.
NL1027327C2 (nl) * 2004-10-25 2006-04-26 Sgt Singapore Holdings Pte Ltd Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van een laserbewerking alsmede gebruik van een snelwisselfilter bij een dergelijke laserbewerking.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997008482A1 (de) * 1995-08-31 1997-03-06 Lenzing Aktiengesellschaft Verfahren zum transportieren einer thermisch instabilen, viskosen masse
DE10024539A1 (de) * 2000-05-18 2001-05-31 Zimmer Ag Berstschutzeinrichtung
EP1936249A2 (en) * 2006-12-22 2008-06-25 General Electric Company Sleeve insert

Also Published As

Publication number Publication date
US20110005612A1 (en) 2011-01-13
JP2010281449A (ja) 2010-12-16
EP2256387A1 (en) 2010-12-01
SG166751A1 (en) 2010-12-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN109416151B (zh) 储罐阀
EP0430390A1 (en) Failure indicating rupture disk assembly
CN110087741B (zh) 灭火设备阀,尤其湿式报警阀,干式报警阀或喷水阀,和具有其的灭火设备
KR102325923B1 (ko) 히터관의 기체 누설 검출 장치 및 히터관의 기체 누설 검출 방법
NL2002916C2 (nl) Gasleidingstelsel en een leidingcomponent voorzien van een breekplaat voor gebruik in een dergelijk gasleidingstelsel.
US11162865B2 (en) Pressurized fluid system including an automatic bleed valve arrangement; components; and, methods
WO2018234752A1 (en) ASSEMBLY ASSEMBLY
JP2012011115A (ja) 消火栓装置
WO2015071899A1 (en) Auxiliary flow prevention mechanism for an air valve in a pipeline system
CN101059181A (zh) 自动截流安全阀
EP3447467B1 (en) Leakage prevention systems and methods
CA2993298A1 (en) Double block and bleed system for an orifice fitting
US20070045160A1 (en) Flow directing and monitoring apparatus for use with filter system
US7343781B2 (en) Systems and methods for detecting liquid particles in a gas system
CN100338384C (zh) 控制阀压力泄放观测端口
KR101403614B1 (ko) 기액 분리 시스템
CN101081689B (zh) 给飞机油箱系统加燃料的设备和方法
EP1544613A1 (en) Regulator provided with an indicator unit, and kit of parts comprising an indictor unit for the purpose of such a regulator and a gas source
CN113924274B (zh) 紫外线消毒系统、玻璃破裂检测装置和紫外线水处理设备
KR20140040945A (ko) 플레어 라인 시스템 및 플레어 라인 모니터링 시스템
JP4420686B2 (ja) 流体送給システム
JP2011041902A (ja) 配管内異物除去装置及び配管内異物除去方法
CN106499936B (zh) 一种新型滤油机
CN205982273U (zh) 滑油管路中水分传感器安装装置
Brazier Combining Rupture Disks with Safety Relief Valves

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131201