NL2002554C2

NL2002554C2 - Lolly, lollyhouder en samenstel.

Info

Publication number: NL2002554C2
Application number: NL2002554A
Authority: NL
Inventors: Youssef El Kamouni
Original assignee: Youssef El Kamouni
Priority date: 2009-02-23
Filing date: 2009-02-23
Publication date: 2010-08-24

Description

Lolly, lollyhouder en samenstel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een lolly, een lollyhouder en een samenstel.

5 Lolly's zijn bekende snoepartikelen. Zij omvatten doorgaans een snoeplichaam dat vast verbonden is aan een snoeplichaamhouder. De snoeplichaamhouder heeft een langgerekt eerste houderdeel welke zich na plaatsing van de lolly in een mond tot buiten de mond langs een eerste as 10 uitstrekt. Dit houderdeel is veelal in de vorm van een kunststof stokje.

Een nadeel van bovenstaande lolly's is gerelateerd aan de veiligheid, met name voor kinderen. Indien kinderen een lolly in de mond hebben lopen zij het gevaar dat bij een 15 mogelijke val de lolly in de mond schiet.

Bij het nuttigen van een lolly kan de smaak van de lolly goed worden waargenomen indien de lolly wordt gedraaid in de mond. Bij de bekende lolly's kan dit worden bereikt door het vastpakken en vervolgens ronddraaien van het 20 stokje.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een verbetering te verschaffen op de bekende lolly waardoor een lolly wordt verkregen die enerzijds een verhoogd smaakgenot kan opleveren en anderzijds veilig is.

25 Dit doel wordt bereikt met de lolly volgens conclusie 1. De lolly volgens de uitvinding omvat naast bovenschreven eerste houderdeel een tweede houderdeel, dat verbonden is met het eerste houderdeel en zich ten opzichte hiervan onder een hoek uitstrekt, waarbij het tweede houderdeel 30 aangrijpmiddelen omvat voor het aangrijpen en draaien van de lolly, waarbij de aangrijpmiddelen excentrisch ten opzichte van de genoemde eerste as geplaatst zijn.

2

Doordat het tweede houderdeel schuin staat ten opzichte van het eerste houderdeel, of anders gezegd een component loodrecht op het eerste houderdeel heeft, zal bij een val van de gebruiker het tweede houderdeel blijven klemmen aan 5 de buitenzijde van de mond. Door nu de aangrijpmiddelen excentrisch ten opzichte van de as te plaatsen kan de draaicirkel worden vergroot waardoor het draaien makkelijker en vermakelijker wordt. Het tweede houderdeel volgens de uitvinding heeft derhalve een duale functie, namelijk het 10 verhogen van de veiligheid en het vergemakkelijken van het draaien van de lolly.

Een belangrijke verbetering kan worden bereikt indien de snoeplichaamhouder een om het eerste houderdeel draaibare draaihuls omvat, welke voor een gebruiker na plaatsing van 15 de lolly in de mond aangrijpbaar is. Door het aangrijpen van de draaihuls kan de lolly in beweging worden begrensd, bijvoorbeeld dat in hoofdzaak nog enkel draaiing in de mond mogelijk is.

Een mogelijke wijze van aangrijping van de draaihuls is 20 door de tanden van de gebruiker. Hierbij geniet het de voorkeur indien de draaihuls een aangrijpelement omvat dat is voorzien van een uitsparing, waarbij de uitsparing na plaatsing van de lolly in de mond kan samenwerken met één of meerdere tanden van de gebruiker voor het klemmen van de 25 draaihuls. De gebruiker kan na plaatsing van de lolly in de mond de draaihuls klemmen met zijn of haar tanden. Hierdoor wordt de lolly in zijn beweging begrensd. Doordat de draaihuls draaibaar is bevestigd om het eerste houderdeel is draaiing van de lolly nog wel mogelijk. De gebruiker kan nu 30 eenvoudig het tweede houderdeel aangrijpen middels de aangrijpmiddelen waardoor een eenvoudig en vermakelijk nuttigen van de lolly verkregen wordt.

3

In aanvulling hierop of ter vervanging hiervan is het mogelijk dat de draaihuls na plaatsing van de lolly in de mond aangrijpbaar is door vingers van de gebruiker. Hierbij neemt de gebruiker de draaihuls in de ene hand en kan hij de 5 andere hand gebruiken om de lolly te draaien. Ook hierbij wordt het smaakgenot en het vermaak verder verhoogd.

Het geniet de voorkeur indien het tweede houderdeel loodrecht is geplaatst ten opzichte van het eerste houderdeel. Bij een scherpe hoek tussen eerste en tweede 10 houderdeel loopt de gebruiker het risico geblesseerd te raken aan het gezicht bij een val omdat het tweede houderdeel het gezicht onder een hoek benadert. Echter, bij een te stompe hoek echter bestaat het gevaar dat het tweede houderdeel alsnog de mond in schiet. Een loodrechte 15 plaatsing, ten minste een plaatsing waarbij het tweede houderdeel na plaatsing de contouren volgt van de mond, verdient derhalve de voorkeur.

Het is voordelig indien de aangrijpmiddelen een hendelelement omvatten welke zich ten minste ten dele 20 parallel aan de eerste as uitstrekt. Hierdoor wordt een draaicirkel beschreven die loodrecht op de as staat. Deze draaicirkel is het meest aangenaam voor de gebruiker. Een mogelijkheid om dit te bereiken is door het eerste en tweede houderdeel zodanig vorm te geven dat deze samen met de door 25 het tweede houderdeel omvatte aangrijpmiddelen een hendel vormen voor het draaien van de lolly. Een mogelijkheid hiervoor is indien zowel het eerste als het tweede houderelement alsook het hendelelement kunststof stokelementen zijn welke haaks op elkaar staan. Hierbij 30 staan het eerste houderelement en het hendelelement parallel aan elkaar.

Het eerste houderdeel en het tweede houderdeel, alsmede de door het tTweede houderdeel omvatte aangri jpmiddelen 4 kunnen integraal zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als een kunststof element. Andere verbindingswijzen, zoals verlijming of versmelting, worden niet uitgesloten.

De uitvinding verschaft eveneens een lollyhouder voor 5 koppeling met een eerste langgerekt houderdeel van een lolly, welk houderdeel zich bij plaatsing van de lolly in een mond tot buiten de mond langs een eerste as uitstrekt.

De lollyhouder omvat hiertoe een tweede houderdeel alsmede koppelmiddelen voor het koppelen van het eerste langgerekte 10 houderdeel met het tweede houderdeel, waarbij het tweede houderdeel zich althans na koppeling ten opzichte van het eerste houderdeel onder een hoek uitstrekt. Het tweede houderdeel omvat aangrijpmiddelen voor het aangrijpen en draaien van de gekoppelde lolly, waarbij de aangrijpmiddelen 15 excentrisch ten opzichte van de genoemde eerste as geplaatst zi jn.

Een dergelijke lollyhouder heeft als voordeel dat deze gekoppeld kan worden, bijvoorkeur losmaakbaar, aan verschillende lolly's. Na koppeling ontstaat een lolly welke 20 dezelfde functionaliteit biedt als de hierboven beschreven lolly waarbij de lollyhouder een integraal deel van de lolly was. Bovendien kan een dergelijke lollyhouder hergebruikt worden. Nadat de lolly genuttigd is kan deze uit de lollyhouder worden genomen en kan een nieuwe lolly geplaatst 25 worden.

Voor het koppelen wordt bijvoorkeur gebruik gemaakt van klemmiddelen. Hierbij kan bijvoorbeeld het eerste houderdeel geklemd worden in het tweede houderdeel of vice versa.

Andere bevestigingswijzen worden nadrukkelijk niet 30 uitgesloten.

De lollyhouder kan eveneens voorzien zijn van een draaihuls. Deze is verbonden aan het tweede houderdeel, bijvoorkeur draaibaar. Na koppeling met het genoemde eerste 5 langgerekte houderdeel van een lolly is de draaihuls draaibaar om dit eerste houderdeel. Hierdoor kan de lolly wederom worden begrensd door het aangrijpen van de draaihuls.

5 Het moge de vakman duidelijk zijn dat verdere eigenschappen van de draaihuls vergelijkbaar zijn aan die van de draaihuls van de integraal uitgevoerde lolly zoals eerder beschreven.

De uitvinding verschaft eveneens een samenstel van een 10 tweede houderdeel en een draaihuls. Hierbij is het tweede houderdeel koppelbaar aan een eerste langgerekt houderdeel van een lolly. Het eerste houderdeel van de lolly strekt zich bij plaatsing van de lolly in een mond uit tot buiten de mond langs een eerste as. Door koppeling van het tweede 15 houderdeel en het eerste houderdeel van de lolly is de draaihuls opsluitbaar tussen het tweede houderdeel en een snoeplichaam van de lolly. De draaihuls is in deze gekoppelde toestand draaibaar ten opzichte van het eerste houderdeel. Het tweede houderdeel strekt zich in gekoppelde 20 toestand onder een hoek uit ten opzichte van het eerste houderdeel. Het omvat tevens aangrijpmiddelen voor het aangrijpen en draaien van de gekoppelde lolly. De aangrijpmiddelen zijn zodanig ingericht en of geplaatst dat deze na koppeling excentrisch zijn ten opzichte van de 25 genoemde eerste as. Het tweede houderdeel en de draaihuls kunnen overigens zijn uitgevoerd zoals eerder besproken. De koppeling tussen eerste en tweede houderdeel kan op vergelijkbare wijze zijn uitgevoerd als bij de eerder besproken lollyhouder.

30 In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden besproken onder verwijzing naar de figuren waarbij identieke nummers zijn gebruikt om identieke of soortgelijke componenten aan te duiden, en waarbij: 6

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm toont van een lolly volgens de uitvinding;

Figuur 2 de uitvoeringsvorm uit figuur 1 toont na plaatsing in de mond van de gebruiker; 5 Figuur 3 een verdere uitvoeringsvorm toont van een lolly volgens de uitvinding;

Figuren 4A en 4B een uitvoeringsvorm tonen van een lollyhouder volgens de uitvinding corresponderend met de uitvoeringsvorm van de lolly uit figuur 1; 10 Figuren 5A-5C een uitvoeringsvorm tonen van een samenstel volgens de uitvinding;

De uitvoeringsvorm in figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een lolly 1 omvattende een snoeplichaam 2 dat vast is verbonden met een eerste langgerekt houderdeel 15 4. Om dit deel is een draaihuls 3 geplaatst. Het eerste houderdeel 4 is draaibaar in draaihuls 3 opgenomen. Aan een einde van het eerste houderdeel 4 is een tweede houderdeel 5 vast met het eerste houderdeel 4 verbonden. Tweede houderdeel 5 strekt zich onder een hoek, in dit voorbeeld 90 20 graden, uit ten opzichte van eerste houderdeel 4. Aan een einde van tweede houderdeel 5 is een hendelelement 6 voorzien. Dit element loopt parallel aan eerste houderdeel 4. Samen vormen eerste houderdeel 4, tweede houderdeel 5, en hendelelement 6 een hendel voor het draaien van lolly 1.

25 Figuur 2 laat de uitvoeringsvorm van lolly 1 zien na plaatsing in de mond. In dit voorbeeld is draaihuls 3 aangrijpbaar door vingers van de gebruiker (niet weergegeven). Het is ook mogelijk dat de draaihuls doorloopt tot in de mond zodanig dat de gebruiker deze kan vastbijten. 30 Een andere mogelijkheid is dat de draaihuls zich voornamelijk dan wel geheel in de mond bevindt.

In figuur 3 is een andere uitvoeringsvorm getoond van lolly 1. Hierbij is het belangrijk op te merken dat de 7 aangrijpmiddelen hier refereren aan een rand van 6 van een tweede houderdeel 5. In deze figuur zijn dus meerdere tweede houderdelen 5 aan te wijzen en is het dus mogelijk dat de aangrijpmiddelen een integraal onderdeel zijn van de tweede 5 houderdelen.

Figuur 4A toont een uitvoeringsvorm van een lollyhouder 7 volgens de uitvinding. In deze figuur is tweede houderdeel 5 voorzien van een sectie 5' dat parallel loopt aan eerste houderdeel 4 van de te koppelen lolly 10. Dit deel dient 10 voor koppeling met draaihuls 3, zie figuur 4B. Deze koppeling is mogelijk dankzij twee met elkaar samenwerkende flensen 8 en 9 van respectievelijk sectie 5' en draaihuls 3.

In figuur 4A kan lolly 10 in lollyhouder 7 worden geplaatst doordat sectie 5' hol is uitgevoerd. Hierdoor kan 15 een klemmende verbinding worden verkregen tussen eerste houderdeel 4 en sectie 5', waarbij draaihuls 3 na koppeling draaibaar is ten opzichte van eerste houderdeel 4.

Figuren 5A-5C tonen een uitvoeringsvorm van een samenstel 11 volgens de uitvinding. Hierbij is eerste 20 houderdeel 4 hol uitgevoerd en kan deze geplaatst worden over een uitstekend element 12 dat zich op tweede houderdeel 5 bevindt. Draaihuls 3 wordt door de koppeling tussen eerste houderdeel 4 en tweede houderdeel 5 draaibaar bevestigd rondom eerste houderdeel 4.

25 In het bovenstaande is de uitvinding beschreven met behulp van uitvoeringsvormen hiervan. Het moge de vakman duidelijk zijn dat verscheidene aanpassingen mogelijk zijn zonder hierbij af te wijken van de beschermingsomvang van de uitvinding welke wordt gedefinieerd door de bijgevoegde 30 conclusies.

Zo is het mogelijk om een bewegingsconversie toe te passen welke een translerende beweging omzet in een rotatiebeweging. Zo wordt een uitvoering voorzien waarbij 8 een translerende beweging van de huls in de richting parallel aan de hierboven genoemde eerste as leidt tot een rotatie van het snoeplichaam in de mond.

Claims

1. Lolly omvattende een snoeplichaam dat vast verbonden is 5 aan een snoeplichaamhouder, waarbij de snoeplichaamhouder een eerste langgerekt houderdeel omvat, welke zich na plaatsing van de lolly in een mond tot buiten de mond langs een eerste as uitstrekt, en een tweede houderdeel, dat verbonden is met het eerste houderdeel en zich ten opzichte 10 hiervan onder een hoek uitstrekt, waarbij het tweede houderdeel aangrijpmiddelen omvat voor het aangrijpen en draaien van de lolly, waarbij de aangrijpmiddelen excentrisch ten opzichte van de genoemde eerste as geplaatst zi jn. 15

2. Lolly volgens conclusie 1, waarbij de snoeplichaamhouder een om het eerste houderdeel draaibare draaihuls omvat, welke voor een gebruiker na plaatsing van de lolly in de mond aangrijpbaar is. 20

3. Lolly volgens conclusie 2, waarbij de draaihuls na plaatsing van de lolly in de mond aangrijpbaar is door tanden van de gebruiker.

4. Lolly volgens conclusie 3, waarbij de draaihuls een aangrijpelement omvat dat is voorzien van een uitsparing, waarbij de uitsparing na plaatsing van de lolly in de mond kan samenwerken met één of meerdere tanden van de gebruiker voor het klemmen van de draaihuls.

5. Lolly volgens een van de conclusies 2-4, waarbij de draaihuls na plaatsing van de lolly in de mond aangrijpbaar is door vingers van de gebruiker. 30

6. Lolly volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij het tweede houderdeel loodrecht ten opzichte van het eerste houderdeel geplaatst is. 5

7. Lolly volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de aangrijpmiddelen een hendelelement omvatten welke zich ten minste ten dele parallel aan de genoemde eerste as uitstrekt.

8. Lolly volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij het eerste houderdeel, het tweede houderdeel en de hierdoor omvatte aangrijpmiddelen samen een hendel vormen voor het draaien van de lolly. 15

9. Lollyhouder voor koppeling met een eerste langgerekt houderdeel van een lolly, welk houderdeel zich bij plaatsing van de lolly in een mond tot buiten de mond langs een eerste as uitstrekt, waarbij de lollyhouder een tweede houderdeel 20 omvat alsmede koppelmiddelen voor het koppelen van het eerste houderdeel met het tweede houderdeel, waarbij het tweede houderdeel zich althans na koppeling ten opzichte van het eerste houderdeel onder een hoek uitstrekt, waarbij het tweede houderdeel aangrijpmiddelen omvat voor het aangrijpen 25 en draaien van de gekoppelde lolly, waarbij de aangrijpmiddelen excentrisch ten opzichte van de genoemde eerste as geplaatst zijn.

10. Lollyhouder volgens conclusie 9, waarbij de 30 koppelmiddelen klemmiddelen omvatten.

11. Lollyhouder volgens conclusie 9 of 10, waarbij de koppelmiddelen losmaakbaar zijn.

12. Lollyhouder volgens een van de voorafgaande conclusies 9-11, verder omvattende een draaihuls welke is verbonden aan het tweede houderdeel, en welke althans na koppeling met het 5 genoemde eerste houderdeel van een lolly draaibaar is om dit eerste houderdeel.

13. Lollyhouder volgens conclusie 12, waarbij de draaihuls is uitgevoerd zoals gedefinieerd in een van de conclusies 3- 10 5.

14. Samenstel van een tweede houderdeel en een draaihuls, waarbij het tweede houderdeel koppelbaar is aan een eerste langgerekt houderdeel van een lolly, welk eerste houderdeel 15 zich bij plaatsing van de lolly in een mond tot buiten de mond langs een eerste as uitstrekt, waarbij de draaihuls opsluitbaar is tussen het tweede houderdeel en een snoeplichaam van de lolly en waarbij de draaihuls in gekoppelde toestand draaibaar is ten opzichte van het eerste 20 houderdeel, waarbij het tweede houderdeel zich in gekoppelde toestand onder een hoek uitstrekt ten opzichte van het eerste houderdeel, waarbij het tweede houderdeel aangrijpmiddelen omvat voor het aangrijpen en draaien van de gekoppelde lolly, waarbij de aangrijpmiddelen zodanig zijn 25 ingericht dat deze na koppeling excentrisch zijn ten opzichte van de genoemde eerste as.

15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij het tweede houderdeel is uitgevoerd zoals vermeld in een van de 30 conclusies 6-8 en de draaihuls is uitgevoerd zoals vermeld in een van de conclusies 3-5.