NL2002407C2 - Hulpaandrijving voor een aanhanger. - Google Patents

Hulpaandrijving voor een aanhanger. Download PDF

Info

Publication number
NL2002407C2
NL2002407C2 NL2002407A NL2002407A NL2002407C2 NL 2002407 C2 NL2002407 C2 NL 2002407C2 NL 2002407 A NL2002407 A NL 2002407A NL 2002407 A NL2002407 A NL 2002407A NL 2002407 C2 NL2002407 C2 NL 2002407C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
crossbar
auxiliary
trailer
motor
Prior art date
Application number
NL2002407A
Other languages
English (en)
Inventor
Sjoerd Sijbranda
Cornelis Martin Beijersbergen Henegouwen
Original Assignee
Reich Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Reich Gmbh filed Critical Reich Gmbh
Priority to NL2002407A priority Critical patent/NL2002407C2/nl
Priority to EP10150326A priority patent/EP2206641B1/en
Priority to AT10150326T priority patent/ATE545574T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL2002407C2 publication Critical patent/NL2002407C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D59/00Trailers with driven ground wheels or the like
    • B62D59/04Trailers with driven ground wheels or the like driven from propulsion unit on trailer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Arrangement Or Mounting Of Propulsion Units For Vehicles (AREA)

Description

Hulpaandrijving voor een aanhanger
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hulpaandrijving voor een aanhanger, een aanhanger voorzien van een dergelijke aandrijving en een draagconstructie voor aandrijfmotoren.
Dergelijke hulpaandrijvingen zijn in de stand der techniek algemeen bekend.
5 Daarbij kan het roteerbare aandrijforgaan een aandrijfrol, een tandwiel of dergelijke omvatten dat op enigerlei wijze tijdelijk in aangrijping kan komen met het betreffende wiel. Omdat bij het over grote afstanden over de weg verplaatsen de aandrijving niet effectief is, zal deze wegbewogen worden van het betreffende wiel en kan het slepende voertuig onbelemmerd de aanhanger voortbewegen.
10 In de stand der techniek zijn handmatige systemen voorgesteld om het aandrijf orgaan al dan niet inclusief de elektromotor daarvan ten opzichte van een onder de aanhanger vast met het chassis verbonden dwarsbalk te verplaatsen. Een voorbeeld daarvan blijkt uit EP 1 394 024 A2. Daartoe zijn lineaire bewegingen, dat wil zeggen bewegingen in de rijrichting voorgesteld en andere voorstellen betreffen een schamier-15 constructie waarbij het aandrijforgaan met een lange arm ten opzichte van de dwarsbalk gemonteerd is. Dergelijke systemen zijn met behulp van elektromotoren gemechaniseerd. Daarbij zijn bijzonder gecompliceerde constructies bekend om een voldoende aandrukkracht tussen de aandrijfrol en de band te voorzien om slip te voorkomen.
Dergelijke stelsels zijn allen gecompliceerd en vereisen het vanaf beide zijden 20 van de caravan verplaatsen van de aandrijfrollen of andere aandrijforganen naar de banden of andere delen van het wiel.
In het Amerikaanse octrooischrift 3 826 324 wordt een systeem beschreven met een centrale dwarsbalk die zich onder het chassis van een aanhanger uitstrekt en op de uiteinden waarvan aandrijfmotoren 20 aangebracht zijn. Door middel van een 25 hefboomconstructie met twee kabels kan de dwarsbalk om de langshartlijn daarvan roteren en door het excentrisch ten opzichte van de hartlijn van de dwarsbalk aangebracht zijn van de op de wielen aangrijpende aandrijfrollen kan zo aangrijping met de wielen verkregen worden of ongedaan gemaakt worden. Bediening vindt plaats met een door de gebruiker te verplaatsen hefboom. Daarbij is het nodig gecompliceerde 30 constructies toe te passen omdat de gebruiker niet zowel de hefboom kan bedienen voor het tegen het wiel drukken van de rol als de elektromotoren die in aandrijving van de rol voorzien.
2 0 0 24 0 7 2
Het is het doel van de onderhavige aanvrage in een vereenvoudigde constructie te voorzien, waarbij zowel handmatig als gemechaniseerd verplaatsen van de aandrijforganen zoals aandrijfrollen naar de banden mogelijk is, maar welke anderzijds eenvoudig uit te voeren is. Bovendien is het van belang dat deze zodanig 5 gemonteerd kan worden dat de grondspeling van de caravan niet afneemt, dat wil zeggen dat deze niet op buitensporige wijze onder de caravan of andere aanhanger uitsteekt.
Dit doel wordt bij de hierboven beschreven hulpaandrijving verwezenlijkt doordat dat hulpffame lineair verplaatsbaar ten opzichte van die verplaatsingsmiddelen 10 is aangebracht.
De onderhavige uitvinding gaat uit van het inzicht dat een enkele heen- en weergaande lineaire beweging van de centrale dwarsbalk waarop zowel het linker als rechter roteerbare aandrijforgaan aangebracht zijn, voldoende kan zijn om de aandrijfrollen op de wielen te drukken of op andere wijze daarmee in aangrijping te brengen. Immers het 15 is in alle situaties gewenst dat beide aandrijfrollen tegen de banden drukken. Van dit inzicht uitgaande is het mogelijk de centrale dwarsbalk ten opzichte van de aanhanger te bewegen en niet zoals in de stand der techniek de afzonderlijke roteerbare aandrijforganen ten opzichte van de dwarsbalk te verplaatsen. Daardoor kan een aanzienlijke kostenbesparing verkregen worden. Bovendien zal de bevestiging van de dwars-20 balk aan het chassis altijd verhoudingsgewijs stijf zijn, zodat na het in die bevestiging aanbrengen van verplaatsingsmiddelen voor de onderlinge verplaatsing ten opzichte van chassis of ander deel van de bodem van de aanhanger, geen bijzondere constructieve maatregelen nodig zijn om de aandrukkracht van de aandrijfrollen in het chassis of ander deel van de bodem over te brengen en zonder dat deformatie van de betref-25 fende delen zoals de dwarsbalk optreedt. Eveneens worden door het verplaatsbaar zijn van de dwarsbalk de reactiekrachten opgewekt door het tegen de wielen aandrukken van de rollen op zo gelijkmatig mogelijke wijze in het chassis ingeleid zodat in principe geen bijzondere maatregelen genomen hoeven te worden om het chassis geschikt te maken voor het aanbrengen van een hulpaandrijving. Dat wil zeggen zonder veel extra 30 kosten kan met behulp van bijvoorbeeld een eenvoudige geleiding van de dwarsbalk ten opzichte van het hulpframe verplaatsing van de aandrijfrollen van en naar het wiel verkregen worden. Bovendien kan in een krachtenverdeling tussen het linker- en rechterwiel voorzien worden. De verplaatsing kan zowel handmatig als motorisch, 3 zoals elektrisch, pneumatisch, hydraulisch enz. plaatsvinden. In deze gevallen kan een (schroef) vijzel, cilinder, kantelhefboom, schaarconstructie of dergelijke gebruikt worden. Het is mogelijk een centrale aandrijving naar de dwarsbalk te gebruiken of indien bijvoorbeeld gebruik gemaakt wordt van twee bevestigingen van de dwarsbalk 5 ten opzichte van het chassis, gebruik te maken van twee vijzels of andere bedieningen. Bij motorische verplaatsing van de dwarsbalk ten opzichte van het hulpframe kan de betreffende motor vast bevestigd zijn aan het hulpframe en bijvoorbeeld met een schroef/moerconstructie de dwarsbalk bedienen. Een constructie waarbij de motor zich op de dwarsbalk bevindt en met behulp van een schroef/moercon-structie, vijzel of 10 andere constructie tegen het hulpframe afsteunt is eveneens mogelij k.
In principe kunnen de aandrijforganen onverplaatsbaar ten opzichte van de dwarsbalk gemonteerd zijn.
Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding is echter verstelbaarheid tussen de aandrijforganen en de dwarsbalk aanwezig. Deze verstelbaarheid is eveneens bij 15 voorkeur in hoofdzaak in langsrichting. Bij deze constructie is het enerzijds mogelijk een voorinstelling te bereiken. Dat wil zeggen de dwarsbalk kan op verhoudingsgewijs onnauwkeurige wijze ten opzichte van het onderstel van de aanhanger gemonteerd worden, waarbij voor de heen- en weer verplaatsing van de dwarsbalk ten opzichte van het onderstel, een constructie toegepast kan worden die slechts een verplaatsing van 20 enkele centimeters toelaat. Een dergelijke constructie kan hoge krachten opbrengen om in een hoge aandrukkracht van de aandrijfrollen op de banden te voorzien. Door de additionele verstelbaarheid van de aandrijforganen ten opzichte van de dwarsbalk kan uitgaande van deze eerste montage van de dwarsbalk de aandrijfrol of ander aandrijfor-gaan zeer nauwkeurig in de gewenste uitgangspositie geplaatst worden. Een dergelijke 25 voor instelling hoeft slechts een enkele maal bij eerste montage te gebeuren. Vervolgens kan naar wens verplaatsing van de dwarsbalk ten opzichte van het onderstel van het getrokken voertuig plaatsvinden met een verhoudingsgewijs kleine weg. Anderzijds is het mogelijk deze verdere verstelbaarheid, d.w.z. verstelbaarheid tussen aandrijfrol en dwarsbalk actief te gebruiken. Daardoor kan een grotere totale verstelbaarheid van 30 de aandrijfrol ten opzichte van het chassis verkregen worden. Dit kan van belang zijn bij constructies waarbij de verplaatsing van het wiel bij belasting daarvan zodanig is dat een aanzienlijke verplaatsing van de aandrijfrol ten opzichte van het wiel noodzakelijk is om ongewenst contact te vermijden. Daarbij kan de omvang van de verplaatsing van 4 de dwarsbalk ten opzichte van het chassis en de rol ten opzichte van de dwarsbalk afhankelijk van de vereisten gekozen worden.
De dwarsbalk kan op enige verstelbare wijze ten opzichte van het onderstel van de aanhanger geplaatst worden. Zo is het mogelijk deze met behulp van armen op te 5 hangen en met een schamierbeweging de dwarsbalk naar voren respectievelijk naar achteren te bewegen. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering wordt echter een schuifbeweging toegepast die zich uitstrekt in het horizontale bodemvlak van de aanhanger. Bovendien is het mogelijk de aandrijving voor de dwarsbalk op enige voorstelbare wijze te kiezen. Lineaire geleidingen, kantelgeleidingen, handbediend en/of moto-10 risch kunnen daarvoor gebruikt worden. In de figuurbeschrijving zullen daarvan enkele niet beperkende voorbeelden gegeven worden.
Omdat de dwarsbalk verhoudingsgewijs stijf is, bij voorkeur wordt een 50x50 mm kokerprofiel gebruikt, kan het hulpframe verhoudingsgewijs dichtbij het hart van de aanhanger geplaatst worden. Dat wil zeggen, het is mogelijk veel essentiële con-15 structiedelen naast de eventueel aanwezige chassisbalken in de richting van het hart van de caravan aan te brengen waardoor problemen met onvoldoende bouwhoogte vermeden kunnen worden.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een aanhanger voorzien van de hierboven beschreven hulpaandrijving. Daarbij kan het hierboven beschreven hulp-20 frame dat de dwarsbalk verplaatsbaar opneemt op enigerlei wijze aan de bodemplaat, chassisconstructie of onderstel bevestigd zijn. Het is mogelijk deze later met behulp van houtconstructies aan te brengen, maar het is eveneens mogelijk dat een dergelijk hulpframe al deel uitmaakt van de aanhanger bij productie daarvan en dat al dan niet later de hierboven beschreven hulpaandrijving en meer in het bijzonder de dwarsbalk 25 met de daaraan bevestigde roteerbare aandrijforgaan aangebracht worden.
Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een draagconstructie voor een hulpaandrijving voor een aanhanger, omvattende een frame met een dwarsbalk, welke dwarsbalk aan elk uiteinde voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het daaraan bevestigen van een aandrijfmotor en met een hulpframe voorzien van 30 bevestigingsmiddelen voor bevestiging aan een aanhanger, die draagconstructie omvat een motorisch aangedreven constructie, waarbij die dwarsbalk met die motorisch aangedreven constructie lineair verplaatsbaar is ten opzichte van dat hulpframe.
5
Een dergelijke draagconstructie kan gebruikt worden om bestaande hulp-aandrijvingen om te bouwen of deze reeds bij de inbouw daarvan te voorzien. Dat wil zeggen de draagconstructie wordt aan de aanhanger bevestigd op de hier-boven beschreven wijze en met de hierboven beschreven uitvoeringsmogelijkheden en 5 daaraan wordt een aandrijfmotor met rol en dergelijke aangebracht.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld uit-voeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:
Fig. 1 een caravan als voorbeeld van een aanhanger in zijaanzicht; 10 Fig. 2 in bovenaanzicht een deel van het chassis van de in fig. 1 getoonde caravan met een eerste uitvoering van een hulpaandrijving volgens de uitvinding; Fig. 3 in aanzicht volgens fig. 2 een verdere uitvoering van de hulpaandrijving volgens de uitvinding;
Fig. 4 in perspectief een verdere variant van de onderhavige uitvinding; 15 Fig, 5 schematisch een verdere uitvoering van de uitvinding;
Fig, 6a, 6b schematisch een verdere uitvoering van de uitvinding waarbij fig, 6a de werkzame toestand toont en fig. 6b de niet werkzame toestand toont, en Fig. 7a, 7b een verdere variant van de uitvinding 20 In fig. 1 is met 1 een caravan aangegeven. Deze heeft een dissel 2 die zoals blijkt uit fig. 2 verbonden is met het chassis 3 bestaande uit langsliggers 4. Begrepen zal worden dat de caravan van een ander soort chassis of draagconstructie voorzien kan zijn zoals een doosvormige constructie.
Aan het chassis 3 zijn aan weerszijden wielen 5 bevestigd via niet nader aan-25 geduide draagarmen, deze kunnen aangedreven worden door een hulpaandrijving 20.
Uit fig. 2 blijken details van die hulpaandrijving 20. Op elke langsligger 4 van het chassis is een bevestigingsplaat 6 met bouten 18 bevestigd. Aan deze bevestigings-plaat 6 is op in de richting van pijl 8 lineair verplaatsbare wijze een dwarsbalk 14 aangebracht. De langshartlijn van deze dwarsbalk 14 is met 19 aangegeven. Bij elk 30 uiteinde 9 van de dwarsbalk 14 is een combinatie bestaande uit aandrijfrol 13 en motor 12 via een instelmechanisme 10 dat anderzijds bevestigd is aan de dwarsbalk 14, bevestigd. Een motor 7 is op chassisbalk 15 van chassis 3 aanwezig die via een 6 vijzelmechanisme enerzijds aangrijpt op dwarsbalk 14 en anderzijds op enigerlei wijze met de bodem van de aanhanger zoals een caravan verbonden is.
Uit fig. 2 blijkt dat de dwarsbalk 14 opgenomen is in een schuifstuk 16 dat door de aanwezigheid van sleuven 17 heen- en weer verplaatsbaar is in de richting van 5 pijl 8 in figuur 2 ten opzichte van het als bevestigingsplaat 6 uitgevoerde hulpframe.
De hierboven beschreven constructie werkt als volgt. Bij eerste montage wordt de bevestigingsplaat 6 met bouten 18 aan de langsliggers 4 bevestigd. Eventueel wordt dit in de fabriek gedaan of zijn bevestigingsplaten 6 integraal deel van de langsliggers 4. Vervolgens wordt de dwarsbalk 14 met een schuifstuk 16 aangebracht en gekoppeld 10 met de motor 7. Eerder of later worden beide aandrukrollen 13 en bijbehorende motoren 12 aangebracht. Daarna wordt de dwarsbalk in de meest van het wiel verwijderde (getoonde) positie bewogen. Vervolgens wordt met behulp van het instelmechanisme 10 de combinatie van motor 12 en aandrukrol 13 zo ver in de richting van pijl 11 naar de banden 5 bewogen, dat deze zich enerzijds op een veilige afstand van de banden 15 bevindt waardoor geen onverhoedse aangrijping plaats kan vinden, maar anderzijds slechts een geringe verplaatsing noodzakelijk is om in aangrijping te voorzien. Vervolgens wordt deze onderlinge ingestelde positie tussen aandrijfrol 13 en dwarsbalk 14 vastgelegd. Door het vervolgens bedienen van motor 7 is slechts een geringe verplaatsing in de richting van pijl 8 in de richting van banden 5 noodzakelijk om in aangrij-20 ping tussen de aandrijfrollen 13 en de betreffende banden van wielen 5 te voorzien. Daardoor kan de motor in verhoudingsgewijs korte tijd een verhoudingsgewijs grote kracht opbrengen. Door de stijfheid van de dwarsbalk 14 is het niet noodzakelijk bijzondere maatregelen te nemen om de gewenste aandrukkracht over te kunnen brengen vanaf motor 7 naar rol 13. Bovendien kan door het zowel links als rechts overbrengen 25 van de aandrukkracht van de rollen 13 in het chassis 3, zonder versterking het chassis 3 gebruikt worden.
In fig. 3 is een variant van de in fig. 2 getoonde constructie getoond. De hier getoonde dwarsbalk 34 is ten opzichte van het chassis 23 verplaatsbaar. Echter is in tegenstelling tot de voorgaande uitvoering geen chassisbalk 15 aanwezig. De verplaatsing 30 van balk 34 vindt plaats met behulp van twee motoren 27 die werken tussen de bevestigingsplaten 26 en de schuifstukken 36. Deze motoren kunnen een met een vijzel werkende motor omvatten. Echter kan ook gebruik gemaakt worden van met zuiger-cilin-der werkende motoren zoals hydraulische of pneumatische constructies.
7
In fig. 4 is een deel van de hulpaandrijving getoond in een verdere variant volgens de uitvinding. De ten opzichte van het chassis 43 heen en weer beweegbare balk 54 is in dit voorbeeld bevestigd aan een schuifstuk 56 dat steeds via een bevestigings-plaat 46 aan het chassis 43 aangebracht is. Aan beide zijden van het chassis 43 bevindt 5 zich een dergelijke constructie. De bediening vindt in dit voorbeeld handmatig plaats. Daartoe is op de bevestigingsplaat 46 scharnierend een kantellichaam 51 aangebracht. Enerzijds kan daarin een bedieningshefboom 52 gestoken worden die zich tot buiten de omtrek van de caravan uitstrekt. Anderzijds is scharnierend daarmee verbonden een verbindingsarm 49 die weer scharnierend verbonden is met schuifstuk 56. Een vergren-10 deling 48 is aanwezig. Daarmee kan het kantellichaam in de positie waarin de rol 53 weg bewogen is van het wiel vergrendeld worden. Eventueel is het ook mogelijk in vergrendeling te voorzien in de in fig. 4 getoonde aandrukpositie. Bij deze uitvoering is bediening vanaf de linker- en rechterzijde noodzakelijk.
De hierboven beschreven instelmogelijkheid tussen de motor/aandrijfrol en 15 dwarsbalk bestaat in dit uitvoeringsvoorbeeld uit een actief bedienbare constructie. Daartoe is de aandrijfmotor 52 met aandrijfrol 43 op een schamierarm 41 aangebracht die scharnierend verbonden is met dwarsbalk 54. Anderzijds is een kniehefboom-mechanisme 42 aanwezig waarmee het vrije uiteinde van arm 41 ten opzichte van dwarsbalk 54 verplaatst kan worden en zo de positie van rol 53 ten opzichte van het 20 chassis 43 resp. het (niet getoonde) wiel. Bediening van het kniehefboommechanisme kan bijvoorbeeld met behulp van de bedieningshefboom 52 plaatsvinden. Op deze wijze bestaat een dubbele verstelling die bijvoorbeeld gewenst kan zijn indien een flinke verplaatsing van rol 53 ten opzichte van het wiel resp. chassis 43 gewenst is. Dit kan het geval zijn bij bepaalde soorten aanhangerconstructies waarbij een aanzienlijke 25 wielverplaatsing bij het inveren en uitveren bestaat welke resulteert in een aanzienlijke component in langsrichting zodat de rol over aanzienlijke afstand verplaatst moet worden.
In fig. 5 is een variant afgebeeld waarbij de dwarsbalk 74 eveneens ten opzichte van het niet nader getoonde chassis verplaatst moet worden. Slechts dwarsbalken zijn 30 afgebeeld die zich dwars ten opzichte van de langsliggers van het chassis uitstrekt en stevig met het overige deel van het chassis verbonden is. Op de dwarsbalk steunen twee buitenkabels 62 af. In deze buitenkabels bewegen zich binnenkabels 61 die met de verplaatsbare dwarsbalk 74 verbonden zijn. Anderzijds steunen de buitenkabels 62 af 8 op een plaat 64 die eveneens vast verbonden is met het chassis en waarop een motor 67 bevestigd is. Deze voorziet in heen- en weergaande beweging van een juk 65 in de richting van pijl 71. Een veer 66 is aanwezig tussen de motor en het juk 65. Door het naar de motor toe verplaatsen van juk 65 wordt dwarsbalk 74 in de richting van pijl 68 5 bewogen en kan zo een zich daarop bevindende betreffende aandrijfrol met veer 66 op verende wijze tegen het wiel gedrukt worden zodat geringe positieveranderingen van het wiel leiden tot een wezenlijk andere aandrukkracht.
In fig, 6a, 6b is een verder alternatief van de uitvinding getoond. De wielen 85 van een caravan worden aangedreven door rollen 93. Deze worden door een motor 97 aange-10 dreven. Motor 97 kan een elektrische, hydraulische of pneumatische motor zijn. Motor 97 en rol 93 zijn op een arm 98 aangebracht die om scharnier 99 kan kantelen. De schamierbevestiging is bevestigd aan de dwarsbalk 94 die met actuatoren 102 verbonden is met dwarsbalk 101 die deel van het chassis uitmaakt. Deze actuatoren zijn bijvoorbeeld luchtbalgen.
15 De kantelarm 98 wordt bediend door een kantelhefboom 90 welke op zijn beurt weer bediend wordt door een cilindereenheid 96. Deze wordt uit een motor 86 gevoed. Dit kan een hydraulische of bij voorkeur pneumatische motor zijn al dan niet voorzien van 86 zowel de cilindereenheid 96 als motor 97. Daartoe is een klep 100 aangebracht. Zoals blijkt bij vergelijking uit fig. 6a en 6b kan de kantelarm 98 tussen twee verschil-20 lende posities heen en weer bewogen worden. Evenals bij de aan de hand van fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm is sprake van een dubbele verstelling in langsrichting, de hierboven beschreven verstelling door kanteling van kantelarm 98 alsmede de niet in detail getoonde verschuifbaarheid volgens pijl 91 van dwarsbalk 94 met de actuatoren 102.
25 Vanzelfsprekend is het mogelijk in een enkele verstelbaarheid in langsrichting te voorzien door kantelarm 98 vast met balk 94 te verbinden. Dan wordt uitsluitend met behulp van de actuatoren 102 een beweging van en naar het wiel verwezenlijkt van de rollen.
In fig. 7a en 7b is in twee verschillende posities een variant van de in fig. 2 en 5 30 getoonde centrale aandrijfmotor 7 resp. 67 getoond. Deze motor die met 117 aangegeven is, is vast bevestigd aan een opname 112 voor de schematisch ingetekende dwarsbalk 114. Deze opname 112 is verschuifbaar ten opzichte van het als bevestigingsplaat 116 uitgevoerde hulpframe. De motor is voorzien van een door die 9 motor aangedreven inwendige moer die draait en aangrijpt op uitgaande as 118 terwijl de bevestigingsplaat voorzien is van een borgplaat 119 voor het vasthouden van de as 118 zodat door rotatie van de moer in de motor 117 opname 112 heen en weer verplaatst wordt zoals bij vergelijking van fig. 7a en 7b blijkt. De in fig. 7 getoonde 5 constructie kan centraal ten opzichte van de dwarsbalk aangebracht worden. Het heeft echter de voorkeur de dwarsbalk aan weerszijden van een in fig. 7 getoonde constructie te voorzien die dan bovendien in de geleiding van de dwarsbalk 114 ten opzichte van de aanhanger voorziet. Dat wil zeggen deze kan aangebracht worden direct grenzend aan de chassisbalken hetzij aan de binnenzijde van het chassis zoals getoond is in fig. 2 10 met bevestigingsplaat 6 hetzij aan de buitenkant van het chassis zoals getoond is in fig. 4. Handbediening is mogelijk door indrukken van borgplaat 119 en roteren van as 118, Begrepen zal worden dat de motor 117 eveneens vast verbonden kan zijn met plaat 116 en een moerconstructie in het opnamedeel 112 aanwezig kan zijn.
Begrepen zal worden dat aan de uiteinden van de dwarsbalk 114 een constructie 15 zoals getoond in de eerdere figuren aanwezig is voor het aandrijven van de wielen.
Eveneens zal begrepen worden dat delen van de hierboven beschreven hulp-aandrijving afzonderlijk geleverd kunnen worden. Volgens de onderhavige uitvinding betreft dit in het bijzonder de dwarsbalk en de geleiding waaraan deze bevestigd is voorzien van een daartussen werkende motorische aandrijving.
20 Na het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies. Daarbij kunnen combinaties gemaakt worden van de verschillende hierboven beschreven onderdelen.
9002407

Claims (10)

1. Hulpaandrijving (20) voor een aanhanger (1) zoals een caravan, omvattende een frame met een dwarsbalk (14, 34, 54, 74, 94), een op elk uiteinde (9) van 5 die dwarsbalk aangebracht roteerbaar aandrijforgaan (13, 33, 53, 73, 93) met een aandrijfmotor (12, 32, 52, 72, 92) en verplaatsingmiddelen om dat roteerbare aandrijforgaan in een richting (8) loodrecht op de langsas (19) van die dwarsbalk te verplaatsen, waarbij dat frame een hulpframe (6) omvat voorzien van bevestigingsmiddelen (18) voor bevestiging aan een aanhanger dat die 10 dwarsbalk lineair verplaatsbaar is ten opzichte van dat hulpframe, en dat die verplaatsingsmiddelen werken tussen dat hulpframe (6) en die dwarsbalk (14), met het kenmerk, dat hulpframe (6) lineair verplaatsbaar ten opzichte van die verplaatsingsmiddelen is aangebracht.
2. Hulpaandrijving volgens conclusie 1, waarbij dat hulpframe omvat een nabij 15 elk aandrijforgaan aangebrachte schuifgeleiding (16) voor die dwarsbalk.
3. Hulpaandrijving volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij die verplaatsingsmiddelen omvatten een handbediende constructie.
4. Hulpaandrijving volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij die verplaatsingsmiddelen een motorisch aangedreven constructie (7) omvatten.
5. Hulpaandrijving volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen die dwarsbalk en dat aandrijforgaan (13) instelbaar (10) is.
6. Hulpaandrijving volgens conclusie 5, waarbij die afstand motorisch instelbaar is.
7. Hulpaandrijving volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij nabij elk 25 aandrijforgaan verplaatsingsmiddelen zijn aangebracht.
8. Aanhanger omvattende een bodemdeel waaraan een hulpframe (6) bevestigd is van een hulpaandrijving, welke hulpaandrijving omvat een frame met een dwarsbalk (14), een op elk uiteinde (9) van die dwarsbalk aangebracht roteerbaar aandrijforgaan (13) met een aandrijfmotor (12) en verplaatsingmiddelen 30 om dat roteerbare aandrijforgaan in een richting (8) loodrecht op de langsas (19) van die dwarsbalk te verplaatsen, waarbij dat frame dat hulpframe (6) omvat voorzien van bevestigingsmiddelen (18) voor bevestiging aan een aanhanger, dat die dwarsbalk lineair verplaatsbaar is ten opzichte van dat 2(10 240 7 hulpframe en dat die verplaatsingsmiddelen werken tussen dat hulpframe (6) en die dwarsbalk (14).
9. Aanhanger volgens conclusie 8, waarbij dat bodemdeel een chassis (3) omvat.
10. Draagconstructie voor een hulpaandrijving voor een aanhanger, omvattende 5 een frame met een dwarsbalk, welke dwarsbalk aan elk uiteinde voorzien is van bevestigingsmiddelen voor het daaraan bevestigen van een aandrijfmotor (12, 32, 52, 72, 92) en met een hulpframe (6) voorzien van bevestigingsmiddelen (18) voor bevestiging aan een aanhanger, met het kenmerk, dat die draagconstructie omvat een motorisch aangedreven 10 constructie (7), waarbij die dwarsbalk (14, 34, 54, 74, 94) met die motorisch aangedreven constructie lineair verplaatsbaar is ten opzichte van dat hulpframe. 2002407
NL2002407A 2009-01-09 2009-01-09 Hulpaandrijving voor een aanhanger. NL2002407C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002407A NL2002407C2 (nl) 2009-01-09 2009-01-09 Hulpaandrijving voor een aanhanger.
EP10150326A EP2206641B1 (en) 2009-01-09 2010-01-08 Auxiliary drive for a trailer
AT10150326T ATE545574T1 (de) 2009-01-09 2010-01-08 Hilfsantrieb für einen anhänger

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002407 2009-01-09
NL2002407A NL2002407C2 (nl) 2009-01-09 2009-01-09 Hulpaandrijving voor een aanhanger.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002407C2 true NL2002407C2 (nl) 2010-07-13

Family

ID=40839651

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002407A NL2002407C2 (nl) 2009-01-09 2009-01-09 Hulpaandrijving voor een aanhanger.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2206641B1 (nl)
AT (1) ATE545574T1 (nl)
NL (1) NL2002407C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202012102786U1 (de) 2012-07-25 2013-10-29 Al-Ko Kober Se Trageinrichtung
DE202014100281U1 (de) 2014-01-23 2014-04-04 Trepte Gmbh Metall- Und Fahrzeugbau Rangierantriebsvorrichtung für Fahrzeuganhänger
AU2014218438B1 (en) * 2014-08-29 2015-09-10 Opus Rv Pty Ltd Trailer Moving System
DE202016104710U1 (de) * 2016-08-26 2017-08-29 Reich Gmbh Regel- Und Sicherheitstechnik Hilfsantrieb für einen Anhänger und Anhänger
DE102019132698A1 (de) * 2019-12-02 2021-06-02 Max Riedel Vorrichtung zum temporären Umrüsten eines mittels Verbrennungsmotor angetriebenen mehrrädrigen Kraftfahrzeugs auf Elektroantrieb

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3826324A (en) * 1972-10-26 1974-07-30 D Stevens Trailer mover
EP1225090A2 (en) * 2001-01-19 2002-07-24 Carver plc Apparatus for moving vehicles such as caravans and trailers
EP1394024A2 (de) * 2002-08-29 2004-03-03 AL-KO Kober AG Hilfsantrieb für fremdbewegte Fahrzeuge, insbesondere Anhänger

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3826324A (en) * 1972-10-26 1974-07-30 D Stevens Trailer mover
EP1225090A2 (en) * 2001-01-19 2002-07-24 Carver plc Apparatus for moving vehicles such as caravans and trailers
EP1394024A2 (de) * 2002-08-29 2004-03-03 AL-KO Kober AG Hilfsantrieb für fremdbewegte Fahrzeuge, insbesondere Anhänger

Also Published As

Publication number Publication date
EP2206641B1 (en) 2012-02-15
EP2206641A1 (en) 2010-07-14
ATE545574T1 (de) 2012-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002407C2 (nl) Hulpaandrijving voor een aanhanger.
DK2675416T3 (en) auxiliary roller
RU2398704C2 (ru) Устройство для подъема оси для транспортного средства и содержащая его подвеска колес
US8967646B2 (en) Axle suspension and axle lift for a vehicle axle
US9676314B2 (en) Trailer for a tugger train
WO2006059200A3 (en) A wheeled object of the type adapted to be operated by a walking person
CN104334488B (zh) 用于电梯的缓冲单元
EP0302873B1 (en) A device for moving a wheeled vehicle
US20120280557A1 (en) Dump trailer
NL1022672C2 (nl) Manoeuvreerinrichting voor niet aangedreven wagens.
JPH0858640A (ja) 動力で昇降可能な第5輪連結装置
RU2503569C1 (ru) Устройство для поперечного движения
KR20050094340A (ko) 수동식 운송 트롤리
JP2004519765A (ja) 乗物用のクラッチペダル及びこれを用いた自動車用のペダルボックスモジュール
US20230046293A1 (en) Trailer employing roller elements and a double gooseneck support assembly
EP2412589A1 (en) Drive system for manoeuvring a trailer, trailer provided with such a drive system and method for manoeuvring such a trailer.
NL2022330B1 (en) Power operated mover
JP4767749B2 (ja) 運搬車のブレーキ装置
JP3561005B2 (ja) Xリンク式昇降装置
NL1016505C2 (nl) In een warenhuis of dergelijke te gebruiken wagen.
DE102020111434A1 (de) Antriebseinheit und rollbare Plattform
CZ20031368A3 (cs) Zařízení pro provádění měření geometrie podvozku motorového vozidla
US5943901A (en) Aligner for damaged vehicle bodywork and vehicle chassis
KR100305707B1 (ko) 자동차의 드럼브레이크장치
NL2000829C2 (nl) Hulpaandrijving voor een caravan.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160201