NL2002201C2 - Hulpdienstwaarschuwingssysteem. - Google Patents

Hulpdienstwaarschuwingssysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2002201C2
NL2002201C2 NL2002201A NL2002201A NL2002201C2 NL 2002201 C2 NL2002201 C2 NL 2002201C2 NL 2002201 A NL2002201 A NL 2002201A NL 2002201 A NL2002201 A NL 2002201A NL 2002201 C2 NL2002201 C2 NL 2002201C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
emergency service
signals
receiver
signal
user
Prior art date
Application number
NL2002201A
Other languages
English (en)
Inventor
Johan Rijks
Paulus Antonius Jansen
Original Assignee
Phyco Trading B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Phyco Trading B V filed Critical Phyco Trading B V
Priority to NL2002201A priority Critical patent/NL2002201C2/nl
Priority to US12/615,854 priority patent/US8552885B2/en
Priority to CA2685489A priority patent/CA2685489C/en
Priority to PT91757179T priority patent/PT2184725E/pt
Priority to SI200930836T priority patent/SI2184725T1/sl
Priority to EP09175717.9A priority patent/EP2184725B1/en
Priority to ES09175717.9T priority patent/ES2443545T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL2002201C2 publication Critical patent/NL2002201C2/nl
Priority to HRP20140074AT priority patent/HRP20140074T1/hr

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08GTRAFFIC CONTROL SYSTEMS
    • G08G1/00Traffic control systems for road vehicles
    • G08G1/09Arrangements for giving variable traffic instructions
    • G08G1/0962Arrangements for giving variable traffic instructions having an indicator mounted inside the vehicle, e.g. giving voice messages
    • G08G1/0965Arrangements for giving variable traffic instructions having an indicator mounted inside the vehicle, e.g. giving voice messages responding to signals from another vehicle, e.g. emergency vehicle
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W4/00Services specially adapted for wireless communication networks; Facilities therefor
    • H04W4/90Services for handling of emergency or hazardous situations, e.g. earthquake and tsunami warning systems [ETWS]
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04WWIRELESS COMMUNICATION NETWORKS
    • H04W76/00Connection management
    • H04W76/50Connection management for emergency connections

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)
  • Emergency Alarm Devices (AREA)
  • Mobile Radio Communication Systems (AREA)

Description

Titel: Hulpdienstwaarschuwingssysteem
De uitvinding heeft betrekking op een hulpdienstwaarschuwingssysteem, ingericht om een gebruiker te waarschuwen van nadering van hulpdiensten, voorzien van: -ten minste één verplaatsbare hulpdienstzender; en 5 -ten minste één ontvanger, ingericht om door de hulpdienstzender uitgezonden signalen te ontvangen.
Een dergelijk systeem is bekend uit US 4,238,778. Het bekende systeem kan de aanwezigheid van een naderend hulpdienst-voertuig (bijvoorbeeld een ambulance) bekend maken, om afhankelijk van het horen 10 en zien van de waarschuwingssignalen van het hulp-dienstvoertuig snelheid aan te passen.
In het bekende systeem wordt het hulpdienst-voertuig voorzien van een aparte zender, die een radiofrequent waarschuwingssignaal uitzendt. Het waarschuwingssignaal heeft een voorafbepaalde frequentie, 15 bijvoorbeeld in het VHF of UHF gebied. Een ander motorvoertuig wordt voorzien van een ontvanger, ingericht om het door het hulpdienst-voertuig uitgezonden radiofrequente waarschuwingssignaal te ontvangen. De op de voorafbepaalde frequentie afgestemde ontvanger geeft een geluidssignaal af om een bestuurder van het motorvoertuig te waarschuwen, bij ontvangst 20 van het waarschuwingssignaal.
Volgens US’778 wordt bij voorkeur een communicatiemogelijkheid geboden, waarbij een bestuurder van het hulpdienst-voertuig commando’s aan de bestuurder van een te waarschuwen motorvoertuig kan geven, via de zender. Een voordeel is, dat de bestuurder van een motorvoertuig tijdig op 25 de nadering van een hulpdienst-voertuig kan worden geattendeerd, en geschikte maatregelen kan nemen, bijvoorbeeld door tijdig aan de kant te gaan.
Een nadeel van het bekende systeem is, dat het relatief complex is.
2
De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde problemen op te lossen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een hulpdienst-waarschuwingssysteem, dat een gebruiker op efficiënte wijze van een of meer naderende hulpdiensten kan waarschuwen.
5 Hiertoe wordt het systeem volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.
Het systeem is op voordelige wijze voorzien van ten minste één stationaire hulpdienstcommunicatieinrichting ten behoeve van communicatie met genoemde hulpdienstzender onder gebruikmaking van 10 hulpdienstsignalen, waarbij het systeem tevens is voorzien van ten minste één gebruikersontvanger die is ingericht om hulpdienstsignalen te detecteren en om een waarschuwingssignaal af te geven bij detectie van een hulp dienstsignaal.
Hulpdiensten zijn doorgaans reeds voorzien van 15 communicatiemiddelen, bijvoorbeeld een specifiek hulpdienstencommunicatienetwerk. Vaak is een dergelijk communicatienetwerk goed tegen afluisteren beveiligd. Onbevoegden kunnen derhalve niet van een dergelijk hulpdiensten-communicatienetwerk gebruikmaken.
Een dergelijk netwerk omvat bijvoorbeeld een over een relatief 20 groot gebied verspreid opgestelde stationaire communicatie-eenheden (bijvoorbeeld zendmasten), en mobiele communicatieapparatuur (bijvoorbeeld portofoons, mobilifoons en dergelijke), waarbij de communicatieapparatuur genoemde hulpdienstsignalen naar de stationaire eenheden kunnen zenden.
25 Een idee van de onderhavige uitvinding omvat het voordelige gebruik van dergelijke, op zichzelf reeds in omloop zijnde (doorgaans door ‘gewone weggebruikers’ niet afluisterbare) hulpdienst-communicatiemiddelen, als onderdeel van een hulpdienst-waarschuwingssysteem.
3
In het bijzonder wordt daartoe ten minste een gebruikersontvanger ingericht om de (op zichzelf reeds beschikbaar zijnde) hulpdienstsignalen te detecteren en om een waarschuwingssignaal af te geven bij detectie van een hulpdienstsignaal (afkomstig van een mobiele zender van een naderende 5 hulpdienst).
In het bijzonder is het systeem volgens de uitvinding ingericht om geen gebruik te maken van specifieke (door hulpdiensten mee te nemen) waarschuwingszenders om specifieke waarschuwingssignalen naar gebruikerontvangers te zenden. Op deze manier hoeven hulpdiensten dus 10 niet van aparte waarschuwingszenders te worden voorzien. Aldus kan een betrekkelijk eenvoudig, relatief goedkoop, goed implementeerbaar en bijzonder efficiënt waarschuwingssysteem worden verkregen. Hierbij kunnen de hulpdiensten bovendien de genoemde hulpdienstsignalen in ongewijzigde vorm toepassen voor eigen gebruik, bijvoorbeeld voor interne 15 (i.e. tussen de hulpdiensten zelf) doorgifte van positie-informatie, spraak en/of andere communicatie-informatie. Bij voorkeur is deze interne hulpdienstcommunicatie (i.e. ten minste omvattende de door een genoemde hulpdienstzender uitgezonden signalen) op bekende wijze versleuteld, zodat de inhoud van de hulpdienstcommunicatie niet door anderen (i.e.
20 bijvoorbeeld gewone weggebruikers, die niet van specifieke hulpdienstzenders zijn voorzien) afluisterbaar is.
Zo is een gebruikersontvanger van het onderhavige systeem in het bijzonder niet ingericht om door een hulpdienst-zender uitgezonden signalen, bijvoorbeeld gecodeerde digitale signalen, te decoderen. De 25 gebruikersontvanger is bovendien in het bijzonder niet voorzien van of geassocieerd met een eigen hulpdienst-zender. Een gebruiker van de gebruikersontvanger is dan ook niet in staat om hulpdienstsignalen te verzenden.
Bij voorkeur is de ontvanger ingericht om (de aanwezigheid van) 30 hulpdienstsignalen slechts te detecteren, en om een waarschuwingssignaal 4 af te geven bij een detectie van een dergelijk signaal, zonder een mogelijke inhoud van de hulpdienstsignalen te ontcijferen.
Verder is de gebruikersontvanger bij voorkeur ingericht om de sterkte (in het bijzonder veldsterkte) van een ontvangen hulpdienstsignaal 5 te bepalen, bijvoorbeeld om te kunnen inschatten hoever een respectieve hulpdienst van de ontvanger verwijderd is. De ontvanger kan hij voorbeeld een waarschuwingssignaal afgeven dat afhankelijk is van een gemeten sterkte van een ontvangen hulpdienstsignaal, waarbij het waarschuwingssignaal bij voorkeur tevens afhankelijk is van een 10 ontvangstrichting van het ontvangen signaal.
De uitvinding verschaft voorts een werkwijze om een waarschuwing af te geven bij een naderende hulpdienst, waarbij de hulpdienst respectieve signalen uitzendt, waarbij een aantal stationaire hulpdienstcommunicatieinrichtingen is opgesteld om hulpdienstsignalen te 15 ontvangen, waarbij ten minste één, met een gebruiker geassocieerde gebruikersontvanger nagaat of een hulpdienstsignaal wordt uitgezonden, en een waarschuwingssignaal afgeeft indien een hulpdienstsignaal is gedetecteerd.
Op deze manier kunnen bovengenoemde voordelen worden bereikt. 20 Volgens een nadere uitwerking omvat de werkwijze het associëren van een gedetecteerde hulpdienst-locatie met positie-informatie, bijvoorbeeld door een GPS-systeem geleverde positie-informatie, en bij voorkeur het opslaan van de positie-informatie, meer bijvoorkeur in een database. Hiertoe kan het systeem bijvoorbeeld zijn voorzien van, of geïntegreerd met het 25 verkeerscontrolewaarschuwingssysteem voor weggebruikers dat op zichzelf bekend is uit het Nederlandse octrooi NL1026352, welk octrooi door referentie wordt geacht geheel in de onderhavige aanvrage te zijn opgenomen.
Bovendien verschaft de uitvinding een gebruikersontvanger van 30 een systeem volgens de uitvinding. De ontvanger is dan bij voorkeur 5 ingericht voor toepassing in een werkwijze volgens de uitvinding, en kan bovengenoemde voordelen bieden, in het bijzonder in combinatie met een of meer genoemde hulpdienstzenders en een of meer genoemde stationaire hulpdienst hulpdienstcommunicatieinrichtingen.
5 Nadere voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; 10 en
Figuur 2 een schematisch voorbeeld van een gebruikersontvanger volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
Gelijke of overeenkomstige maatregelen worden in deze aanvrage met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.
15 Figuur 1 toont een voorbeeld van een systeem dat is voorzien van verplaatsbare hulpdienstzenders T, en ontvangers M, R, ingericht om door de hulpdienstzenders T uitgezonden signalen te ontvangen.
In het bijzonder omvat het systeem verscheidene hulpdienstzenders T (waarvan slechts één is getoond) en verscheidene 20 hulpdienst hulpdienstcommunicatieinrichtingen M, die deel uitmaken van een landelijk of regionaal hulpdienstcommunicatienetwerk. Genoemde zenders T zijn in het bijzonder mobiele zenders, die bijvoorbeeld door hulpdiensten (bijvoorbeeld voertuigen en/of personeel, van bijvoorbeeld ambulancediensten, politie, brandweer, en dergelijke) kunnen worden 25 meegenomen. Een genoemde hulpdienstzender T kan bijvoorbeeld een portofoon omvatten, en/of deel uitmaken van een hulpdienstvoertuig; pijl x in figuur 1 duidt verplaatsing aan van een hulpdienstvoertuig dat een dergelijke zender T omvat.
Het systeem is in het bijzonder voorzien van stationaire 30 hulpdienstzender/ontvangers-inrichtingen M ten behoeve van communicatie 6 met genoemde mobiele hulpdienstzenders T, onder gebruikmaking van hulpdienstsignalen (i.e. met de hulpdienst geassocieerde radiosignalen) S. De hulpdienstsignalen S kunnen bijvoorbeeld gecodeerde digitale signalen S, een gedecodeerd bericht, gesprek of andere te communiceren informatie 5 omvatten, tijdens communicatie via de zender T. Zoals in het onderstaande wordt toegelicht omvattende de communicatie-signalen S bij voorkeur in elk geval periodieke signalen, die bijvoorbeeld worden uitgezonden wanneer de zender T zich in een actieve toestand bevindt (in het bijzonder om aanwezigheid van de zender T bij het netwerk te melden).
10 De stationaire hulpdienst communicatieinrichting M omvatten in het bijzonder stationaire netwerkstations, bijvoorbeeld zendmasten. De netwerkstations M zijn bijvoorbeeld zodanig opgesteld dat een relatief groot dekkingsgebied, bij voorkeur landelijk of regionaal, wordt verkregen, opdat de hulpdiensten zo betrouwbaar mogelijk communicatief contact met het 15 netwerk kunnen onderhouden (via die netwerkstations M, onder gebruikmaking van de zenders T).
Het hulpdienstcommunicatienetwerk T, M kan bijvoorbeeld een stabiel en betrouwbaar digitaal communicatienetwerk omvatten, bijvoorbeeld ingericht om spraak en data in digitaal gecodeerde vorm van 20 mobiele eenheden (die van de zenders T zijn voorzien) via de stations M naar een of meer centrale meldkamers N en/of zenders van andere mobiele gebruikers (niet weergegeven te verzenden. Bij voorkeur is het hulpdienstcommunicatienetwerk T, M gebaseerd op de op zichzelf bekende Tetrastandaard; het netwerk T, M kan bijvoorbeeld het in Nederland in 25 gebruik zijnde C2000 systeem zijn, of een soortgelijk systeem.
Een aspect van de uitvinding voorziet een voordelig gebruik van het digitale communicatienetwerk T, M. In het bijzonder voorziet de uitvinding een hulpdienstwaarschuwingssysteem, ingericht om een gebruiker te waarschuwen van nadering van hulpdiensten, waarbij de door 7 de mobiele zenders T uitgezonden signalen S extra functionaliteit kunnen leveren.
Zoals Fig. 1 toont is het systeem hiertoe voorzien van ten minste één gebruikersontvanger R die is ingericht om hulpdienstsignalen S te 5 detecteren en om een waarschuwingssignaal af te geven bij detectie van een hulpdienstsignaal, om een respectieve gebruiker te waarschuwen dat een hulpdienst in de buurt is. Aan de hand van de waarschuwingssignalen kan de ontvanger R bij voorkeur aangeven wat een globale afstand is tot en richting is van de zender T die de signalen heeft verzonden. De 10 gebruikersontvanger R is bijvoorbeeld geassocieerd met een respectieve gebruiker, bijvoorbeeld een weggebruiker, die in het bijzonder geen deel uitmaakt van de hulpdienst. Het onderhavige systeem is zodanig uitgevoerd, dat deze gebruiker de gebruikersontvanger R niet kan toepassen, om inhoud van via het communicatienetwerk T, M verzonden 15 communicatie beschikbaar te krijgen.
Genoemde gebruikersontvanger R kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Een niet-limitatief voorbeeld van de ontvanger is in Fig. 2 weergegeven, en wordt hieronder nader toegelicht.
De ontvanger R kan bijvoorbeeld door een gebruiker draagbaar zijn 20 uitgevoerd. De ontvanger R kan zijn ingericht om aan een gehruikers-voertuig te worden gekoppeld, bijvoorbeeld ingebouwd. Bovendien kan de ontvanger R bijvoorbeeld deel uitmaken van een gebruikersvoertuig. De ontvanger R kan bijvoorbeeld zijn voorzien van middelen om de ontvanger stabiel in een gebruikersvoertuig te plaatsen.
25 Zo toont Fig. 1 schematisch een zich voortbewegend (pijl y) gebruikersvoertuig dat een dergelijke ontvanger R bij zich heeft. In het voorbeeld is het hulpdienstvoertuig van achterkomend ten opzichte van het gebruikersvoertuig, echter, het systeem werkt tevens bijvoorbeeld bij een tegemoetkomend hulpdienstvoertuig. De gebruikersontvanger R kan een 8 respectieve bestuurder (i.e. weggebruiker) tijdig waarschuwen, dat een hulp dienstvoertuig nadert, opdat de gebruiker maatregelen kan nemen.
Volgens een nadere uitwerking kunnen genoemde hulpdienstsignalen S ten minste één door de zender T periodiek uitgezonden 5 signaal (met een constante periode, van bijvoorbeeld een of enkele seconden) omvatten. Genoemde gebruikersontvanger R is dan bij voorkeur ingericht om de genoemde periodieke signalen te detecteren, bijvoorbeeld te herkennen, ten behoeve van detectie van de respectieve zender T. Het genoemde periodiek uitgezonden signaal omvat op zichzelf bijvoorbeeld een 10 relatief kort signaal, bijvoorbeeld met een lengte van minder dan 1 seconde, in het bijzonder minder dan 0,1 seconde. Bij voorkeur zendt de zender T dit periodieke signaal altijd uit, bijvoorbeeld ten minste indien de zender T zich in een actieve modus bevindt en bijvoorbeeld niet wordt gebruikt om een gecodeerd gesprek mee te voeren. Op deze manier kan de 15 gebruikersontvanger R een hulpdienstsignaal S goed onderscheiden van ruis en mogelijke stoorsignalen, waarbij detectie van de hulpdienst zelfs mogelijk is indien de respectieve zender T zich in de actieve modus bevindt.
Verder is het voordelig wanneer genoemde zender T is ingericht om signalen via verschillende communicatiekanalen te zenden, binnen een 20 voorafbepaalde frequentieband. Genoemde frequentieband kan bijvoorbeeld het frequentiegebied tussen 380 en 385 Mhz omvatten, of een andere frequentieband. In het bijzonder ligt de frequentieband boven 200 Mhz, en bijvoorbeeld onder 1 Ghz. Een bandbreedte van de voor afbepaalde frequentieband kan bijvoorbeeld groter zijn dan 1 MHz, en in het bijzonder 25 ten minste 5 Mhz bedragen.
De gebruikersontvanger R is dan bij voorkeur geconfigureerd om signalen uit de gehele voorafbepaalde frequentieband te ontvangen, om alle genoemde kanalen gelijktijdig te kunnen ontvangen. In andere woorden: bij voorkeur is de gebruikersontvanger R ingericht om niet op een enkel 9 kanaal, van de genoemde verschillende communicatiekanalen van het netwerk, te worden afgestemd.
Volgens een nadere uitwerking omvat het systeem een of meer stationaire hulpdienstzenders, bijvoorbeeld zenders van genoemde 5 meldkamers N. Het is dan voordelig, indien de stationaire hulpdienstzenders N en mobiele hulpdienstzenders T gebruikmaken van verschillende communicatiebanden. Verder verdient het hierbij de voorkeur, indien elke gebruikersontvanger R is uitgevoerd om niet naar mogelijk door de stationaire hulpdienstzenders N uitgezonden signalen te zoeken 10 (bijvoorbeeld door niet specifiek te zoeken naar signalen die in een respectieve communicatieband van bijvoorbeeld basisposten, meldkamers of hoofdbureaus, worden uitgezonden).
Gebruik van het in Fig. 1 getoonde systeem omvat bij voorkeur een werkwijze om een waarschuwing af te geven, dat een hulpdienst nadert.
15 Zoals de figuur toont, zendt de (op zichzelf mobiele) hulpdienst genoemde hulpdienstsignalen S uit, over een communicatiekanaal binnen de voorafbepaalde frequentieband, en bijvoorbeeld periodiek, naar stationaire hulpdienstcommunicatieinrichtingen M.
Een stationaire hulpdienstcommunicatieinrichting M kan de 20 signalen S van een in de buurt zijnde hulpdienstzender T ontvangen, om communicatie via het hulpdienstcommunicatie-netwerk te bieden. De signalen S kunnen bijvoorbeeld periodiek verzonden aanmeldsignalen omvatten, voorzien van digitale informatie, om de hulpdienstzender T periodiek bij het netwerk aan te melden, of om periodiek met het netwerk 25 contact te houden.
De gebruikersontvanger R gaat na, of een hulpdienstsignaal S wordt uitgezonden, in het bijzonder door op genoemde voorafbepaalde frequentieband te luisteren’ naar signalen (bij voorkeur instantaan op alle frequenties binnen de frequentieband). Bij voorkeur bewerkt de 30 gebruikersontvanger R alle door de ontvanger R ontvangen signalen, om de 10 periodieke hulpdienstsignalen te detecteren. De onderhavige ontvanger R is in het bijzonder niet in staat om zich mogelijk in de hulpdienstsignalen S bevindende gecodeerde informatie, te decoderen.
De gebruikersontvanger R geeft vervolgens een 5 waarschuwingssignaal af indien de ontvanger een hulpdienstsignaal detecteert. Hiertoe kan de ontvanger R bijvoorbeeld zijn voorzien van, of gekoppeld aan, een geschikte waarschuwingsinrichting 9, bijvoorbeeld een luidspreker, display, of dergelijke.
Zoals genoemd, kunnen de hulpdienstsignalen S via verschillende 10 kanalen binnen de voorafbepaalde frequentieband worden uitgezonden. De gebruikersontvanger R ontvangt dan ook bij voorkeur signalen uit de gehele voorafbepaalde frequentieband, omvattende alle genoemde kanalen, en bewerkt de signalen om hulpdienstsignalen te detecteren.
De gebruikerontvanger R kan bijvoorbeeld zijn ingericht om de 15 sterkte en ontvangstrichting van een ontvangen hulpdienstsignaal S te bepalen. Bepaling van een ontvangstrichting kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd onder gebruikmaking daartoe geschikte antennes, bijvoorbeeld een aantal richtingsgevoelige antennes en dergelijke. Het door of onder invloed van de ontvanger R afgegeven waarschuwingssignaal kan dan 20 informatie leveren betreffende de sterkte en de richting van het hulp dienstsignaal.
Zoals genoemd, is het bovendien voordelig indien positie-informatie beschikbaar is, bijvoorbeeld door een GPS-systeem geleverde informatie. De gebruikerontvanger R kan bijvoorbeeld zijn ingericht om dergelijke positie-25 informatie te genereren, bijvoorbeeld wanneer de ontvanger R is voorzien van een GPS-ontvanger. In dat geval kan de gebruikerontvanger R bijvoorbeeld de locatie waar een hulpdienst is gedetecteerd associëren met de positie-informatie, en bij voorkeur opslaan, bijvoorbeeld in een centrale (bijvoorbeeld stationaire) databank. De databank kan bijvoorbeeld de in 30 NL1026352 beschreven databank zijn.
11
Figuur 2 toont schematisch een voorbeeld van een genoemde gebruikersontvanger R. De ontvanger R heeft een relatief eenvoudige en goedkope uitvoering, en kan genoemde signalen verrassend betrouwbaar detecteren.
5 De ontvanger is voorzien van een antenne 1 om radiofrequente signalen te ontvangen. De antenne 1 kan op zichzelf op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en is in het bijzonder ingericht om signalen binnen een grote bandbreedte te ontvangen.
De onderhavige gebruikersontvanger R is voorzien van een eerste 10 banddoorlaatfilter 2, gekoppeld aan de antenne 1 om de signalen daarvan te ontvangen, en ingericht om slechts signalen door te laten die zich binnen een bepaalde frequentieband bevinden. Op deze manier kan een eerste afbakening worden bereikt, om meer specifiek te zoeken naar door een zender T uitgezonden signalen S. Het eerste filter 2 kan bijvoorbeeld 15 oversturing van de ontvanger voorkomen, en bijvoorbeeld dat overige onderdelen van de ontvanger R worden verstoord door bijvoorbeeld signalen die buiten een te ontvangen band liggen.
Bij voorkeur is de ontvanger R voorzien van een signaalversterker 3 om ontvangen signalen te versterken. In het voorbeeld is een dergelijke 20 signaalversterker 3 op een uitgang van het eerste filter 2 aangesloten, om ten minste de door het filter 2 doorgegeven frequentieband te versterken.
Een bijzonder voordelige uitvoering omvat toepassing van een mixer 4 en een oscillator 5 (bijvoorbeeld een kristal gestuurde oscillator), die zijn ingericht om door de ontvanger R ontvangen signalen naar een 25 middenfrequentie terug te mixen. Zoals Fig. 2 toont, is de mixer 4 opgesteld om de door het eerste banddoorlaatfilter 2 doorgelaten (en door versterker 3 versterkte) signalen te bewerken. Op deze manier kan relatief eenvoudig een goed filter worden gemaakt om selectief te zijn voor de signalen, welke ontvangen moeten worden. Een genoemde middenfrequentie ligt 30 bijvoorbeeld onder de voorafbepaalde frequentieband.
12
Hulpdienstsignalen kunnen bijzonder goed uit het door de mixer 4 afgegeven signaal worden gedetecteerd. Hiertoe is het voordelig, om een tweede banddoorlaatfilter 6 te voorzien, om de door de mixer bewerkte signalen opnieuw te filteren.
5 Het tweede filter 6 kan bewerkstelligen dat alleen die signalen worden doorgelaten, die daadwerkelijk ontvangen moeten worden. Het tweede filter 6 kan de gewenste selectiviteit van de ontvanger bewerkstelligen. Bij voorkeur is het tweede filter 6 relatief breedbandig, en relatief steil in de flanken. Goede resultaten worden verkregen indien het 10 tweede filter 6 ten minste een 5e orde filter is (bij voorkeur bijvoorbeeld een 7Θ orde filter), met een banddoorlaatbreedte van bijvoorbeeld 5 MHz (of een andere breedte). Dit is met name voordelig indien de hulpdienstzenders T gebruik maken van verschillende kanalen binnen een bepaalde frequentieband.
15 Bij voorkeur is een tweede signaalversterker IF voorzien om de door het tweede filter 6 geleverde signalen te versterken, en om een RSSI (‘Received Signal Strength Indication’) signaal af te geven. Een buffer en filter V is voorzien, om het RSSI signaal te filteren (onder andere om aliasing te voorkomen) en te bufferen (om een juiste aanpassing maken voor 20 de analoog-digitaal omzetter 7).
Verder omvat de ontvanger R een analoog-digitaal omzetter 7, ingericht om de door de middelen 2-6, IF, V gefilterde en bewerkte analoge signalen te digitaliseren, ten behoeve van digitale databewerking door een digitale signaalprocessor 8.. De omzetter 7 kan bijvoorbeeld deel uitmaken 25 van de processor 8, of een apart onderdeel zijn. De omzetter 7 kan verder op zichzelf bijvoorbeeld zijn voorzien van anti-aliasingmiddelen, om aliasing in een door die omzetter uit te voeren signaalbemonstering te voorkomen.
De signaalprocessor 8 is ingericht om bepaalde hulpdienstsignalen van stoor signalen te onderscheiden, en kan op verschillende manieren zijn 30 uitgevoerd. De signaalprocessor 8 kan bijvoorbeeld geschikte 13 signaalprocessor-micro-elektronica omvatten, een microcontroller, of dergelijke. De processor 8 kan zijn ingericht om een genoemde periode (van uitgezonden hulpdienstsignalen) in de gedigitaliseerde signalen te herkennen, en om een waarschuwingssignaal af te geven zodra de processor 5 een dergelijke periode herkent. Verder kan de processor 8 bijvoorbeeld zijn uitgevoerd om het waarschuwingssignaal aan te passen aan een sterkte en richting van een ontvangen, herkend hulpdienstsignaal.
In het voorbeeld omvat de ontvanger R zelf een waarschuwingsinrichting 9, uitgevoerd om een gebruiker van informatie te 10 voorzien dat de ontvanger R een hulpdienstsignaal heeft waargenomen. Alternatief kan de waarschuwingsinrichting een afzonderlijke component zijn, die bijvoorbeeld door de ontvanger R aanstuurbaar is, of op de ontvanger aansluitbaar, bijvoorbeeld via een geschikte interface.
Bij voorkeur is een tweede signaal versterker IF voorzien (niet 15 weergegeven) om de door het tweede filter 6 geleverde signalen te versterken, en om een RSSI (‘Received Signal Strength Indication’) signaal af te geven. Het RSSI signaal kan na filtering (onder andere om aliasing te voorkomen) en buffering (juiste aanpassing maken voor de A/D omzetter) aan de A/D omzetter 7 worden aangeboden om vervolgens digitaal te 20 kunnen worden verwerkt.
Het hierboven beschreven systeem is bijzonder goed geschikt voor gebruik door weggebruikers. Zo kan de gebruikersontvanger R een weggebruiker tijdig informeren over een naderende hulpdienst, onafhankelijk van het al dan niet voeren van waarschuwingssignalen 25 (sirene, zwaailicht) door de hulpdienst. De ontvanger R kan bijvoorbeeld hulpdienst-radiosignalen S ontvangen, en de weggebruiker automatisch met geschikte akoestische en visuele signalen waarschuwen indien hulpdienst-radiosignalen S door de ontvanger zijn herkend (bijvoorbeeld herkenning op grond van een genoemde constante periode in dergelijke signalen s). Dit 30 werkt in het bijzonder veiligheidsverhogend indien bijvoorbeeld een ongeval 14 heeft plaatsgevonden, bij slechte weersomstandigheden (mist, sneeuw, of zware regenval). De gebruikersontvanger R kan valsmeldingen bijzonder goed voorkomen, hetgeen in het bijzonder kan worden bereikt door toepassing van geschikte filtermiddelen 2-6 in combinatie met een digitale 5 signaalprocessor, en meer in het bijzonder met genoemde tweede signaal versterker IF.
Door gebruik te maken van een optionele GPS ontvanger kan het systeem op eenvoudige wijze worden uitgebreid, om hulpdienstlocaties (automatisch) in een centrale, externe databank op te slaan. Op deze manier 10 kunnen hulpdienstlocaties met andere bestuurders worden gedeeld, om extra veiligheid te leveren.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.
15 Zo kan de term “een” in deze aanvrage bijvoorbeeld slechts één, ten minste één, of een aantal betekenen.
Voorts kan een genoemde communicatie tussen de stationaire hulpdienstcommunicatieinrichting en genoemde hulpdienstzender bijvoorbeeld ten minste verzending van radiosignalen van de zender naar de 20 ontvanger omvatten.
Volgens een nadere uitwerking maakt de mobiele zender deel uit van een mobiele hulpdienst-communicatie-eenheid (bijvoorbeeld een portofoon), ingericht om tweeweg-communicatie te leveren via het hulpdienstcommunicatienetwerk.
25 Een genoemd, door (of onder invloed van) de gebruikersontvanger af te geven waarschuwingssignaal kan bijvoorbeeld een geluidssignaal, een visueel signaal, of beide, omvatten, of een ander geschikt waarschuwingssignaal.
Verder is het voordelig indien een genoemde hulpdienstzender T is 30 uitgevoerd om respectieve (bijvoorbeeld periodieke) signalen continu (of 15 bijvoorbeeld intermitterend) uit te zenden, in het bijzonder zolang de zender T is ingeschakeld, bijvoorbeeld om zich periodiek bij het netwerk te melden.
De gebruikersontvanger R is bijvoorbeeld ingericht om automatisch en continu te zoeken naar door mobiele zenders T uitgezonden 5 hulpdienstsignalen, binnen een voorafbepaalde (relatief brede) frequentieband.

Claims (16)

1. Hulpdienstwaarschuwingssysteem, ingericht om een gebruiker te waarschuwen van nadering van hulpdiensten, voorzien van: -ten minste één verplaatsbare hulpdienstzender (T); en -ten minste één ontvanger (M, R), ingericht om door de hulpdienstzender (T) 5 uitgezonden signalen te ontvangen, met het kenmerk, dat het systeem is voorzien van ten minste één stationaire hulpdienstcommunicatieinrichting (M) ten behoeve van communicatie met genoemde hulpdienstzender (T) onder gebruikmaking van hulpdienstsignalen (S), waarbij het systeem tevens is voorzien van ten 10 minste één gebruikersontvanger (R) die is ingericht om hulpdienstsignalen (S) te detecteren en om een waarschuwingssignaal af te geven bij detectie van een hulpdienstsignaal (S).
2. Systeem volgens conclusie 1, voorzien van verscheidene hulpdienstzenders (T) en stationaire hulpdienstcommunicatieinrichtingen 15 (M), die deel uitmaken van een landelijk of regionaal hulpdienstcommunicatienetwerk, waarbij de hulpdienst hulpdienstcommunicatieinrichtingen (M) in het bijzonder stationaire netwerkstations omvatten.
3. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke 20 gebruikersontvanger (R): -door een gebruiker draagbaar is uitgevoerd; -is ingericht om aan een gebruikers-voertuig te worden gekoppeld; en/of -deel uitmaakt van een gebruikers-voertuig.
4. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde 25 hulpdienstsignalen ten minste een door de zender (T) periodiek uitgezonden signaal omvatten, waarbij genoemde gebruikersontvanger (R) is ingericht om de genoemde periodieke signalen te detecteren ten behoeve van detectie van de respectieve zender (T).
5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde zender (T) is ingericht om signalen via verschillende communicatiekanalen 5 te zenden, binnen een voorafbepaalde frequentieband, waarbij de gebruikersontvanger (R) is geconfigureerd om signalen uit de gehele voorafbepaalde frequentieband te ontvangen.
6. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde gebruikersontvanger (R) is voorzien van een mixer (4) en een oscillator (5), 10 die zijn ingericht om door de ontvanger (R) ontvangen signalen naar een middenfrequentie terug te mixen.
7. Systeem volgens conclusies 5 en 6, waarbij genoemde gebruikersontvanger (R) is voorzien van een eerste banddoorlaatfilter (2), ingericht om slechts signalen binnen genoemde voorafbepaalde 15 frequentieband door te laten, waarbij de mixer (4) is opgesteld om de door het eerste banddoorlaatfilter (2) doorgelaten signalen te bewerken, waarbij genoemde gebruikersontvanger (R) bij voorkeur is voorzien van een tweede banddoorlaatfilter (6) om de door de mixer bewerkte signalen opnieuw te filteren, waarbij bij voorkeur middelen (IF) zijn voorzien om door het tweede 20 filter (6) afgegeven signalen te versterken en om een RSSI signaal af te geven.
8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de gebruikersontvanger (R) is voorzien van een digitale signaalprocessor, ingericht om bepaalde hulpdienstsignalen (S) van stoorsignalen te 25 onderscheiden.
9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, tevens voorzien van ten minste een stationaire hulpdienstzender, waarbij de stationaire hulpdienstzender en mobiele hulpdienstzenders gebruikmaken van verschillende communicatiebanden.
10. Werkwijze om een waarschuwing af te geven bij een naderende mobiele hulpdienst, waarbij de hulpdienst hulpdienstsignalen uitzendt, waarbij een aantal stationaire hulpdienstcommunicatieinrichtingen is opgesteld om hulpdienstsignalen te ontvangen, waarbij ten minste één, met 5 een gebruiker geassocieerde gebruikersontvanger (R) nagaat of een hulpdienstsignaal wordt uitgezonden, en een waarschuwingssignaal afgeeft indien een hulpdienstsignaal is gedetecteerd.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de hulpdienstsignalen via verschillende kanalen binnen een voorafbepaalde frequentieband worden 10 uitgezonden, waarbij de gebruikersontvanger (R) signalen uit de gehele voorafbepaalde frequentieband ontvangt, omvattende alle genoemde kanalen, en de signalen bewerkt om hulpdienstsignalen te detecteren.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij een bandbreedte van de voorafbepaalde frequentieband groter is dan 1 MHz, en in het bijzonder ten 15 minste 5 Mhz bedraagt.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 10-12, waarbij het afgegeven waarschuwingssignaal informatie levert betreffende de sterkte en/of richting van een gedetecteerd hulpdienstsignaal.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 10-13, omvattende het 20 zenden van een periodiek signaal (S), waarbij genoemde gebruikersontvanger (R) alle door de ontvanger ontvangen signalen bewerkt om na te gaan, of de signalen het periodieke signaal (S) omvatten.
15. Werkwijze volgens een van de conclusies 10-14, omvattende het associëren van een locatie waar een hulpdienst is gedetecteerd met positie- 25 informatie, bijvoorbeeld door een GPS-systeem geleverde positie-informatie, en bij voorkeur het opslaan van de positie-informatie.
16. Gebruikersontvanger (R) van een systeem volgens een der conclusies 1-9, bij voorkeur ingericht voor toepassing in een werkwijze volgens een der conclusies 10-15.
NL2002201A 2008-11-11 2008-11-11 Hulpdienstwaarschuwingssysteem. NL2002201C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002201A NL2002201C2 (nl) 2008-11-11 2008-11-11 Hulpdienstwaarschuwingssysteem.
US12/615,854 US8552885B2 (en) 2008-11-11 2009-11-10 Emergency service warning system
CA2685489A CA2685489C (en) 2008-11-11 2009-11-10 Emergency service warning system
PT91757179T PT2184725E (pt) 2008-11-11 2009-11-11 Sistema de aviso de serviço de emergência
SI200930836T SI2184725T1 (sl) 2008-11-11 2009-11-11 Opozorilni sistem storitve v sili
EP09175717.9A EP2184725B1 (en) 2008-11-11 2009-11-11 Emergency service warning system
ES09175717.9T ES2443545T3 (es) 2008-11-11 2009-11-11 Sistema de aviso de servicio de emergencia
HRP20140074AT HRP20140074T1 (hr) 2008-11-11 2014-01-22 Sustav za upozorenja na približavanje hitne službe

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002201 2008-11-11
NL2002201A NL2002201C2 (nl) 2008-11-11 2008-11-11 Hulpdienstwaarschuwingssysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002201C2 true NL2002201C2 (nl) 2010-05-12

Family

ID=40718957

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002201A NL2002201C2 (nl) 2008-11-11 2008-11-11 Hulpdienstwaarschuwingssysteem.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US8552885B2 (nl)
EP (1) EP2184725B1 (nl)
CA (1) CA2685489C (nl)
ES (1) ES2443545T3 (nl)
HR (1) HRP20140074T1 (nl)
NL (1) NL2002201C2 (nl)
PT (1) PT2184725E (nl)
SI (1) SI2184725T1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2005927C2 (nl) * 2010-12-28 2012-07-02 Phyco Trading B V Hulpdienstwaarschuwingssysteem.
US8666362B2 (en) 2012-01-19 2014-03-04 Phyco Trading B.V. Emergency service warning system
WO2013147905A1 (en) * 2012-03-31 2013-10-03 Intel Corporation Method and system for location-based notifications relating to an emergency event
GB2523364B (en) * 2014-02-23 2017-05-31 Vince Page Kevin An Emergency Services Warning System
US10008111B1 (en) * 2015-01-26 2018-06-26 State Farm Mutual Automobile Insurance Company Generating emergency vehicle warnings
US10887747B2 (en) 2018-04-20 2021-01-05 Whelen Engineering Company, Inc. Systems and methods for remote management of emergency equipment and personnel
US10657821B2 (en) 2018-06-13 2020-05-19 Whelen Engineering Company, Inc. Autonomous intersection warning system for connected vehicles
US10706722B1 (en) 2019-03-06 2020-07-07 Whelen Engineering Company, Inc. System and method for map-based geofencing for emergency vehicle
US10531224B1 (en) 2019-03-11 2020-01-07 Whelen Engineering Company, Inc. System and method for managing emergency vehicle alert geofence
US11758354B2 (en) 2019-10-15 2023-09-12 Whelen Engineering Company, Inc. System and method for intent-based geofencing for emergency vehicle
CN113950026B (zh) * 2021-12-22 2022-03-22 交通运输部公路科学研究所 一种车载无线网络多通道精准同步方法

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4241326A (en) * 1979-01-08 1980-12-23 Martin A. Odom Electronic traffic control and warning system
EP0942402A2 (en) * 1994-08-05 1999-09-15 Federal Signal Corporation System and signalling apparatus for broadcasting an emergency warning
US6160493A (en) * 1997-10-29 2000-12-12 Estech Corporation Radio warning system for hazard avoidance
DE10053099A1 (de) * 2000-10-26 2002-05-02 Caa Ag Vorrichtung für ein Landfahrzeug zur optischen oder akustischen Anzeige eines Fahrzeugs mit Sonderrechten
US20030141990A1 (en) * 2002-01-30 2003-07-31 Coon Bradley S. Method and system for communicating alert information to a vehicle
US6958707B1 (en) * 2001-06-18 2005-10-25 Michael Aaron Siegel Emergency vehicle alert system
US20070159354A1 (en) * 2006-01-09 2007-07-12 Outland Research, Llc Intelligent emergency vehicle alert system and user interface

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4238778A (en) 1977-09-12 1980-12-09 Kinya Ohsumi System for warning the approach of an emergency vehicle
US6858707B1 (en) 1998-10-05 2005-02-22 Eden Bioscience Corporation Hypersensitive response elicitor fragments which are active but do not elicit a hypersensitive response
US6317058B1 (en) * 1999-09-15 2001-11-13 Jerome H. Lemelson Intelligent traffic control and warning system and method
US6529831B1 (en) * 2000-06-21 2003-03-04 International Business Machines Corporation Emergency vehicle locator and proximity warning system
US6404351B1 (en) * 2000-10-20 2002-06-11 Dennis Beinke Emergency vehicle warning system
US20030098801A1 (en) * 2001-11-23 2003-05-29 Martin Curtis Jude E. V. E. emergency vehicle environment
US7167106B2 (en) * 2004-04-15 2007-01-23 3M Innovative Properties Company Methods and systems utilizing a programmable sign display located in proximity to a traffic light
NL1026352C2 (nl) 2004-06-07 2005-12-15 Target Automotive B V Verkeerscontrolewaarschuwingssysteem.
US7446674B2 (en) * 2005-05-16 2008-11-04 Mckenna Louis H Emergency warning system for approach of right of way vehicle
US20090174571A1 (en) * 2008-01-07 2009-07-09 Mckenna Louis H Navigation apparatus having emergency warning system

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4241326A (en) * 1979-01-08 1980-12-23 Martin A. Odom Electronic traffic control and warning system
EP0942402A2 (en) * 1994-08-05 1999-09-15 Federal Signal Corporation System and signalling apparatus for broadcasting an emergency warning
US6160493A (en) * 1997-10-29 2000-12-12 Estech Corporation Radio warning system for hazard avoidance
DE10053099A1 (de) * 2000-10-26 2002-05-02 Caa Ag Vorrichtung für ein Landfahrzeug zur optischen oder akustischen Anzeige eines Fahrzeugs mit Sonderrechten
US6958707B1 (en) * 2001-06-18 2005-10-25 Michael Aaron Siegel Emergency vehicle alert system
US20030141990A1 (en) * 2002-01-30 2003-07-31 Coon Bradley S. Method and system for communicating alert information to a vehicle
US20070159354A1 (en) * 2006-01-09 2007-07-12 Outland Research, Llc Intelligent emergency vehicle alert system and user interface

Also Published As

Publication number Publication date
CA2685489A1 (en) 2010-05-11
PT2184725E (pt) 2014-02-04
ES2443545T3 (es) 2014-02-19
HRP20140074T1 (hr) 2014-03-14
CA2685489C (en) 2017-03-21
US8552885B2 (en) 2013-10-08
SI2184725T1 (sl) 2014-03-31
US20100141475A1 (en) 2010-06-10
EP2184725A1 (en) 2010-05-12
EP2184725B1 (en) 2013-10-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002201C2 (nl) Hulpdienstwaarschuwingssysteem.
US9734715B2 (en) Collision avoidance system using telematics unit
US8319615B2 (en) Apparatus and method for detecting jamming of communications
US6160493A (en) Radio warning system for hazard avoidance
US8611847B2 (en) Apparatus and method for detecting communication interference
US20070213922A1 (en) Traffic notification system for reporting traffic anomalies based on historical probe vehicle data
US6630892B1 (en) Danger warning system
CN102770315B (zh) 受损车辆跟踪的设备和方法
JP4321068B2 (ja) 車両・歩行者間無線通信システム
CA2422473A1 (en) Bus arrival notification system and methods related thereto
JP2009134759A (ja) 車載無線通信装置及び歩行者携帯無線通信装置
JP2009123249A (ja) 車両・歩行者間無線通信システム、車載無線通信装置及び歩行者携帯無線通信装置
NZ530662A (en) Apparatus for broadcasting a warning signal
US5900814A (en) Security/prevention system with related device
US9972210B2 (en) Method and system for ascertaining a local information item for a vehicle
US11572089B2 (en) Enhanced safety proximity (ESP) alerter
US8666362B2 (en) Emergency service warning system
NL1043228B1 (nl) Systeem voor het waarschuwen bij nadering van een politie-, ambulance-, brandweer- of een dergelijk of ander hulpvoertuig, gebruikmakend van veldsterktemeting van door deze uitgezonden radiosignalen
NL2005927C2 (nl) Hulpdienstwaarschuwingssysteem.
EP2688775B1 (en) Vehicle location & recovery
WO2018087576A1 (en) Warning procedure, system for vehicles
WO2011078679A1 (en) Radio wave transmitter

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150601