NL2002187C2 - Bevestigingsinrichting. - Google Patents

Bevestigingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2002187C2
NL2002187C2 NL2002187A NL2002187A NL2002187C2 NL 2002187 C2 NL2002187 C2 NL 2002187C2 NL 2002187 A NL2002187 A NL 2002187A NL 2002187 A NL2002187 A NL 2002187A NL 2002187 C2 NL2002187 C2 NL 2002187C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fastening
fastening means
base plate
screw hole
recess
Prior art date
Application number
NL2002187A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Jacobus Bolt
Original Assignee
Bm Constructies B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bm Constructies B V filed Critical Bm Constructies B V
Priority to NL2002187A priority Critical patent/NL2002187C2/nl
Priority to EP09751992.0A priority patent/EP2352927B1/en
Priority to PCT/NL2009/050672 priority patent/WO2010053366A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002187C2 publication Critical patent/NL2002187C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B13/00Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose
    • F16B13/04Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front
    • F16B13/08Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front with separate or non-separate gripping parts moved into their final position in relation to the body of the device without further manual operation
    • F16B13/0808Dowels or other devices fastened in walls or the like by inserting them in holes made therein for that purpose with parts gripping in the hole or behind the reverse side of the wall after inserting from the front with separate or non-separate gripping parts moved into their final position in relation to the body of the device without further manual operation by a toggle-mechanism
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/04Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
    • F16B37/044Nut cages

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Description

Bevestigingsinrichting Achtergrond van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsinrichting voor hel aanbrengen van een constructiedeel ook wel bevestigingsmiddel, in het bijzonder voor het aanbrengen van een bevestigingsmiddel op een moeilijk bereikbare plek, meer in het bijzonder voor het voorzien van een wanddeel van een draagbalk, zoals een chassisbalk, van een inwendig schroefdraad om een bout in te bevestigen.
10 Uit DE19704902 Cl is een bcvcstigingsclcmcnt bekend om een draadcind in een C-profiel te bevestigen. Een nadeel van het bekende bevestigingselement is dat tijdens bevestigen tegen een veerkracht in gewerkt wordt, daarbij moet ook een meervoudige beweging uitgevoerd worden, namelijk drukken, en daarna verdraaien van het bevestigingselement. Na aanbrengen van het bevestigingselement is het nodig een moer 15 op het draadeind aan te brengen om het bevestigingselement zelf met het C-profiel te verbinden, daarbij valt de as van het draadeind samen met de as waarom het hele bevestigingselement verdraait hetgeen niet robuust is en bevestigingselement vatbaar maakt voor falen.
20 Samenvatting van de uitvinding
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een bevestigingsinrichting die een probleem in de stand van de techniek geheel of tenminste gedeeltelijk oplost.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een alternatief voor een 25 bevestigingsinrichting uit de stand van de techniek.
De uitvinding verschaft daartoe een bevestigingsinrichting voor het voorzien van een wanddeel van een draagbalk, zoals een chassisbalk, van een inwendig schroefdraad om een bout in te bevestigen, waarbij de bevestigingsinrichting omvat; een frame, waarbij het frame omvat een basisplaat voorzien van een uitsparing 30 voor het doorvoeren van een bout, en een staander die zich, bij voorkeur in hoofdzaak loodrecht, uitstrekt vanaf de basisplaat, 2 een bevestigingmiddel omvattend een draagplaat voorzien van een schroefgat met een schroefas, waarbij het bevestigingsmiddel middels de staander beweegbaar is verbonden met het frame, waarbij de evenwijdige projectie van het bevestigingsmiddel volgens de 5 schroefas van het schroefgat groter is dan de evenwijdige projectie van het bevestigingsmiddel volgens een richting loodrecht op de schroefas. De bevestigingsinrichting volgens de uitvinding is voordelig omdat deze de mogelijkheid biedt een schroefgat aan te brengen op een moeilijk bereikbare plaats, bijvoorbeeld in door een sleufgat in een chassisbalk waarbij na aanbrengen van het schroefgat de 10 bevestigingsinrichting niet of nauwelijks bereikbaar is. De evenwijdige projectie van het bevestigingsmiddel volgens de schroefas van het schroefgat is daarbij groter dan het sleufgat terwijl de kleinste evenwijdige projectie van het bevestigingsmiddel volgens een richting loodrecht op de schroefas gelijk of kleiner is dan het sleufgat.
Met schroefas wordt bedoeld de hartlijn of ook middellijn van het schroefgat.
15 In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, is de hoogte van het bevestigingsmiddel kleiner dan de lengte van het bevestigingsmiddel. Deze uitvoering is voordelig omdat het hiermee mogelijk wordt de bevestigingsinrichting door een relatief ruim gat binnen de omtrek van een chassisbalk tc brengen cn daarna toch ccn ruime overlap tc verschaffen tussen het 20 bevestigingsmiddel en een wand van de chassisbalk waardoor een belasting op de bevestigingsinrichting goed naar de chassisbalk kan worden doorgeleid.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, omvat de draagplaat een steunvlak voor het aangrijpen op een wanddeel van een draagbalk, zoals een chassisbalk, waarbij het steunvlak zich in hoofdzaak loodrecht 25 uitstrekt vanaf de schroefas over een lengte die groter is dan de hoogte van het bevestigingsmiddel. Hierdoor is het mogelijk een belasting op de bevestigingsinrichting des te beter naar de chassisbalk door te leiden.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding is het bevestigingsmiddel beweegbaar tussen een eerste positie verwijderd van de 30 uitsparing en een tweede positie bij de uitsparing, en tussen een inbrengstand voor het voeren van het bevestigingsmiddel door een slobgat in een wanddeel van een draagbalk en voorbij het wanddeel, en een bevestigingsstand, waarbij in de bevestigingsstand het schroefgat is toegekeerd naar de uitsparing in de basisplaat voor het bevestigen van een 3 bout in het schroefgat en de draagplaat is toegekeerd naar de basisplaat voor het opnemen en klemmen van een wanddeel van een draagbalk tussen de draagplaat en de basisplaat. Hierdoor wordt het mogelijk om optimaal van de afmetingen van het bevestigingsmiddel gebruik te maken omdat het mogelijk wordt het bevestigingsmiddel 5 in een stand met een klein frontaal oppervlak door een slobgat in een wanddeel van een draagbalk te voeren en na brengen van het bevestigingsmiddel in een stand met een groter frontaal oppervlak een belasting naar de draagbalk door te leiden.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, is het bevestigingsmiddel om een kantelas kantelbaar tussen een inbrengstand en een 10 bcvcstigingsstand. Hierdoor wordt de beweging van het bevestigingsmiddel meer beheerst en robuust hetgeen van groot belang is omdat het bevestigingsmiddel tijdens en na bewegen niet of zeer omslachtig is te bereiken.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding is het bevestigingsmiddel in de eerste positie kantelbaar tussen de inbrengstand en de 15 bevestigingsstand. Dit is voordelig omdat het in de eerste positie het bevestigingsmiddel een grotere kantelvrijheid heeft.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, staat de kantelas in hoofdzaak loodrecht op de schroefas van het schroefgat. Dit is voordelig omdat kantelen van het bevestigingsmiddel daarbij in hoofdzaak 20 onafhankelijk is van een mogelijke belasting op het schroefgat om de schroefas bij het aanbrengen van een bout. Dit maakt de bevestigingsinrichting robuust en nog meer geschikt voor een snel en eenvoudig aanbrengen bijvoorbeeld in een massafabricageproces.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, is 25 de inbrengstand in hoofdzaak loodrecht op de bevestigingsstand. Dit optimaliseert het gebruik van de afmetingen en dus materiaalgebruik van het bevestigingsmiddel nog verder.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, strekt de schroefas van het schroefgat zich in hoofdzaak loodrecht uit op de 30 lengterichting van de draagplaat, en is het bevestigingsmiddel beweegbaar tussen een inbrengstand en een bevestigingsstand, waarbij in de inbrengstand het bevestigingsmiddel zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de basisplaat voor het voeren van het bevestigingsmiddel door een uitsparing, zoals een slobgat, in een 4 wanddeel van een draagbalk en voorbij het wanddeel, en waarbij in de bevestigingsstand het bevestigingsmiddel zich uitstrekt in hoofdzaak parallel aan de basisplaat voor het opnemen en klemmen van een wanddeel van een draagbalk tussen de draagplaat en de basisplaat, en waarbij in de bevestigingsstand het schroefgat is 5 toegekeerd naar de uitsparing in de basisplaat voor het bevestigen van een bout in het schroefgat.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding omvat het bevestigingsmiddel een veer voor het opspannen van het bevestigingsmiddel in de eerste positie in een gewenste stand, bij voorkeur de inbrengstand. Dit maakt de 10 bevestigingsinrichting nog meer geschikt voor toepassing en een massafabricagcproccs omdat het bevestigingsmiddel robuust in een voorspelbare stand wordt gehouden.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, heeft de veer een werklijn en is de voor zodanig met het bevestigingsmiddel verbonden dat de werklijn mee kantelt met het bevestigingsmiddel rond de kantelas om het 15 bevestigingsmiddel op te spannen in de bevestigingsstand. Dit is voordelig omdat met één veer nu het bevestigingsmiddel nu in een voorspelbare stand en of positie wordt gehouden.
In een uitvoeringsvorm van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding valt de werklijn van de veer in hoofdzaak samen met de schroefas van het schroefgat.
20 Hierdoor is een gunstige centrale en plaatsbesparende rangschikking van de veer bereikt.
De uitvinding betreft verder een accessoire voorzien van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, voor het bevestigen van de accessoire aan een voertuig, specifiek de carrosserie, meer specifiek het chassis nog meer specifiek 25 een chassisbalk bij voorkeur een wanddeel van een chassisbalk. De accessoire is bijvoorbeeld, een treeplank, een sierstang etc. De accessoire voorzien één of meer bevestigingsinrichtingen is voordelig omdat de accessoire zeer eenvoudig en snel aan een chassisbalk kan worden bevestigd.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een 30 bevestigingsinrichting volgens de uitvinding, waarbij de werkwijze omvat; bewegen van het bevestigingsmiddel van de tweede positie bij de uitsparing in de basisplaat naar de eerste positie verwijderd van de uitsparing en daarna, 5 kantelen van het bevestigingsmiddel om de kantelas van de bevestigingsstand naar de inbrengstand.
Deze werkwijze is voordelig omdat hierbij slechts eenvoudige bewegingen nodig zijn waarbij ook nog eens gebruik wordt gemaakt van geleidingen in de 5 bevestigingsinrichting zelf, meer specifiek in de staanders en het bevestigingsmiddel. Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.
10 Korte beschrijving van de figuren
In de bijgevoegde figuren zijn diverse uitvoeringsvormen van een bevestigingsinrichting volgens de uitvinding weergegeven waarin getoond wordt in: Fig. la een perspectief aanzicht van een bevestigingsinrichting volgens de 15 uitvinding in een inbrengstand; fig. lb de bevestigingsinrichting uit fig. IA in een bevestigingsstand; fig. 2a een zijaanzicht van de bevestigingsinrichting in een inbrengstand; fig. 2b een zijaanzicht van de bevestigingsinrichting in een bevestigingsstand; fig. 3 een perspectief aanzicht van een detail van een bevestigingsinrichting 20 volgens de uitvinding.
Beschrijving van uitvoeringsvormen
Fig. la en lb toont een perspectief aanzicht van een uitvoeringsvorm van een 25 bevestigingsinrichting 1 volgens de uitvinding in verschillende standen. De bevestigingsinrichting 1 bestaat hier uit een frame 2, en een bevestigingsmiddel 3. Het frame 2 bestaat hier uit een basisplaat 5 en twee staanders 4a, 4b hoewel één staander 4a, 4b eveneens denkbaar is. De basisplaat 5 strekt zich uit in een denkbeeldig vlak. De staanders 4a, 4b strekken zich hier loodrecht uit vanaf de basisplaat 5. De basisplaat 5 30 is tussen de staanders voorzien van een uitsparing 22. De uitsparing 22 is hier centraal tussen de staanders 4a, 4b voorzien, De uitsparing 22 is begrenst door een omtrek 23. De omtrek 23 is hier cirkelvormig maar andere vormen zijn denkbaar. Het frame 2 is hier vervaardigd uit roestvast plaatstaal met gebruikmaking van stans- en 6 buigbewerkingen, maar ook andere materialen en bewerkingen zijn denkbaar zoals, verzinkte plaat, kunststof e.d..
Het bevestigingsmiddel 3 omvat een u-profiel 24. Het u-protiel 24 wordt hieronder bij fig. 3 beschreven. Het bevestigingsmiddel 3 is beweegbaar verbonden met 5 het frame 2. Het bevestigingsmiddel 3 is hier middels de staanders 4a, 4b beweegbaar verbonden met het frame 2. Het bevestigingsmiddel 3 is hier tussen de staanders 4a, 4b opgenomen. Het bevestigingsmiddel 3 is beweegbaar tussen een eerste positie zoals in fig. la en een tweede positie getoon in fig. lb. De eerste positie van het bevestigingsmiddel 3 is verst verwijderd van de uitsparing 22. Het bevestigingsmiddel 10 3 wordt in de eerste positie gehouden door dat eind van de staanders 4a, 4b dat is afgekeerd van de basisplaat 5. Het bevestigingsmiddel 3 wordt in de tweede positie gehouden door het eind van de staanders 4a, 4b bij de basisplaat 5. Voor het bewegen van het bevestigingsmiddel 3 ten opzichte van het frame 2, is de bevestigingsinrichting 1 voorzien van geleidingsmiddelen voor het geleiden van het bevestigingsmiddel 3.
15 Deze geleidingsmiddelen zijn hier voorzien op de staanders 4a, 4b en op het bevestigingsmiddel 3. Een staander 4a, 4b is voorzien van een sleuf 11 hier tussen twee staanderdelen 6,7 en hier ook tussen staanderdelen 8,9. De sleuf 11 wordt begrenst door geleidingsvlakken 25,26. Het bevestigingsmiddel 3 omvat een geleidingsnok 21 hier voorzien op het u-proficl 24, meer specifiek op de naar een staander 4a, 4b tocgckccrdc 20 zijde van een been 13,14. De nok 21 is hier cilindrisch uitgevoerd maar andere vormen zijn denkbaar. De nok 21 werkt samen met de sleuf 11 en de geleidingsvlakken 25,26 voor het ten opzichte van het frame 2 geleiden van de bevestigingsmiddel 3 tussen de eerste en de tweede positie.
In de eerste positie is het bevestigingsmiddel 3 kantelbaar verbonden met het 25 frame 2, specifiek met een staander 4a, 4b, meer specifiek met dat eind van een staander 4a, 4b dat is afgekeerd van de basisplaat 5. Het bevestigingsmiddel 3 is kantelbaar om een kantelas 32. Hiertoe is een staander 4a, 4b voorzien van een opening 27 begrenst door een cirkelvormige omtrek 28 rondom de kantelas 32. De nok 21 en de haak 19 of kam 19 grijpen in de opening 27 en geleiden het bevestigingsmiddel 3 bij 30 het kantelen rond de kantelas 32. De nok 21 rust daarbij op lagervlak 33. Het bevestigingsmiddel 3 is in de eerste positie kantelbaar tussen een inbrengstand uit fig. 2a en een bevestigingsstand schematisch weergegeven middels een onderbroken lijn in fig. 2a en eveneens weergegeven in fig. 2b. In de inbrengstand is het schroefgat 17 7 afgekeerd van de uitsparing 22 in de basisplaat 5, het kleinste omtrek van het bevestigingsmiddel 3 is daarbij naar de uitsparing 22 toegekeerd. In een uitvoeringsvorm wordt de inbrengstand door aanslagnokken 35 die zijn voorzien op de staanders 4a, 4b. De aanslagnokken 35 grijpen daarbij aan op de benen 13, 14 van het 5 u-prolïel 24. In de bevestigingsstand is het schroefgat 17 toegekeerd naar de uitsparing 22 in de basisplaat 5, bij voorkeur staat de schroefas daarbij loodrecht op de basisplaat 5. Bij voorkeur is de inbrengstand loodrecht op de bevestigingsstand. De opening 27 in een staander 4a, 4b staat in verbinding met de sleuf 11 waardoor het mogelijk wordt dat de nok 21 het bevestigingsmiddel 3 geleidt bij het kantelen tussen de inbrengstand en 10 de bevestigingsstand, en geleidt bij het bewegen tussen de eerste en de tweede positie. De sleuf 11 en de opening 17 zijn onderling zodanig gerangschikt dat het bevestigingsmiddel 3 in de bevestigingsstand beweegbaar is tussen de eerste en de tweede positie.
Het bevestigingsmiddel 3 omvat in een verdere uitvoeringvorm een sluitplaat 16 15 en een veer 15. Deze veer 15 is hier tussen het u-profiel 24 en de sluitplaat 16 opgenomen, bij voorkeur is de veer opgenomen tussen de draagplaat 12 en de sluitplaat 16. De veer 15 spant het bevestigingsmiddel 3 op in de opening 27 hetgeen voordelig is omdat daarbij een gewenste stand van het bevestigingsmiddel 3 ten opzichte van het frame behouden blijft. De sluitplaat 16 strekt zich tussen dc beide staanders 4a, 4b uit 20 tegenover het u-profiel 24, specifiek aan de kant van de benen 13,14 van het u-profiel 24. De sluitplaat 16 is middels de veer 15 met het u-profiel verbonden. De sluitplaat 16 is hier voorzien van een kom 18 die de veer fixeert ten opzichte van de sluitplaat 16.
Bij voorkeur ligt de sluitplaat 16 aan op de benen 13, 14 van het u-profiel 24 hetgeen een robuust kantelen van het bevestigingsmiddel 3 verschaft. Robuust kantelen is van 25 groot belang omdat het bevestigingsmiddel 3 na inbrengen in een chassisbalk en kantelen niet of zeer omslachtig toegankelijk is. Bij het aanliggen van de sluitplaat 16 op de benen 13,14, zijn de haken 19 bij voorkeur voorzien op de sluitplaat 16 waardoor deze haken 19 zowel het bevestigingsmiddel 3 geleiden bij het kantelen om de kantelas 32 als de kantelplaat 16 positioneren ten opzichte van het frame 2.
30 Bovendien is daarbij voordelig dat tijdens kantelen van de inbrengstand naar de bevestigingsstand van het bevestigingsmiddel 3, nokken 21 en haken 19 samenwerken en de nokken 21 vervolgens het u-profiel geleiden naar de tweede stand. De nok 21 is hierbij bij voorkeur uitgevoerd als de getoonde enkele nok 21 hetgeen het u-profiel in 8 de tweede positie een zekere kantelvrijheid geeft om zich optimaal te kunnen richten naar een wanddeel tussen de basisplaat 5 en de draagplaat 12.
Fig. 2a toont een zijaanzicht van de bevestigingsinrichting 3 in een inbrengstand en fig. 2b toont een doorsneden zijaanzicht van de bevestigingsinrichting 3 in een 5 bevestigingsstand. De beide figuren tonen daarbij een deels opengewerkte chassisbalk 37, hier een kokerprofiel met zijwanden 39 en een bodemwanddeel 38 dat tussen de basisplaat 5 en de draagplaat 12 wordt geklemd. Het steunvlak 12 van het u-profiel 24 steunt daarbij op de binnenomtrek 40 van het wanddeel 38. De bevestigingsinrichting 1 wordt via een uitsparing 10 binnen de omtrek van de chassisbalk 37 gebracht. De 10 uitsparing 10 kan een gat 10 zijn, een sleuf, een slcufgat, een slobgat ctc. Dc uitsparing 10 is hier een sleuf 10 waartegen de staanders 4a, 4b aanliggen voor het rotatieborgen van de bevestigingsinrichting 1 met de chassisbalk 37 met betrekking tot rotaties in het vlak van de sleuf 10. De breedte a van de staander 4a, 4b komt hier overeen met de breedte van de sleuf. De hoogte c van de staander 4a, 4b is hier zodanig dat het u-15 profiel 24 vrij kan kantelen binnen de omtrek van de chassisbalk 37. Het bevestigingsmiddel 3 is hier verder voorzien van een omlopende inlooprand 30 rond het schroefgat 17. Het is voordelig wanneer de buitenomtrek van de staanders 4a, 4b bij de basisplaat 5 overeenkomt met de omtrek van het sleufgat 10 zodat de bevestigingsinrichting met dc chassisbalk 37 wordt geborgd met betrekking tot rotaties 20 in het vlak van de sleuf 10.
Fig. 3 toont een perspectief aanzicht van een u-profiel 24 van een bevestigingsinrichting 1 volgens de uitvinding. De beide benen 13, 14 van het u-profiel 24 dienen om het u-profiel 24 te positioneren en te geleiden ten opzichte van het frame 2 uit figuur la. De benen 13,14 zijn elk voorzien van een positioneemok 21 die zowel 25 dient om het u-profiel 24 te positioneren als te geleiden ten opzichte van het frame 2 uit figuur la. De positioneemok 21 is hier een cilindrische nok 12 waar andere vormen eveneens denkbaar zijn. Tussen de beide benen 13,14 strekt zich het verbindingstuk 12, ook draagplaat 12, uit. De hoogte h van de benen 13, 14 is kleiner dan de lengte 1 van het u-profiel. Hierdoor is het mogelijk het u-profiel door een opening, bijvoorbeeld 30 een slobgat (niet getoond) in een chassisbalk, te voeren en vervolgens het u-profiel 24 te kantelen om de draagplaat 12 naar het slobgat toe te keren en bij voorkeur het schroefgat 17 te centreren met het slobgat. Na kantelen van het u-profiel 24, wijzen de benen 13,14 weg van het slobgat. De verhouding van de hoogte h van de benen 13, 14 9 en de lengte 1 van het u-profïel 24 maakt het mogelijk het u-profiel binnen de omtrek van een chassisbalk te brengen en het u-profiel vervolgens als bevestigingselement te gebruiken. Het u-profiel 24 wordt daarbij door een sleuf niet getoond in de wand van een chassisbalk gestoken. De sleuf heeft hier minimaal de afmeting b maal h en is 5 kleiner dan b maal 1 zodat het u-profiel kan steunen op de wand van de chassisbalk. Het u-profiel 24 is voorzien van een schroefgat 17 met een schroefas. Het schroefgat 17 is hier centraal voorzien in het u-profiel 24. Het schroefgat 17 is hier centraal in de draagplaat 12 voorzien. De schroefas strekt zich hier loodrecht uit vanaf de draagplaat 12. Het schroefgat 17 is hier middels een “insert” of inzetdeel in de draagplaat 12 10 aangebracht en met de draagplaat 12 verbonden middels een persverbinding cn/of een lastechniek. Het schroefgat 17 is eveneens te vormen middels vloeiboren of stansen waarbij voordelig is dat de bus 36 of buitenomtrek 36 in één bewerking wordt meegevormd. In de bus 36 wordt vervolgens draad aangebracht middels rohappen of draadtappen. Het schroefgat is dusdanig met het u-profiel verbonden dat een M10 bout 15 kan worden aangebracht met een aanhaalmoment van 45 [Nm], andere uitvoeringen zijn denkbaar. De belasting die middels een bout in het schroefgat 17 wordt aangebracht, wordt via de draagplaat 12 doorgeleid. De buitenomtrek 36 van het schroefgat 17 dient hier om de veer 15 uit fig. la te positioneren en te geleiden.
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om dc 20 werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (16)

1. Bevestigingsinrichting (1) voor het voorzien van een wanddeel van een draagbalk, zoals een chassisbalk, van een inwendig schroefdraad om een bout in te bevestigen, waarbij de bevestigingsinrichting (1) omvat; een frame (2), waarbij het frame (2) omvat een basisplaat (5) voorzien van een uitsparing (22) voor het doorvoeren van een bout, en een staander (4a, 10 4b) die zich uitstrekt vanaf de basisplaat (5), een bevestigingmiddel (3) omvattend een draagplaat (12) voorzien van een schroefgat (17) met een schroefas, waarbij het bevestigingsmiddel (3) middels de staander (4a, 4b) beweegbaar is verbonden met het frame (2), waarbij de evenwijdige projectie van het bevestigingsmiddel (3) volgens de 15 schroefas van het schroefgat (17) groter is dan de evenwijdige projectie van het bevestigingsmiddel (3) volgens een richting loodrecht op de schroefas.
2. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de hoogte van het bevestigingsmiddel (3) kleiner is dan de lengte van het bevestigingsmiddel (3). 20
3. Bevestigingsinrichting volgens een voorgaande conclusie, waarbij de draagplaat (12) een steunvlak omvat voor het aangrijpen op een wanddeel van een draagbalk, zoals een chassisbalk, waarbij het steunvlak zich loodrecht uitstrekt vanaf de schroefas over een lengte die groter is dan de hoogte (h) van het 25 bevestigingsmiddel (3).
4. Bevestigingsinrichting (1) volgens een voorgaande conclusie waarbij het bevestigingsmiddel beweegbaar is tussen een eerste positie verwijderd van de uitsparing (22) en een tweede positie bij de uitsparing (22), en tussen een 30 inbrengstand voor het voeren van het bevestigingsmiddel (3) door een slobgat in een wanddeel van een draagbalk en voorbij het wanddeel, en een bevestigingsstand, waarbij in de bevestigingsstand het schroefgat (17) is toegekeerd naar de uitsparing (22) in de basisplaat (5) voor het bevestigen van een bout in het schroefgat (17) en de draagplaat (12) is toegekeerd naar de basisplaat (5) voor het opnemen en klemmen van een wanddeel van een draagbalk tussen de draagplaat (12) en de basisplaat (5).
5 5, Bevestigingsinrichting (1) volgens conclusie 4, waarbij het bevestigingsmiddel (3) om een kantelas (32) kantelbaar is tussen de inbrengstand en de bevestigingsstand.
6. Bevestigingsinrichting (1) volgens conclusie 5, waarbij het bevestigingsmiddel 10 (3) in de eerste positie kantelbaar is tussen dc inbrengstand cn de bevestigingsstand.
7. Bevestigingsinrichting (1) volgens een conclusie 5-6, waarbij de kantelas (32) in hoofdzaak loodrecht op de schroefas van het schroefgat (17) staat. 15
8. Bevestigingsinrichting (1) volgens een conclusie 4-7, waarbij de inbrengstand in hoofdzaak loodrecht is op de bevestigingsstand.
9. Bevestigingsinrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij dc schroefas van het 20 schroefgat (17) zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de lengterichting van de draagplaat (12), en waarbij het bevestigingsmiddel (3) beweegbaar is tussen een inbrengstand en een bevestigingsstand, waarbij in de inbrengstand het bevestigingsmiddel (3) zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op de basisplaat (5) voor het voeren van het bevestigingsmiddel (3) door een uitsparing, zoals een 25 slobgat, in een wanddeel van een draagbalk en voorbij het wanddeel, en waarbij in de bevestigingsstand het bevestigingsmiddel (3) zich uitstrekt in hoofdzaak parallel aan de basisplaat (5) voor het opnemen en klemmen van een wanddeel van een draagbalk tussen de draagplaat (12) en de basisplaat (5), en waarbij in de bevestigingsstand het schroefgat (17) is toegekeerd naar de uitsparing (22) in 30 de basisplaat (5) voor het bevestigen van een bout in het schroefgat (17).
10. Bevestigingsinrichting volgens een voorgaande conclusie, waarbij het bevestigingsmiddel (3) een veer (15) omvat voor het opspannen van het bevestigingsmiddel (3) in de eerste positie in een gewenste stand, bij voorkeur de inbrengstand.
11. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 10, waarbij de veer (15) een werklijn 5 heeft en de voor zodanig met het bevestigingsmiddel (3) is verbonden dat de werklijn mee kantelt met het bevestigingsmiddel (3) rond de kantelas (32) om het bevestigingsmiddel op te spannen in de bevestigingsstand.
12. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 11, waarbij de werklijn van de veer 10 (15) in hoofdzaak samenvalt met dc schroefas van het schrocfgat (17).
13. Accessoire, in het bijzonder een treeplank of een sierstang, voorzien van een bevestigingsinrichting (1) volgens een voorgaande conclusie, voor het bevestigen van de accessoire aan een voertuig. 15
14. Werkwijze voor het vervaardigen van een bevestigingsinrichting volgens een voorgaande conclusie, waarbij de werkwijze omvat; bewegen van het bevestigingsmiddel (3) van de tweede positie bij de uitsparing (22) in dc basisplaat (5) naar dc eerste positie verwijderd van 20 de uitsparing (22) en daarna, kantelen van het bevestigingsmiddel (3) om de kantelas (32) van de bevestigingsstand naar de inbrengstand.
15. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving 25 omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
16. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende 30 stappen. -o-o-o-o-o-o-
NL2002187A 2008-11-07 2008-11-07 Bevestigingsinrichting. NL2002187C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002187A NL2002187C2 (nl) 2008-11-07 2008-11-07 Bevestigingsinrichting.
EP09751992.0A EP2352927B1 (en) 2008-11-07 2009-11-06 Fastening device
PCT/NL2009/050672 WO2010053366A1 (en) 2008-11-07 2009-11-06 Fastening device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002187A NL2002187C2 (nl) 2008-11-07 2008-11-07 Bevestigingsinrichting.
NL2002187 2008-11-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002187C2 true NL2002187C2 (nl) 2010-05-10

Family

ID=40790988

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002187A NL2002187C2 (nl) 2008-11-07 2008-11-07 Bevestigingsinrichting.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2352927B1 (nl)
NL (1) NL2002187C2 (nl)
WO (1) WO2010053366A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102015220690A1 (de) * 2015-10-22 2017-04-27 Mesto Spritzenfabrik Ernst Stockburger Gmbh Mutter für eine Schlauchverschraubung

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5112857U (nl) * 1974-07-13 1976-01-30
US20020154965A1 (en) * 2001-04-19 2002-10-24 Kazuichi Ikuta Nut assembly
US20080253860A1 (en) * 2005-03-21 2008-10-16 Cobra Fixations Cie Ltee - Cobra Anchors Co., Ltd. Anchor Assembly for Fastener

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5112857U (nl) * 1974-07-13 1976-01-30
US20020154965A1 (en) * 2001-04-19 2002-10-24 Kazuichi Ikuta Nut assembly
US20080253860A1 (en) * 2005-03-21 2008-10-16 Cobra Fixations Cie Ltee - Cobra Anchors Co., Ltd. Anchor Assembly for Fastener

Also Published As

Publication number Publication date
EP2352927B1 (en) 2013-04-10
WO2010053366A1 (en) 2010-05-14
EP2352927A1 (en) 2011-08-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1683679B1 (fr) Dispositif de fixation pour fixer une barre transversale
KR19980024703U (ko) 자동차용 헤드레스트의 틸팅장치
US20180242728A1 (en) Furniture frame for securing a foldable furniture pillar
US6349869B1 (en) Welding clamp
AU2003231688A1 (en) Rail Bar Roof Rack
JP2004536753A5 (nl)
NL2002187C2 (nl) Bevestigingsinrichting.
JP2005509118A (ja) 物体のためのホルダ及び固定装置
FR3056130B1 (fr) Outillage pour la fixation d'un amortisseur sur la caisse d'un vehicule a differentes hauteurs
EP1781498B1 (en) Device for clamping of a load carrier at a towing hook of a vehicle
JP7218944B2 (ja) 雪止めアングル取付用金具
EP1087066B1 (fr) Agencement de fixation d'un élément encastrable dans une ouverture d'emplacement d'une plaque de support
JP5465426B2 (ja) チルトテレスコステアリング装置
FR2897660A1 (fr) Element de retenue pour grilles
JP2006520228A (ja) 背もたれの迅速連結装置を備えた椅子
EP1131227A1 (en) Coat hanger for fastening to the headrest of a vehicle seat
JPH0445398Y2 (nl)
JP3086372B2 (ja) 幕取付具
EP1498305B1 (fr) Dispositif de fixation d'un coussin d'assise de siège arrière d'un véhicule automobile
FR2813949A1 (fr) Dispositif de fixation murale d'un radiateur de chauffage et procede de fixation d'un tel radiateur
JP2535708Y2 (ja) リニアガイド装置のストッパ装置
TW200303254A (en) Device for widening strap clips
FR3127148A1 (fr) Dispositif de transport de pièces de tôles pour une installation de presse de formage.
CN114616204A (zh) 用于机动车辆的结构组件的起重设备以及用于固定起重设备的至少一个承载臂的方法
FR2891485A1 (fr) Dispositif de prehension et de mise en place d'un objet et procede correspondant.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140601