NL2002181C2

NL2002181C2 - Bedieningsloper voor paneelgordijnsysteem.

Info

Publication number: NL2002181C2
Application number: NL2002181A
Authority: NL
Inventors: Wouter Hendriks
Original assignee: Coulisse Bv
Priority date: 2008-11-06
Filing date: 2008-11-06
Publication date: 2010-05-10
Also published as: CN102264261A; US20110259531A1; EP2348927A1; US8950464B2; CN102264261B; WO2010053361A1

Description

BEDIENINGSLOPER VOOR PANEELGORDIJNSYSTEEM

De uitvinding betreft een bedieningsloper voor toepassing bij een paneelgordijnsysteem, welk paneelgordijnsysteem een aantal panelen omvat en een 5 rail voor geleiding van de panelen, waarin de bedieningsloper is ingericht voor geleiding in de rail en is voorzien van middelen voor bevestiging aan ten minste één van de panelen en van middelen voor bevestiging van ten minste één bedieningskoord.

Een dergelijke bedieningsloper is in de praktijk bekend als onderdeel van een 10 eveneens bekend paneelgordijnsysteem. Hierin zijn één of twee bekende bedieningslopers gemonteerd aan één of beide zijden van het paneelgordijn, dat is gevormd door één of meer panelen. De uiteinden van het bedieningskoord zijn aan de bedieningsloper(s) bevestigd. Dit gebeurt doorgaans middels een eenvoudige schroefverbinding. Op deze wijze is een eindloos koord gerealiseerd, dat is bestemd 15 voor handmatige bediening van het paneelgordijn. Op het relevante vakgebied wordt de bekende bedieningsloper ook wel aangeduid als koordtrekwagen.

De uitvinding heeft tot doel om een bedieningsloper van de aan het begin genoemde soort te verschaffen, die geschikt is voor toepassing bij een geautomatiseerd paneelgordijnsysteem, waarin een gemotoriseerde aandrijving is 2 0 voorzien voor het bedieningskoord.

De bedieningsloper volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de bedieningsloper een aanspanelement omvat voor het in gebruikstoestand van het paneelgordijnsysteem op spanning brengen van het bedieningskoord.

In tegenstelling tot bij een handmatig bediend paneelgordijnsysteem is het 25 bedieningskoord bij een geautomatiseerd paneelgordijnsysteem volledig opgenomen in de rail en derhalve niet langer van buitenaf toegankelijk. Door toepassing van de bedieningsloper volgens de uitvinding kan het bedieningskoord op voordelige wijze ook in gebruikstoestand van het paneelgordijnsysteem, dat wil zeggen na montage, op spanning worden gebracht. Dit is van essentieel belang voor een goed 30 functioneren van de gemotoriseerde aandrijving.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het aanspanelement ingericht voor opname in één van de lopersleuven van de rail van het paneelgordijnsysteem. Het aanspanelement is daarmee toegankelijk voor een gebruiker via de langsopening voor de lopers, die is voorzien in de lopersleuven aan de onderzijde van de rail.

35 In een elegante voorkeursuitvoeringsvorm met een verhoogd 2 gebruikersgemak is het aanspanelement ingericht voor het losneembaar klemmend opnemen van één van de uiteinden van het bedieningskoord. Hiermee kan het bedieningskoord op eenvoudige wijze op de gewenste spanning worden gebracht.

In een praktische voorkeursuitvoeringsvorm is de bedieningsloper voorzien 5 van een centraal deel, dat aan één zijde is voorzien van een geleidingselement, dat is ingericht voor geleiding in één van de lopersleuven van de rail, welk geleidingselement het aanspanelement omvat.

Een gemakkelijke en betrouwbare bediening is bewerkstelligd in een verdere uitwerking, waarin het aanspanelement een uitsparing omvat voor opname van een 10 eerste uiteinde van het bedieningskoord, welke uitsparing is ingericht voor klemming van het bedieningskoord. Volgens een verdere uitwerking hiervan is de uitsparing voorzien van een versmalling voor verdere klemming van het bedieningskoord.

Volgens een andere voorkeursuitvoering kan op praktische wijze een eindloos bedieningskoord worden gerealiseerd met één bedieningsloper doordat het 15 geleidingselement tevens een verdere uitsparing omvat voor opname van het andere uiteinde van het bedieningskoord, welke uitsparing eveneens is ingericht voor klemming van het bedieningskoord.

Verdere voordelige uitvoeringen van de bedieningsloper volgens de uitvinding zijn beschreven in verder onderconclusies.

20 De uitvinding betreft tevens een geautomatiseerd paneelgordijnsysteem voorzien van een gemotoriseerde aandrijving voor de bedieningskoorden, waarin het paneelgordijnsysteem verder is voorzien van een bedieningsloper volgens de uitvinding.

25 De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren.

Figuur 1 toont schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een paneelgordijnsysteem voorzien van een bedieningsloper volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont het paneelgordijnsysteem uit figuur 1 in uiteen genomen delen; 30 Figuur 3 toont schematisch de bedieningsloper uit figuur 1;

Figuur 4 toont de bedieningsloper uit figuur 1 in bovenaanzicht; en

Figuur 5 toont de bedieningsloper uit figuur 1 in onderaanzicht.

In de figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan.

35 3

Figuur 1 toont schematisch een onderaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een paneelgordijnsysteem 1 volgens de uitvinding. Paneelgordijnsysteem 1 omvat een rail 2, die is voorzien van een aantal langsopeningen 3 voor opname van de lopers van profielen 4. De profielen 4 zijn 5 bedienbaar middels een bedieningskoord 5. Een dergelijk paneelgordijnsysteem is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL2001072 van dezelfde aanvraagster. Ten behoeve van de duidelijkheid zijn de panelen van het paneelgordijn weggelaten.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is paneelgordijnsysteem 1 een 10 geautomatiseerd paneelgordijnsysteem, dat is voorzien van een motor, die is opgenomen in de motorbehuizing 6, die middels een beugel 7 aan de rails 2 is bevestigd.

Figuur 2 toont het paneelgordijnsysteem 1 in uiteengenomen delen. Hierin is een voorkeursuitvoeringsvorm van de bedieningsloper 10 volgens de uitvinding 15 getoond. Aan bedieningsloper 10 zijn de beide uiteinden van het bedieningskoord 5 bevestigd, zodanig dat een eindloos koord is gevormd. Het eindloze koord wordt aangedreven door motor 8 middels een aandrijfwiel 9 waarover het bedieningskoord 5 is geslagen. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is het bedieningskoord 5 een tonnetjesketting. Het zal echter duidelijk zijn dat ook andere vormen van 2 0 bedieningskoorden toegepast kunnen worden bij de onderhavige uitvinding, mits deze geschikt zijn voor aandrijving middels een aandrijfwiel en een gemotoriseerde aandrijving.

Bedieningsloper 10 is voorzien van middelen voor bevestiging aan ten minste één van de panelen. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de bedieningsloper 25 ingericht voor rechtstreekse bevestiging aan het profiel 4, en meer in het bijzonder aan één van de lopers 24, die aan het profiel 4 zijn bevestigd. De bevestiging vindt bij voorkeur plaats via een zogenaamde klikverbinding, bijvoorbeeld een pen-gatverbinding, waarin de pen 14 is voorzien op de bedieningsloper 10, die samenwerkt met een gat 34 op de loper 24.

30 Rail 2 is voorzien van lopersleuven 20 en koordsleuven 21. De lopersleuven 20 en koordsleuven 21 zijn aangrenzend gelegen. De lopersleuven 20 zijn bestemd voor de geleiding van de lopers 24. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn de lopers 24 bevestigd aan de bovenzijde van de profielen 4 en steken de profielen 4 door de langsopeningen 3 naar buiten uit de rail 2. Aangrenzend aan de 35 lopersleuven strekken zich de koordsleuven 21 uit. De koordsleuven 21 zijn bestemd 4 voor de geleiding van het bedieningskoord 5. De in de praktijk bekende bedieningsloper is opgenomen in de koordsleuven van de rail van het bekende paneelgordijnsysteem. De koordsleuven 21 zijn niet voorzien van langsopeningen en zijn dientengevolge uitsluitend toegankelijk vanaf de zijkant van de rail. In de meeste 5 situaties betekent dit dat de koordsleuven 21 in gemonteerde toestand van het paneelgordijnsysteem geheel niet toegankelijk zijn.

Bedieningsloper 10 zal in meer detail worden beschreven aan de hand van figuren 3, 4 en 5.

Bedieningsloper 10 is volgens de uitvinding ingericht voor geleiding in zowel 10 één van de lopersleuven 20 als één van de koordsleuven 21. Bedieningsloper 10 is voorzien van een centraal deel 11 dat aan weerzijden is voorzien van geleidingselementen. Geleidingselementen 12 en 13 zijn bestemd voorgeleiding in één van de koordsleuven 21. Aan de tegenover liggende zijde van het centrale deel 11 is een extra geleidingselement 15 voorzien dat is ingericht voor geleiding in één 15 van de lopersleuven 20. Geleidingselement 15 doet tevens dienst als aanspanelement voor het bedieningskoord 5. Alle geleidingselementen 12, 13, 15 zijn voorzien van uitsparingen 22, 23, respectievelijk 25 en 45 voor opname van het bedieningskoord 5. De uitsparingen 22 en 23 zijn ingericht voor doorvoer van het bedieningskoord, terwijl de uitsparingen 25 en 45 zijn ingericht voor bevestiging van 2 0 de uiteinden 5-1 en 5-2 van het bedieningskoord.

Figuur 4 toont de bovenzijde van het geleidingselement 15, die is voorzien van de uitsparing 25 met aangrenzend een versmald deel 35. De afmetingen van de uitsparing 25 komen overeen met de afmetingen van de tonnetjes 5A. Uitsparing 25 is ingericht voor klemming van de tonnetjes 5A. De afmetingen van het versmalde 25 deel 35 komen overeen met de afmetingen van het koorddeel 5B, dat zich tussen de tonnetjes 5A bevindt. De versmalling 35 is ingericht voor het klemmend opnemen van het deel 5B van het bedieningskoord 5. De bovenzijde van geleidingselement 15 met de uitsparing 25 de versmalling 35 is bestemd voor plaatsing aangrenzend aan de langsopening in de lopersleuf 20. In de gebruikstoestand van het 30 paneelgordijnsysteem steekt het uiteinde 5-1 uit de lopersleuf 20 en is bereikbaar voor een gebruiker. Door aangrijping op het uiteinde 5-1 kan een gebruiker het bedieningskoord 5 losmaken uit de bedieningsloper 10 en de spanning op het bedieningskoord 5 instellen om vervolgens het uiteinde 5-1 weer aan de bedieningsloper te bevestigen.

35 Figuur 5 toont de onderzijde van het geleidingselement 15, die is voorzien van 5 middelen voor het opnemen van het andere uiteinde 5-2 van het bedieningskoord 5. Deze middelen omvatten een uitsparing 45 voor het klemmend opnemen van de tonnetjes 5A en een versmalling 55 voor het klemmend opnemen van het koorddeel 5B. De onderzijde van het geleidingselement 15 is bestemd voor plaatsing 5 aangrenzend aan de gelsoten zijde van de lopersleuf 20. Het uiteinde 5-2 is niet bereikbaar voor een gebruiker.

Bij voorkeur is het geleidingselement 15 symmetrisch uitgevoerd en zijn de uitsparingen 25 en 45 identiek evenals de versmallingen 35 en 55. In deze symmetrische uitvoering kan het geleidingselement aan beide zijden als 10 aanspanelement dienen voor het bedieningskoord.

De hoogte van geleidingselement 15 komt overeen met de hoogte van de lopersleuf 20 en is zodanig gekozen dat lopersleuf 20 geleidingselement 15 passend geleidt. Op analoge wijze komen de hoogtes van de geleidingselementen 12 en 13 overeen met de hoogte van de koordsleuf 21, die de geleidingselementen 12 en 13 15 passend geleidt. De hoogte van het middendeel 11 is kleiner. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om het bedieningskoord 5 onder het centrale deel 11 door te laten lopen om zo een eindloos koord te realiseren.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt 2 0 binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

25

Claims

1. Bedieningsloper voor toepassing bij een paneelgordijnsysteem, welk 5 paneelgordijnsysteem een aantal panelen omvat en een rail voor geleiding van de panelen, waarin de bedieningsloper is ingericht voor geleiding in de rail en is voorzien van middelen voor bevestiging aan ten minste één van de panelen en van middelen voor bevestiging van ten minste één bedieningskoord, met het kenmerk, dat de bedieningsloper een aanspanelement omvat voor het in gebruikstoestand van 10 het paneelgordijnsysteem op spanning brengen van het bedieningskoord.

2. Bedieningsloper volgens conclusie 1, waarin het aanspanelement is ingericht voor opname in één van de lopersleuven van de rail van het paneelgordijnsysteem. 15

3. Bedieningsloper volgens conclusie 1 of 2, waarin het aanspanelement is ingericht voor het losneembaar klemmend opnemen van één van de uiteinden van het bedieningskoord. 2 0

4. Bedieningsloper volgens conclusie 2 of 3, waarin de bedieningsloper is voorzien van een centraal deel, dat aan één zijde is voorzien van een geleidingselement, dat is ingericht voor geleiding in één van de lopersleuven van de rail, welk geleidingselement het aanspanelement omvat.

5. Bedieningsloper volgens conclusie 4, waarin het aanspanelement een uitsparing omvat voor opname van een eerste uiteinde van het bedieningskoord, welke uitsparing is ingericht voor klemming van het bedieningskoord.

6. Bedieningsloper volgens conclusie 5, waarin de uitsparing is voorzien van 30 een versmalling voor verdere klemming van het bedieningskoord.

7. Bedieningsloper volgens conclusie 4, waarin het geleidingselement tevens een verdere uitsparing omvat voor opname van het andere uiteinde van het bedieningskoord, welke uitsparing is ingericht voor klemming van het 35 bedieningskoord.

8. Bedieningsloper volgens conclusies 4, waarin het centrale deel aan de tegenoverliggende zijde is voorzien van ten minste één verder geleidingselement, dat is ingericht voor geleiding in één van de koordsleuven van de rail en voor doorvoer 5 van het bedieningskoord.

9. Bedieningsloper volgens conclusie 4 en 8, waarin de dikte van het centrale deel zodanig kleiner is dan de dikte van de geleidingselementen, dat het bedieningskoord het centrale deel kan kruisen. 10

10. Paneelgordijnsysteem, omvattende een aantal panelen en een rail voor geleiding van de panelen, waarin het paneelgordijnsysteem verder is voorzien van een gemotoriseerde aandrijving voor ten minste één bedieningskoord en van een bedieningsloper volgens één van de voorgaande conclusies. 15