NL1030353C2 - Transportinrichting. - Google Patents

Description

Transportinrichting.

De uitvinding bestaat uit een speciale uitvoering van een transportvloer.

De transportvloer bestaat uit een serie, naast elkaar gelegen lamellen die doormiddel van speciale verbindingen aan de transportkettingen bevestigd 5 zijn. Daarnaast worden de kettingen door een afdekstrip bedekt waardoor de te transporteren goederen niet in aanraking komen met de transportkettingen.

Transportvloer van een transportinrichting.

10

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting, in het bijzonder een transportvloer waarmee en waarop goederen verplaatst kunnen worden. Bekende uitvoeringen van transportvloeren zijn bijvoorbeeld transportbanen waarbij eindloze banen van doek en/of kunststof en/of leer 15 en/of rubber over cilindervormige rollen zijn gespannen. Eén of meerdere van deze rollen kunnen worden aangedreven door een aandrijfmiddel waardoor de baan in beweging komt en waardoor de goederen kunnen worden verplaatst.

Een ander voorbeeld van een laadvloer is een lamellentransportvloer.

20 Hierbij bestaat de vloer uit een reeks latten of planken of lamellen welke dwars op de bewegingsrichting van de vloer zijn gelegen. De einden van deze latten, planken of lamellen zijn bevestigd aan kettingen welke in de bewegingsrichting zijn gelegen. Door de kettingen in de bewegingsrichting te verplaatsen met behulp van aandrijfiniddelen, worden de latten, planken 25 of lamellen eveneens in dezelfde richting verplaatst. Op deze transportvloer gelegen goederen kunnen op deze wijze worden verplaatst.

De uitvinding heeft betrekking op de lamellentransportvloer, in het bijzonder de manier waarop de lamellen zijn bevestigd aan de kettingen en de wijze waarop de lamellen in hun gemonteerde positie worden gehouden.

1030353 2

Een bekende bevestiging van de lamellen aan de kettingen wordt bereikt door de kettingschalmpennen naar één zijde of naar beide zijden te verlengen. Door in de einden van de lamellen uitsparingen te maken die overeenkomen met de doorsnede van de kettingschalmpennen kunnen de 5 einden van de lamellen in de lengterichting over de kettingschalmpennen geschoven worden en daardoor een verbinding vormen tussen de lamellen en de kettingen.

Een gelijkaardige bevestiging kan worden bereikt door aan de einden van de lamellen koppelstukken te bevestigen en deze koppelstukken dan weer 10 te voorzien van uitsparingen die over de verlengde kettingschalmpennen passen. Op deze wijze wordt dan weer een verbinding gevormd tussen de lamellen en de kettingen. Deze koppelstukken worden bij voorkeur vervaardigd van kunststof.

Bij de tot op heden gangbare bevestiging van de lamellen aan de kettingen 15 is het noodzakelijk dat de verlengde kettingschalmpennen in de lengterichting in de uitsparingen van de lamellen of in de uitsparingen van de koppelstukken gebracht worden. Deze montagemethode is een moeizame en bewerkelijke methode.

Het doel van de uitvinding is een minder bewerkelijke en snellere montage 20 te bewerkstelligen.

De uitvinding heeft als kenmerk dat het einde van de lamel of het koppelstuk tussen de lamel en de ketting een speciale vorm heeft. Meer specifiek een speciale vorm van de uitsparingen in de lamellen en/of in de koppelstukken. Door deze speciale vorm van de uitsparing in de lamel of in 25 het koppelstuk is het mogelijk de lamellen zowel in axiale richting alsook in radiale richting op de verlengde kettingschalmpennen te bevestigen.

In radiale richting kunnen de einden van de lamellen en/of de koppelstukken om de verlengde kettingschalmpennen gedrukt worden en als zodanig een eenvoudige klikverbinding vormen.

1030353

De uitsparing is zodanig uitgevoerd dat de einden van de lamellen eenvoudig om de kettingschalmpennen gedrukt kunnen worden. Daarnaast wordt door de vorm en maatvoering van de uitsparing bereikt dat de bevestiging in stand blijft en niet uit elkaar kan vallen.

5 Een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt bereikt door over de gemonteerde lamel-einden met koppelstuk een afdekstrip te monteren waardoor de lamellen in hun positie worden gehouden en waarbij de afdekstrip tevens een afdekking vormt boven de ketting. Door deze afdekking boven de ketting wordt bereikt dat de lading niet in aanraking 10 kan komen met de ketting en daardoor niet bevuild kan raken door kettingolie en/of kettingvet.

Een gunstige uitvoeringsvorm van deze afdekstrip is een strip die geïntegreerd is in het dragende profiel voor de ketting zoals bijvoorbeeld een geëxtrudeerd profiel.

15 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding is een extra uitsparing in de vorm van een groef in het lamel-eind en/of in het koppelstuk. Deze extra uitsparing maakt een demontage van de lamellen met behulp van hulpgereedschap eenvoudiger. Het is daardoor eenvoudig met behulp van een schroevendraaier, kleine koevoet of gelijkaardig 20 gereedschap de lamellen van de kettingschalmpennen te trekken.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de lamellen uitgevoerd in aluminium en zodanig geconstrueerd dat het koppelstuk eenvoudig aan de lamel is te bevestigen en de lamel voldoende sterkte behoudt.

25 De uitvinding zal aan de hand van bij gevoegde figuren nader worden toegelicht.

1 0 3 0 3 5 3 4

Figuur 1. Toont de bevestiging van de lamellen aan de ketting waarbij gebruik wordt gemaakt van de uitvinding.

Figuur 2. Toont de afzonderlijke delen zoals die ook in figuur 1 getoond worden.

5 De ketting (1) is voorzien van verlengde kettingschalmpennen (2).

Doormiddel van het speciale koppelstuk (3) wordt lamel (4) verbonden aan de ketting (1,2)

Figuur 3. Toont een mogelijke doorsnede van de lamel.

Figuur 4. Toont in drie aanzichten een mogelijke uitvoering van het 10 koppelstuk. De speciale uitsparingen (5) zijn een kenmerk van de uitvinding in het bijzonder de vorm van de uitsparingen. Het groefje (7) is een bijzondere uitvoering van de uitvinding. Het groefje wordt als hulpmiddel gebruikt bij het demonteren van de lamellen. Het vormdeel (6) van het koppelstuk is gelijk aan de vorm van de lamel en het deel van het 15 koppelstuk met deze vorm past in de lamel. Het koppelstuk is daardoor gefixeerd in de lamel en daardoor is tevens de positie van de lamel ten opzichte van de ketting bepaald.

Figuur 5. Toont de positie van de lamellen ten opzichte van de ketting. Figuur 6. Toont een mogelijke uitvoering van de lamellen waarbij de 20 specifieke uitsparing is opgenomen in de lamellen. Hierbij worden de lamellen rechtstreeks op de verlengde kettingschalmpennen (2) gedrukt. Figuur 7. Toont in twee aanzichten de mogelijke uitvoering van de lamellen zoals die in figuur zijn weergegeven.

Figuren 8 en 9. Tonen een mogelijke uitvoering van een afdekplaat (8) 25 boven de transportketting waarbij de ketting zich in een afgesloten ruimte bevindt. De afdekplaat (8) is in dit geval doormiddel van boutverbindingen aan het ondersteuningsprofiel (9) bevestigd. Het gedeelte (10) overdekt een deel van het eindstuk van het koppelstuk (13) waardoor het koppelstuk (13) eveneens wordt opgesloten.

1030353 -^_ I «I_ 5

Figuur 10 en 11. Tonen een mogelijke uitvoering van een afdekplaat (11) waarbij de afdekplaat één geheel vormt met het ondersteuningsprofiel (12) 1030353

Claims (9)

1. Een transportvloer, omvattende transportkettingen met aandrijfeenheden, met het kenmerk dat tussen de transportkettingen 5 separate lamellen zijn aangebracht die elk met een uiteinde zijn gekoppeld aan de transportkettingen.

2. Een transportvloer volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de kettingen zijn voorzien van verlengde kettingschalmpennen, waarvan de uitstekende einden van de pennen zich in de gebruikstoestand in 10 de uiteinden van de lamellen bevinden.

3. Een transportvloer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de verbinding tussen de lamellen en de kettingen plaats vindt door een koppelstuk, een koppelstuk dat bij voorkeur vervaardigd is kunststof.

4. Een transportvloer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de lamellen van uitsparingen zijn voorzien die in gemonteerde toestand voor meer dan de helft de verlengde kettingschalmpennen omsluiten, of bij gebruik van koppelstukken de koppelstukken van uitsparingen zijn voorzien die in gemonteerde i 20 toestand voor meer dan de helft de verlengde kettingschalmpennen omsluiten.

5. Een transportvloer volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de uitsparingen conisch en in sleufvorm zijn uitgewerkt met een klikrand zodat de lamellen of de koppelstukken eenvoudig over de 25 verlengde kettingschalmpennen kunnen worden gedrukt en daarna in de gemonteerde positie blijven gefixeerd.

6. Een transportvloer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vloer wordt gevormd door speciaal geconstrueerde lamellen, met het kenmerk dat het profiel van de lamellen een 1030353 eenvoudige en sterke bevestiging met de koppelstukken mogelijk maakt.

7. Een transportvloer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat er een strip, in het verlengde van de ketting, over de 5 ketting wordt aangebracht die de ketting overlapt en daardoor de ketting gescheiden houdt van de lading.

8. Een transportvloer volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de afdekstrip zo breed gekozen wordt dat tevens de einden van de lamellen of de einden van de koppelstukken worden opgesloten.

9. Een transportvloer volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de afdekstrip is geïntegreerd in het dragende profiel voor de ketting. lO.Een transportvloer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat er op de kopse zijden van de lamellen of de kopse zijden van de koppelstukken een groef is aangebracht met als doel 15 het scheiden van de lamellen van de verlengde kettingschalmpennen te vereenvoudigen. 1 l.Een transportinrichting voorzien van een transportvloer volgens een der voorgaande conclusies. 20 1030353