NL2002074C - Kaasbereidingsinrichting met een guillotinemes voor het afsnijden van wrongelblokken. - Google Patents

Description

Titel: Kaasbereidingsinrichting met een guillotinemes voor het afsnijden van wrongelblokken.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de bereiding van kaas, omvattend althans één inrichting voor het opnemen en verdichten van kaaswrongel voorzien van een guillotinemes met een snijrand en een aan het van de snijrand afgekeerde einde gelegen achterrand voor het 5 afsnijden van wrongelblokken, waarbij het guillotinemes tussen geleidingsorganen heen en weer kan bewegen en een open stand heeft waarin een af te snijden wrongelblok het guillotinemes kan passeren, en een gesloten stand, waarin het guillotinemes een wrongelblok heeft afgesneden, waarbij middelen zijn voorzien om een afgesneden wrongelblok dwars op het 10 vlak van het guillotinemes te verplaatsen.

Bij het kaasproductieproces wordt op bekende wijze uit melk wrongel bereid in een wrongelbereider. Gebruikelijk wordt de wrongel in de wrongelbereider geroerd en gesneden en wordt de hierbij vrijkomende wei deels afgevoerd en voor het overige samen met de wrongelmassa via een 15 buffertank toegevoerd aan een inrichting voor het produceren van blokken kaas. Ofschoon kaas op vele manier uit wrongel bereid kan worden, wordt bij grootschalige kaasproductie dikwijls gebruik gemaakt van zogenaamde draineer- of vormkolommen. Bij kleinschaliger kaasproductie wordt dikwijls gebruik gemaakt van zogenaamde draineerbakken ook wel voorpersbakken 20 genoemd. Draineerkolommen worden toegepast bij verwerking van het wei-wrongelmengsel kortstondig na de wrongelbereiding. Bij de verwerking van voorverzuurde wrongel, b.v. bij de produktie van kaas van het Cheddar-type, worden vormkolommen gebruikt waarbij voorgedraineerde en verzuurde wrongel wordt verwerkt. Beide typen kolommen omvatten een 25 holle vertikale buis, waaraan in bedrijf aan de bovenzijde een mengsel van wrongel en wei wordt toegevoerd ingeval van draineerkolommen of de 2 0 0 2 0 74 2 voorgedraineerde en verzuurde wrongel in geval van vormkolommen. In de kolom wordt de wrongel van boven naar beneden steeds meer verdicht, zodat aan de onderzijde van de kolom wrongelblokken kunnen worden afgesneden. Hiertoe is aan de onderzijde van de kolom een horizontaal 5 werkend guillotinemes geplaatst. Het guillotinemes sluit de kolom af en ondersteunt in de gesloten stand de wrongelkolom. Het guillotinemes wordt periodiek geopend, waardoor de wrongelkolom in de buis over een instelbare afstand neerwaarts kan bewegen. Hiertoe is een vertikaal in een schuifbus of doseerkamer (in geval van vormkolommen) op en neer beweegbare 10 doseerplaat aanwezig, die onder het guillotinemes is geplaatst. De doseerplaat wordt voorafgaand aan het openen van het guillotinemes tot juist onder het guillotinemes gebracht en neemt de ondersteuning van de wrongelkolom over als het guillotinemes geopend wordt. Vervolgens wordt de doseerplaat over een instelbare afstand, die overeenkomt met de 15 gewenste hoogte van het wrongelblok, omlaag bewogen. Als vervolgens het guillotinemes weer in de afsluitende stand wordt gebracht wordt daardoor een wrongelblok afgesneden van de wrongelkolom en neemt het mes de ondersteunende functie van de wrongelkolom weer over van de doseerplaat.

Het afgesneden wrongelblok ligt nu op de doseerplaat in de 20 schuifbus danwel doseerkamer. De doseerplaat wordt dan verder omlaag bewogen tot het wrongelblok zich onderin de schuifbus of doseerkamer bevindt. Dan wordt bij draineerkolommen de schuifbus met daarin het wrongelblok zijwaarts verschoven tot boven een kaasvorm en overgebracht in de kaasvorm. Bij vormkolommen wordt alleen het afgesneden 25 wrongelblok zijwaarts uitgeschoven door een van de zijwanden via een daartegenover gelegen wegklapbare of wègneembare zijwand en extern verplaatst naar een afvulinstallatie.

Opgemerkt wordt, dat bij een zogenaamde enkelvoudige draineerkolom telkens een enkel wrongelblok wordt afgesneden. Bij een 30 meervoudige draineerkolom zijn in de draineerkolom meerdere vertikale 3 wrongelopneembuizen aanwezig en worden in bedrijf ook meerdere wrongelblokken tegelijk door het guillotinemes afgesneden. Deze worden op gevangen in een schuifbus met meerdere opneemruimtes, ook wel cassette genoemd.

5 Bij een draineerbak wordt in een horizontaal rechthoekig vat een wrongelbed gevormd door het verdelen van het wei en wrongelmengsel op een geperforeerde bodem, bijvoorbeeld door toepassing van een mat waarbij afhankelijk van de uitvoering ook een of meerdere zijwanden geperforeerd uitgevoerd kunnen zijn. Het wrongelbed wordt via de geperforeerde bodem 10 gedraineerd waarbij aldus de wei wordt afgevoerd en het gedraineerde wrongelbed wordt vervolgens mechanisch voorgeperst, bijvoorbeeld door aanbrenging van perskracht op de bovenzijde van het wrongelbed met bijvoorbeeld met perslucht aangedreven persplaat of persplaten. Het wrongelbed wordt nadien via een van de zijden van de draineerbak 15 horizontaal uitgevoerd naar de kaasvormen waarbij het wrongelbed met behulp van minimaal één verticaal werkend guillotinemes in wrongelblokken wordt gesneden. Daarbij worden de afgesneden wrongelblokken worden gescheiden van het wrongelbed of van elkaar gescheiden door een guillotinemes en dwars op het vlak van het 20 guillotinemes afgevoerd.

In het volgende wordt eenvoudigheidshalve uitgegaan van een inrichting met een enkelvoudige draineerkolom, zoals bijvoorbeeld de door aanvraagster op de markt gebrachte Tetra Tebel Casomatic® SC. De uitvinding is echter ook van toepassing op een inrichting met meervoudige 25 draineerkolom, zoals bijvoorbeeld de door aanvraagster op de markt gebrachte Tetra Tebel Casomatic® MC.

Tevens is de uitvinding van toepassing op een vormkolom, zoals bijvoorbeeld de door aanvraagster op de markt gebrachte Tetra Tebel Blockformer®.

4

Verder is de uitvinding van toepassing op een draineervat, zoals bijvoorbeeld de door aanvraagster op de markt gebrachte Tetra Tebel Pressvatic®

In de situatie, waarin het guillotinemes zich na het afsnijden van 5 een wrongelblok in de gesloten stand bevindt, en de doseerplaat vervolgens omlaag gaat bewegen moet het afgesneden wrongelblok zich losmaken van de onderzijde van het guillotinemes. Gebleken is, dat hierbij defecten aan het wrongelblok kunnen optreden, doordat het wrongelblok aan het guillotinemes blijft kleven. Het wrongelblok zuigt zich als het ware vast aan 10 het ondervlak van het guillotinemes en tussen de geleiding van het guillotinemes.

Onder invloed van het eigen gewicht van het wrongelblok komt het wrongelblok daarna echter tamelijk abrupt los van het guillotinemes. Door de daarbij optredende krachten kunnen defecten ontstaan in het 15 wrongelblok in de vorm van zogenaamde randopeningen ook wel pinholes genaamd en in de vorm van losbrekende stukjes wrongel. Bij lichte wrongelblokken of zijwaarts afgevoerde wrongelblokken (bij draineervaten) waarbij het eigen gewicht niet of onvoldoende het lossen versterkt wil het wrongelblok moeizaam lossen van het mesvlak. Vaak heeft dit plaatselijke 20 deformaties van het wrongelblok tot gevolg. Er bestaan aanwijzingen dat pinholes ontstaan door deformatie en beschadiging van het wrongelblok als gevolg van de onderdruk, die ontstaat als het wrongelblok zich los maakt van het guillotinemes.

De uitvinding beoogt het ontstaan van dergelijke defecten te 25 voorkomen of tenminste te reduceren, en meer in het algemeen een inrichting te verschaffen, die wrongelblokken met zo min mogelijk defecten vormt.

Opgemerkt wordt, dat in FR-A-1532252 (Alpma) een inrichting voor de bereiding van kaas is beschreven met een wrongeldraineerkolom en 30 een aan het ondereinde van de kolom geplaatst mes voor het afsnijden van 5 wrongelblokken. Het mes van deze bekende inrichting is aan de snijrand voorzien van een golvend profiel, waarbij de golfvorm zich dwars op het vlak van het'mes uitstrekt. Bij toepassing van een dergelijk mes worden echter kaasblokken verkregen met een gegolfd oppervlak, hetgeen een groot 5 bezwaar is.

Bovendien is het bekende mes voorzien van een zich achter de snijrand uitstrekkend inwendig fluïdumkanaal, dat via dwarsboringen in verbinding staat met het ondervlak van het mes. In bedrijf worden via het fluïdumkanaal en de dwarsboringen fluïdumstralen op het oppervlak van 10 een zich onder het mes bevindend afgesneden wrongelblok gericht. Deze fluïdumstralen leiden echter tot beschadiging van het kwetsbare wrongelblok.

Volgens de uitvinding wordt een inrichting van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat in de geleidingsorganen voor het 15 guillotinemes en/of tenminste de achterrand van het guillotinemes fluïdumtoevoerkanalen zijn voorzien voor het toevoeren van een fluïdum aan het grensvlak tussen het guillotinemes en het tegen het guillotinemes liggende oppervlak van het afgesneden wrongelblok.

In het volgende wordt de uitvinding nader beschreven met 20 verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont schematisch een voorbeeld van een bekende kaasbereidingsinrichting waarbij de uitvinding kan worden toegepast; figuur 2 illustreert schematisch stapsgewijze de werking van een doseerinrichting van een kaasbereidingsinrichting met vertikale kolom; 25 figuur 3 toont schematisch een voorbeeld van een guillotinemes volgens de uitvinding.

figuur 4 toont schematisch in doorsnede een voorbeeld van een doseerinrichting van een kaasbereidingsinrichting met vertikale draineerkolom; 6 figuur 5 toont schematisch in langsdoorsnede een voorbeeld van een deel van de geleiding van een guillotinemes volgens de uitvinding;

Figuur 1 toont schematisch een voorbeeld van een bekende kaasbereidingsinrichting 1, zoals bijvoorbeeld door aanvraagster onder de 5 naam Tetra Tebel Casomatic® SC op de markt wordt gebracht, waarbij de uitvinding kan wordt toegepast. De getoonde inrichting omvat een vertikale buisvormige draineerkolom 2, die is voorzien van drie draineersecties 3, 4 en 5, die in vertikale richting met onderlinge tussenruimte zijn aangebracht. In bedrijf wordt een wrongelmengsel aan het boveneinde 6 van de kolom 10 toegevoerd, zoals schematisch met een pijl 7 is aangegeven. De draineersecties zijn elk voorzien van een mantel 8, 9,10, die een geperforeerd wandgedeelte 11, 12,13 van de draineerkolom omsluit. Uit het weiwrongelmengsel tredende wei wordt in bedrijf in de mantels opgevangen en op bekende wijze middels van regelkleppen V voorziene wei-15 afvoerleidingen 14 t/m 17 afgevoerd naar een weireservoir 18.

Opgemerkt wordt, dat de getoonde inrichting een enkelvoudige kolom omvat, doch dat de uitvinding ook toepasbaar is bij kaasbereidings-inrichtingen met een meervoudige kolom, zoals bijvoorbeeld onder de naam Tetra Tebel Casomatic® MC op de markt wordt gebracht. Een meervoudige 20 kolom omvat een aantal evenwijdige vertikale draineerbuizen, die binnen een gemeenschappelijke buitenmantel zijn geplaatst. Afzonderlijke draineersecties worden gevormd door in de mantel aangebrachte horizontale schotten of dergelijke, die doorvoeropeningen voor de draineerbuizen hebben doch verder dichte schotten zijn.

25 De draineerkolom 2 van het enkelvoudige type, of van het niet afgebeelde meervoudige type, sluit met de onderzijde aan op een doseerinrichting 19 voor het afsnijden en afvoeren van wrongelblokken. De zich in bedrijf in de draineerkolom bevindende wrongelkolom rust op een de open onderzijde van de draineerkolom afsluitend horizontaal guillotinemes 30 20, dat door een cilinder 21 of op andere wijze bediend kan worden, zoals 7 met een dubbele pijl PI gesymboliseerd. Het guillotinemes is een plaatvormig mes met een opening voor het in de open stand van het mes doorlaten van de wrongelkolom. Een voorbeeld is getoond in figuur 3. Een geleiding van het guillotinemes is schematisch getoond bij 30.

5 Onder het guillotinemes 20 en de geleiding 30 bevindt zich een schuifbus 22, met een doseerplaat 23 die in feite een op-en-neer beweegbare bodem van de schuifbus vormt, die in vertikale richting verplaatsbaar is met behulp van een vertikale doseerplaathefinrichting, in het volgende verder voorgesteld als een cilinder 24, zoals met een pijl P2 aangegeven. De 10 doseerplaathefinrichting kan echter ook uitgevoerd worden met bijvoorbeeld elektrische aandrijfmiddelen, zoals een stappenmotor of Servomotor. De schuifbus kan voorts met behulp van een cilinder 25 of op andere wijze in horizontale richting verschoven worden, zoals met een dubbele pijl P3 is aangegeven. De schuifbus kan door de cilinder 25 opzij worden geduwd tot 15 boven zogenaamde sluisplaten 26, 27. Daarbij verschuift de schuifbus met daarin een afgesneden wrongelblok van de doseerplaat 23 af naar de sluisplaten. Tussen de doseerplaat 23 en de sluisplaten bevinden zich nog één of meer niet getoonde transferplaten. Als de sluisplaten uit elkaar worden geschoven valt het wrongelblok in een onder de sluisplaten op een 20 transportinrichting 28 geplaatste kaasvorm 29. In figuur 1 bevindt zich een wrongelblok WB in de kaasvorm. Opgemerkt wordt, dat uitvoeringen met slechts één sluisplaat of zonder sluisplaten ook mogelijk zijn.

Het hiervoor beschreven proces is voor zover voor de onderhavige uitvinding van belang nog eens schematisch meer in detail stapsgewijs 25 getoond in figuur 2. In figuur 2 zijn voor overeenkomstige delen dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in figuur 1. Figuur 2 illustreert het afsnijden van een wrongelblok en het overbrengen daarvan naar een kaasvorm voor een draineerinrichting met enkelvoudige kolom. In het geval van een meervoudige kolom zijn de schuifbus en de kaasvormen voorzien van een 8 met het aantal draineerbuizen in de kolom corresponderend aantal opneemruimtes.

Figuur 2 toont een wrongelkolom W die zich in bedrijf in de in figuur 2 niet getoonde draineerkolom bevindt. In figuur 2A rust de 5 wrongelkolom W op een guillotinemes 20 dat de draineerkolom aan de onderzijde afsluit. In de situatie van figuur 2A bevindt zich dicht onder het guillotinemes 20 en de geleiding 30 van het guillotinemes een doseerplaat 23 in een schuifbus 22. De doseerplaat 23 kan in vertikale zin verplaatst worden door cilinder 24. Verder zijn horizontaal werkende cilinders 21, 25 10 getoond, die met het guillotinemes en de schuifbus zijn gekoppeld.

In de situatie van figuur 2B is het guillotinemes 20 geopend en rust de wrongelkolom W op de doseerplaat 23. De wrongelkolom is over de gewenste afstand naar beneden bewogen met behulp van de cilinder 24 en de zwaartekracht en bevindt zich met een onderste gedeelte in de schuifbus 15 22. Vervolgens wordt het guillotinemes weer gesloten zoals getoond in figuur 2C, waardoor een los wrongelblok WB ontstaat, dat zich onder het guillotinemes in de schuifbus bevindt.

Daarna wordt de doseerplaat 23 naar beneden bewogen, zodat het wrongelblok WB onderin de schuifbus 22 komt te liggen, zoals getoond in 20 figuur 2D.

Daarna wordt op bekende wijze de schuifbus met het wrongelblok zijdelings verschoven tot boven een kaasvorm en wordt het wrongelblok in de kaasvorm gedeponeerd.

In de in figuur 2C getoonde situatie ligt het bovenvlak van het 25 wrongelblok WB tegen het ondervlak van het guillotinemes 20. Ook wordt het bovenste deel van het wrongelblok omsloten door de mesgeleiding 30 van het guillotinemes. Deze mesgeleiding heeft een ronde ringvorm bij een ronde draineerkolom, of heeft een hoekige ringvorm overeenkomstig de bovenstaande wrongelkolom, danwel heeft meervoudige ronde of hoekige 30 ringvormen overeenkomstig de bovenstaande meervoudige 9 drainagekolommen of buizen en de door de mesgeleiding gevormde opening heeft in hoofdzaak dezelfde afmetingen als de opening in het guillotinemes. Opgemerkt wordt, dat waar in de beschrijving en conclusies over ringvorm of ring wordt gesproken zowel een rondgaande ronde of ellipsvormige of 5 dergelijke vorm als een rondgaande hoekige vorm, al dan niet met afgeronde of afgeschuinde hoeken wordt bedoeld. Een voorbeeld van een guillotinemes 20 is schematisch getoond in figuur 3. Het guillotinemes is plaatvormig met een gesloten deel 31 en een opening 32 met een snijrand 33. In de gesloten stand van het guillotinemes rust de wrongelkolom op het gesloten deel 31, 10 zoals te zien is in de figuren 2A, 2C en 2D. In de open stand van het guillotinemes zakt de wrongelkolom W door de opening 32 van het guillotinemes en wordt opgevangen door de op en neer beweegbare doseerplaat 23. In figuur 2B bevindt het guillotinemes zich in de open stand en is de doseerplaat al naar beneden bewogen. Als daarna het guillotinemes 15 weer gesloten wordt, snijdt de snijrand 33 de wrongelkolom door, zodat een wrongelblok ontstaat.

Bij de verdere neerwaartse beweging van de doseerplaat moet het afgesneden wrongelblok gescheiden worden van het ondervlak van het gesloten deel 31 van het guillotinemes. Daarbij moet het wrongelblok zich 20 losmaken van het guillotinemes. Zoals reeds hierboven aangegeven kan dit tot ongewenste beschadiging van het wrongelblok leiden en daarmee van de uiteindelijk verkregen kaas. De praktijk heeft uitgewezen dat het wrongelblok als het ware blijft kleven aan de onderzijde van het guillotinemes en dat het onder invloed van zijn eigen gewicht en de 25 zwaartekracht en de trekkracht, die de neerwaarts bewegende doseerplaat via de kleefkracht van de onderzijde van het wrongelblok uitoefent, vertraagd in de tijd loslaat. Afhankelijk van bovenstaand proces zal na enige tijd het wrongelblok toch loslaten van het mes, hetgeen dan abrupt gebeurt. Daardoor treden plotselinge hoge luchtstromen langs het blok op 30 naar de zich tussen het blok en het mes vormende spleet. Deze luchtstromen 10 moeten daarbij de mesgeleiding passeren. Tevens kunnen door vacuümzuiging weistromen in het wrongelblok ontstaan, die ook tot structuurbeschadigingen van het blok kunnen leiden.

De uitvinding berust op de gedachte dat het loskomen van een 5 wrongelblok van de onderzijde van het guillotinemes minder abrupt en soepeler kan plaatsvinden, indien een geschikt fluïdum wordt toegevoerd aan het grensvlak tussen het ondervlak van het guillotinemes en een tegen dat ondervlak liggend wrongelblok. Het fluïdum dient een voor het wrongelblok onschadelijk fluïdum te zijn, zoals bijvoorbeeld lucht of wei of 10 en andere natuurlijke vloeistof, zoals bijvoorbeeld water, retentaat, permeaat en dergelijke. Retentaat en permeaat zijn producten, die bij membraanfiltratie van wei of melk worden verkregen.

Een voorbeeld van een methode om lucht toe te voeren aan het grensvlak tussen het ondervlak van een guillotinemes en het bovenvlak van 15 een wrongelblok is geïllustreerd in figuur 3.

Het in figuur 3 in onderaanzicht getoonde guillotinemes 20 is aan de onderzijde voorzien van ondiepe groeven 35. De groeven bevinden zich aan de van de opening 32 in het mes afgekeerde achterrand van het mes en strekken zich van de achterrand van het mes in de richting van de opening 20 van het mes uit. De groeven zijn minder diep dan de dikte van het guillotinemes. In het getoonde voorbeeld hebben groeven 35 een zodanige lengte, dat het gesloten einde van de groeven in de gesloten stand van het mes tot juist voorbij de met een onderbroken lijn 36 aangegeven mesgeleiding 30 ter plaatse reikt. De groeven overbruggen dus de 25 mesgeleiding aan de achterzijde van het guillotinemes, waardoor lucht makkelijk naar het grensvlak van het wrongelblok en de onderzijde van het guillotinemes kan toestromen en niet meer moeizaam langs de mesgeleiding en het wrongelblok omhoog hoeft te stromen. Uit proefnemingen is gebleken, dat hierdoor een wrongelblok inderdaad soepeler los laat van het 30 guillotinemes en dat daarbij significant minder beschadigingen van het 11 wrongelblok optreden en de vorming van pinholes significant doet afnemen. De toestromende lucht kan omgevingslucht zijn onder atmosferische druk.

Als niet getoond alternatief kunnen de groeven ook verder doorgetrokken worden tot verder boven het wrongelblok waardoor het 5 contactvlak tussen wrongelblok en guillotinemes wordt verkleind. Door het verminderd contact oppervlak wordt ook de kleefkracht verkleind.

De figuren 4 en 5 illustreren een ander uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij via kanalen in de mesgeleiding vanuit een vloeistofbron, een voor een wrongelblok onschadelijke, bij voorkeur natuurlijke vloeistof 10 wordt toegevoerd aan het grensvlak tussen de onderzijde van het guillotinemes en de bovenzijde van het wrongelblok.

Figuur 4 toont schematisch in vertikale doorsnede een deel van een doseerinrichting 19 van een kaasbereidingsinrichting volgens de uitvinding. De doseerinrichting heeft een huis 40, met daarin een guillotinemes 20 met 15 omgebogen langsranden, een schuifbus 22, een doseerplaat 23 verbonden met een niet getoonde zuigerstang van doseercilinder 24.

Het guillotinemes is in dwarsdoorsnede te zien, evenals bovenste langsgeleidingsprofielen 42 en onderste langsgeleidingsprofielen 43 van de guillotinemesgeleiding 30.

20 Voorts is één der bovenste dwarsgeleidingsprofielen 44 en één der onderste dwarsgeleidingsprofielen 45 te zien. De dwars- respectievelijk langsgeleidingsprofielen vormen telkens een ring waarvan de opening in het verlengde ligt van de wrongelkolom.

In het getoonde voorbeeld zijn de beide onderste 25 langsgeleidingsprofielen 43 voorzien van kanalen 46, die zich in de lengterichting van de profielen uitstrekken en waaraan een fluïdum kan worden toegevoerd.

Figuur 5 toont schematisch een langsdoorsnede van een van een lluïdumkanaal 46 voorzien profiel. Dit kan een onderste langsprofiel 43 zijn, 30 maar ook een dwarsprofiel zou van een degelijk kanaal kunnen zijn 12 voorzien. Fluïdumkanalen kunnen in één of beide dwarsprofielen en of in één of beide langsprofielen zijn aangebracht.

Het in figuur 5 getoonde profiel 43 heeft een aan de bovenzijde open kanaal 46, waarvan in dit voorbeeld de bodem 47 vanaf een 5 fluïdumtoevoereinde 46a met een relatief grote diepte schuin oploopt naar het bovenvlak 48 van het geleidingsprofiel. Aan het diepe einde 46a van het kanaal bevindt zich een langsboring 49, die het kanaal 46 verbindt met een buitenvlak, in dit voorbeeld een kops eindvlak 50, en die een aansluiting vormt voor een fluïdumtoevoerleiding.

10 Het kanaal 46 ligt in het centrale deel van het profiel, zowel in de langsrichting gezien, als in de (horizontale) dwarsrichting gezien.

Voorts is het bovenvlak 48 van het geleidingsprofiel ter plaatse van het kanaal 46 in de binnenrand, dat wil zeggen de naar het andere langsgeleidingsprofiel gekeerde rand, voorzien van een aantal ondiepe 15 uitsparingen 51, via welke een zich in het kanaal bevindend fluïdum naar het grensvlak tussen het guillotinemes en het door de onderste geleidingsprofielen omsloten bovenste deel van een wrongelblok kan stromen. Het fluïdum kan lucht of een ander niet schadelijk gas zijn, maar ook een geschikte vloeistof, zoals hiervoor aangegeven. In het geval van een 20 vloeistof kan de met een streepstippellijn aangegeven fluïdumtoevoerleiding 52 zijn voorzien van een bestuurbare afsluitklep 53. Op deze wijze kan desgewenst bewerkstelligd worden dat slechts bij gesloten guillotinemes en een zich daaronder bevindend wrongelblok, dat nog tegen de onderzijde van het guillotinemes ligt fluïdum wordt toegevoerd aan het grensvlak tussen 25 beide zodat het fluïdum de spleet tussen wrongelblok en guillotinemes opvult en als ware tevens het wrongelblok van het guillotinemes drijft en daarbij tevens een scheidingslaag op het wrongelblok vormt.

Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kan een doseerinrichting zowel een 30 guillotinemes met groeven 35 als één of meer onderste geleidingsprofielen 13 met een fluïdumkanaal hebben. Als het guillotinemes aan de achterzijde van groeven 35 is voorzien zoals getoond in figuur 3 en tevens het in de gesloten stand onder de achterzijde liggende dwarsgeleidingsprofiel 30 (figuur 3) van een fluïdumkanaal 46 als getoond in figuur 5 is voorzien, 5 zouden de uitsparingen 51 kunnen worden weggelaten.

Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld eerst een kleine hoeveelheid wei of een andere geschikte vloeistof naar het grensvlak tussen wrongelblok en guillotinemes te laten vloeien en vervolgens lucht. Hiervoor kunnen geschikte besturingsmiddelen met bijvoorbeeld bestuurbare afsluiters zijn 10 voorzien. Tussen het wrongelblok en het mesoppervlak ontstaat dan een vloeistoflaag, waardoor de later toestromende lucht geen rechtstreekse toegang verkrijgt tot de bovenzijde van het wrongelblok. Deze actie wordt uitgevoerd totdat het wrongelblok is gescheiden van het guillotinemes of nog enige tijd daarop volgend.

15 Ook zou een guillotinemes op andere plaatsen van ondiepe groeven kunnen zijn voorzien.

Voorts wordt opgemerkt, dat de toepassing van fluïdum toevoergroeven in een guillotinemes ook toepasbaar is in andere kaasbereidingsinrichtingen, waarin delen van een wrongelbed afgesneden 20 worden. Een voorbeeld is een machine van het Tetra Tebel Pressvatic® type waarin een wrongelbed in horizontale richting wordt getransporteerd en aan het einde van de machine wrongelblokken worden afgesneden met behulp van een vertikaal werkend guillotinemes.

Voorts is de uitvinding toepasbaar op kaasbereidingsinrichtingen 25 met vertikale kolommen, onafhankelijk van de doorsnedevorm van de kolommen.

Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

2002074

Claims (10)

1. Inrichting, voor de bereiding van kaas,'omvattend althans één inrichting voor het opnemen en verdichten van kaaswrongel voorzien van een guillotinemes met een snijrand en een aan het van de snijrand afgekeerde einde gelegen achterrand voor het afsnijden van 5 wrongelblokken, waarbij het guillotinemes tussen geleidingsorganen heen en weer kan bewegen en een open stand heeft waarin een af te snijden wrongelblok het guillotinemes kan passeren, en een gesloten stand, waarin het guillotinemes een wrongelblok heeft afgesneden, waarbij middelen zijn voorzien om een afgesneden wrongelblok dwars op het vlak van het 10 guillotinemes te verplaatsen, met het kenmerk, dat in de geleidingsorganen voor het guillotinemes en/of tenminste de achterrand van het guillotinemes fluïdumtoevoerkanalen zijn voorzien voor het toevoeren van een fluïdum aan het grensvlak tussen het guillotinemes en het tegen het guillotinemes liggende oppervlak van het afgesneden wrongelblok.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting voor het opnemen en verdichten van kaaswrongel van het type is dat een vertikale wrongelkolom bevat, die in bedrijf rust op een horizontaal werkend guillotinemes als dit zich in de gesloten stand bevindt, waarbij het guillotinemes tenminste is voorzien van onder het guillotinemes liggende 20 geleidingsorganen, die een ringvormige constructie vormen met een doorlaatopening die overeenkomt met de doorsnedevorm van de vertikale wrongelkolom, met het kenmerk, dat het guillotinemes langs tenminste de achterrand is voorzien van een aantal zich vanaf de rand in het ondervlak van het guillotinemes uitstrekkende ondiepe groeven, die in de gesloten 25 stand van het guillotinemes de geleidingsorganen ter plaatse van de genoemde rand overbruggen en die fluïdumtoevoerkanalen vormen. 2002074

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting voor het opnemen en verdichten van kaaswrongel van het type is dat een horizontaal wrongelbed bevat, die in bedrijf tot wrongelblokken gesneden wordt met een verticaal werkend guillotine mes,-met het kenmerk, dat het 5 guillotinemes aan tenminste de achterrand is voorzien van een aantal zich dwars op de desbetreffende rand uitstrekkende ondiepe groeven in het mesvlak liggend aan de zijde van het afgesneden wrongelblok, welke groeven in de gesloten stand van het guillotinemes fluïdumtoevoerkanalen vormen.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het guillotinemes een plaatvormig mes is met een van een snijrand voorziene opening en een gesloten deel, waarbij de groeven zich aan een van de opening afgekeerde rand bevinden.

5. Inrichting volgens conclusie 2 of 4, met het kenmerk, dat de onder 15 het guillotinemes liggende geleidingsorganen van het guillotinemes langsprofielen en dwarsprofielen omvatten en dat tenminste één der langsprofielen en/of dwarsprofielen is voorzien van een aan de bovenzijde open kanaal, aan weerszijden begrensd door langsranden die tegen het guillotinemes liggen en waarvan de uiteinden op afstand liggen van de 20 uiteinden van het profiel, waarbij de aan de binnenzijde van de ringvormige constructie liggende langsrand van het kanaal is voorzien van ondiepe dwarsgroeven, die een fluïdumdoorgang vormen van het kanaal naar het grensvlak tussen de onderzijde van het guillotinemes en een afgesneden wrongelblok.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het kanaal vanaf een diep einde geleidelijk ondieper wordt naar het andere einde van het kanaal, en dat het diepe einde via een boring is verbonden met een fluïdumtoevoerleiding.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 30 fluïdumtoevoerleiding is voorzien van een bestuurbare afsluitklep.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 5, 6, 7, met het kenmerk, dat de fluïdumtoevoerkanalen zijn voorzien van besturingsmiddelen voor het aan het grensvlak toevoeren van een hoeveelheid vloeistof gevolgd door lucht.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 5, 6, 7, 8, met het kenmerk, dat althans een aantal fluïdumtoevoerkanalen is verbonden met een vloeistofbron, die een voor een wrongelblok onschadelijke vloeistof verschaft.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de 10 vloeistofbron een vloeistof uit een verzameling omvattend water, wei, retentaat, permeaat of een andere afsplitsingsproduct van melk verschaft. 2 0 0 2 fl 7 4