NL2002061C

NL2002061C - METHOD AND DEVICE FOR INTER-LINING ALIGNMENT WITH A DRAFT SET-UP OF PASTE.

Info

Publication number: NL2002061C
Application number: NL2002061A
Authority: NL
Inventors: Johannes Josephus Antonius Blokland
Original assignee: Rademaker B V
Priority date: 2008-10-06
Filing date: 2008-10-06
Publication date: 2010-04-07

Description

Werkwijze en inrichting voor het onderling uitgelijnd op een ondergrond opstellen van deegstnkkenMethod and device for arranging dough pieces mutually aligned on a substrate

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het onderling uitgelijnd op een 5 ondergrond opstellen van deegstukken. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het uitgelijnd op een transporteur of een bakplaat aanbrengen van deegwaren.The present invention relates to arranging dough pieces mutually aligned on a substrate. In particular, the invention relates to arranging pasta aligned with a conveyor or a baking tray.

Tijdens het bereidingsproces van deegstukken, zoals deegstukken voor het vormen van broodjes of croissants, worden de deegwaren aan diverse bewerkingsstappen 10 onderworpen alvorens zij gebakken worden. Daarbij kan het voorkomen dat deegstukken die het bereidingsproces initieel gelijktijdig doorlopen, bijvoorbeeld doordat zij naast elkaar op een transporteur liggen, gedurende een of meerdere bewerkingsstappen ten opzichte van elkaar verschuiven. Dit kan dan bij een volgende bewerkingsstap tot problemen leiden, bijvoorbeeld omdat deegstukken elkaar gaan 15 overlappen, of doordat ruimte op een transporteur of bijvoorbeeld een bakplaat niet volledig gebruikt wordt, en het productieproces daardoor wordt vertraagd.During the preparation process of dough pieces, such as dough pieces for forming rolls or croissants, the pasta is subjected to various processing steps before they are baked. In addition, it may happen that pieces of dough that initially go through the preparation process simultaneously, for example because they lie next to each other on a conveyor, shift relative to each other during one or more processing steps. This can then lead to problems in a subsequent processing step, for instance because dough pieces start to overlap, or because space on a conveyor or for instance a baking tray is not completely used, and the production process is thereby delayed.

Veelal zal een dergelijk productieproces diverse bewerkingsinrichtingen omvatten, tussen welke (half-)deegstukken op transporteurs, zoals transportbanden verplaatst 20 worden, om uitcindclijk op een bakplaat geplaatst te worden. De deegstukken worden daarbij initieel bijvoorbeeld in een zich dwars op de transportrichting uitstrekkende rij naast elkaar op een transporteur geplaatst, waarbij zo’n rij in een richting tegengesteld aan de transportrichting gezien gevolgd kan worden door één of meerdere volgende rijen. Deegstukken worden zodoende in onderling parallelle richtingen getransporteerd. 25Such a production process will often comprise various processing devices, between which (half) dough pieces are moved on conveyors, such as conveyor belts, to be placed on a baking tray, ultimately. The dough pieces are initially placed, for example in a row extending transversely to the conveying direction, side by side on a conveyor, wherein such a row, viewed in a direction opposite to the conveying direction, can be followed by one or more subsequent rows. Dough pieces are thus transported in mutually parallel directions. 25

De onderhavige uitvinding beoogt de problemen als gevolg van het verschuiven van de deegstukken op te lossen, en verschaft daartoe een inrichting volgens conclusie 1, alsook een werkwijze volgens conclusie 13.The present invention has for its object to solve the problems resulting from the displacement of the dough pieces, and to that end provides a device according to claim 1, as well as a method according to claim 13.

30 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat een transporteur, voor het in een transportrichting van de transporteur groepsgewijs aanvoeren van in meerdere kolommen op de transporteur gelegen deegstukken, en een aan een uiteinde van de transporteur opgesteld zich in hoofdzaak dwars op de transportrichting uitstrekkend aandrijfbaar rollenpaar, voor het op een lijn dwars op een transportrichting van een 2 transporteur vergaren van een rij van de deegstukken. Daarnaast omvat de inrichting besturingsmiddelen, voor het besturen van het aandrijfbare rollenpaar, die zijn ingericht voor het gedurende een eerste tijdslot stil houden van het rollenpaar, en het gedurende het tweede tijdslot in naar elkaar toe gerichte rotatierichtingen aandrijven van de rollen 5 voor het tussen de rollen door op een ondergrond aanbrengen van de deegstukken.The device according to the present invention comprises a conveyor for supplying, in a conveying direction of the conveyor, group pieces of dough pieces situated on a plurality of columns on the conveyor, and a drivable pair of rollers arranged at one end of the conveyor extending substantially transversely to the conveying direction. for gathering a row of the dough pieces in a line transverse to a conveying direction of a conveyor. In addition, the device comprises control means, for controlling the drivable pair of rollers, which are adapted to keep the pair of rollers stationary during a first time slot, and to drive the rollers 5 towards each other in rotational directions directed towards each other during the second time slot. roll by applying the dough pieces to a surface.

Onder een kolom wordt hier een al dan niet continue reeks die zich uitstrekl in de transportrichting verstaan.A column here is understood to mean a continuous or non-continuous series extending in the transport direction.

Door het op een lijn vergaren van een rij van deegstukken en het vervolgens op een 10 ondergrond aanbrengen van de deegstukken wordt erv oor gezorgd dat deegstukken, die voordien al dan niet op een rij lagen, naast elkaar komen te liggen, bijvoorbeeld op een volgende transporteur, of op een bakplaat. Hierdoor wordt een dergelijke transporteur of bakplaat efficiënter gebruikt, hetgeen leidt tot een grotere doorvoersnelheid of capaciteit van het productieproces waarin de inrichting is opgenomen.By gathering a row of dough pieces on a line and subsequently arranging the dough pieces on a surface, it is ensured that pieces of dough, which were previously in a row or not, will lie next to each other, for example on a next conveyor , or on a baking sheet. As a result, such a conveyor or baking tray is used more efficiently, which leads to a higher throughput speed or capacity of the production process in which the device is incorporated.

1515

Bij voorkeur zijn de rollen daartoe op een afstand die (gemeten in de transportrichting) kleiner is dan een grootste afmeting van een deegstuk, bijvoorbeeld voor een broodje of een croissant, van elkaar geplaatst. Wanneer het deegstuk vanaf de transporteur op de uitlijninrichting wordt gevoerd, blijft het met tenminste zijn in de transportrichting 20 gezien voorste cn achterste uiteinde elk op een van dc rollen liggen,To that end, the rollers are preferably placed at a distance which (measured in the direction of transport) is smaller than a largest dimension of a piece of dough, for example for a sandwich or a croissant. When the dough piece is fed from the conveyor onto the alignment device, with at least its front and rear end, viewed in the transport direction 20, each remains on one of the rollers,

Voor een universele toepasbaarheid van de inrichting, kan de afstand tussen de rollen instelbaar zijn. De afstand dient daarbij éénmaal te worden ingesteld, alvorens deegstukken van een bepaalde afmeting (bijvoorbeeld een diameter gemeten in de 25 transportrichting) uitgelijnd kunnen worden. Wanneer beoogd wordt de inrichting vervolgens voor een ander soort deegstukken te gebruiken dient de afstand daartoe opnieuw te worden ingesteld.For a universal applicability of the device, the distance between the rollers can be adjustable. The distance must be set once, before dough pieces of a certain size (for example a diameter measured in the transport direction) can be aligned. When it is intended to subsequently use the device for a different type of dough piece, the distance therefor must be adjusted again.

Bij voorkeur wordt de afstand daarbij gekozen tussen de 85% en de 99% van de 30 afmeting van een deegstuk gemeten in de transportrichting. Bij een keuze van 85% wordt het deegstuk aanzienlijk vervormd wanneer het door de inrichting wordt gevoerd. Een dergelijke vervorming kan wenselijk zijn, in het bijzonder wanneer de deegstukken een ronde doorsnede hebben in de transportrichting. Dergelijke deegstukken liggen namelijk niet stabiel op transportbanden, en neigen in het bijzonder te blijven rollen op 3 overgangen tussen de transportbanden. Door een deformatie (tussen de 1% en 15%) kan dit probleem worden verholpen. Het deeg kan daarbij overigens “geheugenwerking” vertonen, dat wil zeggen dat het na een deformatie tussen de rollen weer gedeeltelijk terugkeert in zijn oorspronkelijke vorm.Preferably, the distance is thereby chosen between 85% and 99% of the size of a piece of dough measured in the conveying direction. With a choice of 85%, the dough piece is considerably deformed as it passes through the device. Such a deformation may be desirable, in particular when the dough pieces have a circular cross-section in the conveying direction. Namely, pieces of dough of this type do not lie stably on conveyor belts, and in particular tend to continue to roll on 3 transitions between the conveyor belts. A deformation (between 1% and 15%) can solve this problem. The dough may thereby have a "memory effect", that is to say that after a deformation between the rollers it partially returns to its original form.

55

De duur van het eerste en tweede tijdslot tezamen is bij voorkeur gelijk aan een gemiddelde duur tussen het aanvoeren van een eerste groep deegstukken en een tweede, op de eerste groep volgende, groep deegstukken door de transporteur. Hierdoor wordt er gemiddeld een gelijke hoeveelheid deegstukken afgevoerd als aangevoerd, waardoor er 10 geen opstoppingen ontstaan. De besturingsmiddelen kunnen worden ingesteld om telkens wanneer de transporteur een bepaalde afstand heeft afgclcgd, een tweede tijdslot aan te laten vangen, waarbij de rollen naar elkaar toegedraaid worden. Wanneer de aanvoersnelheid van deegstukken door de transporteur nauwkeurig bekend is kan ook een bepaalde tijdsduur als basis voor de besturing dienen. Voorts is het een optie om 15 middels sensoren vast te stellen of er zich een volledige rij deegstukken op de rollen gevormd heeft, en indien aan die voorwaarde is voldaan de rollen gedurende het tweede tijdslot te verdraaien. De duur van het tweede tijdslot ligt bij voorkeur tussen de 0,1 en 0,5, en in het bijzonder rond de 0,2 seconde.The duration of the first and second timeslot together is preferably equal to an average duration between the feeding of a first group of dough pieces and a second group of dough pieces following the first group by the conveyor. As a result, on average an equal amount of dough pieces is discharged as supplied, so that no congestion occurs. The control means can be set to start a second time slot every time the conveyor has moved a certain distance, wherein the rollers are turned towards each other. When the supply speed of dough pieces by the conveyor is accurately known, a certain period of time can also serve as a basis for the control. Furthermore, it is an option to determine by means of sensors whether a complete row of dough pieces has formed on the rolls, and if that condition is met, to rotate the rolls during the second time slot. The duration of the second time slot is preferably between 0.1 and 0.5, and in particular around 0.2 seconds.

20 Door deze korte bcwcgingstijd van het rollcnstclscl te kiezen wordt slechts een klein gedeelte van de totale cyclustijd gebruikt voor het afvoeren van de producten. De overigen tijd staan de rollen stil. Een grotere tijdspanne waarop de rollen stil gehouden kunnen worden resulteert in een grotere onderlinge afwijking van de producten die nog door de inrichting gecorrigeerd kan worden. Aldus is de inrichting effectiever.By choosing this short movement time of the roll cycle, only a small part of the total cycle time is used to dispose of the products. The remaining time the roles stand still. A longer period of time during which the rollers can be kept still results in a greater mutual deviation of the products that can still be corrected by the device. The device is thus more effective.

2525

In een verdere uitvoeringsvorm is een eerste rol ten opzichte van het transportvlak van de transporteur op een lager niveau gelegen dan een tweede rol. Een eerste rol wordt daarbij geacht de rol te zijn die het dichtst bij de transporteur gelegen is. Op deze manier wordt een verdieping gevormd voor het van de transportband opvangen van de 30 deegstukken. Een rotatieas van een eerste rol van het rollenpaar en een rotatieas van een tweede rol van het rollenpaar liggen daartoe bij voorkeur op een lijn die een hoek tussen de 10 en de 50, en in het bijzonder ongeveer 30 graden met de horizontaal maakt. Bij voorkeur is de eerste rol daarbij op een niveau beneden een draagvlak van de transporteur gelegen, zodat de deegstukken automatisch tussen de beide rollen terecht 4 komen, wanneer zij van de transporteur afvallen. De rotatieassen van elk van de rollen liggen daarbij evenwijdig aan het vlak waarin het transportvlak van de transporteur is gelegen.In a further embodiment, a first roller is situated at a lower level than a second roller relative to the conveying surface of the conveyor. A first roll is considered to be the roll closest to the conveyor. In this way, a recess is formed for receiving the dough pieces from the conveyor belt. A rotation axis of a first roll of the pair of rollers and a rotation axis of a second roll of the pair of rollers are therefore preferably situated on a line which makes an angle between 10 and 50, and in particular approximately 30 degrees with the horizontal. The first roll is herein preferably located at a level below a bearing surface of the conveyor, so that the dough pieces automatically end up between the two rollers when they fall off the conveyor. The rotational axes of each of the rollers are then parallel to the plane in which the conveyor surface of the conveyor is located.

5 In weer een volgende uitvoeringsvorm heeft ten minste één rol een geprofileerd oppervlak, voor het voorpositioneren van de deegslukken op het rollenpaar. In het bijzonder heeft die rol bijvoorbeeld een langs zijn lengte variërende diameter. Een dergelijke diameter is daarbij afgestemd op de vorm van de uit te lijnen deegstukken, en zorgt ervoor dat de deegstukken in een richting loodrecht op de transportrichting een 10 beoogde positie aannemen.In yet another embodiment, at least one roll has a profiled surface, for pre-positioning the dough slugs on the pair of rolls. In particular, that roller has, for example, a diameter varying along its length. Such a diameter is thereby adapted to the shape of the dough pieces to be aligned, and ensures that the dough pieces assume an intended position in a direction perpendicular to the conveying direction.

De ondergrond kan daarbij tevens aandrijfbaar zijn, bij voorkeur gesynchroniseerd met het aandrijven van de rollen.The substrate can thereby also be drivable, preferably synchronized with driving the rollers.

15 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve figuren, waarin:The invention will now be elucidated with reference to the following non-limitative figures, in which:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een uitlijninrichting volgens de onderhavige uitvinding toont;Figure 1 shows a top view of an alignment device according to the present invention;

Figuur 2 een zijaanzicht van een uitlijninrichting volgens de onderhavige 20 uitvinding toont;Figure 2 shows a side view of an alignment device according to the present invention;

Figuur 3 een rollenpaar toont, met een diameter die langs de lengte van de rol varieert; enFigure 3 shows a pair of rollers with a diameter that varies along the length of the roll; and

Figuur 4 een grafische weergave toont van de omwentelingssnelheid van rollen uit de inrichting ten opzichte van de tijd.Figure 4 shows a graphical representation of the speed of revolution of rollers from the device with respect to time.

2525

Figuur 1 toont een uitlijninrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. Getoond is een eerste transporteur 2, waarop zich een eerste groep deegstukken 3 bevindt, en een tweede groep deegstukken 4. De deegstukken liggen niet uitgelijnd op de respectievelijke lijnen 3a en 4a, hetgeen in een later stadium verder bewerken van de 30 deegstukken bemoeilijkt. De transporteur beweegt in de richting van de pijl 5, en voert de deegstukken zodoende naar het rollenpaar 6, 7. De deegstukken 8 zijn van de transporteur 2 overgedragen naar het rollenpaar 6, 7, en zijn, doordat ze juist tussen de rollen 6 en 7 in blijven hangen, uitgelijnd op de lijn 8a, welke zich dwars op de (transport) richting van pijl 5 bevindt. Door de rollen 6 en 7 kortstondig in een 5 rotatierichting naar elkaar toe te draaien, zoals schematisch weergegeven met de pijlen 6a respectievelijk 7a, worden de deegstukken 8 tussen de rollen doorgevoerd, en op de tweede transporteur 9 aangebracht, die zich onder de rollen 6 en 7 uitstrekt. De deegstukken 10 bevinden zich op de tweede transporteur 9, en liggen uitgelijnd op een 5 lijn 10a, die zich loodrecht op een transportrichting aangeduid met pijl 11 van de tweede transporteur 9 bevindt.Figure 1 shows an alignment device 1 according to the present invention. Shown is a first conveyor 2, on which is located a first group of dough pieces 3, and a second group of dough pieces 4. The dough pieces are not aligned with the respective lines 3a and 4a, which makes further processing of the dough pieces difficult at a later stage. The conveyor moves in the direction of the arrow 5, and thus carries the dough pieces to the roller pair 6, 7. The dough pieces 8 have been transferred from the conveyor 2 to the roller pair 6, 7, and are, because they are just between the rollers 6 and 7 remain in alignment, aligned with the line 8a, which is transverse to the (transport) direction of arrow 5. By briefly rotating the rollers 6 and 7 towards each other in a direction of rotation, as schematically shown with the arrows 6a and 7a, the dough pieces 8 are passed between the rollers and arranged on the second conveyor 9, which is located under the rollers 6. and 7 extends. The dough pieces 10 are located on the second conveyor 9, and lie aligned with a line 10a, which is perpendicular to a conveying direction indicated by arrow 11 of the second conveyor 9.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de uitlijninrichting 1 uit figuur 1. Het hart van de eerste rol 6 bevindt zich op een afstand 16 onder het draagoppervlak 30 van de eerste 10 transporteur 2. Daardoor vallen de deegstukken 4 wanneer zij het einde van de transporteur bereik hebben tussen de rollen 6 en 7. De harten van de rollen 6 en 7 bevinden zich op een afstand 18 van elkaar, welke gekozen wordt in afhankelijkheid van de lengte 15 van een deegstuk, gezien in de transportrichting. De afstand 18 tussen de harten van de rollen wordt zodanig gekozen dat de afstand 14 tussen de mantels van 15 de rollen kleiner is dan de lengte 15 van de deegstukken 8, zodat de deegstukken 8 niet tussen de rollen 6, 7 door kunnen vallen. Om de deegstukken 8 op de tweede transporteur 9 aan te brengen, worden de rollen 6 en 7 door besturingsmiddelen kortstondig aangedreven in de richtingen 6a en 7a.Figure 2 shows a side view of the alignment device 1 of Figure 1. The center of the first roller 6 is at a distance 16 below the bearing surface 30 of the first conveyor 2. As a result, the dough pieces 4 fall when they reach the end of the conveyor have between the rollers 6 and 7. The hearts of the rollers 6 and 7 are at a distance 18 from each other, which is selected in dependence on the length 15 of a dough piece, viewed in the direction of transport. The distance 18 between the hearts of the rollers is chosen such that the distance 14 between the jackets of the rollers is smaller than the length 15 of the dough pieces 8, so that the dough pieces 8 cannot fall between the rolls 6, 7. In order to arrange the dough pieces 8 on the second conveyor 9, the rollers 6 and 7 are momentarily driven by control means in the directions 6a and 7a.

20 Om ervoor te zorgen dat de deegstukken 8 niet over de rol 7 heen rollen wanneer deze van de eerste transporteur 2 atVallen, kan de rol 7 hoger geplaatst zijn dan de rol 6. In het bijzonder kunnen de respectievelijke rotatieassen 19 en 20 van de rollen 6 en 7 op een lijn liggen die een hoek 13 van ongeveer 30 graden maakt met de normaal.In order to ensure that the dough pieces 8 do not roll over the roll 7 when they fall from the first conveyor 2, the roll 7 can be placed higher than the roll 6. In particular, the respective rotational axes 19 and 20 of the rollers 6 and 7 are on a line that makes an angle 13 of about 30 degrees with the normal.

25 Figuur 3 toont een rollenpaar, bestaande uit de rollen 6b en 7b, welke in hoofdzaak een diameter 21 hebben, die op enkele plekken langs de lengte van de rollen 6b, 7b gradueel gereduceerd is tot een kleinere diameter 22. De verkleinde diameter 22 is in combinatie met de afstand tussen de rollen zodanig gekozen dat een deegstuk 23 niet tussen de rollen door kan vallen. De vorm van de graduele reductie van de diameter van de rollen 30 is afgestemd op die van de deegstukken 23. Dankzij de getoonde vorm zoeken de deegstukken een positie parallel aan de transportrichting, en worden zij niet alleen op een lijn 28 dwars op de transportrichting uitgelijnd, maar levens op respectievelijke lijnen 26 en 29 parallel aan de transportrichting. Een deegstuk 23 wordt daarbij in de 6 richting van de pijlen 25 gecentreerd op de lijn 28, en een deegstuk 23a wordt daarbij in de richting van de pijlen 27 gecentreerd op de lijn 26.Figure 3 shows a pair of rollers consisting of the rollers 6b and 7b, which essentially have a diameter 21, which is gradually reduced to a smaller diameter 22 at some points along the length of the rollers 6b, 7b. The reduced diameter 22 is in combination with the distance between the rollers chosen such that a piece of dough 23 cannot fall between the rollers. The shape of the gradual reduction of the diameter of the rollers 30 is aligned with that of the dough pieces 23. Thanks to the shape shown, the dough pieces look for a position parallel to the conveying direction, and are not only aligned on a line 28 transversely of the conveying direction , but lives on respective lines 26 and 29 parallel to the transport direction. A piece of dough 23 is then centered on the line 28 in the 6 direction of the arrows 25, and a piece of dough 23a is thereby centered on the line 26 in the direction of the arrows 27.

Figuur 4 toont een grafische weergave van de omwentelingssnelheid van de rollen, 5 uitgezet tegen de tijd. Langs een eerste tijdas 31 is een eerste tijdslot 32a weergegeven waarin de rollen in beweging gezet worden, enige tijd met gelijke omwentelingssnelheid draaien, en vervolgens weer tot stilstand worden gebracht. Het tij dslot bedraagt hier ongeveer de halve periodeduur van een periode 33 die overeenstemt met de gemiddelde duur van tussen de transporteur aangevoerde 10 deegstukken. Gedurende het tweede tijdslot 32b kunnen deegstukken door de inrichting verzameld worden.Figure 4 shows a graphical representation of the speed of revolution of the rollers, plotted against time. Along a first time axis 31 a first time slot 32a is shown in which the rollers are set in motion, rotate for some time at the same speed of rotation, and are subsequently brought to a halt again. The time slot here is approximately half the duration of a period 33 which corresponds to the average duration of dough pieces supplied between the conveyor. During the second time slot 32b, dough pieces can be collected by the device.

Langs een tweede tijdas 34 is wederom de omwentelingssnelheid van de rollen uitgezet tegen de tijd, waarbij nu echter het eerste tijdslot 35a, waarin de rollen in beweging 15 gezet worden, enige tijd met gelijke omwentelingssnelheid draaien, en vervolgens weer tot stilstand worden gebracht, relatief kort is gekozen ten opzichte van de periodetijd 36. Hierdoor is het tweede tijdslot 35b, waarin de inrichting deegstukken verzamelt, relatief lang, waardoor grotere verschillen in de uitlijning van de aangevoerde deegstukken opgevangen kunnen worden.Along a second time axis 34, the rotation speed of the rollers is again plotted against time, but now the first time slot 35a, in which the rollers are set in motion, rotate for some time at the same rotation speed, and are subsequently stopped again, is chosen to be short with respect to the period time 36. As a result, the second time slot 35b, in which the device collects dough pieces, is relatively long, so that larger differences in the alignment of the supplied dough pieces can be absorbed.

2020

In de praktijk is een eerste tijdslot tussen de 0,15 en 0,25 seconde haalbaar gebleken bij een periodeduur tussen de 0,4 en 6,0 seconde, en aldus een resulterend tweede tijdslot tussen de 0,15 en 5,85 seconde. Dit betekent een frequentie van 10 tot 150 slagen per minuut.In practice, a first time slot between 0.15 and 0.25 second has been found to be feasible with a period duration between 0.4 and 6.0 seconds, and thus a resulting second time slot between 0.15 and 5.85 seconds. This means a frequency of 10 to 150 beats per minute.

2525

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn er diverse varianten mogelijk, die alle binnen de beschermingsomvang van de onderhavige aanvrage vallen, zoals beschreven in de navolgende conclusies.In addition to the embodiments shown, various variants are possible, all of which fall within the scope of protection of the present application, as described in the following claims.

Claims

CLAIMS 1. An alignment device for dough pieces, comprising: a conveyor for supplying dough pieces located in a plurality of columns on the conveyor in a conveying direction of the conveyor 5; a drivable roller pair arranged at one end of the conveyor and extending substantially transversely to the conveying direction, for gathering a row of the dough pieces from a plurality of columns in a line transverse to a conveying direction of a conveyor on the roller pair; control means, for controlling the drive bar roller pair, wherein the control means are arranged to stop the roller pair cyclically during a first time slot and to drive rotation directions directed towards each other on a supply side of the dough pieces during a second time slot of the roller pair, for arranging the dough pieces between the rollers on a surface.

2. Device as claimed in claim 1, wherein the roller pair comprises parallel rollers placed at a distance, smaller than a largest dimension of a piece of dough measured in the direction of transport.

Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the distance between the jackets of the rollers is adjustable. 25

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the distance between the 85% and the 99% of the dimension of a dough piece is measured in the transport direction.

5. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the duration of the first and second time slot together is equal to an average duration between supplying a first group of dough pieces and a second group of dough pieces following the first group by the conveyor .

Device as claimed in claim 5, wherein the duration of the second time slot is between 0.1 and 0.5, and in particular around 0.2 seconds.

7. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein a first roll 5, viewed in the transport direction, is situated at a lower level than a second roll.

Device as claimed in claim 7, wherein a rotation axis of a first roller of the roller pair and a rotation axis of a second roller of the roller pair are in a line which is an angle between 10 and 50, and in particular approximately 30 degrees with the 10 makes horizontal.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least the first roller is located at a level below a bearing surface of the conveyor.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one roll has a diameter varying over its length.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein an axis of rotation of at least one roller lies parallel to a bearing surface of the conveyor. 20

Device as claimed in any of the foregoing claims, further comprising a substrate, wherein the substrate is drivable, synchronized with driving the rollers.

A method for aligning dough pieces, comprising: feeding the dough pieces in groups in a conveying direction; gathering a row of the dough pieces on a drivable pair of rollers on a line transverse to a conveying direction of a conveyor; controlling the drivable pair of rollers; Wherein controlling the pair of rollers comprises: keeping the pair of rollers stationary during a first time slot, and driving the pair of rollers in a direction of rotation facing towards each other on a transport side.

Method according to claim 12, wherein the duration of the second time slot is between 0.1 and 0.5, and in particular around 0.2 seconds.

15. Method as claimed in claim 13, wherein the duration of the first and the second time slot are equal to the duration between supplying a first group of dough pieces and supplying a second group of dough pieces.