NL2001645C2 - Verpakking voor vloeistoffen, plano en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en gebruik. - Google Patents

Description

Verpakking voor vloeistoffen, plano en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en gebruik.

De uitvinding betreft een verpakking voor vloeistoffen. De uitvinding verschaft tevens 5 een plano voor een dergelijke verpakking en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan, en het gebruik van de verpakking voor het verpakken van vloeistoffen.

Er bestaan verschillende verpakkingen voor vloeistoffen, in het bijzonder voor dranken en vloeibare zuivelproducten. De verpakkingen kunnen bijvoorbeeld zijn vervaardigd 10 uit gelamineerd karton of kunststof, waarbij ten minste de binnenzijde van de verpakking is voorzien van een mediumdichte laag. Tevens hebben verpakkingen voor vloeistoffen doorgaans een schenktuit voor het uitschenken van de vloeistof, die verzegeld is en in veel gevallen tevens hersluitbaar is.

15 Een nadeel van de bekende verpakkingen is dat bij het uitschenken van de vloeistof een deel van de vloeistof in de verpakking achterblijft. Dit probleem is met name aanwezig bij relatief viskeuze vloeistoffen zoals yoghurt, vla en kwark, waarbij doorgaans 10-20% van het product in de verpakking achterblijft. Een oplossing die voor dit probleem is bedacht bestaat uit het gebruik van zogenoemde flessenschrapers, zoals bijvoorbeeld 20 bekend voor flessen uit US 6012227. Een dergelijke schraper bestaat uit een smal handvat voorzien van een schraapelement, dat door de schenkopening naar binnen kan worden gestoken om de laatste resten te verwijderen. Een dergelijke schraper is echter vaak onhandig in het gebruik, en bovendien is een schraper niet in elke situatie beschikbaar.

25

De uitvinding beoogt het eenvoudig mogelijk te maken eenvoudig resten van het verpakte product uit een verpakking te verwijderen.

De uitvinding verschaft daartoe een verpakking voor vloeistoffen, omvattende 30 ten minste een houder voor vloeistof bestaande uit een bodemdeel en een topdeel, waarbij het topdeel is voorzien van een uitschenkmiddelen voor het uitschenken van vloeistof uit de houder, waarbij een wand van de houder is voorzien van ten minste één handmatig verbreekbare verzwakking, welke verzwakking zich in een intacte toestand uitstrekt over ten minste een deel van de omtrek van de wand, waarbij in een verbroken 2 toestand het topdeel en het bodemdeel onderling verplaatsbaar zijn voor het verschaffen van een toegang tot de houder. Aldus is het eenvoudig mogelijk om, nadat de bulk van de vloeistof via de uitschenkmiddelen zoals een schenktuit is benut, de laatste achtergebleven resten te verwijderen door de verzwakking te verbreken. Hierdoor kan 5 het topdeel worden verplaatst waardoor een gebruiker eenvoudig resten uit het bodemdeel kan bereiken, bijvoorbeeld door gebruik van een lepel of rietje. De door de onderlinge verplaatsing ontstane opening is hierbij groter dan de opening van de uitschenkmiddelen. In het bijzonder bij viskeuze vloeistoffen zoals yoghurt, kan een gebruiker hierdoor ook de laatste achtergebleven resten gebruiken of consumeren. De 10 verzwakking kan in principe worden toepast in elke bekende gelamineerde kartonverpakking of kunststofverpakking voor vloeistoffen. Bij voorkeur is de verpakking volgens de uitvinding gevuld met een vloeistof, bij voorkeur een relatief viskeuze vloeistof. Het is echter ook denkbaar de verpakking te gebruiken voor andere schenkbare materialen zoals granulaten en dispersies.

15

Bij voorkeur strekt de verzwakking ten minste uit over ten minste de helft, bij voorkeur ten minste driekwart van de omtrek van de wand. Aldus is het eenvoudig het bodemdeel en het topdeel onderling te verplaatsen om zo eenvoudig toegang tot het binnenste van de houder te verkrijgen.

20

Het is voordelig indien de verzwakking zich uitstrekt over de volledige omtrek van de wand, dusdanig dat in de verbroken toestand het bodemdeel en het topdeel zijn gescheiden. Aldus zijn het bodemdeel en het topdeel losneembaar. In de losgenomen toestand is het in het bijzonder eenvoudig restanten uit de verpakking te verwijderen.

25

In een voorkeursuitvoering omvat de wand in hoofdzaak een kartonlaag, die ten minste aan de binnenzijde van de houder is voorzien van een mediumdichte laag. In een dergelijk materiaal is het bijzonder eenvoudig een verzwakking aan te brengen, met een grote ontwerpvrijheid. De kartonlaag zorgt in een dergelijke constructie voor de 30 mechanische sterkte, terwijl de mediumdichte laag, die waterbestendig is en doorgaans ook diffusie van gassen tegen gaat, de verpakking geschikt maakt voor vloeistoffen.

Het is voordelig indien de verzwakking een gedeeltelijke perforatie van ten minste de kartonlaag omvat. Een gedeeltelijke perforatie van de kartonlaag heeft slechts een 3 beperkte vermindering van de mechanische sterkte en is eenvoudig en met een groete ontwerpvrijheid aan te brengen.

Bij voorkeur is tussen de kartonlaag en de mediumdichte laag ten minste langs een deel 5 van de verzwakking een flexibel snijdelement aangebracht. Het snijdelement maakt het eenvoudiger voor een gebruiker om de verzwakking handmatig te verbreken. Het snijdelement is bijvoorbeeld een snijdkoord of snijdstrip, doorgaans vervaardigd uit een trekvast materiaal zoals metaaldraad of een trekvaste kunststof zoals nylon. Door trekken aan het snijdelement wordt de verzwakking doorbroken.

10

In een voorkeursuitvoering is het flexibele snijdelement verbonden met een bedieningselement dat zich uitstrekt tot buiten de houder. Door het bedieningselement is het eenvoudiger handmatig aan het snijdelement te trekken. Het bedieningselement kan bijvoorbeeld een lipje of knopje zijn. Optioneel kan het bedieningselement met de 15 verpakking geïntegreerd zijn, bijvoorbeeld een kartonnen lipje dat in de wand is verwerkt.

Het is voordelig indien de verzwakking is gelegen tussen 20% en 80% van de totale hoogte van het bodemdeel en het topdeel, bij voorkeur tussen 40% en 60%. Aldus is het 20 eenvoudig een relatief groot deel van de houder eenvoudig te bereiken. Wanneer het bodemdeel, waarin zich doorgaans het grootste deel van de restanten bevindt, een relatief kleine diepte heeft (dus wanneer de hoogte van de verzwakking kleiner is dan 50%), dan is het bodemdeel relatief makkelijk toegankelijk. Wanneer het bodemdeel een hoogte heeft kleiner dan 20% van het totaal, dan is er een relatief groot risico dat de 25 restanten ongecontroleerd uit de verpakking komen.

De uitvinding verschaft tevens een plano voor vervaardiging van een verpakking volgens de uitvinding. Een dergelijke plano kan gebaseerd zijn op een plano voor elke bekende verpakking van gelamineerd karton, met het verschil dat hierin tevens een extra 30 verbreekbare verzwakking is aangebracht die het mogelijk maakt in een verbroken toestand het topdeel en het bodemdeel onderling te verplaatsen zijn voor toegang tot de houder. Door vouwen en stansen kan uit de plano een verpakking volgens de uitvinding worden vervaardigd, die kan worden gevuld met de te verpakken vloeistof.

4

De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een plano volgens de uitvinding, omvattende de bewerkingsstappen: het verschaffen van een dunnelaagmateriaal, het bewerken van het dunnelaagmateriaal tot een plano voor een verpakking voor vloeistoffen, het aanbrengen van een verzwakking in het 5 dunnelaagmateriaal, het ter plaatse van ten minste een deel van de verzwakking aanbrengen van een flexibel snijdelement, en het over het flexibele snijdelement en het dunnelaagmateriaal aanbrengen van een mediumdichte laag. Aldus wordt eenvoudig een plano verkregen, die verwerkt kan worden tot een verpakking volgens de uitvinding.

10

De uitvinding verschaft tevens het gebruik van een verpakking volgens de uitvinding voor het verpakken van een vloeistof, bij voorkeur een relatief viskeuze vloeistof.

In een voorkeursuitvoering wordt de verpakking gebruikt voor het vaipakken van een 15 vloeistof, waarbij de vloeistof een vloeibaar zuivelproduct is, in het bijzonder yoghurt of vla.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden.

20 Figuur la-le tonen een verpakking volgens de uitvinding.

Figuren 2a-2d tonen de vervaardiging van een plano voor een verpakking volgens de uitvinding.

Figuur la toont een verpakking 1 voor vloeistoffen van het populaire “Gable-top”-type, 25 aangepast volgens de uitvinding. De verpakking 1 kan bijvoorbeeld gevuld zijn met eendrank of bijvoorbeeld een meer viskeuze vloeistof zoals vla, yoghurt, kwark of slagroom. Aan de bovenzijde 2 geeft deze verpakking de mogelijkheid door uitvouwen een schenktuit 3 te vormen voor het uitschenken van vloeistof vanuit de verpakking 1. Hot topdeel 4 en het bodemdeel van de houder 1 worden gescheiden door een ongeveer 30 in het midden van de verpakking 1 aangebrachte verzwakking 6. De verzwakking 6 is door middel van een bedieningselement 7 te verbreken. Het bedieningselement is verbonden met een flexibel snijdelement 8 (bijvoorbeeld een snijdraad of snijdstrip) die onder de verzwakking is aangebracht, zoals getoond in figuur lc. Door aan het bedieningselement 7 te trekken (fig. lc) wordt de verzwakking 6 verbroken, waardoor 5 het topdeel 4 en het bodemdeel 5 onderling verplaatsbaar zijn. De verzwakking 6 is hier lineair en horizontaal gemaakt; het is echter denkbaar de verzwakte lijn 6 een gekromde lijn te maken en/of de verzwakte lijn 6 onder een schuine hoek met de bodem te trekken.

5

Tn figuur 1b is de verbroken toestand van de verpakking 1 gezien, waarbij het topdeel 4 en het bodemdeel 5 nog slechts via één wanddeel 9 verbonden zijn. Hierdoor is het mogelijk om het topdeel weg te roteren volgens as A, waardoor het eenvoudig is resten uit het bodemdeel 5 van de verpakking te verwijderen. Bij viskeuze vloeistoffen zoals 10 yoghurt blijft na uitschenken via de schenktuit 3 vaak nog 10-20% van het product in de verpakking achter. Door de openritsbare verpakking 1 volgens de uitvinding kan een groot deel van dit restant eenvoudig alsnog benut worden.

Figuur lc toont het laminaatmateriaal 10 waaruit de verpakking 1 wordt vervaardigd.

15 Voor de duidelijkheid zijn de verschillende lagen op afstand gepositioneerd; in werkelijkheid zijn deze op elkaar geplaatst, bijvoorbeeld dor verlijming of versmelting. De buitenzijde van de laminaatlaag 10 bestaat uit karton 11, dat mechanische stevigheid geeft. Aan de binnenzijde is de laminaatlaag voorzien van een mediumdichte laag 12 die waterbestendig is, doorgaans in hoofdzaak vervaardigd uit kunststof. Overigens 20 kunnen de kartonlaag 11 en mediumdichte laag 12 zijn opgebouwd, en optioneel kunnen andere functionele lagen zijn toegevoegd, zoals bekend voor kartonverpakkingen. In de kartonlaag 11 is de verzwakking 6 aangebracht, bijvoorbeeld een perforatierand in verdunning verkregen door stansen. Ter hoogte van de verzwakking 6 is een snijdraad 8 geïntegreerd met het laminaat 10. De snijdraad is 25 tussen het karton 11 en de mediumdichte laag 12 aangebracht. Optioneel is de snijdraad geïntegreerd met de mediumdichte laag 12 en/of de kartonlaag 11. Door het met de snijdraad 8 verbonden bedieningselement 7 handmatig uit te trekken volgens pijl B, wordt de verzwakking 6 door interactie met de snijdraad 8 verbroken. In figuur ld is de verbroken toestand te zien. De mediumdichte laag 12 is vaak relatief dun en heeft 30 relatief weinig mechanische sterkte, en hoeft daarom doorgaans niet noodzakelijkerwijs van een verzwakking te worden voorzien om gelijktijdig met de kartonlaag 11 verbroken te worden.

6

In figuur le is een dwarsdoorsnede te zien, In figuur le is getoond hoe het snijdelement 8 zich over driekwart van de omtrek van de verpakking 1 uitstrekt, zodat één wanddeel 9 als scharnier kan functioneren (zie figuur lb). Tevens is te zien hoe de snijdraad 8 is gelegen tussen de kartonlaag 11 en de mediumdichte laag 12. Optioneel is het ook 5 denkbaar dat de snijdraad 8 zich over de gehele omtrek uitstrekt, zodat in de verbroken toestand het topdeel 4 en bodemdeel 5 losneembaar zijn. De snijdraad 8 is vervaardigd uit een treksterk materiaal, bijvoorbeeld nylon of een vezelversterkte kunststof.

Het moge duidelijk zijn dat, hoewel verpakkingen met een rechthoekige of vierkante 10 verpakking doorgaans de voorkeur hebben, het principe van de uitvinding toepasbaar is op verpakkingen met een andere doorsnede, zoals een cirkelvormige of ovale doorsnede. In plaats van de “Gable-Top”- verpakking is de uitvinding tevens toepasbaar op andere kartonnen vloeistofverpakkingen, bijvoorbeeld verpakkingen voorzien van een geïntegreerde kunststof schenktuit. Tevens is toepassing van de uitvinding niet 15 beperkt tot kartonlaminaatverpakkingen, maar is tevens toepassing denkbaar in kunststof flessen.

Figuur 2a toont een plano 20 voor een verpakking zoals de verpakking 1 getoond in de voorgaande figuren. In de plano zijn volgens gangbare methoden de voor de verpakking 20 noodzakelijk vouwlijnen 21 en verlijmstrips 22 aangebracht. Het verschil met gangbare verpakkingen is echter dat op de plano reeds een snijdstrip 23 voorzien van een bedieningselement 24 is aangebracht, op de positie van een verzwakkingslijn 25.

Figuren 2a-2c tonen in detail hoe de snijdstrip 23 wordt aangebracht. In figuur 2b is een 25 doorsnede van de plano 20 getoond, vervaardigd uit een kartonlaag 26. In de kartonlaag 26 is door gedeeltelijke perforatie of stansen de verzwakkingslijn 25 aangebracht. Vervolgens wordt in figuur 2c ter hoogte van de verzwakkingslijn 25 de snijdraad 23 aangebracht, bijvoorbeeld door verlijming. Daarna wordt over het karton 26 en de snijdraad een mediumdichte laag 27 aangebracht. Overigens is het denkbaar het 30 aanbrengen van de snijdraad en de mediumdichte laag te combineren, bijvoorbeeld door een snijdraad te integreren met een mediumdicht folie, en vervolgens het aanbrengen van de folie tegelijkertijd met de geïntegreerde snijdraad, waardoor een bewerkingsstap kan worden aangepast. Het voordeel van de getoonde werkwijze is dat deze zeer eenvoudig en met slechts kleine aanpassingen in bestaande productiemethoden kan

Claims (12)

1. Verpakking voor vloeistoffen, omvattende ten minste een houder voor vloeistof bestaande uit een bodemdeel en een topdeel, waarbij het topdeel is voorzien van een uitschenkmiddelen voor het uitschenken van 5 vloeistof uit de houder, waarbij een wand van de houder is voorzien van ten minste één handmatig verbreekbare verzwakking, welke verzwakking zich in een intacte toestand uitstrekt over ten minste een deel van de omtrek van de wand, 10 waarbij in een verbroken toestand het topdeel en het bodemdeel onderling verplaatsbaar zijn voor het verschaffen van een toegang tot de houder.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dat de verzwakking ten minste uitstrekt over ten minste de helft, bij voorkeur ten minste 15 driekwart van de omtrek van de wand.

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verzwakking zich uitstrekt over de volledige omtrek van de wand, dusdanig dat in de verbroken toestand het bodemdeel en het topdeel zijn gescheiden. 20

4. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wand in hoofdzaak een kartonlaag omvat, die ten minste aan de binnenzijde van de houder is voorzien van een mediumdichte laag.

5. Verpakking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de verzwakking een gedeeltelijke perforatie van ten minste de kartonlaag omvat.

6. Verpakking volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat tussen de kartonlaag en de mediumdichte laag ten minste langs een deel van de 30 verzwakking een flexibel snijdelement is aangebracht.

7. Verpakking volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het flexibele snijdelement is verbonden met een bedieningselement dat zich uitstrekt tot buiten de houder.

8. Verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verzwakking is gelegen tussen 20% en 80% van de totale hoogte van het bodemdeel en het topdeel, bij voorkeur tussen 40% en 60%. 5

9. Plano voor vervaardiging van een verpakking volgens één der voorgaande conclusies.

10. Werkwijze voor het vervaardigen van een plano volgens conclusie 9, 10 omvattende de bewerkingsstappen: - het verschaffen van een dunnelaagmateriaal, het bewerken van het dunnelaagmateriaal tot een plano voor een verpakking voor vloeistoffen, - het aanbrengen van een verzwakking in het dunnelaagmateriaal, 15. het ter plaatse van ten minste een deel van de verzwakking aanbrengen van een flexibel snijdelement, en - het over het flexibele snijdelement en het dunnelaagmateriaal aanbrengen van een mediumdichte laag.

11. Gebruik van een verpakking volgens één der voorgaande conclusies 1-8 voor het verpakken van een vloeistof, bij voorkeur een relatief viskeuze vloeistof.

12. Gebruik volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de vloeistof een vloeibaar zuivelproduct is, in het bijzonder yoghurt of vla. 25